3 DE VATICAANSCHE STAD •RDE BLAD De Paus en de aapjes-koetsiers. De Belvedère bij mane schijn. De vertrekken van de Borgia's. In de Sixtijnsche kapel. TI Cj r'jj, Roomschen, worden van alles ver- I it. De burgemeester van Noordwijk lt er openlijk van verdacht geen onpar- g bewindsman te zullen zijn. De die niet beter dan de Meester, de sten niet beter dan de Paus. Ook en .ai van de Pausen wordt de grootste m enpraat en malligheid uitgekraamd, y r de goegemeente met huid en haar ikt. Een van de aardigste verdachtma- en, naast die over Pausin Johanna e bedenker ervan was do H. Stoel ze niet vijandig gezind is het Pauselijk (ract met de aapjes-koetsiers1. De Pau- zouden met opzet de ingang van het eum aan het alleruiterste einde van paleis hebben gemaakt een kwar- gaans ongeveer om de door warmte rijn afgematte vreemdeling te dwingen van die rijtuigjes te nemen, zooals er honderden door Pome rollen: een kra- i paard en een krakende wagen, met de bok een prae-historisohe koetsier, reusachtige groene „besteedster" en zak hooi. e weg naar het Museum, de Yialone di iedere, omcirkelt de St. Pieter, door- sfc de geheele Vaticaans-che Staat om 1 den ingang van het Museum dood te >®oar de meeste toeristen is het betalen den entreeprijs ad 5 Lire geldverkwis- want het is meer dan bar hoe de sten zoo'n Museum in een paar uur rhol'len al of niet vereenigd in kud- onder de hoede van een herder, wiens 11,6 oogmerk als een echte huurling schaapkens zoo spoedig mogelijk af foeieren en voor nieuw geld nieuwe pen in de Vaticaansche gal erijen te n grasduinen. Maar „ieder zijn meug" de boer en hij draafde door het Vati- ïsche Museum heen. pauselijke kunstschatten zijn zoo ifc en de galerijen met blank-marmeren m en godinnen zoo lang, dat een be- ijvïng daarvan onvermijdelijk zou uit- Q' hen tot een catalogus van bezienswaar- Wij zullen ons evenwel de moeite het overschrijven besparen, en ver en den lezer naar Baedeker, die me istvaardige nauwgezetheid, voor de ma van zeven guldens en twintig ko- m centen, óp nummer en naam de Va- ansche Verzamelingen beschrijft, en de iele Eeuwige Stad óp den koop toe. et grondplan van den Museum-bouw is iter en eenvoudig: een langgerekt ge- w met twee uitgestrekte binnenpleinen onder eenige andere versiering dan een duivennesten onder de kroonlijst, lac ir aan beide uiteinden gaat'dit wiskun- <er stijve plan zich aan dichterlijke vrij en te buiten: de Belvedere aan de deprdzijde, de Sixtijnsche Kapel en om- n. ;ende vertrekken aan de Zuidzijde, waar complex aan het eigenlijke Paus-paleis sluit. ie Belvedere moet men zich niet voor- en als een van die duizelingwekkende Jren gevaarten, die hier en daar de Ne- IfSjlandsche Alpennatuur van „Klein-Zwit- and" of „Berg en Dal" versi-eren of be- ren. Het is een oud pauselijk tuinhuis, dat r in.het Museum werd ingebouwd, met in midden een „cortile", een hof, rondom r bogen omgeven. Een fonteintje babbelt keuvelt daar tusschen het groen. On- de hallen staan roerlooze marmeren lden schoon en welgeschapen: de )llo, de Perseus, de Mercurius. 's Avonds, aeer Diana's^ zilveren boog zich spant den stillen lauwen hemel, wanneer de .ruohtige toeristen verdwenen zijn, ko- Apollo en de goden, de nymphjes en satertjes van hun marmeren voetstuk, sen in de maneschijn rond het verge- gde fonteintje en dompelen hun blanke amen in het glinsterende water. Doch J*vdra de morgen aanbreekt en St. Pie- i koepel rose kleurt, vluchten zij door galerijen naar hun postamenten, ver en en versteenen, en de bezoekers loo- langs hen verveeld en pratend teloos voorbijgaand aan die marmeren lden met de Oudheid, die ieder voor zich ideaal van sohoonlieid zijn. Je kunst der Grieken zoo rustig en mwichtig voor den hedendaagschen Snsch giug evenwel ten gronde aan I|T eigen beginsel: de verheerlijking van lichaam, dat als een worm in de roos antieke cultuur ten verderve bracht, n hoeft het „Cabinettó Segreto" in het politaansche Museum of do geheime trekken in de bouwvallen van Pompeji r< t bezocht te hebben, om in te zien, dat oud-heidensche cultuur in de Vaticaan- sche galerijen schooner 1 ij k t voor ons, die eeuwen later leven, dan zij in werkelijkheid was. De antieke idealen zij herleefden in de Renaissance en werden een ramp voor het christendom. De antieke idealen zij herleven weer in onzen tijd van „Körper und Nackt-Kul- tur", ondermijnen de zeden, en wanneer de Christelijke idealen niet de zegépraal be halen in Europa, zal de ondergang van ons ras langzaam maar zeker komen. Wat een sombere gedachten I Het Belve- dere-hof ligt in de zonneschijn als een zachte idealisatie van de oudheid, die was maar niet meer is. Maar boven de bogen van de cortile rijst overwinnend en gewel dig de koepel van St. Pieter, het Kruis in top. Even uitgestrekt als het museum van antieke kunst, is de Vaticaansche biblio theek een pracht van een bibliotheek, maar.... zonder boeken Er is geen boek te zien; alle manuscripten, wiegedrukken en andere wa&rdevolle werken, waaraan de bibliotheek buitengewoon rijk is, zijn in met bloemruikers beschilderde kasten op gesloten. Alleen in de hoofd-galerij liggen onder glas enkele tentoongesteldo.a. het kriebelig handschrift van St. Thomas, en nog onleesbaarder dat van Luther. Ook ligt er het boek contra Maarten Luther, waarmede Hendrik VII, de looze vos, van den Paus de titel „Defensor Fidei" ver wierf. De Engelsche Koningen hebben later alles wat Pauselijk was of heette uit hun rijk verbannen, maar de eere-titel „Ver dediger des Geloofs" tot op den dag van heden behouden. Door nieuwe galerijen van weelderige inrichting, komen wij thans in het vroegere paleis der Pausen met nauwe, wit-gekalk- te gangetjes en trappen: de Appartamente Borgia, de Stanzen van Rafaël en de Six tijnsche Kapel. De vertrekken van de Borgia, een Spaan- sche adel-familie, die aan de Kerk zulk een groote heilige heeft geschonken in de persoon van den Jezuieten-generaal Fran cesco Borgia (historie-kenners hadden deze wending niet verwacht!), en enkele pausen zooals Alexander VI, zijn met fij nen smaak ingericht, beschilderd met vro me fresco's van Pinturicchio van een teedere gemoedelijkheid. Wij zullen er met den lezer niet lang verwijlen, omdat gepraat over kunst heel spoedig kletspraat wordt. Kunst moet ge zien of gehoord, niet bepraat worden, want onder het bespreken glijdt de schoon heid weg. Daarom zullen wij ook heel kort zijn over de beroemde Sta-nzen van Ra faël met de Disputa en de Atheensehe School onovertrefbare meesterwerken, door den kunstenaar op 25-ja-rigen leeftijd geschilderd. En tot slot de wereldvermaarde Sixtijn sche Kapel, de officieele huiskapel van den Paus, waar het conclaaf gehouden wordt. Michel-Angelo heeft de kapel beschil derd het gewelf en de zijmuur met het „Laatste Oordeel". Het beste is, hier maar een punt te zetten, want de pen ^an een geniale kunstenaar wordt gevergd om het Werk van den genialen Michel-Angelo te beschrijven. Bij het zien wordt men stil en geintimideerd. Er is niets liefelijks of be- togverends in die schilderingen, maar het is grootsch, geweldig als een symphonie van Beethoven. Het meerendeel van de bezoekers blijft te kort om onder den indruk te komen, en in al die zware ernst doet hun gedrag ko misch aan. Om het plafond te bekijken liggen spiegeltjes klaar. Een drietal En gelsche dame-s, op die leeftijd gekomen welke de Fransche met een beminnelijke hoffelijkheid „encore jeune" noemen, ne men een spiegeltje, en na eerst hun rim pelig gelaat bekeken te hebben en met een poederdonsje opgefrischt, bekijken zij „critiseh" het Scheppingsverhaal op het gewelf, vinden het „admirable" zond-er het te admireeren, leggen het spiegeltje neer en stappen weg. Zoo gaan de rneesten zij hebben „gezien en niet gezien". Helaas zijn de. schilderingen met een poederdonsje niet meer op te frisschen! De eeuwen, het vocht, kaarsen- en wierook walm hebben bedenkelijk op de kleuren ingewerkt. Over vijfhonderd jaar zullen van de titanische bewogenheid van het Laat ste Oordeel en van het edele Scheppings verhaal nog slechts flauwe lijnen zichtbaar PSALMEN EN (OF) 3 GEZANGEN. 't Is bekend, dat er in „ons Protestant- ei ie Nederland" ten aanzien va-n het zin- onder de godsdienstoefeningen twee jroomingen zijn. p Dc eene strooming, welke baar voeding ïdt in de Gereformeerde Kerken, wil st anders toelaten dan de aloude Psal- - ïn; de andere, wier bronaar ligt in de 1 ederduitsch Hervormde gemeenten, laat <aast de Psalmen ook Gezangen toe. Dit onderscheid valt best te begrijpen. b Psalmen staan in den Bijbel, de gezan- [li zijn louter mensohenwerk, zoodat de [rengere opvatting omtrent hetgeen in de erk past een zeer natuurlijke afscheiding jndt van de mildere stemming, welke ook jto Gezangen houdt. Niet zoo gemakkelijk te begrijpen is, dat r in de Hervormde Ketk lidmaten gevon- en worden, die wel van de „Oude Gezan- en gediend zijn, doch de „Nieuwe" uit en booze achten, 't Klinkt vreemd waarom kon de latere tijd niet evenzeer tö-sscnde liederen opleveren maar het 8 "e^sch een punt van geschil, dab ik wel pisschen den heb gezien om des lieven vredes wille. Dit speciale punt ter zijde latend, zij er aan herinnerd, dat het laten zingen van Gezangen naast Psalmen nog pas sinds een goede eeuw geschiedt en dat dit breede standpunt ganschelijk niet zonder strijd veroverd werd. Aanvankelijk, d. w. z. vlak na de Her vorming, zonden de Protestanten de z.g.n. „Souterliedekens", zijnde berijmde Psal men, welke werden aangeheven op vroolij- kii wijzen, zulks om te voorkomen, dat van katholieke zijde tegen de zangers achter docht werd opgevat. In sommige heden- daagsche psalm-melodieën zijn, als men ze op daarvoor geëigende manier zingt, de opgewekte wijsjes nog wel te herkennen. Toen de Protestanten vrijelijk konden gaan zingen voor de Katholieken kwam toen de tijd van zwijgen hadden zij geen vroolijke wijsjes meer noodig, maar deze waren nu eenmaal ingeburgerd en zoo gin gen ze in den langzamen trant over, waar toe ook medewerkte de groei der gemeen ten: hoe meer menschen zonder leiding gelijktijdig zingen, hoe gedragener het gaat. Dit kunnen heden ten dage ook wij bij onze Hollandsche kerkliederen wel op- DE LEIDSCHE COURANT het Gregoriaansch daar evenzeer van te lijden heeft gehad. Om tot onze Protestantsohe landgenoo- ten terug te keeren: voor de „Souterliede kens" kwamen de „psalmen van Datheen" in de plaats. De berijming, welke Petrus Dabhenus zijn geloofsgenooten schonk, was wel niet mooi hij gaf zelf aan die van Marnix van St. Aldegond'e de voorkeur maar zij viel nu eenmaal in den smaak en men bleef het ermede doen tot het eind der 18e eeuw. Toen wonnen het ten laatste, na langdurigen strijd, de tegenstanders van Datheens rijmelarij waarvoor in 1773 een betere overzetting in de plaats kwam. Terzelfder tijd gingen bij deze gelegenheid stemmen op, om aan het Boek der Psalmen eenige geestelijke liede ren en gezangen toe te voegen. Een nieuw strijdpunt, dat d© gemoede ren ten zeerste verhitte! De Provinciale Synode van Noord-Hol land bleek het meest vooruitstrevend en op haar initiatief togen ook de kerkbestu ren van andere gewesten in 't belang der gezangen aan den arbeid; enkele bleven echter lang weigerachtig. Deze tegenstand week pas in 1804 dus ruim 30 jaar later toen heb Waalsche kerkgenootschap het voorbeeld gaf met de uitgave van een liederenbundel. Toen werd eindelijk de ge westelijke hiërarchie der Ned. Herv. Kerk overbrugd door een commissie uit de ver schillende synoden, welke de bevoegdheid erlangde, een bundel liederen te verzame len, waarvan de inhoud, zonder vrees' voor aanstoot, bevorderlijk mocht geacht worden voor den opbouw der kerk. Dit was lang geen gemakkelijke op dracht, want zorgvuldig moest worden ver meden, in de poëzie aan eenige afwijken de meening uiting to geven. Het kleinste gemeene veelvoud der particuliere opinies was hierdoor uit den booze; de grootste gemeene deeler moest het zijn! 't Was schier onmogelijk dezen te vinden. Men nam bijv. aanstoot aan deze regels: Mijn God, wat ooit in mij verdoed', Dat ik altijd aan U geloov', Aan deugd en eeuwig leven! Dan zal 'b gevoel van mijn waardij, Hoe Jiobb'lig hier mijn pad ook zij, Mijn boezem nooit begeven. Dit vonden velen en daaronder lieden van naam ergerlijke zelfverheffing, „ra tionalistisch geteem", „heidensche trilo gie", „vulgair rationalisme" enz. Geen klei nigheden voorwaar! Toch wist de commissie haar arbeid te beëindigen en den eersten Januari 1807 dus na slechts 3 jaartjes was de dag aangebroken, waarop voor de eerste maal het evangelisch gezang van den kansel werd afgelezen, om naast den gedijden psalm door de gemeente te v/orden aangeheven. Denk intusschen niet, dat nu alles vlot van stapel liep. "Weliswaar werd in het rapport der commissie de wensöhelijkheid betoogd, om bij elke godsdienstoefening minstens eenmaal uit den $ieuwen bundel te laten zingen, maar tevens achtte men het noodzakelijk, dat aan kerkeraden bij eventueel verzet vrijheid zou worden ge schonken zouden zij die vrijheid anders niet genomen hebben'? naar bevind van zaken te kunnen handelen, zulks ter voor koming van ergernissen met al den aan kleve van dien. Nu, verzet kwam er te over. Den een waren de liederen niet rechtzinnig genoeg, den ander klonken zij niet als echt Neder- landsch in de ooren, een derde wilde er heelemaal niet van weten alle welke zienswijzen ook onder de predikanten weerklank vonden. Van dezen waren er, die uit tegenzin in het aanheffen der liederen met het afkondigen van een ge zangvers tegelijkertijd de psalmwijs noem den, waarop het vers kon worden gezon gen, wat tengevolge had, dat een deel der gemeente het lied, een ander deel den psalm zong', waardoor wel de melodie, maar niet de woorden overeenstemden. Zoo meenden die leeraren, alle. partijen tevre den te kunnen stellen, maar de classis Bols ward wilde daar maatregelen tegen geno men zien, wijl zij 't alles behalve stichtend vond. Dan handelden de dominé's, die openlijk hun medewerking tot heb zingen van lie deren weigerden, nog beter; hun optreden werkte ten minste niet storend gedurende den diénst- Vooral in Friesland was het verzet groot Een ooggetuige schreef J. Herman Rie- mersma citeert hem in do „Vragen des Tijds" dat na 't opgeven van een lied, de kerkgangers deels naar buiten Hepen, deels een psalm aanhieven met een gansch andere melodie, trachtend „den voorzanger va-n zijn stuk af te brengen, maar deze was zoo nootvast, dat zij hun oogmerk niet konden bereiken." Zoo ging het in meerdere gemeenten, waaraan Driesum de kroon spande, terwijl evenzeer in Zeeland, Zuid-Holland en Utrecht, voornamelijk in eerstgenoemde provincie, gemeenten werden aangetroffen, waar het meerendeel der- leden volstandig weigerden een gezangvers te zingen, door tcona-angevenden als onrechtzinnig ge brandmerkt. Waar noodig, bemoeiden de classieaie en synodale vergaderingen zich wel ernstig met die gevallen, maar het Protestantsche Kerkverband leent zich niet tot- het nemen, van door allen erkende bindende be sluiten, zoodafc de zaak maar moest uitzie ken wat nog altijd niet ten volle is ge schied, zij het dan dat de scherpste kan ten afgesleten zijn. De invoering der gezangen heeft tusschen 1830 en 1840 de „afschei ding" geenszins in het leven geroepen, maar wel aldus boven aangehaalde schrijver er een krachtige stoot aange geven en een halve eeuw later er middel lijk toe medegewerkt, dat wederom velen het- „synodale juk" afwierpen. Het zij gezegd, alleen om een feit te constateeren: wat gaat he-t dan toch bij UIT DE KATHOLIEKE WERELD ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1929 KALENDER DER WEEK Kroonstad (Oranje Vrijstaat-Zuid-Afrika) Agentia Fides. Het Carnegic-Instituut stelt ieder jaar oen studiereis naar Amerika dis ponibel aan een persoon in Zuid-Afrika die zich door zijn arbeid of door studie bij zonder verdienstelijk heeft gemaakt. Het Zuid-Afrikaasch Comité ,dat den persoon moet aanwijzen die naar haar meening voor deze onderscheiding het meest in aanmerking komt, heeft dit jaar besloten Pater Bernard Huss. van Marianhill, naar Amerika te zenden, om daar de organisa tie der Land'bouwbanken, opgericht teil voordeele der negers van de Vcreenigde Staten, te bestudeeren. Pater Huss is de1 eerste, en tot nu toe de eenige missionaris die met succes het land- bouwcrediet onder de zwarten in Zuid- Afrika- ingevoerd heeft. Het werk van Pater Huss ten voordeele der zwarte boeren wordt niet alleen door z'n vrienden, maar zelfs door de vijanden van het Katholicisme, erkend en bewon derd. Dit werk heeft er in verscheidene gewes ten toe bijgedragen om te verhinderen dat de akkers werden verlaten, en om de in landers tegen de communistische propagan- de te beschermen. In Krundi maakt het Katholicisme steeds grooter vorderingen. Rome. Agentia Fides. Met ingang van 8 Juli heeft de Congregatie der Propaganda zes nieuwe missiegebieden in China opge richt, waardoor heb totaal aantal der Mis siestreken in China op 9 x wordt gebracht. Sinds liet Pontificaat van Paus Pius XI zijn 31 nieuwe gebieden opgericht. Drie hiervan zijn toevertrouwd aan do inlandsche geestelijkheid van China. Alle drie werden ze gevormd uit de Provincie Setchouen, de grootste provincie in China ten Noorden van de IJangtse. Daarvóór maakte zo deel uit van de voortreffelijke missies die heb Genootschap der Vreemde Missiën van Parijs in deze provincie be stuurde. De nieuwe missiestreken zijn: het Apos tolisch Vicariaat van Chunking, dat werd afgenomen van het Apostolisch Vicariaat van Chengtu. Dit nieuwe Vicariaat telt 18.395 katholieken èn 20 Chineesche pries ters. Het Apostolisch Vicariaat van Wahsie' met 22.960 katholieken en 23 Chineesche priesters, werd afgenomen van het Aposto lisch Vicariaat van Chungking. De Apostolische Prefectuur van IJashow heeft 7.182 katholieken en 13 inlandsche priesters, en maakte daarvóór deel uit van het Apostolisch Vicariaat Suigu. Vele christengemeenten van deze missiegebieden bestaan reeds meer dan honderd jaar. Taikon, Korea-, 18 Juni. Agentia Fides: De 25ste Mei vormt een belangrijke en blijde datum in de geschiedenis van deze nog jonge missie. Zeven jonge diakens uit Korea- werden tot het Priesterschap verhe ven. Deze mooie wijding, die het aantal in landsche priesters op 28 brengt, heeft heb mogelijk gemaakt vier nieuwe distrieten van waaruit de heidenen „vervoerd" zullen worden, te openen. Toen deze Missie ongeveer 18 jaar gele den in het leven werd geroepen ,toen er nog geen seminarie bestond, bedroeg het aantal inlandsche priesters slechts vier. Van toen af dateert de bewonderens waardige krachtsinspanning voor de uit breiding der inlaiidsche geestelijkheid, die dan ook met succes is bekroond. Den 21en Juni werd de processie van Sa cramentsdag met groote plechtigheid en begunstigd door schitterend weer, gehou den. Te Taibou vergezelde een enorme en zeer ingetogen menigte het H. Sacrament. Te TjyenTjyon schatten do bladen heb aantal menschen op verscheidene duizenden Van minderen omvang doch ook zeer bemoe digend was de processie te Masanpo, te TjyeiTjyon en zelfs in de bergen van Pin OuenRi. Ningpo (Chebiang, China) 16 Juni Agen tia Fides. Het vraagstuk der begraaf plaatsen brengt iu Ningpo ernstige moei lijkheden mee. Tot nu toe begroef iedere familie 'haar dooden waar zij wilde, wat van de velden vooral die vlak bij de steden waren geleg-en, een groote begraafplaats maakte, waarbij de levenden elkaar den grond betwisten. Om verbetering in dezen toestand tc brengen, trachtte men op Europ. manier terreinen voor kerkhoven te bestemmen, want deze bestaan in China nog niet. Al leen zijn cr wel bijna overal een soort ver zamelplaatsen die soms verscheidene dui zenden graven bevatten. Tc Ningpo is de belangrijkste de „Se Ming Kong Sono". Die kan ongeveer 5000 kisten opnemen. Dit depot- bevat verscheidene rijen even wijdig loopende loodsen, die elk plaat-s bie den voor twee rijen graven, die aan iederen kant van het middenpad dwars zijp opge steld, hetgeen plaatsveranderingen zeer vergemakkelijkt. Gewoonlijk plaatst men er twee op elkaar. Doch ze mogen niet langer dan een jaar op dezelfde plaats blijven. Men brengt ze dan over, of naar de grafkelders die in tusschen door de families gebouwd zijn, of naar heb gebergte, waar men zc in den al- gemeenen grond begraaft. Onlangs heeft men nog nieuwe begraafplaatsen gebouwd bij de Sc Ming Kong Sono. Bij deze gelegenheid heeft men, om de zielen der dooden rust te geven en om ze te verhinderen de levenden te schaden, een zeer plechtigen dienst gecelebreerd: 72 bon den die in de nieuwe loodsen samen kwa men, hebben er gedurende zeven dagen luide gebeden gezegd en groote plechtighe den gevierd. DE PRIESTER-MJSSIEBOND. N.B. A'ls niet anders wordt aangegeven dagelijks Gloria en Credo. Dc gewone Pre fatie. ZONDAG, 4 Aug. Elfde Zoodag na Pink steren. Mis: Deus. 2e gebed v. d. H. Domi- nicus. Belijder. Prefatie v. d. Allerh. Drie- eenheid. ^Kleur. Groen. Wat een zegen spreidden Christus' han den tijdens Zijn leven op aarde! „Allen heeft Hij welgedaan" (Evangelie). Onder ons woont en leeft Christus in Zijne hei lige plaats, in Zijno Kerk. Daar is Hij nóg, steeds zegenende en weldoendo. Daar laat Hij ons, Zijn uitverkoren volk eensgezind samenwonendaar geeft Hij ons krachten sterkte te-gen onze vijanden (Introitus); daar stort Hij Zijno barmhartigheid over ons uit (Gebed). Daar laat Hij ons beproefd hart weer opleven va-n vertrouwen (Gra duale); daar offert Hij Zich zelveh. op, iede ren dag, met en voor ons, als een aan Zijn hemclschen Vader aangename offerande tot ondersteuning onzer zwakheid naar ziel en lichaam (Stilgebecl en Postcom- mmiio). Alleluja! Onze ziel moet jubelen voor onzen God. Met een zingend hart moeten wij Hem loven en verheffen, want bij het H. Doopsel heeft Hij onze ooren geopend voor het H. Evangelie (Evangelie), ons door de Apostelen en hunne opvolgers ge predikt (Epistel). Met vreugde over ouzo opname in Zijne heilige, alleenzaligmaken de Kerk ons offer gebracht (Offertorium). MAANDAG, 5 Aug. Feestdag van 0.1_. Vrouw ter Sneeuw. Mis: Salve. Prefatie v. d. Allerh. Maagd. (Invullen: En U om de feestviering). Kleur: Wit. In do vierde eeuw leefde er te Rome een rijk en godsdienstig echtpaar, dat kinder loos gebleven was. Hunnen rijkdom be steedden zij aan werken van liefdadigheid Groot was hunne godsvrucht tot de H. Maagd. Zij dachten er aan iets grootsch ter eere va-n Maria tot stand te brengen en vroegen gedurig aan Maria hun te doen weten, wat Haar het aangenaamste zou zijn. In den nacht van 4 op 5 Augustus werden zij begunstigd met eenc verschij ning van Maria, die hun beval een kerk te bouwen, daar, waar de grond den volgen den morgen met sneeuw bedekt zou zijn. In die dagen zetelde Paus Liberius op den Stoel, van Petrus. Hij was uit zijne balling schap teruggekeerd en liep met het plan rond om op één der zeven heuvelen van Rome een kerk te bouwen. Die heuvel was de Esquillinus. Evenals die eöhtgenooten kreeg ook Paus Liberius bovenvermelde verschijning. Den volgenden morgen nu bleek, dat op den Esquilijnsehen heuvel werkelijk een groote hoeveelheid sneeuw (in Augustus!) gevallen was. Paus Liberius bouwde nu met d© geldelijke hulp van die twee echt- genooten dan ook daar de kerk ter eere van Maria. DINSDAG, 6 Aug. Feest van de Gedaan teverandering des Heeren op den berg Thabor. Mis: llluxerunt. 2e gebed (alleen in stille H.H. Missen) v. d. H.H. Xyst-us en Gezellen, Martelaren. Prefatie van Kerst mis. Kleur: Wit. „Schoon van gestalte is Hij (Christus) boven alle mensohen. Bevalligheid ligt uit gespreid op zijne lippen." (Kerk Get.). WOENSDAG, 7 Aug. Mis v. d. H. Caje- tanus, Belijder: Os Justi. 2e gebod v. d. H. Donatus Bisschop en Martelaar; 3e tot den H. Geest (wegens de priesterretraite in ons Bisdom). Geen Credo. Kleur: Wit. De H. Cajetanus zette Christus' woord:" „Zoek eerst het Rijk Gods on zijne gerech tigheid" in daden om. Hij stichtte de Orde der Theatijnen, die alle zorg voor het aa-rd- sche afleggen en leven van de vrijwillige gaven der geloovigen. DONDERDAG, 8 Aug. Mis v. d. H.H. Cyriacus, Largus en Smaragdus, Martela ren: Tirnete. 2e gebed A C'unctis (om de voorbede der Heiligen); 3e (naar keuzo v. d. priester; 4c tot den H. Geest. Geen Credo. KleurRood. VRIJDAG, 9 Aug. Feest van de verhef fing der relikwie v. d. H. Bavo. Mis: Gau- deaumus (Zie in het Feesteigen v. h. Bis dom). 2e gebed v. d. H. Joannes Bapt. Viamiey, Pastoor va-n Ars; 3e v. d. Vigilie v. d. H. Laurentius; 4e v. d. H. Romanus, Martelaar. Credo (alleen in de kerken aan den II. Bavo toegewijd). Laatste Évangelie v. d. Vigilie. Kleur: Wit. Ook is geoorloofd do H. Mis v, d. Vigi lie: Dispersit. Geen Gloria. 2o gebed v. d. II. Bavo; 3c. v. d. H. Joannes Bapt Via-n- ney; 4e v. d. H. Romanus. Geen Credo. Kleur: Paars. Om aan 't meeningsvor.tehil van het volk over de plaats van het graf v. d. H. Bavo een einde te maken opende. Erombol- dus, de Abt va-n een klooster te Geilt, dc graftombe, waarin volgens sommigen liet stoffelijk overschot moest rusten. Hij vond ook werkelijk het lichaam van don heilige en stelde het ten toon aan het samengestroomde volk. Daarna werd liet in een mooie kist gelegd en naar de St. Bavokcrk overgebracht. Van deze verhef fing wordt vandaag in ons Bisdom dc ge dachtenis gevierd. ZATERDAG, 10 Aug. Mis v. d. H. Lau rentius, Diaken: Confessio. Geen Credo. Kleur: Rood. Tot Paus Xystus II (zie 6 Aug.), op weg naar de martclplaats, sprak de diaken Laurentius: „Waat gaat gij heen, Vader, zonder uwen zoon? Waar snelt gij heen, heilige priester, zonder uwen dienaar?" Dc H. Xystus antwoordde: „Ik verlaat u niet mijn zoon. U wacht nog .grooteren strijd voor het geloof in Christus. Na drie dagen zult Gij, de leviet, mij, den priester vol gen." Vandaag vieren wij de vervulling van dit woord. Laurentius is levend geroosterd. Door zijne wonderlijke standvastigheid be keerde hij den II. Romanus, van wien gis teren de gedachtenis.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 7