STADSNIEUWS
GEMEENTERAAD.
De Gemeenteraad vergadert op Maandag
5 Augustus a s., des namiddags te twee
■uur, in liet Stedelijk Museum (Lakenhal).
Te behandelen onderwerpen
lo. Benoeming van een onderwijzer in
de lichamelijke oefening bij het openbaar
Lager Onderwijs.
2o. Bckoning, dienst 1928, van het
Leidsch Muziekcorps.
3o. Suppletoire begroeiing, dienst 192S.
van het Geref. Minne- of Arme Oude Man
nen- en Vrouwenhuis.
4o. Bekening, dienst 1928. van het Geref.
Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrou
wenhuis.
5o. Rekening, dienst 1928, van het Bur
gerlijk •Armbestuur.
Go. Balans en Verlies- en Winstrekening,
dienst 1928, van de Vereenigiug tot bevor
dering van den bouw van Werkmanswo
ningen.
7o. Begrooting, dienst 1930, van den Keu
ringsdienst van Waren voor het district
Leiden.
8o. Voorste] tot verhooging van cenige
posten der begrooting, dienst 1928, waar
van de raming te laag is gebleken.
Oo. Voortzetting van de bespreking over
de wijze van behandeling van het schrijven
van den secretaris van het Comité ter be
hartiging van de algemeene belangen van
Overheidspersoneel (A. C. .O. P.), ten ge
leide van een motie aangenomen door de
openbare vergadering van dat Comité op
12 Juli j.l., in zake de aan het hoofd dei-
school. den heer J. C. van Schaik opgelegde
étraf en voortzetting van de behandeling
van de tijdens die bespreking ingediende
motie van den lieer van Eek.
lOo. Voorstel tofc het aangaan van een
£-lal overeenkomsten met dc gemeente Ha
zerswoude. betreffende de levering van
elec'riciteit en gas aan die gemeente.
llo. Praeadvies op het schrijven van J.
Bijleveld, inzake het weder als woning mo
gen gebruiken van heb onbewoonbaar ver
klaarde perceel Utrechtsche Jaagpad 39.
12o. Voorstel tot opnieuw vaststelling
van de verordening van 21 Mei 192-8, rege
lende de heffing van schoolgeld voor het.
Lager Onderwijs in de gemeente Leiden
(Gom. blad No. 16).
13o. Voorstel tot het aangaan van een
overeenkomst met. de provincie Zuid-Hol
land, inzake vergoeding voor onbezette
plaatsen in de gestichten Endegeest" en
„Voorgeest".
14o. Praeadvi.es op het verzoek van het
Hoofdbestuur van den Algemecnen Bond
van Politiepersoneel in Nederland, in zake
de erkenning van de door dien Bond inge
stelde akte van bekwaamheid a:ls agent van
politie en de toekenning van een subsidie
ten behoeve van den door dien Bond inge-
stelden cursus.
15o. Voorstel:
a. tot vaststelling van de verordening,
houdende wijziging van de verordening van
31 Januari 1918 (Gem. blad No. 3), betref
fende de wedden van ambtenaren in dienst
der gemeente Leiden;
b. om het desbetreffend adres van de
afdeeling Leiden van den Algemeenen Bond
van Politiepersoneel in Nederland als afge
daan1 te beschouwen.
16o. Praeadvies op het verzoek van de
afdeeling Leiden van de Algemeene R.-
Kath. Ambtenaarsvereeniging, om de voor
de kindertoeslagregeling geldende loon
grens van 3000 te laten vervallen.
17o. Voorstel:
a. om het voorstel van den heer Baart,
in zake de uitkecring van wachtdagen aan
alle werklooze hoofden van gezinnen en
kostwinners, wanneer deze voor hun orga
nisatie wachtdagen moeten doormaken,
niet aan te nemen;
b. tot vaststelling van de verordening,
houdende wijziging van de verordening
van 20 October 1924, betreffende den Ge
meentelijken Dienst voor Sociale Zaken
(Gem. blad No. 27).
18o. Verordening, tot wijziging van de
verordening van 1 Februari 1921 (Gcm.-
blad No. 2) op de Keuring van Waren.
19o. Verordening, houdende wijziging van
de verordening van 23 Mei 1912 (Gem.blad
No. 18) op het Rijden.
■20o. Vaststelling van de verordening,
houdende wijziginv var de verordening van
12 Mei 1912 (Gem.blad No. 17) op de Straat-
politie. met behandeling tevens van het
adres van een aantal winkeliers aan de
Haarlemmerstraat en do Donkersteeg, in
zake den verkoop van bananen en bloemen
vóór hunne winkels.
21o. Interpellatie van den heer Sijtsma,
inzake het aan den concierge van de Ge
meentelijke Hoogore Burgerschool met 5-
jarigen cursus verleend eervol ontslag, als
mede in zake de huisvesting van den con
cierge van het Stedelijk Gymnasium en
diens gezin.
22o. Motie van den heer Groeneveld, in
zake het verleenen van toegang tot. de ter-
deinen van ,.de Leidsche Hout" aan de le
den van den Gemeenteraad.
Wijziging Verordening Keuringsdienst.
Voor melkveehouders.
Artikel 4 juncto Artikel 1, 2de lid sub
h van de verordening op de keuring van
Waren, stelt o.m. strafbaar het aanwezig
hebben van waren, welke niet aan de ge-'
stelde eischen voldoen, in winkels, wonin
gen enz., bij fabrikanten, kooplieden, enz.
in gebruik.
Bij arrest van den Hoogen Raad van
5 Maart 192S is echter uitgesproken, dat
melkveehouders voor de toepassing van
de genoemde artikelen niet als kooplieden
kunnen worden beschouwd; ook vallen zij
in den regel niet onder een der andere
benamingen, in artikel 1, 2de lid sub h
vermeld. Waar nu bovendien het aanwe
zig hebben door melkveehouders van wa
ren, welke niet aan do gestelde eischen
voldoen, in den regel ook niet valt onder
een der andere letters van genoemd 2de
lid, met name niet onder letter a (het ten
verkoop in voorraad hebben), aangezien
de melk, welke de melkveehouders in
yoorraad hebben, gewoonlijk reeds ver
kocht is, is het gewenscht letter h met
de vermelding ..melkveehouders" aan te
vullen en onder letter a te lezen: het ten
verkoop of ter aflevering in voorraad heb
ben.
B. en W. geven den Raad mitsdien in
overweging, de desbetreffende verordening
aldus te wijzigen.
Wijziging Verordening op het Rijden.
Rapenburg enk r u i s p unte n.
In afwachting van de vaststelling van
een nieuwe verordening op het Rijden,
welke in bewerking is. is het gewenscht
gebleken, ten aanzien van een tweetal on
derwerpen reeds thans de bestaande ver
ordening te wijzigen en aan te vullen. Dit
betreft de uitbreiding van het systeem
van éénrichting-verkeer op liet Rapenburg
en de regeling van het vc keer op kruis
punten, in het bijzonder nabij stoplijnen.
Eénrichting-verkeer op het Rapenburg
werd ingevoerd bij raadsbesluit van 22 No
vember 192G, echter alleen voor dat ge
deelte van liet Rapenburg, dat ligt tus-
schen NonnensteegKloksteeg en Noord
einde Brcestraat; en voorts alleen voor
rijtuigen en motorrijtuigen, dus niet voor
handkarren en rijwielen; weliswaar gold
het verbod oorspronkelijk ook voor hand
wagens, doch voor deze werd het verbod
voorshands buiten toepassing gelaten, met
welke praktijk later de verordening bij
raadsbesluit van 20 Juni 1927 in overeen
stemming werd gebracht.
Intusschen heeft een nadere, meer stel
selmatige bestudeering van de verkeers-
toestanden nabij het knooppunt Rapen
burg Kort Rapenburg en Noordeinde
Bree-straat iu verband met het steeds toe
nemend verkeer ter plaatse doen zien, dat
het vrijlaten van rijwielen op den duur (och
niet gehandhaafd kan worden, zoodat het
gewenscht is, ook voor do rijwielen één
richting-verkeer op het bedoeldegedeelte
van het Rapenburg voor te schrijven. Dit
kan geschieden door de desbetreffende slui
ting uit artikel 24, dat de sluitingen voor
alle motorrijtuigen bevat, over to bren
gen naar artikel 21 bis, dat de sluitingen
vermeldt voor alle motorrijtuigen en rij
wielen.
Het tweede voorstel van B. en W. betreft
een onderdeel van de regeling van het
verkeer, in het bijzonder nabij stoplijnen.
Geeft een verkeersagent liet bevel dit
kan uiteraard door een toeken of aanwij
zing geschieden tot stoppen, dan zijn de
bestuurder^ van motorrijtuigen en rijwielen
(ingevolge artikel 23 van de Motor- en Rij-
wielwet), zoo ook ruiters en dc bestuurders'
van voertuigen (ingevolge artikel £2 van
de Verordening op het Rijden) verplicht,
aan dat bevel gevolg te geven. Het schijnt
echter twijfelachtig, of, indien zoodanig be
vel door middel van bet gebruikelijke toe
ken gegeven wordt nabij een stoplijn, gelijk
ook in onze gemeente op sommige punten
is aangebracht, dit ook strekt om stil te
houden vóór die s t o p 1 ij n. In ieder
geval kan bezwaarlijk aangenomen worden,
dat zoodanig bevel, al dan niet nabij een
stoplijn gegeven, tevens zou strekken tot
het opstellen in een rij, het vrijlaten van
do linkerzijde van den weg en dergelijke
maatregelen, welke toch wenschclijk zijn.
Hot komt B. en W. daarom gewenscht
voor, om, aannemende, dat het bevel tot
stoppen, door middel van het gebruikelijke
te-eken gegeven, op zichzelf ook niet meer
inhoudt, dan dit, de wijze waarop het ver
keer zich moet gedragen nadat dit bevel
gegeven is, te maken tot een zelfstandige
verplichting van de desbetreffende perso-
B. en W. geven den Raad alsnu in over
weging, vast te stellen een verordening,
in den geest als hier bedoeld.
Wijziging Verordening Straatpolitie.
Het venten.
In een schrijven d.d. 9 Mei 1928 hebben
een aantal winkeliers aan de Haarlemmer
straat en de Donkersteeg den Raad ver
zocht, de verordening op de Straatpolitie
aan te vullen met een bepaling, krachtens
welke het op straffe verboden zal zijn, ten
zij met schriftelijke vergunning van Bur
gemeester en Wethouders, op den open
baren weg op andere plaatsen en tijden,
dan door Burgemeester en- Wethouders'
daartoe zijn aangewezen, goederen te koop
aan te bieden of te verkoopen. Adressanten
deelen mede, dat zij in den laat sten tijd
in toenemende mate overlast ondervinden
van den lossen straatverkoop, in het bij
zonder van bananen en bloemen, voor hun
ne winkels. De dikwijls extra lange en
breede wagens met bananen belemmeren
het verkeer; venters, welke met groote
manden met bloemen postvatten op het
trottoir, staan aan een rustige bezichtiging
der winkeletalages in den weg; heb ge
schreeuw, waarmee de venters hun waren
aanprijzen, is hinderlijk cn wordt door
adressanten voor hunne winkels niet op zijn
plaats geacht. Yan de bestaande bepalin
gen in de verordening, met name van de
artikelen 22 en 38, het laatste artikel ook
in verband met de geringe straf, welke
maximaal tegen overtreding daarvan is
bedreigd, verwachten zij geen heil. Derhalve
stellen zij voor, den lossen straatverkoop
behoudens vergunning in de gcheele stad
te verbieden behalve in die straten, welke
door Burgemeester en Wethouders als vrije
straten worden aangewezen. Do Leidsche'
Middenstandscentrale heeft bij haar schrij
ven d.d. 12 Mei 1928 aan den Raad aan
het verzoek der winkeliers adhaesie be
tuigd.
B. en W. deelen den Raad het volgende
mede:
„Aan den loopenden straatverkoop, in
het bijzonder in de Haarlemmerstraat, en
omgeving, is voor de winkeliers, cn in het
algemeen voor het verkeer zeker eenige
last verbonden. Intusschen schuilt in de
klachten van de winkeliers ook wel eenige
overdrijving. In ieder geval meenen wij,
dat zij een zoover gaande reglementeering
van dien straatverkoop, als adressanten
wenschen, niet wettigen. Een stelsel, waar
bij de losse straatverkoop, hetzij voor de
geheele stad, hetzij voor een deel der stad
(door aanwijzing van de vrije, dan wel
door aanwijzing van de onvrije straten) tot
een geoctroyeerd beroep wordt gemaakt en
van een vergunning van Burgemeester en
Wethouders afhankelijk wordt gesteld,
achten wij dan ook niet noodig en niet
gewenscht. Ook meenen wij, dat aan de hand
van de bestaande bepalingen, met name
artikel 52 van do verordening, nog wel met
succes tegen overlast kan worden gewaakt.
Aan het bezwaar, dat op sommige overtre
dingen een te geringe stra^ is gesteld, kan
worden tegemoet gekomen door ook in de
verordening op de Straatpolitie eenheid
te brengen in de verschillende strafposities,
gelijk dit reeds eerder geschiedde ten aan
zien van de verordeningen op het Rijden.
Overigens meenen wij, dat behoort te wor
den volstaan met een beperkende bepaling
ten aanzien van de lengte en breedte van
de handwagens, met behulp waarvan ge
vent wordt".
B. en'W.'geven den Raad mitsdien in
overweging, vast te stellen de volgende ver
ordening, houdende wijziging van de veror
dening van 12 Mei 1912 (Gemeenteblad No.
17) op de Straatpolitie, laatstelijk gewijzigd
bij verordening van 31 October 1927 (Ge
meenteblad No. 18).
Artikel I.
Achter artikel 52 van bovengenoemde
verordening wordt ingevoegd:
„Artikel 52bis.
Het is aan venters verboden:
a. op den openbaren weg een handwa
gen te plaatsen of te hebben, waarvan het
laadvlak, hetzij in de breedte, hetzij in
de lengte, op eenigerlei wijze is vergroot;
b. op den openbaren weg een handwa
gen te plaatsen of te hebben, waarvan de
lengte méér bedraagt dan 2.10 M., of de
breedte meer, dan 1.10 M.
Het vorenstaande is niet van toepassing
op venters, die met schriftelijke vergun
ning van Burgemeester en Wethouders op
den openbaren weg met een handwagen
oen standplaats innemen".
Artikel II.
Artikel 66, eerste lid wordt gelezen als
volgt:
„Overtreding van de bepalingen dezer
verordening wordt gestraft met hechtenis
van ten hoogste zes dagen, of geldboete
van ten hoogste vijf en twintig gulden".
Verordening Schoolgeidheffing.
Ongewijzigd.
De verordening op de heffing van school
geld voor het lager onderwijs werd door
de Kroon goedgekeurd tot 1 September
a.s., zoodat het- noodig is een nieuwe ver
ordening vast/te stellen of de thans gel
dende te handhaven, door haar opnieuw
vast te stellen.
Aangezien vermoedelijk binnen afzienba-
ren tijd de bepalingen der Lager Onder
wijswet 1920 betreffende het heffen van
schoolgeld verandering zullen ondergaan,
en tengevolge van den Stadhuisbrand B.
cn W. thans nog niet al de noodige gege
vens ten dienste staan om aan hun voor
nemen, den Raad een voorstel tot herzie
ning van de bestaande schoolgeldverorde
ning aan t-e bieden, gevolg te geven, komt
het B. en W. voor, dat de bestaande ver
ordening vooralsnog ongewijzigd moet wor
den gehandhaafd.
Vergoeding onbezette plaatsen
„Endegeesf'en „Voorgeest".
O v e r e e n k omst met Ged.
Staten.
In een door Gedeputeerde Staten in den
loop der maand December van het vorige
jaar geweigerde plaatsing van een patiënte
buiten de provincie Zuid-Holland in de
afdeeling voor jeugdige idioten „Voor-
geest" vond het College van B. en W. aan
leiding Gedeputeerde Staten te verzoeken
het getal der ten behoeve van de provin
cie in „Voorgeest" open te houden plaat
sen tot een minimum te beperken. Van deze
gelegenheid maakten zij tevens gebruik om
een ernstig beroep op hunne medewerking
te doen tot het verkrijgen van een betere
bezetting van het gesticht „Endegeest"',
welke vooral sedert de uitbreiding van de
paviljoens E en El te wenschen overliet,
terwijl voorts te vreezen was, dat tengevol
ge van de opening van de nieuwe krank
zinnigengestichten St. Maria te Noordwijk
en Vogelenzang te Bennebroek het getal
onbezette plaatsen nog zou toenemen.
In antwoord daarop verklaarden Gede
puteerde Staten, teneinde de nadoelen, wel
ke uit de minder goede bezetting van „En
degeest" voor de exploitatie van dat ge
sticht mochten voortspruiten, zooveel mo
gelijk weg te nemen, zich bereid aan de
Provinciale Staten voor te stellen aan do
gemeente Leiden een vergoeding toe te
kennen voor onbezet gebleven plaatsen,
welke regeling dan tevens voor „Voor-
geest" zou kunnen gelden, en verzochten
zij B. en W. dienaangaande een voorstel
te doen, waarbij de billijkheid zooveel mo
gelijk werd betracht.
Voor de bereidwilligheid zeer erkente
lijk gaven B. en W. Gedeputeerde Staten,
overeenkomstig het advies van de Commis
sie van Beheer over de Gestichten „Ende
geest", „VoorgeesF'en „Rhijngeest", in
overweging, ten aanzien van „Endegeest"
en „Voorgeest'' in dezen dezelfde regeling
te volgen, zooals die reeds door de pro
vincie met de gestichten te Delft, Loosdui
nen en Noordwijkerhout (St. Bavo) wa-s ge
troffen; volgens die regeling n.l. ontvangen
de gestichten een vergoeding voor het aan
tal plaatsen, hetwelk in het midden van
elk kwartaal, dus op 15 Februari, 15 Mei,
15 Augustus en 15 November onbezet is,
tot een bedrag per onbezette plaats gelijk
aan de helft van den verpleegprijs per
kwartaal, in casu 103.121/2 per plaats.
Voorts stelden wij voor aan deze regeling
terugwerkende kracht te verleenen tot 1
Januari 1929 en daarbij te bepalen, dat dc
plaatsen van patiënten, die met verlof zijn
en waarvoor krachtens de bestaande ver
ordening, houdende voorwaarden van op
neming en verpleging van lijders in „En
degeest" en „Voorgeest" de helft van de
vërpleegkosten is verschuldigd, niet als
onbezette plaatsen zouden worden be
schouwd.
Geheel daarmede in overeenstemming
dienden Gedeputeerde Staten bij de Pro
vinciale Staten een daartoe strekkend
voorstel in, waarmede ook laatstgenoemd
College zich in zijn vergadering van 5 Juni
jj. heeft vereenigd.
Onder mededeeling tenslotte, dat de ge
meente geen andere verplichting op zich
neemt dan de feitelijk reeds bestaande, n.l.
dat alle plaatsen in „Endegeest" en „Voor-
geest" beschikbaar worden gehouden voor
patiënten uit de provincie Zuid-Holland
en dat daarin, tenzij met goedkeuring van
Gedeputeerde Staten, geen andere dan
Zuid-Hollands-che patiënten worden opge
nomen, geven B. en W. den Raad alsnu in
overweging hun College te machtigen met
Gedeputeerde Staten een overeenkomst vol
gens een ter visie liggend concept te slui
ten.
Verzoeken Alg. 3ond van Politiepersoneel.
Gedeeltelijk ingewilligd.
Een adres van het Hoofdbestuur van den
Algemeenen Bond van Politiepersoneel in
Nederland, bevat een tweeledig verzoek.
In de eerste plaats wordt gevraagd de
door die organisatie ingestelde akte van
bekwaamheid als agent van politie te wil
len erkennen, waarmede blijkbaar wordt
bedoeld, ook deze akte voor de z.g. diplo
ma-toelage in aanmerking te doen komen.
In dc .tweede plaats verzoekt adressant
een subsidie uit de gemeentekas te venlee-
nen ten behoeve van den door den bond
in het leven geroepen cursus..
Ingevolge artikel 10 der - Algemeene Sa
larisverordening behoort de beschikking
op het eerstgenoemde verzoek tot de com
petentie van den Burgemeester. Deze
deelde ons, aldus B. en W., intusschen me
de, voornemens te zijn om de akte, ingaan
de 1 Januari a.s., in aanmerking te bren
gen voor een toelage van J 1.per week.
Tot het verleenen van subsidie acht het
College van B. en W„ evenmin de Burge
meester, thans termen aanwezig. Daartoe
bestaat de cursus nog te kort en is nog to
weinig kunnen blijken, dat een voldoende,
blijvende, belangstelling voor het verkrij
gen van de akte bestaat en aldus de levens
vatbaarheid van den cursus verzekerd is.
Echter zijn de Burgemeester en B. en W.,
wanneer adressant te zijner tijd op de zaak
wenscht terug te komen, bereid om het ver
leenen van subsidie andermaal onder oogen
te zien.
Uitkeering wachtdagen aan werkloozen.
Een verbetering in de
steunregeling.
Bij de behandeling van de begrooting
voor het loopendc dienstjaar werd in han
den van B. en IV. ten fine van praeadvies
gesteld een voorstel van het raadslid, den
h^er Baart, luidende:
„Ondergeteeken.de stelt voor, dat aan
„alle werkloozen, Hoofden van gezinnen
„en Kostwinners, wanneer deze voor hun
„organisatie wachtdagen moeten doorma-
„ken, deze wachtdagen in het vervolg door
„de Gem. Steunverleening zullen worden
„uitgekeerd, indien deze werkloozen, Hoof
den van gezinnen of Kostwinners, voor
„Steun in aanmerking zouden komen, als
„geen uitkeering door de organisatie zou
„worden verstrekt".
Uit den aard der zaak werd omtrent
deze aangelegenheid door B. en "W. het ge
voelen gevraagd van de Commissie van
Advies voor Sociale Zaken.
In' de vergadering van die Commissie,
waarin het aan B. en W. uit te brengen
advies zou worden vastgesteld, was echter
het krachtens het huishoudelijk reglement
vereischte aantal leden niet aanwezig.
Evenwel is het College van B. en W. in
de gelegenheid gesteld kennis te nemen
van de in de Commissie omtrent dit onder
werp gehouden beschouwingen. Deze komen
op het volgende neer:
De vraag, of het door den heer Baart
ingediende- voorstel voor aanneming vat
baar is, wordt beheerscht door artikel 10
der verordening betreffend© den Gemeen
telijken Dienst voor Sociale Zaken. Dit ar
tikel zegt o.m., dat voor steun in aanmer
king kunnen komen de onvrijwillig geheel
of gedeeltelijke werklooze, valide perso
nen, die lid zijn van een werMoozerptas en
niet meer rechthebbend zijn op eene uit
keering uit die kas.
Hieruit blijkt-, dat de steun is bedoeld
alleen voor uitgetrokken personen. En ver
mits het maken van wachtdagen zich af
speelt, vóórdat men uitgetrokken is, laat
dus de verordening het betalen van wacht
dagen niet toe.
Afgezien van dit argument immers
door wijziging van de verordening zou aan
dit bezwaar kunnen worden tegemoet ge
komen moet het niet juist worden ge
acht een regeling tot stand te doen komen,
waarbij de wachtdagen uit de steunverlee
ning worden vergoed. Het doormaken van
een wachttijd toeli is een beginsel van de
werkloosheidsverzekering. De kasbesturen
zijn verplicht in hunne reglementen den
wachttijd nauwkeurig te omschrijven. De
steunregeling nu treedt niet op het ge
bied der verzekering, doch is feitelijk te
beschouwen als een verlengstuk daarvan.
Ging men nu den steun ook verleenen in
perioden van werkloosheid, die geheel door
de verzekering worden beheerscht-, dan zou
een vermenging van stelsels ontstaan, wel
ke geenszins gewenscht is. De wachttijd be
hoort onafscheidelijk tot de werkloosheids
verzekering en de steun moet daar dus
buiten blijven.
Ook uit een oogpunt van billijkheid is
het niet noodig de wachtdagen te vergoe
den, omdat niet kan worden erkend, dat
de wachttijd zeer bezwaarlijk is. Voor alle
kassen toch (behalve den* Bond van Kan
toorbedienden en Bond van Technici) be
weegt zich de wachttijd tusschen 2 en 6
dagen, terwijl voor verreweg het meeren-
deel der kassen het maken van herhalirigs-
wachtdagen eerst na 13 weken verplichtend
is gesteld. Voor de bouwvakarbeiders is
deze laatste periode op 4 weken gesteld.
Aangezien echter deze categorie van werk
lieden in den regel voor een bepaald kar
wei van eenigen duur wordt aangenomen,
komt practisch de mogelijkheid van herha-
lingswachtdagen bij hen alleen voor in
perioden van vorst e. d. Hierbij mag wor
den opgemerkt, dat de bouwvakarbeiders
hooge loonen genieten cn slechts 3 wacht
dagen hebben te maken.
Voor de gemeentefinanciën zou het be
talen van wachtdagen beteekenende gevol
gen hebben. Bij een globale raming aan
den zeer voorzichtigen kant worden de
1 AUGUSTUS.
Augustus, de tijd, dat
De Zqri ons bestraalt,
'k Heb jukt weer de kachel
Van zolder gehaald.
Augustus, da's hitte,
Da's zon en da's licht,
't Is koud en het tocht,
'k Doe de deuren maar dicht.
Augustus, da's leven,
Dan bruischt er je bloed,
Ik loop voor schandaal
Met mijn strooiigen hoed.
Augustus, da's schoonheid
In land en in stad,
We hebben zes dagen
De zon al gehad.
Augustus, de maand van
Het zomerseizoen,
Wat moet nou de winter
Met 'n zomerpak doen?
Augustus, da's zomer,
Heb even geduld,
't Is koud, maar daarvan is
De ijsco de schuld.
Augustus, de mooiste
Vier weken van 't jaar,
Nu nog een maand regen,
Dan zijn we weer klaar!
TROUBADO
1c
v 1;
tcd.
kosten van een maatregel als in het
stel-Baart bedoeld op ten minste 1! d
geraamd. Dit beteekent ongeveer 10
van het totaal bedrag, hetwelk jaar ei
aan steun wordt uitgegeven.
Op bovenstaande gronden moet de
neming van het voorstel-Baart dus woi o
ontraden.
Intusschen is de vraag overwogen, of
op eene wijze, welke aan het beginsel
werkloosheidsverzekering geen afbi
doet, zou kunnen worden voorzien in
bezwaar, dat de wachttijd oplevert bij
overgang van steun naar kas jaarlijksjer
1 Januari cn 1 Juli. Gedacht is daarbij
den maatregel iu December van het
jaar genomen, in verband met het
stel-Elkerbout, toen werd besloten om
die werkloozen, welke op 1 Januari 1929
den steun naar hun kas overgingen en
omdat hun werkloosheid onderbroken
in de week van 31 December 1928
Januari 1929 uit hoofde van het j
van wachtdagen geen of slechts een
deelte van de normale kasuitkeering
den ontvangen, een extra-toelage te
ven. Door zulk een maatregel toch wor>(
het wezen der verzekering niet aan ge
en men kwam aldus tot de erkenning,
er gereede aanleiding bestaat den
voor éénmaal getroffen maatregel een
vende beteekenis te geven.
In een tweetal punten zou dah ecl
moeten worden voorzien.
Ten eerste hield het voorstel-Elkerl n
zich allleen bezig met de personen, die 7
31 December 1928 nog steun genoteri
op 1 Januari 1929 naar de kas overgin
Deze toevalligheid, welke voor een
lijken maatregel begrijpelijk was, krijgt
een blijvende regeling iets willekeurigs,
ter is het dan een bepaalde periode,
van 14 dagen, te nemen, vóór het tijdi
van overgang, dus vóór 1 Januari en
len te helpen, die in die periode een m
mumaantal dagen steun hebben geno
Ten tweede kan het hierbedoelde
zich ook voordoen bij den overgang
de kas in het 2e halfjaar, n.l. op 1
Ook daarmede zal een blijvende maatri
rekening moeten houden. Deze dient a
meener te worden gesteld. Een dergelr
maatregel voorziet intusschen alleen
den overgang van steun naar kas en
dus niet van toepassing zijn voor herp;
lingswachtdagen. Dit zou in strijd zijn
de verzekeringsgedachte en ér is ook
rigens geen aanleiding voor, omdat
hier geen personen betreft, die in den
warén en dus reeds in minder gunst
omstandigheden verkeerden. Bij herhalii t
wachtdagen toch heeft men een peril
van werken achter den rug en is de
gang dus minder bezwaarlijk.
Tot zoover de in de Commissie va:
vies voor Sociale Zaken gehouden
schouwingen, waarmede het College
B. en W. zich volkomen kan vereenigei
B. en W. geven den Raad mitsdien
overweging:
a. het voorstel-Baart niet aan te nen
Aan artikel 10 van de desbetreffei
verordening een nieuw lid toe te voeg j
luidende:
„Leden van werkloozenkassen, die
„steunregeling zijn opgenomen en wei
om voor eene "uitkeering uit hun werk
„zenkas in aanmerking komen, kunnen c
„den overgang naar de kas alsnog
„rende een termijn, gelijk aan den in e
„ka-sreglement voorgeschreven wachtt
„steun ontvangen, indien zij in de twi
„werkdagen, voorafgaande aan bedoel
„overgang, gedurende ten minste zes
„gen steun ontvingen".
Overeenkomst met Hazerswoude.
Zich vereenigende met een voorstel
Commissarissen der Stedelijke Fa-brie! 1
van Gas en Electriciteit tot het aang: B
van een overeenkomst betreffende de
vering van electrischen stroom en vai
nieuwe overeenkomst betreffende de
ring van gas met de gemeente Hazers*
de, geven B. en W. den Raad in over
ging:
a. met de gemeente Hazerswoude overt
komsten betreffende de levering van
triciteit en gas aan die gemeente aai
gaan
b. goed te keuren, dat het kabelnet
behoeve van de electriciteitslevering w
uitgebreid, waarvan de kosten,
op 75.000, voorshands uit de aanwei
middelen der fabrieken bestreden kun
worden.
st
01
S? -
f