20ste Jaargang
VRUDAG 29 MAART 1929
No. 6141
ONZE ABONNeS
ADVERTEERDERS
BUITENLAND
STADSNIEUWS
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling
Voor Leiden 19 cent per week .f2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week .f2.60 per kwartaal
Franco per postf2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 ct. per kwartaal, bij voor
uitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 ct., met Geïllustreerd
Zondagsblad 9 ct.
Dit blad verschijnt eiken dag uitgezonderd Zon- en Feestdagen. II
LEIDEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32
TEL. INT. ADMINISTRATIE
GIRONUMMER 103003
935 REDACTIE 15
POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeolingen wordt het
dubbele van het tarief berekend.
Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin
betrekkingen worden aangeboden of govraogd, huur en ver
buur, koop en verkoop f0.50.
Dit nummer bestaat uit drie bladen
en
die er prijs op stellen om de gebouwen
van De Leidsche Courant te bezichtigen,
en het bedrijf in werking te zien, worden
daartoe gaarne in de gelegenheid ge
steld op DinsdagWoensdag en Don
derdag van de volgende week, des na
middags tusschen 2 en 5 nor.
DE DIRECTIE
In onze Kerken.
In een ruibriek „Godsdienstig leven in
Nederland" bepleit C. E. H. (ds. Hooy-
kaas) het geven van gelegenheid tot knie
len in de kerken. En hij schrijft o.m.:
Moeten de openstaande Roomsche
kerken worden aangewezen als_ gast
vrije plaats voor Protestanten, die* hun
knieën willen buigen? 'Is het waar dat
wij, zooals een predikant me schreef,
ons van deze dingen moeten afhouden
om het gevaar van de schijnheiligheid,
die er mee opgewekt wordt? Behoort
onder Protestanten, en in 't bijzonder
onder de Vrijzinnigen^ niet de valsche
schaamte en het gemis aan beoefening
van de vroomheid tot de grootere
kwaden?
Do Roomsche kerken worden hier wèèr
als voorbeeld en stimulans gebruikt. Room
sche kerken, met hun schoone liturgie;
die open staan, om den mensch gelegen
heid te geven knielend te rusten als aan
het hart van zijn God....
Als wij dit constateeren, dan moet het
ons een aanleiding zijn, om te verdiepen,
te verinnigen het besef van de waarde, die
ons eigen heerlijk bezit heeft! Wij met
onze kerken, wilke de ProtestantBche
kerken nooit zullen kunnen evenaren....
Vele van onze kerken staan altijd open.
Niet-Kafcholieken benijden ons dat; en hoe
dikwijls loopen wij langs een onzer ker
ken, en gaan voorbij!
't Is gebruik, om in onze kerken als
regel niet te staan of te zitten, maar te
knielen. Niet-Katholieken vinden dat zóó
mooi en zóó goed, zooals wij hierboven
lazen, dat zij 't willen navolgen; maar zij
moeten dan toch niet als voorbeeld nemen
die als in hun bank hangende Katholie
ken, zooals men er b.v. iederen Zóndag
ondeT een H. Mis kan aantreffen, in wier
houding men o zoo weinig stichtenden eer
bied kan bemerken.
Anderen kunnen door hun hoogschat
ting in o n s waardeering wekken van wat
wij zelf bezittenen in. schuldige of
onschuldige oppervlakkigheid verwaarlao-
zen!
V Devotie van den Goeden Vrij
dag.
In het hierboven geerteerde artikel be
spreekt C. E. H. de „devotie van den Goe
den Vrijdag". Het bovenstaande was hem
een daarvoor welkome aanleiding.
En hij schrijft dan ojn.:
„Ik ben geen lid van de vereenïging,
die de heiliging van den Goeden Vrijdag
tot haar doel stelt. Ofschoon de veron
achtzaming van dezen heiligdag ook mij
hinderlijk en een ergernis is, vrees ik te
zeer voor profaniseering van den Goe
den Vrijdag, wanneer die zich bij ons als
èen Zondag inburgeren zou; hij zon dan
onvermijdelijk tot een uitgaansdag wor
den, vervolgens ook tot de geijkte eerste
van een viertal vrije dagen, zooals we
die tot een vreugde voor velen in onze
samenleving kennen in die kalenderjaren
waarin Kerstmis alleen door een Zater
dag van den daarop volgenden Zondag is
gescheiden. Neen, de Goede Vrijdag wor
de niet verzondagscht!
Maar 't is immers .goed, zooals het is,
in Nederland: een getemperde werkdag
met gelegenheid tot kerkgang voor wie
't willen? Ik althans verheug er me in,
dat het straat^aspect op Goeden Vrijdag
zoo onzeker pleegt te zijn; zoo hybri
disch. Geen scholen; de meeste kantoren
maar in den ochtend open. Weinig Zon-
dageche kleeren. Maar toch een inslag
van langzame en stille kerkgangers tus
schen het doordeweeksche straatpubliek.
En tegen den avond de kerken verlicht;
Passions-muziek van het orgel. En in vele
kerken de witte Avondmaalstafel met de
broodschaal en de zilveren bekers
Maar 't is beelemaal niet een Zondagsche
drukte, wanneer de kerkgangers na de
Bediening in de stille kerk weer op straat
komen. Is dat niet goed zoo?"
Dit klinkt toch wel beter, dan de be
schouwingen, die onlangs de „N. Rott. Crt."
over de Stille Week meende te mogen ge
ven.
Dit jaar is door den burgemeester van
's Gravenhage bij wijze van proef de ge
dwongen stilte voor vermakelijkheden in
de stille week (Te 's Gravenhage hadden
vroeger gedurende de geheele week, later
van Witten Donderdag tot Paschen geen
openbare vermakelijkheden plaats) buiten
Deze maatregel juichte de „N. R. Crt."
toe:
„Hiermee is, men kan er wel zeker van
zijn, de Stille Week van de baan. De be
trokken exploitanten hebben reeds laten
weten, dat zij van de nieuwe vrijheid
gebruik zullen maken. Hoezeer wij aan
eerbiedwaardige tradities gehecht zijn,
wij kunnen in dit geval niet treuren.
Ter wille van een deel der bevolking,
dat naar alle waarschijnlijkheid de meer
derheid niet vormt, opgelegde dwang tot
inkeer komt ons allerminst eerbiedwaar
dig, integendeel verwerpelijk en zelfs een
dwaasheid voor, waarmee des te eerder
gebroken kan worden, daar degenen, voor
wie de Stille Week werkelijk een week
van godsdienstige wijding en overpein
zing is, in de uitleving van deze opvat
ting door het feit, dat anderen hnn voor
beeld niet volgen, allerminst worden be
lemmerd.
Wat liet overige gedeelte van de bevol
king betreft we zijn er vast van over
tuigd, dat 't deze week in de verschil
lende vermakelijkheden niet leeger zal
zijn dan andere weken, waarin men dan
nog een argument te meer zou kunnen
zien voor de afschaffing van de Stille
Week".
De heer mr. A. baron van Wijnbergen
mocht in de „Maasbode" van gisteravond
met alle recht en reden o.m. schrijven:
„Terwijl men anderen, die een andere
„opvatting" er op na houden, blijkbaar dan
toch nog de vrijheid wil laten zich binnens
kamers dienovereenkomstig te gedragen,
spreekt men onverholen zijn blijdschap er
over uit, dat althans in het openbaar men
er niets meer van bespeuren zal: d e
Stille Week van de baan. De uit
drukking is duidelijk, en evenzeer de men
taliteit van hem, die ze gebruikt.
En teneinde nu te bereiken, dat de proef
goed zal slagen, wordt de hoop, de verwach
ting uitgesproken, dat dit jaar de bevol
king in de Stille Week, ook dus op den
Goeden Vrijdag, in grooten getale zal op
gaan naar comedie'S, concerten, bioscopen,
dancings, opdat de Stille Week toch voor
goed zij en blijve afgeschaft.
Wij vTagen nogmaals: Is het niet ont
stellend, dat het zoo openlijk wordt te ken
nen gegeven, dat men snakt naar het
oogenblik, waarop aan Christus' Lijden en
Dood niet meer zal worden gedacht?"
Inderdaad is dat ontstellend in zijn gro
ve brutaliteit!
BELGIE
HET FRANSCH—BELGISCH
MILITAIR VERDRAG.
De opzegging aanstaande?
Wat „La Métropol e" vreest.
De documenten-affaire heeft althans dit
gunstig gevolg, dat in België zelf de actie
opnieuw is losgekomen tegen het geheim
Fransch-Belgisch militair verdrag, welk
verdrag als alle éénzijdige militaire af
spraken een permanent gevaar is voor
den wereldvrede.
„La Métropole", een te Antwerpen ver
schijnend katholiek dagblad, heeft van
zeer ernstige zijde vernomen, „dat men
(wie? Red.) te Brussel de opzegging
van het Fransch-Belgisch militaire ver
drag voorbereidt".
Het blad komt hiertegen op:"
,De opzegging van het defensief ver
drag met Frankrijk zou ons alléén laten
staan zooals in 1914, maar met een nog
minder sterk leger, wat het aantal der
manschappen betreft, met een nog minder
goed kader, en met een diensttijd van acht
maanden inplaats van 22. Zijn noorder
grens versterkend, zou Frankrijk ons met
dat alles laten voortsukkelen. Men stelt
zich de vraag, wat er terecht komt van
heel het verdedigingsregiem, ontworpen
door de gemengde commissie van 1928 en
bevestigd door onze laatste militaire wet.
Dit regiem berust ten eenenmale op de ze
kerheid van spoedige hulp van Fransche
zijde. Is het defensief verdrag opgezegd,
waar blijft dan die onmisbare hulp, in haar
zekerheid en reëele werking?"
Ward Hermans' eerste straf.
„De Schelde" schrijft:
„Daar Ward Hermans aan de militaire
overheid niet binnen de veertien dagen
zijn adres in het buitenland heeft laten
kennen, wordt hij door de militaire over
heid gestraft om vier dagen dienst te doen
in de kazerne. Op 6 Mei moot Ward Her
mans terug zijn, dus bij het leger. Van
„landverrader", volgens de Belgen, moet
hij nu „landsverdediger" worden. Hoe
rijmt men dat te saam? Oordeelen de Bel
gen het niet onwaardig voor zich zelf, dat
Ward Hermans nog Belgisch soldaat blijft?
In 1910 decoreerde men Ward tweemaal.
Hij zond de decoraties terug.
Sedert dien ontving Ward Hermans geen
enkel militair papier nog. Hij moest naar
geen enkele militaire revue komen en men
liet hem nooit weten bij welk korps hij
werd ingelijfd na den oorlog.
Zoodat Ward Hermans dus in feite en
volgens zijn laatste militaire papieren, zijn
verlofbrief, nog steeds deel uitmaakt van
het houthakkerpeleton der Orne. En dat
peleton zelf bestaat niet meer. Hoe krijgt
men het dan nu gedaan om Ward Hermans
binnen te roepen?
Ze willen Ward Hermans in de dooe
krijgen en ze willen er bovendien nog
zoo'n stuk ersatz-piot van maken.
De simpele verschijning van Ward Her
mans in een Belgische kazerne, hij moet
nog geen woord spreken daarvoor, is een
gevaar voor de trouw der soldaten aan het
Belgisch vaderland. Zoo zou men denken
Maar als Ward op 6 Mei niet binnen
komt bij den troep, dan wordt hij val
niet omver deserteur.
De oorlogsvrijwilliger van 1924, deser
teur in 1929.
De Belgische komedie is compleet".
FRANKRIJK.
Het jaargeld voor Foch's nabestaanden.
Het is wel teekenend voor de figuur van
maarschalk Foch, dat de roem, dien hij in
deze wereld heeft ingeoogst-, niet is ge
paard gegaan met het verwerven van
aardsch bezit. Men weet. dat gisteren de
Kamer zonder debat heeft besloten aan
mevrouw Foch een pensioen van honderd
duizend frank toe te kennen.
Maarschalk Foch heeft bij zijn leven de
groote geschenken in geld, die Engeland
en Amerika hem, na afloop van den oor
log, aanboden, afgewezen, maar het spreekt
van zelf, dat de regeering gewenscht heeft
zich het lot van Foch's weduwe en zijn
kleinkinderen aan te trekken.
Het huis, dat maarschalk Foch in de
Grenelle-straat te Parijs bewoonde, was
hem door de rageering ter beschikking ge
steld; aan mevrouw Foch zal worden ver
zocht er gebruik van te blijven maken.
Het gemeentebestuur van Parijs houdt
zich reeds bezig met de vraag welke straat
of welk plein vaD de hoofdstad naar den
maarschalk aal worden genoemd. Reeds
zijn er voorstellen ingekomen om de Place
de l'Etoile de Avenue du Beis de Boulogne
of het Rond point des Champs Eiysées den
naam van Foch te geven.
POLEN
Reconstructie van het Poolsche kabinet.
Wederoptreden van
Pilsoedskï.
Naar uit zeer goede bron wordt verno
men is tot reconstructie van het Poolsche
kabinet besloten. Deze zal eerst na het
Paaschfeest plaats vinden. De voornaam
ste wijziging zal waarschijnlijk zijn het
wederoptreden van maarschalk Pilsoedski,
terwijl in elk geval de premier, prof. dr.
Bartel, als zoodanig met zal terugkeeren.
RUSLAND.
De strijd tegen den godsdienst.
In liet Russische gouvernement Twer
heeft een massa-ontslag van volksleeraars
plaats gehad. De sovjet-autoriteiten moti
veerden dit ontslag met de bermorking,
de vele jeugd-opvoeders geregeld naar de
kerk gingen en zelfs de leiding hadden
over het kerkkoorDiee ontvingen ze
hun congéI
PERZIE
Onlusten onder Koerden te Tebris.
Verzet tegen moderniseering
Onder de Koerden te Tebris zijn ongere
geldheden uitgebroken; men spreekt zelfs
van een opstand en het onbevestigde ge
rucht loopt, dat de garnizoenscommandant
gedood is. Oorzaak van de beweging is het
besluit van den sjah tot modernisatie van
kleederdracht en hoofdtooi der Koerden.
Als voorzorgsmaatregel zijn te Soejboelagh
in Koerdistan (Noord-Perzië) 4000 man ge
concentreerd. Nadere bijzonderheden ont
breken, daar de autoriteiten het stilzwij
gen bewaren en de telegraafverbindingen
verbroken schijnen te zijn.
CHINA.
DE STRIJD IN CHINA.
Feng steunt de regeering.
Generaal Feng, een der dubieuze aan
hangers van de nationalistische regeering
heeft zich openlijk vóór Nanking (de nat.
regeering) verklaard. Door deze officieele
verklaring heeft de toestand in China zoo
wel in politiek als in militair opzicht een
beslissende keer genomen. Tsjang Kai-sjek
heeft besloten, Feng Jos-sjiang en generaal
Han Tsjoe-foe, die bij de verleden jaar te
gen de Noordelijken gehouden expeditie een
groote rol speelde, tot commandanten der
derde legergroep te benoemen, die thans
in opmarsch is naar Hankau en tot den
Peking-Hankau-spoorweg genaderd is.
Staat van beleg te Hongkong.
Volgens een bericht van het agentschap
Indo-Pacifique is te Hongkong de staat
van beleg afgekondigd. Patrouilles trekken
door de stad; de openbare gebouwen wor
den door sterke afdeelingen bewaakt. De
kassen van de centrale bank wordpn be
legerd door duizenden Chineezen, die hun
bankbiljetten tegen zilver willen inwisse
len. Het vierde legercorps onder generaal
Sjen Sei-tong is Kengsiwakoeng binnenge
rukt.
Ontruiming van Sjantoeng.
Overeenkomst tusschen
Japan en China.
De Chineescho minister van Buitenland-
sche Zaken, Wang, en de Japansche gezant
in Chian, Josjizawa, hebben gisteren tc
Nanking de overeenkomst getoekend waar
bij hot Tsinanfoe-incident wordt geregeld.
Terstond na ontvangst van het officieele
bericht nopens de onderteekening van dit
accoord, heeft de Japansche generale staf
den commandapt van het Japansche garni
zoen in Sjantoeng telegrafisch opdracht ge
geven te beginnen met de voorbereidingen
voor de volledige ontruiming van Sjantoeng
door de Japansche troepen. Men verwacht,
dat de eerste afdeeling troepen begin Mei
Tsjingtau zal verlaten en dat de ontrui
ming einde Mei voltooid zal zijn.
MEXICO.
Calles meldt weer succes.
Escalon door de federalen
bezet.
Calles meldt, dat zijn troepen na korten
strijd met de opstandelingen het spoorweg-
kruispunt Escalon in den staat Chisuahua
hebben bezet.
Do vliegers der federale troepen melden,
dat de rebellen van Jiminez in Noordweste
lijke richting naar Santa ltosalia terug
trekken.
CANADA
De kerk en het sociale vraagstuk.
De aartsbisschop van Montreal heeft
onlangs een belangrijke onderneming in 't
leven geroepen. Hij heeft een vakvereenï-
gingsraad ingesteld, waartoe 5 ordensgees-
fcelijken, 4 wereldgeestelijken cn ©ven zoo
veel arbeiders behooren. Bij de openings
plechtigheid hield do aartsbisschop zelf
een rede, waarbij hij nadere verklaring
gaf van dit nieuwe instituut.
Deze instelling moet de sluitingssteen
zijn in het gebouw der katholieke vakver-
eenigingen.
Montreal is een geweldige industriestad
met reusachtige fabrieken, waarin meer
dan 200.000 arbeiders werkzaam zijn. De
katholieke vakvereenigingen hebben de
plaats, die htm toekwam in het vereeni-
gmgsleven, ingenomen en zijn allerwegen
zeer gezien aan haar is het ook te dan
ken, dat de groote werkstaking, die on
langs dreigde los te breken, is voorkomen
geworden.
R. K. VOLKSBOND.
Jaarfeest op 2den Paaschdag.
De leden van den R. K. Volksbond wor
den er aan herinnerd, dat hedenavond en
Zaterdagavond gelegenheid is program
ma's tevens bewijs van toegang af te halen
aan het bondsgebouw (Steqnschuur 15).
Gewone leden op vertoon lidmaatschap-
kaart.
Leden van Vakvereenigingen op vertoon
van contributic-kaart.
BIJ EEN VIJFTIGJARIG BESTAAN.
Zooals wij reeds in het kort hebben ge
meld, zal de N.V. Stoomfabriek van Ver
duurzaamde Levensmiddelen „De Ster" v.
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
Naar gemeld wordt, zou de opzegging
van het Fransch-Belgisch militair verdrag
worden voorbereid.
De strijd in China.
Naar aanleiding van de tot stand ko
ming van een overeenkomst wordt Sjan
toeng door de Japanners ontruimd.
BINNENLAND.
Een voorontwerp van een huisarbeids
wet. (3de blad).
Het verslag van de Rijkski eedlngcom-
missie. (2de blad).
Het dreigend conflict in het houtbedrijf
in de Zaanstreek. (2de blad).
h. N. Wouterlood P. J. zn. op
1 April a.s. haar 50-jarig bestaan vieren.
Nu ruim een halve eeuw geleden dreef
de heer N. Wouterlood, toen woonachtig
in Schiedam, exportzaken en als zoodanig
kwam hij geregeld in aanraking met den
heer W. Hoogenstraaten, hier ter stede
woonachtig. In het jaar 1877 werd de heer
Wouterlood als medefirmant in de zaak
van de firma Hoogenstraaten en Zn. opge
nomen onder den naam firma Hoogen
straaten en Co., welke zaak in het begin
van het jaar 1879 werd ontbonden.
De lieer Wouterlood richtte toen zelf
standig een fabriek op, welke 1 April van
laatstgenoemd jaar in werking trad eü
gevestigd werd in het thans nog in gebruik
zijnde perceel Levendaal 172, waarin voor
dien dé dekenfabriek der firma Gombault
was gehuisvest, die door brand werd ver
nield. Het pand, waarin tegenwoordig dc
kantoren der firma Wouterlood zijn onder
gebracht, werd toen als woonhuis ge
bruikt.
Reeds enkele maanden na de oprichting
werd do heer Wouterlood getroffen door
een zwaren slag, toen n.l. zijn oudsten
zoon, die mede in het bedrijf werkzaam
was, hem door den dood werd ontrukt 7n
Augustus van het jaar 1879.
Onverpoosd werkte dc oprichter echter
verder en dreef hij zaken tot het jaar
1900, toen het bedrijf in een. Naamloozé
Vennootschap werd omgezet, aan het
hoofd waarvan de heer Wouterlood als di
recteur stond. Zulks duurde voort tot
1902, den 22sten Februari, toen de ener
gieke oprichter kwam te overlijden.
Hij word opgevolgd door zijn zoon, den
tegenwoordigen directeur, den heer W. A.
Wouterlood. Dezo was reeds in het jaar
1886 in do zaak gekomen, totdat hij in
1889 voor enkele jaren paar Parijs ging,
alwaar hij in een der grootste fabrieken
in deze branche is werkzaam geweest.
Daarna kwam hij weer in de zaak terug
en volgde de heer W. A. Wouterlood, zoo
als boven reeds gememoreerd, zijn vade'r
als directeur der N.V. op in het jaar 1902.
Ongeveer twee jaren geleden mocht de
heer Wouterlood dan ook zijn zilveren di
recteursjubileum herdenken, hetgeen over
eenkomstig zijn verlangen op bescheiden
wijze geschiedde.
Zjjn oudste zoon, de heer X. Wouter
lood, is nu, evenals als destijds zijn va
der, in een der grootste fabrieken in het
buitenland werkzaam.
Zooals do naam der firma reeds aan
toont, legt zij zich toe op het verduurza
men van levensmiddelen en reeds vanaf
de oprichting was de export een voor
naam deel van het begonnen work en ge-
re-geld gaan de artikelen nu naar vrijwel
alle werelddeelen.
Waar het verduurzamen hoofdzakelijk
seizoenwerk is, heerscht er in de zomer
maanden een ongekende drukto in het be
drijf en vinden er dan geregeld 200 k 300
menschen werk. De goede verstandhouding
tusschen werkgever en werknemers
spreekt uit het feit dat velen reeds 25, 30
en 40 jaar aan de zaak verbonden zijn.
Bij de velen, die dc jubileerende firma
in deze dagen hun gelukwenschcn zullen
komen aanbieden, voegen wij ook van
harte gaarne de onze en wij roepen haar
een welgemeend: „ad muitos annos" toe.
NA DEN STADHUISBRAND.
Een plaquette der firma Driessen.
De firma J. P. Driessen brengt een op
haar verzoek door den beeldhouwer-me-
dailleur J. C. Wienecke geboetseerde in
brons gegoten plaquette in den handel ter
herinnering aan den brand van het stad
huis.
De plaquette, groot 28,5 bij 19,5 c.M., vor-
toont het stadhuis nog in al zijn schoon
heid, maar reeds omgeven door laaiende
vlammen en rookwolken. Links is het Ne-
derlandsche wapen, rechts dat der stad
Leiden aangebracht. Onder het bekende
fraaie bordes vermeldt een opschrift op 5
regels: Leidens Stadhuis den 12n Februari
1929 door brand verwoest.