UIT HET VATICAAN KALENDER DER WEEK UIT DE PERS WEEK-END LIED VAN DEZEN TIJD door PROF. ANDREAS RASETSCHNIG (Rome). ZONDAG 24 Maart. Palm-Zondag. In de palmwijding en processie, welke evenals het uitdeelen der palmen behooren plaats te hebben vóór de Hoogmis, viert de H. Iverk Jezus' triomf. Voor een oogenblik vergeet zii hare boetestemming om Christus als ha ren Koning te huldigen door het herdenken en voor-oogen-stellen van Zijn glorievollen intocht in Jeruzalem. Voor ons is de pro cessie een opwekking tot aan Jezus' strijd en lijden deel te nemen om eenmaal ook deel te hebben aan Zijn zegepraal. Mis: Domine. Slechts één gebed. In de stille H. Mis laatste Evangelie uit de Palm wijding. Credo. Prefatie v. h. H. Kruis. Kleur: Paars. De H. Mis vormt een schrille tegenstel ling met den Hosanna-jubel uit do palm wijding. "Het is de II. Mis van 's Heeren Lijden. De Introïtus stelt ons voor oogen den verlaten Heiland, in diepe vernedering en gehoorzaamheid tot aan het Kruis Zijn Vader om hulp smeekend. Gehoorzaamheid, nederigheid en geduld moeten ook onze ge voelens zijn (Epistel), waarom wij vragen in het gebed. Het is de wil des Vaders, dat de Zoon zoo machteloos is tegenover Zijne vijanden; daarom berust de Heiland daar in; het loon, dc opnam o in do glorie des hemels, zal niet achterblijven. Een aanmoe diging voor ons, als wij zien hoe God dik wijls de braven kastijdt en de zondaars (althans uiterlijk) tevredenheid schenkt (Graduale). Ons geloof is» nu weer versterkt en stelt ons in staat eerbiedig te luisteren naar Christus' smartvolle Lijdensklachten (Tractus) en Hem te zien lijden (Lijdens verhaal). In het Offertorium klaagt de van alle troost verstoken Zaligmaker, hoe zij Hem spijzigden met gal en Zijne dorst leschten met azijn. Maar hoe bitter ook de Lijdenskelk is, als de Vader wil, dat Hij die drinke, Zijn H. Wil geschiede (Commu- nio). Geven ook wij ons geheel over aan den H. Wil Gods, dan zullen door Christus' Kruisoffer onze fouten uitgedelgd en onze verlangens naar gerechtigheid vervuld wor den. (Postcommunio). N.B. Het feest van Maria Boodschap wordt dit jaar verschoven naar 8 April. MAANDAG 25 Maart. Mis v. d. dag: Ju- dica. Geen Gloria. 2e gebed voor Kerk of Paus. Prefatie v. h. H. Kruis. Kleur: Paars. DINSDAG 26 Maar Mis c'. dag: Nes autem. Geen Gloria. 2e gebed voor Kerk of Paus. Prefatie v. h. H. Kruis. Kleur: WOENSDAG 27 Maart. Mis v. d. dag: In Nomine Jesu. Geen Gloria. 2e gebed v. d. H. Joannes Damascenus. Prefatie v. h. H. Kruis. Kleur: Paars. DONDERDAG 28 Maart. Witte Donder dag. Gedenkdag van de instelling v. h. Al- lerh. Sacrament des Altaars. Mis v. d. dag: Nos autem. Gloria. Slechts één gebed. Cre do. Prefatie v. h. H. Kruis. Men lette op de veranderingen in den Canon (vaste lijst der gebeden) der H. Mis, zooals dre staan aangegeven op Witten Donderdag. De Liturgie van vandaag spreekt van vreugde en droefheid. Het kruisbeeld op liet altaar is met een witten doek bedekt; het -orgelwordt gespeeld, tot en met de Gloria, onder het zingen waarvan de al taarschel en de kerkklokken luiden. De priester is bekleed met witte vreugdeklee deren, want vandaag herdenken wij de in stelling van het Allerh. Sacrament des al taars, de eerste H. Communie en Priester wijding der Apostelen. Maar het afscheid des Heeren en Judas' droevig verraad ma ken dezen dag tot een droeven dag. En daarom wordt de altaarschel vervangen door den ratel, het orgel zwijgt, evenals cle kerkklokken tot aan de Gloria van» de Paaschmis op Paaschzaterdagmorgen. (Nu Christus lijden gaat, verstommen alle vreugdeklanken). Na de plechtigheden wordt het altaar ontdaan van de altaar- dwalen en sieraden. Alleen het kruisbeeld met paarse rouwdoek blijft met zes kande laars staan voor het geopende en verlaten tabernakel. De onblooting v. h. altaar wijst ons er op, dat het onbloedig Offer tijdelijk is opgeheven en het ontkleede altaar is een sprekend beeld van den verlaten Christus aan het Kruis. VRIJDAG 29 Maart. Goede Vrijdag. Sterfdag van Onzen Heer Jezus Christus. Vandaag wordt geen H. Mis opgedragen. Al onze aandacht dient gevestigd op het Bloedig Kruisoffer. Onder de plechtigheden kleur: Zwart. In de zinrijke en hoogst indrukwekken de plechtigheden van den goeden Vrijdag bedoelt dc H. Kerk ons voor oogen te stel len: Jezus aan het Kruis, opdat wij tot leedwezen gestemd, ons hart zóó bereiden, dat wij de vrucht^ der verlossing deelach tig worden. Doordringen wij ons diep van onze schuld, van Gods rechtvaardigheid en bidden wij om vergiffenis, als vrucht van Christus' Lijden. ZATERDAG 30 Maart. Paaschzaterdag. Bij de plechtigheden kleur: Paars. Bij de wijding der Paaschkaars en de H. Mis: Wit. De plechtigheden en de H. Mis spreken ons van het geheim der Verrijzenis, van Christus' ons Hoofd en van de geestelijke Verrijzenis van Christus' Lichaam (wijding v. h. nieuwe vuur en Paaschkaars) en lede maten, de geloovigen (wijding van doop vont en doopwater). In de twaalf profe tie n wordt ons het tijdperk voor oogen ge steld, waarin de Aartsvaders verlangend uitzagen naar het nieuwe Rijk, dat Chris tus, de Messias, stichten zou en het mensch- dom nog niet deelachtig was aan de gena de der verlossing. Aldus bereidt zij ons voor op de hernieuwing van leven, die zij viert in de heerlijke Paaschmis* (Epistel). Deze Mis werd vroeger opgedragen in den nacht van Zaterdag op Zondag. (Zie gebed en Prefatie (van Paschen; invullen: vooral in dezen nacht). Alleluja! Lof aan God voor Zijne goed heid, uitstralend in de weldaad onzer ver lossing. (Tractus). N.B. In de H. Mis weer de Psalm-Judi- ca (bij de voetgebeden). Geen Introïtus Onder de Gloria luiden de altaarschel en de kerkklokken. Geen Offertoriumzang. Achter de „Lavabo" weer „Gloria Pa tri" Men lette op de veranderingen m den Canon der H. Mis, aangegeven op Paaschzaterdag. Geen Agnus Dei. Geen Postcommunio. Na de nuttiging onmiddel lijk de Vespers. Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr, ROME, 17 Maart 1929. Z. H. de Paus heeft 200 Dames-Presiden ten van den Katholieken Vrouwenbond in Italië en 100 meisjes-studenten van de Hoo- geschool voor Kath. Godsdienstonderricht in plechtige audiëntie ontvangen. De II. Vader sprak de aanwezigen op hartelijke wijze toe en dankte hen voor hun gebeds actie, waardoor zij hadden medegewerkt, om de verzoening tusschen Italië en den H. Stoel tot stand te brengen. Z. H. ver maande hen, om te blijven volharden in hun gebed voor de H. Kerk en den Paus, want er moet nog heel veel gedaan wor den, om uitvoering te geven aan de bepa lingen der gesloten overeenkomst. De II. Vader was vol vertrouwen op de oprechtó medewerking der menschen en nog meer op den vei'deren bijstand des Heeren. Het is van groot belang, zoo sprak de Paus, dat de Katholieke Vrouwenbond blijft bestaan en overal haar afdeelingen sticht. In den namiddag ontving de H. Vader de jongens en meisjes, die een prijs hadden behaald in den wedstrijd in godsdienstken nis, tusschen de kinderen van de verschil lende scholen in Rome. De H. Vader liet alle kinderen tpt den handkus toe en sprak tot- hen eenige vaderlijke woorden, waarbij Hij hun gelukwenschte met hun ijver en vlijt, bij het leeren van den catechismus. Hij spoorde hen aan, dat zij zouden blijven leeren, want den catechismus kent men nooit goed genoeg. De ca techismus is het boek des levens, dat licht moet verspreiden op onzen levensweg, dat kracht en sterkte moet geven voor den grooten strijd. De H. Vader deelde zelf de prijzen uit en schonk aan allen zijn Apos- tolischen Zegen. Nog dienzelfden avond kwam adv. Paeel- li bij den H. Vader op bezoek om Z. H. een concept aan te bieden van de wetten en verordeningen die voor de stad van het Vaticaan van kracht zullen worden. Want zowel het verdrag van Lateranen als het concordaat veronderstellen dat d'e stad van het Vaticaan een eigen wetgeving heeft. Thans is bepaald dat de eerste plechtige zegen „TJrbi et Orbi" op Hemelvaartsdag zal gegeven worden, daar op dien datum de ratificatie van het verdrag van Latera- nen dóór het Italiaansche Parlement waar schijnlijk reeds zal hebben plaats gehad. Voor de middelste loggia der Basiliek van Sint Pieter wordt een groot podium in gereedheid gebracht waarop de dragers de Sedéa gestatoria zullen plaatsen, zoodat, evenals voor 1870, de Paus, met den Tiaar gekroond, door allen die op het aangren zende groote plein en in de omliggende straten zullen staan, goed gezien kan wór den- Wanneer de Deken van het H. College het noodig oordeelt, heeft hij het recht, om alle kardinalen, die zich in Rome'bevinden, bijeen te roepen. Zoo heeft ook thans Kardinaal Vanütelli van zijn recht gebruik gemaakt en alie Curie-kardinalen in de troonzaal van het paleis van den kardinaal vereenigd om een adres van hulde samen te stellen en te onderteekenen, hetgeen de Kardinaal-De ken aan den H. Vader zou gaan aanbieden. Tevens werd beraadslaagd over het cere monieel voor het H. College dat na de ra tificatie van het verdrag van Lateranen in werking zal treden. Zooals bekend is bevat het verdrag daaromtrent geen enkele be paling, doch deze kwestie zal door de Cón- „KAFFERGEMEENTEN". HetHuisgezin schrijft: Kaffergemeenten Wie dit woord bezigt, zal er wel geen lofprijzing mee bedoelen. Bij de behandeling der begrooting van Defensie in de Eerste Kamer pakte mr. Mendels uit tegen den Vrijwiliigen Land storm. Met name had hij liet over het gewest Noord-Holland van dit instituut, waarvan zijn collega mr. Verkouteren voorzitter is, terwijl verder „alle burgemeesters van kaf fergemeenten in Noord-Holland er lid van zijn". Kaffergemeenten, dat zijn klaarblij kelijk de plattelandsgemeenten, waar het roode licht nog niet de zege heeft behaald. Een behoqrlijke gemeente wordt men pas, wanneer men het oor leent aan de socialistische propaganda en zijn vertrou wen schenkt aan de discipelen van Karl Marx, van wie de „Tribune" op haar beurt dag aan dag getuigt, dat ze verra ders van de volkszaak en kapitalisten knechten zijn. Een nieb-socialist k feitelijk al een we zen van lageren rang, maar niet-socialis- ten op dorpen zijn eenvoudig „kaffers". Zoo getuigt de groot-stedeling mi'. Men dels. Dat de .,kaffergcmecnten"-aardigheid van den heer Mendels, blijkens de kanttee- kenïng van het „Volk", in de Eerste Ka mer „vroolijkheid" verwekte", in plaats van afkeuring, is een aanwijzing, dat men te gemakkelijk geneigd is op het platteland neer te zien. Het platteland is dorperlijk, is niet ge noeg beschaafd en verlicht; men kent er geen verfijnde manieren, men kleedt er zich niet naar de laatste mode, men heeft er geen dancings en bioscopen en scabreu ze tooneelvoorstellingen. Men beoefent er den eenvoud, men houdt er nog vast aan den eerbied voor het ge zag, aan de vaderlandsliefde, men buigt er de knie voor God. Menschon die dit doen zijn in de oogen van een verlicht sociaal-democraat als mr. Mendels kaffers, en een gemeente waar zij in de meerdprbeió zijn, is een kafferge- rneente gregatie voor het Ceremonieel in samen werking met een Italiaansche regeerings- commissie bestudeerd worden. Alle Ita liaansche kardinalen, evenals de buiten- landsche kardinalen die aan de Pauselijke Curie verbonden zijn, bezitten het staats burgerschap van de Valicaansche stad en staan gelijk gesteld met de prinsen van het Koninklijk Huis. Kardinaal Vanütelli las daarna liet con cept van het adres van hulde voor, hetgeen door de Kardinalen werd goedgekeurd en onderteekend. Kardinaal Vanütelli heeft het aclres aan den H. Vader aangeboden, die den kardi naal Deken dankte voor de officieele bewij zen van instemming, waarvan Z. II. reeds voor de regeling verzekerd was. Er i$ vroeger sprake van geweest, dat de H. Vader naar Monte Cussino zou gaan om de eeuwfeesten der beroemde Abdij bij te wonen. Doch thans is er een Pauselijk schrijven verschenen, waaruit blijkt dat dc H. Vader een Pauselijk Legaat zal zenden om Z. H. te vertegenwoordigen. Het schrijven is gericht aan den Bis schop van Costanza en aan den Abt van Monte Cassino, en de H. Vader herinnert aan al hetgeen de zonen van den H. Bene- dictus gedurende veertien eeuwen voor de Kerk Gods en het heil der zielen gedaan hebben. In tijden van onwetendheid en las ter was de Abdij steeds een veilig toe vluchtsoord voor wetenschap en deugd. Verder herinnert de H. Vader er aan hoe de monniken van Sint Benedictus nieuwe verkeerswegen hebben aangelegd, on vruchtbare streken in ontginning hebben gebracht en in vruchtbaar land hersrha- per.. terwijl zij de volkeren een grootere beschaving hebben bijgebracht. De beide kernspreuken „ora et la bora" bidt en werk, en „cruee et aratro" met kruis en ploeg, zijn de leuzen geworden van heel de Benedictijer orde. Z. H. de Paus heeft Mgr. Robinson, Aartsbisschop van Tiana, benoemd tot Apostolisch Delegaat van Malta. Mgr. Ro binson behoort tot de orde der Francisca nen en is van Iersche afkomst.. Geruimen tijd was hij Professor aan de katholieke Universiteit van Washington. Deze benoe ming staat in verband met het conflict tus schen Lord Strichland, gouverneur van Malta, en de Aartsbisschop Mgr. Camana. Er werd op Malta een heftige propaganda gemaakt voor den Anglicaanschen gods dienst, terwijl het gebruikelijke Italiaansch door de Engelsclie taal werd vervangen. Zoo ontstond er tusschen het parlement en lord Strichland een meeningsverschil, waar in ook de Aartsbisschop van Malta betrok ken 'was. De H. Stoel heeft, door het: zen den van een Apostolisch Delegaat geen der partijen in het ongelijk gesteld terwijl de Bisschop zijn rechte.n en jurisdictie be houdt. Zoodra het verdrag van Lateranen gera tificeerd is, zullen de Bisschoppen den eed van trouw afleggen aan de Italiaansche regeering. Tot nu toe werd er op de Ita liaansche scholen geen godsdienstonder richt geduld. Maar. nadat Mussolini het kruis haar eereplaats gegeven heeft, is ook thans bepaald, dat met den aanvang van het schooljaar 19291930 godsdienstonder wijs als verplicht leervak op den rooster der Italiaansche scholen zal geplaatst wor den. Het is te hopen, dat de kaffergemeen ten de beleediging, hun door mr. Mendels met zoo uitgelezen geestigheid aangedaan, zich bij de stembus zullen herinneren en de socialistische candidaten met leege handen zullen wegsturen. Dat is de beste en ook de gevoeligste manier om hen voor do onbeschaafdheid van hun leider te "straffen. Is de kool het sop wel waard? zal men misschien vragen; zoo'n losweg daar heen geworpen woord1 Ja, want dit woord yerraadt 'n mentali teit, die men wel op de eerste plaats, maar niet uitsluitend bij de sociaal-democraten aantreft: geringschatting voor het platte land, overschatting van de schijn-beschar ving in de steden. Toch schuilt de volkskracht voor een groot deel op het platteland, waar het „voor God en den koning" het meest in cere is. Deswege scheldt mr. Mendels, met iets van den „bourgeois satisfait", ze „kaffer gemeenten" De slechte manieren, die daaruit spre ken, zijn nog niet zoo hinderlijk als de su perioriteitswaan, die hem heeft bevangen en in het scheldwoord wordt getypeerd. Raak. Hij was lid geworden van een aristocra tische club, en toen hij den eersten keer binnenkwam, keek hij uit af hij iemand soms zag, dien hij kende. Hij zag een bekend advocaat bij het ven ster zitten, verdiept in de lectuur van z'n krant. Het nieuwe clublid hield hem ziju uitge strekte hand voor. waar aan zijn ringvin ger een kostbare diamant flonkerde, die hij pas gekocht had. „Wat zeg je daar wel van?" vroeg hij niet zonder trots. ,,'t Is een prachtige steen", zei de ad vocaat flegmatiek, „maar had je het geld niet beter kunnen besteden aan een nagel borstel, want dien lieb je meer noodig". Commissaris: Wal, ben je alweer 'nier? Ik heb toch gezegd, dat ik je niet meer wilde zien. Gearresteerde. Dat zei ik ook tegen de agenten, maar zij wilden het niet ge- looven. GEVAARLJKE POSTEN. Te allen tijde zijn gezanten van vreem de mogendheden onschendbaar geweest, maar toch waren zij lang niet altijd, zelfs niet in beschaafde landen, veilig en zeker van hun leven. In de- Ned. noemt V. een aantal ge vallen op, waarin gezanten op de een of andere wijze het slachtoffer worden van hun métier. In de dagen van Cromwell werd Dores- laar, de Engclsche gezant in Den Haag, -door eenige uitgeweken royalisteh ver moord. Engeland weet dat aan ons, maar wij hadden geen schuld. Toch heeft Enge land ons later dien moord ingepeperd. In de dagen der Fransche revolutie is Bernadotte, die toen als Fransch ge zant te Weenen vertoefde, daar grof be- leedigd. De Fransche vlag werd van het gezantschapshotel afgehaald en het wa penbord afgerukt. Vermoedelijk waren de Oostenrijkers verbitterd óver den dood van Maria Antoinette- Er is toen voldoe ning gegeven maar nog meer opzien baarde de vermoording of mishandeling van de Fransche gezanten, die Frankrijk in 1799 op een congres te Rastadt hadden vertegenwoordigd en daar een aanmati genden en onbeschaamdeii toon hadden aangeslagen. Op hun terugreis werden zij in een donker bosch door Oostenrijksche huzaren overvallen. Aanvankelijk schijnt het slechts de bedoeling te zijn geweest, hun een pak slaag te geven, maar in hun opwinding gingen de huzaren te ver. Jaren geleden het was onder de re geering van Wilhelm II werd in China de Duitsche gezant von Ketteler vermoord Duitschland eischte toen een zware vol doening. De vreemde gezanten in Peking zijn ook eens zoo ernstig in het gedrang ge komen, dat een internationale expeditie, onder Von Waldensee, moest worden uit gezonden, om hen to ontzetten. In het laatst der vorige eeuw is ook de Engelsclie gezant in Afghanistan, die tot zijn bescherming een escorte had meege kregen van duizend man, niet al zijn men schen in Kaboel gedood. Engeland zond toen een strafexpeditie. En in 191S viel te Moskou de Duitsche gezant Mirbach aan een aanslag ten offer. EEN VORSTELIJKE JACHTPARTIJ. Op een.der jachten van den Duitsclien keizer Wilhelm I had het volgende voor val plaats. Ongeveer 50 meter achter de plaats, waar de keizer stond, was een groote wiklkooi neergezet, waarin zich een aantal wilde zwijnen en herten bevonden. De oude jachtopziener Dolchow met eenige arbeiders lieten van tijd tot tijd een stuk wild uit deze kooi ontsnappen, dat dan na tuurlijk langs den keizer heen kwam en zoo op eenvoudige wijze onder schot werd gebracht. Het viel Wilhelm I ten slotte op, clat hij voortdurend grof wild schoot en dat dit steeds van dezelfde richting kwam. Toen de jacht was afgelöopen, ging hij op onder zoek uit en vond tot zijn groote verbazing, achter kreupelhout verborgen, den wild- kooi staan, waarin zich nog een stuk wild en de oude Dolchow bevond. Men zegt, dat de keizer de beetnemerij nogal goed opnam. Op gelijke wijze werd ook de koning van Saksen, die aan deze jacht deelnam, ge fopt. Deze stond in tegenovergestelde rich ting van Wilhelm I, eveneens op eenigen afstand van een wildkooi, waaruit het wild, door het ophalen van een valdeur? werd vrijgelaten. Opeens stormden 10 a 12 wilde zwijnen tegelijk door de opening en renden den koning voorbij. Dit vond hij ioch nogal zon derling en toen hij na de jacht een onder zoek instelde, snapte hij de zaak. Ook hij nam het goed op. Eenigen tijd later ontving Dolchow van den koning van Saksen zelfs het zilveren kruis van verdienste. Paaschveetentoonstelling, 'Als stedeling weten wij van vee weinii anders, dan dat verschillende onderdeclet mits smakelijk bereid, een aangenaam gt deelbe van onzen maaltijd kunnen uitmi ken. Als wij ons verlustigen in het lepelen vat een hartig bordje soep vertelt ons de be. reidster van deze spijze, dat hierin vet. werkt is de staart eens os en als onze blik ken staren op ónze degelijke oud-Holland- sche snert-, doet men ons kond, dat voor de bereiding dezer heerlijkheid het gedeelte van een varken noodig is geweest. Wij weten, dat de biefstuk, die onzen maaltijd completeert, voorheen de staart van een koebeest flankeerde, «indien ten minste niet het achterdeel van een paard voor deze sappige spijze gesneuveld is. Dit alles weten wij echter slechts uit overlevering, omdat zeer weinig stedelin gen het voorrecht hadden hun blikken te mogen werpen in het inferieur van een stuk Hollandseh vee, en men ons dus even goed had kunnen vertellen, dat biefstuk van het varken komt en de koe ons spek en hammen levert. Yoojheen was dat ech ter anders. Toen liep de slager met koe of os to pronken door de straten der stad en hij verkocht het vleesch dat dan nog lang zaam voortwandelde, bijeengehouden do® een glanzende en gladgespannen huid, zoo als de melkboer heden ten dage de melk van dat dier huis aan huis ziet verminde ren. Verbeeld u intusschen niet dat zulks ge schiedde, zooals Shylock een pond vleesch wou snijden uit het lichaam van Antonio, zoodat de slager met wat been in een huid verpakt huiswaarts toog. Neen, vleeschlustige koopers trokken met een krijtje een streep op de Paaschos, om aan te geven, welk gedeelte van het dier, zij op hun tafel wilden zien verschij nen. Bij zijn thuiskomst was het dier dan een levende landkaart geworden en werd het naar den wensch der klanten precies langs de aangebrachte lijnen in evenveel stukjes verdeeld, als er bestellingen waren ge daan. Die romantische tijd is nu voorbij. Wij loven in een tijd van reclame en nu er in den Vastentijd minder is verbruikt van on zen Hollandschen veestapel, moeten de sla- gers zorgen ook door middel reclame, dal „de afname weer grooter wordt. Daarom organiseert men nu in dezen tijd Paaschveetentoonstellingen van koeien, ossen, paarden, varkens, bokken en geiten Allen worden zij onder de oogen gebracht van het publiek, maar zij worden nu ge noemd en aangewezen met de meest pro zaïsche en materialistische benamingen als dikbillen, zeugen, beeren, zwartbonte, ge boomde, liokkelingen, pinken en schotten. De poëzie van schoone linten en geurige bloemen, van kransen en slingers, waarmee de dieren worden omhangen, alvorens zij ter slachtplaats werden geleid, is verdwe nen en in plaats daarvan zouden zij nu volgens de geest van dezen tijd, levende lichtreclames moeten zijn, verlicht met tal- looze electrische lampjes of opgetuigd met walmende vetpotjes. Maar er is niets van dit alles, er is slechts gehinnik van paarden, en gegil van varkens enoverblijfselen, die een wan hoop voor de menschen van de reiniging zijn. En verder slechts de sombere misttonen der ten doode gedoemde koeien. Boe-oe! Boe-oe! Dat is nu een Paaschtentoonstelling. Wat zijn we toch akelig prozaïsch. DANIëL. ZIJDEN KOUSEN. Het is een roekeloos geslacht Dat thans dex wereld vult, Dat ik thans niet meer wordt geacht Is niet mijn eigen schuld. Nóg loopt de dame in het zij Maar 't is slechts namaak, sof, Daar gaat een „zijd^i" kous voorbij De medesmaak wordt grof. Wij hebben vroeger in ons woud Ons altijd diep verheugd, Dat- slcohts de mensch van 't goede houdt Dat mooi is en dat deugt. Toen ruischte nog de gladde zij In slepen van zes el, Die rijkdom gaven enkel wij De rest was niet in tel. Klaaglied van een zijderups Wij kleeden eens in vroeger tijd De slanke hertogin, Toen ruischte deftig wijd en zijd Het kleed van een gravin. Wij werden toen heel goed betaald Wij gaven echte zij, Dat werd gevormd met naald en draad Tot deftige kleedij. Nu loopt, zooals U allen weet, Ook Mina reeds, de meid, Heel deftig in het zij gekleed Onz' ouden naam ten spijt. Zij is heel deftig uitgedost Waar is nu toch het end, Nu een paar „zijden" kousen kost Slechts neg'nen dertig cent. Armzalig glimmend damesbeen Vergeef mij mijn kabaal, Zooals jij daar loopt langs mij heen Heusch, loop jij voor schandaal, 't Kan jou niet schelen wat het- is, Jij denkt je mooi en hupseh Voor ons is het een ergernis, De dood der zijderups. TROUBADOÜB.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 10