UIT HET VATICAAN
KALENDER DER WEEK
UIT DE PERS
WEEK-END
LIED VAN DEZEN TIJD
door PROF. ANDREAS RASETSCHNIG (Rome).
ZONDAG 24 Maart. Palm-Zondag. In de
palmwijding en processie, welke evenals het
uitdeelen der palmen behooren plaats te
hebben vóór de Hoogmis, viert de H. Iverk
Jezus' triomf. Voor een oogenblik vergeet
zii hare boetestemming om Christus als ha
ren Koning te huldigen door het herdenken
en voor-oogen-stellen van Zijn glorievollen
intocht in Jeruzalem. Voor ons is de pro
cessie een opwekking tot aan Jezus' strijd
en lijden deel te nemen om eenmaal ook
deel te hebben aan Zijn zegepraal.
Mis: Domine. Slechts één gebed. In de
stille H. Mis laatste Evangelie uit de Palm
wijding. Credo. Prefatie v. h. H. Kruis.
Kleur: Paars.
De H. Mis vormt een schrille tegenstel
ling met den Hosanna-jubel uit do palm
wijding. "Het is de II. Mis van 's Heeren
Lijden. De Introïtus stelt ons voor oogen
den verlaten Heiland, in diepe vernedering
en gehoorzaamheid tot aan het Kruis Zijn
Vader om hulp smeekend. Gehoorzaamheid,
nederigheid en geduld moeten ook onze ge
voelens zijn (Epistel), waarom wij vragen in
het gebed. Het is de wil des Vaders, dat
de Zoon zoo machteloos is tegenover Zijne
vijanden; daarom berust de Heiland daar
in; het loon, dc opnam o in do glorie des
hemels, zal niet achterblijven. Een aanmoe
diging voor ons, als wij zien hoe God dik
wijls de braven kastijdt en de zondaars
(althans uiterlijk) tevredenheid schenkt
(Graduale). Ons geloof is» nu weer versterkt
en stelt ons in staat eerbiedig te luisteren
naar Christus' smartvolle Lijdensklachten
(Tractus) en Hem te zien lijden (Lijdens
verhaal). In het Offertorium klaagt de van
alle troost verstoken Zaligmaker, hoe zij
Hem spijzigden met gal en Zijne dorst
leschten met azijn. Maar hoe bitter ook de
Lijdenskelk is, als de Vader wil, dat Hij
die drinke, Zijn H. Wil geschiede (Commu-
nio). Geven ook wij ons geheel over aan
den H. Wil Gods, dan zullen door Christus'
Kruisoffer onze fouten uitgedelgd en onze
verlangens naar gerechtigheid vervuld wor
den. (Postcommunio).
N.B. Het feest van Maria Boodschap
wordt dit jaar verschoven naar 8 April.
MAANDAG 25 Maart. Mis v. d. dag: Ju-
dica. Geen Gloria. 2e gebed voor Kerk of
Paus. Prefatie v. h. H. Kruis. Kleur: Paars.
DINSDAG 26 Maar Mis c'. dag: Nes
autem. Geen Gloria. 2e gebed voor Kerk
of Paus. Prefatie v. h. H. Kruis. Kleur:
WOENSDAG 27 Maart. Mis v. d. dag: In
Nomine Jesu. Geen Gloria. 2e gebed v. d.
H. Joannes Damascenus. Prefatie v. h. H.
Kruis. Kleur: Paars.
DONDERDAG 28 Maart. Witte Donder
dag. Gedenkdag van de instelling v. h. Al-
lerh. Sacrament des Altaars. Mis v. d. dag:
Nos autem. Gloria. Slechts één gebed. Cre
do. Prefatie v. h. H. Kruis. Men lette op de
veranderingen in den Canon (vaste lijst
der gebeden) der H. Mis, zooals dre staan
aangegeven op Witten Donderdag.
De Liturgie van vandaag spreekt van
vreugde en droefheid. Het kruisbeeld op
liet altaar is met een witten doek bedekt;
het -orgelwordt gespeeld, tot en met de
Gloria, onder het zingen waarvan de al
taarschel en de kerkklokken luiden. De
priester is bekleed met witte vreugdeklee
deren, want vandaag herdenken wij de in
stelling van het Allerh. Sacrament des al
taars, de eerste H. Communie en Priester
wijding der Apostelen. Maar het afscheid
des Heeren en Judas' droevig verraad ma
ken dezen dag tot een droeven dag. En
daarom wordt de altaarschel vervangen
door den ratel, het orgel zwijgt, evenals cle
kerkklokken tot aan de Gloria van» de
Paaschmis op Paaschzaterdagmorgen. (Nu
Christus lijden gaat, verstommen alle
vreugdeklanken). Na de plechtigheden
wordt het altaar ontdaan van de altaar-
dwalen en sieraden. Alleen het kruisbeeld
met paarse rouwdoek blijft met zes kande
laars staan voor het geopende en verlaten
tabernakel. De onblooting v. h. altaar wijst
ons er op, dat het onbloedig Offer tijdelijk
is opgeheven en het ontkleede altaar is een
sprekend beeld van den verlaten Christus
aan het Kruis.
VRIJDAG 29 Maart. Goede Vrijdag.
Sterfdag van Onzen Heer Jezus Christus.
Vandaag wordt geen H. Mis opgedragen.
Al onze aandacht dient gevestigd op het
Bloedig Kruisoffer. Onder de plechtigheden
kleur: Zwart.
In de zinrijke en hoogst indrukwekken
de plechtigheden van den goeden Vrijdag
bedoelt dc H. Kerk ons voor oogen te stel
len: Jezus aan het Kruis, opdat wij tot
leedwezen gestemd, ons hart zóó bereiden,
dat wij de vrucht^ der verlossing deelach
tig worden. Doordringen wij ons diep van
onze schuld, van Gods rechtvaardigheid
en bidden wij om vergiffenis, als vrucht van
Christus' Lijden.
ZATERDAG 30 Maart. Paaschzaterdag.
Bij de plechtigheden kleur: Paars. Bij de
wijding der Paaschkaars en de H. Mis:
Wit.
De plechtigheden en de H. Mis spreken
ons van het geheim der Verrijzenis, van
Christus' ons Hoofd en van de geestelijke
Verrijzenis van Christus' Lichaam (wijding
v. h. nieuwe vuur en Paaschkaars) en lede
maten, de geloovigen (wijding van doop
vont en doopwater). In de twaalf profe
tie n wordt ons het tijdperk voor oogen ge
steld, waarin de Aartsvaders verlangend
uitzagen naar het nieuwe Rijk, dat Chris
tus, de Messias, stichten zou en het mensch-
dom nog niet deelachtig was aan de gena
de der verlossing. Aldus bereidt zij ons
voor op de hernieuwing van leven, die zij
viert in de heerlijke Paaschmis* (Epistel).
Deze Mis werd vroeger opgedragen in
den nacht van Zaterdag op Zondag. (Zie
gebed en Prefatie (van Paschen; invullen:
vooral in dezen nacht).
Alleluja! Lof aan God voor Zijne goed
heid, uitstralend in de weldaad onzer ver
lossing. (Tractus).
N.B. In de H. Mis weer de Psalm-Judi-
ca (bij de voetgebeden). Geen Introïtus
Onder de Gloria luiden de altaarschel en
de kerkklokken. Geen Offertoriumzang.
Achter de „Lavabo" weer „Gloria Pa
tri" Men lette op de veranderingen m
den Canon der H. Mis, aangegeven op
Paaschzaterdag. Geen Agnus Dei. Geen
Postcommunio. Na de nuttiging onmiddel
lijk de Vespers.
Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr,
ROME, 17 Maart 1929.
Z. H. de Paus heeft 200 Dames-Presiden
ten van den Katholieken Vrouwenbond in
Italië en 100 meisjes-studenten van de Hoo-
geschool voor Kath. Godsdienstonderricht
in plechtige audiëntie ontvangen. De II.
Vader sprak de aanwezigen op hartelijke
wijze toe en dankte hen voor hun gebeds
actie, waardoor zij hadden medegewerkt,
om de verzoening tusschen Italië en den
H. Stoel tot stand te brengen. Z. H. ver
maande hen, om te blijven volharden in
hun gebed voor de H. Kerk en den Paus,
want er moet nog heel veel gedaan wor
den, om uitvoering te geven aan de bepa
lingen der gesloten overeenkomst. De II.
Vader was vol vertrouwen op de oprechtó
medewerking der menschen en nog meer
op den vei'deren bijstand des Heeren. Het
is van groot belang, zoo sprak de Paus, dat
de Katholieke Vrouwenbond blijft bestaan
en overal haar afdeelingen sticht.
In den namiddag ontving de H. Vader
de jongens en meisjes, die een prijs hadden
behaald in den wedstrijd in godsdienstken
nis, tusschen de kinderen van de verschil
lende scholen in Rome. De H. Vader liet
alle kinderen tpt den handkus toe en sprak
tot- hen eenige vaderlijke woorden, waarbij
Hij hun gelukwenschte met hun ijver en
vlijt, bij het leeren van den catechismus.
Hij spoorde hen aan, dat zij zouden blijven
leeren, want den catechismus kent
men nooit goed genoeg. De ca
techismus is het boek des levens, dat licht
moet verspreiden op onzen levensweg, dat
kracht en sterkte moet geven voor den
grooten strijd. De H. Vader deelde zelf de
prijzen uit en schonk aan allen zijn Apos-
tolischen Zegen.
Nog dienzelfden avond kwam adv. Paeel-
li bij den H. Vader op bezoek om Z. H. een
concept aan te bieden van de wetten en
verordeningen die voor de stad van het
Vaticaan van kracht zullen worden. Want
zowel het verdrag van Lateranen als het
concordaat veronderstellen dat d'e stad van
het Vaticaan een eigen wetgeving heeft.
Thans is bepaald dat de eerste plechtige
zegen „TJrbi et Orbi" op Hemelvaartsdag
zal gegeven worden, daar op dien datum
de ratificatie van het verdrag van Latera-
nen dóór het Italiaansche Parlement waar
schijnlijk reeds zal hebben plaats gehad.
Voor de middelste loggia der Basiliek
van Sint Pieter wordt een groot podium in
gereedheid gebracht waarop de dragers de
Sedéa gestatoria zullen plaatsen, zoodat,
evenals voor 1870, de Paus, met den Tiaar
gekroond, door allen die op het aangren
zende groote plein en in de omliggende
straten zullen staan, goed gezien kan wór
den-
Wanneer de Deken van het H. College
het noodig oordeelt, heeft hij het recht, om
alle kardinalen, die zich in Rome'bevinden,
bijeen te roepen.
Zoo heeft ook thans Kardinaal Vanütelli
van zijn recht gebruik gemaakt en alie
Curie-kardinalen in de troonzaal van het
paleis van den kardinaal vereenigd om een
adres van hulde samen te stellen en te
onderteekenen, hetgeen de Kardinaal-De
ken aan den H. Vader zou gaan aanbieden.
Tevens werd beraadslaagd over het cere
monieel voor het H. College dat na de ra
tificatie van het verdrag van Lateranen in
werking zal treden. Zooals bekend is bevat
het verdrag daaromtrent geen enkele be
paling, doch deze kwestie zal door de Cón-
„KAFFERGEMEENTEN".
HetHuisgezin schrijft:
Kaffergemeenten
Wie dit woord bezigt, zal er wel geen
lofprijzing mee bedoelen.
Bij de behandeling der begrooting van
Defensie in de Eerste Kamer pakte mr.
Mendels uit tegen den Vrijwiliigen Land
storm.
Met name had hij liet over het gewest
Noord-Holland van dit instituut, waarvan
zijn collega mr. Verkouteren voorzitter is,
terwijl verder „alle burgemeesters van kaf
fergemeenten in Noord-Holland er lid van
zijn".
Kaffergemeenten, dat zijn klaarblij
kelijk de plattelandsgemeenten, waar het
roode licht nog niet de zege heeft behaald.
Een behoqrlijke gemeente wordt men
pas, wanneer men het oor leent aan de
socialistische propaganda en zijn vertrou
wen schenkt aan de discipelen van Karl
Marx, van wie de „Tribune" op haar
beurt dag aan dag getuigt, dat ze verra
ders van de volkszaak en kapitalisten
knechten zijn.
Een nieb-socialist k feitelijk al een we
zen van lageren rang, maar niet-socialis-
ten op dorpen zijn eenvoudig „kaffers".
Zoo getuigt de groot-stedeling mi'. Men
dels.
Dat de .,kaffergcmecnten"-aardigheid
van den heer Mendels, blijkens de kanttee-
kenïng van het „Volk", in de Eerste Ka
mer „vroolijkheid" verwekte", in plaats
van afkeuring, is een aanwijzing, dat men
te gemakkelijk geneigd is op het platteland
neer te zien.
Het platteland is dorperlijk, is niet ge
noeg beschaafd en verlicht; men kent er
geen verfijnde manieren, men kleedt er
zich niet naar de laatste mode, men heeft
er geen dancings en bioscopen en scabreu
ze tooneelvoorstellingen.
Men beoefent er den eenvoud, men houdt
er nog vast aan den eerbied voor het ge
zag, aan de vaderlandsliefde, men buigt er
de knie voor God.
Menschon die dit doen zijn in de oogen
van een verlicht sociaal-democraat als mr.
Mendels kaffers, en een gemeente waar zij
in de meerdprbeió zijn, is een kafferge-
rneente
gregatie voor het Ceremonieel in samen
werking met een Italiaansche regeerings-
commissie bestudeerd worden. Alle Ita
liaansche kardinalen, evenals de buiten-
landsche kardinalen die aan de Pauselijke
Curie verbonden zijn, bezitten het staats
burgerschap van de Valicaansche stad en
staan gelijk gesteld met de prinsen van het
Koninklijk Huis.
Kardinaal Vanütelli las daarna liet con
cept van het adres van hulde voor, hetgeen
door de Kardinalen werd goedgekeurd en
onderteekend.
Kardinaal Vanütelli heeft het aclres aan
den H. Vader aangeboden, die den kardi
naal Deken dankte voor de officieele bewij
zen van instemming, waarvan Z. II. reeds
voor de regeling verzekerd was.
Er i$ vroeger sprake van geweest, dat de
H. Vader naar Monte Cussino zou gaan om
de eeuwfeesten der beroemde Abdij bij te
wonen. Doch thans is er een Pauselijk
schrijven verschenen, waaruit blijkt dat dc
H. Vader een Pauselijk Legaat zal zenden
om Z. H. te vertegenwoordigen.
Het schrijven is gericht aan den Bis
schop van Costanza en aan den Abt van
Monte Cassino, en de H. Vader herinnert
aan al hetgeen de zonen van den H. Bene-
dictus gedurende veertien eeuwen voor de
Kerk Gods en het heil der zielen gedaan
hebben. In tijden van onwetendheid en las
ter was de Abdij steeds een veilig toe
vluchtsoord voor wetenschap en deugd.
Verder herinnert de H. Vader er aan hoe
de monniken van Sint Benedictus nieuwe
verkeerswegen hebben aangelegd, on
vruchtbare streken in ontginning hebben
gebracht en in vruchtbaar land hersrha-
per.. terwijl zij de volkeren een grootere
beschaving hebben bijgebracht. De beide
kernspreuken „ora et la bora" bidt en
werk, en „cruee et aratro" met kruis en
ploeg, zijn de leuzen geworden van heel de
Benedictijer orde.
Z. H. de Paus heeft Mgr. Robinson,
Aartsbisschop van Tiana, benoemd tot
Apostolisch Delegaat van Malta. Mgr. Ro
binson behoort tot de orde der Francisca
nen en is van Iersche afkomst.. Geruimen
tijd was hij Professor aan de katholieke
Universiteit van Washington. Deze benoe
ming staat in verband met het conflict tus
schen Lord Strichland, gouverneur van
Malta, en de Aartsbisschop Mgr. Camana.
Er werd op Malta een heftige propaganda
gemaakt voor den Anglicaanschen gods
dienst, terwijl het gebruikelijke Italiaansch
door de Engelsclie taal werd vervangen.
Zoo ontstond er tusschen het parlement en
lord Strichland een meeningsverschil, waar
in ook de Aartsbisschop van Malta betrok
ken 'was. De H. Stoel heeft, door het: zen
den van een Apostolisch Delegaat geen der
partijen in het ongelijk gesteld terwijl de
Bisschop zijn rechte.n en jurisdictie be
houdt.
Zoodra het verdrag van Lateranen gera
tificeerd is, zullen de Bisschoppen den eed
van trouw afleggen aan de Italiaansche
regeering. Tot nu toe werd er op de Ita
liaansche scholen geen godsdienstonder
richt geduld. Maar. nadat Mussolini het
kruis haar eereplaats gegeven heeft, is ook
thans bepaald, dat met den aanvang van
het schooljaar 19291930 godsdienstonder
wijs als verplicht leervak op den rooster
der Italiaansche scholen zal geplaatst wor
den.
Het is te hopen, dat de kaffergemeen
ten de beleediging, hun door mr. Mendels
met zoo uitgelezen geestigheid aangedaan,
zich bij de stembus zullen herinneren en de
socialistische candidaten met leege handen
zullen wegsturen.
Dat is de beste en ook de gevoeligste
manier om hen voor do onbeschaafdheid
van hun leider te "straffen.
Is de kool het sop wel waard? zal men
misschien vragen; zoo'n losweg daar
heen geworpen woord1
Ja, want dit woord yerraadt 'n mentali
teit, die men wel op de eerste plaats, maar
niet uitsluitend bij de sociaal-democraten
aantreft: geringschatting voor het platte
land, overschatting van de schijn-beschar
ving in de steden.
Toch schuilt de volkskracht voor een
groot deel op het platteland, waar het
„voor God en den koning" het meest in
cere is.
Deswege scheldt mr. Mendels, met iets
van den „bourgeois satisfait", ze „kaffer
gemeenten"
De slechte manieren, die daaruit spre
ken, zijn nog niet zoo hinderlijk als de su
perioriteitswaan, die hem heeft bevangen
en in het scheldwoord wordt getypeerd.
Raak.
Hij was lid geworden van een aristocra
tische club, en toen hij den eersten keer
binnenkwam, keek hij uit af hij iemand
soms zag, dien hij kende.
Hij zag een bekend advocaat bij het ven
ster zitten, verdiept in de lectuur van z'n
krant.
Het nieuwe clublid hield hem ziju uitge
strekte hand voor. waar aan zijn ringvin
ger een kostbare diamant flonkerde, die hij
pas gekocht had.
„Wat zeg je daar wel van?" vroeg hij
niet zonder trots.
,,'t Is een prachtige steen", zei de ad
vocaat flegmatiek, „maar had je het geld
niet beter kunnen besteden aan een nagel
borstel, want dien lieb je meer noodig".
Commissaris: Wal, ben je alweer
'nier? Ik heb toch gezegd, dat ik je niet
meer wilde zien.
Gearresteerde. Dat zei ik ook tegen
de agenten, maar zij wilden het niet ge-
looven.
GEVAARLJKE POSTEN.
Te allen tijde zijn gezanten van vreem
de mogendheden onschendbaar geweest,
maar toch waren zij lang niet altijd, zelfs
niet in beschaafde landen, veilig en zeker
van hun leven.
In de- Ned. noemt V. een aantal ge
vallen op, waarin gezanten op de een of
andere wijze het slachtoffer worden van
hun métier.
In de dagen van Cromwell werd Dores-
laar, de Engclsche gezant in Den Haag,
-door eenige uitgeweken royalisteh ver
moord. Engeland weet dat aan ons, maar
wij hadden geen schuld. Toch heeft Enge
land ons later dien moord ingepeperd.
In de dagen der Fransche revolutie
is Bernadotte, die toen als Fransch ge
zant te Weenen vertoefde, daar grof be-
leedigd. De Fransche vlag werd van het
gezantschapshotel afgehaald en het wa
penbord afgerukt. Vermoedelijk waren de
Oostenrijkers verbitterd óver den dood
van Maria Antoinette- Er is toen voldoe
ning gegeven maar nog meer opzien
baarde de vermoording of mishandeling
van de Fransche gezanten, die Frankrijk
in 1799 op een congres te Rastadt hadden
vertegenwoordigd en daar een aanmati
genden en onbeschaamdeii toon hadden
aangeslagen. Op hun terugreis werden zij
in een donker bosch door Oostenrijksche
huzaren overvallen. Aanvankelijk schijnt
het slechts de bedoeling te zijn geweest,
hun een pak slaag te geven, maar in hun
opwinding gingen de huzaren te ver.
Jaren geleden het was onder de re
geering van Wilhelm II werd in China
de Duitsche gezant von Ketteler vermoord
Duitschland eischte toen een zware vol
doening.
De vreemde gezanten in Peking zijn
ook eens zoo ernstig in het gedrang ge
komen, dat een internationale expeditie,
onder Von Waldensee, moest worden uit
gezonden, om hen to ontzetten.
In het laatst der vorige eeuw is ook de
Engelsclie gezant in Afghanistan, die tot
zijn bescherming een escorte had meege
kregen van duizend man, niet al zijn men
schen in Kaboel gedood. Engeland zond
toen een strafexpeditie.
En in 191S viel te Moskou de Duitsche
gezant Mirbach aan een aanslag ten offer.
EEN VORSTELIJKE JACHTPARTIJ.
Op een.der jachten van den Duitsclien
keizer Wilhelm I had het volgende voor
val plaats. Ongeveer 50 meter achter de
plaats, waar de keizer stond, was een
groote wiklkooi neergezet, waarin zich een
aantal wilde zwijnen en herten bevonden.
De oude jachtopziener Dolchow met eenige
arbeiders lieten van tijd tot tijd een stuk
wild uit deze kooi ontsnappen, dat dan na
tuurlijk langs den keizer heen kwam en
zoo op eenvoudige wijze onder schot werd
gebracht.
Het viel Wilhelm I ten slotte op, clat hij
voortdurend grof wild schoot en dat dit
steeds van dezelfde richting kwam. Toen
de jacht was afgelöopen, ging hij op onder
zoek uit en vond tot zijn groote verbazing,
achter kreupelhout verborgen, den wild-
kooi staan, waarin zich nog een stuk wild
en de oude Dolchow bevond.
Men zegt, dat de keizer de beetnemerij
nogal goed opnam.
Op gelijke wijze werd ook de koning van
Saksen, die aan deze jacht deelnam, ge
fopt. Deze stond in tegenovergestelde rich
ting van Wilhelm I, eveneens op eenigen
afstand van een wildkooi, waaruit het
wild, door het ophalen van een valdeur?
werd vrijgelaten.
Opeens stormden 10 a 12 wilde zwijnen
tegelijk door de opening en renden den
koning voorbij. Dit vond hij ioch nogal zon
derling en toen hij na de jacht een onder
zoek instelde, snapte hij de zaak. Ook hij
nam het goed op.
Eenigen tijd later ontving Dolchow van
den koning van Saksen zelfs het zilveren
kruis van verdienste.
Paaschveetentoonstelling,
'Als stedeling weten wij van vee weinii
anders, dan dat verschillende onderdeclet
mits smakelijk bereid, een aangenaam gt
deelbe van onzen maaltijd kunnen uitmi
ken.
Als wij ons verlustigen in het lepelen vat
een hartig bordje soep vertelt ons de be.
reidster van deze spijze, dat hierin vet.
werkt is de staart eens os en als onze blik
ken staren op ónze degelijke oud-Holland-
sche snert-, doet men ons kond, dat voor de
bereiding dezer heerlijkheid het gedeelte
van een varken noodig is geweest.
Wij weten, dat de biefstuk, die onzen
maaltijd completeert, voorheen de staart
van een koebeest flankeerde, «indien ten
minste niet het achterdeel van een paard
voor deze sappige spijze gesneuveld is.
Dit alles weten wij echter slechts uit
overlevering, omdat zeer weinig stedelin
gen het voorrecht hadden hun blikken te
mogen werpen in het inferieur van een
stuk Hollandseh vee, en men ons dus even
goed had kunnen vertellen, dat biefstuk
van het varken komt en de koe ons spek
en hammen levert. Yoojheen was dat ech
ter anders.
Toen liep de slager met koe of os to
pronken door de straten der stad en hij
verkocht het vleesch dat dan nog lang
zaam voortwandelde, bijeengehouden do®
een glanzende en gladgespannen huid, zoo
als de melkboer heden ten dage de melk
van dat dier huis aan huis ziet verminde
ren.
Verbeeld u intusschen niet dat zulks ge
schiedde, zooals Shylock een pond vleesch
wou snijden uit het lichaam van Antonio,
zoodat de slager met wat been in een huid
verpakt huiswaarts toog.
Neen, vleeschlustige koopers trokken
met een krijtje een streep op de Paaschos,
om aan te geven, welk gedeelte van het
dier, zij op hun tafel wilden zien verschij
nen.
Bij zijn thuiskomst was het dier dan een
levende landkaart geworden en werd het
naar den wensch der klanten precies langs
de aangebrachte lijnen in evenveel stukjes
verdeeld, als er bestellingen waren ge
daan.
Die romantische tijd is nu voorbij. Wij
loven in een tijd van reclame en nu er in
den Vastentijd minder is verbruikt van on
zen Hollandschen veestapel, moeten de sla-
gers zorgen ook door middel reclame, dal
„de afname weer grooter wordt.
Daarom organiseert men nu in dezen tijd
Paaschveetentoonstellingen van koeien,
ossen, paarden, varkens, bokken en geiten
Allen worden zij onder de oogen gebracht
van het publiek, maar zij worden nu ge
noemd en aangewezen met de meest pro
zaïsche en materialistische benamingen als
dikbillen, zeugen, beeren, zwartbonte, ge
boomde, liokkelingen, pinken en schotten.
De poëzie van schoone linten en geurige
bloemen, van kransen en slingers, waarmee
de dieren worden omhangen, alvorens zij
ter slachtplaats werden geleid, is verdwe
nen en in plaats daarvan zouden zij nu
volgens de geest van dezen tijd, levende
lichtreclames moeten zijn, verlicht met tal-
looze electrische lampjes of opgetuigd met
walmende vetpotjes.
Maar er is niets van dit alles, er is
slechts gehinnik van paarden, en gegil van
varkens enoverblijfselen, die een wan
hoop voor de menschen van de reiniging
zijn.
En verder slechts de sombere misttonen
der ten doode gedoemde koeien. Boe-oe!
Boe-oe!
Dat is nu een Paaschtentoonstelling.
Wat zijn we toch akelig prozaïsch.
DANIëL.
ZIJDEN KOUSEN.
Het is een roekeloos geslacht
Dat thans dex wereld vult,
Dat ik thans niet meer wordt geacht
Is niet mijn eigen schuld.
Nóg loopt de dame in het zij
Maar 't is slechts namaak, sof,
Daar gaat een „zijd^i" kous voorbij
De medesmaak wordt grof.
Wij hebben vroeger in ons woud
Ons altijd diep verheugd,
Dat- slcohts de mensch van 't goede houdt
Dat mooi is en dat deugt.
Toen ruischte nog de gladde zij
In slepen van zes el,
Die rijkdom gaven enkel wij
De rest was niet in tel.
Klaaglied van een zijderups
Wij kleeden eens in vroeger tijd
De slanke hertogin,
Toen ruischte deftig wijd en zijd
Het kleed van een gravin.
Wij werden toen heel goed betaald
Wij gaven echte zij,
Dat werd gevormd met naald en draad
Tot deftige kleedij.
Nu loopt, zooals U allen weet,
Ook Mina reeds, de meid,
Heel deftig in het zij gekleed
Onz' ouden naam ten spijt.
Zij is heel deftig uitgedost
Waar is nu toch het end,
Nu een paar „zijden" kousen kost
Slechts neg'nen dertig cent.
Armzalig glimmend damesbeen
Vergeef mij mijn kabaal,
Zooals jij daar loopt langs mij heen
Heusch, loop jij voor schandaal,
't Kan jou niet schelen wat het- is,
Jij denkt je mooi en hupseh
Voor ons is het een ergernis,
De dood der zijderups.
TROUBADOÜB.