DE VATICAANSCHE STAD
III.
Voor een cafeetje op het St. Pietersplein. De kus
op Petrus' bronzen voet Pius X en Benedictus XV
Wanneer de avond valt
Wanneer vandaag een vreemdeling in
Leiden komt, een paar boekjes koopt over
deze even merkwaardige als geleerde stad
en daarin leest dat het Stadhuis nooit is
afgebrand, maar sinds menschenheugenis
een bouwval is geweest, zal hij hoewel
verbaasd aan de juistheid van deze me-
dedeeling niet twijfelen.Zoo is het ook schrij
ver dezes gegaan met het St. Pietersplein.
Van hooggeachte zijde wordt ons opmerk
zaam gemaakt, dat volgens het kaartje,
gevoegd bij de officieele afdruk van het
Verdrag van Lateranen in de Acta Aposto-
licae Sedis, het St. Pietersplein wèl tot de
Citta del Vaticano behoort. In een twee
tal boekjes echter, dat wij in Romo kochten
na dö ratificatie, stond heel duidelijk de
grens aangegeven langs de gevel van St.
Pieter en hoewel even verbaasd als de
vreemdeling in Leiden he/bben wij even
min aan de juistheid van deze mededeeling
getwijfeld. Was het opzet van die Rornein-
sche schrijvers? Het is nauwelijks te geloo-
ven. Was het een vergissing? Dat klinkt
nog onwaarschijnlijker. In ieder geval staan
jwij thans voor de in 't geheel niet onaan
gename taak het St. Pietersplein ook in
deze reisbeschrijving bij de Vaticaansche
Staat „in te lijven".
Een uur in een cafétje voor het St. Pie
tersplein zoek gebracht, is nooit verloren
tijd. Er zijn tal van trattoria aan de Piazza
Rusticucci (het vierkante pleintje, dat de
voorlooper is van de kolonnades), want in
de Vaticaansche Musea wordt veel dorst
geleden, en ieder museum-bezoeker betaalt,
behalve de entreeprijs, die niet mis is, een
dubbele cijns aan vermoeide beenen en een
verdroogde tong. In dien deplorabel en-toe
stand worden zij een gemakkelijke prooi
voor de kasteleins, die, als goede vliegen
vangers, hun klanten reeds van verre toe-
tw enken en toelachen.
De Piazza is geen middelpunt van ver
keer St. Pieter ligt aan de buitenzijde
van de stad maar toch heerscht er den
geheelen dag door een bizondere drukte.
Pelgrims en toeristen uit alle punten der
wereld stappen daar uit lijn I, en het is
een studie waard, hen op te zien gaan naar
de gele, door enorme Apostelbeelden ge
kroonde fagade der basiliek. De heerlijke
koepel zinkt, van hier gezien, bijna totaal
achter de gevel weg.
Sommige bezoekers beginnen onverwijld
fyun roode Baedeker na te snuffelen, om
haarfijn te weten hoe lang en hoe breed het
plein is. Maar het betere deel geraakt
merkbaar onder den indruk, nu zij de zoo
lang gedroomde werkelijkheid gaan betre
den. Een stoet pelgrims komt biddend uit
het Borgo aanwandelen ontwijfelbaar
Duitschers, want zij loopen keurig in 't ge
lid als een Pruisisch regiment. Luid-op bid
dend gaan zij de kerk binnen en pelgri
meeren linea recta naar de Confessio, het
graf van den Petrus, Apostel en Marte
laar.
Een paar vrouwen uit de Campagna
in hun schilderachtige kleedij van gestreep
te, wijdgeplooide rokken en felgekleurde
halsdoeken, stappen ratelend en gebarend
het plein over, halen een besnoten zakdoek
uit hun waaier-rokken en spreiden die over
3t hoofd. Volgens St. Paulus immers mogen
dames zich niet ongesluierd in de godshui
zen vertoonen.
Een auto stuift de Piazza op, weet nog
juist een hooggewielde kar te ontwijken,
waarboven op de voerman languit te sla
pen ligt en het bellen-rinkelende paard suf
fig voortsjokt. In het voorbijschieten be
merken wij de bengelende roode kwasten
van een kardinaalshoed.
Paters en zusters in de meest varieeren-
do costuums, seminaristen, ieder college in
eigen uniform, waaronder de vuurroode
togen van het Collegio Germanico de meest
opvallende zijn, gaan St. Pieter binnen, en
het eerste wat allen daar verrichten is: een
kus drukken op de afgesleten teen van het
bronzen Petrusbeeld.
De geleerde en vrome Kardinaal Baro-
nius bracht deze vereering dertig jaren lang
aederen dag en sprak daarbij do zinrijke
woorden: Pax et obedientia Vrede en
gehoorzaamheid. Door die kus drukte hij
den vrede, d.w.z. eenheid uit met. de Apos
tolische Stoel, door het aanraken van het
voorhoofd met het beeld, de gehoorzaam
heid aan het Geloof. Maaj de Romeinsche
vrouwen vinden een kus nog veel t^e koud;
zij bestreelen en aaien de misvormde voet,
tillen de kinderen op om ook St. Pieter te
vereeren, en laten ons kalm wachten, alvo
rens ook wij de obedientie bij den bron
zen Paus kunnen verrichten.
Om de Confessio het graf liggen
steeds geloovigen te bidden, met de armen
steunend op de marmeren borstwering. Van
het eigenlijke graf is niets te zien, want
zooals wel velen uit de lezing van pater
Hendrichs bekend is werd het gebeen
te van den Apostel securiteitshalve in een
enorm bronzen blok gesloten en zoo in den
bodem neergelaten. Maar het is een vast
staand feit, dat de onstuimige en hartelijke
Apostel op deze plek begraven ligt.
Mèt den eersten Paus zijn ook vele van
zijn opvolgers in St. Pieter bijgezet. In
iedere nis troont het beeld van een lang-
gestorven Paus, met opgeheven vinger do
bedorven waereld leerarend. Indrukwek
kende graftomben prijken er, zooals van
Paulus III; andere zijn pompeus tegen het
belachelijke aan. Wie het geluk heeft naar
Rome te kunnen reizen, moeten niet nalaten
het gedenktceken van Alexander III te
gaan bewonderen, waar een verguld skelet,
voorstellende magere Hein, komiek onder
een vleesohkleurig marmeren gordijn te
voorschijn gluurt.
Twee pausen liggen er, die nog in leven
de vereering staan bij het nageslacht: Pius
X en Benedictus XV.
Pius X vooral Hij, de Paus van de kin-
der-communie, ligt op zijn uitdrukkelijk
verlangen in een tombe, welke niet veel
meer is dan een marmeren kist.Maar het vro
me nageslacht heeft er toch iets op gevon
den, om dezen Paus te eeren. Mag hot niet
öp de kist, dan ervóór. Op den bodem voor
den sarcophaag heeft men de woorden ge
grift „Paus Pius X arm en rijk zacht en
deemoedig van harte dappere strijder
voor het Katholieke geloof zich beijve
rend alles in Christus te vernieuwen
stierf vroom 20 'Augustus 1911".
Veel kaarsen branden er in het donkere
onderaardsche gewelf, waar de graven van
beide pausen liggen. Doch van de tien zijn
er negen voor Pius en één voor Benedictus.
De volksvereering gaat meer uit naar Pius
X dan naar den fijnen diplomaat, hoewel
Benedictus XV toch zeker heiliger en vro
mer was dan velen onzer bij elkaar.
Beide pausen hebben ook een boven-
grondsch grafteeken, dat van Pius X een
mislukking, dat van Benedictus daarente
gen behoorend tot de schoonsten in de
geheele St. Pieter.
Het liturgisch leven gaal in de St. Pie
ter bijna ongemerkt voort. Nu en clan klinkt
er een schelle bel, en wandelt een eenzame
priester in misgewaad met de hand op de
kelk door de grooteche ruimte, 's Middags
hoort men uit de kapel der kanunnikken
een vreemd valseh geluid opklinken, wan
neer de kanunnikken hardop de getijden
bidden en geen van hen wijs of maat kan
houden. Voor de goud-overladen Sacra
mentskapel liggen Btceds een paar vrouw
tjes te bidden, evenals aan het graf van
Sint Pieter, maar het geheele kerkelijk le
ven van St. Pieter tenzij op hooge feest
dagen is eender als in een gewone kathe
draal.
Iets merkwaardigs, voor buitenlanders
ten minste, zijn de biechtstoelen. Zooals
bekend staan in de dwarsbeuken biechtstoe
len voor „alle" naties ter wereld open
biehtstoelen zooals in Brabant .en Limburg.
Wanneer het tijd voor biechthooren is,
steekt tusschen de gesloten deurtjes waar
achter de biechtvader verborgen is, een lan
ge hengelstok naar buiten, niet om zielen
te yisschen, maar om den biechteling een
tikje op het hoofd te geven. Na de biecht
knielt de vrijgesprokene voor den biecht
vader neer, de deurtjes gaan op, de stok
wordt opgeheven en komt heel zachtjes!
neer op het gebogen heefd van den pe
nitent. Het is een heel oud en schoon ge
bruik. Wilde iemand in het antieke Rome
aan zijn slaven de vrijheid schenken, dan
bracht hij hem voor den rechter op het Fo
rum. Daar gaf hij hem, tegelijk met de vrij
verklaring „den laatsten slag" als uitwendig
teeken van vrijspreking. Dit gebruik wordt
in St. Pieter (en ook in enkele andere ker
ken) op de geestelijke slavernij der zonde
toegepast.
Het gebruik is dus bizonder mooi, maar
op het eerste gezicht maakt het een grap-
pigen indruk, wanneer uit alle biechtstoelen
hengelroeders steken. Het doet zoo denken
aan de oevers van de Leidsche Vaart, wan
neer de visch goed bijten wil.
Voor de tweede maal hebben wij thans
een bezoek aan St. Pieter gebracht, en er
zouden nog kolommen over te vullen zijn,
maar in historische en artistieke bizonder-
heden zullen wij niet verder afdwalen.
Buiten gekomen treft ons weer de prach
tige ruimte van het plein, met de twee fon
teinen, welke het water als struisveeren de
lucht in werpen en midden-op do obelisk,
die in het topkruis een partikel van het
Teeken onzer Verlossing draagt.
De drukte is verminderd; het loopt tegen
den avond. Een troep kinderen speelt
krieuwend „wip-op stoeltje" en „boompje
verwisselen" op de afgeknotte zuilen rond
de obelisk. Op de trappen der basiliek
wordt een tapijt uitgeklopt, dat Zondag voor
het Pauselijk altaar lag....
Als het donker geworden is, ligt het St.
Pietersplein geheel verlaten. Een paar
lantaarns werpen een breede lichtschijn op
de zilveren watersluiers der fonteinen. De
St. Pieter verrijst wonder-grootsch als een
reuzensproolcje tegen den mot sterren be
zaaide nacht hemel, en dreigt het kleine
raenschje aan zijn voet te verpletteren.
Geen geluid wordt gehoord behalve het
spetteren en plassen der fonteinen, en de
afgemeten stap van twee pauselijke gendar
men, die met hun steekhoeden als silhouet
ten uit Napoleon's tijd onder de lantaarns
drentelen.
Ook in het Vaticaan is het muisstil. De
„Portone di Bronzo" is half dicht geslagen.
De Zwitsers waken in de verlichte hal en
loopen heen en weer als leeuwen in een
kooi.
In het Vatieaansc-h-paleis stralen lichtjes
hier en daar. Ook de vensters der privaat
bibliotheek van den Paus zijn verlicht. De
gordijnen zijn gesloten, maar door de open
staande tuimelramen valt de lampenschijn
naar buiten. Daar werkt de PausTe
gen tien uur flapt het licht uit, om eenige
minuten later weer aan te knappen, één
verdieping hóoger. De H. Vader heeft zich
in zijn éigen vertrekken teruggetrokken.
Do Paus zit in zijn huiskamer, uit te rusten
van den drukken dag, zich verdiepend tot
laat in den nacht in studie on lei tuur.
GEMENGDE BERICHTEN
ONGELUKKEN.
SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER.
Gecompliceerd verkeersongeval
op het Koningsplein te Am
sterdam.
Op het Koningsplein te Amsterdam
heeft gistermiddag tegen vijf uur een ge
compliceerd verkeersongeval plaats gehad.
De koetsier van een sleeperswagen van
Van Gend en Loos. die de Reguliers-
dwarsstraat wilde inrijden, stak daartoe,
na met de hand het vereischte teeken te
hebben gegeven, de rails over. Een achter
dezen wagen rijlc-ndcn personenauto stopte
onmiddellijk en zoo wilde ook de bestuur
der van een tramwagen van lijn 2 doen,
die weer achter den auto kwam aanrijden.
De tramwagen gleed echter door, raakte
het linkcr-achter-spatbord van den auto en
vervolgens het achterste gedeelte van den
sleeperswagen, die hoog met kisten was
geladen. De wagen sloeg geheel om, met
het gevolg dat de straat in een oogwenk in
een chaos van kisten herschapen was.-Pcr-
soonlijke ongevallen kwamen niet voor.
Van den tramwagen brak de voorruit. Het
vorkeer ondervond ongeveer 15 minuten
vertraging.
Fietser aangereden.
In de de Clercqstraat te Amsterdam, is
gisteren een 40-jarige fietser door een auto
aangereden. Toen hij werd opgenomen
bleek hij bewusteloos te zijn. De G.G. en
G.D. vervoerde hem daarop naar het Wil-
helmmagosthuis, waar hij bij aankomst
reeds bleek te zijn overleden.
Meisje aangereden.
Gisterenavond omstreeks zeven uur is
een 14-jarig meisje op den Amstelveen-
seheweg, te Amsterdam, door een vracht
auto aangereden. Het kind werd feitelijk
het. slachtoffer van een wielrijder, die, op
een bakfiets gezeten, zich niet aan de re
gelen van den weg hield. De chauffeur
moest daardoor uitwijken en reed het meis
je aan. Daarna kraakte hij een lantaarn
paal. Het slachtoffertje, dat op het Van
Beuningcnplein woont is per auto van den
G. G. D. naar het Wilhelminagas!huis ver
voerd. Vermoedelijk heeft het kind een dij-'
beenbreuk.
Vrouw aangereden.
Gistermiddag omstreeks kwart voor zes
wilde op de Weteringschans te Amster
dam een 60-jarige vrouw plotseling den
vluchtheuvel bij de brug naar het Rijks
museum verlaten zonder acht te slaan
op een tramwagen van lijn 19, die met vrij
snelle vaart naderde. De bestuurder kon
met meer bijtijds stoppen, mot het ge
volg dat de vrouw gegrepen werd en on
der den baanschuiver terecht kwam. De
wagen moest worden opgevijzeld; het
•bleek toen, dat van de vrouw, die bewus
teloos was, een voet was verbrijzeld, bo
vendien heeft zij verschillende kneuzingen
opgeloopen. In zeer ernstigen toestand is
zij naar het Tesselschadeziekenhuis ver
voerd.
Van een vrachtauto gevallen.
Bij^ het afbreken -van een tent op het
terrein van het te Dodewaart gehouden
muziekfeest is zekere H. van M. achter
over van een vrachtauto gevallen, waar
door hij zijn ruggegraat heeft gebroken. In
ernstigen toestand is hij naar het zieken
huis te Arnhem vervoerd.
Uit het raam gevallen en overleden»
Naar het Binnen-Gasthuis te Amster
dam is vervoerd een 5-jarige jongen, die
uit het raam van zijn woning op de 2e
verdieping van een perceel in de Haarlem
merstraat te Amsterdam was gevallen. Hij
kwam met het hoofd op een juist passee-
renclen vrachtwagen terecht. Bij aankomst
in het ziekenhuis bleek hij te zijn overle
den.
Van de trap gevallen en overleden.
In een perceel in de eerste Atjehstraat
te Amsterdam is gisteren een 50-jarigo
vrouw van de trap gevallen. Zij kreeg eon
schedelfractuur en was bijna onmiddellijk
dood.
Verdronken.
Gisteren is de 28-jarige ongehuwde W.
H., die aan toevallen lijdt, te Moerdijk bij
het schouwtrekken van vlieten in den Kla
verpolder verdronken.
De 18-jarige S. te C'allantsoog is gis-
terij bij het baden verdronken.
Ontploft.
Gistermorgen is in de smederij van den
lieer M. in de Groenendaal te Gouda een
autogeen la-sch-apparaat ontploft. Alle rui
ten aan de achterzijde van de smederij, en
een aantal ruiten bij de buren zijn ver
nield. De smidsknecht B. is bij de ontplof
fing aan de pols gewond.
Een verstekeling.
Zondag heeft een electricien een uur na
aankomst van den trein die om 12.29 aan
het Centraal station te Amsterdam arri
veert e<en man onder een wagen gevonden.
Na onderzoek bleek dat de man, een
Franschman, dio zich zelf had vastgebon
den, van Parijs afkomstig was. Het was
zijn bedoeling naar Brussel te gaan, doch
hij kon zioh daar niet los maken. De poli
tie heeft hem naar zijn land teruggezonden
Kade doorgestoken van de Drecht
Fen bestuurslid van het waterschap
Lcender Veen heeft, om een einde aan het
watergebrek in zijn weiland te maken, de
kade van de Drecht doorgesteken.
„TeL"
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Ter verzachting en
geloopen voeten, zad
ontvellingen, rnugg'
smetten, moot men
van een doos of tul
Doos 30, 60, tube 80
an stuk-
inebrand,
fijnen en
zien zjjn
EEN VREEMDE ZIEKTE TE
ROTTERDAM.
Verondersteld wordt, dat het een
goedaardige infectie is. Waar
schijnlijk door een schepeling ge
ïmporteerd.
De waarnemend directeur van den Ge
meentelijken Geneeskundigen dienst, te
Rotterdam, heeft Maandagavond een com
muniqué uitgegeven, waarin medegedeeld
wordt, dat zich sedert enkele dagen in Rot
terdam een ziekte voordoet, welke niet
dadelijk kon herkend worden. Nadat de
hoofd-inspecteur en inspecteur van de
Volksgezondheid met de directeuren en
genccsheercn van het ziekenhuis aan den
Coolsmgel, het Havenziekenhuis en den
Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst
.alleR nauwkeurig hebben in gegaan, zijn zij
tot de conclusie gekomen, dat men hier te
doen heefi met Alastrim, een goedaardige
infectieziekte, die reeds sedort eenige ja
ren in Engeland en Amerika voorkomt.
Men acht de mogelijkheid niet uitgesloten,
dat. deze ziekte zich zal uitbreiden. Onge
rustheid behoeft er evenwel niet te be
staan.
Dc ziekte is waarschijnlijk door een
schepeling in Rotterdam „geïmporteerd".
Zij kwam, voor zoover bekend, tot nu toe
nog niet in de Rottestad voor, in ieder ge
val niet in die mate, zooals thans het ge
val is. Alastrim schijnt een onschuldig
soort pokken te zijn, z. g. witte pokken.
In een tweede rondschrijven van den
Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst
aan de geneesheeren worden de laatstge
noemden volkomen ingelicht over de wijze
van behandeling, wanneer zich patiënten
mochten aanmelden. Den medici zelf wordt
aangeraden zich te laten inenten.
Geen reden tct ongerustheid.
Het voorkomen van gevallen van Alas
trim een soort van pokken, dat in ons
land tot dusver niet op groote schaal is
waargenomen heeft natuurlijk bij velen
de vraag doen ontstaan, wat de verschijn
selen van deze ziekte zijn en op welke wij
ze men er zich het best tegen kan bescher
men.
Wat het eerste betreft, deelde men aan
het „Volk" mede, dat het onmogelijk is, al-
gemeene regels aan te geven voor de ver
schijningsvormen van deze ziekte. Vooral
waar zij voor het eerst in ons land op
treedt, is het zeer wel mogelijk, aldus ge
noemd blad, dat Alastrim onder Neder
land sche verhoudingen heel andere ver
schijnselen teweeg brengt dan bijv. in En
geland, waar zij tot de inheemsche ziekten
kan worden gerekend. Het is dus niet zoo,
dat iemand, die een of ander ongewoon
verschijnsel bij zich zelf constateert, daar
uit op eigen houtje zal mogen afleiden, dat
hij Alastrim-patië.nt is geworden. Een be
slissing kan slechts de huisarts geven, wien
ten overvloede door den geneeskundigen
dienst nog bij vertrouwelijke circulaire een
uiteenzetting van den aard der ziekte ver
sterkt is. In Engeland, waar ongeveer
40.000 menschen geïnfecteerd zijn geweest,
heeft de ziekte een volkomen goedaardig
verloop gehad, evenals in België, waar
Alastrim in 1924 en 1925 heerschte. Men
houde echter in het oog, dat het voor den
leek onmogelijk is, conclusies te trekken,
die wellicht onder de heel nieuwe omstan
digheden, waaronder de infectie zich hier
vertoont, niet meer zouden gelden. Reden
tot ongerustheid behoeft er niet in het
minst te bestaan. Zorgeloosheid zou het
anderzijds zijn, de kennisgeving van een
genootschap als dat tot bevordering dei-
koepokinenting of de adviezen van den
huisarts te veronachtzamen. Inenting te
gen pokken lijkt onder de gegeven omstan
digheden wel aan te bevelen.
De geneeskundige medewerker van de
„N. R. Crt." meldt o.m.:
Zoojuist verneem ik, dat in onze haven
stad de laatste v^ek een beperkt aantal
verspreide zeer lichte en even goedaardige
gevallen van onwel zijn met vorming van
enkele tot meerdere puistjes, gopaard
gaande zijn waargenomen, die na samen-
spreking tusschen de deskundigen van rijk
en gemeente als „alastrim" of kafferpok
ken zijn herkend. Men spreekt van een
twintigtal, maar de betaekenis van dit
cijfer wordt tot zijn juiste verhoudingen
terug gebracht als men hoort, dat slechts
bij twee tot ziekenhuisopneming is over
gegaan en men de andere rustig thuis ge
laten heeft, zij het ook dat uit een oog
punt van voorzorg maatregelen van af
zondering zijn voorgeschreven.
Verontustend behoeft dit bericht, dat wij
onzen lezers niet willen onthouden, geens
zins te werken. Vroeg of laat moesten
we toch om voor de hand liggende rede
nen kennis 'maken met de sedert eenige
jaren in Engeland heerschende epidemie
van goedaardige pokken, die in dat land
terecht reeds lang minder opzien baart dan
de zich nog steeds ophoopende gevallen
van encephalitis na inenting met doo-
delijken afloop. Als men weet, dat in En
geland van 1 Juni 192S tot 1 Juli 1929
39 pokkensterfgevallen zijn aangegeven,
waarvan de overgroote meerderheid niet
het gevolg was van de vele duizenden
inheemsche alastrimgevallen, maar van het
beperkt aantal geïmporteerde gevallen
van kwaadaardige pokken uit Britsoh-
Indië, Marokko en Frankrijk, terwijl in
datzelfde jaar 29 sterfgevallen op het
debet der vaccinatie zijn geschreven, dan
begrijpt men ook waarom nog steeds ve
len in Engeland de „kafferpokken" ver
kiezen boven de vaccinatie.
BUITENL. BERICHTEN
ONGELUKKEN.
DE MIJNRAMP IN SILEZIë.
Vele huisvaders onder de slachtoffers,
Thans 24 slachtoffers.
Na de vreeselijke ramp op dc mijn Frie
dens-Hoffnung te Neieder-Hersmdorf
lezië werd onmiddellijk met het berging
en reddingswerk aangevangen, waarmet
men togen drie uur in den nacht gere»
was. Inmiddels waren verschillende auto
riteiten en de mijnbouwinspectie uit Brei
lau gearriveerd tot het instellen van
onderzoek.
De gansche streek rondom Waldenib®
is in rouw gedompeld om het tragische lo;
van de slachtoffers, de mijnwerkers, die
zoo vreeselijke wijze om het leven zijn go
komen.
Toen het "bericht van de ramp bekend
werd, verzamelden zich honderden verwan
ten en familieleden van de in de mijn werk
zame arbeiders voor de hekken om met
beklemd hart het resultaat van het ber
gingswerk af te wachten. Toen de namen
der gedoode en gewonde mijnwerkers b,o
kend werden gemaakt, speelden zich vreo
selijke tooneelen af. Bijna alle om het lo
ven gekomen mijnwerkers zijn vaders
gezinnen.
Reeds vroeger werd deze mijn door
gevallen van dergelijken omvang getroffen
Op 30 December 1895 werden door een ont
ploffing 31 mijnwerkers gedood. Op 10 De-
cember.van het jaar 1801 waren ook reedi
veertien mijnwerkers door een ontploffinj
om het leven gekomen. Het laatste groota
ongeval, dat in de mijn plaats vond, go
schiedde op 20 Mei 1920, toen vijf mijnwer
kers door gasvergiftiging werden gedood
Eén van de twaalf gewonde mijnwerken
van de Friedens-Hoffnung-mijn, die in het
Knappschafts Lazareth zijn opgenomen, it
in den loop van den morgen aan de beko
men verwondingen overleden. Het aantal
slachtoffers bedraagt thans 24.
Naar aanvullend uit Wa'ldenberg word
gemeld, heeft het grootste gedeelte de
mijnwerkers, die zich in de nabijheid
de plaats der explosie bevonden, vreeselijke
brandwonden opgeloopen. Verscheidene
deren, die zich ijlings naar de buitenlucht
trachtten te begeven, werden door de gif
gassen achterhaald en stierven den ver
stikkingsdood.
Van alle 35 arbeiders1, die zich in de
buurt van de noodlottige plek ophielden,
kon geen enkele op eigen kracht zich iE
veiligheid stellen.
Omtrent de oorzaak tast men nog steedi
in he-t duister. Werden vroeger de steen
kolen door schietmanoeuvres gewonnen
thans is dit systeem wegens het groote ge
vaar voor z.g. Schlagwetter verlaten en
bruikt men houweelen. Intusschen is hel
mogelijk, dat hierbij vonken zijn ontstaan,
die tot de ramp hebben geleid.
De catastrofe vond plaats op 450 meter
diepte en werd door opzichters waargeno
men, doordat tegen zeven uur de lucht
heftige beweging kwam. Merkwaardiger
wijze is bij deze ontploffing de mijn zeil
niet ingestort, hetgeen anders regelmatig
gebeurt.
DE PETROLEUMBRAND IN ROEMENIè
Een ernstige ontploffing.
Sedert enkele maanden is men bezig on>
een hevigen brand in het petroleumgebied
van MoTeni te blusschen. Men tracht door
het opwerpen van dammen den brand te
beperken. Dezer dagen nu stortten groote
aardmassa's in, en een ontploffing volgde.
Vijf arbeiders werden bedolven en velen
zwaar gewond.
In Moreni ontstond door de ontploffing
een paniek.
Ontploffing in een fabriek.
In het filiaal van den Verein fiir Chemi
sche Industrie te Mombach bij Mainz
gisterochtend op de eerste verdieping van
het fabrieksgebouw een ernstige ontplof
fing ontstaan. Drie werklieden .die door de
vlammen en rondvliegende stukken ijzer
ernstig werden gewond, moesten in het zie
kenhuis worden opgenomen, terwijl de an
dere arbeiders zich tijdig in veiligheid kon
den brengen. De brandweer moest er zich
toe beperken de aangrenzende gebouwen
tegen het overslaan der vlammen te be
schermen, daar zij door de herhaalde ont
ploffingen niet tot den vuurhaard kon door
dringen. Het uit drie verdiepingen bestaan
de gebouw is geheel uitgebrand.
De boschbramlen in Canada.
De toestand wordt ernstig
geacht.
De boschbranden, die over een groote
uitgestrektheid woedden en hun oorzaak
vonden in de langdurige droogte zijn thans
tot matige afmetingen teruggebracht, dank
zij het werk der vliegtuig-patrouilles,
maar daar de bosschen kurkdroog ziju acht
het boschbedrijf van het dominion den toe
stand ernstig.
Wegens de warmte bracht de bevolking
haar week-end door met baden en auto
rijden, waarbij dertig personen om het le
ven kwamen.
Brand in een ziekenhuis.
Geen persoonlijke
ongelukken.
Gistermorgen omstreeks vijf uur.
het Prosperhospitaal te Recklinghausen
brand uitgebroken, waarvan de oorzaak
nog niet kon worden vastgesteld. De Wes
telijke vleugel van het ziekenhuis was plot
seling in rook en vlammen gehuld.
brand verbreidde zich met groote snelheid
over het geheele middengebouw en slo
over naar den Oostelijken vleugel. Het g
heele bovendeel van het- geweldige zieken
huis viel aan den brand ten offer.
De zieken konden in veiligheid worden
gebracht.
2-1