R.H.W.%uit-Sadi aoor grooto vermeerdering van particuner drukwerk. Dc financieele toestand was dan ook al leszins gunstig. Aan de aandeelhouders kon s jaarlijks oen behoorlijk dividend worden uitgekeerd. Hypotheken en schulden wer den regelmatig afgelost en bovendien kon een flinke reserve worden bespaard voor den kwaden dag. Die kwade dag kwam helaas spoediger dan men had verwacht. Op den 21sten December 1927 klonk plotseling het alarrabericht dat de gebou wen en machiileriën van de L. C. door een /.waren brand totaal waren verwoest. Toen wij op dien triesten wintermorgen voor de nog rookende puinhoopen van ons gisteren nog zoo bloeiend bedrijf stonden, overmeesterde ons allen bij dien droeven aanblik een gevoel van moedeloosheid, doch toen dc eerste schok voorbij was, zet ten wij ons onmiddellijk aan den arbeid, een arbeid langdurig en zwaar. De taak van het College van Commissa rissen der L. C. is dan ook in het jaar 1928 inderdaad een zeer moeilijke geweest en vooral ook een zeer verantwoordelijke om de gewichtige beslissingen, die moesten worden genomen betreffende de opbouw der gebouwen, aankoop van machinerieën, etc., beslissingen vaak met ver strekkende financieele gevolgen en van groote be teeke nis voor de toekomst van ons blad. Het is dan ook voor ons college een on waardeerbaar en zeldzaam voorrecht ge weest., dat wij juist toen in die moeilijke tijd TT, Monseigneur, als ged. commis saris in ons midden mochten hebben, naar wiens heldere adviezen wij zoo gaarne luis terden, en die ons in die gewichtige dagen zoo krachtig heeft ter zijde gestaan met woord en daad. Uw verblijf in ons midden zullen wij daarom steeds blijven beschouwen niet al leen als een groote eer en oen blijvende glorie voor de L. C., doch wij zullen dien tijd ook dankbaar blijven herdenken om Uw krachtige steun in die dagen, en nogmaals breng ik U daarvoor hier onzen harteliiken dank. Is een ernstige brand voor ieder bedrijf in vollen gang, een zware ramp en een groote stoornis voor de geregelde produc tie, hoeveel te meer geldt dit voor een krantenbedrijf een bedrijf „a la minute'. Dat toch de L. C. geregeld is kunnen uitkomen zelfs op den dag van den brand danken wij vooral aan de welwil lende hulp van de Directie van het Leidsch Dagblad aan wie ik hier gaarne een woord van dank daarvoor breng. Gedurende de maanden, dat ons bedrijf stop stond, werd op de pers van het Leidsch Dagblad onze courant gedrukt, doch voor het persklaar-maken van ons blad moesten wij echter zelf zorgen. Yoor de Redactie en voor een tijdelijke noodzetterij huurden wij daarom op de Hoogewoerd een geschikt, pand een leeg staande broodfabriek. Daar werd het dagelijksch geestelijk voedsel voor onze lezers klaar gemaakt, en al was het alles geen „Pain de Luxe" wat daar bereid werd, ja, al herinnerde het soms aan oorlogsbrood, d.w.z. al moest de Redactie, wat vorm en inhoud van ons blad betreft, soms de toegevendheid der lezers inroepen, zij deed het niet tevergeefs, want men begreep maar al to goed de moeilijke omstandigheden waaronder moest ge werkt worden Yoor die betoonde toegevendheid onzer lezers breng ik hun hier onzen dank en het doet mij genoegen hier te kunnen consta- teeren, dat, ondankB het zware crisisjaar, het aantal abonnementen, niet alleen niet verminderde, doch in dezelfde regelmatig- stijgende lijn als voorheen, zich bleef ont wikkelen evenzoo ongeveer de adverten tierubriek. Dit gelukkig resultaat, geachte toehoor ders, is te danken aan do bijzondere krach («inspanning en plichtsvervulling van allen, die aan de L. C. werkzaam waren en in het bijzonder noem ik hier gaarne de beide verantwoordelijke hoofdpersonen: de directeur en hoofdredacteur. Gij vooral, mijnheer Lans, hebt een bij zonder moeilijk en zwaar jaar achter den rug en dikwijls heb ik mij verwonderd over uw uithoudingsvermogen, overstelpt als ge waart met taLrijke buitengewone bezighe den van allerlei aard. Bij uw dagelijksehe zorg, dat de courant op lijd moest verschijnen met onze beperkte hulpmiddelen, waart ge bovendien nog overladen met allerlei tijdroovend en ver antwoordelijk werk betreffende de bouw plannen, aankoop van machineriën, etc. Ook voor u, mijnheer Wilmer, is als hoofd redacteur het afgeloopen jaar een jaar van buitengewone inspanning geweest. Ook gij hebt, met uw staf van mederedac teuren, onder zeer moeilijke omstandighe den uw arbeid moeten verrichten. Ik weet het uit persoonlijke gesprekken met u, hoezeer het u leed deed, dat de L. O. waar aan gij zoovele jaren met alle toewijding hebt gearbeid, toen noodgedwongen aan hare lezers niet dat kon geven, wat gij zoo gaarne gewild hadt cn steeds gewoon waart te geven, omdat gij in uwe journalistieke arbeid, door gebrek aan ruimte werdt ge rantsoeneerd. Het is mij dasi ook een aangename plicht om, als voorzitter van het Ooilege van Commissarissen, aan u beiden een bijzon der woord van lof.en hulde te mogen bren gen voor de wijze waarop gij in die dagen uwe zeer moeilijke en verantwoordelijke taak hebt vervuld en betuig u daarvoor on zen hartelijken dank. Evenzoo aan allen, die toen aan de L. C. verbonden waren, aan de redacteuren, aan den chef van de drukkerij en aan het ad ministratief en technisch personeel, voer de bijzondere toewijding en krachtsinspanning aan den dag gelegd. Het spreekt wel vanzelf dat wij van ston de af aan alles hebben aangewend om zoo spoedig mogelijk uit dien noodtoestand te geraken en het duurde dan ook niet lang of een gedetailleerd plan, tot opbouw van hot verwoeste perceel op het Rapenburg, lag vóór ons op tafel. Dit plan was bijna al goedgekeurd, toen onze ged. commissaris, de heer Bots, onze aandacht vestigde op een complex van gebouwen met mooi open ter rein, gelegen aan dc. Papengracht, dat door mijn grootere ruimte hot voordeel aanbood, aat net géhecTe" bëdnjT gènjkvloers Tkóh worden ingericht. Om deze gewichtige reden besloten wij deze panden te koopen hetgeen ons ge lukte en wij hebben geen oogenblik spijt gehad van dezen aankoop en mogen den heer Bots dankbaar zijn voor zijn initiatief en doorzicht in deze zaak. Een nieuwe opdracht werd dus aan onzen architect, den heer van der Laan, gegeven en hoe deze zich gekweten heeft van zijn taak, daarvan kunt u allen zich heden over tuigen bij de bezichtiging der ruime en practisch ingedeelde localiteiten. Ik wensch dan ook onzen architect van harte geluk van de uitvoering van dit bouw werk. Uw naam. mijnheer van der Laan, als kundig architect, al zoo gunstig bekend door zoovele fraaie gebouwen, als kerken, ziekenhuizen, scholen, landhuizen etc. hebt gij schitterend gehandhaafd door dit nieu we bouwwerk, het eerste indien ik mij niet vergis, in dit genre. Aanvaard bij onze gelukwenschen ook tevens den dank van het College van Com missarissen voor de wijze waarop gij uwe moeilijke taak, n.l. oud en nieuw tot écn harmonisch geheel te vereenigen, zoo keurig hebt volbracht. Ook aan degenen, die de plannen van den bouwmeester hebben uitgevoerd, aan onze aannemers, de heeren Louis Raaymakers en Zoon te Wouw, breng ik een woord van verdiende lof en hulde, evenzoo aan de on deraannemers, wier namen heden in de courant worden vermeld. Zij hebben dit om vangrijk en moeilijk bouwwerk tot onze volkomen tevredenheid en op tijd opgele verd. Zoo staan wij dan geachte toehoorders heden op den dag der plechtige inwij ding van onze pas voltooide gebouwen, aan het begin van een nieuw tijdperk voor de Leidsche Courant. Wij hebben, in materieel opzicht, alles gedaan en voorbereid, opdat ons blad in de toekomst zich meer en meer ontwikkelen kan. Wij hebben het gehuisvest in keurige, ruime, practisch ingerichte gebouwen, wij hebben het toegerust met dc meest vol maakte technische hulpmiddelen, die het hedcndaagsch courantenbedrijf eischt: een machtige rotatiepers, voorzien van de aller laatste vindingen en verbeteringen, een ruim 'aantal zetmachines, een moderne stypc-inrichting, etc. Wij hebben als directeur een man van zeldzame toewijding en plichtsbetrachting. Wij hebben een kundigen hoofdredacteur en bekwame mede-redacteuren, ieder volko men berekend voor hun taak; ons adminis tratief en technisch personeel bestaat uit vakmenschen, geschoold door jarenlange ar beid en ondervinding; onze lezerskring breidt zich voortdurend uit; dc advertenties vloeien ons ruimschoots toe en steeds groo- ter wordt de omvang van de afdeeling par ticulier drukwerk, waaronder o.a. behooren de periodiekenHet Patronaat. Het R o o m s c h Studentenblad, het veel gelezen en veel geprezen tijdschrift Het Schild met zijn snel stijgende oplage. Er is dus alleszins reden om de toekomst van de Leidsche Courant hoopvol tegemoet te zien. Maar evenals de landman, die zijn akker heeft bewerkt, beploegd en bezaaid en nu wacht en hoopt op Gods onmisbaren zegen, die den wasdom moet geven, zoo hopen ook wij daarop en met recht en te meer omdat die zegen over onze toekomstige ar beid nu heden is afgesmeekt door het machtig gebed van onzen Hoogvereerden Bisschop zelf. Welaan dan, vol goeden moed en vol ver trouwen gaan wij verder om ons doel, ons ideaal te bereiken en dat doel, dat ideaal, geachte toehoorders, is: do Leidsche Cou rant steeds meer en meer op hooger peil op te voeren, wat vorm en inhoud betreft, ons blad daardoor te doen zijn en te blijven een der beste der gewestelijke Katholieke dagbladen en vooral: dat ons Katholiek dagblad gelezen worde in alle Roomsche gezinnen van ons gewest. Is dat doel, dat ideaal, eenmaal bereikt, dan zal dit pas voltooid en heden ingewijd gebouw zijn als een andere Leidsche cen trale niet zulk eene, die met hare dui zendvoudige vertakkingen, is een bron van licht cn kracht in materieel opzicht, doch als een machtige Roomsche cen trale, van waaruit naar de Roomsche gezinnen van stad en omgeving dagelijks een stroom van duizenden exemplaren van de L. C. uitgaat om daar te brengen ook licht en ook kracht, doch van geheel anderen aard, n.l. een schitterend gees te- 1 ij k licht, dat de dagelijks voorkomende vraagstukken op religieus, politiek en so ciaal gebied helder belicht vanuit katholiek standpunt om daar te brengen een stroom van geestelijke kracht, die de Roomsche energie van onze lezers op hoog spanning houdt. TOESPRAAK VAN DEN BISSCHOP. Mgr. Aengenent beklom daarop den ka theder en sprak als volgt: Hooggeachte president en verdere bestuursleden der Leidsche Cou rant. Hooggeachte genoodigden. Ik geloof wel, te mogen zeggen, dat onder dc hier aanwezigen er geen is, voor wien deze dag zoo feestelijk is als voor mij. Want ik durf zonder overdrijving te zeggen, dat niemand vandaag zooveel reden heeft tot blijdschap als ik. De eerste reden tot blijdschap heb ik ge meen met zeer velen onder u. Ik ben n.1. zooals de meesten van u een getrouw lezer der Leidsche Courant. Vanaf den eersten dag van haar oprichting, nu ongeveer 20 jaar geleden, heb ik behoord tot haar ge trouwe lezers. lederen avond is de Leidsche Courant een mij welkome gast geweest op mijn kamer, en ik hoop, dat zij een welkome gast zal blijven, zoolang ik leef. Daarom is het voor mij zoo'n groote vreugde te erva ren, dat mijn trouwe huisvriend thans zoo ruim en zoo fraai is gehuisvest. Deze reden tot blijdschap heb ik met bijna allen van u gemeen. Doch er is een tweede reden tot blijd schap. Ik ben n.l. ook aandeelhouder (ap plaus). üp zeer bescheiden wijze (vroolijk- heid). Maur ook dat vanaf do oprichting tot nu toe. Ik herinner mij den tijd van de op richting nog" heel goed, toen enkele wak kere mannen het initiatief namen tot de stichting van een eigen Katholiek dagblad in Leiden en dezen toen bij mij kwamen aankloppen, omdat zij meenden, dat ik ook wel een aandeel kon nemen. Ik heb toen een aandeel van 25 genomen en bezit het nog. Vanaf dat oogenblik was ik dus aan deelhouder en als zoodanig is het voor mij en mijn mede-aandeelhouders heden een feestdag als wij zien, dat ons instituut ge huisvest is in een gebouw dat aan alle mo derne eischen voldoet. Nog een derde reden heb ik en deze re den heb ik met slechts zeer weinigen van u gemeen. Ik ben n.l. ook gedelegeerd commis saris geweest van de Leidsche Courant, een voorrecht dat slechts weinigen te beurt valt. Op hot oogenblik zie ik er slechts drie aanwezig, n.l. de heeren dr. Walenkamp, Bots en Wouterlood. Ook als oud-gedele geerd commissaris is het voor mij een vreug dedag. Slechts één jaar heb ik deze functie bekleed en hoewel dat een zeer zwaar en moeilijk jaar voor de krant is geweest, heb ik toch de aangenaamste herinneringen aan dien tijd behouden, al waren de vergaderin gen veelvuldig cn vaak langdurig en moei lijk. Ik behoud de aangenaamste herinne ringen aan dc vriendschappelijke samen werking met den president dr. Walenkamp en de andere gedelegeerd commissarissen de heeren Bots en Wouterlood en ook met de andere commissarissen, met wie ik en kele keeren heb vergaderd. Daarom is het voor mij ook in deze kwaliteit zoo'n vreug dedag to zien, dat de Leidsche Courant er thans zooveel beter voorstaat als in den tijd van niijn commissarisschap. Tenslotte heb ik nog een reden tot blijd schap en deze reden geldt voor mij alleen, zoodat ik met recht, kan zeggen, dat nie- man zooveel reden tot blijdschap heeft als ik. Ik verheug mij vandaag ook op bijzon dere wijze als bisschop van het diocees, waarin de Leidsche Courant verschijnt, dat dc toekomst van de krant er thans zoo schitterend voor staat en zij de toekomst tegemoet gaat in een nieuw en prachtig in gericht gebouw. Ik ben overtuigd, dat een degelijke en krachtige Katholieke krant van de hoogste beteekenis is voor het geloofs leven van de menschen, bij wie de krant da gelijks binnenkomt en daarom is het voor mij als bisschop juist een zoo verheugende dag. Ik ken den geest van de Leidsche Cou rant, omdat ik al haar medewerkers van nabij heb leeren kennen. Ik ken hen per soonlijk en heb jaren lang met hen mee geleefd. Dc echt Katholieke geest spreekt uit al haar daden werken. Thans, nu de krant zoo schitterend is gehuisvest, kan het Katholieke blad nog beter haar taak ver vullen en ik hoop dat zij haar taak zal blijven vervullen op de wijze zooals zij dat tot nu toe heeft gedaan. De zegen van God, die ik uit naam van de Kerk heb mogen afroepen, moge over vloedig over allen blijven uitgestort, opdat bewaarheid worde, dat allen, die hier ar beiden, vervuld mogen zijn van de zeven ga ven van den H. Geest en zoodoende steeds hun arbêid mogen verrichten overeenkom stig de voorschriften en de wenschen der H. Kerk. Allen zijn thans vervuld van den waren Katholieken geest. Moge deze geest zoo blijven, dan zal hun arbeid strekken tot glorie van God en tot heil der naasten, dat zijn de Katholieken van dit district. Ik hoop, dat de zegen vïfc! God tot in lengte van dagen op dit werk moge blijven rusten, opdat verwerkelijkt worde alles wat wij vandaag van God hebben afgesmeekt. (Da verend applaus). TOESPRAAK BURGEMEESTER. Hierna werd het woord verleend aan den burgemeester der gemeente Leiden, mr. A. van de Sande Bakhuyzen, die zeide gaarne gebruik van de gelegenheid te maken om een enkel woord te spreken. Wat hier gezegd is, aldus spr., is gericht tot Katholieken en is voortgekomen uit de kringen van hen, die nauw verwant zijn aan de Leidsche Courant. Spr. achtte hel ge- pr.st ook een woord te doen hooren uit een v/ijderen kring. Waar Leiden de zetel is van de Leidsche Courant, valt hem als burge meester de eer te beurt, een woord te mogen spreken. Spr. zeide zich nog levendig den brand van den 21sten December 1927 te herinne ren het was de eerste groote brand, wel ken hij te Leiden meemaakte en het ver heugt hom tegenwoordig te mogen zijn bij dc opening van een nieuw, mooi bedrijf, op modernen leest geschoeid, dat als een pho- nix uit haar assehe is herrezen. Dit is een geluk voor de courant, maar ook voor de stad, want het is een bewijs van de energie, die er binnen haar muren leeft. Spr. wijst vervolgens op den hoogst aan- trekkclijken gevel in dit deel van de Pa pengracht en hij spreekt er zijn blijdschap over uit, dat men dezen behouden heeft. Nu we hier gezien hebben, aldus spr., wat de deskundige vermag tot stand te brengen, mogen we het bewijs wel geleverd achten, dat achter een ouden gevel een modern be drijf kan ingericht worden. (De burgemees ter doelde hier op den herbouw van het stadhuis en zijn woerden lieten niet na vroo- lijkheid te wekken onder de aanwezigen). De godsdienstige plechtigheid, die hier verricht is, was voor spreker een min of meer onverwachte en een onbekende. Door dat de handelingen verricht werden door het hoogst kerkelijk gezag in dit Bisdom, kregen zij een nog meer hoogere beteekenis. Spr. zeide, dat hij deze plechtigheid heeft weten te apprecieeren, dat hij deze met aandacht heeft gevolgd en mooi heeft ge vonden. De burgemeester uit den wcnsch, dat de Leidsche Courant in haar nieuwe gebouw een goede toekomst moge tegemoet gaan. Dat is het belang van de stad Leiden, want een courant als deze is niet alleen een goed ding voor de Katholieken, maar ook voor de stad, welke gedachte spr. na der uitwerkte. Spr. wijst erop, hoe hij ge durende zijn 2-jarig verblijf hier ter stede steeds met veel genoegen en aandacht, de Leidsche Courant heeft gelezen. Daaruit is hem gebleken, dat de Leidsche Courant op een voortreffelijk hoog peil staat, zoo zelfs, dat men van een blad als dit niet beter zou kunnen verwachten. De burgemeester eindigt tenslotte met nogmaals zijn beste wenschen voor de Leidsche Courant uit te sprekeu. (Applaus). Tenslotte dankte de president-commissa ris, dr. Walenkamj, allen hartelijk voor hun tegenwoordigheid. Vooreerst mgr. den bis schop voor diens sympathieke woorden, wel ke voor ons oen bijzondere beteekenis heb ben, niet alleen omdat zij woorden zijn van den bisschop, maar ook omdat de bisschop vroeger zelf aan den arbeid heeft deelge nomen. Wij zullen, aldus de president-com missaris, uw woorden meedragen in ons le ven als een kostbare herinnering aan dezen dag. En zij zullen ons een aansporing zijn om met denzelfden ijver te blijven doorwer ken Dank bracht spr. ook aan den burgemees ter, wiens tegenwoordigheid een reden was van groote waardeering; een erkentelijk heid, welke nog grooter is geworden na de woorden, welke de burgemeester heoft ge sproken. Na ten slotte de hoop uitgesproken te hebben, dat alle wenschen in vervulling mo gen gaan, dankte spr. nogmaals allen voor bun tegenwoordigheid en belangstelling en noodigde hij allen uit tot een samenkomst in Maison Bruyns. Aan Mgr. Aengenent werd daarna een in leder gebonden exemplaar overhandigd van een boekje, uitgegeven bij.gelegenheid van de inrichting onzer nieuwe gebouwen, waar in dc Leidsche Courant in haar dagelijksehe wording is geschetst, een boekje, dat allen bij het verlaten van het gebouw werd mede gegeven. Nadat mgr. Aengenent vertrokken was naar Maison Bruyns, alwaar het Bestuur der Leidsche Courant recipieerde, maakten velen van de aanwezigen van de gelegenheid gebruik om de verschillende machines in werking te zien. De zetterij was versierd met groen en palmen en de vloer was bekleed met ta pijten, belangeloos ter beschikking gesteld door de firma Waals. Enkele bloemstukken waren ingezon den, o.a. een \\.n het personeel van zetterij en drukkerij. DE RECEPTIE. Te vijf uur ving in Maison Bruyns een druk bezochte en geanimeerde receptie aan, waarbij nagenoeg alle genoodigden on het geheele personeel der Leidsche Courant het bestuur der N.Y. kwamen gelukwenschen met de inwijding der nieuwe gebouwen. Mgr. Aengenent en Mgr. Tasldn bleven tot circa half 6, waarna zij in gezelschap van dc beide professoren Verhaar en Nie- kel naar Warmond vertrokken. Tijdens de receptie maakte de heer Hen- n y, directeur van het Leidsch Dagblad, van de gelegenheid geKaik om het woord te voeren. Toen het mooie gebouw van de Leidsche Courant aan het Rapenburg afbrandde, was het spr. een genoegen, om direct de be hulpzame hand te bieden. Oogenblikkelijk na het bekend worden van de ramp, heeft spr. aan den directeur der Leidsche Cou rant zijn hulp aangeboden. Dankbaar is hij voor de woorden van dank, hem door den president-commissaris toegesproken, doch hij is overtuigd, dat indien een dergelijke i iamp het Leidsch Dagblad zou hebben ge troffen, de Leidsche Courant klaar zou heb ben gestaan om hem te helpen. De samen werking tusschen do beide dagbladen, spe ciaal tusschen spr. en den directeur en den hoofdredacteur der L. C. is steeds buitenge woon aangenaam geweest. Spr. wenscht de L. O. geluk met het nieuwe gebouw en zijn inrichting; hij heeft het zeer op prijs ge steld, dat hij in de gelegenheid gesteld werd om deze inrichting met een cri-tisch oog te kunnen bezien en spr. brengt gaarne alle hulde aan degenen, die dit werk hebben tot stand gebracht. Ook wethouder G o s 1 i n g a verklaarde in een geïmproviseerd speechje, dat hij zoo lang hij in Leiden gevestigd was, behoord heeft tot de lezers van de Leidsche Courant. Zich aansluitend aan de woorden van den bisschop, bekende ook hij, dat de Leidsche Courant voor hem eiken dag een welkome gast was. Spr. heeft het altijd zeer op prijs gesteld, dat. de L. O. zoo'n echt Katholiek blad is. Het dringt z'n Katholiciteit niet op, doch het is zoo vanzelfsprekend Katholiek, van de eerste tot de laatste pagina. Wie Katholiek is, moet dit blad met ge noegen lezen, vooral het Zaterdagavond- nummer. Spr. heeft in eigen kring de. L. C. dikwijls als voorbeeld gesteld, vooral voor de wijze, waarop icderen dag in een kort Stukje den lezers voorlichting wordt ge schonken. Spreker is gedwongen ook bladen van tegenstanders te lezen, wat niet altijd prettige lectuur is, en daarom doet het spr. genoegen te kunnen verklaren, dat hij zich door vele banden met de L. C. ge bonden gevoelt. Spr. wenscht dan ook gaar ne de L. C. geluk met het nieuwe gebouw. Gelukwenschen. Yan de vele binnengekomen schriftelijke en telegrafische gelukwenschen, w.o. vele van verhindering, noemen we er hier en kele: Van den heer Oostdam: Der Paapsche krant ter Papegracht ver- leene God steeds meerder kracht. Van Rector Braakman, secretaris Patro- natenbond Ontvangt de gelukwenschen van het centraal-comité van patronaten. Van den heer Gouverneur, burgemeester van Sassenheim: Boven Bisschoppelijken zegen 's Heeren zegen toegewenschfc voor onze Roomsche courant. Verhinderd te komen. Van den heer Bader, uit Sassenheim, lid der Prov. Staten: Hoogere bloei en klimmend succes na de vernieuwing uwer gebouwen, tot zegen van onze Katholieke streek en ter cere Gods. Van pastoor van Leeuwen uit Hillegom: Uit assche herrezen, Spreidt de vleugels naar allen kant, En moge 't lang nog wezen: „De Leidsche Courant". Van den heer van Oorschot, oud-redac teur onzer courant: Geen brand vermag uw heerlijk levens werk tc vernietigen. Gelukwensch voor allen. Gemeentelijke Aankondigingen De Burgemeester en Wethouders Leiden doen te weten, dat door den Ra., dier gemeente, in zijne vergadering den 25sten Maart 1929, is vastgesteld volgende verordening: VERORDENING, houdende wijziging van de verordening den 6en April 1925 (Gemeenteblad No. houdende aanwijzing van de stemlokali de steindistrictjp\waariiyJ^\ genwe rkiezii er te Leiden is verdi van de leden van StatemGeneraal. ten en van den Ge: EENP In artikel 1, 2e lid, verordening wordt in der lokalen van de C Burgerschool aan de Vastgesteld <^jpr d<M Leiden, in zijl» ®j»euBa: den 25en Afn n De Burgemeester. A. v. d. SANDE BAKHUYZES De Secretaris, VAN STRIJEN. En is hiervan afkondiging geschiei waar het behoort, den 27en Maart A. v. d. SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester VAN STRIJEN, Secretaris. Bureaux Gemeente-Secretarie en -Ontvang Burgemeester en Werfioudof-si van Lei- den brengen ter algein/enc JflPiwiis, dat bureaux der Gemeent(e-Sec^t/-ie en w den Gemeente-Ontvai/jer op JGoeden Vrij 29 Maart a.s. i-fzv\\evi zijn gesloter A. v. d. SAfipE IjfcffiÊYZEN Burgemeester VAN STRI/ÉN, Secretaris. Leiden, 27 Maart'l929. Badhuis van der Werffstraat. Burgemeester en W^houders van Lei den brengen tor kennia van «elanghebben den, dat het Badhuis Ji de^/ander Werff straat op Goeden Vrijlag M- 29 Maart as slechts zal geopen«zijn*ot des middags twaalf uur. A. v. d. SAïl>E JAKHUYZEN, 9 i Burgemeester, VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden. 27 Maart 1929. Overtreding verordening op den keurings- dienst van vee en vleesch. Burgemeester en Wethouders van Lri den, gezien artikel 44 der Verordening tij den 27en Maart 1922 (Gemeenteblad 5» 13), op den Keuringsdienst van Veet Vleesch, brengen ter openbare kennis, dï lo. Johannes Joseph Zandbergen, nende Morschweg 2:L<eLeiden, £p*$len 31 October 1928 werd,T>ok®urd wö£eijs: het voorraad hebben ja/ (ygck<yn-$^hgevo{ de vleeschwareu, dft hij /qyw-jjfte op d: 21en November 1928 #rerd |fei>^£deeld t. ƒ3.boete of 2 daran he^ptaaig!'; 2o. Gerardus K^cbndfe ciu^voort, nende Mare la njoet^Oude "\®st) to L& den, op den 14en December werd bi- keurd wegens: luit aki n^rtyfrir, houder d hoeder van gestorven of in nood gedoodi slachtdieren, deze dieren niet zoo spocdij mogelijk langs den kortsten weg of doen vervoeren naar het Openbas: Slachthuis, en dat hij deswege op den 18ei Februari 1929 werd veroordeeld tot 75.- boete of 1 maand hechtenis. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN. Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 27 Maart 1929. De Directeur der SUÉ-delijk»»^^ibrieken van Gas en Electricit/it brengt ter alge- meene kennis, dat dl ka/toren Lange- gracht 70 en de tooii*amJrjfooigracht op 29 Maart a.s. (G Je de* Vrij lag) den ge- heelen dag gesloten */.ullen zijl en dat op dien dag ook geen qjflevering \§i-n cokes plaats hebben. Voorklachten inAke dégaé en electrici- teitslevering kanJsien zici^wenden tot dec portier in liet Atmiinistratiegebouw Lange- gracht 70. De Directeur voornoemd P. FEHMERS, Wd. Dit |0e LEIDEN. De avond.-, nacht- en Zondagsdienst de; apotheken wordt, van Maandag en met Zondag 31 Maart (len Paasei dag) waargenomen door de apotheek den heer C'. B. Duyster, Nieuwe 18, telef. 523. Maandag 1 April (2en Paa-schda neemt waar de apotheek van den heer du C r o i x, Rapenburg 9, telef. 807. INGEZONDEN MEDEDEELING. DE EjBHTE Wij mogen constateeren. dat de opening* en inwijdingsplechtigheid ons een blijde vo: doening is geweest en dat wij met dan* baarheid aan dezen dag zullen blijven te rugdenken. Wij en allen, die er bij lege"' woordig waren. Do uitnoodigingen hadde! wij móeten beperken tot geestelijke en w* kele wereldlijke autoriteiten. Maar wij hou den ons er van overtuigd, dat alle leze» al onze vrienden in Leiden en breede omge ving met ons dezen dag hebben meegelwH en uit dit verslag met hartelijke vreugd' zullen vernemen, hoe hun Katholiek duf blad wordt gewaardeerd door Katholiek f niet-Kathaliekl 2-1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 2