>19 b 3A H. M. KONINGIN-MOEDER LUCHTVAART. De kleinzoons van Graaf Rotenbach. IZ. 2159 EKZ. 2145 tweede blad „de leidsche courant" dinsdag 8 januari 1929 bij haar gouden jubileum als nederlandsch staatsburgeres Maandag was het 50 jaar geleden dat H. M. Koningin Mceder in het huwelijk trad met Koning Willem III. Adelheid, Emma, Wilhelmina, Thcresia, prinses van Wal- deck-Pyrmont werd 2 Augustus 1858 ge boren op het slot Krelson. Aan haar op- oeding werd. door haar ouders de groot ste zorg besteed.. Niet alleen werd gelet op de noodige kennis, welke zij zich moest eigen maken, maar ook werd haar ree.ls ong liefde bijgebracht voor den noodlij denden evenmensch. Prinses Emma uitte dan ook meermalen den wensch om pleeg zuster te mogen worden. Op 27 'Juni 187-1 legde zij de geloofsbelijdenis af. Door Ko ning Willem III, die sinds 1877 weduw- r was van Sophia Frederika Mathilda van Wurtemberg, werd zij daarop tot le vensgezellin gekozen. Men was reeds be zorgd, dat ons vorstenhuis zou uitsterven zware slagen vielen in de Koninklijke fa milie. Groot was dan ook onder het volk de jubel, toen de blijde mare ging, dat de Koning opnieuw in het huwelijk zou treden. Prinses Emma, die begreep, dat in de toekomst veel van haar gevergd zou worden, bereidde zich in de maanden, welke haar huwelijk voorafgingen, met al le ernst voor op den taak, welke haar te wachten stond, en wijdde zich geheel aan de taal en geschiedenis van het volk, dat zij weldra het hare zou mogen noemen. 7 Januari 1879 werd het vorstelijk huwelijk voltrokken en 10 Januari daaropvolgend werd de nieuwe vorstinne met enorme geestdrift op Nederlandschen bodem be groet. Uit dit huwelijk werd 31 Augustus I 1S80 onze geëerbiedigde Koningin geb-o ren. In 1884 bij den dood van Prins Alex ander werd zij tot troonopvolgster voorbe stemd. Bij een wetswijziging werd de Ko ningin-Moeder bij eventueel overlijden van den Koning vóór de meerderjarigheid van Prinses Wilhelmina tot Regentes aan gesteld. ïn den zomer van 1888 begon de vorst te kwijnen, zijn toestand verergerde in April 1889 zoodanig, dat de Raad van State tijdelijk het koninklijk gezag moest uitoefenen. De Meidagen brachten in zoo verre genezing, dat de Koning weer per soonlijk het staatsbestuur kon leiden. Bij een terugval in September echter werd de Raad van State opnieuw met de vorste lijke macht bekleed, totdat H. M. Konin gin Emma 20 November 1890 to regentes van het Koninkrijk werd benoemd. Drie dargsn-^stcr ging de treurmare door het land, dat de vorst op het Loo gestorven was. Bij de voogdijwet (Sept. 1888) was de voogdij over de minderjarige prinses aan H. M. Koningin-Moeder toevertrouwd. 8 December 1890 legde Koningin Emma voor de Staten Generaal den dubbelen eed af als regentes en als voogdes. Het waren moeilijke jaren, welke nu volgden. De bin- nenlandsche toestand was lang niet rus tig; een heftige strijd werd gevoerd om de kieswetin Indië moest het Neder- landsch gezag verdedigd worden op Lom bok en Atjeh. Maar de Koningin-Regen tes wist door haar tactvol optreden, naar een buitenlander eens verklaarde, binnen 8 jaar de partijen meer tot verdraagzaam heid te bewegen, dan drie koningen in 80 jaar. Maar niet alleen als Regentes. ook als Moeder van de jonge Koningin heeft het Nederlandsche Volk veel aan haar te danken. Toen haar taak op 31 Augustus 18S9 bij de meerderjarigheid van Koningin Wilhelmina volbracht was en zij bij proclamat'e haar waardigheid als Regentes neerlegde, verklaarde zij, dat haar dierbaarste wensch was vervuld, nu zij haar plaats kon afstaan aan haar dochter, voor wie zij de taak zoolang had waargenomen. Het volk, dat haar had leeren waardeeren en liefhebben, bracht de Koningin-Moeder na de inhuldiging van Koningin Wilhelmina bij het verlaten van de Nieuwe Kerk op 6 September 1898 een ontroerende ovatie. Doch hiermede alleen nog niet tevreden, wilde men haar op tast bare wijze van zijn aanhankelijkheid en toegenegenheid doen blijken en schonk ter vrije beschikking een bedrag van 300.0000. Dit geschenk besteedde do edelmoedige vorstin voor de stichting van het sanatorium Oranje Nassauoord te Renkum. Maar ook onze geliefde Koningin :°t zich over haar Moeder niet onbetuigd. Jn haar eerste proclamatie op 31 Augus tus 1898 verklaarde zij: „Mijn innig ge liefde Moeder, aair Wie ik onuitsprekelijk veel verschuldigd ben, gaf Mij het voor beeld van een edele en verheven opvatting der plichten die nu op Mij rusten". Toen de Koningin na de inhuldiging op het bal- con van het paleis verscheen en haar moeder zich wat achteraf hield, omdat haar taak was afgeloopen, trbk Wilhel mina haar Moeder naar voren en vertoon den beide Koninginnen Zich aan het volk Zoo is Koningin Emma uit het publieke leven terug getreden Koningin Moeder is thans terecht haar eerenaam. Intusschen blijft zij voortgaan met weldoen, aan wie haar hulp noodig hebben, en deelt zij lief en leed met heel het volk. Maar ook leeft, en groeit mischien nog, de liefde van het Nederlandsche volk voor de Koningin- Moeder, die Koningin en Moeder en nu ook Grootmoeder is. Ondubbelzinnige be wijzen van die toegenegenheid werden haar gegeven, toen duizenden vrouwen uit alle rangen en standen het vorig jaar geteekend hadden op de lijst, welke haar werd aangeboden bij de grootsche zang- hulde op 17 October j.l. te Den Haag. En nog eens opnieuw en te meer zal die liefde voor de vorstinne oplaaien, als straks de ovationeele hulde-betooging een aanval zal nemen. Hopen wij, dat zij nog lang getuige moge zijn van het welzijn van een dankbaar geslacht. Grooten dank zijn wij schuldig aan de Koningin-Moeder om de hooge wijsheid en de onvolprezen toewijding, waarmede Zij van 1890 tot 1898 als KoninginRegentes zich gaf aan de opvoeding van haar Ko ninklijke dochter en aan het bestuur van ons dierbaar vaderland. Met hart en ziel is Koningin Emma 50 jaar geleden Nederlandsche geworden. On schatbare diensten heeft Zij aan den Staat bewezen en met kracht en met hartelijk heid heeft Zij getoond haar toewijdende belangstelling voor het Nederlandsche Volk, meelevend zijn wel en wee. Wij herdenken a.s. Donderdag en Zon dag a.s. in onze kerken, met de meest sympathieke gevoelens het gouden jubi leum van de Koningin-Moeder, de nobele, voortreffelijke Vrouwe R. K. STAATSPARTIJ. Een kijkje in het Kiesreglement. Van het Kiesreglement, volgens hetwelk dezen keer de candidaatstelling voor het lidmaatschap der Tweede Kamer in de R. K. Staatspartij geschiedt, troffen wij dezer dagen de volgende korte welis waar onvolledige, maar wat de hoofdpun ten aangaat juiste samenvatting aan in de „N. Haarl. Crt.": Het Centraal College, zoo bepaalt arti kel 8 van het reglement, vergadert in de eerste helft van de maand November. Dat is gebeurd. Op 10 November jl. heeft het Centraal College te Utrecht een zeer lang durige vergadering gehouden onder voor zitterschap van Jhr. Ch. Ruys de Beeren- brouck, voorzitter van het Partijbestuur. Dit College nu bepaalt, volgens het zelf de artikel, welke speciale kwaliteiten in de Kamerfractie moeten worden vertegen woordigd en op welke lijsten de eandida- ten, die deze kwaliteiten bezitten, moeten worden geplaatst. Hier raken wij de kern van he nieuwe reglement, immers het instituut: Kwali teitszetels is een der nieuwe bijzonderhc den van het reglement 1927 en dat deze nieuwigheid niet met algemeen enthousifs me ontvangen is, hebben de feiten sinds de publicatie, van de handelingen door het Centraal College reeds geleerd. Wat is feitelijk een kwaliteitszetel? Ook artikel 8 definieert dat weer. „Onder een speciale kwaliteit", zoo wordt daar gezegd, wordt verstaan een bijzondere bekendheid met en-of een bij zondere geschiktheid ter beoordeeling van bepaalde, door het Centraal College om schreven vraagstukken of groepen van vraagstukken, welke bij den wetgevenden arbeid der Tweede Kamerfractie zich te- beoordeeling voordoen, opdat bij verschil lende onderdöelen van staatsbeleid de Ka merfractie over ter zake kundige leden be- schikke". Herhaaldelijk, voornamelijk in de laat ste Kamerperiode sind3 1925 is de nood zakelijkheid van kwaliteiten gebleken, omdat het Staatsbeleid zich zoo heeft ge preciseerd, dat personen, grondig onder legd op een of meer details der regeering3 bemoeiing van zeer groote waarde in ons Parlement zijn geworden. Daarom dus het- instituut: kwaliteitsze tel. Intusschen heeft men toch de onge- wenschtheid ingezien, om voor alle te ver wachten zetels een bijzondere specialiteit aan te wijzen. Vandaar, dat artikel 8 verder bepaalt, dat de vaststelling van kwaliteiten slechts geldt voor ten hoogste twee derden der in totaal te verwachten zetels. Het Centraal College heeft er ditmaal 13 aangewezen, hoewel wederom, zooals in 1925, toch rekening gehouden kan worden met ongeveer 30 zetels. Deze kwaliteiten verder moeten volgens het reglement zoo veel mogelijk evenredig worden verdeeld over de verschillende lijsten van kieskrin gen of samengevoegde kieskringen, met dien verstande, dat voor lijsten, welke ten minste drie te verwachten zetels omvatten ten minste één vrije plaats overblijft en voor zoodanige lijsten een maximum van twee derde der voor deze lijsten te ver wachten zetels niet wordt overschreden. Over het geheele land zijn ongeveer 12 vrije zetels te verwachten en daarvoor be staat begrijpelijkerwijze veel belangstel ling, daar sommige categorieën van kie zers, welke zich door de beslissing van het Centraal College min of meer gedupeerd meenen, door het reserveeren van een of meer vrije plaatsen zullen willen pogen haar vermeende verkorte rechten te her stellen. Ten slotte bepaald artikel 9, dat het be redeneerd verslag van het Centraal Col lege vóór 1 December moet verschijnen. Dat is eveneens gebeurd en daarmede i3 ook de taak van het Centraal College ge ëindigd. Is het werk van het Centraal College beëindigd dan komen de kiesvereenigingen aan de beurt. Zij hebben inmiddels van de Kringbesturen mededeeling ontvangen, voor hoeveel te verwachten zetels candi- daten moeten worden gesteld, welke spe ciale kwaliteiten door het Centraal Colle ge aan den betrokken Kieskring of samen gevoegde kieskringen zijn vastgesteld en hoeveel vrije plaatsen er overblijven. Bij die mededeeling is dan, zooals artikel 10 bepaalt, het verzoek gevoegd, om aanwij zing van candidaten te doen. De kiesvereenigingen gaan aan 't werk en dat werk is thans van actueelen aard, want, zoo zegt immers artikel 11, de kies vereenigingen moeten, tot het doen van die aanwijzingen, in de tweede helft van December of de eerste helft van Januari vergaderen. Daar komen de kiezers aan het woord, want, wanneer tenminste 1/10 van de aanwezige leden, en indien er min der dan 100 aanwezig zijn, ten minste 10 aanwezige leden, een genoemden candi- daat ondersteunen, is deze aangewezen. Ook door het bestuur als zoodanig kun nen candidaten worden aangewezen. Doch ook kunnen de leden der kiesver eenigingen, tot dezelfde kieskringorgani satie behoorend, buiten de vergaderingen der kiesvereenigingen eveneens aanwijzin gen doen. De aanwijzingen echter, welke even tueel geschieden buiten het verband van de vergaderingen der Kiesvereenigingen, moeten tenminste door 25 leden van Kies vereenigingen, indien zij één candidaat betreffen en door tenminste 50 leden van Kiesvereenigingen, indien zij een aantal (ten hoogste 5) candidaten betreffen, zijn onderteekend, willen zij geldig zijn. Zijn eenmaal de aanwijzingen geschied, dan maakt het Kringbestuur daarvan een verzamellijst en zendt die vóór 1 Febr. naar het Partijbestuur. Het is dan de taak van het Dagelijksch Bestuur de aanwijzingen aan de door het Centraal College gestelde speciale kwali teiten te toetsen en daarvan verslag uit te brengen aan het Partijbestuur, dat in de eerste helft van Februari vergadert, om de verzamellijsten na te zien en een be slissing over de aanwijzing te doen. Niet goedgekeurde aanwijzingen worden door het Partijbestuur geschrapt en beschouwd als te zijn aangewezen voor een vrije plaats. Weer is het woord dan aan de Kring vergaderingen, die bijeenkomen in de eer ste helft van Maart. Zij behandelen de verzamellijsten, die door het Partijbestuur weer zijn toegezonden en zij bepalen de geadviseerde candidaten en de volgorde der kwaliteitszetels. Uiterlijk vóór 1 April 'wordt van den uitslag dier vergaderingen jnededeeling gedaan aan het Partijbestuur. De maand Mei is gereserveerd voor de slothandeling: De stemming over do defi nitieve lijst, waar wederom de beteekenis van iedere stem individueel naar voren treedt. Artikel 21 bepaalt: „Aan deze stemming mogen uitsluitend deelnemen de leden der R. K. Staatspartij, die het lid maatschap reeds bezaten op 31 December van het voorafgaande jaar." Ieder dus, die zich vóór Dinsdag 1 Jan. jl. heeft opgegeven als lid van een R. K. Kiesvereeniging, is gerechtigd zijn stem voor de definitieve lijst uit to brengen. De uitslagen ervan worden ter kennis van liet Partijbestuur gebracht, dat den definitieven uitslag bekend maakt en vast stelt, welke candidaten gekozen zijn en welke plaats zij op de definitieve lijst heb ben verkregen. Zoo zijn dan de officieele lijsten opgemaakt. Gevecht op leven en dood in de lucht. Kort geleden heeft zich in een van de vliegtuigen van de K. N. I. L. M. het vol gende voorval afgespeeld, waarin een rat, die waarschijnlijk 's nachts in het toestel was geklommen, een hoofdrol heeft ge speeld. Het vliegtuig bestuurd door den piloot Mol, dat naar Bandoeng zou ver trekken, was op Tjililitan bijna aan het einde van zijn start, toen de bestuurder plotseling in zijn korte kakibroekje iets voelde wat er even te voren niet was ge weest. Daar hij zijn beenen en handen voor de stuurinrichting noodig had, kon hij slechts met één hand even een snelle klap naar beneden geven en daar schiet uit zijn ruime broekspijp een rat, die de veiligheid hoogerop zocht en achter Mol's nek ging zitten. Intusschen was het vliegtuig reeds van UIT DE RADIO-WERELD. Programma voor Woensdag 9 Januari. Huizen 340.9' M. Na 6 uur 1852 M. Uitsl. NCRV-uitzendingen. 12.30 Concert. 5.006.00 Kinderuurtje. 6.307.00 Fransche les. 7.007.30 Engelsche handelscoresponden- tie. 7.308.00 Muziekpraatje. 8.00 Veenendaalsche avond. Hilversum, 1071 M. 10.0010.15 Concert door het Boris Lens- ki-Trio. 2.30—o.OO Cursus leerbewerking. 3.004.00 Maak het zelf. Cursus. 4.005.00 Lezing over het Oude Egypte door Dr. D. Cohen. 5.456.15 Landbouwhalfuurtje door R. Lijsten. 6.157.15 Concert door het Omroep-Or- kest. 7.157.45 Gezondheidshalfuurtje door Dr. H. A. Veltman. 8.15 Aansl. v. d. Stadsschouwburg te Amsterdam. „Tosca", melodrama van Puc cini. Opgevoerd door artisten van de Itali- aansche opera. Signa. Diuseppina Cobelli als Florie Tosca. Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 11.05 Lezing. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Concert (sopraan, bariton). 12.50 Gramofoonmuziek. I.202.20 Orkestconcert. 3.20 Balladenconcert (sopraan, tenor, piano). 4.05 Licht klassiek concert. Marie Wil son strijkkwartet. 5.05 Concertorgelbespeling. 5.35 Kinderuurtjo. 6.20 Gramofoonmuziek. 6.35 Nieuwsberichten. 6.50 Tuinpraatje. 7.00 Muziek. 7.05 Liederen van Rich. Strauss. 7.20 Politiek praatje. 7.35 Muziek. 7.45 Lezing. 8.05 Concert door de militaire kapel. 9.20 Nieuwsberichten. 9.35 Causerie. 9.50 Nieuwsberichten. 9.55 „Carnival", een geschiedenis van Londen van voor den oorlog. II.2012.20 Dansmuziek. „Radio-Pari s", 1750 M. 12.502.10 Kwartetconcert. 4.055.05 Orkestconcert. 7.057.50 Gramofoonmuziek. 8.5011.20 Orkestconcert, met medew. van solisten. Langenberg, 469 M. 11.30 Mechanische muziek. 12.251.50 Engelsche muziek. Volksliede ren-ensemble. 5.055.50 Gramofoonmuziek. 7.25 Volksconcert. I. d. pauze lezing over Peter Altenberg. Daarna tot 11.20 Dansmuziek. Z e e 8 e n, 1650 M. II.203.50 Lezingen. 3.504.50 Orkestconcert. 4.507.05 Lezingen. 7.20 „Menandra", opera in 3 acten van Kaun. Daarna tot 11.50 Dansmuziek. Brussel, 509 M. 5.20 Orkestconcert. 8.50 Trioconcert. 8.35 Gramofoonmuziek. 8.5010.35 Concert in de Dierentuin Ant werpen. den grond en moest Mol zijn aandacht t-us- schen het vliegtuig en de rat verdeelen. Gelukkig slaagde de eerste er in de deur. welke van de cockpit naar de cabine leidt, te openen. Een snelle beweging en de ral schoot tusschen de passagiers in. Het deurtje naar de cockpit floepte dicht en Mol kon weer rustig vliegen. Het duurde niet lang, meldt het Bat. Nbld., of het vliegtuig vervoerde zijn eer ste doode. Gelukkig, dat er geen dames aan boord waren. FEUILLETON. Vrij bewerkt naar het Duitsch door P. G. H oc k s. 48) Den anderen dag was ze heel wat beter zoodat ik ze bij mijn vriend kon brengen, wiens vrouw haar zóó goed verpleegde, dat ze na verloop van acht dagen weer geheel op haar verhaal was gekomen, hi a eenigen tijd ontving ik van graaf Anselm een brief uit Santiago, dat hij mij zou ko men afhalen". „Uit Santiago?" vroeg Heinrich, die stad ligt toch in Chili?" „Dat kan wel zijn, maar ik bedoel San tiago in Argentinië". „Ha!" riep Heinrich verrast, die na inzag, dat hij een groote vergissing had begaan. Die „Ar" op het papier uit de kist van vrouw Bergman waren dus niet de beginletters van Araucanië in Chili, maar die van Argentinië en de „Co" van Cordova. „Het begint donker te worden. Wilt u even de lamp aansteken vroeg Lichten berg, „dan kan ik u beter zien". Nadat Heinrich aan zijn verzoek had voldaan, vervolgde hij: „Nog nooit had ik kennis gemaakt met zoo'n rein en goed kind als Constance. Ik werd verliefd op haar, maar, zooals ze zeide, kon ze mijn liefde niet beantwoorden. Toen kwam graaf Anselm terug, die met haar in ken nis kwam en die kennismaking leidde tot een verloving en weldra tot een huwelijk, hetwelk in Cordova voltrokken werd. Van dat oogenblik veranderde mijn liefde voor Constance in haat en nam ik mij voor mij op haar te wreken, doch niet alleen op haar, maar ook op graaf Anselm, die mij het liefste, wat ik op aarde bezat ont roofd had, wilde ik wraak nemen. In hun oogen was ik hun grootste vriend, in wer kelijkheid hun bitterste vijand. Ik heb wraak genomen nu spijt me dat ver schrikkelijk op een lage, laffe manier, want deels ook door mijn schuld heeft uw vader zijn leven in armoede gesleten. Maar nu wil ik trachten goed te maken wat ik vroeger heb misdreven. Gij zijt Herman's zoon en het evenbeeld van uw grootmoeder. Ik zal u de documenten ter hand stellen, die u in uw rechten kunnen herstellen. Maar voordat ik u de plaats aanwijs, waar ik ze verborgen heb, moet ik uit uw eigen mond vernemen, of ge graaf Herman's zoon zijt". „Ik ben het". „En wist u dat al lang?" „Ik vernam het uit de nagelaten papie ren van mijn vader. En nu schilderde Heinrich in korte trekken het leven zijns vaders en dat vanzich zelf. Lichtenberg vertelde nu van de gehei me zalen in het slot, hoe Heinrich die kon bereiken en waar hij al de schatten zou kunnen vinden, die in den loop der ja ren daar door hem bijeengebracht waren. „Ik was zeer verrast', sprak de oude man, „toen ik dat alles geheel bij toeval ontdekte. Dat is al jaren geleden". „Dat was ik ook", zei Heinrich, „want ook ik heb ze bij toeval ontdekt. Ik ben in die zalen geweest". „Onmogelijk! Wanneer dan?" „Toen ik hier ongeveer twee weken „Wat 'n wonderlijk toeval! Ik had ze even tevoren bezocht en was naar bene den gegaan om wat olie te halen. Het slot van het draaibare schilderij was stroef geworden en werkte slecht. Toen ik beneden kwam werd ik bij de gravin ge roepen en in dien tusschentijd is u daar geweest". „Ik zag daar ook de beeltenis van mijn grootmoeder". „Ja, ik had geen tijd meer om het er weer over te hangen". „En ik zag daarin een waarschuwing van ConstanceHeb je in de eerste zaal tegenover den ingang niet een ouder- wetsche latafel zien staan met een rood kastje erop?" „Wel mogelijk, maar ik herinner 't me niet. Er was zooveel moois te zien, dat ik 't heusch niet weet". „In dat kastje liggen de documenten. Wat ik uw grootv. r ontroofd uw vader onthouden heb, zal ik u teruggeven. He denavond nog moet je ze halen, maar je moet wachten, tot de grafelijke familie aan het souper zit, dan heb je de minste kans, dat iemand je opmerkt. Je weet den weg. Maar één ding wil ik je nog op 't hart drukken. Wees voorzichtig met het draaibare schilderij. Als die geheime deur in 't slot valt is de terugweg afgesneden. Niemand zal je kunnen vinden en je zoudt van honger moeten omkomen". Lichtenberg moest een tijdje rusten. Een zware hoestbui overviel hem. Bloed druppels verschenen weer op zijn lippen. Heinrich gaf hem te drinken en toen de hoestbui over was zei hij heel zwakjes: „Nu weet je alles. En kun je me nu ver geven „Heeft Christus den goeden moordenaar niet vergeven? Heeft Hij niet voor zijn vij anden gebeden en bidden wij niet dage lijks: Vergeef ons onze schulden, gelijk wij vergeven aan onze schuldenaren „Hartelijk dank. mijn kind. Nu sterf ik gerust. God, hoop ik, zal ook mij, rouw- moedigen zondaar vergeven en in genade aannemen." En na een poosje: „Doe me een plcizier en zing het lied, dat je op den avond van den löden Mei aan Albert hebt voorgezon gen, het lied, dat ik je grootmoeder zoo dikwijls heb hooren zingen en dat je van je vader moet geleerd hebben. De kamerdienaar legde vermoeid zijn hoofd op het kussen en sloot de oogen. Hij tastte naar Heinrich's hand, die hij om vatte en stijf in de zijne geklemd hield. Met zachte stem begon Heinrich te zingen, maar hij had het lied nog niet uit, toen hij bemerkte, dat er een plotselinge vc rand erin g plaats had op het gezicht van e zieke. Een vreugdevolle trek verscheen op diens gelaat. Heinrich hield op en hij hoorde nog even deze woorden uit den mond van den stervenden man: „Heer wees mij armenzondaar.... gena dig Een diepe zucht.en dan was alles gedaan. De oude kamerdienaar had opgehouden te leven. Hdnrich voelde hem den rols, luister de aan zijn hart, maar er was geen leven meer in hem te bekennen. „Rust in vredezei hij met bewogen stem. „Veel hebt ge misdreven, maar veel hebt ge in uw laatste uur goed willen maken. Dat God u vergeve, zooals ik u vergeef." Hij dekte het stoffelijk overschot van den doode met een laken en keek naar de klok. Het was later dan hij dacht en het souper moest beneden reeds aan den gang zijn. Hij achtte het daarom nu den go- schiktsten tijd de documenten uit de ge heime schatkamer te halen. Hij wachtte nog eenige minuten, nam daarop de bran dende lamp en ging naar boven, waar hij ongezien, zooals hij meende, de schatka mer bereikte. Doch nauwelijks bevond hij zich daar, of achter een gordijn uit de eer ste zaal kwam een man te voorschijn met een kistje onder den arm. Als een kat sloop hij naar het draaibare schilden be steeg zacht de tafel en wierp het zoo hard in 't slot, dat de slag als een tergend geluid door de stille bovenzalen klonk. Achter het schilderij steeg uit Heinrich's borst een angstkreet op. Hij was gevan gen. „Jij dacht de documenten in handen te krijgenriep Roderik, „maar nu heb ik heb ze. En Rosamunde is ook voor mij. Jij kunt ojer sterv-ï.i van honger, want niemand zal je hier vinden Met een duivelschen lach op 't gelaat begaf Roderik, die Heinrich vóór was ge weest zich naar zijn tante. De documenten werden een voor een uit het kastje geno men en toen het bleek, dat ze echt waren aan de vlammen prijsgegeven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 5