INGEZONDEN MEDEDEELING i ecnige ouderen, over eventueele voort- 'efcuij stting der vr nootschap. Er is toen ge- proken over een combinatie met de firma t, <]j lenss, maar v. O. gevoelde daar niet voor, wilde het sturen in de richting, dat hij jrecteur zou worden, althans voorloopig ;t de leiding zou worden belast, v. O. fide wel tc kunnen zorgen voor het. geld, jt de wed. Lans dan uit de zaak zou ne- dfl len. halfi De verdediger, mr. Kokosky, wijst op h et logische, dat een procuratiehouder pro- ma eert directeur te worden bij den dood van directeur. Het O. M.Maar de heer Lans had ver achte toch reeds gezegd, dat hij niet ge- dio [hikt was. Jfr. Kokosky: Maar hij was toen toch treelj og altijd procuratiehouder. Dc president legt er den nadruk op, dat O. zelf al gevoeld had in deze zaak niet hp zijn plaats te zijn. In. 1926 schreef hij iór hei een sollicitatiebrief, dat hij een ande- erkehin werkkring zoekt wegens oneenigheid vei et de directie en in 1927 ging hij een hijncontract aan met zijn schoonzuster, dat hij van plan was weer naar Inü:- ge ziet* gaan. na. Zi Getuige C. P. v. Voorst is eveneens op »ze conferentie geweest, waar v. O. het !ee geopperd heeft de zaak te willen handt vernemen en voortzetten. Hij zou zor- en voor het geld. Toen was nog niet ge- ca proken met mevr. Lans. Verdachte had idelijk gezegd, zoo goed als zeker klaar komen met een geldschieter. Later is me üet mevr. Lans gesproken, die zeidc haar an deel uit de zaak te willen hebben, als erdachte directeur zou worden. Mevr. Lans verklaart, dat Vrijdagmiddag haren huize een conferentie is geweest ze ver de leiding voor de zaak. Verdachte as even voor de andere heeren gekomen te ii i had het denkbeeld geopperd de zaak m d| port te zetten. Verdachte had een geld- evei ;hieter, die bereid was, geld in de zaak omda steken, als hij directeur zou worden. Ge- deiiige heeft toen gezegd, dat zij dan haar tooi mdeel uit de zaak wilde nemen, gaan Getuige A. W. Bos heeft verdachte in ge fn avond van den 29sten gezien, toen hij •verseDen Haag kwam, en bij zijn schoon st er het politiebureau Hof laan opgebeld, o[ a ]iet vertrek van verdachte heeft mevr. bo [eyne nog met getuige over de zaak ge- iroken. Nadat verdachte teruggekomen 'P: da lS; is er ook met hem over de voortzet- een ii ,g <jer zaak gesproken. Verdachte heeft go en gevraagd; of getuige niet de aandee- n van mevr. Lans wilde overnemen. Ge- |ige had er wel ooren naar gehad, en ch den loop van zaken zoo voorgesteld, ut v. O. in zijn positie gehandhaafd de ,u blijven, desnoods met den titel van uitge irecteur, doch dat getuige hem als com- was issaris zou terzijde staan, omdat getui- n auti3 verdachte niet in staat achtte leiding Bch geven. Mr. Kokosky vraagt getuige, of deze ook ietiug| |n verklaring weet te geven, waar ver- 3 achte het geld gelaten heeft, dat hij ver- üisterd heeft. Kende zijn vrouw de waar hij zee van het geld wel? Getuige: Neen, daar had zij geen besef de firan Getuige kent de familie heel goed. jjj De president: Is het mogelijk, dat ver- achte een dubbel leven leidde? Getuige acht dit uitgesloten. Verdachte „e ad daartoe ook den tijd niet, want hij ondei as van uur uur *e controleeren. Govern ^res-: ^et ^an 00^ mogelijk, dal icvr. Weyne voordeel daarvan genoten n héb c^t de zou Getuige zegt pertinent neen, maar de ,e„ree resident toont getuige met een tweetal >n hr'ten aan' nret volkomen op de oogie is. van 1 Getuige mevr. van Weyne erkent des ronds van den 29en November tegen ge- m boe n'ge ®QS Sezegó te hebben, dat nu haar ivager wel broodeloos zou worden. "■etui- Resident wijst getuige er op, dat lachte den 30en November bij haar is n rrOT1„ ekomen en haar verteld heeft, dat er een. •nferentie geweest was niet de firma ees, die voorgesteld had de zaak te li- lideeren. Verdachte zou dan broodeloos ijn, had hij gezegd. Hoe wist u reeds den vorigen avond, dat jjerdachte broodeloos zou worden? Getuige: Dat dacht ik zoo. Pres.: Wist u rééds voor den moord, dat r zwager fraude gepleegd had? Getuige: Neen. eers Presïdent vraagt dan nogmaals hoe e zjj ij toen wist, dat verdachte broodeloos zou id da ror<len- Getuige: Het zal een gedachte geweest bren 'n* Op vragen van mr. Kokosky zegt ge- v q aige nog, dat haar zuster geen begrip Hi van waarc*e van Seld. Zij gaf het cja' rif uit aan allerlei zaken, terwijl rekenin» niet 'en van noodzakelijke dingen niet betaald rerden. Zelfs nu zij door de familie onder- n met 'eun^ wordt weet zij nog niet wat zuinig- ka- *S- Setuige lijdt eenigszins aan ns ver- 'ezc twaal. maar niet zoo erg. wit- een*Se vragen van mr. Kokosky ver- dagJ 'aart ^r' van RÜssel 'iet niet wa-ar- l chijnlijk is, dat degene die de slagen rife.Iee^ toegebracht, geheel- zonder bloed- inet vi Pa^en gebleven, maar geheel onmoge- vesti"d^ n*e*5 a's zeer voorzichtig te zaai rerk is gegaan. zei ook ^r" Kokosky: Er zijn groot e plassen k wild# ®oe<* gevonden, en er is een handdoek ge- 'onden besmeurd met bloed, rijkheid ^r' v' neemt aan, dat wanneer ist op 'e ^ader met bespat is geworden bij het °ebrengèn van de 11 hoofdwonden, dit i uitko ou':er toeval moet zijn geweest. Bij het or hem ^krengen van snijwond kon hij wel ,r Lantf°° te werk zijn gegaan, dat alleen zijn konder tanden zijn bevlekt. Getuige, wien de ide dat ^0ec^ van s^ac^toffer getoond wordt. leidt uit de vernieling van dit hoofdeksei •ag aa lt*! ^at sla'gen met een zwaarder voor- v o T°rP moet zijn toegebracht dan een wan- leL.ok. 2-2 net cl goe r 14 to n op onder zijn. In verband met de door de verdediging gemaakte opmerkingen wordt dr. van Bijs- sel opdracht gegeven tot aanvulling van zijn rapport op eenige punten, waarvoor het noodig zal zijn een onderzoek ter plaatse in te stellen. Maandag a.s .zal dr. van Rijssel over die punten rapport uit brengen. Getuige M. J. Gerritsen verklaart, dat verdachte Zaterdag 1 December bij hem een paar schoenen heeft gekocht, en het paar dat hij aan had, in reparatie had ge geven. Getuige Mosselman heeft Maandag d.a.v. de schoenen van den vorigen getuige in reparatie gekregen. Het was hem opge» vallen, dat deze schoenen aan de punten zoo bijzonder nat waren, en er zaten vlek ken op, alsof ze met benzine waren gewas- schen. Dr. Gerhardt zegt, dat deze vlekken niet van benzine kunnen zijn geweest. Hij blijft er bij, dat hij niets bijzonder aan deze schoenen heeft gevonden. Dr. Gerhardt zal echter ecnige- plekken van deze schoenen nog chemisch onderzoe ken en Maandag van zijn bevindingen ver slag doen. Getuige Bruinaarts verklaart, dat de werkster v. Boekelen op Zaterdagmorgen de koffieboel van Vrijdag niet heeft omge- wassen. Vandaar dat hij aan juffrouw Kroon 's middags opdracht gegeven heeft deze vaten te reinigen. Verdachte zegt. Vrijdag'niet op kantoor koffie gedronken te hebben, maar bij zijn schoonzuster. Mevr. Weyne weer voorgeroepen, ver klaart, dat haar zwager dien dag omstreeks 2 uur bij haar is gekomen. Hij zeide toen nog niet koffie te hebben gedronken. Dc naaister M. R. H. Rémery was ten huize van mevr. Weyne geweest, toen ver dachten dien Vrijdag na den moord bij zijn schoonzuster kwam. Het was toen om streeks 2 uur. Mevr. Weyne had verdachte cr opmerkzaam op gemaakt, dat. zijn broek stuk was. Getuige heeft dit kleedingstuk toen hersteld. De president merkt op, dat vaststaat, dat verdachte's vrouw 's morgens van dien zelfden dag de broek ook al had hersteld. Getuige mej. Lans weet, dat Donderdag van den moord de broek van verdachte niet stuk was, maar des Vrijdags wel. Mr. M. Levendig, compagnon van mr. Kokoslcy, verklaarde, dat verdachte bij een bespreking op het kantoor van getuige ge weigerd had het te doen voorkomen, alsof Lans het geweten zou heben, dat verdach te zichzelf in de boeken gedebiteerd had. Dat kon hij niet met zijn geweten overeen brengen, zei hij. De president merkt op, dat deze ver klaring van geen waarde is. omdat ver dachte niet de boeken gedebiteerd stond. Dat heeft hij eerst later getracht te doen. De zitting wordt dan verdaagd tot Maan dag. Dan zal het O. M. requisitoir nemen. „Vad." Oneerlijk spoorwegpersoneel. Voor de Utrechtsche rechtbank hebben drie zaken gediend tegen oneerlijk spoor wegpersoneel. B., commies der Spoorwegen, dienst doende op het plaatskaartenbureau van het Centraalstation ie Utrecht, had uit de kas, waarin de gelden voor de verkochte plaatskaarten worden gestort, 160 weg genomen. Hij erkende het misdrijf, waarbij hulp was verleend door anderen, die na hem zouden terecht staan. De officier van justitie noemde verdach te dan ook niet den hoofdschuldige en eischte zes maanden gevangenisstraf voor waardelijk. De tweede verdachte was de commies V., die op het plaatskaartenbureau voor doorgaande reizigers' 50 uit de kas had genomen. Voorts stond hij terecht wegens het als cadeau aannemen van door mis drijf verkregen geld ten bedrage van 100. welk geld hem door B. was gegeven. Ook V. had het misdrijf bekend. B. had met hem afgesproken, het geld uit de kas te nemen. Eisch 6 maanden gevangenisstraf voor waardelijk. De derde verdachte, een 53-jarige con trole-beambte, was beschuldigd van met plaatskaarten te hebben geknoeid. De lei ding had vermoeden op hem en door opzet telijk gemerkte kaartjes was hij er in ge- loopen. Hij ontkende alles, ook dat hij geld zou hebben aangenomen van de andere ver dachten. Eisch 9 maanden gevangenisstraf onder aftrek van de voorloopige hechtenis. LUCHTVAART Vliegtuig tegen kerktoren gebotst. Twee slachtoffers. Bij Brescia is een vliegtuig neergestort en tegen een kerktoren geslagen. De piloot en een officier kwamen daarbij om het leven. Vliegtuig op een dak neergestort. Uit Seagirt (New Jersey) wordt gemeld: Op het dak van de woonplaats van den gouverneur is een vliegtuig neergestort. De gouverneur was afwezig en niemand werd gewond. De inzittenden van het vliegtuig liepen wonder boven wonder geen ernstige kwetsuren op. De „Sverige" weder opgestegen. Uit Reykjavik wordt gemeld: De Zweed- sche vliegers zijn gistermorgen om 8.41 uur in de „Sverige" weder opgestegen, ter voort zetting van hun tocht naar de Ver. Staten. Eenige beschouwingen over de Nieuwe Wet op de Naamlooze Vennootschappen De Inbreng. Een andere zaak van groot belang, zoo wel bij de oprichting van een N.V. als daar na, is die van den inbreng. Bedoeld is hier de inbreng van iets anders dan van geld b.v. huizen, fabrieksgebouwen, landerijen, vergunningen, concessies, patenten, inven tarisgoederen, een geheele handelszaak etc. etc. Ook voor deze soort inbreng worden als regel aandeelen uitgereikt even alsof geld ware ingebracht. Door de oude wet niet verboden, was daaromtrent ook niets nader geregeld. Deze onbeperkte vrijheid heeft helaas meerma len aanleiding gegeven tot misbruiken. Her haaldelijk is voorgekomen dat voor een in breng anders dan in geld aandeden werden uitgereikt tot een nominaal bedrag dat de werkelijke waarde der ingebrachte goede ren aanmerkelijk te boven ging. Hetgeen van den beginne af deze wanverhouding in het leven riep, dat het vermogen der ven nootschap aanstonds kleiner was dan haar kapitaal, veelal tot blijvend nadoel van schuldeischers en aandeelhouders. De nieuwe wet heeft aan dergelijke prak tijken een einde pogen te maken door aan transacties aangaande inbreng als hier be deeld een zoo uitgebreid mogelijke open baarheid te geven. Indien voor zoodanige inbreng in een op te richten N.V. aandeelen worden uitgereikt moet deze transactie in de acte van oprichting worden vermeld, hetzij door de overeenkomst in haar geheel in de oprichtingsacte op te nemen, hetzij door alleen het feit der overeenkomst in de acte te vermelden, terwijl dan een nota rieel afschrift van den gcheclen inhoud aan de acte gehecht moet worden. Veel ver schil maakt dit dus niet. Gebeurt een en ander niet, dan is de N.V. niet bevoegd de overeenkomst na hare oprichting te be krachtigen, hetgeen tot gevolg heeft, dat uit die overeenkomst geen rechten en verplich tingen voor de vennootschap ontstaan. Is hierin reeds een waarborg tot bevei liging van het vermogen der N.V. gelegen, er is nog meer. Zooals hieronder nader zal worden aangetoond is voor de bestaan baarheid van iedere N.V. noodig een verklaring van den Minister van Justitie „dat hem van bezwaren niet is gebleken". Het wil mij voorkomen dat de minister bezwaarlijk zoodanige verklaring kan af geven, indien er niet de inbreng-overecn- lcomst iets niet in den haak is. En zoodoen de kan de geheele inwerkingtreding der N.V. worden tegengehouden. Waar bovendien de geheele acte van op richting openbaar gemaakt moet worden in de Staatscourant, wordt dus vanzelf ook de inbreng-overeenkomst openbaar, zoodat iedere belangstellende precies kan weten wat er gebeurd is. Wordt een inbreng-overeenkomst gesloten met een reeds bestaande N.V., dan is de regeling anders. Vooreerst kan (tenzij in de statuten anders is bepaald) zoodanige overeenkomst alleen worden aangegaan door de algemecne vergadering van aan deelhouders, die dus zelf kunnen uitma ken of de transactie wenschelijk is, ja dan neen. Bovendien moet dc zakelijke inhoud van de overeenkomst worden opgenomen in de toelichting op de balans en winst cn verliesrekening over het boekjaar waar in de transactie heeft plaats gevonden. Waar vervolgens die toelichting (zooals we eveneens nader zullen zien) ter inzage moet liggen, eerst van de aandeelhouders (ten kantore der vennootschap) en later van een ieder (ten kantore van het handelsregister) zoo wordt wederom vanzelf de inbreng- overeenkomst publiek domein. Daarnaast is de bestuurder eener N.V. die niet voldoet aan de verplichting tot opneming der over eenkomst in de toelichting strafbaar met een hechtenisstraf van ten hoogste 3 maan den of geldboete van ten hoogste 600. Zooals de nieuwe regeling van het pros pectus een typische uitwerking vormt van het grondbeginsel der nieuwe wet: „Per soonlijke aansprakelijkheid van oprichters, bestuurders en commissarissen", zoo is de regeling van den inbreng een merkwaardig voorbeeld van dezen peiler: „Bescherming van het vermogen der Naamlooze Vennoot schap". De oprichting. De formaliteiten aan de totstandkoming van een N.V. verbonden genoten een vrij groote mate van bekendheid. Onder de oude wet waren het de navolgende: 1. De overeenkomst van oprichting tus- schcn de oprichters moest in een nota- riecle acte worden vastgelegd. 2. Op de notarieel e acte van oprichting moest K o n i n k 1 ij k e bewilliging worden verleend. 3. Een vijfde deel van het maatschap pelijk kapitaal moesl zijn geplaatst. Was aan een van deze drie vereischten niet voldaan, dan was er geen N.V. Wat is van deze voorschriften in de nieu we wet overgebleven? De notarieele acte. en de plaatsing van 1/5 gedeelte van het maatschappelijk ka pitaal Met betrekking tot beide onderwerpen willen we enkele opmerkingen maken. De notarieele acte van oprichting moet vooreerst bevatten den naam der Ven nootschap. Daarin moest vroeger tot uit drukking komen „het voorwerp der han delsonderneming", dus b.v. „N.V. Drukkerij etc." Dit is nu niet meer noodig. In de keu ze van den naam laat de nieuwe wet de grootst mogelijke vrijheidslechts moet de naam aanvangen of eindigen met de woor den „naamlooze vennootschap" of de af korting „N.V." Uit practisohe overwegingen verdient het aanbeveling de naam niet te lang te maken. Immers uit alle geschriften, gedrukte stukken en aankondigingen, waar in de vennootschap partij is of die van haar uitgaan, met uitzondering van telegrammen en reclames, moet de volledige naam der vennootschap volgens de able van oprich ting en de gemeente, waarin hare handels zaak volgens het handelsregister is geves tigd, duidelijk blijken. Dit geldt zoowel voor N.V.'s opgericht vóór als na 1 April j.l. De oprichtingsacte moet verder bevatten dc plaats van vestiging der N.V. In de keuze daarvan bestaat wederom dc grootst moge lijke vrijheid. Het is volstrekt niet noodig als plaats van vestiging te noemen de ge meente waar het hoofdkantoor of oen der filialen der N.V. zal worden opgericht, al zullen deze practisch wel steeds samenval len. Voor de aardigheid zal wel niemand een zaak, die haar werkingssfeer in Leiden beoogt te hebben, in de oprichtingsacte zich laten vestigen in Roodeschool. Maar wet telijk verboden is dit vermaak niet. Alleen moet de plaats van vestiging gelegen zijn in Nederland. Een N.V. gevestigd in het buitenland, moet aldaar worden opgericht overeenkomstig de wettelijke voorschriften van dat vreemde land. Het doel der vennootschap, dat even eens in de oprichtingsacte behoort te wor den opgenomen, mag thans evenmin als vroeger in strijd zijn met de openbare orde of de goede zeden. Indien echter oen een maal opgerichte N.V. later feitelijk werk zaam is in strijd met de goede zeden of de openbare zeden, dan leent de nieuwe wet aan het Openbaar Ministerie de bevoegdheid toe ontbinding clc'r vennootschap te vorde ren. Deze ontbinding, die door de recht bank wordt uitgesproken, wordt openbaar gemaakt in de Staatscourant en het Han delsregister, terwijl de afwikkeling ge schiedt. als bij een faillissement. Of deze nieuwe regeling in de praktijk veel zal uil halen, dient to worden afgewacht. Dc groot ste kracht ervan ligt m.i. in do preventieve werking en als zoodanig kan hot wel nuttig werken. De benoeming van bet bestuur moet voor den eersten keer geschieden bij de acte van oprichting. Vroeger was dit veelal gebruik maar geen wet. Ook thans moet do oprichtingsacte ver melden het bedrag van het maatschappe lijk kapitaal, alsmede het aantal en het bedrag der aandeelen. (Waaruit volgt, dat onze wet, anders dan sommige buitcnland- s'die wetgevingen, niet kent aandeelen zon der nominale waarde, die b.v. recht geven op 1/100 of 1/1000 van het vermogen cn van de winsten der vennootschap); bovendien het aantal aandeelen waarvoor door ieder der oprichters in de vennootschap wordt deelgenomen. Dit moet zijn ton minste 1/5 deel van het maatschappelijk kapitaal (te zamen). Een termijn te bepalen waarbinnen het overige 4/5 gedeelte moet worden ge plaatst, zooals onder de oude wet verplicht was, is thans niet meer noodig. De tijd tot plaatsing van het niet geplaatste'gedeelte van het maatschappelijk kapitaal is derhal ve onbeperkt. Geen enkele N.V. is gehouden in alle ge schriften, gedrukte stukken cn aankondi gingen, die van haar uitgaan, melding te maken van de hoegrootheid van haar maat schappelijk kapitaal. In dc praclijk ge schiedt dit meermalen (om Indruk te ma ken?) wel. In dat geval moet volgens de nieuwe wet tevens vermeld worden, welk bedrag is geplaatst en hoeveel van het ge plaatste bedrag is gestort. Deze bepaling, die onmiddellijk op alle N.V.'s van toepas sing is, zal waarschijnlijk in vele gevallen de lust om met het maatschappelijk kapi taal te pronken, ietwat bekoelen. Het vereisehte der Koninklijke bewilli ging op de notarieele acte van oprichting is in de nieuwe wet verdwenen. In de plaats daarvan is getreden een verklaring van den Minister van Justitie „dat hem van bezwaren niet is gebleken". Het zou niet oninteressant zijn op de geschiedenis van deze wetswijziging wat nader in te gaan. Daaruit tóch zou blijken, in hoe sterke mate in betrekkelijk korten tijd de denkbeelden omtrent zeker onder werp aan verandering onderhevig zijn. Sinds jaar en dag was men het óver één ding eens: de noodzakelijkheid van afschaf fing van dit soort preventief staatstoezicht. Men achtte haar zelfs gevaarlijk, omdat „de Koninklijke bewilliging naar buiten een schijn van soliditeit en realiteit wekte, terwijl zij in werkelijkheid noch de solidi teit dor N.V. garandeerde immers1 slechts kan geweigerd worden wegens strijd met goede zeden, openbare orde of de desbe treffende bepalingen van het V7. v. K. nóch waarborgen gaf, dat cenc N.V., die aanvankelijk met goede zeden, openbare orde of wet niet streed, ook bij voortduren zich op dit pad der deugd zou b 1 ij v e n voortbewegen". Minister Neliesen liet dan ook, confonn de algemecne zienswijze, de Koninklijke bewilliging eenvoudig in zijn wetsontwerp weg. Maar toen men goed en wel dc zaak ernstig voor zich zag, bleken de meeningen gekeerd. Bij verval van dit preventief toezicht vreesde men een be langrijke uitbreiding van gevallen van nie tigheid eener N.V., eerst blijkende na ha ren aanvang. Welgemoed als steeds nam minister Tiecmskerk het toezicht dan maar weer in de wet op. Zij het dan niet in den vorm eener Koninklijke bewilliging maar, zooals gezegd, als ministerieele verklaring „van geen bezwaar". Klaarblijkelijk heeft men zich derhalve niet kunnen ontworste len aan de vrees, dat een „Koninklijke be williging" een gevaarlijk wapen kon zijn in de handen van minder scrupuleuze indivi duen, ter misleiding van „boeren en bui tenlui". En inderdaad heeft men dit als een der gewichtigste bezwaren tegen deze goedkeuring aangevoerd. Allicht zoo was de reóeneering dat met succes de Koninklijke vlag nu en dan zou worden ont plooid om de dubieuse lading te dekken. Indien deze vrees gegrond was, dan wil het mij voorkomen, dat ze ook tegen de nieuwe regeling kan worden aangevoerd. Nu kan men dan toch gaan schermen mot- de mi nisterieele „verklaring van geen bezwaar". De Koninklijke standaard is eenvoudig ver vangen door de admiraalsvlag. En het staat voor mij vast, dat, wie zich door de eerste liet verblinden, er ook zal invliegen als men de tweede kundig laat wapperen. Be staat er mitsdien tegenover de buitenwacht tusschen de oude en de nieuwe regeling in wezen niet het minste verschil, ook met be trekking tol #e binnenwacht, is dit naar mijne meening niet het geval. Immers in beide regelingen wordt practisch de goedkeuring in handen gelegd van het Div parlement van Justitie cn in normale gevallen bet eekent dit: in handen van een. ambtenaar van dit departement. Of thans aan het departement niet een te gröote bevoegdheid is toegekend is een tweede vraag, welke ik overigens geneigd ben ont kennend tc beantwoorden. Van misbruik van macht is ook onder de oude regeling niet gebleken en er bestaat geen aanlei ding waarom hierin thans verandering zou komen. Maar al zoude doze in eenig geval zijn aan te wijzen, dan nog lijkt mij de hui dige vorm van preventief staatstoezicht, waardoor zooveel mogelijk wordt voorko men, dat in het maatschappelijk leven werk zaam zijn N.V.'s, die later blijken als zoo danig niet te bestaan omdat bij de oprich ting daarvan aan een of meer wettelijke formaliteiten niet is voldaan, de meest ver kieslijke. Al was het. alleen maar om de jarenlange ervaring die men nu eenmaal aan het departement heeft. Ervaring be hoedt dikwijls voor onberaden beslissingen, al wordt, dit in den tegenwoordigon ruste- loozen tijd niet steeds meer erkend. M r. H. F. A. Donders. UIT DE OMGEVING KATWIJK AAN DEN RIJN. Etalagewedstrijd. Meldden we onlangs dat het bestuur der Oranjeverceniging voornemens was bij de a.s. te houden Oran jefeesten tegelijk een etalage-wedstrijd te houden, thans kunnen we berichten dat reeds voldoende winkeliers hebben bericht-, dat zij in principe voor een dcrgclijken wedstrijd zijn. Verwacht mag dan ook wor den, dat ook dc deelname aan dezen wed strijd voldoende zal zijn, zoodat zulks voor het bestuur een succes moge worden Slagersvereeniying. Dc slnycrsver- ecniging Katwijk cn Omstr. hield haar jaarvergadering in de Roskam. Dc voorzit ter, de hoer D. Driebergen, opende dc ver gadering, waarna dc secr., do heer W. Cas- pers, de notulen las en het jaarverslag. Bei den werden goedgekeurd. Het jaarverslag meldde, dat de verceniging gewerkt heeft ten voordecle der leden. Zoo was b.v. coöperatief ijs aangekocht tegen lagere prijzen dan tot heden betaald werd, even zoo perkament voor verpakking, liet ver slag van den penningm. sloot met een batig saldo. De commissie van verificatie, be staande uit de heeren Oosthoek en KI. Spie renburg hadden alles in goede orde bevon den. Den penningm. werd dank gezegd voor zijn goed beheer. Als controlecommissie wérden voor 1929—1930 benoemd dc heeren D. Klcen en Alb. v. d. Plas. De penningm. de heer C. Timmers deed nog verslag van het assurantiefonds. ALs bestuursleden wer den herkozen do heeren D. Driebergen en J. Vooys. De contributie voor 1929 werd vastgesteld als vorig jaar. Bij de rondvraag werd o.m. gesproken over een in den a.s. winter to houden vakcursus van welke cur sus men veel nut verwachtte. Nader zal hierover nog gesproken worden. Do verga dering werd daarna met een woord van dank door den voorzitter gesloten TER-AAR. Personalia. Onze plaatsgenoot, de lieor P. Akerboom Czn., leerling van de R. K. Bisschoppelijke Kweekschool te Be verwijk, is geslaagd voor onderwijzer. VOORHOUT. Beroepen. De weleerw. heer Ds. Klomp van Aarlandervecn is beroepen als predi kant voor de Ned. Herv. kerk alhier. WASSENAAR Benoemd. Tot klerk ter Gemeentese cretarie alhier is benoemd Mr. J. Hccringa te Alphen a. d. Rijn. Aanbesteding. Bij do door Burgemees ter en Wethouders gehouden aanbesteding voor het leggen van een stalen riool perslei ding met bijbehoorende werkzaamheden, ten behoeve van do riolecring der gemeente Wassenaar, werd ingeschreven door: N.V. Aanneming Mij. voorheen fa. C. de Ruiter te Haarlem voor 27.180.L. van dor Valk te Heemstede 29.300.N.V. Visser en Smit's Aann. Mij. Papendrceht 30.017. N.V. de Nederl. Gasmetorfabriek Georgo Wilson te 's-Gravenhage 31.100. UIT DE RIJNSTREEK ALPHEN AAN DEN RIJN. Geslaagd. Voor het mclkcxamen slaagde de heer A. Oudshoorn alhier. Arbeidsongeval. Gisteren had oen jon gen, werkzaam aan de wagenmakerij van de heer N. Zwartjes in do Prins Hendrik straat, het ongeluk met zijn hand in aanra king tc komen met een in werking zijnde schaafmachine. Hierdoor werd hem een vin ger bijna geheel afgesneden. Dr. G. verleen de hem de eerste geneeskundige hulp. NIEUWVEEN. Collecte. Op 27 Juni a.s. zal wederom, thans voor den ll'Jden keer, de jaarlijksche collecte plaats vinden ten behoeve, van liet Fonds tot aanmoediging en ondersteuning van den Gewapenden Dienst in dc Neder landen. Het bestuur van voormeld fonds noodigt de ingezetenen der Gemeente uit deze oudé en eerbiedwaardige collecte met ruime bijdragen te steunen. Het goede doel iv dien steun alleszins waard. Blijkens het laatste jaarverslag werden door bedoeld Fonds 736 verdienstelijke oud- militairen, die hulpbehoevend waren ge worden finantieel gesteund. Het Fonds onderhoudt bovendien to Leiden het Ko ninklijk Militair Invalidenhuis, waarin aan oud-militairen een aangenaam cn gezollig tehuis wordt geboden. Hierin werden in het afgeloopen jaar 52 oud-militairen ver pleegd. Gaarne zou het Fonds zijn hulp in wij deren kring willen verloenen; de geldmid delen laten echter uitbreiding niet toe. Burgemeester en Wethouders van Nieuw- vecn bevelen deze collecte gaarne aan bij do ingezetenen dezer Gemeentel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 7