STADSNIEUWS GEMEENTERAAD. De Gemeenteraad vergadert op Maandag 5 Augustus a s., des namiddags te twee ■uur, in liet Stedelijk Museum (Lakenhal). Te behandelen onderwerpen lo. Benoeming van een onderwijzer in de lichamelijke oefening bij het openbaar Lager Onderwijs. 2o. Bckoning, dienst 1928, van het Leidsch Muziekcorps. 3o. Suppletoire begroeiing, dienst 192S. van het Geref. Minne- of Arme Oude Man nen- en Vrouwenhuis. 4o. Bekening, dienst 1928. van het Geref. Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrou wenhuis. 5o. Rekening, dienst 1928, van het Bur gerlijk •Armbestuur. Go. Balans en Verlies- en Winstrekening, dienst 1928, van de Vereenigiug tot bevor dering van den bouw van Werkmanswo ningen. 7o. Begrooting, dienst 1930, van den Keu ringsdienst van Waren voor het district Leiden. 8o. Voorste] tot verhooging van cenige posten der begrooting, dienst 1928, waar van de raming te laag is gebleken. Oo. Voortzetting van de bespreking over de wijze van behandeling van het schrijven van den secretaris van het Comité ter be hartiging van de algemeene belangen van Overheidspersoneel (A. C. .O. P.), ten ge leide van een motie aangenomen door de openbare vergadering van dat Comité op 12 Juli j.l., in zake de aan het hoofd dei- school. den heer J. C. van Schaik opgelegde étraf en voortzetting van de behandeling van de tijdens die bespreking ingediende motie van den lieer van Eek. lOo. Voorstel tofc het aangaan van een £-lal overeenkomsten met dc gemeente Ha zerswoude. betreffende de levering van elec'riciteit en gas aan die gemeente. llo. Praeadvies op het schrijven van J. Bijleveld, inzake het weder als woning mo gen gebruiken van heb onbewoonbaar ver klaarde perceel Utrechtsche Jaagpad 39. 12o. Voorstel tot opnieuw vaststelling van de verordening van 21 Mei 192-8, rege lende de heffing van schoolgeld voor het. Lager Onderwijs in de gemeente Leiden (Gom. blad No. 16). 13o. Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst met. de provincie Zuid-Hol land, inzake vergoeding voor onbezette plaatsen in de gestichten Endegeest" en „Voorgeest". 14o. Praeadvi.es op het verzoek van het Hoofdbestuur van den Algemecnen Bond van Politiepersoneel in Nederland, in zake de erkenning van de door dien Bond inge stelde akte van bekwaamheid a:ls agent van politie en de toekenning van een subsidie ten behoeve van den door dien Bond inge- stelden cursus. 15o. Voorstel: a. tot vaststelling van de verordening, houdende wijziging van de verordening van 31 Januari 1918 (Gem. blad No. 3), betref fende de wedden van ambtenaren in dienst der gemeente Leiden; b. om het desbetreffend adres van de afdeeling Leiden van den Algemeenen Bond van Politiepersoneel in Nederland als afge daan1 te beschouwen. 16o. Praeadvies op het verzoek van de afdeeling Leiden van de Algemeene R.- Kath. Ambtenaarsvereeniging, om de voor de kindertoeslagregeling geldende loon grens van 3000 te laten vervallen. 17o. Voorstel: a. om het voorstel van den heer Baart, in zake de uitkecring van wachtdagen aan alle werklooze hoofden van gezinnen en kostwinners, wanneer deze voor hun orga nisatie wachtdagen moeten doormaken, niet aan te nemen; b. tot vaststelling van de verordening, houdende wijziging van de verordening van 20 October 1924, betreffende den Ge meentelijken Dienst voor Sociale Zaken (Gem. blad No. 27). 18o. Verordening, tot wijziging van de verordening van 1 Februari 1921 (Gcm.- blad No. 2) op de Keuring van Waren. 19o. Verordening, houdende wijziging van de verordening van 23 Mei 1912 (Gem.blad No. 18) op het Rijden. ■20o. Vaststelling van de verordening, houdende wijziginv var de verordening van 12 Mei 1912 (Gem.blad No. 17) op de Straat- politie. met behandeling tevens van het adres van een aantal winkeliers aan de Haarlemmerstraat en do Donkersteeg, in zake den verkoop van bananen en bloemen vóór hunne winkels. 21o. Interpellatie van den heer Sijtsma, inzake het aan den concierge van de Ge meentelijke Hoogore Burgerschool met 5- jarigen cursus verleend eervol ontslag, als mede in zake de huisvesting van den con cierge van het Stedelijk Gymnasium en diens gezin. 22o. Motie van den heer Groeneveld, in zake het verleenen van toegang tot. de ter- deinen van ,.de Leidsche Hout" aan de le den van den Gemeenteraad. Wijziging Verordening Keuringsdienst. Voor melkveehouders. Artikel 4 juncto Artikel 1, 2de lid sub h van de verordening op de keuring van Waren, stelt o.m. strafbaar het aanwezig hebben van waren, welke niet aan de ge-' stelde eischen voldoen, in winkels, wonin gen enz., bij fabrikanten, kooplieden, enz. in gebruik. Bij arrest van den Hoogen Raad van 5 Maart 192S is echter uitgesproken, dat melkveehouders voor de toepassing van de genoemde artikelen niet als kooplieden kunnen worden beschouwd; ook vallen zij in den regel niet onder een der andere benamingen, in artikel 1, 2de lid sub h vermeld. Waar nu bovendien het aanwe zig hebben door melkveehouders van wa ren, welke niet aan do gestelde eischen voldoen, in den regel ook niet valt onder een der andere letters van genoemd 2de lid, met name niet onder letter a (het ten verkoop in voorraad hebben), aangezien de melk, welke de melkveehouders in yoorraad hebben, gewoonlijk reeds ver kocht is, is het gewenscht letter h met de vermelding ..melkveehouders" aan te vullen en onder letter a te lezen: het ten verkoop of ter aflevering in voorraad heb ben. B. en W. geven den Raad mitsdien in overweging, de desbetreffende verordening aldus te wijzigen. Wijziging Verordening op het Rijden. Rapenburg enk r u i s p unte n. In afwachting van de vaststelling van een nieuwe verordening op het Rijden, welke in bewerking is. is het gewenscht gebleken, ten aanzien van een tweetal on derwerpen reeds thans de bestaande ver ordening te wijzigen en aan te vullen. Dit betreft de uitbreiding van het systeem van éénrichting-verkeer op liet Rapenburg en de regeling van het vc keer op kruis punten, in het bijzonder nabij stoplijnen. Eénrichting-verkeer op het Rapenburg werd ingevoerd bij raadsbesluit van 22 No vember 192G, echter alleen voor dat ge deelte van liet Rapenburg, dat ligt tus- schen NonnensteegKloksteeg en Noord einde Brcestraat; en voorts alleen voor rijtuigen en motorrijtuigen, dus niet voor handkarren en rijwielen; weliswaar gold het verbod oorspronkelijk ook voor hand wagens, doch voor deze werd het verbod voorshands buiten toepassing gelaten, met welke praktijk later de verordening bij raadsbesluit van 20 Juni 1927 in overeen stemming werd gebracht. Intusschen heeft een nadere, meer stel selmatige bestudeering van de verkeers- toestanden nabij het knooppunt Rapen burg Kort Rapenburg en Noordeinde Bree-straat iu verband met het steeds toe nemend verkeer ter plaatse doen zien, dat het vrijlaten van rijwielen op den duur (och niet gehandhaafd kan worden, zoodat het gewenscht is, ook voor do rijwielen één richting-verkeer op het bedoeldegedeelte van het Rapenburg voor te schrijven. Dit kan geschieden door de desbetreffende slui ting uit artikel 24, dat de sluitingen voor alle motorrijtuigen bevat, over to bren gen naar artikel 21 bis, dat de sluitingen vermeldt voor alle motorrijtuigen en rij wielen. Het tweede voorstel van B. en W. betreft een onderdeel van de regeling van het verkeer, in het bijzonder nabij stoplijnen. Geeft een verkeersagent liet bevel dit kan uiteraard door een toeken of aanwij zing geschieden tot stoppen, dan zijn de bestuurder^ van motorrijtuigen en rijwielen (ingevolge artikel 23 van de Motor- en Rij- wielwet), zoo ook ruiters en dc bestuurders' van voertuigen (ingevolge artikel £2 van de Verordening op het Rijden) verplicht, aan dat bevel gevolg te geven. Het schijnt echter twijfelachtig, of, indien zoodanig be vel door middel van bet gebruikelijke toe ken gegeven wordt nabij een stoplijn, gelijk ook in onze gemeente op sommige punten is aangebracht, dit ook strekt om stil te houden vóór die s t o p 1 ij n. In ieder geval kan bezwaarlijk aangenomen worden, dat zoodanig bevel, al dan niet nabij een stoplijn gegeven, tevens zou strekken tot het opstellen in een rij, het vrijlaten van do linkerzijde van den weg en dergelijke maatregelen, welke toch wenschclijk zijn. Hot komt B. en W. daarom gewenscht voor, om, aannemende, dat het bevel tot stoppen, door middel van het gebruikelijke te-eken gegeven, op zichzelf ook niet meer inhoudt, dan dit, de wijze waarop het ver keer zich moet gedragen nadat dit bevel gegeven is, te maken tot een zelfstandige verplichting van de desbetreffende perso- B. en W. geven den Raad alsnu in over weging, vast te stellen een verordening, in den geest als hier bedoeld. Wijziging Verordening Straatpolitie. Het venten. In een schrijven d.d. 9 Mei 1928 hebben een aantal winkeliers aan de Haarlemmer straat en de Donkersteeg den Raad ver zocht, de verordening op de Straatpolitie aan te vullen met een bepaling, krachtens welke het op straffe verboden zal zijn, ten zij met schriftelijke vergunning van Bur gemeester en Wethouders, op den open baren weg op andere plaatsen en tijden, dan door Burgemeester en- Wethouders' daartoe zijn aangewezen, goederen te koop aan te bieden of te verkoopen. Adressanten deelen mede, dat zij in den laat sten tijd in toenemende mate overlast ondervinden van den lossen straatverkoop, in het bij zonder van bananen en bloemen, voor hun ne winkels. De dikwijls extra lange en breede wagens met bananen belemmeren het verkeer; venters, welke met groote manden met bloemen postvatten op het trottoir, staan aan een rustige bezichtiging der winkeletalages in den weg; heb ge schreeuw, waarmee de venters hun waren aanprijzen, is hinderlijk cn wordt door adressanten voor hunne winkels niet op zijn plaats geacht. Yan de bestaande bepalin gen in de verordening, met name van de artikelen 22 en 38, het laatste artikel ook in verband met de geringe straf, welke maximaal tegen overtreding daarvan is bedreigd, verwachten zij geen heil. Derhalve stellen zij voor, den lossen straatverkoop behoudens vergunning in de gcheele stad te verbieden behalve in die straten, welke door Burgemeester en Wethouders als vrije straten worden aangewezen. Do Leidsche' Middenstandscentrale heeft bij haar schrij ven d.d. 12 Mei 1928 aan den Raad aan het verzoek der winkeliers adhaesie be tuigd. B. en W. deelen den Raad het volgende mede: „Aan den loopenden straatverkoop, in het bijzonder in de Haarlemmerstraat, en omgeving, is voor de winkeliers, cn in het algemeen voor het verkeer zeker eenige last verbonden. Intusschen schuilt in de klachten van de winkeliers ook wel eenige overdrijving. In ieder geval meenen wij, dat zij een zoover gaande reglementeering van dien straatverkoop, als adressanten wenschen, niet wettigen. Een stelsel, waar bij de losse straatverkoop, hetzij voor de geheele stad, hetzij voor een deel der stad (door aanwijzing van de vrije, dan wel door aanwijzing van de onvrije straten) tot een geoctroyeerd beroep wordt gemaakt en van een vergunning van Burgemeester en Wethouders afhankelijk wordt gesteld, achten wij dan ook niet noodig en niet gewenscht. Ook meenen wij, dat aan de hand van de bestaande bepalingen, met name artikel 52 van do verordening, nog wel met succes tegen overlast kan worden gewaakt. Aan het bezwaar, dat op sommige overtre dingen een te geringe stra^ is gesteld, kan worden tegemoet gekomen door ook in de verordening op de Straatpolitie eenheid te brengen in de verschillende strafposities, gelijk dit reeds eerder geschiedde ten aan zien van de verordeningen op het Rijden. Overigens meenen wij, dat behoort te wor den volstaan met een beperkende bepaling ten aanzien van de lengte en breedte van de handwagens, met behulp waarvan ge vent wordt". B. en'W.'geven den Raad mitsdien in overweging, vast te stellen de volgende ver ordening, houdende wijziging van de veror dening van 12 Mei 1912 (Gemeenteblad No. 17) op de Straatpolitie, laatstelijk gewijzigd bij verordening van 31 October 1927 (Ge meenteblad No. 18). Artikel I. Achter artikel 52 van bovengenoemde verordening wordt ingevoegd: „Artikel 52bis. Het is aan venters verboden: a. op den openbaren weg een handwa gen te plaatsen of te hebben, waarvan het laadvlak, hetzij in de breedte, hetzij in de lengte, op eenigerlei wijze is vergroot; b. op den openbaren weg een handwa gen te plaatsen of te hebben, waarvan de lengte méér bedraagt dan 2.10 M., of de breedte meer, dan 1.10 M. Het vorenstaande is niet van toepassing op venters, die met schriftelijke vergun ning van Burgemeester en Wethouders op den openbaren weg met een handwagen oen standplaats innemen". Artikel II. Artikel 66, eerste lid wordt gelezen als volgt: „Overtreding van de bepalingen dezer verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen, of geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden". Verordening Schoolgeidheffing. Ongewijzigd. De verordening op de heffing van school geld voor het lager onderwijs werd door de Kroon goedgekeurd tot 1 September a.s., zoodat het- noodig is een nieuwe ver ordening vast/te stellen of de thans gel dende te handhaven, door haar opnieuw vast te stellen. Aangezien vermoedelijk binnen afzienba- ren tijd de bepalingen der Lager Onder wijswet 1920 betreffende het heffen van schoolgeld verandering zullen ondergaan, en tengevolge van den Stadhuisbrand B. cn W. thans nog niet al de noodige gege vens ten dienste staan om aan hun voor nemen, den Raad een voorstel tot herzie ning van de bestaande schoolgeldverorde ning aan t-e bieden, gevolg te geven, komt het B. en W. voor, dat de bestaande ver ordening vooralsnog ongewijzigd moet wor den gehandhaafd. Vergoeding onbezette plaatsen „Endegeesf'en „Voorgeest". O v e r e e n k omst met Ged. Staten. In een door Gedeputeerde Staten in den loop der maand December van het vorige jaar geweigerde plaatsing van een patiënte buiten de provincie Zuid-Holland in de afdeeling voor jeugdige idioten „Voor- geest" vond het College van B. en W. aan leiding Gedeputeerde Staten te verzoeken het getal der ten behoeve van de provin cie in „Voorgeest" open te houden plaat sen tot een minimum te beperken. Van deze gelegenheid maakten zij tevens gebruik om een ernstig beroep op hunne medewerking te doen tot het verkrijgen van een betere bezetting van het gesticht „Endegeest"', welke vooral sedert de uitbreiding van de paviljoens E en El te wenschen overliet, terwijl voorts te vreezen was, dat tengevol ge van de opening van de nieuwe krank zinnigengestichten St. Maria te Noordwijk en Vogelenzang te Bennebroek het getal onbezette plaatsen nog zou toenemen. In antwoord daarop verklaarden Gede puteerde Staten, teneinde de nadoelen, wel ke uit de minder goede bezetting van „En degeest" voor de exploitatie van dat ge sticht mochten voortspruiten, zooveel mo gelijk weg te nemen, zich bereid aan de Provinciale Staten voor te stellen aan do gemeente Leiden een vergoeding toe te kennen voor onbezet gebleven plaatsen, welke regeling dan tevens voor „Voor- geest" zou kunnen gelden, en verzochten zij B. en W. dienaangaande een voorstel te doen, waarbij de billijkheid zooveel mo gelijk werd betracht. Voor de bereidwilligheid zeer erkente lijk gaven B. en W. Gedeputeerde Staten, overeenkomstig het advies van de Commis sie van Beheer over de Gestichten „Ende geest", „VoorgeesF'en „Rhijngeest", in overweging, ten aanzien van „Endegeest" en „Voorgeest'' in dezen dezelfde regeling te volgen, zooals die reeds door de pro vincie met de gestichten te Delft, Loosdui nen en Noordwijkerhout (St. Bavo) wa-s ge troffen; volgens die regeling n.l. ontvangen de gestichten een vergoeding voor het aan tal plaatsen, hetwelk in het midden van elk kwartaal, dus op 15 Februari, 15 Mei, 15 Augustus en 15 November onbezet is, tot een bedrag per onbezette plaats gelijk aan de helft van den verpleegprijs per kwartaal, in casu 103.121/2 per plaats. Voorts stelden wij voor aan deze regeling terugwerkende kracht te verleenen tot 1 Januari 1929 en daarbij te bepalen, dat dc plaatsen van patiënten, die met verlof zijn en waarvoor krachtens de bestaande ver ordening, houdende voorwaarden van op neming en verpleging van lijders in „En degeest" en „Voorgeest" de helft van de vërpleegkosten is verschuldigd, niet als onbezette plaatsen zouden worden be schouwd. Geheel daarmede in overeenstemming dienden Gedeputeerde Staten bij de Pro vinciale Staten een daartoe strekkend voorstel in, waarmede ook laatstgenoemd College zich in zijn vergadering van 5 Juni jj. heeft vereenigd. Onder mededeeling tenslotte, dat de ge meente geen andere verplichting op zich neemt dan de feitelijk reeds bestaande, n.l. dat alle plaatsen in „Endegeest" en „Voor- geest" beschikbaar worden gehouden voor patiënten uit de provincie Zuid-Holland en dat daarin, tenzij met goedkeuring van Gedeputeerde Staten, geen andere dan Zuid-Hollands-che patiënten worden opge nomen, geven B. en W. den Raad alsnu in overweging hun College te machtigen met Gedeputeerde Staten een overeenkomst vol gens een ter visie liggend concept te slui ten. Verzoeken Alg. 3ond van Politiepersoneel. Gedeeltelijk ingewilligd. Een adres van het Hoofdbestuur van den Algemeenen Bond van Politiepersoneel in Nederland, bevat een tweeledig verzoek. In de eerste plaats wordt gevraagd de door die organisatie ingestelde akte van bekwaamheid als agent van politie te wil len erkennen, waarmede blijkbaar wordt bedoeld, ook deze akte voor de z.g. diplo ma-toelage in aanmerking te doen komen. In dc .tweede plaats verzoekt adressant een subsidie uit de gemeentekas te venlee- nen ten behoeve van den door den bond in het leven geroepen cursus.. Ingevolge artikel 10 der - Algemeene Sa larisverordening behoort de beschikking op het eerstgenoemde verzoek tot de com petentie van den Burgemeester. Deze deelde ons, aldus B. en W., intusschen me de, voornemens te zijn om de akte, ingaan de 1 Januari a.s., in aanmerking te bren gen voor een toelage van J 1.per week. Tot het verleenen van subsidie acht het College van B. en W„ evenmin de Burge meester, thans termen aanwezig. Daartoe bestaat de cursus nog te kort en is nog to weinig kunnen blijken, dat een voldoende, blijvende, belangstelling voor het verkrij gen van de akte bestaat en aldus de levens vatbaarheid van den cursus verzekerd is. Echter zijn de Burgemeester en B. en W., wanneer adressant te zijner tijd op de zaak wenscht terug te komen, bereid om het ver leenen van subsidie andermaal onder oogen te zien. Uitkeering wachtdagen aan werkloozen. Een verbetering in de steunregeling. Bij de behandeling van de begrooting voor het loopendc dienstjaar werd in han den van B. en IV. ten fine van praeadvies gesteld een voorstel van het raadslid, den h^er Baart, luidende: „Ondergeteeken.de stelt voor, dat aan „alle werkloozen, Hoofden van gezinnen „en Kostwinners, wanneer deze voor hun „organisatie wachtdagen moeten doorma- „ken, deze wachtdagen in het vervolg door „de Gem. Steunverleening zullen worden „uitgekeerd, indien deze werkloozen, Hoof den van gezinnen of Kostwinners, voor „Steun in aanmerking zouden komen, als „geen uitkeering door de organisatie zou „worden verstrekt". Uit den aard der zaak werd omtrent deze aangelegenheid door B. en "W. het ge voelen gevraagd van de Commissie van Advies voor Sociale Zaken. In' de vergadering van die Commissie, waarin het aan B. en W. uit te brengen advies zou worden vastgesteld, was echter het krachtens het huishoudelijk reglement vereischte aantal leden niet aanwezig. Evenwel is het College van B. en W. in de gelegenheid gesteld kennis te nemen van de in de Commissie omtrent dit onder werp gehouden beschouwingen. Deze komen op het volgende neer: De vraag, of het door den heer Baart ingediende- voorstel voor aanneming vat baar is, wordt beheerscht door artikel 10 der verordening betreffend© den Gemeen telijken Dienst voor Sociale Zaken. Dit ar tikel zegt o.m., dat voor steun in aanmer king kunnen komen de onvrijwillig geheel of gedeeltelijke werklooze, valide perso nen, die lid zijn van een werMoozerptas en niet meer rechthebbend zijn op eene uit keering uit die kas. Hieruit blijkt-, dat de steun is bedoeld alleen voor uitgetrokken personen. En ver mits het maken van wachtdagen zich af speelt, vóórdat men uitgetrokken is, laat dus de verordening het betalen van wacht dagen niet toe. Afgezien van dit argument immers door wijziging van de verordening zou aan dit bezwaar kunnen worden tegemoet ge komen moet het niet juist worden ge acht een regeling tot stand te doen komen, waarbij de wachtdagen uit de steunverlee ning worden vergoed. Het doormaken van een wachttijd toeli is een beginsel van de werkloosheidsverzekering. De kasbesturen zijn verplicht in hunne reglementen den wachttijd nauwkeurig te omschrijven. De steunregeling nu treedt niet op het ge bied der verzekering, doch is feitelijk te beschouwen als een verlengstuk daarvan. Ging men nu den steun ook verleenen in perioden van werkloosheid, die geheel door de verzekering worden beheerscht-, dan zou een vermenging van stelsels ontstaan, wel ke geenszins gewenscht is. De wachttijd be hoort onafscheidelijk tot de werkloosheids verzekering en de steun moet daar dus buiten blijven. Ook uit een oogpunt van billijkheid is het niet noodig de wachtdagen te vergoe den, omdat niet kan worden erkend, dat de wachttijd zeer bezwaarlijk is. Voor alle kassen toch (behalve den* Bond van Kan toorbedienden en Bond van Technici) be weegt zich de wachttijd tusschen 2 en 6 dagen, terwijl voor verreweg het meeren- deel der kassen het maken van herhalirigs- wachtdagen eerst na 13 weken verplichtend is gesteld. Voor de bouwvakarbeiders is deze laatste periode op 4 weken gesteld. Aangezien echter deze categorie van werk lieden in den regel voor een bepaald kar wei van eenigen duur wordt aangenomen, komt practisch de mogelijkheid van herha- lingswachtdagen bij hen alleen voor in perioden van vorst e. d. Hierbij mag wor den opgemerkt, dat de bouwvakarbeiders hooge loonen genieten cn slechts 3 wacht dagen hebben te maken. Voor de gemeentefinanciën zou het be talen van wachtdagen beteekenende gevol gen hebben. Bij een globale raming aan den zeer voorzichtigen kant worden de 1 AUGUSTUS. Augustus, de tijd, dat De Zqri ons bestraalt, 'k Heb jukt weer de kachel Van zolder gehaald. Augustus, da's hitte, Da's zon en da's licht, 't Is koud en het tocht, 'k Doe de deuren maar dicht. Augustus, da's leven, Dan bruischt er je bloed, Ik loop voor schandaal Met mijn strooiigen hoed. Augustus, da's schoonheid In land en in stad, We hebben zes dagen De zon al gehad. Augustus, de maand van Het zomerseizoen, Wat moet nou de winter Met 'n zomerpak doen? Augustus, da's zomer, Heb even geduld, 't Is koud, maar daarvan is De ijsco de schuld. Augustus, de mooiste Vier weken van 't jaar, Nu nog een maand regen, Dan zijn we weer klaar! TROUBADO 1c v 1; tcd. kosten van een maatregel als in het stel-Baart bedoeld op ten minste 1! d geraamd. Dit beteekent ongeveer 10 van het totaal bedrag, hetwelk jaar ei aan steun wordt uitgegeven. Op bovenstaande gronden moet de neming van het voorstel-Baart dus woi o ontraden. Intusschen is de vraag overwogen, of op eene wijze, welke aan het beginsel werkloosheidsverzekering geen afbi doet, zou kunnen worden voorzien in bezwaar, dat de wachttijd oplevert bij overgang van steun naar kas jaarlijksjer 1 Januari cn 1 Juli. Gedacht is daarbij den maatregel iu December van het jaar genomen, in verband met het stel-Elkerbout, toen werd besloten om die werkloozen, welke op 1 Januari 1929 den steun naar hun kas overgingen en omdat hun werkloosheid onderbroken in de week van 31 December 1928 Januari 1929 uit hoofde van het j van wachtdagen geen of slechts een deelte van de normale kasuitkeering den ontvangen, een extra-toelage te ven. Door zulk een maatregel toch wor>( het wezen der verzekering niet aan ge en men kwam aldus tot de erkenning, er gereede aanleiding bestaat den voor éénmaal getroffen maatregel een vende beteekenis te geven. In een tweetal punten zou dah ecl moeten worden voorzien. Ten eerste hield het voorstel-Elkerl n zich allleen bezig met de personen, die 7 31 December 1928 nog steun genoteri op 1 Januari 1929 naar de kas overgin Deze toevalligheid, welke voor een lijken maatregel begrijpelijk was, krijgt een blijvende regeling iets willekeurigs, ter is het dan een bepaalde periode, van 14 dagen, te nemen, vóór het tijdi van overgang, dus vóór 1 Januari en len te helpen, die in die periode een m mumaantal dagen steun hebben geno Ten tweede kan het hierbedoelde zich ook voordoen bij den overgang de kas in het 2e halfjaar, n.l. op 1 Ook daarmede zal een blijvende maatri rekening moeten houden. Deze dient a meener te worden gesteld. Een dergelr maatregel voorziet intusschen alleen den overgang van steun naar kas en dus niet van toepassing zijn voor herp; lingswachtdagen. Dit zou in strijd zijn de verzekeringsgedachte en ér is ook rigens geen aanleiding voor, omdat hier geen personen betreft, die in den warén en dus reeds in minder gunst omstandigheden verkeerden. Bij herhalii t wachtdagen toch heeft men een peril van werken achter den rug en is de gang dus minder bezwaarlijk. Tot zoover de in de Commissie va: vies voor Sociale Zaken gehouden schouwingen, waarmede het College B. en W. zich volkomen kan vereenigei B. en W. geven den Raad mitsdien overweging: a. het voorstel-Baart niet aan te nen Aan artikel 10 van de desbetreffei verordening een nieuw lid toe te voeg j luidende: „Leden van werkloozenkassen, die „steunregeling zijn opgenomen en wei om voor eene "uitkeering uit hun werk „zenkas in aanmerking komen, kunnen c „den overgang naar de kas alsnog „rende een termijn, gelijk aan den in e „ka-sreglement voorgeschreven wachtt „steun ontvangen, indien zij in de twi „werkdagen, voorafgaande aan bedoel „overgang, gedurende ten minste zes „gen steun ontvingen". Overeenkomst met Hazerswoude. Zich vereenigende met een voorstel Commissarissen der Stedelijke Fa-brie! 1 van Gas en Electriciteit tot het aang: B van een overeenkomst betreffende de vering van electrischen stroom en vai nieuwe overeenkomst betreffende de ring van gas met de gemeente Hazers* de, geven B. en W. den Raad in over ging: a. met de gemeente Hazerswoude overt komsten betreffende de levering van triciteit en gas aan die gemeente aai gaan b. goed te keuren, dat het kabelnet behoeve van de electriciteitslevering w uitgebreid, waarvan de kosten, op 75.000, voorshands uit de aanwei middelen der fabrieken bestreden kun worden. st 01 S? - f

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 6