UIT DE RIJNSTREEK
Agenda
Grootén ZomeriUitverf
m
LETTEREN EN KUNST
UIT DE OMGEVING
KAMER VAN KOOPHANDEL EN
FABRIEKEN VOOR RIJNLAND.
(Vervolg).
Hierna, deed- de voorzitter mededeeling
van het adres inzake het belasfcingbetalen
op postkantoren, welk adres reeds door
ons werd vermeld.
Zonder eenige discussie wordt besloten
het adres te verzenden.
Naar aanleiding van een opmerking van
den heer Raaphorst om pogingen aan te
wenden een verbindingsweg te verkrijgen
door het Rietveld van Alphen aan den Rijn
naar Hazerswoude, adviseerde de Commis
sie van Vervoer geen stappen in die rich
ting te doen, wijl men een dergel ijken weg
alleen van locaal belang acht.
De heer Raaphorst was het hiermede
geenszin§ eens en zou willen adviseeren
deze kwestie terug te sturen naar de Com
missie om her-advies.
De voorz. was hiertegen en meende, dat
de betreffende gemeenten Alphen en Ha
zerswoude hiervoor niet veel zullen voelen.
Desondanks wil spr. gaarne aan het ver
zoek van den heer Raaphorst voldoen om
het adres nog eens onder de oogen te zien.
Spr. vreesde voorts, dat de kosten veel te
hoog zullen zijn voor het belang, dat er
mee gemoeid is.
De heer v. Zonneveld, lid van de Com
missie van Vervoer, wijst er nog op, dat
men er met dezen weg alleen niet is. Als
men in Hazerswoude is lteeft men nog
geen doorverbinding met Rotterdam, ter
wijl de voorzitter er nog aan toevoegt, dat
beide gemeenten ieder een goeden weg
naar Rotterdam bezitten. De provincie
zal in geen geval steurt verleenen, zoodat
men alleen op de gemeenten Alphen en Ha
zerswoude moet rekenen.
Het afwijzend praeadvies der Oommissie
wordt tenslotte aangenomen.
Naar aanleiding van een vraag van den
heer Smal over de sluiting van de Alphen-
sche brug over den Rijn tegen het vertrek
uur van treinen, was van de Provinciale
Staten een schrijven ingekomen, waarin
gezegd wordt, dat er zooveel mogelijk re
kening gehouden wordt met het vertrek
van treinen, doch het gebeurt wel eens,
dat er groote sleepen in den Rijn passee-
ren, die niet verbroken kunnen worden zon
der nadeel of gevaar voor de scheepvaart.
Dit kan echter slechts een oponthoud van
enkele minuten beteekenen. Er zal echter
zooveel mogelijk met de belangen der rei
zigers rekening worden gehouden.
Na rondvraag ging de vergadering in
besloten zitting.
Handelsregister K. v. K.
Wijziging 1956. Timmer-, Meubel.- en
Trappenfabriek ..De Vlinder". Leiden,
Utrechtsche Jaagpad 36. Uittr. M. E.: H.
'Alberts, te Leiden. Wijz. handelsn. thans:
Loon Houtzagerij en Schaverij „De Vlin
der".
Wijziging 1658. R.-K. Coöp. Bakkerij,
Spaar- en Vottbruiksvcreeniging .,Eei>
draoht". Leiden, Korewaarstraat 13. Uittr.
seer.: A. H. Mank, Leiden, Uittr. 2e pen
ningen: H. Overpelt. Leiden. Udttr. 2e secr.:
J. A. van Oyen, Leiden. N le penningm.:
PI. Overpelt. Leiden. N. le seer.: B. C.
Klein, Leiden. N. 2e voorz.: M. Hendriks.
Leiden.
Wijziging 631. Leidsche Exploitatie Maat
schappij van Onroerende Goederen. Leiden
Stationsweg 18. De statuten- zijn gewijzigd.
Het diploma voor Huishoudkundige van
de Vakschool voor Meisjes voor Leiden en
Omstreken, Rapenburg 23, werd behaald
door de dames E. J. Cattel. H. P. Hakken
berg, E. Horst. G. C. Huge, F. C. Huur
man, D. Nijhoff en H. J. den Older uit Lei
den, E. T. Mossel uit Boskoop en J. Pel uit
Sassenheim.
Dat voor hulp in de huishouding door de
dames G. C. van Aelst. en C. Zaal uit Bo
degraven, R. dp Boer, S. Ginjaar en J. G.
Hofkes uit Leiden, P. van der Gugten en
J. W. Hofman uit Katwijk aan Zee, M.
Jansze, M. Los en D. Uittenbogaard uit
OagstgeeBt en M. Marseille, uit Lisse.
Terwijl het diploma voor Costuumnaaien
werd verkregen door de dames S. Dorre-
paal uit Koudekerk, C. van der Plas uit
Katwijk aan Zee, G. Plu en C. Verbiest uit
Leiden.
Gisteren slaagden te Den Haag voor
het MULO-examen Henk Dekker. Adriaan
Omtzigt, Henk v. d. Top. Mich. v. d. Put
ten*, Mart. Verwey. Hans de Vrind en'Joh.
de Graaf, allen leerlingen van de R.-K.
Jongensschool Pieterskerkhof.
Voor 'hel MULO-exaanen zijn te Den
Haag geslaagd A. Aldershof, P. v. d. Haak,
S. v. Wezel en B. W. Lambrechts, allen
alhier.
Voor het examen nuttige handwerken
zijn te Rotterdam geslaagd de dames B.
Broeksema, E. Pape en P. H. Wismeier,
allen alhier.
Tot hoofd der Eerste Leidsche School-
vereeniging aan-het- Noordeinde is als op
volger van den heer M. van- Wamden, met
ingang van 1 September benoemd de heer
H. Douma, hoofd eener openbare lagere
school te Den Haag.
Op 77 Juli stonden 211 werkzoekenden bij
de Arbeidsbeurs ingeschreven tegen 369 op
17 Juli van het vorig jaar.
Gistermiddag te hajfvier is de 12-jarige
Cornelia H. vanuit de Magdalena Moon-
straat met- haar rijwiel aan de Jan van
Goyenkade te water gereden. De 55-jarige
J. Bey, die het ongeval zag gebeuren sprong
het meisje na en slaagde er in haar op het
droge te brengen Zij bleek gelukkig geen
letsel opgeloopen te hebben.
Bij de politie zijn iniclitmgen te beko
men omtrent een rijwiel, dat onbeheerd op
de Botermarkt is gevonden.
MUZIEK.
Concert Zomerzorg.
Wanneer twee van onze goed bekende
muziekgezelschappen zich opmaken om
tezamen een concertavond te geven, dan
kan men de verwachting spannen boven
het normale. Zoo dachten er ongetwijfeld
de talrijke muziekminnenden over, die gis
terenavond den tuin van Zomberzorg vul
den om te aanhooren wat het muziekge
zelschap Orpheus" en het mannenkoor
„De Vereenigde Zangers" ten beste zou
den geven. Het was inderdaad goed, wat
wij te hooren kregen en ver boven het
normale stak alles uit. Vooreerst demon
streerde dit zich in de zoo met zorg saam
gelezen nummers, die getuigden van mu-
zikalen durf én kunnen en ook gelegen
heid gaven kennis te maken met het
goede, dat er op vocaal en instrumentaal
gebied is, maar dat sleohts door weinige
gezelschappen tot zijn recht gebracht
wordt. Hier echter was al dadelijk te
constateeren, dat Orpheus van zoodanige
samenstelling is, en over zulke goede
krachten beschikt, dat met gerustheid kan
gezegd worden, dat op- of aanmerkingen
van eenige beteekenis niet kunnen ge
maakt worden. Dit komt omdat over alles,
wat wordt gespeeld, den gloed der over
tuiging ligt, en er het bewustzijn is tevens,
dat elk instrument een rol heeft te ver
vullen, die in het geheel een onmisbare
plaats heeft. Waar deze gesteltenis in
werkt op hetgeen ten gehoore wordt ge
bracht, onder een leiding, die op bijzon
dere wijze weet partij te trekken van de
beschikbare krachten, daar valt slechts te
constateeren dat het instrumentale ge
deelte van prima gehalte was, tot eer van
de blazers, ook van hen, die de solo
partijen hadden te vervullen, doch boven
al van directeur J. Vink die Orpheus
door zijn bijzondere eigenschappen als
directeur, op hoog peil wist te brengen.
Wat het vocale gedeelte betreft, de
Vereenigde Zangers hebben in Leiden ook
reeds een zoodanigen goeden naam, dat
men zich gaarne tot luisteren zet. Direc
teur H. B. van Sijll, die den laatsten tijd
den scepter over deze schare zwaait, heeft
zich reeds zoodanig op de hoogte ge
bracht van het beschikbare stemmenmate-
riaal, dat hij wel wat aandurft en heusch
in de keuze van nummers geen al te
groote bepei'king behoeft te betrachten.
Immers, van veelzijdige verscheidenheid
als de nummers waren, kwamen ze allen
goed tot uiting in stijl en klank, zooals
men van een geroutineerd koor kan ver
wachten. Waar het stemmen-materiaal van
goeden samenklank is en waar op de even
wichtigheid, een zoo voorname factor, het
zwaartepunt ligt-, is het begrijpelijk, dat
men in staat is iets goeds ten gehoore te
brengen. Wij moeten dan ook volmondig
toegeven, dat dit koor er mag zijn en dat,
als de toewijding, de volgzaameid aan den
directeur, eigenschappen blijven, die elk
lid en het geheel bezielen, men den juis-
ten weg zal kunnen 'bewandelen, die niet
alleen leidt tot een goed dienen van de
kunst, doch tevens de gelegenheid opent
het publiek nog menig uur van echt mu
zikaal genot te verschaffen. Dat het con
cert in de open lucht werd gegeven, heeft
niet de minste invloed gehad. In alle
opzichten werd voldaan aan duidelijkheid
van uitspraak en nuanceering bij den zang
en gedragenheid en muzikale werkelijk
heid bij Orpheus. Als wij dan ook ver
melden de welgezinde en spontane bijvals
betuigingen van het voldaan auditorium,
dan. onderstrepen wij slechts de groote
verdiensten, welke beide vereenigingen
zich hebben vergaard op dezen schoonen
zomeravond.
Sp.
BUITENL. BERICHTEN
ALPHEN AAN DEN RIJN.
JOH. VLASMAN. t
Gisteravond overleed, alhier op 73-jari-
gen leeftijd de heer Joh. Vlasman, wethou
der dezer gemeente.
De overledene was een algemeen geacht
ingezetene.
Als Raadslid en wethouder heeft de heer
Vlasman een werkzaam aandeel gehad in
het bestuur der gemeente Alphen aan den
Rijn.
In het Katholieke vcrcenigingsleven
nam de heer Vlasman een vooraanstaande
plaats iru Niet alleen in deze gemeente,
maar ook daarbiiiben. Hij was voorzitter
der R. K. Kiesvereeniging, voorzitter van
het R. K. Parochiaal Zangkoor, lid van het
R. K. Parochiaal Kerkbestuur, prefect van
de St. Josephvereeniging en Broedermees-
ter van de Rijnlandsche processie naar Ke
velaar.
De N.V. ..De Leidsche Courant" verliest
in den heer Vlasman een barer Commissa
rissen.
Ook was de overledene bestuurslid van
het Groene Kruis.
De heer Vlasman zal bij allen, die den
eenvoudigen mensch, den toegewijden en
eerlijken -werker, den rechtschapen en bra
ven Katholiek hebben gekend, in eerbiedi
ge herinnering blijven.
Zeer velen zullen den overledene harte
lijk in hunne gebeden gedenken.
Hij ruste in vrede.
Bekroning. Het Christelijk kinderkoor
„Sursum Corda", behaalde gisteren op het
te „Huis ter Heide' gehouden christelijk
zangconcours een tweeden prijs met 264
punten.
Katholieke actie tegen de Communisten
in Zuid-Afrika.
In het jaar 1928 werd de „Catholic Afri
can Union' (C. A. U.) tot stand gebracht,
met het doel, de Katholieke zwarte arbei
ders terug te houden uit de communisti
sche vereenigingen. Twee priesters, de
zeereerw. Paters Huse en Sauter, werden
door den vicaris en den apostolischen pre
fect van Zuid-Afrika met de leiding der
unie belast.
De communistische organisatie noemt
zich ,,Bond van industrie-arbeiders en han
dels-bedienden van Zuid-Afrika" (J. C. U.)
De organisatie werd in 1919 door Cle
mens Kadalie. een neger en Protestantsch
apostaat, gesticht. Het plan van den stich
ter was. door de J. C. U. alle arbeiders
van Zuid-Afrika in één vereenigiug onder
te brengen ter vernietiging van het kapi
talistisch regime.
De J. C. U. werd door alle bisschoppen
van Zuid-Afrika- veroordeeld. Zij verklaar
den, dat er wel misbruiken en wantoestan
den heerschten, waarin dringend hervor
ming noodig was, maar dat dit nooit kon
geschieden door omverwerping van elk ge
zag en met vernietiging van iederen gods
dienst.
Toch was de unie van Kadalie een suc
ces. In het jaar 1925 telde zij 25.000 leden
en in het jaar 1927 was dit aantal reeds
gestegen tot 100.000. Kadalie werd beroemd
en droomde zich reeds de leider te zijn van
een millioen arbeiders, die iedere maand 2
shilling contributie betaalden. Hij hield een
groot congres in Durbar, scheepte zich in
naar Europa en werd bij de internationale
commissie voor arbeidszaken te Genève als
de leider der arbeiders van Zuid-Afrika
ontvangen.
Spoedig bemerkte men echter, dat de
„geweldige" organisatie, ook „geweldige"
kosten met zich bracht. Terwijl duizenden
arme arbeiders zich allerlei ontberingen
oplegden, om hun bijdrage te kunnen ver
leenen voor de „goede zaak", leidden de
'jonge secretarissen der J. C. U. een lustig
leventje en maakten allerlei uitstapjes in
luxe auto's
In het jaar 1928 begon reeds het- verval
der reuzen-organisatie merkbaar te worden.
De leiders der beweging stonden voortdu
rend vijandig tegenover elkander. In Ja
nuari 1929 werd Kadalie uit de vereeniging
gezet, waarvan hij zelf de stichter was. Nu
begon hij met de oprichting van een nieu
we organisatie, die natuurlijk de felste te
genstander van de J. C. U. is.
Wat zullen de arbeiders nu doen?
In deze critieke oogenblikken voor de
organisatie der zwarte arbeiders stichtte
men de Katholieke unie voor de Katholie
ke arbeiders in Zuid-Afrika. Het ware te
w-enscben, dat alle Katholieke arbeiders
zich bij hun eigen bond aansloten, want
deze werd tot stand gebracht met het doel
om hun rechtvaardige belangen te beharti
gen en op verstandige wijze verbetering te
brengen in de sociale mistoestanden, die
er helaas nog voor velen bestaan.
De ellende onder de verwaarloosde
kinderen in Rusland.
Overdag ziet men in de straten van Mos
kou honderde verlaten kinderen. Ze zit
ten op den rand van liet trottoir en ver-
koopen lucifers. Ze liggen in leege asfalt-
ketels als jonge honden in een mand.
Zij rooken eindje? sigaretten die ze hier
of da-ar gevonden hebben: ze zitten kaart
te spelen. Slechts heel zelden ziet men dat
ze zitten te eten. Dat is alles wa-t er uiter
lijk valt waar te nemen. Maar er gebeurt
nog veel meer met hen wat voor onze
oogen verborgen blijft: ze stelen, ze gebrui
ken morphine en cocaine en drinken
aether: ja, het is reeds meermalen gecom
stateerd, dat zij er niet voor terugschrik
ken om een moord te bedrijvenWan
neer de avond valt ziet men ze langzamer
hand verdwijnen. Dan drentelen ze rond
het station en zoeken zij zich te verber
gen in ledige spoorwegwagons. Hier gaan
ze vast naast elkander liggen, om zich te
verwarmen; zij hebben honger: de meesten
hunner lijden aan syphilis en kijken
droomerig voor zich uit. Zij staren met
•hun vermoeide oogen in de oneindige ver
te: in hun verbeelding zien ze het land
met zijn besneeuwde bergtoppen en waar
des zomers heerlijke druiven en zoete me
loenen groeien. Zij houden buitengewoon
van meloenen. Met een meloen kunnen ze
goed hun maaltijd doen: de meloenen zijn
melig, zoet en sappig;, zij stillen honger en
dorst tegelijk. Zoo trekken zij naar het
Zuiden, het land hunner droomen, naar de
Krim. den Kaukasus, naar Samarkand.
Ieder voor zich of groepsgewijze, trach
ten zij hun doel te bereiken. Zij kruipen
weg onder in de spoorwegwagons, waar
vroeger de accumulatoren stondenzoo
rijden zij dagen achtereen met de treinen
mee: zij liggen in de enge ruimte met hun
knieën tegen hun kin. Óp de stations ko
men ze soms uit hun schiulplaats te voor
schijn, om te vragen of er voor hen niet
eenig eten is overgeblevenWanneer ze
dan eindelijk het doelpunt van hun reis
heben bereikt, gaan ze onmiddelijk op
verkenning uit, om te zien waar de me
loenen groeien. '«Nachts plunderen' ze hee-
le velden leeg. om dan weer verder te
trekken en ergens een inval te doen in de
wijnbergen. Als een sprinkhanenzwerm val
len ze op het land en rooven alles kaal
Hun devies is: vlug handelen en bij elkaar
blijven. Met een ongelooflijke snelheid ver
orberen die gulzige monden die heerlijke
meloenen,_die zoo zacht zijn als zijin de
felle zuiderzon gerijpt ruiken ze naar va-
niRe.
Maar in de ledige, zieke magen van die
kinderen, veroorzaakt het overdadig eten
van die waterachtige vruchten, dyssente-
rie, buiktyphua en cholera.In hun her
sens ziet het er van binnen uit als een me
loen. die de besluitelooze kooper te lang
geschud heeft.
De Commissie voor Jeugdmisdrijven heeft
2445 gevallen onderzooht, die in het eerste
halfjaar van 1928 voor deze commissie in
behandeling kwamen: bij ruim 400 deden
zich duidelijk verschijnselen voor van
syphilis55 waren psychopaten, 114 hunner
;n verslaafd aan het gebruik van be
dwelmende middelen.
Professor Gernet heeft in het vakblad:
„Het probleem der Narcologie" de resul
taten meegedeeld van een onderzoek dat hij
in Moskou heeft ingesteld in de afdeeling
oor maatschappelijke ziekten. Er werden
92 verwaarloosde kinderen onderzocht- en
er waren er onder hen slechts twee die niet
•erslaafd waren aan rooken en het gebrui
ken van bedwelmende middelen meer dan
80 gebruikten geregeld cocaine; de kin
deren die slechts aan een verdoovingsmid-
del verslaafd zijn vormen slechts een kleine
minderheid. Uit het onderzoek bleek dat de
meesten reeds van hun prilste jeugd af met
deze ondeugden behept waren. De meeste
meisjes leven als prostitué.
De misdadigheid onder de jeugd staat in
nauw verband met den economischen toe
stand.
De hoogste cijfers stammen uit de jaren
toen de hongersnood de kinderen naar de
steden joeg.
De misdadigheid der jeugd heeft toen
fantastische afmetingen aangenomen. Ook
de toename der werkeloosheid was van in
vloed op de stijging der misdaden-stati
stiek. Dit blijkt overduidelijk uit de cijfers
die in de Sovjet-pers daarover gepubliceerd
worden.
De weduwe van Lenin Mevrouw Krups-
kaja schatte het aantal verwaarloosde kin
deren op 8 millioen. De volkscommissaris
oor onderwijs becijfert hun aantal op ne
gen millioen.
Professor Posnyschew heeft in een studie
over het vraagstuk der verwaarloosde
jeugd geschreven dat hun aantal in 1926
nog onveranderd was. ofschoon de Iwestia
voor 1926 het cijfer 400.000 opgaf.
Hoe men deze cijfergroepeering ook moge
beschouwen, ze is in ieder geval een ge
weldige aanklacht tegen het Sovjet regiem
een klinkend bewijs, dat dit kwaad enor
me afmetingen heeft aangenomen. Thans
worden de verwaarloosde kinderen in groe
pen van 100.000 ambtelijk geteld en het is
niet uitgesloten, dat volgens de berekenin
gen van Professor Posnyschew hun aantal
thans nog in \de millioenen loopt.
Het Paradijs der Slapers.
Op een half uurtje van de kerk te Leo
(Leopoldstad, Congo) zoo vangt een
brief van een niet genoemd missionaris in
de Annalen van Scheut aan boven op
den Leopoldsberg, ligt een stil en lief dorp
je te midden van mangoboomen.
t Bestaat uit vier lange rijen nette, ge
lijksoortige leemen hutten, elk bedekt met
een scherp strooien dak.
Tusschen die hutten zijn hier en "daar
oranje- en mandarijnboompjes; ér achter
staan groote mangoboomen.
Dat is het dorp der slapers, alias der
slaapzieken.
In de hutten zijn de wanden frisch gewit
en de aarden vloer is er netjes geveegd.
Tegen de wanden binnenshuis staan drie,
vier ijzeren ledikanten, elk voorzien van een
paar netjes opgevouwen dekens; één deken
tot matras en één tot dekking. Onder elk
Led staat er een kistje waarin een komme
tje, wat overschot van eten en enkele geld
stukken (heel 't fortuintje van den eige
naar) zijn weggeborgen. Hier zijn zonder
twijfel zusters aan liet werk; anders ware
zulk een orde en reinheid, heelemaal onmo
gelijk.
Inderdaad, twee Franciscanessen vertoe
ven hier van den morgen tot den avond, om
den slapers elk oogenblik hulp te bieden,
waar zulks noodig of nuttig blijkt.
Regelmatig verblijven hier 120 zieken,
die in het tweede stadium van hun kwaal
zijn. In het eerste stadium van de slaap
ziekte kan de lijder nog wat werken. Dien
tengevolge blijft hij dan nog liever niet
thuis eri stelt zich tevreden met wekelijks
een inspuiting te gaan ontvangen bij den
dokter op het laboratorium. Onze dokters
zijn hun zwarten zieken zeer genegen en
doen alles wat zij kunnen om hen te hel
pen.
Voor het intreden van het tweede of
derde stadium van de ziekte is er, dank zij
den vooruitgang van de wetenschap, tame
lijk veel hoop op genezing. Ongeveer 60
per honderd ralcen er dan nog door. Maar
is de ziekte verder gevorderd, dan is de
genezing ook zeldzamer, ofschoon ook hier
verbetering valt waar te nemen en de gun
stige gevallen in aantal stijgen.
Voor den missionaris is het uitoefenen
zijner H. Bediening op het dorp der slapers
zeer troostrijk. Zoohaast de slaapzieken
hem van vei re zien aankomen, roepen zij
hem van alle kantan toe: „E Sango, rnbo-
te!" (Ei, vader, goedendag!) De kleine peu
ters komen aangerend en vechten om een
hand, of slechts maar een vinger van hem
te bemachtigen. Met een tros kinderen aan
weerszijden en een massa rondom zich
trekt hij triomfantelijk het dorpje binnen.
De slapers zitten meestal voor hun deur
of in de schaduw van een sinaasappelboom
en hun herhaald „Sango, mbote", van ver
met een „mbcte" door den pater beant
woord, wijst den weg aan van den stoet,
die eerst optrekt tot bij de zusters. Daar
verneemt de pater dan de bijzondere geval
len, waar zijn hulp dringender noodig is.
's Zondags krijgen zij van hem een wei
nig tabak. Dat is de dag der dagen. Het
donkere van hun bestaan wordt dan blauw
als de hemel boven hun hoofden. Met
dubbel ongeduld verbeiden zij dan de
komst van hun blanken vader.
Daar jp hij eindelijk!
Hum oogen verslinden zijn zakken. Ein
delijk schiet zijn hand in een zak. „Sango,
likaya?" (Pater, tabak!) juichen zij. Maar
hij haalt zijn zakdoek te voorschijn en veegt
zich het zweet af onder algemeen gelach.
De vurig begeerde tabak komt weldra te
voorschijn en elk krijgt zijn deel, een heel
klein greepje (want hij is niet rijk). Rap is
hun pijp klaar: een flesch, waarin zij be
hendig een gaatje hebben geklopt, of liet
uiteinde van een bamboestok, of de holle
staart van een papajablad. De pijpekop is
eeii trechtervormig toegerold blaadje. Daar
uit rooken zij nu met lange teugen en zijn
met een kleinigheid tevreden
LEIDEN.
Donderdag. Recollectie oud-Retraitanten
Hartebrugskerk, 8 uur.
Vrijdag. Bond voor Groote Gezinnen. „De
Burcht", 8.15 uur.
De avond, nacht en Zondagdienst de
apotheken wordt van Maandag
tot en met Zondag 21 Juli a.s. waai
genomen door de apotheek van den heer
P. du Croix, B.apenburg 9, telefoon 807,
INGEZONDEN MEDEDEELINp.
Vrijdag. ETALAGES BEZICHTIBEN e
KOOPJES HALÈN jn-'den
RICHARD TAUBER.
Als Goethe in „Friederike".
pl.
Fritz Hirsch, de onvermoeibare, heefl
weer een nieuwe operette in het Haagschi
Gebouw voor K. en "NV. op de planken ge
zet. en dat nog wel bij deze hitte. Geer
mensch komt kijken?
Toch wel, want wat Fritz Hirsch dit
maal brengt is zóó superieur dat zelfs
hittegolf niet bij machte is er tegen t<
concurreeren.
„O Madchen, mein Madchen, wie lieb iel
dich".
Men moet Richard Tauber dat hebben
hooren zingen, om te begrijpen, hoe zijn
innig mooi stemgeluid, zijn channeeremj
sonore stem trekt als een magische mag
neet.
Het „Madchen" is Friederike uit Sesu_
heini, een der vele jeugdliefdes van dei
dichter Goethe en de operette speelt ziel
af rondom deze idylle, waarvan de protes
tantsche pastorie het middelpunt is.
De operette is niet geheel historisch
maar behoeft dat ook niet te zijn. He
leven is soms romantischer dan de besto
roman, maar vaker nog moet men het ge
wone leven wat corrigeeren om het romap
tisch en tooneel-fahig te maken. Op schit
terende wijze is door de vervaardigers io
deze operette gebruik gemaakt van Goe
tbe's liederen, zoodat men nauwelijkf
voelt, waar Goetbe eindigt en de operette
tekst begint.
De geschiedenis is overigens eenvoudi
en klaar en juist daardoor van een aan
grijpende tragiek. Friederike, het eenvon
dige meisje, het „Röslein auf der Heide'
krijgt Goethe lief met geheel de krach
van haar wezen, doch zij beseft, dat zij dei
grooten dichter niet binden mag in haai.
kleine sfeer, wanneer deze een benoeming»
wordt aangeboden aan bet hof van Wei
mar. Goethe behoort aan de geheele v
reld, dus ook aan mij", zegt zij en dat
haar genoeg. Zij meent, den grooten maUe
niet aan de wereld te mogen onthoudei
en liet. zwaarste offer brengend, dat Qei
liefhebbend hart kan brengen, doet zij af
stand van den geliefden man en stuurt?'
hem naar Weimar onder voorwendsel, da'
zij weinig om hem geeft. Het „Röslein au!
der Heide' is evenwel geknakt. Wie een
maal Goethe heeft liefgehad, kan geen t(
ander meer liefhebben.
De domineerende figuur in deze operet
te is natuurlijk Goethe, gespeeld door Ri
chard Tauber. Wat. moeten wij eigenlijl
van hem nog zeggen? Hij is een beroemi
man, met een ^eerlijke lyrische stem, soe-
pel en getraind. Daarbij een kunstenaar
die zich geheel thuis voelt in het operette
genre. Tesamen een onovertroffen combi
natie. Iemand, wiens roem hem is vooraf
gegaan in Holland en die in tegenstel
ling met vele anderen zijn roem ten volk
verdient.
„O Madchen, mein Madchen" moest her
haakl worden en nog eens herhaald, om
dat het publiek niet ophield te klappen en
te roepen.
Wonderbaar was het, voor ons, die he!
nuchtere Hollandsche publiek kennen
Maar hij wist het. te pakken, Richard „der
Zauberer" en het te begeesteren voor eei
toch vrij eenvoudig lied-
Naast hem handhaafde zich dapper
Friedl Dotza als Friederike, die een zuiver
innig gevoelig spel gaf, zooals zelden ir
een operette bereikt, wordt.
Fritz Hirsch, wiens operettes in Leider
altijd de hoogste punten van het seizoer
zijn, is o. i. juist daarom zoo in trek, om
dat bij hem alles af is. Zoo ook hier. Her
was geen ster-gezelschap, waarin alleen óf
ster uitblinkt en de andere op 't tweede
of derde plan blijven. Hier konden aller
stuk voor stuk zich handhaven: Fritz
Hirsch natuurlijk zelf als do bijbelvastf
dominee, Carla Carisen als Salomea, Pan'.
Harden als de eeuwige candidaat met hei
lammetje, Fritz Geiger als Weyland enz
enz.
De decors zijn eveneens schitterend et
het orkest onder leiding van Eugen Do
nath is uitstekend.
Alles bij elkaar een subliem spel, dat hel
enthousiasme begrijpelijk maakt.
ZEGWAART.
Autobus. Door H. H. Ged. Staten val
Zuid-Holland is aan den heer P. B. A. var
den Burg vergunning verleend tot het oe
derhouden van een autobusdienst van ha
station naar de Vlamingstraat te Zoeter
meer v. v.
Personalia. Bij de gehouden M.U.L.0-
examens te Den Haag slaagde voor diplo
ma A mej. M. J. E. Riézebos.