DE VATICAANSCHE STAD III. Voor een cafeetje op het St. Pietersplein. De kus op Petrus' bronzen voet Pius X en Benedictus XV Wanneer de avond valt Wanneer vandaag een vreemdeling in Leiden komt, een paar boekjes koopt over deze even merkwaardige als geleerde stad en daarin leest dat het Stadhuis nooit is afgebrand, maar sinds menschenheugenis een bouwval is geweest, zal hij hoewel verbaasd aan de juistheid van deze me- dedeeling niet twijfelen.Zoo is het ook schrij ver dezes gegaan met het St. Pietersplein. Van hooggeachte zijde wordt ons opmerk zaam gemaakt, dat volgens het kaartje, gevoegd bij de officieele afdruk van het Verdrag van Lateranen in de Acta Aposto- licae Sedis, het St. Pietersplein wèl tot de Citta del Vaticano behoort. In een twee tal boekjes echter, dat wij in Romo kochten na dö ratificatie, stond heel duidelijk de grens aangegeven langs de gevel van St. Pieter en hoewel even verbaasd als de vreemdeling in Leiden he/bben wij even min aan de juistheid van deze mededeeling getwijfeld. Was het opzet van die Rornein- sche schrijvers? Het is nauwelijks te geloo- ven. Was het een vergissing? Dat klinkt nog onwaarschijnlijker. In ieder geval staan jwij thans voor de in 't geheel niet onaan gename taak het St. Pietersplein ook in deze reisbeschrijving bij de Vaticaansche Staat „in te lijven". Een uur in een cafétje voor het St. Pie tersplein zoek gebracht, is nooit verloren tijd. Er zijn tal van trattoria aan de Piazza Rusticucci (het vierkante pleintje, dat de voorlooper is van de kolonnades), want in de Vaticaansche Musea wordt veel dorst geleden, en ieder museum-bezoeker betaalt, behalve de entreeprijs, die niet mis is, een dubbele cijns aan vermoeide beenen en een verdroogde tong. In dien deplorabel en-toe stand worden zij een gemakkelijke prooi voor de kasteleins, die, als goede vliegen vangers, hun klanten reeds van verre toe- tw enken en toelachen. De Piazza is geen middelpunt van ver keer St. Pieter ligt aan de buitenzijde van de stad maar toch heerscht er den geheelen dag door een bizondere drukte. Pelgrims en toeristen uit alle punten der wereld stappen daar uit lijn I, en het is een studie waard, hen op te zien gaan naar de gele, door enorme Apostelbeelden ge kroonde fagade der basiliek. De heerlijke koepel zinkt, van hier gezien, bijna totaal achter de gevel weg. Sommige bezoekers beginnen onverwijld fyun roode Baedeker na te snuffelen, om haarfijn te weten hoe lang en hoe breed het plein is. Maar het betere deel geraakt merkbaar onder den indruk, nu zij de zoo lang gedroomde werkelijkheid gaan betre den. Een stoet pelgrims komt biddend uit het Borgo aanwandelen ontwijfelbaar Duitschers, want zij loopen keurig in 't ge lid als een Pruisisch regiment. Luid-op bid dend gaan zij de kerk binnen en pelgri meeren linea recta naar de Confessio, het graf van den Petrus, Apostel en Marte laar. Een paar vrouwen uit de Campagna in hun schilderachtige kleedij van gestreep te, wijdgeplooide rokken en felgekleurde halsdoeken, stappen ratelend en gebarend het plein over, halen een besnoten zakdoek uit hun waaier-rokken en spreiden die over 3t hoofd. Volgens St. Paulus immers mogen dames zich niet ongesluierd in de godshui zen vertoonen. Een auto stuift de Piazza op, weet nog juist een hooggewielde kar te ontwijken, waarboven op de voerman languit te sla pen ligt en het bellen-rinkelende paard suf fig voortsjokt. In het voorbijschieten be merken wij de bengelende roode kwasten van een kardinaalshoed. Paters en zusters in de meest varieeren- do costuums, seminaristen, ieder college in eigen uniform, waaronder de vuurroode togen van het Collegio Germanico de meest opvallende zijn, gaan St. Pieter binnen, en het eerste wat allen daar verrichten is: een kus drukken op de afgesleten teen van het bronzen Petrusbeeld. De geleerde en vrome Kardinaal Baro- nius bracht deze vereering dertig jaren lang aederen dag en sprak daarbij do zinrijke woorden: Pax et obedientia Vrede en gehoorzaamheid. Door die kus drukte hij den vrede, d.w.z. eenheid uit met. de Apos tolische Stoel, door het aanraken van het voorhoofd met het beeld, de gehoorzaam heid aan het Geloof. Maaj de Romeinsche vrouwen vinden een kus nog veel t^e koud; zij bestreelen en aaien de misvormde voet, tillen de kinderen op om ook St. Pieter te vereeren, en laten ons kalm wachten, alvo rens ook wij de obedientie bij den bron zen Paus kunnen verrichten. Om de Confessio het graf liggen steeds geloovigen te bidden, met de armen steunend op de marmeren borstwering. Van het eigenlijke graf is niets te zien, want zooals wel velen uit de lezing van pater Hendrichs bekend is werd het gebeen te van den Apostel securiteitshalve in een enorm bronzen blok gesloten en zoo in den bodem neergelaten. Maar het is een vast staand feit, dat de onstuimige en hartelijke Apostel op deze plek begraven ligt. Mèt den eersten Paus zijn ook vele van zijn opvolgers in St. Pieter bijgezet. In iedere nis troont het beeld van een lang- gestorven Paus, met opgeheven vinger do bedorven waereld leerarend. Indrukwek kende graftomben prijken er, zooals van Paulus III; andere zijn pompeus tegen het belachelijke aan. Wie het geluk heeft naar Rome te kunnen reizen, moeten niet nalaten het gedenktceken van Alexander III te gaan bewonderen, waar een verguld skelet, voorstellende magere Hein, komiek onder een vleesohkleurig marmeren gordijn te voorschijn gluurt. Twee pausen liggen er, die nog in leven de vereering staan bij het nageslacht: Pius X en Benedictus XV. Pius X vooral Hij, de Paus van de kin- der-communie, ligt op zijn uitdrukkelijk verlangen in een tombe, welke niet veel meer is dan een marmeren kist.Maar het vro me nageslacht heeft er toch iets op gevon den, om dezen Paus te eeren. Mag hot niet öp de kist, dan ervóór. Op den bodem voor den sarcophaag heeft men de woorden ge grift „Paus Pius X arm en rijk zacht en deemoedig van harte dappere strijder voor het Katholieke geloof zich beijve rend alles in Christus te vernieuwen stierf vroom 20 'Augustus 1911". Veel kaarsen branden er in het donkere onderaardsche gewelf, waar de graven van beide pausen liggen. Doch van de tien zijn er negen voor Pius en één voor Benedictus. De volksvereering gaat meer uit naar Pius X dan naar den fijnen diplomaat, hoewel Benedictus XV toch zeker heiliger en vro mer was dan velen onzer bij elkaar. Beide pausen hebben ook een boven- grondsch grafteeken, dat van Pius X een mislukking, dat van Benedictus daarente gen behoorend tot de schoonsten in de geheele St. Pieter. Het liturgisch leven gaal in de St. Pie ter bijna ongemerkt voort. Nu en clan klinkt er een schelle bel, en wandelt een eenzame priester in misgewaad met de hand op de kelk door de grooteche ruimte, 's Middags hoort men uit de kapel der kanunnikken een vreemd valseh geluid opklinken, wan neer de kanunnikken hardop de getijden bidden en geen van hen wijs of maat kan houden. Voor de goud-overladen Sacra mentskapel liggen Btceds een paar vrouw tjes te bidden, evenals aan het graf van Sint Pieter, maar het geheele kerkelijk le ven van St. Pieter tenzij op hooge feest dagen is eender als in een gewone kathe draal. Iets merkwaardigs, voor buitenlanders ten minste, zijn de biechtstoelen. Zooals bekend staan in de dwarsbeuken biechtstoe len voor „alle" naties ter wereld open biehtstoelen zooals in Brabant .en Limburg. Wanneer het tijd voor biechthooren is, steekt tusschen de gesloten deurtjes waar achter de biechtvader verborgen is, een lan ge hengelstok naar buiten, niet om zielen te yisschen, maar om den biechteling een tikje op het hoofd te geven. Na de biecht knielt de vrijgesprokene voor den biecht vader neer, de deurtjes gaan op, de stok wordt opgeheven en komt heel zachtjes! neer op het gebogen heefd van den pe nitent. Het is een heel oud en schoon ge bruik. Wilde iemand in het antieke Rome aan zijn slaven de vrijheid schenken, dan bracht hij hem voor den rechter op het Fo rum. Daar gaf hij hem, tegelijk met de vrij verklaring „den laatsten slag" als uitwendig teeken van vrijspreking. Dit gebruik wordt in St. Pieter (en ook in enkele andere ker ken) op de geestelijke slavernij der zonde toegepast. Het gebruik is dus bizonder mooi, maar op het eerste gezicht maakt het een grap- pigen indruk, wanneer uit alle biechtstoelen hengelroeders steken. Het doet zoo denken aan de oevers van de Leidsche Vaart, wan neer de visch goed bijten wil. Voor de tweede maal hebben wij thans een bezoek aan St. Pieter gebracht, en er zouden nog kolommen over te vullen zijn, maar in historische en artistieke bizonder- heden zullen wij niet verder afdwalen. Buiten gekomen treft ons weer de prach tige ruimte van het plein, met de twee fon teinen, welke het water als struisveeren de lucht in werpen en midden-op do obelisk, die in het topkruis een partikel van het Teeken onzer Verlossing draagt. De drukte is verminderd; het loopt tegen den avond. Een troep kinderen speelt krieuwend „wip-op stoeltje" en „boompje verwisselen" op de afgeknotte zuilen rond de obelisk. Op de trappen der basiliek wordt een tapijt uitgeklopt, dat Zondag voor het Pauselijk altaar lag.... Als het donker geworden is, ligt het St. Pietersplein geheel verlaten. Een paar lantaarns werpen een breede lichtschijn op de zilveren watersluiers der fonteinen. De St. Pieter verrijst wonder-grootsch als een reuzensproolcje tegen den mot sterren be zaaide nacht hemel, en dreigt het kleine raenschje aan zijn voet te verpletteren. Geen geluid wordt gehoord behalve het spetteren en plassen der fonteinen, en de afgemeten stap van twee pauselijke gendar men, die met hun steekhoeden als silhouet ten uit Napoleon's tijd onder de lantaarns drentelen. Ook in het Vaticaan is het muisstil. De „Portone di Bronzo" is half dicht geslagen. De Zwitsers waken in de verlichte hal en loopen heen en weer als leeuwen in een kooi. In het Vatieaansc-h-paleis stralen lichtjes hier en daar. Ook de vensters der privaat bibliotheek van den Paus zijn verlicht. De gordijnen zijn gesloten, maar door de open staande tuimelramen valt de lampenschijn naar buiten. Daar werkt de PausTe gen tien uur flapt het licht uit, om eenige minuten later weer aan te knappen, één verdieping hóoger. De H. Vader heeft zich in zijn éigen vertrekken teruggetrokken. Do Paus zit in zijn huiskamer, uit te rusten van den drukken dag, zich verdiepend tot laat in den nacht in studie on lei tuur. GEMENGDE BERICHTEN ONGELUKKEN. SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER. Gecompliceerd verkeersongeval op het Koningsplein te Am sterdam. Op het Koningsplein te Amsterdam heeft gistermiddag tegen vijf uur een ge compliceerd verkeersongeval plaats gehad. De koetsier van een sleeperswagen van Van Gend en Loos. die de Reguliers- dwarsstraat wilde inrijden, stak daartoe, na met de hand het vereischte teeken te hebben gegeven, de rails over. Een achter dezen wagen rijlc-ndcn personenauto stopte onmiddellijk en zoo wilde ook de bestuur der van een tramwagen van lijn 2 doen, die weer achter den auto kwam aanrijden. De tramwagen gleed echter door, raakte het linkcr-achter-spatbord van den auto en vervolgens het achterste gedeelte van den sleeperswagen, die hoog met kisten was geladen. De wagen sloeg geheel om, met het gevolg dat de straat in een oogwenk in een chaos van kisten herschapen was.-Pcr- soonlijke ongevallen kwamen niet voor. Van den tramwagen brak de voorruit. Het vorkeer ondervond ongeveer 15 minuten vertraging. Fietser aangereden. In de de Clercqstraat te Amsterdam, is gisteren een 40-jarige fietser door een auto aangereden. Toen hij werd opgenomen bleek hij bewusteloos te zijn. De G.G. en G.D. vervoerde hem daarop naar het Wil- helmmagosthuis, waar hij bij aankomst reeds bleek te zijn overleden. Meisje aangereden. Gisterenavond omstreeks zeven uur is een 14-jarig meisje op den Amstelveen- seheweg, te Amsterdam, door een vracht auto aangereden. Het kind werd feitelijk het. slachtoffer van een wielrijder, die, op een bakfiets gezeten, zich niet aan de re gelen van den weg hield. De chauffeur moest daardoor uitwijken en reed het meis je aan. Daarna kraakte hij een lantaarn paal. Het slachtoffertje, dat op het Van Beuningcnplein woont is per auto van den G. G. D. naar het Wilhelminagas!huis ver voerd. Vermoedelijk heeft het kind een dij-' beenbreuk. Vrouw aangereden. Gistermiddag omstreeks kwart voor zes wilde op de Weteringschans te Amster dam een 60-jarige vrouw plotseling den vluchtheuvel bij de brug naar het Rijks museum verlaten zonder acht te slaan op een tramwagen van lijn 19, die met vrij snelle vaart naderde. De bestuurder kon met meer bijtijds stoppen, mot het ge volg dat de vrouw gegrepen werd en on der den baanschuiver terecht kwam. De wagen moest worden opgevijzeld; het •bleek toen, dat van de vrouw, die bewus teloos was, een voet was verbrijzeld, bo vendien heeft zij verschillende kneuzingen opgeloopen. In zeer ernstigen toestand is zij naar het Tesselschadeziekenhuis ver voerd. Van een vrachtauto gevallen. Bij^ het afbreken -van een tent op het terrein van het te Dodewaart gehouden muziekfeest is zekere H. van M. achter over van een vrachtauto gevallen, waar door hij zijn ruggegraat heeft gebroken. In ernstigen toestand is hij naar het zieken huis te Arnhem vervoerd. Uit het raam gevallen en overleden» Naar het Binnen-Gasthuis te Amster dam is vervoerd een 5-jarige jongen, die uit het raam van zijn woning op de 2e verdieping van een perceel in de Haarlem merstraat te Amsterdam was gevallen. Hij kwam met het hoofd op een juist passee- renclen vrachtwagen terecht. Bij aankomst in het ziekenhuis bleek hij te zijn overle den. Van de trap gevallen en overleden. In een perceel in de eerste Atjehstraat te Amsterdam is gisteren een 50-jarigo vrouw van de trap gevallen. Zij kreeg eon schedelfractuur en was bijna onmiddellijk dood. Verdronken. Gisteren is de 28-jarige ongehuwde W. H., die aan toevallen lijdt, te Moerdijk bij het schouwtrekken van vlieten in den Kla verpolder verdronken. De 18-jarige S. te C'allantsoog is gis- terij bij het baden verdronken. Ontploft. Gistermorgen is in de smederij van den lieer M. in de Groenendaal te Gouda een autogeen la-sch-apparaat ontploft. Alle rui ten aan de achterzijde van de smederij, en een aantal ruiten bij de buren zijn ver nield. De smidsknecht B. is bij de ontplof fing aan de pols gewond. Een verstekeling. Zondag heeft een electricien een uur na aankomst van den trein die om 12.29 aan het Centraal station te Amsterdam arri veert e<en man onder een wagen gevonden. Na onderzoek bleek dat de man, een Franschman, dio zich zelf had vastgebon den, van Parijs afkomstig was. Het was zijn bedoeling naar Brussel te gaan, doch hij kon zioh daar niet los maken. De poli tie heeft hem naar zijn land teruggezonden Kade doorgestoken van de Drecht Fen bestuurslid van het waterschap Lcender Veen heeft, om een einde aan het watergebrek in zijn weiland te maken, de kade van de Drecht doorgesteken. „TeL" INGEZONDEN MEDEDEELING. Ter verzachting en geloopen voeten, zad ontvellingen, rnugg' smetten, moot men van een doos of tul Doos 30, 60, tube 80 an stuk- inebrand, fijnen en zien zjjn EEN VREEMDE ZIEKTE TE ROTTERDAM. Verondersteld wordt, dat het een goedaardige infectie is. Waar schijnlijk door een schepeling ge ïmporteerd. De waarnemend directeur van den Ge meentelijken Geneeskundigen dienst, te Rotterdam, heeft Maandagavond een com muniqué uitgegeven, waarin medegedeeld wordt, dat zich sedert enkele dagen in Rot terdam een ziekte voordoet, welke niet dadelijk kon herkend worden. Nadat de hoofd-inspecteur en inspecteur van de Volksgezondheid met de directeuren en genccsheercn van het ziekenhuis aan den Coolsmgel, het Havenziekenhuis en den Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst .alleR nauwkeurig hebben in gegaan, zijn zij tot de conclusie gekomen, dat men hier te doen heefi met Alastrim, een goedaardige infectieziekte, die reeds sedort eenige ja ren in Engeland en Amerika voorkomt. Men acht de mogelijkheid niet uitgesloten, dat. deze ziekte zich zal uitbreiden. Onge rustheid behoeft er evenwel niet te be staan. Dc ziekte is waarschijnlijk door een schepeling in Rotterdam „geïmporteerd". Zij kwam, voor zoover bekend, tot nu toe nog niet in de Rottestad voor, in ieder ge val niet in die mate, zooals thans het ge val is. Alastrim schijnt een onschuldig soort pokken te zijn, z. g. witte pokken. In een tweede rondschrijven van den Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst aan de geneesheeren worden de laatstge noemden volkomen ingelicht over de wijze van behandeling, wanneer zich patiënten mochten aanmelden. Den medici zelf wordt aangeraden zich te laten inenten. Geen reden tct ongerustheid. Het voorkomen van gevallen van Alas trim een soort van pokken, dat in ons land tot dusver niet op groote schaal is waargenomen heeft natuurlijk bij velen de vraag doen ontstaan, wat de verschijn selen van deze ziekte zijn en op welke wij ze men er zich het best tegen kan bescher men. Wat het eerste betreft, deelde men aan het „Volk" mede, dat het onmogelijk is, al- gemeene regels aan te geven voor de ver schijningsvormen van deze ziekte. Vooral waar zij voor het eerst in ons land op treedt, is het zeer wel mogelijk, aldus ge noemd blad, dat Alastrim onder Neder land sche verhoudingen heel andere ver schijnselen teweeg brengt dan bijv. in En geland, waar zij tot de inheemsche ziekten kan worden gerekend. Het is dus niet zoo, dat iemand, die een of ander ongewoon verschijnsel bij zich zelf constateert, daar uit op eigen houtje zal mogen afleiden, dat hij Alastrim-patië.nt is geworden. Een be slissing kan slechts de huisarts geven, wien ten overvloede door den geneeskundigen dienst nog bij vertrouwelijke circulaire een uiteenzetting van den aard der ziekte ver sterkt is. In Engeland, waar ongeveer 40.000 menschen geïnfecteerd zijn geweest, heeft de ziekte een volkomen goedaardig verloop gehad, evenals in België, waar Alastrim in 1924 en 1925 heerschte. Men houde echter in het oog, dat het voor den leek onmogelijk is, conclusies te trekken, die wellicht onder de heel nieuwe omstan digheden, waaronder de infectie zich hier vertoont, niet meer zouden gelden. Reden tot ongerustheid behoeft er niet in het minst te bestaan. Zorgeloosheid zou het anderzijds zijn, de kennisgeving van een genootschap als dat tot bevordering dei- koepokinenting of de adviezen van den huisarts te veronachtzamen. Inenting te gen pokken lijkt onder de gegeven omstan digheden wel aan te bevelen. De geneeskundige medewerker van de „N. R. Crt." meldt o.m.: Zoojuist verneem ik, dat in onze haven stad de laatste v^ek een beperkt aantal verspreide zeer lichte en even goedaardige gevallen van onwel zijn met vorming van enkele tot meerdere puistjes, gopaard gaande zijn waargenomen, die na samen- spreking tusschen de deskundigen van rijk en gemeente als „alastrim" of kafferpok ken zijn herkend. Men spreekt van een twintigtal, maar de betaekenis van dit cijfer wordt tot zijn juiste verhoudingen terug gebracht als men hoort, dat slechts bij twee tot ziekenhuisopneming is over gegaan en men de andere rustig thuis ge laten heeft, zij het ook dat uit een oog punt van voorzorg maatregelen van af zondering zijn voorgeschreven. Verontustend behoeft dit bericht, dat wij onzen lezers niet willen onthouden, geens zins te werken. Vroeg of laat moesten we toch om voor de hand liggende rede nen kennis 'maken met de sedert eenige jaren in Engeland heerschende epidemie van goedaardige pokken, die in dat land terecht reeds lang minder opzien baart dan de zich nog steeds ophoopende gevallen van encephalitis na inenting met doo- delijken afloop. Als men weet, dat in En geland van 1 Juni 192S tot 1 Juli 1929 39 pokkensterfgevallen zijn aangegeven, waarvan de overgroote meerderheid niet het gevolg was van de vele duizenden inheemsche alastrimgevallen, maar van het beperkt aantal geïmporteerde gevallen van kwaadaardige pokken uit Britsoh- Indië, Marokko en Frankrijk, terwijl in datzelfde jaar 29 sterfgevallen op het debet der vaccinatie zijn geschreven, dan begrijpt men ook waarom nog steeds ve len in Engeland de „kafferpokken" ver kiezen boven de vaccinatie. BUITENL. BERICHTEN ONGELUKKEN. DE MIJNRAMP IN SILEZIë. Vele huisvaders onder de slachtoffers, Thans 24 slachtoffers. Na de vreeselijke ramp op dc mijn Frie dens-Hoffnung te Neieder-Hersmdorf lezië werd onmiddellijk met het berging en reddingswerk aangevangen, waarmet men togen drie uur in den nacht gere» was. Inmiddels waren verschillende auto riteiten en de mijnbouwinspectie uit Brei lau gearriveerd tot het instellen van onderzoek. De gansche streek rondom Waldenib® is in rouw gedompeld om het tragische lo; van de slachtoffers, de mijnwerkers, die zoo vreeselijke wijze om het leven zijn go komen. Toen het "bericht van de ramp bekend werd, verzamelden zich honderden verwan ten en familieleden van de in de mijn werk zame arbeiders voor de hekken om met beklemd hart het resultaat van het ber gingswerk af te wachten. Toen de namen der gedoode en gewonde mijnwerkers b,o kend werden gemaakt, speelden zich vreo selijke tooneelen af. Bijna alle om het lo ven gekomen mijnwerkers zijn vaders gezinnen. Reeds vroeger werd deze mijn door gevallen van dergelijken omvang getroffen Op 30 December 1895 werden door een ont ploffing 31 mijnwerkers gedood. Op 10 De- cember.van het jaar 1801 waren ook reedi veertien mijnwerkers door een ontploffinj om het leven gekomen. Het laatste groota ongeval, dat in de mijn plaats vond, go schiedde op 20 Mei 1920, toen vijf mijnwer kers door gasvergiftiging werden gedood Eén van de twaalf gewonde mijnwerken van de Friedens-Hoffnung-mijn, die in het Knappschafts Lazareth zijn opgenomen, it in den loop van den morgen aan de beko men verwondingen overleden. Het aantal slachtoffers bedraagt thans 24. Naar aanvullend uit Wa'ldenberg word gemeld, heeft het grootste gedeelte de mijnwerkers, die zich in de nabijheid de plaats der explosie bevonden, vreeselijke brandwonden opgeloopen. Verscheidene deren, die zich ijlings naar de buitenlucht trachtten te begeven, werden door de gif gassen achterhaald en stierven den ver stikkingsdood. Van alle 35 arbeiders1, die zich in de buurt van de noodlottige plek ophielden, kon geen enkele op eigen kracht zich iE veiligheid stellen. Omtrent de oorzaak tast men nog steedi in he-t duister. Werden vroeger de steen kolen door schietmanoeuvres gewonnen thans is dit systeem wegens het groote ge vaar voor z.g. Schlagwetter verlaten en bruikt men houweelen. Intusschen is hel mogelijk, dat hierbij vonken zijn ontstaan, die tot de ramp hebben geleid. De catastrofe vond plaats op 450 meter diepte en werd door opzichters waargeno men, doordat tegen zeven uur de lucht heftige beweging kwam. Merkwaardiger wijze is bij deze ontploffing de mijn zeil niet ingestort, hetgeen anders regelmatig gebeurt. DE PETROLEUMBRAND IN ROEMENIè Een ernstige ontploffing. Sedert enkele maanden is men bezig on> een hevigen brand in het petroleumgebied van MoTeni te blusschen. Men tracht door het opwerpen van dammen den brand te beperken. Dezer dagen nu stortten groote aardmassa's in, en een ontploffing volgde. Vijf arbeiders werden bedolven en velen zwaar gewond. In Moreni ontstond door de ontploffing een paniek. Ontploffing in een fabriek. In het filiaal van den Verein fiir Chemi sche Industrie te Mombach bij Mainz gisterochtend op de eerste verdieping van het fabrieksgebouw een ernstige ontplof fing ontstaan. Drie werklieden .die door de vlammen en rondvliegende stukken ijzer ernstig werden gewond, moesten in het zie kenhuis worden opgenomen, terwijl de an dere arbeiders zich tijdig in veiligheid kon den brengen. De brandweer moest er zich toe beperken de aangrenzende gebouwen tegen het overslaan der vlammen te be schermen, daar zij door de herhaalde ont ploffingen niet tot den vuurhaard kon door dringen. Het uit drie verdiepingen bestaan de gebouw is geheel uitgebrand. De boschbramlen in Canada. De toestand wordt ernstig geacht. De boschbranden, die over een groote uitgestrektheid woedden en hun oorzaak vonden in de langdurige droogte zijn thans tot matige afmetingen teruggebracht, dank zij het werk der vliegtuig-patrouilles, maar daar de bosschen kurkdroog ziju acht het boschbedrijf van het dominion den toe stand ernstig. Wegens de warmte bracht de bevolking haar week-end door met baden en auto rijden, waarbij dertig personen om het le ven kwamen. Brand in een ziekenhuis. Geen persoonlijke ongelukken. Gistermorgen omstreeks vijf uur. het Prosperhospitaal te Recklinghausen brand uitgebroken, waarvan de oorzaak nog niet kon worden vastgesteld. De Wes telijke vleugel van het ziekenhuis was plot seling in rook en vlammen gehuld. brand verbreidde zich met groote snelheid over het geheele middengebouw en slo over naar den Oostelijken vleugel. Het g heele bovendeel van het- geweldige zieken huis viel aan den brand ten offer. De zieken konden in veiligheid worden gebracht. 2-1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 6