HET FRANSCH-BELGISCH
GEHEIM MILITAIR VERDRAG
2Gste Jaargang
ZATERDAG 2 MAART 1929
No. 6118
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling
Voor Leiden 19 cent per week .f2.E0 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week .f2.60 per kwartaal
Franco per postf 2.S5 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 ct. per kwartaal, bij voor
uitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 ct, met Geïllustreerd
Zondagsblad 9 ct.
Dit blad verschijnt eiken dag uitgezonderd Zon- en Feestdagen. II
Bureaux: PAPENGRACHT 32 LEIDEN
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935 REDACTIE 15
GIRONUMMER 103003 POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone advertentiën 30 cent per regel
Yoor Ingezonden Mededeolingen wordt hot
dubbele van het tarief berekend.
Kleine advertentiën. van ten hoogsto 30 woorden, waarin
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en ver
huur, koop en verkoop f 0.50.
Dit nummer bestaat uit vijf bladen,
waaronder geïllustreerd Zondags
blad.
V Concentratie in de armenzorg.
De strenge winter, die iedereen, die
meer aanspraak wil maken op den naam
Christen dan op dien van barbaar, den
pnciit veisch in het hart heeft gegrift,
mee te leven met het lot van den
arme deze tijd heeft ook vóór ons ge
plaatst het vraagstuk van de organisatie
van de armenzorg.
En ons dunkt, dat iedereen het gevoeld
heeft iedereen, die ook maar iets
heeft willen doen om het lot der nood
lijdenden te verzachten dat in een stad
Leiden aan die organisatie ontbreekt
de vereischte concentratie.
Zeker, wij hebben den Armenraad en
we zouden dien niet gaarne meer missen.
e heeft juist als centraal lichaam een
nuttige taak te vervullen, en vervult die
ook inderdaad.
aar, daarmede zij we er niet. Er
moet mèèr samen-werken zijn tusschen
vereenigingen, die zich de armenzorg
tot taak stellen.
En die wenschelijkheid uit zich vooral
wat betreft de Katholieke vereeni
gingen.
Terwijl wij, Katholieken, op menig
terrein wel voor de werschelijkheid van
concentratie open oog blijken te hebben,
is er op het terrein onzer charitatieve
werkzaamheid in dit opzicht zeker nog
wel wat te doen.
En nu pleiten wij niet voor een samen
smelting van zoo veel mogelijk vereeni
gingen tot één, voor een samensmelting
van b.v Armbestuur, St. Vincentiusveree-
niging, St. Elisabethvereeniging, enz. enz.
Wij zien klaar in, dat voor i n t e n s i e-
e krachtsontplooiing een splitsing èn
van krachten èn van doelstelling zeer
nuttig kan zijn.
Maar dat houdt niet in, dat er mis
schien niet een of meer vereenigingen
zouden kunnen samensmelten en zeker
houdt dat niet in, dat er tusschen al die
vereenigingen niet meer samenwer
king zou kunnen en moeten zijn.
Als wij ons mogen veroorloven een
practisch denkbeeld aan te geven, dan
zouden wij dit willen zeggen: laat er zoo
spoedig mogelijk verrijzen een Cen
trale van alle plaatselijke Katho
lieke charitatieve vereenigingen.
Deze kan, naar onze bescheiden over
tuiging, uitnemend werk verrichten, op
verscheiden wijzen.
Men kan er de vragen bespreken, of
meerdere vereenigingen niet geheel of ge
deeltelijk hetzelfde doel met dezelfde
middelen nastreven; of er niet in de to
tale armenzorg gapingen zijn, lacunes
voorkomen, welke behooren te worden
aangevuld. Wij stippen aan. Men ziet in,
dat zulke besprekingen van buitengemeen
groot nut kunnen zijn.
Verder zou van zulk een Centrale
uitgaan een opvoedende voorlichting voor
degenen, die de taak der armenzorg
naar Christelijk beginsel zoo belangrijk
hebben te vervullen.
Wij, Katholieken, kunnen niet tè veel
aandacht aan de armenzorg gevenDat
is, naar ons Christelijk levensinzicht, een
cultuurtaak van de eerste rang, en een
op ons gelegde plicht, drukkend zrwaar
van groote verantwoordelijkheid.
De armen moeten worden ondersteund,
móeten worden onderhouden, móeten wor
den beschermd tegen de hen omringende
gevaren van geestelijken en zedelijken
a&rd, tegen geestelijke en zedelijke inzin
king.
En dat in deze de Katholieken voorop
moeten gaan voorop in persoonlijke
offers van tijd, geld, arbeidskracht, voorop
ook io georganiseerde hulp dat is van
zelf sprekend.
Mogen wij het denkbeeld om in onze ge
organiseerde hulp meer concentratie te
brengen dringend in overweging geven!
DE MINISTER VAN EUITENLANDSCHE ZAKEN
BEANTWOORDT DE VRAGEN VAN HET KAMER
LID HEEMSKERK
Geen aanleiding om terzake stappen
te doen bij de betrokken regeeringen
HET STANDPUNT VAN ONZE
REGEERING.
De vragen van den heer Heemskerk.
Door den heer Heemskerk waren 25
Februari j.L de volgende vragen gesteld
aan den Minister van Buitenlandsche
Zaken:
1. Heeft de Regeering kennis gomen
van de publicatie in het Utrechtsch Dag
blad (Avondblad van Zaterdag 23 Februari
1929) van den tekst van het geheim
FranschBelgisch Miltitair Verdrag van
1920, en uittreksels uit de interpretatie
van 1927, die volgens dat blad is opge
maakt door de Fransche en Belgische
generale staven?
2. Meent de Regeering te moeten aan
nemen, dat die publicatie, ook wat den
tekst aangaat, juist is, ook wat betreft
het in de interpretatie van art. 5 ver
melde omtrent een Belgisch—Engelsche
overeenkomst om in zeker geval troepen
te zenden door Nederlandsch Limburg?
3. Moet, onverminderd den ernst van
den verderen inhoud dezer stukken, met
name aangenomen worden, dat inde/daad
in de interpretatie op art. 2 voorkomt:
„Aan den anderen kant hebben de on
derhandelingen sedert acht jaren tusschen
Nederland en België gevoerd, vanwege
Nederland uitgelokt en zullen nog uitlok
ken, maatregelen op het gebied der water
wegen, die eventueel als onvriendelijk en
zelfs als agressief kunnen worden be
schouwd."
4. Kan de Regeering mededeelen, of zij
zich daardoor tot stappen genoopt ziet
bij de Regeeringen, die het aangaat, even
tueel bij den Volkenbond, en, zoo ja,
welke?
Het antwoord van den minister van
Buitenlandsche Zaken.
Minister Beelaerts van Blokland heeft
gisteren daarop het volgende geantwoord:
1. Het antwoord op de eerste vraag is
bevestigd.
2 en 3. Aan Harer Majesteits Gezanten
te Brussel en Parijs is opgedragen aan
de Regeeringen aldaar te vragen of de
in de eerste vraag genoemde tekst van
het Belgisch-Fransch Militair Verdrag van
1920 authentiek is en of de in die vraag
voorts genoemde uittreksels juist zijn.
Op het desbetreffende schriftelijk ver
zoek deed de Belgische Minister van Bui
tenlandsche Zaken aan jhr. van Nispen
tot Sevenacr een antwoord toekomen,
waarin de heer Hijmans verwijst naar de
verklaring, door hem namens de Belgische
Regeering afgelegd in de vergadering der
Kamer van Volksvertegenwoordigers van
26 Februari j.l. en naar de in dezelfde
vergadering door de heeren Vandervelde
en Van Cauwelaert afgelegdé verklarin
gen, waarin de echtheid der bedoelde
stukken ten stelligste wordt ontkend.
Van de Fransche Regeering werd even
eens een pertinente schriftelijke ontken
ning ontvangen.
De Britsche tijdelijk zaakgelastigde
zond, in opdracht zijner Regeering, den
tekst van de verklaring, namens deze in
het Lagerhuis afgelegd, waarbij werd me
degedeeld, dat, behalve het verdrag van
Locarno, sedert den oorlog geen overeen
komst, houdende militaire verplichtingen,
is aangegaan tusschen Groot-Brittannië en
België en dat er geen militaire overeen
komst of afspraak („understanding") be
staat tusschen den Britschen Generaien
Staf eD dien van eenig ander land. Daar
aan werd nog toegevoegd, dat geen Britsch
militair attaché te Brussel te eeniger ge
legenheid de quaestie zelfs besproken
heeft.
4. MET HET OOG OP DEZE VER
KLARINGEN BESTAAT ER VOOR DE
REGEERING GEEN AANLEIDING, OM
TER ZAKE STAPPEN TE DOEN BIJ
DE GENOEMDE REGEERINGEN.
NIEUWE DEMENTI'S.
Een B.T.A.-telegram uit Brussel meldt,
dat, naar aanleiding van het door het
„Utrechtsch Dagblad" openbaar gemaakte
proces-verbaal van de vergaderingen der
Fransche en Ee'gische generale staven te
Brussel in September 1927, in officieele
Belgische kringen verklaard wordt, dat
dit document even valsch is als het eerst-
gepubliceerde stuk. Het is van a tot z
valsch.
Het Belgisch Telegraaf-agentschap heeft
graaf De Broqueville gevraagd wat men
moet denken van het gebruik, dat van zijn
naam is gemaakt in het nieuwe document,
dat Donderdagavond door het „Utrechtsch
Dagblad" is gepubliceerd. De minister
van Nationale Verdediging antwoordde
met een schouderophalen, dat dit een nieu
we vervalsching bij alle andere is. De
beweerde conferentie van de Fransche en
Belgische generale staven is in elk opzicht
verzonnen, of men haar plaats laat hebben
in Se; tember 1927 of op welken anderen
datum ook.
BELGISCHE PERSUITINGEN KALMER.
Het eerste geweld der verontwaardiging
begint langzaam aan bij ve'e bladen te
luwen. Wat echter de „Nation Beige" gis
teravond met zoo ki -btige woorden uit
sprak, nemehjk dat ö.e Belgische regeering
tot het tegenoffensief meet overgaan,
komt, zij het in meer gematigde bewoor
dingen, ook in andere kranten voor. Het
heet dan, dat men in Be'gische politieke
kringen niet goed te spreken is over de
eensgezindheid, waarmede de Nederland-
sche pers voorgeeft, aan het document te
gelooven en dat men daar van oordeel is,
dat de Nederlandse he regeering in dit
verband stelling moet nemen. Dat inmid
dels de onthullingen zijn voortgezet, wordt
slechts in enkele Belgische bladen ver
meld, zoodat de zelfverzekerdheid nog even
hooghartig is.
De „ïndépendanre" schrijft, dat de Bel
gische regeering inmiddels reeds zeer ac
tief is wat betreft het vaststellen der ver
antwoordelijkheid voor de publicatie. An
dere bladen laten doorschemeren, dat de
recherche op het spoor is van den verval-
scher, die de documenten verkocht.
IN DE FRANSCHE KAMER ZWIJGT
MEN OVER DE AFFAIRE.
Het is opgevallen, dat Briand gisteren
middag in zijn redevoering voor de ratifi
catie van het Kellog-pact geen enkele
toespeling heeft gemaakt op de opwinding,
veroorzaakt door de Utrechtsche publicatie
en ook alle sprekers voor hem deze kwes
tie als bij onderlinge afspraak zorgvuldig
hebben vermeden. Zelfs de socialistische
woordvoerder Faure sprak er niet over,
hoewel deze op gevaren van particuliere
verdragen voor den vrede en de goede
internationale verstandhouding wees en
het Fransch-Pno'sche en F^-s-^-ooe^ro-
Slavische verdrag als voorbeelden aan
haalde.
DUITSCHE VERDEDIGING VAN
ONZEN M'NISTER VAN BUITEN
LANDSCHE ZAKEN.
De Duitsche „Diplomatisch Politische
Korrespondenz" schrijft volgens een W. B.-
telegrum uit Berlijn:
Do rijksregoering streeft er naar elke
mogelijke opheldering van de zaak langs
diplomatieken weg tot stand te brengen.
Men handelt daarmee niet alleen in het
belang van Duitschland, maar ter wil'e
van het vertrouwen, dat de heele wereld
stelt in overeenkomsten voor de verzeke
ring van den were'dvrec'e en in het werk
van eerlijke Volkenbonds'eden voor het tot
stand brengen van een nieuwe rechtsorde.
Europa mag er op hopen, dat het door
medewerking aan alle zijden mogelijk zal
zijn volledige opheldering te krijgen. Dit
schijnt met het oog op de bes'istheid,
waarmede het Utrechtsche blad zijn bewe
ringen handhaaft en waarmee bliikbaar in
heel Nederland die meening gedeeld wordt,
een dringende noodzakelijkheid te zijn voor
de rust van de volken.
Dat tot deze geruststelling met bijge
dragen wordt, als in verschillende Fran
sche bladen heftige aanvallen' gedaan
worden op de Nederlandsche regeering en
in het bijzonder op den persoon van mi
nister Beelaerts van Blokland, die als Vol
kenbondsgedelegeerde van zijn regeering
in de internationale politiek algemeen be
kend is, hoeft niet betoogd te worden.
Maar juist door de j eisoon van den
Nederlandschen minister van buitenland
sche zaken, zijn allen, die met hem te Ge-
nève verkeerden, ervan overtuigd, da' hier
een volkomen correcte staatkundige per
soonlijkheid optreedt, wiens tot in het
kleinste loyale en op verwezenlijking van
de Volkenbonds- en menschheids-idealen
gerichte houding, de verdachtmakingen en
veronderstellingen al te absurd doet schij
nen, die bij deze gelegenheid in den strijd
tegen de publicatie van het Nederlandsche
blad tegen hem werden aangevoerd.
GEEN VERKORTING VAN DE
INDISCHE REIS VAN HET KROON
PRINSELIJK ECHTPAAR.
Naar aanleiding van de door de liberale
„Etoile Beige" gedane suggestie, (die con
-J9AO pj8.\\ ..aSpa uopB[\j" ap joop ajoun?
genomen) dat na het gebeurde het kroon
prinselijk echtpaar nu maar zijn reis in
Nederlandsch-Indië moest afbreken, wordt
vernemen, dat er geen sprake van is dat
prins Leopold en prinses Astrid hun reis-
program zouden wijzigen of verkorten.
BUITENLAND
VAN HET VATIC A AN
Pauselijke Pelgrimstocht naar Lourdes?
Naar draadloos uit Toulouse wordt ge
meld, zal de paus waarschijnlijk in den loup
van dit jaar aan het hoofd van een talrijken
stoet Italiaansche pelgrims, w.o. de geheeie
pauselijke hofhouding, een pelgrimstocht
naar Lourdes ondernemen,
DUITSCHLAND
Geen groote coalitie in Duitschland.
Onderhandelingen tusschen
de partijleiders gisteren op
niets uitgeloopen.
Onder voorzitterschap van den rijkskan
selier hebben gistermiddag besnrekingen
plaats jchad t',>,sseihep de partijleiders over
do vorming der groote coalitie, welke con
ferentie echler geen resultaat heeft gehad.
Ditmaal namen ook vertegenwoordigers van
het Centrum aan de besprekingen deel.
De rijkskanselier legde den vertegen
woordigers der vijf fracties in hoofdzaak
do vclgende voorstellen voor::
1. De partijen, die de regeering willen
steunen, gaan onmiddellijk een coalitie
verband aan.
2. Daaraan moet onverwijld een overeen
komst tct stand komen over de begroeting
en de dekking daarvan, waarbij den partijen
ver-gaande vrijheid wordt gegeven, vooral
ten aanzien van de belastingontwerpen.
3. Er wordt een politieke commissie in
gesteld ter bespreking van de algemeone
politieke kwesties, welke zoo noodig op
voorstel van den rijkskanselier bijeenkomt.
4. Er wordt een commissie voor de finan-
cieele politiek benoemd, welke de belasting
kwesties zal behandelen en onmiddellijk
haar werk begint.
In het debat over deze voorstellen ver
klaarden de Centrum-afgevaardigden, dat
hun fractie vermoedelijk bereid zou zijn
weer in de regeering te treden. Dr. Scholz
verklaarde daarentegen, dat de Duitsohe
Volkspartij zich wel met de doeleinden van
Müller's program kan vereenigen, maar dat
zij eerst overeenstemming wenscht aangaan
de de dekking van de nieuwe begrooting
zonder nieuwe belastingen voor een vaste
regeeringscoalitie kan worden gevormd.
Na deze verklaring moest de rijkskanse
lier constateeren, dat de poging tot het tot
stand brengen der groote coalitie in het
Rijk als mislukt moet worden beschouwd en
hij thans geen verdere stappen in deze rich
ting zal doen.
FRANKRIJK.
Het Kellogg-pact geratificeerd.
De Fransche Kamer heeft het Kellogg-
pact gisteren geratificeerd met 570 tegen
12 stemmen.
RUSLAND.
Boecharin uit zijn ambt.
Naar uit Moskou wordt gemeld, heeft
het Politiebureau Boecharin,die met Tomski
en Rykow de z.g. rechtsche oppositie tegen
Stalin heeft geënsceneerd, van zijn func
tie als hoofdredacteur van de officieele
„Prawda" ontheven.
Boecharin heeft thans aan de executieve
der Communistische Internationale mede
gedeeld, dat hij ook 'als voorzitter der Ko
mintern zal aftreden.
Het schijnt dus, dat Stalin andermaal de
overwinning heeft behaald.
TURKIJE
Turkije treedt toe tot het protocol van
Litwinof.
Naar uit Moskou gemeld wordt, heeft
de Turksche regeering zich bereid ver
klaard toe te treden tot het protocol. De
onderteekening zal in den eerstvolgendeu
tijd te Moskou plaats vinden.
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
Minister Bee'aerts beantwoordt de vra
gen van den heer Heemskerk. Geen stap
pen meer van de regeering. Nieuwe de
menti's van Belgische officieele zijde.
De coalitie-besprekingen in Duitschland
mislukt.
Nieuwe berichten omtrent den hongers
nood in China.
Brief uit Rome over de overeenkomst
tusschen Vaticaan en Quirinaal (3de blad).
Wij geven beschouwingen over „de groo
te onthulling" (4do blad).
BINNENLAND.
De Tweede Kamer heeft het wetsontwerp
betreffende toetreding tot het Kellogg-pact
z.h.s. aangenomen.
Overleden is pater S. Breidfeldt 0»F.M.
(Kerkn. 2de blad).
Het drama te Waterland-Kerkje voor de
Middelburgsche rechtbank; twintig jaar ge
vangenisstraf geëischt. (Rechtsz. 2de blad).
CHINA.
DE HONGERSNOOD IN CHIFJA.
Twintig millioen slachtoffers.
Een opeenstapeling van
rampen.
Bijna een half millioen Katholieken be
wonen het gedeelte van China, dat thans
aan een vreeselijken hongersnood ten prooi
is, lezen wij in een „Agentia Fides'-bericht
Men schot de slachtoffers van den voedsel-
nood in dit gebied, dat ongeveer den loop
van do Gele Rivier volgt, en waartoe doe
len van 9 verschillende provincies behoo
ren, op 20 millioen.
Deze vreeselijke ramp heerscht niet over
al met dezelfde hevigheid, doch tast voor
al een sector aan die 12 districten van Ro-
nan omvat, ten Noorden van de Gele Ri
vier, en bediend wordt door de priesters
van de Vreemde Missiën van Milaan.
Uit het apostolisch vicariaat van Suiynau
in Shansi, bereiken ons vreeselijke verha
len over den verkoop van vrouwen en kin
deren op de markt. In twee weken zijn 10
kleine kinderen voor de deur van het mis
siegebouw te vondeling gelegd. En tot over
maat van ramp is er nog geen uitzicht op
de noodige hulp in deze verre missie in het
Noorden van China, waar de verbindingen
nog zeer primit;ef zijn.
Soortgelijke berichten breiken ons uit
het vicariaat Nanyangfu in de provin.-ie
Honan. De correspondent van „Agentia
Fides" uit dit gewest verzekert, dat een
derde deel der bevolking van gebrek moet
omkomen vóór den volgenden oogst.
De regeeringstroepen hebben alle wegen
afgezet, waarlangs een uittocht uit deze
provincie zou kunnen plaats hebben, om
de emigratiegolf tegen te houden.
Ongeveer 20 kerkelijke gebieden behoo
ren tot het land, dat door den hongersnood
wordt geteisterd. Het aantal slachtoffers
bedraagt thans 80 pet. der bevolking van
Noordelijk Honan, en, hoewel dit gemiddel
de in het grootste deel der andere gewesten
veel minder hoog is, is toch bijna, overal
het leven uit zijn normalen koers. De Ka
tholieke instellingen, die een groot aantal
menschen voedsel verschaffen, verkeeren
in een hopeloozen toestand. Vele bisschop
pen hebben hun vicariaat verlaten om el
ders te gaan bedelen en levensmiddelen in
te zamelen. Aan degenen, die hun hulp bo
men inroepen, geven de missies alles, wat-
ze vermogen, uitgezonderd de noodzakelijk
ste levensbehoeften, die ze zelf niet bezitten
De Chineesche Katholieken uit streken,
waar de hongersnood niet zoo sterk heerscht
helpen zooveel mogelijk mee om do hongc-
rigen te steunen. De beroemde Katholieke
philantroop Loh Pa-hong is lid van het
steuncomité van Shanghai. Eveneens heb
ben een groot aantal Katholieke missiona-_
rissen uit de 'verschillende provincies van
China de leiding van instellingen tot hulp-
verschaffing. De meesten van hen werken
in goede verstandhouding met de inter
nationale commissie tot hulpvcrleening aan
de noodlijdenden in China, die uit foncLen
put, welke voornamelijk uit de Vereenigde
Staten afkomstig zijn.
China mag wel het klassieke land van
den hongersnood worden genoemd: de oude
kronieken van Shantung, een der thans ge
teisterde provincies, brengen aan het licht
dat in duizend jaren, van G20 tot 1643, er,
als gevolg van droogte, één op de 16 jaren
een jaar van hongersnood was, en, als ge
volg van overstrooming, één op de acht ja
ren. Deze zelfde provincie Shantung heeft,
tengevolge van droogte in 1920 en 1921 on
der een verschrikke'ijken hongersnood tc
lijden gehad. De verliezen, geleden tenge
volge van de overstroomingen van 1024.