>19
b
3A
H. M. KONINGIN-MOEDER
LUCHTVAART.
De kleinzoons van
Graaf Rotenbach.
IZ.
2159
EKZ.
2145
tweede blad
„de leidsche courant"
dinsdag 8 januari 1929
bij haar gouden jubileum als nederlandsch
staatsburgeres
Maandag was het 50 jaar geleden dat H.
M. Koningin Mceder in het huwelijk trad
met Koning Willem III. Adelheid, Emma,
Wilhelmina, Thcresia, prinses van Wal-
deck-Pyrmont werd 2 Augustus 1858 ge
boren op het slot Krelson. Aan haar op-
oeding werd. door haar ouders de groot
ste zorg besteed.. Niet alleen werd gelet
op de noodige kennis, welke zij zich moest
eigen maken, maar ook werd haar ree.ls
ong liefde bijgebracht voor den noodlij
denden evenmensch. Prinses Emma uitte
dan ook meermalen den wensch om pleeg
zuster te mogen worden. Op 27 'Juni 187-1
legde zij de geloofsbelijdenis af. Door Ko
ning Willem III, die sinds 1877 weduw-
r was van Sophia Frederika Mathilda
van Wurtemberg, werd zij daarop tot le
vensgezellin gekozen. Men was reeds be
zorgd, dat ons vorstenhuis zou uitsterven
zware slagen vielen in de Koninklijke fa
milie. Groot was dan ook onder het volk
de jubel, toen de blijde mare ging, dat
de Koning opnieuw in het huwelijk zou
treden. Prinses Emma, die begreep, dat in
de toekomst veel van haar gevergd zou
worden, bereidde zich in de maanden,
welke haar huwelijk voorafgingen, met al
le ernst voor op den taak, welke haar te
wachten stond, en wijdde zich geheel aan
de taal en geschiedenis van het volk, dat
zij weldra het hare zou mogen noemen. 7
Januari 1879 werd het vorstelijk huwelijk
voltrokken en 10 Januari daaropvolgend
werd de nieuwe vorstinne met enorme
geestdrift op Nederlandschen bodem be
groet. Uit dit huwelijk werd 31 Augustus
I 1S80 onze geëerbiedigde Koningin geb-o
ren. In 1884 bij den dood van Prins Alex
ander werd zij tot troonopvolgster voorbe
stemd. Bij een wetswijziging werd de Ko
ningin-Moeder bij eventueel overlijden
van den Koning vóór de meerderjarigheid
van Prinses Wilhelmina tot Regentes aan
gesteld. ïn den zomer van 1888 begon de
vorst te kwijnen, zijn toestand verergerde
in April 1889 zoodanig, dat de Raad van
State tijdelijk het koninklijk gezag moest
uitoefenen. De Meidagen brachten in zoo
verre genezing, dat de Koning weer per
soonlijk het staatsbestuur kon leiden. Bij
een terugval in September echter werd
de Raad van State opnieuw met de vorste
lijke macht bekleed, totdat H. M. Konin
gin Emma 20 November 1890 to regentes
van het Koninkrijk werd benoemd. Drie
dargsn-^stcr ging de treurmare door het
land, dat de vorst op het Loo gestorven
was. Bij de voogdijwet (Sept. 1888) was de
voogdij over de minderjarige prinses aan
H. M. Koningin-Moeder toevertrouwd. 8
December 1890 legde Koningin Emma voor
de Staten Generaal den dubbelen eed af
als regentes en als voogdes. Het waren
moeilijke jaren, welke nu volgden. De bin-
nenlandsche toestand was lang niet rus
tig; een heftige strijd werd gevoerd om
de kieswetin Indië moest het Neder-
landsch gezag verdedigd worden op Lom
bok en Atjeh. Maar de Koningin-Regen
tes wist door haar tactvol optreden, naar
een buitenlander eens verklaarde, binnen
8 jaar de partijen meer tot verdraagzaam
heid te bewegen, dan drie koningen in
80 jaar. Maar niet alleen als Regentes.
ook als Moeder van de jonge Koningin
heeft het Nederlandsche Volk veel aan
haar te danken. Toen haar taak op 31
Augustus 18S9 bij de meerderjarigheid
van Koningin Wilhelmina volbracht was
en zij bij proclamat'e haar waardigheid
als Regentes neerlegde, verklaarde zij,
dat haar dierbaarste wensch was vervuld,
nu zij haar plaats kon afstaan aan haar
dochter, voor wie zij de taak zoolang had
waargenomen. Het volk, dat haar had
leeren waardeeren en liefhebben, bracht
de Koningin-Moeder na de inhuldiging van
Koningin Wilhelmina bij het verlaten van
de Nieuwe Kerk op 6 September 1898 een
ontroerende ovatie. Doch hiermede alleen
nog niet tevreden, wilde men haar op tast
bare wijze van zijn aanhankelijkheid en
toegenegenheid doen blijken en schonk
ter vrije beschikking een bedrag van
300.0000. Dit geschenk besteedde do
edelmoedige vorstin voor de stichting van
het sanatorium Oranje Nassauoord te
Renkum. Maar ook onze geliefde Koningin
:°t zich over haar Moeder niet onbetuigd.
Jn haar eerste proclamatie op 31 Augus
tus 1898 verklaarde zij: „Mijn innig ge
liefde Moeder, aair Wie ik onuitsprekelijk
veel verschuldigd ben, gaf Mij het voor
beeld van een edele en verheven opvatting
der plichten die nu op Mij rusten". Toen
de Koningin na de inhuldiging op het bal-
con van het paleis verscheen en haar
moeder zich wat achteraf hield, omdat
haar taak was afgeloopen, trbk Wilhel
mina haar Moeder naar voren en vertoon
den beide Koninginnen Zich aan het volk
Zoo is Koningin Emma uit het publieke
leven terug getreden Koningin Moeder is
thans terecht haar eerenaam. Intusschen
blijft zij voortgaan met weldoen, aan wie
haar hulp noodig hebben, en deelt zij lief
en leed met heel het volk. Maar ook leeft,
en groeit mischien nog, de liefde van het
Nederlandsche volk voor de Koningin-
Moeder, die Koningin en Moeder en nu
ook Grootmoeder is. Ondubbelzinnige be
wijzen van die toegenegenheid werden
haar gegeven, toen duizenden vrouwen
uit alle rangen en standen het vorig jaar
geteekend hadden op de lijst, welke haar
werd aangeboden bij de grootsche zang-
hulde op 17 October j.l. te Den Haag. En
nog eens opnieuw en te meer zal die
liefde voor de vorstinne oplaaien, als
straks de ovationeele hulde-betooging een
aanval zal nemen. Hopen wij, dat zij nog
lang getuige moge zijn van het welzijn
van een dankbaar geslacht.
Grooten dank zijn wij schuldig aan de
Koningin-Moeder om de hooge wijsheid en
de onvolprezen toewijding, waarmede Zij
van 1890 tot 1898 als KoninginRegentes
zich gaf aan de opvoeding van haar Ko
ninklijke dochter en aan het bestuur van
ons dierbaar vaderland.
Met hart en ziel is Koningin Emma 50
jaar geleden Nederlandsche geworden. On
schatbare diensten heeft Zij aan den Staat
bewezen en met kracht en met hartelijk
heid heeft Zij getoond haar toewijdende
belangstelling voor het Nederlandsche
Volk, meelevend zijn wel en wee.
Wij herdenken a.s. Donderdag en Zon
dag a.s. in onze kerken, met de meest
sympathieke gevoelens het gouden jubi
leum van de Koningin-Moeder, de nobele,
voortreffelijke Vrouwe
R. K. STAATSPARTIJ.
Een kijkje in het Kiesreglement.
Van het Kiesreglement, volgens hetwelk
dezen keer de candidaatstelling voor het
lidmaatschap der Tweede Kamer in de
R. K. Staatspartij geschiedt, troffen wij
dezer dagen de volgende korte welis
waar onvolledige, maar wat de hoofdpun
ten aangaat juiste samenvatting aan in
de „N. Haarl. Crt.":
Het Centraal College, zoo bepaalt arti
kel 8 van het reglement, vergadert in de
eerste helft van de maand November. Dat
is gebeurd. Op 10 November jl. heeft het
Centraal College te Utrecht een zeer lang
durige vergadering gehouden onder voor
zitterschap van Jhr. Ch. Ruys de Beeren-
brouck, voorzitter van het Partijbestuur.
Dit College nu bepaalt, volgens het zelf
de artikel, welke speciale kwaliteiten in
de Kamerfractie moeten worden vertegen
woordigd en op welke lijsten de eandida-
ten, die deze kwaliteiten bezitten, moeten
worden geplaatst.
Hier raken wij de kern van he nieuwe
reglement, immers het instituut: Kwali
teitszetels is een der nieuwe bijzonderhc
den van het reglement 1927 en dat deze
nieuwigheid niet met algemeen enthousifs
me ontvangen is, hebben de feiten sinds
de publicatie, van de handelingen door het
Centraal College reeds geleerd.
Wat is feitelijk een kwaliteitszetel?
Ook artikel 8 definieert dat weer.
„Onder een speciale kwaliteit", zoo
wordt daar gezegd, wordt verstaan een
bijzondere bekendheid met en-of een bij
zondere geschiktheid ter beoordeeling van
bepaalde, door het Centraal College om
schreven vraagstukken of groepen van
vraagstukken, welke bij den wetgevenden
arbeid der Tweede Kamerfractie zich te-
beoordeeling voordoen, opdat bij verschil
lende onderdöelen van staatsbeleid de Ka
merfractie over ter zake kundige leden be-
schikke".
Herhaaldelijk, voornamelijk in de laat
ste Kamerperiode sind3 1925 is de nood
zakelijkheid van kwaliteiten gebleken,
omdat het Staatsbeleid zich zoo heeft ge
preciseerd, dat personen, grondig onder
legd op een of meer details der regeering3
bemoeiing van zeer groote waarde in ons
Parlement zijn geworden.
Daarom dus het- instituut: kwaliteitsze
tel.
Intusschen heeft men toch de onge-
wenschtheid ingezien, om voor alle te ver
wachten zetels een bijzondere specialiteit
aan te wijzen.
Vandaar, dat artikel 8 verder bepaalt,
dat de vaststelling van kwaliteiten slechts
geldt voor ten hoogste twee derden der
in totaal te verwachten zetels.
Het Centraal College heeft er ditmaal
13 aangewezen, hoewel wederom, zooals in
1925, toch rekening gehouden kan worden
met ongeveer 30 zetels. Deze kwaliteiten
verder moeten volgens het reglement zoo
veel mogelijk evenredig worden verdeeld
over de verschillende lijsten van kieskrin
gen of samengevoegde kieskringen, met
dien verstande, dat voor lijsten, welke ten
minste drie te verwachten zetels omvatten
ten minste één vrije plaats overblijft en
voor zoodanige lijsten een maximum van
twee derde der voor deze lijsten te ver
wachten zetels niet wordt overschreden.
Over het geheele land zijn ongeveer 12
vrije zetels te verwachten en daarvoor be
staat begrijpelijkerwijze veel belangstel
ling, daar sommige categorieën van kie
zers, welke zich door de beslissing van het
Centraal College min of meer gedupeerd
meenen, door het reserveeren van een of
meer vrije plaatsen zullen willen pogen
haar vermeende verkorte rechten te her
stellen.
Ten slotte bepaald artikel 9, dat het be
redeneerd verslag van het Centraal Col
lege vóór 1 December moet verschijnen.
Dat is eveneens gebeurd en daarmede i3
ook de taak van het Centraal College ge
ëindigd.
Is het werk van het Centraal College
beëindigd dan komen de kiesvereenigingen
aan de beurt. Zij hebben inmiddels van de
Kringbesturen mededeeling ontvangen,
voor hoeveel te verwachten zetels candi-
daten moeten worden gesteld, welke spe
ciale kwaliteiten door het Centraal Colle
ge aan den betrokken Kieskring of samen
gevoegde kieskringen zijn vastgesteld en
hoeveel vrije plaatsen er overblijven. Bij
die mededeeling is dan, zooals artikel 10
bepaalt, het verzoek gevoegd, om aanwij
zing van candidaten te doen.
De kiesvereenigingen gaan aan 't werk
en dat werk is thans van actueelen aard,
want, zoo zegt immers artikel 11, de kies
vereenigingen moeten, tot het doen van
die aanwijzingen, in de tweede helft van
December of de eerste helft van Januari
vergaderen. Daar komen de kiezers aan
het woord, want, wanneer tenminste 1/10
van de aanwezige leden, en indien er min
der dan 100 aanwezig zijn, ten minste 10
aanwezige leden, een genoemden candi-
daat ondersteunen, is deze aangewezen.
Ook door het bestuur als zoodanig kun
nen candidaten worden aangewezen.
Doch ook kunnen de leden der kiesver
eenigingen, tot dezelfde kieskringorgani
satie behoorend, buiten de vergaderingen
der kiesvereenigingen eveneens aanwijzin
gen doen.
De aanwijzingen echter, welke even
tueel geschieden buiten het verband van
de vergaderingen der Kiesvereenigingen,
moeten tenminste door 25 leden van Kies
vereenigingen, indien zij één candidaat
betreffen en door tenminste 50 leden van
Kiesvereenigingen, indien zij een aantal
(ten hoogste 5) candidaten betreffen, zijn
onderteekend, willen zij geldig zijn.
Zijn eenmaal de aanwijzingen geschied,
dan maakt het Kringbestuur daarvan een
verzamellijst en zendt die vóór 1 Febr.
naar het Partijbestuur.
Het is dan de taak van het Dagelijksch
Bestuur de aanwijzingen aan de door het
Centraal College gestelde speciale kwali
teiten te toetsen en daarvan verslag uit te
brengen aan het Partijbestuur, dat in de
eerste helft van Februari vergadert, om
de verzamellijsten na te zien en een be
slissing over de aanwijzing te doen. Niet
goedgekeurde aanwijzingen worden door
het Partijbestuur geschrapt en beschouwd
als te zijn aangewezen voor een vrije
plaats.
Weer is het woord dan aan de Kring
vergaderingen, die bijeenkomen in de eer
ste helft van Maart. Zij behandelen de
verzamellijsten, die door het Partijbestuur
weer zijn toegezonden en zij bepalen de
geadviseerde candidaten en de volgorde
der kwaliteitszetels.
Uiterlijk vóór 1 April 'wordt van den
uitslag dier vergaderingen jnededeeling
gedaan aan het Partijbestuur.
De maand Mei is gereserveerd voor de
slothandeling: De stemming over do defi
nitieve lijst, waar wederom de beteekenis
van iedere stem individueel naar voren
treedt. Artikel 21 bepaalt: „Aan deze
stemming mogen uitsluitend deelnemen de
leden der R. K. Staatspartij, die het lid
maatschap reeds bezaten op 31 December
van het voorafgaande jaar."
Ieder dus, die zich vóór Dinsdag 1 Jan.
jl. heeft opgegeven als lid van een R. K.
Kiesvereeniging, is gerechtigd zijn stem
voor de definitieve lijst uit to brengen.
De uitslagen ervan worden ter kennis
van liet Partijbestuur gebracht, dat den
definitieven uitslag bekend maakt en vast
stelt, welke candidaten gekozen zijn en
welke plaats zij op de definitieve lijst heb
ben verkregen. Zoo zijn dan de officieele
lijsten opgemaakt.
Gevecht op leven en dood in de lucht.
Kort geleden heeft zich in een van de
vliegtuigen van de K. N. I. L. M. het vol
gende voorval afgespeeld, waarin een rat,
die waarschijnlijk 's nachts in het toestel
was geklommen, een hoofdrol heeft ge
speeld. Het vliegtuig bestuurd door den
piloot Mol, dat naar Bandoeng zou ver
trekken, was op Tjililitan bijna aan het
einde van zijn start, toen de bestuurder
plotseling in zijn korte kakibroekje iets
voelde wat er even te voren niet was ge
weest. Daar hij zijn beenen en handen
voor de stuurinrichting noodig had, kon
hij slechts met één hand even een snelle
klap naar beneden geven en daar schiet
uit zijn ruime broekspijp een rat, die de
veiligheid hoogerop zocht en achter Mol's
nek ging zitten.
Intusschen was het vliegtuig reeds van
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma voor Woensdag 9 Januari.
Huizen 340.9' M. Na 6 uur 1852 M.
Uitsl. NCRV-uitzendingen.
12.30 Concert.
5.006.00 Kinderuurtje.
6.307.00 Fransche les.
7.007.30 Engelsche handelscoresponden-
tie.
7.308.00 Muziekpraatje.
8.00 Veenendaalsche avond.
Hilversum, 1071 M.
10.0010.15 Concert door het Boris Lens-
ki-Trio.
2.30—o.OO Cursus leerbewerking.
3.004.00 Maak het zelf. Cursus.
4.005.00 Lezing over het Oude Egypte
door Dr. D. Cohen.
5.456.15 Landbouwhalfuurtje door R.
Lijsten.
6.157.15 Concert door het Omroep-Or-
kest.
7.157.45 Gezondheidshalfuurtje door Dr.
H. A. Veltman.
8.15 Aansl. v. d. Stadsschouwburg te
Amsterdam. „Tosca", melodrama van Puc
cini. Opgevoerd door artisten van de Itali-
aansche opera. Signa. Diuseppina Cobelli
als Florie Tosca.
Daventry, 1600 M.
10.35 Kerkdienst.
11.05 Lezing.
11.20 Gramofoonmuziek.
12.20 Concert (sopraan, bariton).
12.50 Gramofoonmuziek.
I.202.20 Orkestconcert.
3.20 Balladenconcert (sopraan, tenor,
piano).
4.05 Licht klassiek concert. Marie Wil
son strijkkwartet.
5.05 Concertorgelbespeling.
5.35 Kinderuurtjo.
6.20 Gramofoonmuziek.
6.35 Nieuwsberichten.
6.50 Tuinpraatje.
7.00 Muziek.
7.05 Liederen van Rich. Strauss.
7.20 Politiek praatje.
7.35 Muziek.
7.45 Lezing.
8.05 Concert door de militaire kapel.
9.20 Nieuwsberichten.
9.35 Causerie.
9.50 Nieuwsberichten.
9.55 „Carnival", een geschiedenis van
Londen van voor den oorlog.
II.2012.20 Dansmuziek.
„Radio-Pari s", 1750 M.
12.502.10 Kwartetconcert.
4.055.05 Orkestconcert.
7.057.50 Gramofoonmuziek.
8.5011.20 Orkestconcert, met medew.
van solisten.
Langenberg, 469 M.
11.30 Mechanische muziek.
12.251.50 Engelsche muziek. Volksliede
ren-ensemble.
5.055.50 Gramofoonmuziek.
7.25 Volksconcert.
I. d. pauze lezing over Peter Altenberg.
Daarna tot 11.20 Dansmuziek.
Z e e 8 e n, 1650 M.
II.203.50 Lezingen.
3.504.50 Orkestconcert.
4.507.05 Lezingen.
7.20 „Menandra", opera in 3 acten van
Kaun. Daarna tot 11.50 Dansmuziek.
Brussel, 509 M.
5.20 Orkestconcert.
8.50 Trioconcert.
8.35 Gramofoonmuziek.
8.5010.35 Concert in de Dierentuin Ant
werpen.
den grond en moest Mol zijn aandacht t-us-
schen het vliegtuig en de rat verdeelen.
Gelukkig slaagde de eerste er in de deur.
welke van de cockpit naar de cabine leidt,
te openen. Een snelle beweging en de ral
schoot tusschen de passagiers in. Het
deurtje naar de cockpit floepte dicht en
Mol kon weer rustig vliegen.
Het duurde niet lang, meldt het Bat.
Nbld., of het vliegtuig vervoerde zijn eer
ste doode. Gelukkig, dat er geen dames
aan boord waren.
FEUILLETON.
Vrij bewerkt naar het Duitsch
door P. G. H oc k s.
48)
Den anderen dag was ze heel wat beter
zoodat ik ze bij mijn vriend kon brengen,
wiens vrouw haar zóó goed verpleegde,
dat ze na verloop van acht dagen weer
geheel op haar verhaal was gekomen, hi a
eenigen tijd ontving ik van graaf Anselm
een brief uit Santiago, dat hij mij zou ko
men afhalen".
„Uit Santiago?" vroeg Heinrich, die
stad ligt toch in Chili?"
„Dat kan wel zijn, maar ik bedoel San
tiago in Argentinië".
„Ha!" riep Heinrich verrast, die na
inzag, dat hij een groote vergissing had
begaan. Die „Ar" op het papier uit de
kist van vrouw Bergman waren dus niet
de beginletters van Araucanië in Chili,
maar die van Argentinië en de „Co" van
Cordova.
„Het begint donker te worden. Wilt u
even de lamp aansteken vroeg Lichten
berg, „dan kan ik u beter zien".
Nadat Heinrich aan zijn verzoek had
voldaan, vervolgde hij: „Nog nooit had
ik kennis gemaakt met zoo'n rein en goed
kind als Constance. Ik werd verliefd op
haar, maar, zooals ze zeide, kon ze mijn
liefde niet beantwoorden. Toen kwam
graaf Anselm terug, die met haar in ken
nis kwam en die kennismaking leidde tot
een verloving en weldra tot een huwelijk,
hetwelk in Cordova voltrokken werd. Van
dat oogenblik veranderde mijn liefde voor
Constance in haat en nam ik mij voor mij
op haar te wreken, doch niet alleen op
haar, maar ook op graaf Anselm, die mij
het liefste, wat ik op aarde bezat ont
roofd had, wilde ik wraak nemen. In hun
oogen was ik hun grootste vriend, in wer
kelijkheid hun bitterste vijand. Ik heb
wraak genomen nu spijt me dat ver
schrikkelijk op een lage, laffe manier,
want deels ook door mijn schuld heeft
uw vader zijn leven in armoede gesleten.
Maar nu wil ik trachten goed te maken
wat ik vroeger heb misdreven. Gij zijt
Herman's zoon en het evenbeeld van uw
grootmoeder. Ik zal u de documenten ter
hand stellen, die u in uw rechten kunnen
herstellen. Maar voordat ik u de plaats
aanwijs, waar ik ze verborgen heb, moet
ik uit uw eigen mond vernemen, of ge
graaf Herman's zoon zijt".
„Ik ben het".
„En wist u dat al lang?"
„Ik vernam het uit de nagelaten papie
ren van mijn vader. En nu schilderde
Heinrich in korte trekken het leven zijns
vaders en dat vanzich zelf.
Lichtenberg vertelde nu van de gehei
me zalen in het slot, hoe Heinrich die
kon bereiken en waar hij al de schatten
zou kunnen vinden, die in den loop der ja
ren daar door hem bijeengebracht waren.
„Ik was zeer verrast', sprak de oude
man, „toen ik dat alles geheel bij toeval
ontdekte. Dat is al jaren geleden".
„Dat was ik ook", zei Heinrich, „want
ook ik heb ze bij toeval ontdekt. Ik ben
in die zalen geweest".
„Onmogelijk! Wanneer dan?"
„Toen ik hier ongeveer twee weken
„Wat 'n wonderlijk toeval! Ik had ze
even tevoren bezocht en was naar bene
den gegaan om wat olie te halen. Het
slot van het draaibare schilderij was
stroef geworden en werkte slecht. Toen ik
beneden kwam werd ik bij de gravin ge
roepen en in dien tusschentijd is u daar
geweest".
„Ik zag daar ook de beeltenis van mijn
grootmoeder".
„Ja, ik had geen tijd meer om het er
weer over te hangen".
„En ik zag daarin een waarschuwing
van ConstanceHeb je in de eerste
zaal tegenover den ingang niet een ouder-
wetsche latafel zien staan met een rood
kastje erop?"
„Wel mogelijk, maar ik herinner 't me
niet. Er was zooveel moois te zien, dat ik
't heusch niet weet".
„In dat kastje liggen de documenten.
Wat ik uw grootv. r ontroofd uw vader
onthouden heb, zal ik u teruggeven. He
denavond nog moet je ze halen, maar je
moet wachten, tot de grafelijke familie
aan het souper zit, dan heb je de minste
kans, dat iemand je opmerkt. Je weet
den weg. Maar één ding wil ik je nog op
't hart drukken. Wees voorzichtig met het
draaibare schilderij. Als die geheime deur
in 't slot valt is de terugweg afgesneden.
Niemand zal je kunnen vinden en je zoudt
van honger moeten omkomen".
Lichtenberg moest een tijdje rusten.
Een zware hoestbui overviel hem. Bloed
druppels verschenen weer op zijn lippen.
Heinrich gaf hem te drinken en toen de
hoestbui over was zei hij heel zwakjes:
„Nu weet je alles. En kun je me nu ver
geven
„Heeft Christus den goeden moordenaar
niet vergeven? Heeft Hij niet voor zijn vij
anden gebeden en bidden wij niet dage
lijks: Vergeef ons onze schulden, gelijk wij
vergeven aan onze schuldenaren
„Hartelijk dank. mijn kind. Nu sterf ik
gerust. God, hoop ik, zal ook mij, rouw-
moedigen zondaar vergeven en in genade
aannemen."
En na een poosje: „Doe me een plcizier
en zing het lied, dat je op den avond van
den löden Mei aan Albert hebt voorgezon
gen, het lied, dat ik je grootmoeder zoo
dikwijls heb hooren zingen en dat je van
je vader moet geleerd hebben.
De kamerdienaar legde vermoeid zijn
hoofd op het kussen en sloot de oogen. Hij
tastte naar Heinrich's hand, die hij om
vatte en stijf in de zijne geklemd hield.
Met zachte stem begon Heinrich te
zingen, maar hij had het lied nog niet uit,
toen hij bemerkte, dat er een plotselinge
vc rand erin g plaats had op het gezicht van
e zieke. Een vreugdevolle trek verscheen
op diens gelaat. Heinrich hield op en hij
hoorde nog even deze woorden uit den
mond van den stervenden man: „Heer
wees mij armenzondaar.... gena
dig
Een diepe zucht.en dan was alles
gedaan.
De oude kamerdienaar had opgehouden
te leven.
Hdnrich voelde hem den rols, luister
de aan zijn hart, maar er was geen leven
meer in hem te bekennen.
„Rust in vredezei hij met bewogen
stem. „Veel hebt ge misdreven, maar veel
hebt ge in uw laatste uur goed willen
maken. Dat God u vergeve, zooals ik u
vergeef."
Hij dekte het stoffelijk overschot van
den doode met een laken en keek naar de
klok. Het was later dan hij dacht en het
souper moest beneden reeds aan den gang
zijn. Hij achtte het daarom nu den go-
schiktsten tijd de documenten uit de ge
heime schatkamer te halen. Hij wachtte
nog eenige minuten, nam daarop de bran
dende lamp en ging naar boven, waar hij
ongezien, zooals hij meende, de schatka
mer bereikte. Doch nauwelijks bevond hij
zich daar, of achter een gordijn uit de eer
ste zaal kwam een man te voorschijn met
een kistje onder den arm. Als een kat
sloop hij naar het draaibare schilden be
steeg zacht de tafel en wierp het zoo
hard in 't slot, dat de slag als een tergend
geluid door de stille bovenzalen klonk.
Achter het schilderij steeg uit Heinrich's
borst een angstkreet op. Hij was gevan
gen.
„Jij dacht de documenten in handen te
krijgenriep Roderik, „maar nu heb ik
heb ze. En Rosamunde is ook voor mij.
Jij kunt ojer sterv-ï.i van honger, want
niemand zal je hier vinden
Met een duivelschen lach op 't gelaat
begaf Roderik, die Heinrich vóór was ge
weest zich naar zijn tante. De documenten
werden een voor een uit het kastje geno
men en toen het bleek, dat ze echt waren
aan de vlammen prijsgegeven.