I -
UIT DE PERS.
hui;1
en;
i. ie;
BINNENLAND.
De vierde Sleutel.
aa
"WEEDE BLAD
DE LEIDSCHE COURANT
DONDERDAG 24 JANUARI 1929
8 ui
me leii
TOT het einde volhouden?
Benepen antipapisme.
et Huisgezin schrijft:
jgentên van het Ooglijdersgasthuis to
de volle naam is: Nederlandsch
[thuis voor behoeftige en minvermogende
•lijders wenschen ie benoeming van
hoogleeraar in de oogheelkunde aan
irsiteit te Utrecht van den minister
Onderwijs over te nemen.
dezen zin althans dat zij zeggen:
candidaat zult gij niet benoemen.
;n weet dat professor dr. Snellen af-
dt en dat als zijn vermoedelijke opvol-
is benoemd dr. Weve te Botterdam,
mtrent zijn kunde verneemt men niets
goeds, maar hij is katholiek-
'olgens de uitdrukkelijke bepaling in de
>ndwet is dit laatste geen beletsel voor
ioembaarheid, al is het in de practijk
geen aanbeveling: de thans wereld-
joemde dr .Iveesom heeft het ervaren,
lang hij op een professoraat heeft moe-
wachten.
.an het Utreclitsche geval is nog een bij-
idere kant.
e hoogleeraar in de oogheelkunde is
Jens geneesheer-directeur van het Oog-
(ersgasthuis.
leze inrichting, bijna een eeuw geleden
stand gekomen is een neutrale stich-
zooals trouwens de naam reeds aan-
|dt.
!aar ze heet „christelijk georiënteerd",
ten wel zal beteekenen, dat constant
regenten zijn gekozen mannen van
jristelijke huize", een monopolie, ver-
arbaar in den tijd van de stichting,
sindsdien toch min of meer ver-
lerd.
Velnu, deze „christelijke" regenten heb-
i bezwaar gemaakt tegen de benoeming
i een katholiek tot directeur der instel-
'elfs zou, naar het „Hbld." weet mee te
ilen, door regenten overwogen zijn, dr.
ive, indien zijn benoeming een feit wordt,
toegang tot de collegezaal te weige-
„een geste, waartoe regenten volko-
n bevoegd zijn".
ïet Rijk zou dan zelf een oogheelkun-
instituut te Utrecht moeten bouwen,
redeneeren heeren regenten, die het
kbaar van minder belang achten, wat
dan van hun Ooglijdersgasthuis zou te-
ht komen, verstoken als het dan ware
den officieelen hoogleeraar in de oog-
ilkunde en door het nieuwe instituut met
officieele leiding ten ondergang ge-
hebben heeren regenten er klaar-
jkelijk voor over, zich inspireerend aan
t historische woord: Vivent les principes,
issent les colonies, met dit verschil,
t hier geen beginselen in het spel zijn,
,ar een allertreurigst anti-papisme.
v| Aan een „Nederlandsch" gasthuis heb-
i heeren regenten niet het minste recht,
*1" zoo hatelijk en wel bëziéri dom exclu-
isme te verbinden als zij van plan zijn.
nawyt De heeren zijn vermoedelijk vandaag on-
het gehoor geweest van oud-minister
Visser bij diens rede over de beteeke-
der Unie van Utrecht.
5ij hebben dan kunnen vernemen, hoe
PT n geestverwant het betreurde, dat het
LI in bij de Unie en later tot prak-
:en kwam, „die zoowel in Strijd waren
t den geest van onderlingen vrede en
•draagzaamheid, die het verbond ken-
rkten, als inbreuk maakten op een ge-
ifsvrijheid, zooals vooral de Vaderdes
derlands deze steeds had bedoeld."
5eeft het woord van dr. De Vissere iets
hen gezegd in verband met hun klein-
istige obstructie?
Of zullen zij ook dit in den wind slaan
tot het einde in hun benepenheid vol-
rden, waarbij wij hun de straf toewen-
Jhen, die ze ten volle verdiend hebben?
7634
traa
7É
vimei
muh h,
539 I
ET doorluchtig EPISCOPAAT EN
DE UNIE.
„Het Centrum" besluit een reeks be-
louwingen over de Unie van Utrecht
t deze niet onjuiste opmerking:
„Er is in dit geding herhaaldelijk ge
sproken of geschreven over „Roomschc
fierheid", op dezelfde wijze ongeveer als
men vroeger wel bij andere kwesties met
uitdrukkingen als „specifiek-katholiek" en
dergelijke, kracht aan zijn betoog trachtte
bij te zetten.
„Die fierheid zou dan slechts bij één be
paalde houding tot uiting komen. Zij zou
gebiedend eischen een volstrekte afzijdig
heid onzerzijds.
„Het is jammer, dat men gepoogd heeft
op deze wijze de fierheid te monopolisee-
ren.
„Want al moge er onder ons verschil van
gevoelen zijn in dit geval, daarom behoe
ven wij nog niet elkanders fierheid in twij
fel te trekken.
„En wij zijn er vast van overtuigd, of
liever: wij hebben de absolute zeker
heid, dat de meening, welke wij in onze
kolommen hebben neergeschreven, wordt
gedeeld door mannen, wier katholieke durf
en fierheid bij die van geen enkelen
anderen katholiek, wie hij ook zijn
moge, behoeft achter te staan."
Aan deze opmerking van liet katholieko
blad knoopt het liberale „Handelsblad"
dezen commentaar vast:
„Door dit laatste wordt nu naar buiten
bekend, wat ingewijden reeds lang wis
ten.
„Vóórdat de plannen voor de herdenking
werden vastgesteld is en dat was na de
gebeurtenissen van voor 50 jaren eigenlijk
vanzelfsprekend het episcopaat daar
over gehoord, omdat de regeering geen
aanstoot wilde geven. Het episcopaat zag
in, dat de Unie in nationalen zin een feit
van beteekenis is-geweest".
De mededeeling van het „Hbld." is in
derdaad voor ingewijden, zegt „De Tijd",
geen verrassing. Ook althans was het bo
venbedoelde advies niet onbekend.
DE R. K. VOLKSBOND.
Bezoek van Mgr. Aengenent.
Naar „De Volkskrant" verneemt, zal Z.
D. H. Mgr. Aengenent, bisschop van Haar
lem, de op den 2en Paaschdag te houden
Centrale Raadsvergadering met een be
zoek vereeren.
R. K. WERKLIEDENVERBOND.
Onvolwaardige arbeidskrachten.
Het Verbondsbestuur besloot, naar wij
vernemen tot het in het leven roepen eener
permanente commissie, welker taak het zal
zijn de belangen van onvolwaardige ar
beidskrachten zooveel mogelijk te beharti-
gen, mede door het vraagstuk in zijn ge
heel van arbeidersstandpunt te bestudee-
Namens het Verbondsbestuur zullen in
1 deze commissie zitting nemen dc heeren
Hermans Kuiper en Schutte terwijl uitge-
noodigd zijn in de commissie een lid aan te
wijzen de hoofdbesturen van den Bosschen
Dioc. Werkliedenbond, den R. K. Mijnwer-
kersbond, den R. K. Metaalbewerkersbond,
den R. K Tabaksbewerkersbond en den R.
K. Werkliedenbond inliet Aartsdiöcees.
Voor Herwonnen Levenskracht werd in
"dezë commissie aangewezen de lieer J. Th.
van der Laan.
De eerste vergadering der commissie zal
a.s. Maandag plaats hebben.
Belastingcommissio.
Naar wij vernemen, heeft het R. K.
Werkliedenverbond 'n commissie ingesteld,
welke zooveel mogelijk na zal gaan de
practische werking van onze complete be
lastingwetgeving directe zoo wel als in
directe om te kunnen constateeren, hoe
het beginsel „belasting naar draagkracht"
ongeveer tot uitdrukking komt in de wer
kelijkheid en eventueel voorstellen te doen,
waarvan de verwezenlijking kan leiden tot,
zoo noodig, betere verwezenlijking van ge
noemd beginsel.
In deze commissie hebben zich bereid
verklaard zitting te nemen prof. mr. G. M.
G. H. Russel hoogleeraar aan de Nijmeeg-
sche Universiteit prof. drs. H. A. Kaag,
hoogleeraar aan de R. K. Handelshooge-
school te Tilburg, en de heeren W. A. j.
Visée, hoofdcommies van het Centraal Bu
reau voor de statistiek in Den Haag, J. H.
Hendriks, belastingambtenaar te Rotter
dam, W. J. Engelhard, hoofdbestuurslid
van den R. K. Werkmeestersbond, J. A.
Kolkman, Verbondspenningmeester en Jos.
Veldman secretaris van den Dioc.. Bond
van R. K. Werkliedenvereenigingen in het
Aartsbisdom.
De installatie dezer commissie zal plaats
hebben op Donderdag 31 Januari.
„V olkskrant".
TOESTAND DER MOBILISATIE-
SLACHTOFFERS.
Commissie van onderzoek geïnstalleerd.
Do minister van Defensie, de heer Lam-
booy, heeft gisterenmorgen in het Depar
tement de Commissie betreffende onder
zoek naar den toestand der mobilisatie
slachtoffers geïnstalleerd.
De Commissie bestaat uit de heeren dr.
Deckers, voorziter; dr. Diehl, dirig. offi
cier van gezondheid le kl„ chef van het
Militair Hospitaal te 's-Gravenkage; Joe-
kes, lid van de Tweede Kamer, terwijl als
secretaris fungeert de heer Krayenbrink,
ambtenaar van het Departement van De
fensie.
DE SOCIALE HYGIëNE.
Er zijn altijd nog menschen, die het nut
eener goed geregelde sociale hygiëne niet
zoo zeer voelen.
De noodzakelijkheid van een goede volks
huisvesting, gezonde fabriekstoestanden,
volksbadhuizen, wijkverpleging, medisch
schooltoezicht, doelmatige zuigelingen-ver
zorging enz. spreekt niet zoo tot hun ge
moed.
Daarom mogen hier een paar cijfers
dienst doen. Van 1840 tot 1849 bedroeg de
sterfte per 1000 inwoners voor het geheele
Rijk gemiddeld 26.56 terwijl dit cijfer ove»
1927 bedroeg 10.24.
Dit verschil was inderdaad verbazend
groot en wij meenen niet ver mis te raden
wanneer we dit voor een groot deel toe
schrijven aan de betere Sociaal-hygiënische
verzorging der bevolking.
De Vondelherdenking.
Het initiatief van dé R. K.
Universiteit.
Op 6 Februari a.s. wordt in de Vereeni-
ging te Nijmegen op initiatief van de
R. IC. Universiteit door de heele burgerij
den 250sten jaardag van Vondel's dood
herdacht.
Alle richtingen werken mede tot het
welslagen van dezen avond. Lector B. H.
Molkenboer O. P. zal een rede over Von
del uitspreken, een koor onder leiding van
W. Kerper zal een preludium ten gehoore
brengen van den toondichter Johan Rein-
ken, een tijdgenoot van Vondel.
Mevr. Ellen Russe zal verzen zeggen
uit de dramatische en lyrische poëzie van
den dichtervorst.
Het koor van Kerper zingt 3 reizangen
uit de Gysbrecht van Aemstel". De derde
zangrei uit „Adam in Ballingschap" zal
plastisch worden ver tolkt door een tiental
studenten der R. K. Universiteit, op de
orkestmuziek on onder .persoonlijke leiding
van Hubert Cuijpers.
D.e Med. Spoorwegen in het derde
kwartaal van 1928.
V o o rui t g a n g.
"t de door de directie der Nederland-
f:'.. e Spoorwegen gepubliceerde definitieve
ontvangsten blijkt, dat z>; in het 3de kwar
taal 1928 in vergelijhr j met die in het
overeenkomstig tijdperk- van 1927, zeer
gunstig zijn geweest.
De ontvangsten van het personenvervoer
bedroegen totaal §5.987.594.20 tegen
23.579.136.94 in het 3e kwartaal van 1927
of 2.408.457.27 in 1928 meer.
De opbrengst van de bagage was in het
3e kwartaal van 1928 743.707.17 tegen
708.866.74 in 1927.
De brief- en pakketpost bracht in 1928
1.041.000 op tegen 975.000 in 1927.
Het goederenvervoer had een opbrengst
van totaal 20.426.097.68 tegen
19.718.110.09 in 1927 of 707.987.59 meer.
De opbrengst van het vervoer van leven
de dieren en lijken bracht 503.914.04 op
tegen 544.519.99 in 1927.
De buitengewone ontvangsten en de te
legraaf brachten 911.605.63 op tegen
903.961.56 in 1927.
De totale ontvangsten in het 3e kwar
taal van 1928 beliepen derhalve
49.613.918.72 tegen 46.432.595.32 in 1927
dus 3.181.323.40 meer.
De totale ontvangsten'van 1 Januari tot
en met 30 September 1928 bedroegen defi
nitief 132.058.962.62 tegen 122.038.917.20
in de eerste negen maanden van 1927,
zoodat de ontvangsten in 1928 met
10.020.045.42 zijn gestegen.
De pandbrieven der „Veendammer",
Een waarschuwing tegen
speculanten.
Mr. H. W. M. J. Rademaker, adv. en
proc. te Groningen schrijft aan de „Tel.":
In een provinciaal blad verscheen on
langs een advertentie van den navolgenden
inhoud:
„Pandbrieven Veendammer Hypotheek
bank tegen 25 pet. alsmede alle mogelijke
loten gevraagd. Br. enz."
De steller dezer advertentie heeft zich
wel erg ingespannen om aan te toonen, dat
de pandbrieven der Veendammer Hypo
theekbank buitengewoon incourant zijn. In-
tusschen doet hij toch alle moeite om deze
fondsen te bemachtigen en blijkbaar tot
ongelimiteerde bedragen. En waar deze
poging wel niet zal zijn aangewend uit mo
delijden met den gedupeerden obligatiehou
der die 100 pet. voor deze stukken gaf, zal
de bedoeling wel zijn om een zoet winstje
te maken, door de Kleine Luyden weer eens
op een dwaalspoor te brengen. Het is te
hopen, dat dezen keer niet velen tegen do
lamp loopen.
De laatste beursnoteering in bedoeld
provinciaal blad waarin voorschreven ad
vertentie werd opgenomen, was vóór dc
plaatsing dier advertentie: 4 1/2 pet. pand
brieven tegen 34 3/4 pet. en 5 pet. obligaties
tegen 35 pet. Inmiddels zijn de koersen,
zooals is gebleken, weer aanmerkelijk ge
stegen. Groot gevaar, dat er nog eens een
dergelijke aanval op de portemonnaie van
kleine spaarders, die bona fide hun spaar-
duiten aan de Veendammer e hebben toe
vertrouwd, zal worden ondernomen, zal er
voorloopig wel niet bestaan. Doch men kan
dit niet weten en daarom is het misschien
niet ongowenscht om te waarschuwen tegen
dergelijke ongeoorloofde praktijken van
beursspeculanten, wien het er slechts om
te doen zal zijn, obligatiehouders angst aan
te jagen en tot verkoop hunner fondsen te
gen minimale koopprijzen te bewegen.
Vertoornde belastingbetalers te Utrecht
Motie aan Gedeputeerde
Staten.
Op initiatief van den heer J. H. ter
Veer kwamen Dinsdagavond in Tivoli een
aantal belastingbetalende burgers bijeen,
die met klem wenschten te protesteeren
tegen de aanneming der voordrachten
door den Gemeenteraad voor den bouw
van een nieuw politiebureau en- een nieuw
gymnasium, waarmede een bedrag van
ongeveer een millioen is gemoéid. De ver
gadering besloot zich per adres te richten
tot het college van Gedep. Staten, met
hét yerzoek aan de bedoelde raadsbeslui
ten goedkeuring te willen onthouden. Bo
venden werd een motie aangenomen,
waarin men het vertrouwen uitspreekt
dat Gedeputeerde Staten van Utrecht be
reid zullen zijn denkinhoud van het ver
zoekschrift in' ernstige en hoogst welwil
lende overweging te nemen bij dé behan
deling der bouwbesluiten van den Raad
van Utrecht d.d. 6 en 7 December 1928.
Gekleede jas en hooge hoed.
De heeren die gisteren moesten of wil
den deelnemen aan de herdenking van de
Unie van Utrecht, moesten, voor zooveel
niet in uniform, gekleed zijn in gekleede
jas of jacquet met hoogen hoed.
B. en W. hadden dit tenue ook voorge
schreven voor hen die de bijeenkomst zou
den bijwonen in de St. Michaëlskapel ter
herdenking van de voltooiing van de res
tauratie van den Domtoren.
Het socialistisch raadslid H. Ploeg Jr.
heeft nu de volgende schriftelijke vragen
tot B. en W. van Utrecht gericht:
„Zijn B. en W. bereid, de motieven mede
te deelen, die hen er toe hebben geleid,
om aan de raadsleden, die de samenkomst
ter gedenking van de voltooiing van de
restauratie van den Domtoren op 23,dezer
zullen bijwonen, voor te schrijven, dat zij
hebben te verschijnen in gekleede jas of
jacquet en met hoogen hoed?
Achten B. en W. zich gerechtigd, het op
deze wijze aan raadsleden die een be
paalde kleeding en hoofddeksel niet kun
nen of willen dragen, onmogelijk te ma
ken deze plechtigheid bij te wonen?"
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's voor Vrijdag 25 Januari.
Huizen, 340,9 M. (Na 6 upr 1852 M.)
12.301.30 Concert door het KR O-Trio.
3.004.00 KRO. Vrouwenuurtje door
mej. N. Mens.
4.005.00 Gramofoonmuziek.
5.00.45 NCRV. Concert.
6.457.00 KRO. Radiopraatje door W.
Peeters Onderwerp: Solect-iviteit (Slot).
7.007.30 Cursus paedagogie door dr.
Jac. van Da el.
7.35 VPRO. Uitzending.
H i 1 v e r-s u m, 1071 M.
10.0010.15 Morgenwijding.
12.152.00 Concert door het Boris Lens-
ky-Trio.
2,052.45 Schooluitzending. A. f. J.
Portielje: Vogels.
2.454.00 Aansl. v. h. Rembrandt Thea
ter te A'dam.
4.004.30 Huisvrouwenhalfuurtje door
S. de Clerq.
4.305.30 Gramofoonmuziek.
5.306.00 Radiopraatje.
6.007.15 Concert door het Boris Lens-
ky Trio.
7.158.30 Concert. Omxoep-orkest o. 1.
v. Nico Treep. Jan v. Riemsdijk en zijn
gezelschap. Louis Ganne-programma.
10.00 Persber.
Daventry, 1562 M.
10.35 Kerkdienst.
11.05 Kookpraatje.
11.20 Gramofoonmuziek.
12.20 Sonatenconcert (viool-piano).
12.50 Orgelconcert door P. Davip
I.202.20 Orkestconcert.
2.50 Lezing.
3.15 Muziek.
3.20 Lezing. 1
3.40 Muziek.
3.45 Lezing: Harvey.
4.00 Muziek.
4.05 Muziek voor scholen.
4.50 Orkestconcert.
5.35 Kinderuurtje.
0.20 Lezing.
6.35 Nieuwsber.
6.50 Landbouwpraatje.
7.05 Strijktrio's van Beethoven.
7.20 Bioscooppraatje.
7.35 Muziek.
7.45 Lezing.
8.05 Licht klassiek concert. f. Richard
son, bas. Orkest.
9.20 Nieuwsber.
9.40 Debat over: The limiting of the
Golf Ball.
10.20 Orkestconcert.
10.3511.20 Herdenking van de Mauch-
line Burns Club.
II.2012.20 Dansmuziek.
„R a d i o-P a r i s", 1750 M.
12.502.10 Orkestconcert.
4.055.05 O^kestconcert.
7.057.50 Gramofoonmuziek.
8.50 Orkéstconcert. 3e symphonie van
Beethoven en „Don Quichotte", van Mas
senet.
Langenberg, 469 M.
11.30 Mechanische muziek.
5.055.50 Orkestconcert.
7.208.15 Concert Werag-orkest.
8.209.50 De Duitsche Symphonie (3).
Wérag-orkest. De Weensche school. Daar
na tot 11.20 Dansmuziek.
Z e e s e n, 1649 M.
11.203.50 Lezingen.
3.504.50 Orkestconcert.
4.507.05 Lezingen.
7.20 Concert.
7.50 Orkestconcert.
8.20 Lezing.
8.50 Literaire causerie.
Hamburg, 395 M.
10.201.20 Gramofoonmuziek.
5.20 Orkestconcert.
6.45 „Willem Teil', opera in 4 bedr. vau
Rossini.
9.3511.10 Heruitz. v. buitenl. stations
Brussel, 509 M.
5.20 Orkestconcert.
6.50 Trioconcert.
#7.20 Gramofoonmuziek.
8.35 Orkestconcert.
10.35 Sluiten.
FEUILLETON.
Avonturen van Dr. Kurt von Holdau
Advocaat en Detective.
rij naar het Duitsch door J. v. d. Sluya.
(Nadruk verboden).
Ik was door den schrik heelemaal
de war. Maar nu weet ik het precies,
n Donderdag voor den moord aan een
ket le klas van het station Friedrich-
rasse, ongeveer een kwartier vóór het
rtrek van den D-trein van 5.20 naar
'ankfurt am Main.
Het is jammer, dat je dat niet direct
incler aarzelen tegen Vollrad gezegd
bt, maar ik kan iet begrijpen, dat je
treek was. Maar de moeilijkheid zit
i hierin, om het bankbiljet dat je gewis-
ild hebt, op te sporen en te bewijzen,
it het niet hetzelfde is, als wat de
oordenaar bezeten heeft. Het nummer
eet je natuurlijk niet meer?
Neen, allicht niet
En je hebt er zeker ook geen idee
jan> of von Brosowsky het nummer weet
- Ik zou het U niet kunnen zeggen; U
unt het 'm laten vragen. Maar het lijkt
ie, dat Brosowsky al net zoo weinig kijkt
'ar de nummers van zijn bankbiljetten
UU1, s ik- Hij, omdat hij er te veel heeft, ik
4 dfl in^at' ik ze zoo zelden zie
'vocaat schudde nadenkend het
udie
Het is een ingewikkeld geval. We
moeten bewijzen, dat het bankbiljet, dat
de politie in beslag heeft genomen, niet
in jouw bezit is geweest en dat is niet zoo
eenvoudig. Maar ik geef de hoop nog niet
opwe zullen onzen vriend Kurt von Hol-
qlau, die je ook wel kent en die tien com-
missarisen van politie uitlacht er bij ha
len. Die zal met mij samen de verdediging
op zich nemendat wil zeggen, hij zal
het nasporingswerk doen en ik zorg voor
het eigenlijk juridisch gedeelte, ofschoon
hem dat ook best toevertrouwd zou zijn.
Maar ik snap toch niet, meneer
Berndorff, dat die commissaris zich er
geen rekenschap van geeft, dat uit die
gebroken sleutel blijkt, dat ik niet één,
maar twee sleutels zou hebben laten na
maken. En dat lijkt toch wel erg onwaar
schijnlijk
Daar heb je het al. Onze vriend be
weert, dat je je op het onwaarschijnlijke
van het geval zou beroepen, om de ver
denking van je af te schuiven en juist
daarom twee sleutels hebt laten nama
ken. Je zou dan zeggen, zie je wel: ik
heb immers mijn eigen huis-sleutel, dus
de gebroken sleutel is niet van mij." Ja,
onze vriend is zoo over-scherpzinnig, nu
hij zich in zijn kop gepraat heeft, dat jij
de schuldige bent, dat hij twee dood-een-
voudige dingen voorbijziet. Ten eerste, dat
't slot van het huis in de Tiergarten-
strasse een gewoon fabrielcsslot is, zooals
er op tientallen huizen in Berlijn zit, zoo
dat er dus tientallen menschen in de afge-
loopen weken een nieuwen huissleutel noo
dig kunnen hebben gehad en in de twee
de plaats, dat nr. 24, een buitengewoon
deskundig beroepsinbreker, zeker zelf
best in Btaat was geweest naar een ge-
kochten sleutelvorm den bijpassenden
sleutel te vijlen en dat jij zeker niet zou
hebben geriskeerd, door een slotenmaker
later herkend te worden. Maar ondertus-
schen, en dat is weer heel gek, hééft die
slotenmaker je herkend...
Dat wil zeggen, hij verbeeldt zich,
dat hij mij herkend heeftEn de manier,
waarop Vollrad hem vroeg, was ook wel
in staat om ook maar bij een schijn van
gelijkenis den braven smid te suggeree-
ren, dat ik de bewuste klant ben ge
weest.
Ik neem direct aan, dat dat zoo is
er zijn door z.g. pertinente herkenningen
al heel wat rechterlijke dwalingen voor
gekomen. En als zulk© getuigen zich een
maal in hun hoofd hebben gehaald, dat ze
iemand herkennen, dan krijg je dat er
net zoo min'uit als de idee fixe van Voll
rad, dat je de aanstichter van den moord
bent. Maar het getuigenis van dien slo
tenmaker blijft natuurlijk een groot ge
vaar voor je. Als we er in slagen, den
man, die blijkbaar op je lijkt en die bij
Müller een sleutel heeft laten maken, voor
het voetlicht te brengen, dan zijn we een
heel stuk verder. Maar als we niet èn het
bankbiljet èn den dubbelganger allebei
opsporen, blijft er verdenking op je rus
ten. Al wordt je natuurlijk vrijgesproken
als we al vast voor een van beide het be
wijs voor de onschuld kunnen leveren.
Vrijgesproken.... viel Ramsau bit
ter uit, bij gebrek aan bewijs.
Inderdaad, bij gebrek aan bewijs.
Dat is heel beroerd, want dat kan je je
positie in de wereld kosten. Je vrienden
zullen altijd aan ie gelooven.
Als dat gebeurt, blijft mij niet véél
meer over dan de kogel.
Dat zou een allemachtig© lafheid
zijn, jongenlief. Er blijft je nog heel wat
anders over, zou ik zeggen: alles er op te
zetten, deze duistere zaak op te helderen
en je te rehabiliteeren, ook voor de kwaad
denkende menschen.
De advocaat had de juiste snaar weten
aan to roepen; Ramsau sprong op, drukte
hem de hand en zei:
Ja, het zou een lafheid zijn om mijn
post te verlaten, het is waar; ik zal een
taak te vervullen hebben na een vrij
spraak bij gebrek aan bewijs of zelfs na
een veroordeeling.
Je taak zou dus zijn, tenminste vol
gens Vollrad, om den werkelijken aan
stichter van den moord te vinden. Maar
ik ben er nog niet zoo van overtuigd, dat
die bestaat. Het feit, dat nr. 24 een huis
sleutel had, zegt niets. Hij kan als bede
laar of marskramer aan het huis zijn ge
weest en ziende, dat er maar een gewoon
fabrieksslot op de deur zat, gedacht heb
ben, dat het al heel gemakkelijk was daar
zijn slag te slaan. In het donker een was-
afdruk nemen en een valschen sleutel
maken, is voor zoo'n vakman natuurlijk
een kleinigheid. In het allerergste geval,
heeft hij iemand van het huispersoneel
als medeplichtige gehad. Maar noodig is
dat volstrekt niet. Hij kon het alleen wel
af! En dat, zooals Vollrad zegt, een mis
dadiger er niet op uittrekt, zoolang hij
nog genoeg geld heeft, lijkt me nu ook
niet zoo erg steekhoudend. Vooral niet,
als we aannemen, dat de gelegenheid
hier den dief gemaakt heeft. Neen ik ben
absoluut overtuigd, dat we hier met ieta
ajiders dan met een gewonen roofmoord te
doen hebben.
Juist toen de advocaat dit zei, kwam
commissaris Vollrad de cel binnen.
Neemt U me niet kwalijk, meneer
Berndorff, dat ik onwillekeurig hoorde,
wat U daar het laatst zei maar ik kan
het toch niet met U eens zijn. Want hoe
verklaartU in Uw theorie, dat de inbre
ker een ruit heeft ingedrukt, terwijl hij
zonder eenigen twijfel door de voordeur
is binnengekomen
Ramsau, die tijdens het onderhoud met
zijn verdediger, zijn kalmte weer heele
maal herkregen had, maakte nu een op
merking, die den commissaris verrastte.
Ik geloof, meneer Berndorff, dat me
neer Vollrad gelijk heeft, biet lijkt mij
ook waarschijnlijk, dat een misdadiger,
die door de deur binnenkomt, alléén een
ruit indrukt om te doen gelooven, dat hij
niet door de deur is binnengekomenEn
dat bewijst, dat hij niet den indruk wek
ken mocht dat hij een sleutel had door
toedoen van iemand, die hem op het
zaakje had afgestuurd en buiten schot wil
de blijven. Verder moet hij van de huise
lijke omstandigheden goed op de hoogte
zijn geweest want hij kiest voor zijn mis
daad een nacht, dat mijn zwager uit is,
zonder zijn vrouw, iets wat zeer zelden
voorkwam.
(Wordt vervolgd)