FILMAVOND OVER DEN RUN N.V. REISBUREAU ROTALA NEERLANDICA ONDERWIJS KERKNIEUWS Door de wordt op DONDERDAG I AUGUSTUS in het TRIANON-THEATER aan de Breestraatte Leiden, aanvang 8V4 uur, gegeyjajBB"- met medewerkingwarrlïén bekenden causeur JAN BEERENDS. Het muzikaTe gedeelte van den avond wordt verzorgd door het Trianon-orkest. Een beperkt-^errtaTkaarten gratis verkrijgbaar aan het bureau van „De Leidsche Courant", Papengracht 32'van 's morgens httlf 9 tot <'s middags half 6. ledn a aan diegene, die buiten Leiden wonen, zullen op schriftelijke aanvragen de kaarten worden toegezonden, zoolang de voorraad strekt. BISSCHOPPELIJKE NIJVERHEIDS- SCHOOL TE VOORHOUT. Zondagmiddag had in de Bisschoppelijke Nijverheidsschool, de plechtige sluiting .plaats van het leerjaar, vrat voor ver schillende leerlingen tevens beteekende de voltooiing van den 3-jarigen cursus. cle ouders waren van verre gekomen om getui ge van de plechtigheid te zijn. De ZeerEerw. Broeder Directeur, Br. Caspar, heette de aanwezigen hartelijk welkom en sprak er zijn verheugenis over uit, dat zoo talrijken hadden gehoor gege ven aan de uitnoodiging hun gezonden. Hun aller tegenwoordigheid werd vooral daarom op prijs gesteld, omdat dit bewijs van belangstelling, van de zijde der ouders gegeven, den leerlingen een prikkel tot grooter ijver te meer zal wezen. Br. Directeur kon daarna aan 17 leerlin gen het: einddiploma uitreiken. Twee moes ten afgewezen worden. Nadat de bevorderingen waren ter ken nis gebracht van de leerlingen en nog eeni- ge passende prijzen waren uitgedeeld, com plimenteerde Br. Directeur de gediplomeer den en gaf hun op vaderlijke wijze zijn goede lessen voor het leven mee. De Zeer Eerw. Heer Rector A. Roozen, sprak daarna eenige welgekozen woorden van gelukwcnschcn tol de leerlingen, tot Br. Directeur, Broeders en Leeraren der School en tot de Ouders, die hij, als Pries ter, vooral opwekte, door hun voorbeeld van een echt godsdienstig leven, hun kin deren een stut en steun te zijn in het zoo moeilijke leven. Namens de ouders bedankte de heer A. Overtoom, Hoofd der R. K. School te Spierdijk, het Bestuur der School en sprak er zijn vreugde over uit, dat deze school aan de kinderen van den Middenstand zulk een heerlijke gelegenheid tot vakop leiding biedt. Spr. hoopte, dat het de Con gregatie gegeven mocht zijn, nog meerdere van deze Inrichtingen in het leven te roe pen, vast overtuigd, dat de opleiding, die vanzulle een godsdienst igen geest door trokken was, heilzaam voor de leerlingen zijn moet. Nadat, ververschingen waren aangebo den voerde dc tooneelclub der leerlingen, onder leiding van den heer C. Egelie, een alleraardigst blijspel op, dat de lachlust der aanwezigen opwekte. Na afloop bedankte Br. Overste Atha- nasius allen, die tot het prettige verloop van den middag hadden bijgedragen, en wenschte allen leerlingen een pleizierige vacantie. Voor het nieuwe leerjaar gaven zich weer 61 leerlingen op, waarvan 6 moesten wor den afgewezen. Pastoor H. v. d. Berg. t Als bijzondere juerkwaardigheid kan nog worden gemeld, dat de ontslapen pastoor van Blauwhuis (Sensmeer), de weleerw. heer H. v. d. Berg. de laatste overlevende priester in het Aartsbisdom was, die zijn benoeming van Mgr. Snickers, den voor ganger van Mgr. v. d. Wetering, mocht ontvangen. 107. 't Spijt mij voor mijn oudere Vrienden dat ik ze .vandaag oude koek te eten moet ge ven, maar herhaaldelijk blijkt het mij dat cr lezers zijn die niet weten wat dat num mertje boven mijn stukjes beteekerit of den ken dat het 't zooveelste stukje is. Er zullen zoo nu en dan nieuwe lezers bij komen of andere die pas sinds kort. aan dacht zijp. gaan geven aan de wekelijks her haalde noodkreet uit het hooge Noorden. Ik zal dan nog eens kort en bondig her halen wat dat cijfer aangeeft: Een paar jaar geleden heb ik duizend goede vrienden(innen) uitgenoodigd om mij ieder honderd gulden te schenken ineens of bij gedeelten. Zulke weldoeners(sters) wor den Stichters(essen) genoemd omdat zij op speciale wijze dit Missiehuis helpen sticli- ten. Het cijfer boven mijn stukjes geeft aan hoeveel Stichters(essen) er al zijn. Ziezoo, nu weet u het. allemaal weer. ^Vat zal het cijfer nu de volgende keer een stuk vooruit springen. Hadt u dat maar eerder geweten, nietwaar. Wat zou u die Pater Liefhebber al sinds lang blij gemaakt heb- ben. Ik ben nog altijd bereid om zelf bij u te komen, als er zoo iets goeds te halen is. Nu ik toch aan de gang ben: U laat toch zeker uw testament niet ma ken zonder een flink legaat, vrij van kos ten en rechten, aan de .Stichting het Sint- Boiiifacius-Missiehuis te Hoorn? Weet u wat ook zeer mooi is? Geld te geven tegen rente zoolang u leeft.-Na uw dood wordt dan uw geld be steed voor opleiding tot Priester-missiona ris van onbemiddelde jongens. Kunt u schooner doel voor uw spaarpot vinden? Father LEFEBER, Directeur. Missiehuis, Hoorn. Postrek. 120937. Schaam u niet bedelaar te zijn voor Christus en voor de Zielen. (Paus Pius XI). BRIEF UIT PARIJS. EVE LAVALLIERE. Roman, film en tragedie? Onder welke categorie moet het leven van Eve Lavallière gerangschikt worden? Wel zelden zal een leven verloopen zijn van. het begin tot het einde zoo tragisch-romantisch, als dat van de groote tooneelspcelster, die nu eenzaam rust op het kleine kerkhofje van Thuillières in de Vogezen. Zo was vijftien jaar, toen het eerst droevige hoofdstuk van haar levensroman geschre ven werd: de kleine Eugénie Fénoglio zoo was haar ware naam was leerlinge bij een modiste te Perpignan, maar diep in dat kinderhartje brandde slechts één passie: het theater. Mooi is ze en met den aangeboren, verfijnden smaak van ©en Fran^aise weet zij haar eenvoudige toiletjes zoo te dragen, dat toen reeds alle mannen zich omkeerden, wanneer zij voorbijkwam op straat. Doch die gemakkelijke verove ringen interesseerden haar niet: één man is er slechts, die haar belang inboezemt: den directeur van het theater te Perpig- nani wien zij een manuscript heeft, toever trouwd: „Jeunes Filles de Normandie". De directeur heeft het stuk van het onbeken de meisje gelezen en geen „neen" gezegd. Dronken van hoop, droomend van vooruit zichten heeft Eugénie haar groote geheim voor zich alleen bewaard en reciteert hij zich zelf het stuk, dat zij geheel van buiten kent, stelt zelf op een lijst van acteurs en actrices, voorziet de details van de mise- en-scene. De doffe knal van een revolverschot stoort die heerlijke overpeinzingendol van angst rent Eugénie naar de eetkamer, doch voor de oogen van het verschrikte kind schiet haar vader zich een kogel door het. hoofd, na eerst in een vlaag van jalouzie zijn vrouw vermoord te hebben. Haar bioor ontvlucht het huis, nooit heeft men nog iets van hem gehoord. En het arme kind, verdwaald, bang, zooals alleen een land bang kan zijn voor dat bloed, al dat- bloed, ziet slechts één uitweg: het raam staat open en zij springt, naar beneden op het harde plaveis-el. Een den volgenden ochtend lag in oen bed van het hospitaal der Zusters van den Goeden Herder een arm gewond meisje, dat nog steeds droomde, doch nu droomen van zelfmoord en dood. De modiste, bij wie Eugénie werkte, goed hartige vrouw en moeder van vier kinderen, nam de ongelukkige wees bij zich op. Maar iets is in haar veranderd: in haar oogen ligt een eigenaardige weemoedige uitdruk king, het schijnt, alsof haar geheele omge ving vreemd voor haar is, alsof er iets is, dat haar roept en dat zij volgen vil. Het is de stem van het tooneel, die steeds luider in haar spreekt. Die hartstocht, die passie werd steeds sterker in haar en dreef het jonge, enerra- ren kind tot een dol avontuur. Met het dienstmeisje, dat de huishoudelijke werk zaamheden verrichtte bij haar aangenomen moeder, jong kind zooals zij, beraamde zij een ontvluchtingsplan. In alle stilte werdon een paar valiezen gepakt en 's morgens om vijf uur, wanneer ieder nog sliep, zou èen rijtuig de twee jonge avonturiersters naar het station rijden. En dan lag open de weg naar de vrijheid, naar de roem, naar Parijs Maar meer nog dan elders hebben in kleine steden de muren ooren. En toen 's morgens om vijf uur de koetsier voorreed, werd hij op alles behalve vriendelijke wijze door de vrouw des huizes zelve ontvangen! Het schandaal van dit avontuur was voor de modiste ondraaglijk. Op slot van zaken had Eugénie toch een oom en tante in Nice, daar moest zij maar heen en korten tijd la ter, voorzien van ©en klein beetje zakgeld en zeer veel goede vermaningen, wordt het kind op den trein gezet. Wel overtollig wa ren die vermaningen! Enkele stations ver der, te Montpellier stapt zij weer uit, en slechts vijf dagen later, doodop van ver moeienis en honger, na geproefd te hebben de ruwheid van het eerste begin en de Avrangheid van het avontuur, zet zij haar reis voort. De ontvangst bij haar familie was verre van aangenaam: haar oom begreep die reis van zes dagen niet, waarover Eugénie geen uitleg wenschte te geven en een uur na zijn huis te zijn binnen getreden, verliet zij het weervoor goed! Alleen, heel alleen staat zij op de wereld, die zij zich zoo ge heel anders had voorgesteld. Uitgeput, valt zij neer langs den weg. klein, ongelukkig, huilend kindEn toch zou van daaruit, haar weg beginnen naar Parijs, het vurigver- langde. Een onbekende heer komt voorbij, wordt getroffen door de charme van die groote, betraande oogen, laat zich haar heele geschiedenis vertellen. En enkele, we ken later betrad Eugénie voor het eerst het tooneel, dat zij, gehoor gevend aan een andere roepstem, dieper en gebiedender nog, tien jaar geleden voor goed verliet. Haar tooneelleven is geweest één onafge broken triomf. Op zeventienjarigen leeftijd zag zij geheel Parijs voor zich op de knieën. Haar toeschouwers doet. zij lachen en wee- nen: zij is hartstochtelijk, onberekenbaar, excessief tot het uiterste. Met haar kort geknipte, verwarde haren, haar diepe oogen, haar prachtige stem sleepte zij iedereen mee. En de beroemdste tooneelschrijvers komen tot haar en smeeken haar hun stuk ken te spelen. „Waarin haar talent precies bestaat, weet ik niet goed", schrijft een cri ticus over haar, „maar ze maakt me gek'.. Buiten het theater is zij het middelpunt van het Paijsche leven: aan haar tafel zit- teu aan koningen en ministers, tractaten worden in haar salons uitgewerkt. Op een avond in het theater des Variétés valt een stuk decor naar beneden en wordt zij aan het hoofd gewond. Heel de stad wacht ang stig op de afloop van de operatie en het is een opluchting, wanneer vernomen wordt, dat alles naar wensoh is afgeloopen. Haar huwelijk met Samffel, directeur van haar theater, wordt bijna gevierd als een nationale feestdag. Uit dien tijd dag- teekent ook haar tooneelnaam Eve Laval lière. Doch phantastisch op het tooneel, is Eve Lavallière ook phantastisch in haar hu welijksleven; na enkele jaren vraagt zij echtscheiding aan en stroomt heel Parijs naar het gerechtshof om het proces tus- schen haar en haar man bij te wonen. Toen de oorlog uitbrak, stond Eve Laval lière op het punt een groote tournée te be ginnen door Amerika. De groote verschrik king dwingt haar van dit voornemen af te zien en zij vertrekt naar Tunis, verpleegt er de zieken. Dan keert zij terug naar Frankrijk en plotseling wordt het bekend, het groote, het onbegrijpelijke nieuws: Eve Lavallière heeft voor goed vaarwel gezegd aan het tooneel! Waarom? Niemand heeft ooit de ware reden vernomen: even plot seling als haar opgang, is haar vrijwillige eenzaamheid begonnen. Slechts één ding verklaarde zij herhaalde malen: „Door den duivel ben ik tot God gekomen". Terugge trokken. zonder iemand te willen ontvan gen, leefde zij in het kleine dorpje der Vo gezen, verdeelend haar tijd tusschen God en de armen. En enkele dagen geleden is zij daar gestorven in het armoedige kleed der derde Orde van St.. Franciscus en werd de groote tooneelspeelster door acht hout hakkers ten grave gedragen, gevolgd dooi de weenende bevolking, die haar vereer den als „La Sainte", de Heilige van Thuil lières. Parijs, Juli 1929. J. W. KOLKMAN. NATUURLIJKE BRONNEN IN DE DIERENWERELD. Wanneer wij op een schoonen zomernacht ter gelegenheid van een vacantietocht op het land, de weiden en de velden doortrek ken en de glinsterende lichtpuntjes van de glimwormen langs ons zien gaan, dan be schouwen wij deze dieren als een belang wekkend natuurverschijnsel, zonder ons af te vragen of deze verschijning van het. lichtvoortbrengend dier het eenige op aar de is. En toch is onze glimworm slechts een kleine vertegenwoordiger van lichtgevende diersoorten, slechts een zwakke weerkaat sing van de bezienswaardigheden .op dit ge bied, die in de andere deelen van onze pla neet te vinden zijn. Er zijn, volgens de uitkomsten van de nieuwste onderzoekingen, ongeveer 200 soort-en van lichtgevende dieren, niet mee gerekend de talrijke soorten van lichtende bacteriën. Ook van 15 tot 20 plantensoorten met de zelfde eigenschappen zijn der weten schap bekend. De blinkende bacteriën, die zich op rottend hout, bedorven stoffen en levensmiddelen zetten, vormen eveneens ook bij ons een bekende verschijning. Min der bekend is het, dat in vroegere tijden, toen de geneesheeren, nog geen vermoeden liaddên van het bestaan van bacteriën, bij wonden aan het menschelijk lichaam, vaak het verschijnsel werd waargenomen, dat de plaatsen van de wonde in den nacht een fosforiseerenden glans vertoonden. De ge neesheeren zagen dit verschijnsel graag, daar zij dit steeds als een teelten van her stel beschouwden. Een later onderzoek heeft dit verschijnsel daardoor verklaard, dat de fosforiseerende bacteriën, die zich aan de randen van de wonde hechten, meestal on-: schuldige levende wezens zijn, die, naar alle waarschijnlijkheid de eigenschap bezit ten, de gevaarlijke wondbact-eriën te weren. Het meest verbreid is de eigenschap licht op te wekken bij de bewoners van de zee. Afgezien van de talrijke aan de zeeopper vlakte zwemmende en drijvende lichtgeven de dieren als kwallen, crustacaeen (schaal dieren) en dergelijke, zijn het voornamelijk dc dieren van de diepzee, die vaak van ori- gineele lichtvoortbrengende organen zijn voorzien. Dat is gemakkelijk te begrijpen, wanneer men weet, dat op een diepte van eenige 1000de meters in de zee een abso lute duisternis heerscht. Wij zien hierin weer het wonderbaarlijke werk van de na tuur, die ook deze diepten van den Oceaan met levende wezens bevolkt en deze voor ziet van de middelen om zich aan de daar heerschende verhoudingen aan te passen. Bij verschillende diepzee-onderzoekingen, zooals ze tegenwoordig aan de monding van de Hudson-rivier bij New York plaats heb ben, heeft men talrijke nog onbekende won deren der schepping uit de diepte opge haald. Daar is bijv. een visch, veel gelijkend op een aal, die aan het voorste deel van don kop een soort staak met lamp had, een in richting, die klaarblijkelijk ten doel had kleine zeedieren te lokken, waarbij ze door het licht worden verblind en het dreigende gevaar der dicht onder de lamp zittende kaken niet zien, waardoor ze gerhakkelijk een prooi worden. Nog merkwaardiger wa ren diepzeedieren, vooral visschcn met lichtorganen, die men als volkomen schijn werpers kan beschouwen. Deze schijnwer pers bestaan uit een doorschijnende linze, waarachter zich het. lichtwekkend weefsel bevindt. Dit weefsel is van zijn omgeving door een ondoordringbaar schot afgeslo ten, zoodat het licht alleen naar voren kan worden geworpen zooals, bij ons, de schijn werpers. Het doel van deze inrichting zal wel zijn om de kleine levende wezens, welke dit. lichtgevend dier noodig heeft, te lokken Het kan ook dat deze schijnwerpers liet dier kunnen dienen om zich in de diepste duisternis van de diepzee te kunnen oriëu- teeren. In de tropische zeeën leeft een soort inktvisch, wiens vangarmen aan het einde een lichtgevend orgaan hebben. Ook hier zullen deze lampen dienen om de kleine dieren aan te trekken, misschien ook, om den weg te vinden. Verder leeft in den Oceaan een klasse van een-cellige dieren, die eveneens licht prcduceeren. Deze kleine diertjes moeten in het water onafgebroken met hun zweop- achtige verlengsels zwembewegingen maken, daar ze anders naar de diepte van den Oceaan zouden zinken en daar door den sterken druk van het water ten gronde zou den gaan. Deze voortdurende bewegelijk heid maakt het hun, zooals Dr. Charles A. Kofoid van de Universiteit van California gelooft, onmogelijk voedsel voor langen tijd tot zich te nemen. Ze moeten eerder onafge broken voedsel tot zich nemen, ook bij nacht. Daardoor hun geschiktheid licht op te -wekken. Het zoeken naar voedsel en naar den weg zijn evenwel niet de eenige oorzaken bij het verwekken van licht door het diepzeedier. Het heeft nog een ander doel n.l. de zelf verdediging. De inktvisch van onze zeé spuit, wanneer hij zich in gevaar bevindt, uit. zijn sepiazak een zwarte vloeistof, wel ke in het water een wolk vormt en den inkt visch onzichtbaar maakt. In den ondoor- dringbaren nacht van de diepzee zou dit beschermende middel zoijder eenig nut zijn. Zoo vinden we dan in de diepzee een soort van inktvisch, die in het oogenblik van ge vaar geen zwarte, doch een lichtende vloei stof uitwerpt, waardoor de aanvaller zoo wordt verblind, dat de inktvisch tijd heeft, te ontkomen. eHt lichaam en de vangarmen van dezen inktvisch zijn met lichtgevende organen in regelmatige, rijen en op dito af standen bezet. Een zeeduivel, die eveneens bij de jongste diepzee-onderzoekingen aan de Hudson- monding werd gevangen, had lichtende tan den. Andere diepzeevisschen vertoonden aan de zijden een of meer rijen van lichtorga nen, die in de duisternis den indruk ge ven als de lichtende patrijspoorten van ee: grooten oceaanstoomer. Ook een belangweiR kend en tot dusver onbekend voorbeeld vain symbiose (het samenleven van ongelijksoor tige organismen) werd in de Hudsonmone ding gevonden. Het was een visch, die zei J geen licht produceerde, doch die in eet doorzichtigen zak aan het bovenst- lichaamsdeel, lichtgevende bacteriën me 11 zich droeg. Hoe deze symbiose tot stani komt, is den geleerden, voorloopig nog eet 2 raadsel. Een andere vischsoort van de diep 1 zee bezit aan de onderkaak een lang ij hangend tast orgaan, dat geheel met licht gevende instrumenten is voorzien. Nog ees 2 interessant lichtgevende diersoort der diep zee zij hier genoemd. De gedaante van deze 1 dieren is die van een penhouder. Deze die- ren zouden absoluut weerloos zijn tegen 1 den aanval van welk roofdier ook, wanneer zij niet de eigenschap hadden licht op te 1 wekken. Wanneer ze worden aangevallen, gaal heb licht door heel hun lichaam en daar- 1 door wordt de tegenstander afgeschrokken Aan de kust van California leeft een visch. 1 soort-, die in vorm, grootte en-smaak niet van de sardine is te onderscheiden. Deze visschen worden in groote massa's gevan- gen, in blikjes net als sardines verkocht. De pakt en als echte sardines verkocht. De vangst van deze visschen wordt door een cellige, kleine lichtgevende diertjes verge makkelijkt tn heeft voornl. bij nacht plaats. De pseudo-sardines voeclen zich voornl. met deze eencellige diertjes en maken daarop jacht, waarbij hun het door deze diertjes uitstralende licht tot wegwijzer dient. De visschers, die in hun schuilen wachten, be hoeven slechts naar ,tie lichtende plaatsen in zee te roeien m daar gemakkelijk groote massa's van deze dieren te vangen. Hoe wordt nu eigenlijk het licht in het lichaam van dc dieren opgewekt? Nu, dat is heel eenvoudig. De lichtorganen produ- cceren een stof, door de geleerden „lucifer!- ne" genoemd, een eiwitverbinding. Dit luci- ferine verbindt zich gemakkelijk met zuur stof. Door deze verbinding ontstaat licht en wel „koud" licht. DE SCHAPENTEELT IN AUSTRALIË. Er is wel geen land ter wereld, waar de schapenteelt zoo druk beoefend wordt als in Australië. Iedere „farmer" van eenige beteekenis heeft minstens 50 a 100 scha pen. Vooral het- Merino-schaap wordt er gefokt. In Australië zijn meer dan 104.000.000 schapen, waarvan 80.000.000 me- rino-schapen. Vooral het klimaat is zeer gunstig voor de teelt van dit soort scha- Zuid-Wales reeds wollen dekens vervaZ digd; dit geschidde in hoofdzaak door gevangenen. De productie van de wo brieken iu Australië bestaat in hoofdst uit wellen goederen, flanel en dekens. Australische wolproducten staan beke om hun zuiverheid en duurzaamheid, totale lengte van do wollen stoffen, we! in 1027 werden geproduceerd bedro 5.992.637 el; flanel 6.172.304 el; van dek» shawls en kleedjes werd ongeveer 937.1 pen. Door kruising van het Britsche ras met de Merino verkrijgt men zeer goede resultaten. Ieder jaar wordt het gewicht van het vacht zwaarder. Drie geslachten van fokkers, ondersteund door de gunstige natuurlijke gesteldheid, hebben het gewicht van de wol weten te verdubbelen. Gedu rende de wintermaanden gaan de schapen, als het weer het toelaat, in de havervel den. In de zomermaanden loopen de scha pen dag en nacht in de weilanden. In verband met de uitgebreide schapen fokkerij staat ook de wolindustrie op Imo gen trap. De kwaliteit van de Australische wol is zeer goed cn geniet een wereldver maardheid. Jaarlijks wordt voor ongeveer 140.000.000. pd.st. aan wol geproduceerd. Voor den oorlog werd 31 pet van de totale wolproduciie uitgevoerd naar Groot-Brit- tannië; tegenwoordig bedraagt deze uit voer ongeveer 42 pet. Reeds in het begin van de lG'de eeuw was er in Australië al wolindtistrie. In 1801 werden in Nieuw stuks gefabriceerd. In Australië zijn ve schillende landbouwscholen, welke alle va staatswege worden gesticht, waar de boi ren dc theorie en practijk van alle takte3 van landbouw- en veeteelt kunnen leerei Het Gouvernement besteedt veel zorg aa11 de voorlichting van de farmers. In vei 1 schillende streken van het land zijn moden boerderijen, boomgaarden en wijngaard?: waar ambtenaren van het Departemei van Landbouw steeds proeven nemen waar de farmers onderricht worden in dl! nieuwste methoden van werken. Expert op hét gebied van vee- en pluimteelt em houden in de verschillende districten o 1 gezette tijden lezingen en geven practise!) demonstraties. 1 Onze foto's geven vooreerst een beel van het sorteeren der wol en vervolgen van de geweldige transportvrachten, waai aan heel wat. „paardenkracht" te pa komt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 8