'e Seiclóelie (Bouftcmk
iif
i
„TRIO"
EERSTE NED. CEMENT-INDUSTRIE
iieiiikcs - leiden - telefoon
MAASTRICHT
20ste Jaargang
DONDERDAG 28 MAART 1929
No. 6140
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling
Voor Leiden 19 cent per week .f2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week .f2.60 per kwartaal
Franco per post f 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 ct. per kwartaal, bij voor
uitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 ct., met Geïllustreerd
Zondagsblad 9 ct.
Dit blad verschijnt eiken dag uitgezonderd Zon- en Feestdagen. I
Bureaux: PAPENGRACHT 32 LEIDEN
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935 REDACTIE 15
GIRONUMMER 103003 POSTBUS No. 11
OE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het
dubbelo van het tarief berekend.
Kleine advertentiën, van ton hoogste 30 woorden, waarin
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en ver
huur, koop en verkoop f0.50.
Dit nummer bestaat uit vier bladen
GOEDE VRIJDAG
Morgen herdenkt de Christen-wereld het
sterven van Onzen Heer en Zaligmaker.
Geen Christen kan, ale hij op dezen dag
een oogenblik stil staat, ontkomen aan de
diepe ontroering, welke de herinnering aan
het Goddelijk-groot gebeuren van den goe
den Vrijdag wekt.
Er is ook geen enkele gebeurtenis in de
wereldgescheidenis, die zoo algemeen en
zoo veelvuldig in de kunst werd uitge
beeld.
Geen der episoden uit het Leven van
Christus, Zijn geboorte misschien uitge
zonderd, was den menschen nader, daar
ieder mensch in leed door de wereld pelgri
meert en ieder mensch in het diepste van
zijn hart op de oogenblikken van inkeer (de
oogenblikken ook waarin in den kunste
naar de kunstwerken geboren worden) met
Gezelle meeschreien moet:
Gij badt op eenen berg alleen,
enJesu, ik en vind er geen
waar 't hoog genoeg kan klimmen
om U alleen te vinden:
de wereld wil mij achterna,
alweer ik ga
of sta
of ooit mijn oogen sla;
en arm als ik en is er geen,
geen een,
die nood hebbe en niet klagen kan;
die honger en niet vragen kan;
die pijne, en niet gewagen kan
hoe zeer het doet!
In dit besef van nietigheid en pijn, vindt
de mensch sterkte en troost in het lijden
van zijn God en Zaligmaker....
V Zorg voor de jeugd.
5t Kan gevaarlijk zijn om, twee kwade
dingen met elkaar vergelijkend, het eene
slechter te noemen dan het andere. Opper
vlakkige menschen willen dan soms o zoo
graag daaruit besluiten, dat het meest
kwade van de twee dan toch nog niet zoo
heel erg kwaad is waartoe, natuurlijk,
zeker niet zoo maar mag worden geconclu
deerd.
Voor onze lezers behoeven wij echter
niet zóó voorzichtig te zijn. En wij durven
daarom de stelling neerschrijven, dat het
toevertrouwen van zijn kinderen, jongere
of oudere, aan de leiding in neutrale ont-
spanningsvereenigingen een grooter kwaad
is, dan dat de vader zelf lid is van een of
andere neutrale vereeniging.
Op deze plaats hebben wij al bij herhaal
de herhaling gewaarschuwd voor de neu
traliteit in het sportleven.
En wij nemen nu hierover een „waarschu
wing", die gisteravond de „Tijd" plaatste:
„Met den meesten ernst waarschu
wen wij opnieuw ouders en voogden, nu
in den komenden voorjaarstijd weer
door jongelieden het open-luchtleven
wordt beoefend, nauwlettend toe te zien,
bij wien de aan hun zorg toevertropwde
jongelieden zich aansluiten voor uitstap
jes, padvinderstochten e.d".
Na te hebben medegedeeld, dat deze
week drie leiders van aan padvinderij doen
de jeugdorganisaties gearresteerd zijn, ver
volgt het blad:
„Bij deze gelegenheid herinneren wij
eraan, dat katholieke ouders en voog
den, die hun zonen of pupillen mee willen
laten doen aan sport in de open lucht,
den ernstigen plicht hebben, voor hen
aansluiting te zoeken bij katholieke ver-
eenigingen".
Moge in deze alle katholieke ouders zich
hun plicht bewust zijn. De belangen van
hun kinderen staan op het spel kunnen
verschrikkelijk-ernstig worden benadeeld
en geschonden, als de ouders niet zich de
grootst mogelijke zekerheid trachten te
verschaffen, dat de vereenigingen, waar
van die kinderen lid worden, staan onder
een goede, een katholieke leiding.
BUITENLAND
DUITSCHLAND
Het herstel vraagstuk.
R ij k b minister Wissell aan
het woord.
Tijdens een sociaal-democratische verga
dering te Hildesheim, voerde de rijksminis
ter van arbeid Wissell het woord over het
herstel vraagstuk.
Hij sprak uitvoerig over het Dawesplan
en de automatische afwikkeling daarvan.
Sprekend over het rapport van den agent
voor de schadevergoedingen wees hij er op,
dat Parker Gilbert zich wel uitvoerig heeft
bezig gehouden met den schijnbaar schitte
renden toestand dien Duitschland naar bui
ten toont, maar dat hij de ellende over het
hoofd heeft gezien, waaronder millioenen
werkloozen gebukt gaan. Thans moet ech
ter in de eerste plaats het resultaat van
de besprekingen te Parijs worden afge
wacht.
Tot nog toe zijn geen bepaalde getallen
voor de Duitsche betalingen genoemd. De
commercialiseering van de herstelschulden
i-; een moeilijke taak, en het plan tot stich
ting eener centrale bank is toe te juichen
als een mogelijkheid om het politieke ka
rakter aan deze taak te ontnemen.
Het Duitsche volk heeft recht om naar
binnen en naar buiten vrij te zijn, en de
levensstandaard vau het Duitsche volk mag
niet nog meer gedrukt worden, want een
vergelijking met andere landen toont, dat
de levensstandaard der Duitsche arbei
ders nog zeer laag is.
De nood in het bezette gebied.
De opperpresident van de Rijnprovin
cie te Coblenz heeft gisteren in een bij
eenkomst met de vertegenwoordigers der
pers de grondlijnen der door hem uitge
werkte uiteenzetting, hoe de economische
toestanden in het bezette gebied zich ten
gevolge van de bezettingslasten, de demi-
litariseeringsbepalingen, de sancties en
den Roerstrijd hebben ontwikkeld, be
kend gemaakt.
Het. betreft een gedeelte van het alge-
meene memorandum over den èconomi-
schen toestand in bet bezette gebied, dat
door de rijksregeering dezer dagen op
aansporing van de rijksdagcommissie voor
de besturen der betrokken landen be
schikbaar gestelde materiaal steunt.
De woorden van den opperpresident
vormden een beeld van den grooten nood
toestand, waarin het bezette gebied zich
in alle takken van zijn openbaar en van
zijn economisch leven bevindt.
Opperpresident Fuchs wees er op, dat
het er niet alleen op aan komt het be
zette gebied verlichting te geven in de
door de bezetting onmiddellijk opgelegde
lasten. Men hoopt veeleer ook in het be
zette gebied, dat men door een passende
verzorging met den buitengewonen nood
toestand rekening zal houden.
De bezettingsrapporteur van het op-
perpresidium, Oberregierungsrat Elach
gaf een overzicht van het aan #de regee
ring overlegde verzorgingsprogram.
FRANKRIJK.
Het pensioen van mevrouw Foch.
De minister van financiën heeft bij de
Kamer een wetsontwerp ingediend, waar
bij aan mevrouw Foch, behalve het nor
male pensioen, een buitengewoon pensioen
van 100.000 frs. eventueel uit te keeren ook
aan haar kleinkinderen tot hun meerder
jarigheid.
CHINA.
Tsefoe in handen van
Tsjang Tsoeng-Tsang.
Nederlaag der nationalisten
gevolg van verraad.
De aanvallen der Noordelijke troepen
onder aanvoering van generaal Tsjang
Tsoeng-Tsjang tegen het westelijk front
van het nationalistische leger, dat Tsjefoe
(havenstad in Sjangtoeng) verdedigt, zijn
volkomen geslaagd. Generaal Tsjang is
namelijk gistermorgen om 8 uur, bijna zon
der tegenstand te ontmoeten, Tsjefoe bin
nengetrokken. De nationalistische troepen
waren hedenmorgen om 3 uur begonnen de
stad te ontruimen en hebben een groote
hoeveelheid munitie achtergelaten. Deze
nederlaag der nationalisten is een gevolg
van verraad.
AMERIKA
Fraaie toestanden in Lousiana.
Een commissie uit het Huis van Afge
vaardigden van den staat Louisiana heeft
in een stormachtige zitting een aantal be
schuldigingen tegen den gouverneur van
dien staat, Long, geuit.
Onder de 19 punten van beschuldiging
is er een, waarin wordt gezegd, dat de
gouverneur heeft getracht, een zekeren
Bozeman ertoe over te halen, om een der
afgevaardigden, Sanders geheeten, te ver
moorden. Deze beschuldiging is gebaseerd
op een verklaring van Bozeman, die voor
heen als huisknecht bij den gouverneur in
INGEZONDEN MEDEDEELING.
O. I.
merk: E. N. C. I.
afkomstig van dex
Jaarproductie: 300.000.000 K.G.
797-1
Alleen-verkoop voor Leiden Omstreken:
lm
1
Steeds yarende ladingen.
Levering per spoor binnen enkele dagen.
dienst was. Bozeman deelde onder eede
mede, dat Long hem vijf weken geleden
zeide, dat hij voornemens was, het Huis
van Afgevaardigden in een speciale zitting
bijeen te roepen, doch dat hij wist, dat
Banders al zijn voorstellen zou bestrijden.
Long moet tegen F-veman hebben ge
zegd „Ik heb jon1 uitgekozen, om hem
uit den weg te ruimen. Gooi hem in een
greppel, waar niemapd hem zal vinden.
Ik ben gouverneur van dezen staat en als
men jou zal beschuldigen, zal ik de
zaak in den doofpot doen en je een flinke
som betalen".
MEXICO.
DE OPSTANDIGE BEWEGING.
Moeilijke opmarsch door de woestijn.
Generaal Calles heeft den Mexicaan-
schen staatspresident, Portes Gil, mede
gedeeld, dat hij den belangrijksten veld
slag uit deze militaire campagne heeft
gewonnen en „dat hij machtiger vijand
heeft verslagen dan generaal Escobar na
melijk de woestijn van Bolson de Mapini',
die hij is doorgetrokken. Hij seinde, waar
schijnlijk nog Woensdagavond Escalon te
zullen bezetten. Bijna elke meter spoor
weg tusschen Torreou en Escalon was door
de rebellen opgebroken, waardoor de op
marsch door de woestijn buitengewoon
bemoeilijkt werd. Calles liet over een af
stand van 150 K.M. watertanks station-
neeren, terwijl in 70 vrachtauto's het voer
voor de paaiden werd meegevoerd. De re
bellen hebben thans Escalon en concen-
treeren zich te Jiminez.
Een even enthousiast telegram werd
van generaal Carillio ontvangen, die meld
de dat hij niet langer Mazatlan verde
digt, doch de wijkende strijdkrachten der
opstandelingen in Noordelijke richting ach
tervolgt.
Jiminez gebombardeèrd.
Vier vliegmachines der bondsregeering
hebben de stad Jiminez gebombardeerd,
een bolwerk der opstandelingen in den
staat Chihuahua. Vier personen werden
gedood, zeventien gewond.
Calles bereidt in Midden-Mexico een
opmarsch voor naar liet noorden om een
poging te doen de rebellen naar een be
paald punt te drijven en ze te omsingelen.
STADSNIEUWS
DE INWIJDING
VAN ONZE GEBOUWEN.
Ook onze plaatselijke collega's maken
melding van de plechtige inwijding en of-
ficieele ingebruikneming van onze gebou
wen aan de Papengracht.
Het „Leidsch Dagblad" deelde zijn le
zers Dinsdag het feit mede, dat de inwij
ding had plaats gehad en schreef er giste
ren het volgende over:
„Bij de inwijding van de nieuwe gebou
wen der „Leidsche Courant" aan de Papen
gracht, hebben het woord gevoerd de pre
sident-commissaris, Mgr. Aengenent, bis
schop van Haarlem, en onze burgemeester.
Vervolgens werden de gebouwen bezichtigd
waarna een receptie plaats had in Huize
Bruyns, waar ook onze directeur de beste
wenschen uitsprak".
In de „Nieuwe Leidsche Courant" (A. R.)
van gisteren lazen we:
„Gistermiddag te half vier heeft de bis
schop van Haarlem. Z. D. H. Mgr. J. D. J.
Aengenent, de nieuwe gebouwen van de
Leidsche Courant aan de Papengracht
plechtig ingewijd.
Nadat deze plechtigheid met het gebruï-
ke'ijk ceremonieel, in tegenwoordigheid
van verschillende geestelijke en wereldlij
ke autoriteiten (ook B. en W. van Leiden
waren uitgenoodigd), had plaats gehad, is
achtereenvolgens het woord gevoerd door
den president-commissaris van de N.V., dr.
Walenkamp, die de geschiedenis van de
krant releveerde; door Mgr. Aengenent,
die sprak, behalve als bisschop, als trouw
lezer, als aandeelhouder en als ex-gedele
geerd commissaris, er op wijzende hoe de
L. Crt. behoort tot de best geredigeerde
gewestelijke organen; en tenslotte door
den burgemeester, die o.a. de geestige op
merking maakte, dat met dit gebouw be
wezen is, dat achter een oude gevel heel
goed een modern gebouw kan worden op-
gel rokken.
In Huize Bruyns hebben vervolgens di
rectie en commissarissen van de krant ge-
recipieërd en daarbij zeer groote belang
stelling ondervonden.
Het gaat de Leidsche Courant goed, zoo
als gisteren weer is gebleken, en wij ma
ken daarvan met vreugde gewag. Wij ver
heugen ons collegialiter in de totstandko
ming van deze aanmerkelijke verbeterin
gen.
Veel, zeer veel heeft ons zusterorgaau
in den tijd van haar bestaan voor het
Roomsch Katholieke beginsel in ons ge
west gedaan en de trouw van haar lezers
aan dat beginsel is voor het Protestaut-
sche gedeelte van onze bevolking waarlijk
voorbeeldig.
Wij hopen van harte, dat de L. Crt. in
haar nieuwe huis, zoo mogelijk nog beter
dan voorheen, de haar toevertrouwde be
langen zal kunnen dienen".
Wij danken onzen An tire v. collega voor
diens hartelijke collegiale wenschen!
Bij de inwijding van onze gebouwen
waren op de zetterij opgehangen een drie
tal crayon-teekeningen, voorstellende drie
gebouwen, waarin de Leidsche Courant
achtereenvolgens is gehuisvest geweest:
Oude Singel 1909—1913, Steenscliuur 1913
—1920, Rapenburg 1920—1928. Deze zeer
mooie teekeningen zijn vervaardigd door
den bekenden kunstschilder Joseph v.
Raay, te Warmond. De schilderijen zijn
een geschenk van Commissarissen aan
de N.V.
Ook waren ter zetterij geëtaleerd oude
nummers en jaargangen van de tegen
woordige en vroegere Leidsche Courant
uit het jaar 1729.
HET STAD HUIS-C O MITE.
Wij ontvingen van het Leidsche Stad
huiscomité een rapport, dat aan alle leden
van genoemd comité is gezonden en zal be
handeld worden op de algemeene vergade
ring van dit Comité op 10 April a.s., in het
gebouw van het Nut voor het Algemeen,
aan de Steenscliuur.
In dit rapport wordt gezegd:
Het Leidsch Stadhuis-Comité werd op
gericht, om gehoor te geven aan het ver-
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
Het pensioen van mevrouw Foch.
De Zeppelin is weer thuis. (Telegram
men).
BINNENLAND.
De candidaatstelling in de R. K. Staats
partij. (3de en 1ste blad).
De contract-actie in de bouwbedrijven
(2de blad).
Ongeluk op een onbewaakten overweg
(Gem. Berichten, 3de blad).
Een treinconducteur verongelukt (Gem.
Berichten, 3de blad).
Een goederentrein bij Geleen ontspoord
(Gem. Berichten, 3de blad).
Het Stadhuis-comité over den bouw van
een nieuw Stadhuis (1ste blad).
langen van den Burgemeester, uitgedrukt
in diens proclamatie van 18 Februari, dat
hij een stem zou mogen vernemen uit de
bevolking der stad, die hij zou mogen be
schouwen als de uitdrukking van de wen
schen, die ten opzichte van het groote
vraagstuk, dat thans oplossing vraagt, im
de Leidsche burgerij leven.
Men heeft gemeend, dat een talrijk co
mité, samengesteld uit alle lagen, groepen,
organisaties en partijen der bevolking, den
besten vorm zou bieden om tot de uiting
van die wenschen te geraken. Een referen
dum werd onmogelijk geacht. Zulk oen co
mité zou, mits zorgvuldig samengesteld, in
zekeren zin een organische vertegenwoor
diging der burgerij mogen heeten, die veel
eer het gevoelen der groepen dan dat der
personen tot uiting zou brengen.
Naar hot schijnt, heeft bij velen do mee
ning postgevat, dat het thans de taak zou
zijn van dit Comité, of van de sub-commis
sie, aan welke het de voorbereiding wensch-
te op te dragen, om op grond van deskun
dige adviezen zich een gedetailleerde voor
stelling te vormen van do toekomstige op
lossing, die het verkieselijkst zou schijnen.
Dit nu is een misverstand. Alle technische
overwegingen, het onderzoek naar den toe
stand van hetgeen gespaard bleef, de vast
stelling van de eischen, waaraan het nieu
we stadhuis zal moeten voldoen, het blijft
alles weggelegd voor degenen, die daartoe
bevoegd en geroepen zullen zijn. De procla
matie van den Burgemeester heeft dit reeds
duidelijk aangegeven.
De leden van het Comité hebben niet
anders te doen, dan thans reeds het ant
woord te geven, dat hun liefde voor hun
stad hun ingeeft, op de vraag: hoe zoudt
gij het liefst willen, dat Leiden's stadhuis
verrees? Om dat antwoord te geven, heb
ben zij niet anders noodig, dan dat de
vraag hun goed geformuleerd, en eenigszins
toegelicht, worde voorgelegd. Dit is het, en
niet meer, wat hier wordt gepoogd.
Voorop sta hot volgende. Het behoeft
geen betoog, dat de onvoorwaardelijke
eisch, die aan elke oplossing moet worden
gesteld, luidt, dat Leiden een bruikbaar
stadhuis krijgt, dat aan de eischen van een
modern stadsbestuur beantwoordt. Het
spreekt vanzelf, dat dit belang in geen ge
val aan eenig ander mag worden opgeof
ferd. Men kan verder gaan en zeggen: van
eenige reconstructie van het inwendige vau
het oude gebouw, hoe dan ook, kan geen
sprake zijn. De Pers, de Raadszaal, de
Weeskamer enz. behooren, met alles wat
er schoon aan was, onherroepelijk tot het
verleden.
De vraag naar de wcnschelijkheid van
herbouw (de uitvoerbaarheid blijft hier on
besproken) beperkt zich derhalve aanstonds
tot het volgende. Wenscht Leiden, indien
het practisch mogelijk blijkt, dat althans
het oude front en de toren zooveel mogelijk
in de oorspronkelijke gedaante herrijzen,
opdat de onvergelijkelijke historische be-
teekenis van het monument ook tot het na
geslacht blijve spreken?
Dit zou dan beteekenen, dat een zeer
kundig bouwmeester de taak kreeg, om
achter dien staatsiegevcl, met behoud van
de oude ingangen, het nieuwe gebouw zoo
harmonisch mogelijk te laten aansluiten.
Het opnemen van den herstelden toren in
een nieuw bouwplan zou waarschijnlijk geen
overwegende moeilijkheid meebrengen. Men
kan zich voorstellen, dat het nieuwe stad
huis aldus twee fronten zou krijgen: een
gebruiksfront aan de Vischmarkt, een mo
numentaal front, dat den band met het
verleden aanhield, aan dc Breestraat. Men
zou niet bang moeten zijn voor de samen
koppeling van oude en nieuwe architec
tuur. De voorouders hebben, in de bloei
tijdperken der bouwkunst, nimmer ge
schroomd nieuw en oud te vcreenigen, en
voor den onbevangen beschouwer krijgt
juist deze eerlijke verbinding van wat eigen
kunnen vermag, en wat eerbied voor de
voorgangers gebood te ontzien, een dub
bele bekoring. Men denke aan de stad-