R.H.W.%uit-Sadi
aoor grooto vermeerdering van particuner
drukwerk.
Dc financieele toestand was dan ook al
leszins gunstig. Aan de aandeelhouders kon
s jaarlijks oen behoorlijk dividend worden
uitgekeerd. Hypotheken en schulden wer
den regelmatig afgelost en bovendien kon
een flinke reserve worden bespaard voor
den kwaden dag.
Die kwade dag kwam helaas spoediger
dan men had verwacht.
Op den 21sten December 1927 klonk
plotseling het alarrabericht dat de gebou
wen en machiileriën van de L. C. door een
/.waren brand totaal waren verwoest.
Toen wij op dien triesten wintermorgen
voor de nog rookende puinhoopen van ons
gisteren nog zoo bloeiend bedrijf stonden,
overmeesterde ons allen bij dien droeven
aanblik een gevoel van moedeloosheid,
doch toen dc eerste schok voorbij was, zet
ten wij ons onmiddellijk aan den arbeid,
een arbeid langdurig en zwaar.
De taak van het College van Commissa
rissen der L. C. is dan ook in het jaar 1928
inderdaad een zeer moeilijke geweest en
vooral ook een zeer verantwoordelijke om
de gewichtige beslissingen, die moesten
worden genomen betreffende de opbouw
der gebouwen, aankoop van machinerieën,
etc., beslissingen vaak met ver strekkende
financieele gevolgen en van groote be teeke
nis voor de toekomst van ons blad.
Het is dan ook voor ons college een on
waardeerbaar en zeldzaam voorrecht ge
weest., dat wij juist toen in die moeilijke
tijd TT, Monseigneur, als ged. commis
saris in ons midden mochten hebben, naar
wiens heldere adviezen wij zoo gaarne luis
terden, en die ons in die gewichtige dagen
zoo krachtig heeft ter zijde gestaan met
woord en daad.
Uw verblijf in ons midden zullen wij
daarom steeds blijven beschouwen niet al
leen als een groote eer en oen blijvende
glorie voor de L. C., doch wij zullen dien
tijd ook dankbaar blijven herdenken om Uw
krachtige steun in die dagen, en nogmaals
breng ik U daarvoor hier onzen harteliiken
dank.
Is een ernstige brand voor ieder bedrijf
in vollen gang, een zware ramp en een
groote stoornis voor de geregelde produc
tie, hoeveel te meer geldt dit voor een
krantenbedrijf een bedrijf „a la minute'.
Dat toch de L. C. geregeld is kunnen
uitkomen zelfs op den dag van den
brand danken wij vooral aan de welwil
lende hulp van de Directie van het Leidsch
Dagblad aan wie ik hier gaarne een woord
van dank daarvoor breng.
Gedurende de maanden, dat ons bedrijf
stop stond, werd op de pers van het Leidsch
Dagblad onze courant gedrukt, doch voor
het persklaar-maken van ons blad moesten
wij echter zelf zorgen.
Yoor de Redactie en voor een tijdelijke
noodzetterij huurden wij daarom op de
Hoogewoerd een geschikt, pand een leeg
staande broodfabriek.
Daar werd het dagelijksch geestelijk
voedsel voor onze lezers klaar gemaakt, en
al was het alles geen „Pain de Luxe" wat
daar bereid werd, ja, al herinnerde het
soms aan oorlogsbrood, d.w.z. al moest de
Redactie, wat vorm en inhoud van ons blad
betreft, soms de toegevendheid der lezers
inroepen, zij deed het niet tevergeefs, want
men begreep maar al to goed de moeilijke
omstandigheden waaronder moest ge
werkt worden
Yoor die betoonde toegevendheid onzer
lezers breng ik hun hier onzen dank en het
doet mij genoegen hier te kunnen consta-
teeren, dat, ondankB het zware crisisjaar,
het aantal abonnementen, niet alleen niet
verminderde, doch in dezelfde regelmatig-
stijgende lijn als voorheen, zich bleef ont
wikkelen evenzoo ongeveer de adverten
tierubriek.
Dit gelukkig resultaat, geachte toehoor
ders, is te danken aan do bijzondere
krach («inspanning en plichtsvervulling van
allen, die aan de L. C. werkzaam waren en
in het bijzonder noem ik hier gaarne de
beide verantwoordelijke hoofdpersonen: de
directeur en hoofdredacteur.
Gij vooral, mijnheer Lans, hebt een bij
zonder moeilijk en zwaar jaar achter den
rug en dikwijls heb ik mij verwonderd over
uw uithoudingsvermogen, overstelpt als ge
waart met taLrijke buitengewone bezighe
den van allerlei aard.
Bij uw dagelijksehe zorg, dat de courant
op lijd moest verschijnen met onze beperkte
hulpmiddelen, waart ge bovendien nog
overladen met allerlei tijdroovend en ver
antwoordelijk werk betreffende de bouw
plannen, aankoop van machineriën, etc.
Ook voor u, mijnheer Wilmer, is als hoofd
redacteur het afgeloopen jaar een jaar van
buitengewone inspanning geweest.
Ook gij hebt, met uw staf van mederedac
teuren, onder zeer moeilijke omstandighe
den uw arbeid moeten verrichten. Ik weet
het uit persoonlijke gesprekken met u,
hoezeer het u leed deed, dat de L. O. waar
aan gij zoovele jaren met alle toewijding
hebt gearbeid, toen noodgedwongen aan
hare lezers niet dat kon geven, wat gij zoo
gaarne gewild hadt cn steeds gewoon waart
te geven, omdat gij in uwe journalistieke
arbeid, door gebrek aan ruimte werdt ge
rantsoeneerd.
Het is mij dasi ook een aangename plicht
om, als voorzitter van het Ooilege van
Commissarissen, aan u beiden een bijzon
der woord van lof.en hulde te mogen bren
gen voor de wijze waarop gij in die dagen
uwe zeer moeilijke en verantwoordelijke
taak hebt vervuld en betuig u daarvoor on
zen hartelijken dank.
Evenzoo aan allen, die toen aan de L. C.
verbonden waren, aan de redacteuren, aan
den chef van de drukkerij en aan het ad
ministratief en technisch personeel, voer de
bijzondere toewijding en krachtsinspanning
aan den dag gelegd.
Het spreekt wel vanzelf dat wij van ston
de af aan alles hebben aangewend om zoo
spoedig mogelijk uit dien noodtoestand te
geraken en het duurde dan ook niet lang
of een gedetailleerd plan, tot opbouw van
hot verwoeste perceel op het Rapenburg,
lag vóór ons op tafel. Dit plan was bijna al
goedgekeurd, toen onze ged. commissaris,
de heer Bots, onze aandacht vestigde op een
complex van gebouwen met mooi open ter
rein, gelegen aan dc. Papengracht, dat door
mijn grootere ruimte hot voordeel aanbood,
aat net géhecTe" bëdnjT gènjkvloers Tkóh
worden ingericht.
Om deze gewichtige reden besloten wij
deze panden te koopen hetgeen ons ge
lukte en wij hebben geen oogenblik spijt
gehad van dezen aankoop en mogen den
heer Bots dankbaar zijn voor zijn initiatief
en doorzicht in deze zaak.
Een nieuwe opdracht werd dus aan onzen
architect, den heer van der Laan, gegeven
en hoe deze zich gekweten heeft van zijn
taak, daarvan kunt u allen zich heden over
tuigen bij de bezichtiging der ruime en
practisch ingedeelde localiteiten.
Ik wensch dan ook onzen architect van
harte geluk van de uitvoering van dit bouw
werk.
Uw naam. mijnheer van der Laan, als
kundig architect, al zoo gunstig bekend
door zoovele fraaie gebouwen, als kerken,
ziekenhuizen, scholen, landhuizen etc. hebt
gij schitterend gehandhaafd door dit nieu
we bouwwerk, het eerste indien ik mij niet
vergis, in dit genre.
Aanvaard bij onze gelukwenschen ook
tevens den dank van het College van Com
missarissen voor de wijze waarop gij uwe
moeilijke taak, n.l. oud en nieuw tot écn
harmonisch geheel te vereenigen, zoo keurig
hebt volbracht.
Ook aan degenen, die de plannen van den
bouwmeester hebben uitgevoerd, aan onze
aannemers, de heeren Louis Raaymakers en
Zoon te Wouw, breng ik een woord van
verdiende lof en hulde, evenzoo aan de on
deraannemers, wier namen heden in de
courant worden vermeld. Zij hebben dit om
vangrijk en moeilijk bouwwerk tot onze
volkomen tevredenheid en op tijd opgele
verd.
Zoo staan wij dan geachte toehoorders
heden op den dag der plechtige inwij
ding van onze pas voltooide gebouwen, aan
het begin van een nieuw tijdperk voor de
Leidsche Courant.
Wij hebben, in materieel opzicht, alles
gedaan en voorbereid, opdat ons blad in
de toekomst zich meer en meer ontwikkelen
kan. Wij hebben het gehuisvest in keurige,
ruime, practisch ingerichte gebouwen, wij
hebben het toegerust met dc meest vol
maakte technische hulpmiddelen, die het
hedcndaagsch courantenbedrijf eischt: een
machtige rotatiepers, voorzien van de aller
laatste vindingen en verbeteringen, een
ruim 'aantal zetmachines, een moderne
stypc-inrichting, etc.
Wij hebben als directeur een man van
zeldzame toewijding en plichtsbetrachting.
Wij hebben een kundigen hoofdredacteur
en bekwame mede-redacteuren, ieder volko
men berekend voor hun taak; ons adminis
tratief en technisch personeel bestaat uit
vakmenschen, geschoold door jarenlange ar
beid en ondervinding; onze lezerskring
breidt zich voortdurend uit; dc advertenties
vloeien ons ruimschoots toe en steeds groo-
ter wordt de omvang van de afdeeling par
ticulier drukwerk, waaronder o.a. behooren
de periodiekenHet Patronaat. Het
R o o m s c h Studentenblad, het veel
gelezen en veel geprezen tijdschrift Het
Schild met zijn snel stijgende oplage.
Er is dus alleszins reden om de toekomst
van de Leidsche Courant hoopvol tegemoet
te zien.
Maar evenals de landman, die zijn akker
heeft bewerkt, beploegd en bezaaid en nu
wacht en hoopt op Gods onmisbaren zegen,
die den wasdom moet geven, zoo hopen
ook wij daarop en met recht en te meer
omdat die zegen over onze toekomstige ar
beid nu heden is afgesmeekt door het
machtig gebed van onzen Hoogvereerden
Bisschop zelf.
Welaan dan, vol goeden moed en vol ver
trouwen gaan wij verder om ons doel, ons
ideaal te bereiken en dat doel, dat ideaal,
geachte toehoorders, is: do Leidsche Cou
rant steeds meer en meer op hooger peil op
te voeren, wat vorm en inhoud betreft, ons
blad daardoor te doen zijn en te blijven een
der beste der gewestelijke Katholieke
dagbladen en vooral: dat ons Katholiek
dagblad gelezen worde in alle Roomsche
gezinnen van ons gewest.
Is dat doel, dat ideaal, eenmaal bereikt,
dan zal dit pas voltooid en heden ingewijd
gebouw zijn als een andere Leidsche cen
trale niet zulk eene, die met hare dui
zendvoudige vertakkingen, is een bron van
licht cn kracht in materieel opzicht,
doch als een machtige Roomsche cen
trale, van waaruit naar de Roomsche
gezinnen van stad en omgeving dagelijks
een stroom van duizenden exemplaren van
de L. C. uitgaat om daar te brengen ook
licht en ook kracht, doch van geheel
anderen aard, n.l. een schitterend gees te-
1 ij k licht, dat de dagelijks voorkomende
vraagstukken op religieus, politiek en so
ciaal gebied helder belicht vanuit katholiek
standpunt om daar te brengen een
stroom van geestelijke kracht, die de
Roomsche energie van onze lezers op hoog
spanning houdt.
TOESPRAAK VAN DEN BISSCHOP.
Mgr. Aengenent beklom daarop den ka
theder en sprak als volgt:
Hooggeachte president en verdere
bestuursleden der Leidsche Cou
rant. Hooggeachte genoodigden.
Ik geloof wel, te mogen zeggen, dat onder
dc hier aanwezigen er geen is, voor wien
deze dag zoo feestelijk is als voor mij. Want
ik durf zonder overdrijving te zeggen, dat
niemand vandaag zooveel reden heeft tot
blijdschap als ik.
De eerste reden tot blijdschap heb ik ge
meen met zeer velen onder u. Ik ben n.1.
zooals de meesten van u een getrouw lezer
der Leidsche Courant. Vanaf den eersten
dag van haar oprichting, nu ongeveer 20
jaar geleden, heb ik behoord tot haar ge
trouwe lezers. lederen avond is de Leidsche
Courant een mij welkome gast geweest op
mijn kamer, en ik hoop, dat zij een welkome
gast zal blijven, zoolang ik leef. Daarom is
het voor mij zoo'n groote vreugde te erva
ren, dat mijn trouwe huisvriend thans zoo
ruim en zoo fraai is gehuisvest. Deze reden
tot blijdschap heb ik met bijna allen van
u gemeen.
Doch er is een tweede reden tot blijd
schap. Ik ben n.l. ook aandeelhouder (ap
plaus). üp zeer bescheiden wijze (vroolijk-
heid). Maur ook dat vanaf do oprichting tot
nu toe. Ik herinner mij den tijd van de op
richting nog" heel goed, toen enkele wak
kere mannen het initiatief namen tot de
stichting van een eigen Katholiek dagblad
in Leiden en dezen toen bij mij kwamen
aankloppen, omdat zij meenden, dat ik ook
wel een aandeel kon nemen. Ik heb toen
een aandeel van 25 genomen en bezit het
nog. Vanaf dat oogenblik was ik dus aan
deelhouder en als zoodanig is het voor mij
en mijn mede-aandeelhouders heden een
feestdag als wij zien, dat ons instituut ge
huisvest is in een gebouw dat aan alle mo
derne eischen voldoet.
Nog een derde reden heb ik en deze re
den heb ik met slechts zeer weinigen van u
gemeen. Ik ben n.l. ook gedelegeerd commis
saris geweest van de Leidsche Courant,
een voorrecht dat slechts weinigen te beurt
valt. Op hot oogenblik zie ik er slechts drie
aanwezig, n.l. de heeren dr. Walenkamp,
Bots en Wouterlood. Ook als oud-gedele
geerd commissaris is het voor mij een vreug
dedag. Slechts één jaar heb ik deze functie
bekleed en hoewel dat een zeer zwaar en
moeilijk jaar voor de krant is geweest, heb
ik toch de aangenaamste herinneringen aan
dien tijd behouden, al waren de vergaderin
gen veelvuldig cn vaak langdurig en moei
lijk. Ik behoud de aangenaamste herinne
ringen aan dc vriendschappelijke samen
werking met den president dr. Walenkamp
en de andere gedelegeerd commissarissen
de heeren Bots en Wouterlood en ook met
de andere commissarissen, met wie ik en
kele keeren heb vergaderd. Daarom is het
voor mij ook in deze kwaliteit zoo'n vreug
dedag to zien, dat de Leidsche Courant er
thans zooveel beter voorstaat als in den tijd
van niijn commissarisschap.
Tenslotte heb ik nog een reden tot blijd
schap en deze reden geldt voor mij alleen,
zoodat ik met recht, kan zeggen, dat nie-
man zooveel reden tot blijdschap heeft als
ik. Ik verheug mij vandaag ook op bijzon
dere wijze als bisschop van het diocees,
waarin de Leidsche Courant verschijnt, dat
dc toekomst van de krant er thans zoo
schitterend voor staat en zij de toekomst
tegemoet gaat in een nieuw en prachtig in
gericht gebouw. Ik ben overtuigd, dat een
degelijke en krachtige Katholieke krant van
de hoogste beteekenis is voor het geloofs
leven van de menschen, bij wie de krant da
gelijks binnenkomt en daarom is het voor
mij als bisschop juist een zoo verheugende
dag. Ik ken den geest van de Leidsche Cou
rant, omdat ik al haar medewerkers van
nabij heb leeren kennen. Ik ken hen per
soonlijk en heb jaren lang met hen mee
geleefd. Dc echt Katholieke geest spreekt
uit al haar daden werken. Thans, nu de
krant zoo schitterend is gehuisvest, kan het
Katholieke blad nog beter haar taak ver
vullen en ik hoop dat zij haar taak zal
blijven vervullen op de wijze zooals zij dat
tot nu toe heeft gedaan.
De zegen van God, die ik uit naam van
de Kerk heb mogen afroepen, moge over
vloedig over allen blijven uitgestort, opdat
bewaarheid worde, dat allen, die hier ar
beiden, vervuld mogen zijn van de zeven ga
ven van den H. Geest en zoodoende steeds
hun arbêid mogen verrichten overeenkom
stig de voorschriften en de wenschen der
H. Kerk. Allen zijn thans vervuld van den
waren Katholieken geest. Moge deze geest
zoo blijven, dan zal hun arbeid strekken
tot glorie van God en tot heil der naasten,
dat zijn de Katholieken van dit district. Ik
hoop, dat de zegen vïfc! God tot in lengte
van dagen op dit werk moge blijven rusten,
opdat verwerkelijkt worde alles wat wij
vandaag van God hebben afgesmeekt. (Da
verend applaus).
TOESPRAAK BURGEMEESTER.
Hierna werd het woord verleend aan den
burgemeester der gemeente Leiden, mr. A.
van de Sande Bakhuyzen, die zeide gaarne
gebruik van de gelegenheid te maken om
een enkel woord te spreken.
Wat hier gezegd is, aldus spr., is gericht
tot Katholieken en is voortgekomen uit de
kringen van hen, die nauw verwant zijn aan
de Leidsche Courant. Spr. achtte hel ge-
pr.st ook een woord te doen hooren uit een
v/ijderen kring. Waar Leiden de zetel is van
de Leidsche Courant, valt hem als burge
meester de eer te beurt, een woord te mogen
spreken.
Spr. zeide zich nog levendig den brand
van den 21sten December 1927 te herinne
ren het was de eerste groote brand, wel
ken hij te Leiden meemaakte en het ver
heugt hom tegenwoordig te mogen zijn bij
dc opening van een nieuw, mooi bedrijf, op
modernen leest geschoeid, dat als een pho-
nix uit haar assehe is herrezen. Dit is een
geluk voor de courant, maar ook voor de
stad, want het is een bewijs van de energie,
die er binnen haar muren leeft.
Spr. wijst vervolgens op den hoogst aan-
trekkclijken gevel in dit deel van de Pa
pengracht en hij spreekt er zijn blijdschap
over uit, dat men dezen behouden heeft. Nu
we hier gezien hebben, aldus spr., wat de
deskundige vermag tot stand te brengen,
mogen we het bewijs wel geleverd achten,
dat achter een ouden gevel een modern be
drijf kan ingericht worden. (De burgemees
ter doelde hier op den herbouw van het
stadhuis en zijn woerden lieten niet na vroo-
lijkheid te wekken onder de aanwezigen).
De godsdienstige plechtigheid, die hier
verricht is, was voor spreker een min of
meer onverwachte en een onbekende. Door
dat de handelingen verricht werden door
het hoogst kerkelijk gezag in dit Bisdom,
kregen zij een nog meer hoogere beteekenis.
Spr. zeide, dat hij deze plechtigheid heeft
weten te apprecieeren, dat hij deze met
aandacht heeft gevolgd en mooi heeft ge
vonden. De burgemeester uit den wcnsch,
dat de Leidsche Courant in haar nieuwe
gebouw een goede toekomst moge tegemoet
gaan. Dat is het belang van de stad Leiden,
want een courant als deze is niet alleen
een goed ding voor de Katholieken, maar
ook voor de stad, welke gedachte spr. na
der uitwerkte. Spr. wijst erop, hoe hij ge
durende zijn 2-jarig verblijf hier ter stede
steeds met veel genoegen en aandacht, de
Leidsche Courant heeft gelezen. Daaruit is
hem gebleken, dat de Leidsche Courant op
een voortreffelijk hoog peil staat, zoo zelfs,
dat men van een blad als dit niet beter zou
kunnen verwachten.
De burgemeester eindigt tenslotte met
nogmaals zijn beste wenschen voor de
Leidsche Courant uit te sprekeu. (Applaus).
Tenslotte dankte de president-commissa
ris, dr. Walenkamj, allen hartelijk voor hun
tegenwoordigheid. Vooreerst mgr. den bis
schop voor diens sympathieke woorden, wel
ke voor ons oen bijzondere beteekenis heb
ben, niet alleen omdat zij woorden zijn van
den bisschop, maar ook omdat de bisschop
vroeger zelf aan den arbeid heeft deelge
nomen. Wij zullen, aldus de president-com
missaris, uw woorden meedragen in ons le
ven als een kostbare herinnering aan dezen
dag. En zij zullen ons een aansporing zijn
om met denzelfden ijver te blijven doorwer
ken
Dank bracht spr. ook aan den burgemees
ter, wiens tegenwoordigheid een reden was
van groote waardeering; een erkentelijk
heid, welke nog grooter is geworden na de
woorden, welke de burgemeester heoft ge
sproken.
Na ten slotte de hoop uitgesproken te
hebben, dat alle wenschen in vervulling mo
gen gaan, dankte spr. nogmaals allen voor
bun tegenwoordigheid en belangstelling en
noodigde hij allen uit tot een samenkomst
in Maison Bruyns.
Aan Mgr. Aengenent werd daarna een in
leder gebonden exemplaar overhandigd van
een boekje, uitgegeven bij.gelegenheid van
de inrichting onzer nieuwe gebouwen, waar
in dc Leidsche Courant in haar dagelijksehe
wording is geschetst, een boekje, dat allen
bij het verlaten van het gebouw werd mede
gegeven.
Nadat mgr. Aengenent vertrokken was
naar Maison Bruyns, alwaar het Bestuur
der Leidsche Courant recipieerde, maakten
velen van de aanwezigen van de gelegenheid
gebruik om de verschillende machines in
werking te zien.
De zetterij was versierd met groen en
palmen en de vloer was bekleed met ta
pijten, belangeloos ter beschikking gesteld
door de firma Waals.
Enkele bloemstukken waren ingezon
den, o.a. een \\.n het personeel van zetterij
en drukkerij.
DE RECEPTIE.
Te vijf uur ving in Maison Bruyns een
druk bezochte en geanimeerde receptie aan,
waarbij nagenoeg alle genoodigden on het
geheele personeel der Leidsche Courant het
bestuur der N.Y. kwamen gelukwenschen
met de inwijding der nieuwe gebouwen.
Mgr. Aengenent en Mgr. Tasldn bleven
tot circa half 6, waarna zij in gezelschap
van dc beide professoren Verhaar en Nie-
kel naar Warmond vertrokken.
Tijdens de receptie maakte de heer Hen-
n y, directeur van het Leidsch Dagblad, van
de gelegenheid geKaik om het woord te
voeren.
Toen het mooie gebouw van de Leidsche
Courant aan het Rapenburg afbrandde, was
het spr. een genoegen, om direct de be
hulpzame hand te bieden. Oogenblikkelijk
na het bekend worden van de ramp, heeft
spr. aan den directeur der Leidsche Cou
rant zijn hulp aangeboden. Dankbaar is hij
voor de woorden van dank, hem door den
president-commissaris toegesproken, doch
hij is overtuigd, dat indien een dergelijke i
iamp het Leidsch Dagblad zou hebben ge
troffen, de Leidsche Courant klaar zou heb
ben gestaan om hem te helpen. De samen
werking tusschen do beide dagbladen, spe
ciaal tusschen spr. en den directeur en den
hoofdredacteur der L. C. is steeds buitenge
woon aangenaam geweest. Spr. wenscht de
L. O. geluk met het nieuwe gebouw en zijn
inrichting; hij heeft het zeer op prijs ge
steld, dat hij in de gelegenheid gesteld werd
om deze inrichting met een cri-tisch oog te
kunnen bezien en spr. brengt gaarne alle
hulde aan degenen, die dit werk hebben tot
stand gebracht.
Ook wethouder G o s 1 i n g a verklaarde
in een geïmproviseerd speechje, dat hij zoo
lang hij in Leiden gevestigd was, behoord
heeft tot de lezers van de Leidsche Courant.
Zich aansluitend aan de woorden van den
bisschop, bekende ook hij, dat de Leidsche
Courant voor hem eiken dag een welkome
gast was. Spr. heeft het altijd zeer op prijs
gesteld, dat. de L. O. zoo'n echt Katholiek
blad is. Het dringt z'n Katholiciteit niet op,
doch het is zoo vanzelfsprekend Katholiek,
van de eerste tot de laatste pagina.
Wie Katholiek is, moet dit blad met ge
noegen lezen, vooral het Zaterdagavond-
nummer. Spr. heeft in eigen kring de. L. C.
dikwijls als voorbeeld gesteld, vooral voor
de wijze, waarop icderen dag in een kort
Stukje den lezers voorlichting wordt ge
schonken. Spreker is gedwongen ook
bladen van tegenstanders te lezen, wat niet
altijd prettige lectuur is, en daarom doet
het spr. genoegen te kunnen verklaren, dat
hij zich door vele banden met de L. C. ge
bonden gevoelt. Spr. wenscht dan ook gaar
ne de L. C. geluk met het nieuwe gebouw.
Gelukwenschen.
Yan de vele binnengekomen schriftelijke
en telegrafische gelukwenschen, w.o. vele
van verhindering, noemen we er hier en
kele:
Van den heer Oostdam:
Der Paapsche krant ter Papegracht ver-
leene God steeds meerder kracht.
Van Rector Braakman, secretaris Patro-
natenbond
Ontvangt de gelukwenschen van het
centraal-comité van patronaten.
Van den heer Gouverneur, burgemeester
van Sassenheim:
Boven Bisschoppelijken zegen 's Heeren
zegen toegewenschfc voor onze Roomsche
courant. Verhinderd te komen.
Van den heer Bader, uit Sassenheim, lid
der Prov. Staten:
Hoogere bloei en klimmend succes na
de vernieuwing uwer gebouwen, tot zegen
van onze Katholieke streek en ter cere
Gods.
Van pastoor van Leeuwen uit Hillegom:
Uit assche herrezen,
Spreidt de vleugels naar allen kant,
En moge 't lang nog wezen:
„De Leidsche Courant".
Van den heer van Oorschot, oud-redac
teur onzer courant:
Geen brand vermag uw heerlijk levens
werk tc vernietigen. Gelukwensch voor
allen.
Gemeentelijke Aankondigingen
De Burgemeester en Wethouders
Leiden doen te weten, dat door den Ra.,
dier gemeente, in zijne vergadering
den 25sten Maart 1929, is vastgesteld
volgende verordening:
VERORDENING,
houdende wijziging van de verordening
den 6en April 1925 (Gemeenteblad No.
houdende aanwijzing van de stemlokali
de steindistrictjp\waariiyJ^\ genwe
rkiezii
er
te Leiden is verdi
van de leden van
StatemGeneraal.
ten en van den Ge:
EENP
In artikel 1, 2e lid,
verordening wordt in
der lokalen van de C
Burgerschool aan de
Vastgesteld <^jpr d<M
Leiden, in zijl» ®j»euBa:
den 25en Afn n
De Burgemeester.
A. v. d. SANDE BAKHUYZES
De Secretaris,
VAN STRIJEN.
En is hiervan afkondiging geschiei
waar het behoort, den 27en Maart
A. v. d. SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester
VAN STRIJEN, Secretaris.
Bureaux Gemeente-Secretarie en
-Ontvang
Burgemeester en Werfioudof-si van Lei-
den brengen ter algein/enc JflPiwiis, dat
bureaux der Gemeent(e-Sec^t/-ie en w
den Gemeente-Ontvai/jer op JGoeden Vrij
29 Maart a.s. i-fzv\\evi zijn gesloter
A. v. d. SAfipE IjfcffiÊYZEN
Burgemeester
VAN STRI/ÉN, Secretaris.
Leiden, 27 Maart'l929.
Badhuis van der Werffstraat.
Burgemeester en W^houders van Lei
den brengen tor kennia van «elanghebben
den, dat het Badhuis Ji de^/ander Werff
straat op Goeden Vrijlag M- 29 Maart as
slechts zal geopen«zijn*ot des middags
twaalf uur.
A. v. d. SAïl>E JAKHUYZEN,
9 i Burgemeester,
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden. 27 Maart 1929.
Overtreding verordening op den keurings-
dienst van vee en vleesch.
Burgemeester en Wethouders van Lri
den, gezien artikel 44 der Verordening tij
den 27en Maart 1922 (Gemeenteblad 5»
13), op den Keuringsdienst van Veet
Vleesch, brengen ter openbare kennis, dï
lo. Johannes Joseph Zandbergen,
nende Morschweg 2:L<eLeiden, £p*$len 31
October 1928 werd,T>ok®urd wö£eijs: het
voorraad hebben ja/ (ygck<yn-$^hgevo{
de vleeschwareu, dft hij /qyw-jjfte op d:
21en November 1928 #rerd |fei>^£deeld t.
ƒ3.boete of 2 daran he^ptaaig!';
2o. Gerardus K^cbndfe ciu^voort,
nende Mare la njoet^Oude "\®st) to L&
den, op den 14en December werd bi-
keurd wegens: luit aki n^rtyfrir, houder d
hoeder van gestorven of in nood gedoodi
slachtdieren, deze dieren niet zoo spocdij
mogelijk langs den kortsten weg
of doen vervoeren naar het Openbas:
Slachthuis, en dat hij deswege op den 18ei
Februari 1929 werd veroordeeld tot 75.-
boete of 1 maand hechtenis.
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN.
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 27 Maart 1929.
De Directeur der SUÉ-delijk»»^^ibrieken
van Gas en Electricit/it brengt ter alge-
meene kennis, dat dl ka/toren Lange-
gracht 70 en de tooii*amJrjfooigracht
op 29 Maart a.s. (G Je de* Vrij lag) den ge-
heelen dag gesloten */.ullen zijl en dat op
dien dag ook geen qjflevering \§i-n cokes
plaats hebben.
Voorklachten inAke dégaé en electrici-
teitslevering kanJsien zici^wenden tot dec
portier in liet Atmiinistratiegebouw Lange-
gracht 70.
De Directeur voornoemd
P. FEHMERS,
Wd. Dit
|0e
LEIDEN.
De avond.-, nacht- en Zondagsdienst de;
apotheken wordt, van Maandag
en met Zondag 31 Maart (len Paasei
dag) waargenomen door de apotheek
den heer C'. B. Duyster, Nieuwe
18, telef. 523.
Maandag 1 April (2en Paa-schda
neemt waar de apotheek van den heer
du C r o i x, Rapenburg 9, telef. 807.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
DE EjBHTE
Wij mogen constateeren. dat de opening*
en inwijdingsplechtigheid ons een blijde vo:
doening is geweest en dat wij met dan*
baarheid aan dezen dag zullen blijven te
rugdenken. Wij en allen, die er bij lege"'
woordig waren. Do uitnoodigingen hadde!
wij móeten beperken tot geestelijke en w*
kele wereldlijke autoriteiten. Maar wij hou
den ons er van overtuigd, dat alle leze»
al onze vrienden in Leiden en breede omge
ving met ons dezen dag hebben meegelwH
en uit dit verslag met hartelijke vreugd'
zullen vernemen, hoe hun Katholiek duf
blad wordt gewaardeerd door Katholiek f
niet-Kathaliekl
2-1