INGEZONDEN MEDEDEELING
i ecnige ouderen, over eventueele voort-
'efcuij stting der vr nootschap. Er is toen ge-
proken over een combinatie met de firma
t, <]j lenss, maar v. O. gevoelde daar niet voor,
wilde het sturen in de richting, dat hij
jrecteur zou worden, althans voorloopig
;t de leiding zou worden belast, v. O.
fide wel tc kunnen zorgen voor het. geld,
jt de wed. Lans dan uit de zaak zou ne-
dfl len.
halfi De verdediger, mr. Kokosky, wijst op
h et logische, dat een procuratiehouder pro-
ma eert directeur te worden bij den dood van
directeur.
Het O. M.Maar de heer Lans had ver
achte toch reeds gezegd, dat hij niet ge-
dio [hikt was.
Jfr. Kokosky: Maar hij was toen toch
treelj og altijd procuratiehouder.
Dc president legt er den nadruk op, dat
O. zelf al gevoeld had in deze zaak niet
hp zijn plaats te zijn. In. 1926 schreef hij
iór hei een sollicitatiebrief, dat hij een ande-
erkehin werkkring zoekt wegens oneenigheid
vei et de directie en in 1927 ging hij een
hijncontract aan met zijn schoonzuster,
dat hij van plan was weer naar Inü:-
ge ziet* gaan.
na. Zi Getuige C. P. v. Voorst is eveneens op
»ze conferentie geweest, waar v. O. het
!ee geopperd heeft de zaak te willen
handt vernemen en voortzetten. Hij zou zor-
en voor het geld. Toen was nog niet ge-
ca proken met mevr. Lans. Verdachte had
idelijk gezegd, zoo goed als zeker klaar
komen met een geldschieter. Later is
me üet mevr. Lans gesproken, die zeidc haar
an deel uit de zaak te willen hebben, als
erdachte directeur zou worden.
Mevr. Lans verklaart, dat Vrijdagmiddag
haren huize een conferentie is geweest
ze ver de leiding voor de zaak. Verdachte
as even voor de andere heeren gekomen
te ii i had het denkbeeld geopperd de zaak
m d| port te zetten. Verdachte had een geld-
evei ;hieter, die bereid was, geld in de zaak
omda steken, als hij directeur zou worden. Ge-
deiiige heeft toen gezegd, dat zij dan haar
tooi mdeel uit de zaak wilde nemen,
gaan Getuige A. W. Bos heeft verdachte in
ge fn avond van den 29sten gezien, toen hij
•verseDen Haag kwam, en bij zijn schoon
st er het politiebureau Hof laan opgebeld,
o[ a ]iet vertrek van verdachte heeft mevr.
bo [eyne nog met getuige over de zaak ge-
iroken. Nadat verdachte teruggekomen
'P: da lS; is er ook met hem over de voortzet-
een ii ,g <jer zaak gesproken. Verdachte heeft
go en gevraagd; of getuige niet de aandee-
n van mevr. Lans wilde overnemen. Ge-
|ige had er wel ooren naar gehad, en
ch den loop van zaken zoo voorgesteld,
ut v. O. in zijn positie gehandhaafd
de ,u blijven, desnoods met den titel van
uitge irecteur, doch dat getuige hem als com-
was issaris zou terzijde staan, omdat getui-
n auti3 verdachte niet in staat achtte leiding
Bch geven.
Mr. Kokosky vraagt getuige, of deze ook
ietiug| |n verklaring weet te geven, waar ver-
3 achte het geld gelaten heeft, dat hij ver-
üisterd heeft. Kende zijn vrouw de waar
hij zee van het geld wel?
Getuige: Neen, daar had zij geen besef
de firan
Getuige kent de familie heel goed.
jjj De president: Is het mogelijk, dat ver-
achte een dubbel leven leidde?
Getuige acht dit uitgesloten. Verdachte
„e ad daartoe ook den tijd niet, want hij
ondei as van uur uur *e controleeren.
Govern ^res-: ^et ^an 00^ mogelijk, dal
icvr. Weyne voordeel daarvan genoten
n héb c^t
de zou Getuige zegt pertinent neen, maar de
,e„ree resident toont getuige met een tweetal
>n hr'ten aan' nret volkomen op de
oogie is.
van 1 Getuige mevr. van Weyne erkent des
ronds van den 29en November tegen ge-
m boe n'ge ®QS Sezegó te hebben, dat nu haar
ivager wel broodeloos zou worden.
"■etui- Resident wijst getuige er op, dat
lachte den 30en November bij haar is
n rrOT1„ ekomen en haar verteld heeft, dat er een.
•nferentie geweest was niet de firma
ees, die voorgesteld had de zaak te li-
lideeren. Verdachte zou dan broodeloos
ijn, had hij gezegd.
Hoe wist u reeds den vorigen avond, dat
jjerdachte broodeloos zou worden?
Getuige: Dat dacht ik zoo.
Pres.: Wist u rééds voor den moord, dat
r zwager fraude gepleegd had?
Getuige: Neen.
eers Presïdent vraagt dan nogmaals hoe
e zjj ij toen wist, dat verdachte broodeloos zou
id da ror<len-
Getuige: Het zal een gedachte geweest
bren 'n*
Op vragen van mr. Kokosky zegt ge-
v q aige nog, dat haar zuster geen begrip
Hi van waarc*e van Seld. Zij gaf het
cja' rif uit aan allerlei zaken, terwijl rekenin»
niet 'en van noodzakelijke dingen niet betaald
rerden. Zelfs nu zij door de familie onder-
n met 'eun^ wordt weet zij nog niet wat zuinig-
ka- *S- Setuige lijdt eenigszins aan
ns ver- 'ezc twaal. maar niet zoo erg.
wit- een*Se vragen van mr. Kokosky ver-
dagJ 'aart ^r' van RÜssel 'iet niet wa-ar-
l chijnlijk is, dat degene die de slagen
rife.Iee^ toegebracht, geheel- zonder bloed-
inet vi Pa^en gebleven, maar geheel onmoge-
vesti"d^ n*e*5 a's zeer voorzichtig te
zaai rerk is gegaan.
zei ook ^r" Kokosky: Er zijn groot e plassen
k wild# ®oe<* gevonden, en er is een handdoek ge-
'onden besmeurd met bloed,
rijkheid ^r' v' neemt aan, dat wanneer
ist op 'e ^ader met bespat is geworden bij het
°ebrengèn van de 11 hoofdwonden, dit
i uitko ou':er toeval moet zijn geweest. Bij het
or hem ^krengen van snijwond kon hij wel
,r Lantf°° te werk zijn gegaan, dat alleen zijn
konder tanden zijn bevlekt. Getuige, wien de
ide dat ^0ec^ van s^ac^toffer getoond wordt.
leidt uit de vernieling van dit hoofdeksei
•ag aa lt*! ^at sla'gen met een zwaarder voor-
v o T°rP moet zijn toegebracht dan een wan-
leL.ok.
2-2
net cl
goe r
14 to
n op
onder
zijn.
In verband met de door de verdediging
gemaakte opmerkingen wordt dr. van Bijs-
sel opdracht gegeven tot aanvulling van
zijn rapport op eenige punten, waarvoor
het noodig zal zijn een onderzoek ter
plaatse in te stellen. Maandag a.s .zal dr.
van Rijssel over die punten rapport uit
brengen.
Getuige M. J. Gerritsen verklaart, dat
verdachte Zaterdag 1 December bij hem
een paar schoenen heeft gekocht, en het
paar dat hij aan had, in reparatie had ge
geven.
Getuige Mosselman heeft Maandag d.a.v.
de schoenen van den vorigen getuige in
reparatie gekregen. Het was hem opge»
vallen, dat deze schoenen aan de punten
zoo bijzonder nat waren, en er zaten vlek
ken op, alsof ze met benzine waren gewas-
schen.
Dr. Gerhardt zegt, dat deze vlekken
niet van benzine kunnen zijn geweest. Hij
blijft er bij, dat hij niets bijzonder aan deze
schoenen heeft gevonden.
Dr. Gerhardt zal echter ecnige- plekken
van deze schoenen nog chemisch onderzoe
ken en Maandag van zijn bevindingen ver
slag doen.
Getuige Bruinaarts verklaart, dat de
werkster v. Boekelen op Zaterdagmorgen
de koffieboel van Vrijdag niet heeft omge-
wassen. Vandaar dat hij aan juffrouw
Kroon 's middags opdracht gegeven heeft
deze vaten te reinigen.
Verdachte zegt. Vrijdag'niet op kantoor
koffie gedronken te hebben, maar bij zijn
schoonzuster.
Mevr. Weyne weer voorgeroepen, ver
klaart, dat haar zwager dien dag omstreeks
2 uur bij haar is gekomen. Hij zeide toen
nog niet koffie te hebben gedronken.
Dc naaister M. R. H. Rémery was ten
huize van mevr. Weyne geweest, toen ver
dachten dien Vrijdag na den moord bij zijn
schoonzuster kwam. Het was toen om
streeks 2 uur. Mevr. Weyne had verdachte
cr opmerkzaam op gemaakt, dat. zijn broek
stuk was. Getuige heeft dit kleedingstuk
toen hersteld.
De president merkt op, dat vaststaat,
dat verdachte's vrouw 's morgens van dien
zelfden dag de broek ook al had hersteld.
Getuige mej. Lans weet, dat Donderdag
van den moord de broek van verdachte
niet stuk was, maar des Vrijdags wel.
Mr. M. Levendig, compagnon van mr.
Kokoslcy, verklaarde, dat verdachte bij een
bespreking op het kantoor van getuige ge
weigerd had het te doen voorkomen, alsof
Lans het geweten zou heben, dat verdach
te zichzelf in de boeken gedebiteerd had.
Dat kon hij niet met zijn geweten overeen
brengen, zei hij.
De president merkt op, dat deze ver
klaring van geen waarde is. omdat ver
dachte niet de boeken gedebiteerd stond.
Dat heeft hij eerst later getracht te doen.
De zitting wordt dan verdaagd tot Maan
dag. Dan zal het O. M. requisitoir nemen.
„Vad."
Oneerlijk spoorwegpersoneel.
Voor de Utrechtsche rechtbank hebben
drie zaken gediend tegen oneerlijk spoor
wegpersoneel.
B., commies der Spoorwegen, dienst
doende op het plaatskaartenbureau van het
Centraalstation ie Utrecht, had uit de
kas, waarin de gelden voor de verkochte
plaatskaarten worden gestort, 160 weg
genomen.
Hij erkende het misdrijf, waarbij hulp
was verleend door anderen, die na hem
zouden terecht staan.
De officier van justitie noemde verdach
te dan ook niet den hoofdschuldige en
eischte zes maanden gevangenisstraf voor
waardelijk.
De tweede verdachte was de commies
V., die op het plaatskaartenbureau voor
doorgaande reizigers' 50 uit de kas had
genomen. Voorts stond hij terecht wegens
het als cadeau aannemen van door mis
drijf verkregen geld ten bedrage van 100.
welk geld hem door B. was gegeven.
Ook V. had het misdrijf bekend. B. had
met hem afgesproken, het geld uit de kas
te nemen.
Eisch 6 maanden gevangenisstraf voor
waardelijk.
De derde verdachte, een 53-jarige con
trole-beambte, was beschuldigd van met
plaatskaarten te hebben geknoeid. De lei
ding had vermoeden op hem en door opzet
telijk gemerkte kaartjes was hij er in ge-
loopen.
Hij ontkende alles, ook dat hij geld zou
hebben aangenomen van de andere ver
dachten.
Eisch 9 maanden gevangenisstraf onder
aftrek van de voorloopige hechtenis.
LUCHTVAART
Vliegtuig tegen kerktoren gebotst.
Twee slachtoffers.
Bij Brescia is een vliegtuig neergestort
en tegen een kerktoren geslagen. De piloot
en een officier kwamen daarbij om het
leven.
Vliegtuig op een dak neergestort.
Uit Seagirt (New Jersey) wordt gemeld:
Op het dak van de woonplaats van den
gouverneur is een vliegtuig neergestort. De
gouverneur was afwezig en niemand werd
gewond. De inzittenden van het vliegtuig
liepen wonder boven wonder geen ernstige
kwetsuren op.
De „Sverige" weder opgestegen.
Uit Reykjavik wordt gemeld: De Zweed-
sche vliegers zijn gistermorgen om 8.41 uur
in de „Sverige" weder opgestegen, ter voort
zetting van hun tocht naar de Ver. Staten.
Eenige beschouwingen over de Nieuwe Wet op de
Naamlooze Vennootschappen
De Inbreng.
Een andere zaak van groot belang, zoo
wel bij de oprichting van een N.V. als daar
na, is die van den inbreng. Bedoeld is hier
de inbreng van iets anders dan van geld
b.v. huizen, fabrieksgebouwen, landerijen,
vergunningen, concessies, patenten, inven
tarisgoederen, een geheele handelszaak etc.
etc. Ook voor deze soort inbreng worden als
regel aandeelen uitgereikt even alsof geld
ware ingebracht.
Door de oude wet niet verboden, was
daaromtrent ook niets nader geregeld. Deze
onbeperkte vrijheid heeft helaas meerma
len aanleiding gegeven tot misbruiken. Her
haaldelijk is voorgekomen dat voor een in
breng anders dan in geld aandeden werden
uitgereikt tot een nominaal bedrag dat de
werkelijke waarde der ingebrachte goede
ren aanmerkelijk te boven ging. Hetgeen
van den beginne af deze wanverhouding in
het leven riep, dat het vermogen der ven
nootschap aanstonds kleiner was dan haar
kapitaal, veelal tot blijvend nadoel van
schuldeischers en aandeelhouders.
De nieuwe wet heeft aan dergelijke prak
tijken een einde pogen te maken door aan
transacties aangaande inbreng als hier be
deeld een zoo uitgebreid mogelijke open
baarheid te geven. Indien voor zoodanige
inbreng in een op te richten N.V. aandeelen
worden uitgereikt moet deze transactie in
de acte van oprichting worden vermeld,
hetzij door de overeenkomst in haar geheel
in de oprichtingsacte op te nemen, hetzij
door alleen het feit der overeenkomst in de
acte te vermelden, terwijl dan een nota
rieel afschrift van den gcheclen inhoud aan
de acte gehecht moet worden. Veel ver
schil maakt dit dus niet. Gebeurt een en
ander niet, dan is de N.V. niet bevoegd de
overeenkomst na hare oprichting te be
krachtigen, hetgeen tot gevolg heeft, dat uit
die overeenkomst geen rechten en verplich
tingen voor de vennootschap ontstaan.
Is hierin reeds een waarborg tot bevei
liging van het vermogen der N.V. gelegen,
er is nog meer. Zooals hieronder nader zal
worden aangetoond is voor de bestaan
baarheid van iedere N.V. noodig een
verklaring van den Minister van Justitie
„dat hem van bezwaren niet is gebleken".
Het wil mij voorkomen dat de minister
bezwaarlijk zoodanige verklaring kan af
geven, indien er niet de inbreng-overecn-
lcomst iets niet in den haak is. En zoodoen
de kan de geheele inwerkingtreding der
N.V. worden tegengehouden.
Waar bovendien de geheele acte van op
richting openbaar gemaakt moet worden
in de Staatscourant, wordt dus vanzelf ook
de inbreng-overeenkomst openbaar, zoodat
iedere belangstellende precies kan weten
wat er gebeurd is.
Wordt een inbreng-overeenkomst gesloten
met een reeds bestaande N.V., dan is de
regeling anders. Vooreerst kan (tenzij in
de statuten anders is bepaald) zoodanige
overeenkomst alleen worden aangegaan
door de algemecne vergadering van aan
deelhouders, die dus zelf kunnen uitma
ken of de transactie wenschelijk is, ja dan
neen. Bovendien moet dc zakelijke inhoud
van de overeenkomst worden opgenomen
in de toelichting op de balans en winst
cn verliesrekening over het boekjaar waar
in de transactie heeft plaats gevonden.
Waar vervolgens die toelichting (zooals we
eveneens nader zullen zien) ter inzage moet
liggen, eerst van de aandeelhouders (ten
kantore der vennootschap) en later van een
ieder (ten kantore van het handelsregister)
zoo wordt wederom vanzelf de inbreng-
overeenkomst publiek domein. Daarnaast is
de bestuurder eener N.V. die niet voldoet
aan de verplichting tot opneming der over
eenkomst in de toelichting strafbaar met
een hechtenisstraf van ten hoogste 3 maan
den of geldboete van ten hoogste 600.
Zooals de nieuwe regeling van het pros
pectus een typische uitwerking vormt van
het grondbeginsel der nieuwe wet: „Per
soonlijke aansprakelijkheid van oprichters,
bestuurders en commissarissen", zoo is de
regeling van den inbreng een merkwaardig
voorbeeld van dezen peiler: „Bescherming
van het vermogen der Naamlooze Vennoot
schap".
De oprichting.
De formaliteiten aan de totstandkoming
van een N.V. verbonden genoten een vrij
groote mate van bekendheid. Onder de
oude wet waren het de navolgende:
1. De overeenkomst van oprichting tus-
schcn de oprichters moest in een nota-
riecle acte worden vastgelegd.
2. Op de notarieel e acte van oprichting
moest K o n i n k 1 ij k e bewilliging
worden verleend.
3. Een vijfde deel van het maatschap
pelijk kapitaal moesl zijn geplaatst.
Was aan een van deze drie vereischten
niet voldaan, dan was er geen N.V.
Wat is van deze voorschriften in de nieu
we wet overgebleven?
De notarieele acte. en de plaatsing van
1/5 gedeelte van het maatschappelijk ka
pitaal
Met betrekking tot beide onderwerpen
willen we enkele opmerkingen maken.
De notarieele acte van oprichting moet
vooreerst bevatten den naam der Ven
nootschap. Daarin moest vroeger tot uit
drukking komen „het voorwerp der han
delsonderneming", dus b.v. „N.V. Drukkerij
etc." Dit is nu niet meer noodig. In de keu
ze van den naam laat de nieuwe wet de
grootst mogelijke vrijheidslechts moet de
naam aanvangen of eindigen met de woor
den „naamlooze vennootschap" of de af
korting „N.V." Uit practisohe overwegingen
verdient het aanbeveling de naam niet te
lang te maken. Immers uit alle geschriften,
gedrukte stukken en aankondigingen, waar
in de vennootschap partij is of die van haar
uitgaan, met uitzondering van telegrammen
en reclames, moet de volledige naam der
vennootschap volgens de able van oprich
ting en de gemeente, waarin hare handels
zaak volgens het handelsregister is geves
tigd, duidelijk blijken. Dit geldt zoowel voor
N.V.'s opgericht vóór als na 1 April j.l.
De oprichtingsacte moet verder bevatten
dc plaats van vestiging der N.V. In de keuze
daarvan bestaat wederom dc grootst moge
lijke vrijheid. Het is volstrekt niet noodig
als plaats van vestiging te noemen de ge
meente waar het hoofdkantoor of oen der
filialen der N.V. zal worden opgericht, al
zullen deze practisch wel steeds samenval
len. Voor de aardigheid zal wel niemand
een zaak, die haar werkingssfeer in Leiden
beoogt te hebben, in de oprichtingsacte zich
laten vestigen in Roodeschool. Maar wet
telijk verboden is dit vermaak niet. Alleen
moet de plaats van vestiging gelegen zijn
in Nederland. Een N.V. gevestigd in het
buitenland, moet aldaar worden opgericht
overeenkomstig de wettelijke voorschriften
van dat vreemde land.
Het doel der vennootschap, dat even
eens in de oprichtingsacte behoort te wor
den opgenomen, mag thans evenmin als
vroeger in strijd zijn met de openbare orde
of de goede zeden. Indien echter oen een
maal opgerichte N.V. later feitelijk werk
zaam is in strijd met de goede zeden of de
openbare zeden, dan leent de nieuwe wet aan
het Openbaar Ministerie de bevoegdheid
toe ontbinding clc'r vennootschap te vorde
ren. Deze ontbinding, die door de recht
bank wordt uitgesproken, wordt openbaar
gemaakt in de Staatscourant en het Han
delsregister, terwijl de afwikkeling ge
schiedt. als bij een faillissement. Of deze
nieuwe regeling in de praktijk veel zal uil
halen, dient to worden afgewacht. Dc groot
ste kracht ervan ligt m.i. in do preventieve
werking en als zoodanig kan hot wel nuttig
werken.
De benoeming van bet bestuur moet voor
den eersten keer geschieden bij de acte van
oprichting. Vroeger was dit veelal gebruik
maar geen wet.
Ook thans moet do oprichtingsacte ver
melden het bedrag van het maatschappe
lijk kapitaal, alsmede het aantal en het
bedrag der aandeelen. (Waaruit volgt, dat
onze wet, anders dan sommige buitcnland-
s'die wetgevingen, niet kent aandeelen zon
der nominale waarde, die b.v. recht geven
op 1/100 of 1/1000 van het vermogen cn van
de winsten der vennootschap); bovendien
het aantal aandeelen waarvoor door ieder
der oprichters in de vennootschap wordt
deelgenomen. Dit moet zijn ton minste 1/5
deel van het maatschappelijk kapitaal (te
zamen). Een termijn te bepalen waarbinnen
het overige 4/5 gedeelte moet worden ge
plaatst, zooals onder de oude wet verplicht
was, is thans niet meer noodig. De tijd tot
plaatsing van het niet geplaatste'gedeelte
van het maatschappelijk kapitaal is derhal
ve onbeperkt.
Geen enkele N.V. is gehouden in alle ge
schriften, gedrukte stukken cn aankondi
gingen, die van haar uitgaan, melding te
maken van de hoegrootheid van haar maat
schappelijk kapitaal. In dc praclijk ge
schiedt dit meermalen (om Indruk te ma
ken?) wel. In dat geval moet volgens de
nieuwe wet tevens vermeld worden, welk
bedrag is geplaatst en hoeveel van het ge
plaatste bedrag is gestort. Deze bepaling,
die onmiddellijk op alle N.V.'s van toepas
sing is, zal waarschijnlijk in vele gevallen
de lust om met het maatschappelijk kapi
taal te pronken, ietwat bekoelen.
Het vereisehte der Koninklijke bewilli
ging op de notarieele acte van oprichting
is in de nieuwe wet verdwenen. In de plaats
daarvan is getreden een verklaring van
den Minister van Justitie „dat hem van
bezwaren niet is gebleken".
Het zou niet oninteressant zijn op de
geschiedenis van deze wetswijziging wat
nader in te gaan. Daaruit tóch zou blijken,
in hoe sterke mate in betrekkelijk korten
tijd de denkbeelden omtrent zeker onder
werp aan verandering onderhevig zijn.
Sinds jaar en dag was men het óver één
ding eens: de noodzakelijkheid van afschaf
fing van dit soort preventief staatstoezicht.
Men achtte haar zelfs gevaarlijk, omdat
„de Koninklijke bewilliging naar buiten
een schijn van soliditeit en realiteit wekte,
terwijl zij in werkelijkheid noch de solidi
teit dor N.V. garandeerde immers1 slechts
kan geweigerd worden wegens strijd met
goede zeden, openbare orde of de desbe
treffende bepalingen van het V7. v. K.
nóch waarborgen gaf, dat cenc N.V., die
aanvankelijk met goede zeden, openbare
orde of wet niet streed, ook bij voortduren
zich op dit pad der deugd zou b 1 ij v e n
voortbewegen". Minister Neliesen liet dan
ook, confonn de algemecne zienswijze, de
Koninklijke bewilliging eenvoudig in zijn
wetsontwerp weg. Maar toen men goed en
wel dc zaak ernstig voor zich zag, bleken
de meeningen gekeerd. Bij verval van dit
preventief toezicht vreesde men een be
langrijke uitbreiding van gevallen van nie
tigheid eener N.V., eerst blijkende na ha
ren aanvang. Welgemoed als steeds nam
minister Tiecmskerk het toezicht dan maar
weer in de wet op. Zij het dan niet in den
vorm eener Koninklijke bewilliging maar,
zooals gezegd, als ministerieele verklaring
„van geen bezwaar". Klaarblijkelijk heeft
men zich derhalve niet kunnen ontworste
len aan de vrees, dat een „Koninklijke be
williging" een gevaarlijk wapen kon zijn in
de handen van minder scrupuleuze indivi
duen, ter misleiding van „boeren en bui
tenlui". En inderdaad heeft men dit als
een der gewichtigste bezwaren tegen deze
goedkeuring aangevoerd. Allicht zoo
was de reóeneering dat met succes de
Koninklijke vlag nu en dan zou worden ont
plooid om de dubieuse lading te dekken.
Indien deze vrees gegrond was, dan wil het
mij voorkomen, dat ze ook tegen de nieuwe
regeling kan worden aangevoerd. Nu kan
men dan toch gaan schermen mot- de mi
nisterieele „verklaring van geen bezwaar".
De Koninklijke standaard is eenvoudig ver
vangen door de admiraalsvlag. En het staat
voor mij vast, dat, wie zich door de eerste
liet verblinden, er ook zal invliegen als
men de tweede kundig laat wapperen. Be
staat er mitsdien tegenover de buitenwacht
tusschen de oude en de nieuwe regeling in
wezen niet het minste verschil, ook met be
trekking tol #e binnenwacht, is dit naar
mijne meening niet het geval. Immers in
beide regelingen wordt practisch de
goedkeuring in handen gelegd van het Div
parlement van Justitie cn in normale
gevallen bet eekent dit: in handen van een.
ambtenaar van dit departement. Of thans
aan het departement niet een te gröote
bevoegdheid is toegekend is een tweede
vraag, welke ik overigens geneigd ben ont
kennend tc beantwoorden. Van misbruik
van macht is ook onder de oude regeling
niet gebleken en er bestaat geen aanlei
ding waarom hierin thans verandering zou
komen. Maar al zoude doze in eenig geval
zijn aan te wijzen, dan nog lijkt mij de hui
dige vorm van preventief staatstoezicht,
waardoor zooveel mogelijk wordt voorko
men, dat in het maatschappelijk leven werk
zaam zijn N.V.'s, die later blijken als zoo
danig niet te bestaan omdat bij de oprich
ting daarvan aan een of meer wettelijke
formaliteiten niet is voldaan, de meest ver
kieslijke. Al was het. alleen maar om de
jarenlange ervaring die men nu eenmaal
aan het departement heeft. Ervaring be
hoedt dikwijls voor onberaden beslissingen,
al wordt, dit in den tegenwoordigon ruste-
loozen tijd niet steeds meer erkend.
M r. H. F. A. Donders.
UIT DE OMGEVING
KATWIJK AAN DEN RIJN.
Etalagewedstrijd. Meldden we onlangs
dat het bestuur der Oranjeverceniging
voornemens was bij de a.s. te houden Oran
jefeesten tegelijk een etalage-wedstrijd te
houden, thans kunnen we berichten dat
reeds voldoende winkeliers hebben bericht-,
dat zij in principe voor een dcrgclijken
wedstrijd zijn. Verwacht mag dan ook wor
den, dat ook dc deelname aan dezen wed
strijd voldoende zal zijn, zoodat zulks voor
het bestuur een succes moge worden
Slagersvereeniying. Dc slnycrsver-
ecniging Katwijk cn Omstr. hield haar
jaarvergadering in de Roskam. Dc voorzit
ter, de hoer D. Driebergen, opende dc ver
gadering, waarna dc secr., do heer W. Cas-
pers, de notulen las en het jaarverslag. Bei
den werden goedgekeurd. Het jaarverslag
meldde, dat de verceniging gewerkt heeft
ten voordecle der leden. Zoo was b.v.
coöperatief ijs aangekocht tegen lagere
prijzen dan tot heden betaald werd, even
zoo perkament voor verpakking, liet ver
slag van den penningm. sloot met een batig
saldo. De commissie van verificatie, be
staande uit de heeren Oosthoek en KI. Spie
renburg hadden alles in goede orde bevon
den. Den penningm. werd dank gezegd voor
zijn goed beheer. Als controlecommissie
wérden voor 1929—1930 benoemd dc heeren
D. Klcen en Alb. v. d. Plas. De penningm.
de heer C. Timmers deed nog verslag van
het assurantiefonds. ALs bestuursleden wer
den herkozen do heeren D. Driebergen en
J. Vooys. De contributie voor 1929 werd
vastgesteld als vorig jaar. Bij de rondvraag
werd o.m. gesproken over een in den a.s.
winter to houden vakcursus van welke cur
sus men veel nut verwachtte. Nader zal
hierover nog gesproken worden. Do verga
dering werd daarna met een woord van
dank door den voorzitter gesloten
TER-AAR.
Personalia. Onze plaatsgenoot, de
lieor P. Akerboom Czn., leerling van de
R. K. Bisschoppelijke Kweekschool te Be
verwijk, is geslaagd voor onderwijzer.
VOORHOUT.
Beroepen. De weleerw. heer Ds. Klomp
van Aarlandervecn is beroepen als predi
kant voor de Ned. Herv. kerk alhier.
WASSENAAR
Benoemd. Tot klerk ter Gemeentese
cretarie alhier is benoemd Mr. J. Hccringa
te Alphen a. d. Rijn.
Aanbesteding. Bij do door Burgemees
ter en Wethouders gehouden aanbesteding
voor het leggen van een stalen riool perslei
ding met bijbehoorende werkzaamheden,
ten behoeve van do riolecring der gemeente
Wassenaar, werd ingeschreven door: N.V.
Aanneming Mij. voorheen fa. C. de Ruiter
te Haarlem voor 27.180.L. van dor Valk
te Heemstede 29.300.N.V. Visser en
Smit's Aann. Mij. Papendrceht 30.017.
N.V. de Nederl. Gasmetorfabriek Georgo
Wilson te 's-Gravenhage 31.100.
UIT DE RIJNSTREEK
ALPHEN AAN DEN RIJN.
Geslaagd. Voor het mclkcxamen
slaagde de heer A. Oudshoorn alhier.
Arbeidsongeval. Gisteren had oen jon
gen, werkzaam aan de wagenmakerij van
de heer N. Zwartjes in do Prins Hendrik
straat, het ongeluk met zijn hand in aanra
king tc komen met een in werking zijnde
schaafmachine. Hierdoor werd hem een vin
ger bijna geheel afgesneden. Dr. G. verleen
de hem de eerste geneeskundige hulp.
NIEUWVEEN.
Collecte. Op 27 Juni a.s. zal wederom,
thans voor den ll'Jden keer, de jaarlijksche
collecte plaats vinden ten behoeve, van liet
Fonds tot aanmoediging en ondersteuning
van den Gewapenden Dienst in dc Neder
landen. Het bestuur van voormeld fonds
noodigt de ingezetenen der Gemeente uit
deze oudé en eerbiedwaardige collecte met
ruime bijdragen te steunen. Het goede doel
iv dien steun alleszins waard.
Blijkens het laatste jaarverslag werden
door bedoeld Fonds 736 verdienstelijke oud-
militairen, die hulpbehoevend waren ge
worden finantieel gesteund. Het Fonds
onderhoudt bovendien to Leiden het Ko
ninklijk Militair Invalidenhuis, waarin aan
oud-militairen een aangenaam cn gezollig
tehuis wordt geboden. Hierin werden in
het afgeloopen jaar 52 oud-militairen ver
pleegd.
Gaarne zou het Fonds zijn hulp in wij
deren kring willen verloenen; de geldmid
delen laten echter uitbreiding niet toe.
Burgemeester en Wethouders van Nieuw-
vecn bevelen deze collecte gaarne aan bij
do ingezetenen dezer Gemeentel