UIT HET VATICAAN
WEEK-END
LIED VAN DEZEN TIJD
door PROF. ANDREAS RASETSCHNIG (Rome).
ROME, 10 Maart 1929.
Mot het gebruikelijke ceremonieel hoeft
Z .H. do Paus iu do Troonzaal van hot Va
ticaan tie gezanten, die bij den H. Stoel
geaccrediteerd zijn, in feestelijke audiëntie
ontvangen, en deze keer niet alleen de Am
bassadeurs, de gezanten en de gevolmach
tigd ministers, maar ook het personeel der
gezantschappen, dat in gala-uniform ver
schenen was.
De Braziliaansche gezant, Magalhaes de
Azeredo, hield als Deken van het Diploma-
tencorps een toespraak, waarin hij den H.
Vader dank betuigde voor de welwillend
heid. die Z. H. aan de gezanten bewezen
heeft, door hun, alvorens het verdrag van
Lateranen gctcckend werd, bij monde van
den Kardinaal-Staatssecretaris, in kennis
te stellen met* de groote historische gebeur
tenis, die tusschcn Italië en den H. Stoel
ging voltrokken worden. En nog to meer
zijn wij hierom verheugd, nu eindelijk, na
60 jaar, tot voldoening van beide partijen,
een einde gemaakt is aan een pijnlijke
situatie, waarover de Katholieken der ge-
heele wereld bedroefd waren. De H. Stoel
en Italië hebben vrede gesloten, terwijl zij
het verleden willen begraven en alleen
vooruitzien i'n de toekomstDe H. Stoel,
het middelpunt der H. Kerk, waarvan de
stralenkrans uitschittert over de wereld,
wier rijke oogst aan verdiensten en roem
rijke daden in den loop der tijden haar
weerga niet vindt; Italië, een bevoorrechte
natie, wiens kunstwerken op gebied van
wetenschap, poëzie en schoonheid, voort
durend tot het nageslacht zullen blijven
spreken.
Nadat de gezant in heerlijke woorden
een typeerend overzicht gegeven had van
den langen lijdensweg der Romeinscbe
kwestie onder de regeering der groote Pau
sen Pius IX, Leo XII, Pius X en Benedic-
tus XV vervolgde hij: Voor Uwe Heilig
heid was het geluk weggelegd» dit moei
lijk vraagstuk op te lossen, als een welver
diend loon voor al hetgeen uwe voorgan
gers daarom moesten verduren; want Gij
hebt reeds sedert het oogenbllk uwer uit
verkiezing in biddend smceken uitgezien
naar het uur der Voorzienigheid, waarvan
de eerste zegen Urbi et Orbi reeds in uw
geest een aankondiging en onderpand be-
teekende.
Dat ook na 1S70 de diplomatieke verte
genwoordigers bij den H. Stoel gebleven
zijn, heeft steeds gegolden als een teeken
van 's Pausen souveroiniteit. En het moge
ons veroorloofd zijn bij deze gelegenheid
met gerechtvaardigde voldoening en niet
zonder eenigen trots de taak te prijzen, die
onze voorgangers en wij zelf hebben mo
gen vervullen als vertegenwoordigers van
mogendheden in de vorming van de nu niet
meer te verwoesten historische traditie, die
in de waardeering der volkeren evenals in
den geest hunner verantwoordelijke regeer
ders de figuur van den souveréiiren Paus
ia het volle daglicht plaatst, niet alleen om
ringd van kardinalen en prelaten, maar ook
van het diplomatieke korps, als zichtbaar'
toeken van werkelijke souvereiniteit. En
wij zijn er thans ook verheugd over, dat
deze opvatting ook gedoeld wordt door
Italië, het moederland van zoovele diepzin
nige denkers, beroemde schrijvers en kun
stenaars, maar vooral ook de bakermat
van zoovele heiligen. Bezield van een op
rechte genegenheid voor den H. Stoel en
Italië begroeten wij thans het verzoenings
werk, dat tot stand gekomen is, dank zij
het eenzelfde verlangen van Uwe Heilig
heid, van Zijne Majesteit, koning Victor
Emanuel III en van het hoofd der Regee
ring Mussolini en onzen geliefden kardi
naal Gasparri.
Wij weten, dat dit kleine grondgebied
waarmede Uwe Heiligheid in groote edel
moedigheid zich tevreden heeft gesteld,
•waardoor wederom een bewijs van hooge
wijsheid werd geleverd, slechts ten doel
heeft het stempel te drukken op de werke
lijke en zichtbare onafhankelijkheid die den
H. Stoel als hoogste majesteit der moreele
onafhankelijkheid niet mocht ontbreken.
Wij beschouwen dit grondgebied als de
groote woonstede van ons aller Vader, waar
wij steeds ons eigen thuis weten, terwijl het
wakend vaderoog met teere zorgvuldigheid
verheen ziet over de grenzen der landen,
naar de geestelijke nooden en behoeften en
de gerechte verlangens aller volkeren.
Wij verklaren met Uwe Heiligheid dat
dit grondgebied weliswaar niet zeer groot
van afmeting is, maar het is buitengewoon
waardevol, om de waardevolle kunstschat
ten, die het voor heel de wereld heeft, ter
wijl het voor vele zielen een toevluchtsoord
en een lichtende toren ie, waarheen hon
derden millioenen zich getrokken gevoelen.
Met de beste heilwenschen aan te bie
den namens de gezanten en de regeeringen
die zij vertegenwoordigen besloot cle De
ken van het Diplomatieke corps zijn toe
spraak die meer dan een half uur geduurd
had.
In zijn antwoord legde de H. Vader den
bijzonderen nadruk op de groote beteeke-
nis van het schitterend schouwspel, dat
hier viel waar te nemen, en dat dit de aan
genaamste en gelukkigste audiëntie was
die. Hij ooit had verleend; dit moet men
nipt als een oratorisch gezegde beschou
wen, maar als de zuivere werkelijkheid.
De aanwezigheid van dit illustre gezel
schap gaf hem deze gedachten in, daar de
IL Vader in ieder hunner afzonderlijk als
in een Apocalyptisch visioen him respec
tievelijke souvereinen, presidenten, volke
ren en landen zag.
De II. Vader wist dat de diplomaten ge
komen waren, om hem te bedanken voor do
tijdige mededeeling, die zij van kardinaal
Gasparri hadden ontvangen, doch than?
wilde de H. Vader hen zelve bedanken, wijl
zij deze vertrouwelijke mededeelingen aan
hun regceringen hebben overgebracht en
aldus veel ertoe hebben bijgedragen, cm de
openbare uieening in de gehcele wereld
gunstig te stemmen ten opzichte van de
oplossing der Romeinscbe kwestie, waarvan
de H. Vader uit alle landen dei' wereld,
van-talrijke rogeeringsoverheden bewijzen
van sympathie en instemming mocht ont
vangen.
Verder sprak de H. Vader over de juri
dische en moreele waarborgen voor de be
stendigheid van den nieuw geschapen toe
stand. De juridische waarborgen veronder
stellen echter, dat er een vijand is waarte
gen ze gericht zijn. Neen, de H. Vader ver
trouwt volkomen op. den goeden wil van
hen, die do onderhandelingen met den H.
Stoel openden en tot een goed resultaat
geleid hebben. De H. Vader was diep ont-
roerd door de lawine van gelukwenschen,
die hem uit alle oorden der wereld hadden
bereikt, maar vooral was hij getroffen door
de mededeeling van zoovelen die hem ver
zekerden dat zij weer hun Paaschplicht zou
den gaan vervullen. Dat beteekent den te
rugkeer van den godsdienstvrede.
Dat is van veel meer beteekenis als de
politieke en burgerlijke vredespogingen,
hoe waardevol die overigens ook mogen
zijn.
Deze geda'chten hebben den Paus weër
in herinnering geroepen zijn geliefde alpen,
waar hij vroeger zoo gaarne vertoefde. Men
moet tot do hoogste toppen stijgen, om een
heerlijk vergezicht te kunnen aanschouwen.
Wanneer de H. Vader nadacht over het
feit, dat in zoovele zielen den vrede was
teruggekeerd, dan kon het niet anders of
hij moest Gode dankbaar zijn en allen, die
door him werk en goeden wil hebben, bij
gedragen om den'vrede te brengen in de
harten van onnoemelijk velóïi.
Tenslotte gaf de H. Vader aari alle" aan
wezigen zijn Apostolischen Zegen.
Senator Guglielmo Marconi werd door
Z. H. den Paus in bijzondere audiëntie ont
vangen. De H. Vader onderhield zich met
den grooten geleerde over zijn nieuwste
uitvindingen op 't gebied van Radio-tele-
graphie, waarin do H. Vader,» evenals iu
alle andere takken van wetenschap, buiten
gewoon veel belang stelt.
De H. Vader vroeg nog enkele technische
bijzonderheden over het groote station voor
draadlooze telegrafie en telefonie, dat door
de Italiaansche regeering in do Vaticaaa-
sche Stad gebouwd zal worden.
Binnen enkole dagen zal aan het diplo
matieke corps een noenmaal in het Vati
caan worden aangeboden, waarbij de H.
Vader zich zal doen vertegenwoordigen
door Kardinaal Gasparri.
Voorts is officieel bepaald, dat het La
tijn de officieele taal zal zijn voor de stad
van het Vaticaan.
Ongeveer 80 gezinnen, die in geenerlei
betrekking staan tot de Vaticaansche stad,
zullen zich elders moeten vestigen, waar
de nieuwe gouverneur van Rome reeds wo
ningen ter beschikking heeft gesteld.
De munten, die uitgegeven zullen worden
in goud, zilver, nikkel en brons, zullen aan
een zijde het borstbeeld van den regeeren
den Paus dragen en aan de andere zijde het
jaartal, waarin ze zijn aangemunt.
Voor de overige aangelegenheden heeft
de H. Vader een commissie benoemd die
do voorloopige regeering van, cle stad van
het Vaticaan zal vormen.
BRIEVEN VAN EEN WANDELAAR.
Lxxn.
De liefdadigheid heeft in de koude
winterperiode weer eens schitterende
triomphen gevierd. Als uitvoeisel van de
naastenliefde, waarvan zij een heerlijke
uitstraling is, die haar tot meerder Jcven
■wekt en dringt zich te uiten in daden,
die een bevrediging dos harten schenken
aan hen die haar beoefenen. Meer nog
als die deugd voortspruit uit een zuiver
godsdienstigen drang die in den arme ziet
het evenbeeld van den Christus, dié ge
zegd heeft: „Wat gij den minsten der
mijnen hebt gedaan, dat hebt gij aan
Mij gedaan". Waar dit besef de ziel be
roerde, het medelijden opriep, is als van
zelve de spontanëiteit geboren, die zoo
veel wist tot stand te brengen, die op
zoo'n prijzenswaardige wijze den even-
menscli, die in bitteren nood verkeerde,
de behulpzame hand wist te bieden en
te steunen in de groote ellende, die uit
den barren winter over hen kwam. Im
mers wat al vindingrijk was de blanke
deugd, die haar vleugelen breed uit
spreidde over de in nood verkeerende
massa, die beslist aan alles behoefte had;
zij kwam voeden, dekken en kleeden, trad
als een reddende engel de nederige stulp
binnen van den arme, zelfs binnen de
woning van den, door de omstandigheden
tot behoefte gekomen, nijveren werker, die
noodgedwongen was de hulp der liefda
digheid in te roepen of wel voor wie
anderen, met hun verborgen gehouden
behoefte bekend, een goed woord spraken
bij hen, dio de liefdewerken hadden te
regelen. Wat dit voor deze laatste men-
schen beteekent, is niet onder woorden
te brengen: zelve 6teeds in staat ge
weest», om in eigen onderhoud te voor
zien, nu door den nood gedwongen de
hand uit te steken of wel te moeten be
leven dat derden op hun nood de aan
dacht moeten vestigen, opdat zij in hun
nooddruft steun en hulp erlangen.
Over het algemeen was de ellende van
velerlei aard, vooral daar waar ook in
normale tijden door de liefdadigheid de
hand moest worden geboden. Wij hebben
ze betredon, die. woningen, die niets ge
meen hebben met een behoorlijk onder
dak;. die slechts zijn geheel onvolledige
schutplaatson tegen cle winter-elementen,
welke in hun immer grimmiger verwoed
heid die woning plaatsen in hei' centrum
van aanhoudende aanvallen. Waartegen
geen enkel middel tot verweer stond cn
hulp van de liefdadigheid alleen bescher
ming bood. Die dan ook in ruime mate
wercl geboden, door de eigen middelen
die spoedig wegvloeiden tot den laatsten
stuiver en dringend versterking behoef
den.
En dit moet tot eerc van velen gezegd
worden: op den eersten oproep hebben
zij zich opgemaakt om de helpende hand
te bieden en de organisaties, welke tot
taak hebben do leiding te voeren, in
staat to stellen met haar zegenrijk werk
voort te gaan. En er is zoodoende zeer
veel gedaan! Doch de vraag rijst of nog
niet meer had kunnen worden verricht, of
nog niet op breeder schaal in do nooden
had kunnen worden voorzien. En dan tre
den ons voor den geest die schare van.wel
voldane menschen, die, zelve genietende
van de vleeschpotten van Egypte, in geen
enkel opzicht zich hebben bezig gehou
den met wat buiten hun welverwarmde
kamer, welvoorziene tafel en keurige gar
derobe gebeurde, en slechts oog en oor
hadden voor wal eigen belang vroeg. Spre
kende staaltjes zjjn helaas voorhanden van
menschen, die, desgevraagd, weigerden om
van hel ruimo bezit wat hen toch ook
maar geleend is iets af te staan voor
den noodlijdenden evenmcnsch; die in
star cgoismo hun gezichtkring zoodanig
verengden, dat het hart koud en de beurs
dicht bleef. Een standpunt, dat al is
het nu wel achteraf sterk te veroor-
deelen is en getuigt van een groot te
kort aan de beleving van ivat de gods
dienst on zelfs de humaniteit huldigt.
Daardoor verliest men niet alleen de
groote voldoening, die weldoen in ons le
vendig maakt en het besef zijn plicht
te hebben gedaan ten opzichte van zijn
evenmcnsch, maar ook en dat is inder
daad een voorname factor men verliest
talrijke verdiensten, die te vergaron een
grefote schat kunnen vormen, warneer eens
het levenseind is gekomen.
Brengen deze overwegingen tot naden
ken, dan willen wij ook nog herinneren,
dat het voor weldoen nooit te laat is en
dat do gelegenheid, wat is verzuimd in
te halen, nog volop aanwezig is.
Immers, door cle groote en kostbare be
moeiingen van de, weldadigheid beoefe
nende, vereenigingeg, is een groote be
hoefte ontstaan aan aanvulling van de
middelen die zoo welbesteed zijn wegge
vloeid. Waar cle eliende zich misschien
voor den buitenstaander niet meer zoo
zeer cloct gevoelen, is dit maar schijn;
de behoeften zijn in vele gezinnen .nog
even nijpend, de voorzieningen nog even
noodzakelijk, terwijl er velen ziin, die
eerst nog zoolang mogelijk zich zelve
hielpen, doch nu toch nog gedwongen
worden een beroep te doen op de lief
dadigheid. En ook voor dezulken moet
hulpe wezen; zij mogen niet worden te
leurgesteld, terwijl zij voor algeheele on
dergang moeten worden behoed. Ziet,
daar is nog een vruchtbaar emplooi voor
hen, die tot heden hebben verzuimd-, de
gelegenheid, verdiensten' te vergaren, te
benutten. Want daar is nog veel, zeer
veel noodig en,' waar meerderen reeds
blijk gaven voor den, lijdenden medemensch
wat over te hebben, is het nu tijd, dat zij,
die nog van verre bleven toezien, wat na
der treden en eens .een offertje brengen
op het altaar van de liefdadigheid. Zo zul
len dan h,et.. finanqieeloevenwicht; kun
nen herstellen en aén onze verëenigingen
en instellingen de middelen verschaffen
om haar zegenrijk werk, ter liefde Gods,
voort tc zetten en. niet alleen stoffelijke
hulp te kunnen bieden, doch de gift te
gebruiken als den sleutel, die huis en
hart ontsluit en den weg vrij maakt tot
het brengen van geestelijke opbeuring
tevens, die van niet te schatten waarde
is voor het godsdienstig en zedelijk leven
van den bezochte. Daaraan te kunnen
bijdragen, moet zijn een werk van groote
bevrediging en blije zelfvoldoening.
Met. graagte zullen onze vereenigïngen
van liefdadigheid zich beijveren in ont
vangst te nemen, wat haar wordt toege
zonden en, wees er verzekerd van, zij zul
len de gaven op een zeer oordeelkundige
wijze besteden, rekening er mee houdende,
waar de meeste behoefte is.
Zoo zal er een wisselwerking zijn, die
de meest vruchtbare resultaten zal be
reiken en het opnieuw geschapen contact
tusschen de vereenigingen en hare wel
doeners zal niet nalaten grootelijks te
worden versterkt en -voor de toekomst een
verhouding scheppen, die als een levend
bewijs zal zijn van de welbegrepen op
vatting, welke onze kringen huldigen: om
will.e van den Christus den evennaaste be
minnen en zijn nooden lenigen.
WANDELAAR.
DE RING VAN ALUMINIUM.
Is dat me „gewond" zijn? Duizelig....
z'n oogen vol zand, maakte de huzaar zich
los van zijn neergeschoten paardmaar
terwijl hij zijn hand terugtrekt, bemerkt
hij dat deze heelmaal bebloed is
•Vlug betast hij .zich wan alle kanten?..
Zijn hand mankeert niets!Neen!...4
Maar zijn been Wat' is dat zwaar
Daar zal de wonde wel wezen In ieder
geval tijd om dat nauwkeurig na te gaan
is er niet, want daar ginder, aan den
zoom van dat kleine boschje, bemerkt hij
een somber-groene lijn, die reeds naar de
vlakte heenbuigt en schiet in zijn richting.
Het zijn de „Duitsche Jagers".
Het komt er op aan om hier niet te
blijven stilliggen l i
Hij beziet zijn merrie, die vreeselijk
schijnt te lijden.... graag zou hij haar
met zijn revolver afmaken?Maar
dan zou hij dadelijk 't doel worden van al
de Duitsche kogels.-
Adieu, miju arme Rigolette
Dan, zich bukkend en over den grond
kruipend, komt hij in een veld mot haver
waarboven het roode dak van een kleine
boerderij uitsteekt.
Hij is nog geen twee honderd meter
ver!ofde kogels fluiten om hem
heenmen heeft hem bemerkt!
Als hij tenminste het huis maar kon
bereiken 1hij zou er zich in barricar-
deeren en duur zijn huid verkoopen. Het
gevaar geeft hem als vleugelshij kruipt
voort op handen en voeten, dan vooruit,
dan wachtend, schuifelend als een haas
komt hij toch naderbijdaar is hij in
den moestuin, vlak bij de muren van de
boerderij, waarvan de kalk al springt on
der den drang van 't schieten?
Maar wat beteekent dat?.... bij den in
gang van de boerderij staat een jong boe
renmeisje, dat, hevig ontsteld, hem teeke
nen geeft
Hierheen.haast udaar staat
een paard klaar! een paard zonder za
del, met als teugel een koord.... is 't een
zwart paard of een vos, een paard uit la
Perche of uit de Ardennende kleine
huzaar weet slechts één ding, dat hij er
reeds op zit, en dat hij, in volle galop het
steenig pad aan den andeven kant der
vallei afrentbeschut tegen de kogels
Opeens laat do huzaar zijn paard stil
staanik ben toch een barbaar'...
maar dat jonge meisje?.dat gaan ze nu
natuurlijk fusilleeren ik ken ze, die
ellendelingen
Toen keerde hij terug....
De sombere groene lijn, waaiervormig
verspreid, is nu tot vlak bij de boerderij
gekomen.
Vliegensvlug rent de huzaar de open
plaats voor de boerderij in....
Deze was ledig.
Met één schop trapte hij de deur onen.
Niets!.... dan een andere'Nog
niets!.... dan een derde, die van de keu-
kon!Eindelijk!Het arme meisje
ligt daar op haar knieën, met gevouwen
handen voor een beeld der H. Maagd, dal-
zij daar midden op de tafel geplaatst had.
Heilige Maria. Moeder Gods, bid
voor ons, arme zondaars, nu en in. 't uur
van onzen dood
On zen dood?.... Nog niet
Het meisje beet te pakken, haar op zijn
paard te liijschen er zelf op te springen
en het pad af te rennen tot hij beneden
aan de vallei gekomen was: dat alles was
't werk geweest van slechts enkele secon
denmaav seconden, die wel jaren
schenen.
Toen hij buiten het bereik van den
vijand gekomen was, keerde de huzaar
zich eens om. Hot. is toch wel grappig,
een heel bataljon van vijanden, die er
niet toe kunnen komen je naar tc schieten.
De boerderij ging op in de vlammen de
steenen van 't pad sprongen omhoog, af
geschoten takken zwiepten hem in 't ge
zicht....
Maar toch wilde hij zien
Boven de vlammen en den rook zag do
huzaar, boven op 't dak de luitenant van
de Duitsche Jagers, een lange, droge man
met een monocle, die hem toejuichte!
Hij was gered.... gered en toege
juicht
Conclusie.
Een dezer dagen kreeg een' priester,
dien ik goed kénde, twee jongelui bij zich
die zich in den echt wilden verbinden:
een huzaar en een jong, blond meisje met
blauwe oogen; een meisje, zooals men
zich Teanne d'Arc voorstelt.
En toen de priester den ring zegenend.,
deze aandachtig beschouwde, zag hij dat
hij van aluminium was. en dat er een
klein koperen plaatje op was. aangebracht.
waarop écu datum té lezen stond"do
datum van de gebeurtenis, die ik u in deze
schets heb verhaald.
„Geld." Pierre 1'Ermite.
HalloMet het stedelijk ziekenhuis
Pardon. Ik ben verkeerd verbonden.
Dan moet u zelf komen, dan kan de
dokter het verband zien en de wond op
nieuw verbinden.
Voor alles: jc moet nooit een onwaar
heid spreken, al ga je er de gevangenis
voor in.
Hier is iemand voor u, mijnheer.
Als het iemand met een rekening is,
ben ik niet thuis.
Bezoeker: Waarom vertrekt n uw
gezicht zoo
Gastheer: O, mijn voet is ingeslapen.
Bezoeker: Dan zal ik u maar niet lan
ger storen.
Zet dien heer daar buiten de deur,
kellner, sprak de ober bij het sluiten.
Valst niet! lederen keer, als ik hem
aanstoot, betaalt hij zijn rekening.
Jantje: Grootvader, was u in de ark
van Noë?
Opa: Neen, waarom?
Jantje: Waarom is u dan niei ver
dronken?
ONZE LEVENSWIJZE
Het ïs ongetwijfeld een merkwaardig I
verschijnsel, dat andere menschen meer be- >h
zorgd zijn voor ons lichaam dan wij zelf. Zij (ri
vertellen ons onophoudelijk op allerlei ma. 6n
nieren, hoe wij ons lichaam gezond moeten >n
houden en allerhande schadelijke invloeden ee
moeten weren. U moet al die vriendelijke en
raadgevingen vooral niet in den wind
slaan. j;
Bedreigen U niet iederen dag de veel. o
arraige poliepen van influenza, griep en m
veel meer dergelijke lastveroorzakendo ge
kwalen 1 e
Onze teere weefstelsels worden iederen er
dag belaagd door windvlagen, tocht en h:
koude en daartegen dienen wij allen te wa.
ken in 't belang der maatschappij.
En nu moet U er niet voor terugschrik. an
ken, dat Dr. Kwak U aanraadt, Uw slaap ee
te genieten bij wijdgeopende ramen, ter. ^-a
wijl Dr. Zalver U met de grootste ernsi jti
wijst op de noodzakelijkheid de ramen
Uwer slaapkamer potdicht gesloten te hou R
den. Zulke dingen behoeven U geenszins ei
van de wijs te brengen. U brengt dan een-
voudig heide methoden in toepassing en ,o
sluit de ramen Uwer slaapkamer den eenen n!
nacht om ze in den volgenden nacht zoo ei
wijd mogelijk geopend te houden. ,fc
Deze en dergelijke hygiënische maatrë. ia
gelen is U verplicht aan U zelf en aan de jr
maatschappij, want is de gezondheid niet oc
het kostbaarst bezit?
En daar de gezondheid van het lichaam R
onverbrekelijk verbonden is, eiseht daarom t
niet ons lichaam een aanzienlijke portie n]
aandacht, al schenken wij die aandacht c
daaraan ook veel te weinig. n
En dan prijzen wij ons zeiven gelukkig .n
burgers te zijn van den staat als die der o<
Nederlanden, die zoo met cus is ingenomen. U1
dat zij altoos waakt en werkt voor ons
lichamelijk heil. j
Zij heeft ons verzekerd zoolang wij min-
der dan drieduizend' gulden per jaar ver- n
dienen, zoodat ons eigenlijk zoo goed als )0:
niets kan overkomen. js
Zit hierin dan voor ons geen aanwij'zing >t
om ons wat meer bezorgd te toonen voor
ons eigen lichaam. i
Ik heb een man gekend, die ons allen e
tot voorbeeld strekte. Die man leefde vol- a,
gens een vastgestelde levensregel. ,]a
's Avonds prompt om 10 uur begon hij nr
zijn jas uit te trekken, aldus aanstalten lg
makend om zich ter ruste te begeven. Hij ,0.
deed dit, al zat zijn heele kamer vol visite,
die ziende, dat deze onthullingen niet al- j
leen tot zijn jas beperkt bleven, natuurlijk e
allen het hazenpad kozen. in
lederen morgen om 8 uur dook hij in )Si
t bad om zijn lichaam te verfrisschen, tot- in
dathet ongeluk niet uitbleef. -
Hij vergat op een morgen zijn hoofd- bo-
ven water te houden en verdronk.
Ik bezweer U daarom kies een levens-
regel, lees ijverig de advertenties in da afc
kranten en geloof alle advertenties. ,n
Mag ik U inzage verschaffen van mijn aI
levensregel, waarvan ik nooit of nimmer ook an
maar één seconde afwijk.- tg
Hier is zij: eI
lederen morgen doe ik een half uur ka
mergymnastiek, gevolgd door een koud bai
en a-leohol-massage (de laatste inwendig!),
Ik borstel mijn tanden vijf minuten, op a
de klok af en wrijf gedurende tien minu ai
ten stevig mijn hoofdhuid. 00
Ik zeep mij gedurende de voorgestelire e]j
ven drie minuten in en masseer mijn ge ,a
laat behoorlijk na het scheren.
Ik gebruik tweemalen een keelspuit en n
driemaal een gorgeldrank tegen verkoud
heid, ontstoken keel, tabaksdamp, griep
en zo o voort. er
Ik neem ruim den tijd voor mijn onfc
bijt en trouwens ook voor alle andere maal
tijden en kouw iedere x.ap vijftig maal, ge
lijk verordineerd is.
Na het ontbijt moet ik even rust nemei
zegt het voorschrift, en ik benut dien tijc x\]
om mijn bladen door te lezen. Bij goed ,er
licht natuurlijk. De vier kilometers naar et
van mijn kantoor leg ik steeds te voet a£
Ik laat geen dag voorbijgaan zonder ont
spanning van eenigen aard, naar mate vai
het jaargetijde: schaatsenrijden, golf, ten
nis, fietsen.
Mijn avonden worden besteed aan gees
telijke én maatschappelijke ontspanning
vooral op het gebied der jongste uitvin
dingen in zake hygiënische lijfsverzorging
Onder geen enkele omsmtandigheid echtei
zou ik afstand willen doen van mijn negen f
uren slaap, zooals voorgeschreven. n
Het nog resteerende uur van iederen dag
besteed ik aan mijn arbeid.
DANIëL.
ZIJN AATSTE TAA.
Ik sta nu heelemaal alleen
Te droomen in mijn stal,
En met gehinnik en geween
Aanzie ik mijn verval.
'k Aanvaard mijn eind, zooals het moet,
't ls 't eenigst, wat mij rest.
Want ik ben enkel nog maar goed
Voor 't geven van wat mest.
Heel vroeger liep ik langs de straat
Heel opgetuigd en mooi,
'k Was niet zoo mager op de graat,
"k At lijnkoek, haver, hooi.
Nu werpt men mij slechts hooi nog voor.
Dat 's nu mijn grootste fuif,
En 'k trek 't met lange tanden d.oor
De reten van mijn ruif.
Verzuchting van een oude km
Platpooten krijg ik van het staan,
Mijn knieën worden krom,
En niemand kijkt mij haast meer aan,
Ik sta hier stil en stom.
De auto's snorren druk voorbij,
De claxon snerpt cn gilt
Mijn claxon hinnikt droef daarbij,
Als Jk eenmaal word gevild.
't Benzinepaard heeft ons gedood
En ons bestaan vernield,
;k Verzet in weken haast geen poot
En ben doör haat bezield.
Mijn schonken steken door mijn vel,
En mijn gemoed schiet vol,
Daar Tr zoncler groet 'of laatst va-arwt
Zal sterven als een knol.
die
tig
O, auto, stinkend, vunzig beest,
Met je benzinegeur,
De slechtsteu, die er zijn geweest,
Zijn jij en je chauffeur.
Want slechts dan loop ik in den stoet
Heel langzaam, ongestoord,
Als 'k naar het kerkhof rijden moet,
Die door jon zijn vermoord!
TROUBADOUR.