Stadhuis te Leiden verbrand
UIT DE OMGEVING
UIT DE RIJNSTREEK
EEN BEROEMD BOUWWERK VERNIE'. D
TRAGISCH SCHOUWSPEL.
Het Leidsche Stadhuis in zijn oude glorie, dat de bewondering afdwong
van stadgenoot en vreemdeling.
Leiden door een ramp getroffen
Zietdaar de ee;ste gedachte, die ons he
dennacht aangreep, toen ons de mcdedee-
ling gewerd, dat het oude, het trotsche
stadhuis door brand werd vernield. Een
rilling doorliep onze leden, niet zoozeer
door dc gedachte, dat deze brand nu
juist weer moest uitbreken in een barren
winter, nu alles en ieder bezwijkt nage
noeg van de felle, striemende koude,
neen, 't was niet die gedachte, doch de
wetenschap, dat hier in wellicht enkele
uren tijcis werd vernield wat de roem
van de aloude Sleutelstad was....
Men moet weten, wat een brand is,
om te kunnen Deseffen wat hij kan ver
oorzaken.
Dat wij zulks niet zouden weten, kan
niemand van ons denken, nu de brand
in eigen huis, de brand die op 21 Decem
ber van het jaar 1927 de gebouwen van
de Leidsche ourant vernielde, nog zoo
versch in het geheugen ligt.
Het Stadhuis in lichte laaie, dat was
de eenvoudige, nuchtere mededeeling, die
ons te even vijf uur hedennacht gege
ven werd. Wij spoedden er ons in allerijl
heenen niet zoodra hadden we onze wo
ning verlaten, of onmiddellijk zagen we
hoog bovefi de huizen den fel rooden
gloed van lief alles vernietigende vuur.
En lioe meer we hef terrein van den
brand naderden, hoe uiecr ons vermoeden
bewaarheid werd, dat er van het mooie
Leidsche Stadhuis niets zou overblijven.
In hellen gloed laaiden de vlammen op
en in minder dan geen tijd kon ze'fs een
leek bekijken, dat hier niets te redden
viel, je zelfs, dat men blij zou mogen we
zen, indien men er in slaagde het ge
bouwen-complex rond cm het stadhuis te
behouden, want dat liep in zijn geheel
Sfeer ernstig gevaar.
Hoe de brand ontstond.
Als wij hier zoo maar zonder meer
neerschrijven de groote vraag: hoe is de
brand ontstaan, dan megen <we er aan
stonds aan toevoegen, dat hel moeilijk
is onmiddeTijk.de juiste oorzaak te noe
men, maar laten we trachten een getrouw
relaas te geven van hetgeen we bij onze
komst op het terrein van den brand hoor
den.
ïe omstreeks half viif bemerkte de
agent van politie van Picrik, die de
nachtwacht had en op geregelde tijden
het geheele gebouw controleert, b*.j zijn
ronde door 't gebouw, dat er in *'n kast op
de afdeeling Rekenkamer brand was
uitgebroken. vermoedelijk doordat een
Het blusschmgswerk aau de Vischmarkt-zijde ,waar de bureaux van den
Burgerlijken Stand gevestigd waren.
balk boven een pijp van de kachel was
gaan schroeien. Onmiddellijk waarschuw
de de mand de brandweer.
Daarop snelde hij terug 't gebouw in,
om te trachten het vuur te stuiten. Zulks
bleek echter niet meer mogelijk wijl het
vuur reeds dadelijk, mede door de droogte
van het hout, een enorme uitbreiding had
aangenomen en een verstikkende rook
verspreidde.
De burgemeester, die evenals de brand
weer zeer spoedig na 't groot alarm aan
wezig was, vond den politieman nagenoeg
bewusteloos door den rook en hij meest
den man aan den Eersten Hulpdienst
overgeven.
Voor een onmogelijke taak.
De brandweer, die onmiddellijk groot
larm had gemaakt, was met twee motor
spuilen naar cle plek des onhei's getogen
en dadelijk worden alle gebruikelijke
maatregelen getroffen. Spoedig echter
bleek, dat men voor bijna onoverkomelijke
moeilijkheden zou komen te staan, want
er heerschte een felle koude met een
vorst van omst.eeks 15 graden. Dat alleen
wees er reeds op, dat de taak van de
brandweer geenszins benijdenswaardig te
noemen was.
Reeds onmiddellijk bleek, dat men met
bevroren spuiten te kampen had, een
euvel, waartegen de meest geoutilleerde
brandweer machtelocs staat. Cm een
staaltje van de felle koude te geven, dee-
len we even mede, dat men bij het aan
koppelen der verschillende slangen en af
sluit stukken vrijwel de handen niet kon
gebruiken, zoodat inderdaad gezegd kon
worden, dat de brandweerlieden voor een
vrijwel onbegonnen taak stonden. Men
trachtte daarem cle motoren te verwar
men, terwijl de koppelingen ep de straal-
pijpen met spiritusbranders worden ont
dooid of bij de omwonenden op de kachels
werden verwarmd.
De vuurhaard van dezen ontzettend en
brand bevond zich aan de Vischmarkt-
zijde. In de benedenverdiepingen van het
aan het oude raadhuis aangebouwde per
ceel waren de bureaux van den Burgerlij-
keu Stand gehuisvest, terwijl daarboven
Rekenkamer was ondergebracht, Daar
moest "t vuur dus het eerst worden aan
getast en de bandweer deed zulks on
middellijk toen er water gegeven kon
worden. Het bleek evenwel a) spoedig,
dat de Leidsche brandweer alleen tegen
een dergelijke vuurzee niets zou kunnen
uitrichten, een wetenschap, die reeds al
tijd heeft bestaan, omdat een brand in
een zoo groot en hoog gebouw met zoo
vele gangen, die als schoorsteenen dienst
deden, ten eenenmale niet te stuiten zou
zijn. Er was dus alle reden, om hulp te
vragen en de burgemeester, die samen
met den commandant van de brandweer,
den heer-A. J. Verhoog, de leiding over
het omvangrijke werk had, aarzelde niet
de brandweer van Den Haag, alsmede
van de omliggende gemeenten te waar
schuwen en ter hulp te roepen.
Van deze was cle Haagsche brandweer
het eerste present. De commandant der
Hagenaars, de hoofdcommissaris F. van
't Sant, liet den chef-brandmeester, den
inspecteur van politie le klas J. cle Jager
met twee groote motorspuitcn uitrukken,
hetgeen te half zes geschiedde. Het wa
ren twee motorspuiten van het nieuwe
type, met een capaciteit elk van 1SC0
liter water per uur, de een van den pest
Rijswijkschen weg, de ander van het bu
reau Laan Copes van Cattenburgh.
De heer De Jager begreep onmiddellijk
voor welke zware taak hij stond. Hij liet
zijn mannen zich in dekens wikke1 en, cm-
dat hij bevreesd was, dat zij anders be
vroren in Leiden zouden arriveeren.
Inmiddels zette de brancl zijn sloopers-
werk voort met onver biddellijke kracht.
Steeds voort sloop het vuur, het eene
gedeelte van het fraaie gebouw na het
ander in laaien gloed zettend.
3t Was ongetwijfeld een ontzettend
machtig schouwspel, daar te midden van
het nachtelijk duister te zien staan het
trotsche palels van onze goede, oude Sleu
telstad. Steeds feller en feller joegen cle
vlammen, voort, alles vernielend, alles
verwoestend in korte spanne tijds. Wat
met zooveel moeiten en zorgen was op
gebouwd door de groote bouwmeesters
der 16e eeuw, en wat ,met zooveel zorg
door het nageslacht was gespaard als
dierbaar en heilig, werd in weinige oogen-
b'.ikken in een puinhoop herschapen.
Het vuur slceg zoo langzamerhand uit
alle ramen en deuren uit en hel teekende-
de vuurgloed zich aan den helderen nach
telijken hemel af. Ook naar den toren
vond het allesverslindende vuur zijn weg.
Hooger en liooger laaiden cle vlammen op
en uit de galmgaten beierden de klokken
haar lied over de haar omringende vlam
men.
Hoe lang nog, zoo dèchten we, toen
half zes weerklonken had?
't Was of cle tijd al evenmin medelijden
had, want in een ommezien klonk van den
brandenden toren het kwart-spel van
kwart voor zes
Zou dit het laatste zijn?Hooger
en hooger joegen de vlammen, meer en
meer werd de toren bedreigd. Vurig lek
ten de vlammen langs de kanteelen, in
hellen gloed zettend de k'okken, die haar
laatste liea hadden doen hooren.
De tijd vloog voortWe hoorden den
klik-slag, zeven minuten voor zes, fcofen was
het gedaaneven later slechts bezweek
het trotsche bouwwerk, dat de eeuwen had
getrotseerdDe vuurzuil zakte met
slechts gering lawaai als een kaartenhuis
ineen, nager.ceg op de plaats, waarboven
hij had gestaan, even meer naar het zuid
westen doordat de wind' uit het oosten
kwamEen siddering doorvoer onwille
keurig onze leden, toen we daar het mo
numentaal bouwwerk, een sieraad van onze
stad zagen neerploffen tusschen een chaos
van balken en muren
Een zee van vonken laaide omhoog, toen
de toren neerstortte en opnieuw joegen de
vlammen feTer en hooger op.
Wat was het werk der brandweer tegen
zulk een vuurzee? Als levende ijskegels
liepen ze daar rond, trachtend te redden
wat te redden viel, maar hoe meer de tij 1
verstreek, des te meer bleek, dat alles ver
loren was.
Intusschen was ook het gevaar voor de
omliggende huizen niet weinig uitgebreid.
Alles wat naast het stadhuis lag, was on
middellijk ontruimd en ook aan de over
zijde trachtte men, bevreesd voor het over
slaan van het vuur, zooveel mogelijk in vei
ligheid te brengen. Van allo woningen aan
de overzijde sprongen geleidelijk de ruiten,
v el een bewijs, dat er gevaar dreigde. Zells
gingen op een tweetal plaatsen de gevels
branden, zoodat ook daar het ingrijpen van
cle brandweer noodig was. Door het onmid
dellijk ingrijpen heeft men inderdaad hier
erger voorkomen. De vonkenregen hield in
middels voortdurend aan en tot aan den
Witten Singel vlcgen de brandendo stuk
ken papier en hout rond, overal op de
droge daken en vensters eenig gevair
scheppend, dcch tot erge dingen heeft zulks
gelukkig geen aanleiding gegeven.
De Haagsche brandweer pakte bij haar
verschijnen cp het terrein van den brand
het vuur aan op de Breestraat, waar de
woning van den concierge, den heer Boy
reeds een prooi der vlammen was geworden,
terwijl de daarnaast liggende winkel,
oveneens een huis, dat aan de gemeente
tcebohoort en waarin de zaak in galante
rieën van de firma Bayer en Goddijn was
gevestigd, reeds was aangetast. De Haag
sche brandweer mocht hier het genoegen
smaken het vuur te stuiten, zoodat aan
deze zijde het gevaar voor uitbreiding was
geweken. De Leidsche brandweer bleef te
vens aan cle zijde der M°arsinansteeg en
op het dak van het gebouw der firma
Schlatmann ijverig werkzaam, terwijl de
tweede'Haagsche snuit ook aan de Visch
markt-zijde eon oogje in het zeil bleef hou
den. Die bleek intusschen wel noodig, want
daar bevond zich de vuurhaard en lang
zaam maar zeker was het vuur daar blij
ven voortwoekeren, zoodat er inderdaad
gevaar bestond voor cle dames-zaak der
Firma Schlatmann. Terwijl nu een brand-
weerman met ean straal den zijgevel van
dit gebouw nat hield, richtte een ander het
water op den vuurgloed, die binnenin nog
met onverminderde kracht woedde. Zco
slaagde men erin van deze zijde het vuur
te temperen, maar toen bleek ook cle hulp
aan cle Breestraat-zijde weer noodig, wart
daar trok het vuur neg steeds van vertrek
naar vertrek. De Leidsche brandweer werd
hier bijgestaan door die van Voorscheten en
Cegst-geest, doch niet dan nadat ook deze
met bevroren materiaal hadden gezeten.
Te half negen kon men zeggen, dat het
zal er weinig van al wat erin was terechj
komen. Verder is de concierge-woning ge.
heel afgebrand, terwijl van het daarnaajl
liggende perceel de bovenverdieping ge
heel is uitgebrand. Het beredengedeelte,
in gebru'k door de firma Bayer, heeft
oogenschijnlijk geen brandschade bekomen,
doch zulks is echter niet te constateer
De watcschade is h:er evenwel aanzienlijk.
Aan de andere zijde van het stadhuis
is het vuur aan het eirde van het gebouw
gestuit, zoodat de naastliggende panden
geen brandschade hebben opge'copen.
Aan de Vischmarkt-zijde is behalve de
bureaux van den Burger'üken Stand
de Rekenkamer al'eon verbrand de daar
naast h'ggen-'e naa-'maehinewinkel van den
heer Merpcel.
A'le registe-s en waardcvcl'e panieren
van Burgerl. Stand van Gemeente-Secre-
tare, v?n het Ontvangerskantoor enz. zijn
ve-brand.
Naar wij vernemen is van de redsters
van den Bureei-1 ijken Sta"d een duolicaat
aanwezig, althans trt 1 Januari j.1.. ter
Arrondissementsrechtbank te Den Haag.
Verzekering.
Het stadhuis is verzekerd bij de f:rraa
Marinkclle, naar verluidt, voor 1 millicen.
Het tramverkeer,
Onmiddellijk bij het ui tb-eken van den
brand werd vanwege de Ee'ec-trische Cen
trale de stroom van het tramr.et uitge
schakeld cmdat men bang was. dat do
brandweerlieden met den stroom in aan-
raking zouden komen. Het geheele tram
verkeer kwam daardoor stil te ligeen. ter
wijl de dierst raar Den Haag en Katwijk
s'echts tct aan de stad kon worden on
derhouden.
LISSE.
De bloemententoonstelling door de vorst
beschadigd.
In den nacht van Zondag op Maandag
if: door de onverwacht felle koude de tem
peratuur in het gebouw der blocmc ten
toonstelling zoozeer gedaald, dat de bloe
men bevroren. Het was Maandagmorgen
een hopeloos gezicht alle bloemen slap te
Hoe de felle brand het fraaie historische bouwwerk teisterde en de eens
zoo glorieuze voorgevel met ijs bekleed werd.
direct gevaar voor uitbreiding geweken
was, dcch desniettegenstaande meest al het
materiaal nog in functie blijven en werd er
zelfs vanuit Den Haag nog versterking aan
het werk gezet.
De vinnige koude werkte inmiddels niet
weinig tegen. Overal werd het wegloopen-
de water één ijsmassa, waarin de slangen,
de straalpijpen, kortom alles één vaste
massa werd, waarmede men niets meer kou
uitrichten.
Verschillende brandweer-mannen en po-
litie-agenten werden door de koude bevan
gen.
Cm negen uur stond er niets meer
van het eens zoo mooie stadhuis behalve de
gevel overeind, zijne enkele kale muren,
rie ongeveer aangaven, hoe de contouren
van het gebouw geweest waren.
Het gevaar voor uitbreiding was toen
evenwel vrijwel geweken en men bepaalde
zich ertoe cle puinlioopen te uooven en Je
muren der belendende perceelen nat !e
houden, om te voorkomen, dat het vuur
opnieuw een uitweg zou gaan zoeken in
deze gebouwen.
Wat er verbrand is.
Om ons nog eens een beter idee van den
toestand te geven zijn we hedenmiddag
opnieuw een kijk;e gaan nemen. Er werd
door alle brandweren toen nog zooveel
mogelijk water gegeven en uit de puinhoo-
pen stegen allerwege dikke rookwolken op.
Uit alles bleek toen overduide'ijk. dat
het geheele stadhu's een prooi der vlam
men was geworden. Men hoopte nog de
kluis te kunnen behouden, doch overigens
zien neerhangen. Door een langzame stij
ging der temperatuur te weeg te brengen,
heeft men nog een gedeelte der bloom
kunnen redden. Waar de bloemen onher
srelbaar hadden geleden, heeft men rl<
manclen ververscht en opnieuw opgeboo
den, zoodat van de schede thans wen
merkbaar is. Dit blijkt ook wel hieruit, cl'
gisteren cle tentoonstelling door 700 jerso
nen werd bezocht. Tot Vrijdag a.s blijft hel
gebouw geopend.
ALPHEN AAN DEN RIJN.
Schoonrijden. Onder niet zeer grootf
belangt tell ng ('t was ook wel wat koud)
had gisterenmiddag op de HeijmansAVe
tering bij Smolenaars een schconrijdcrt
op schaatsen plaats voor paien. Er weri
deelgenomen door 14 paren; de prijzen
bestonden uit kunstvoorwerpen, le
Mej. W. Smit en de heer W. Kromhout
pr. M°j. en den heer M. v. d. Heek, Se pf
Mej. Carsjens en den heer W. Smit, 4e pr
Mej. Th. Kwa kei naak en den heer A
Kromhout. De prijsuitreiking getchieddi
in hotel Smolenaars.
IJcvereer.iging. Door de IJsvereeni
g:ng Het Goudsche Rijpad'"' werd es
hardrijderij op schaatsen gehouden voo
jongens rot 13 iaar Hiervoor waren
prijzen uitgeloofd le: v. ij] de overblijvend
20 deelnemers een verrassing ontvingen.
4-
20s
De A
Voor
Bij or
Franc
Het
krijgb
nitbet
Zonda
D;ti
TO El
De
De
Gene
neem
'an c
bespr
het t
Volke
raads
secre
van -
caan
wooni
de
voere
bewe>
Muss-
gelijk
caan
(H.
baar.
de'ini
delinj
klink
Eed.)
E
In
Pal af
tl
tussc!
land,
Kons
Fran!
[Guisi
door
word
louw
der
iaral
lonir
de p
ring
gen-
liaan
lijker
ren
konir
prins
wel ij!
konii
door
laten
Vo
len i
Afgh
staat
van
prooi
weer
wach
de a
med
Ge
oppe
doikf
van
voerc
Vi,
hebb
Een
was
eenif
on i
omsi
schei
gers
de o
ëindi
Inbe
P
Ni
Pres
derti
geui
Kerl
bele
konc
bezi
eind
•*egi