Keukenbelle i nien
yvïtvVTVÏ4
PATRIJS-SALADE.
Doe overgeschoten vleeschresten van
een patrijs in een kom en voeg daar
bij: olijfolie, azijn, zout en peper; in
boter gekookte champignons, peter
selie, fijn gesneden augurk, ansjovis,
doperwtjes, en harde eieren. Vermeng
dit alles naar behooren en giet er een
majonaise over. Daarna kan het opge
diend worden.
EEN GROOT TEKORT AAN TIJD.
Wanneer we terugdenken aan onze
kinderjaren, dan lijkt ons dat veelal
een tijdperk uit ons leven van heerlijk-
rustige, onbewogen dagen, vol afwis
seling toch, maar innig van rustige on
bewogenheid.
We hadden iederen morgen bij 't
ontwaken (en hoe vroeg is dat bij kin
deren meestal) een lieven, langen dag
vóór ons, vol mogelijkheden, vol plan
nen voor allerlei werk en spel, kortom-
we hadden te beschikken over een ver-
rukkelijken voorraad tijd, die voor ons
nu tot een sprookje is geworden.
Tijd, waar halen we in 's hemels
naam tijd vandaan?
Onze ochtenden, middagen, avonden
zijn korte, rommelige brokjes tijd
we doen even dit, en even dat, we den
ken vluchtig over iets anders, dan wor
den we plotseling opgehouden weg
is de dag.
We hebben duizend hulpmiddelen
om ons werk vlugger, intenser en ge
makkelijker te kunnen doen dan een
generatie vóór ons dat vermocht, maar
we komen er niet! We komen tijd te
kort.
Waar haalden de menschen vroeger
den tijd vandaan?
Ze naaiden zelf hun ondergoed en bor
duurden alles eigenhandig, ze haakten
of breiden hun zeer ingewikkelde
spreien van kolossalen omvang. Alles
handwerk, dat met zeer primitieve
hulpmiddelen ten uitvoer werd ge
bracht! Gas, electrisch licht, stofzuigers
en honderd andere dingen, welke voor
ons schier onmisbaar zijn geworden,
hadden die menschen niet tot hun be
schikking.
We zijn verbaasd en ongeloovig ten
opzichte van zoo'n overvloed van tijd,
terwijl wij altijd tijd te kort komen.
Maar laten we even bedenken, dat de
levenswijze van onze grootmoeders en
die van ons, een geheel verschillende is.
De „huisvrouw" \vas vroeger bijna
uitsluitend in „huis" en alleen voor
zeer bijzondere gelegenheden verwis
selde zij haar huistoilet voor een wan-
delcostuum.
Als we dit alleen al in aanmerking
nemen, dan begrijpen we, dat haar
dagen wel tweemaal zoo lang duurden
als de onzen. Wij zijn dikwijls meer uit
dan thuis. We laten ons voortgaan in
een haastig tempo, die elke bezigheid
tot een last maakt en zien met matte
onvoldaanheid naar 't poovere resul
taat. Ook dienen wij in aanmerking te
nemen, dat het de huisvrouw van vroe
ger veel gemakkelijker viel een of
twee dienstboden te hebben dan ons,
om er een daghitje op na te houden.
Dat alles is in staat het ontzet
tend groote verschil uit te maken ius-
schen de levens der vrouvven uit een
vroeger tijdperk en de vrouwen van
heden.
Het bekende, moderne, jachtige ge
voel, waardoor we ons bij geen enkel
werk rust gunnen, dat voortrazen door
de uren, door de dagen, door de weken,
hóé zijn we er eigenlijk toch allemaal
mee besmet? Komt het misschien door
dat we meer tijd besteden aan onze
ontwikkeling, iets, waaraan onze goede
grootouders niet dachten? Als we be
denken, hoe zij haar halve levens be
steedden aan een en hetzelfde peuter
borduurwerkje, dan voelen we mede
lijden en spot onder de gemengde ge
voelens op den voorgrond treden en
dan zouden we willen vragen: Is het
geen misdaad om een heel leven te be
steden aan het maken van „juweeltjes
van handwerkjes; want, wat is een
kleedje, een sprei, een ragfijn kant
werk-in het groote leven?
Wij kunnen ons niet vereenigen met
zoo naïef negeeren van alle levensver
houdingen.
Maar wij, moderne vrouwen zijn toch
te beklagen. Gunden wij ons nog maar
eens de kalme rust van de oud-vader-
landsche-trekschuiten-wijsheid „kom
ik er vandaag niet, dan kom ik er mor
gen." Zeker zouden er minder ondei
ons zijn, die leden aan de kwaal van
zenuwuitputting.
BEA.
KINDER-PYAMAS.
Twee pyama's voor meisjes van 812
jaar. De eerste, model A, is van een
gestreept linnenweefsel in rose, wit en
grijs. De kraag, ceintuur, manchetten
en einden der broekspijpen zijn van de
zelfde stof in effen grijs. Op de schou
ders en onder aan de pantalon zijn
eenige rijen fronsjes aangebracht.
Model B is uit twee verschillende
stoffen gemaakt: bleek blauwe crepe
Javanais voor de pantalon en het bijna
beroemd geworden „Dialikasha" met
de gouden olijf motieven. Voor 't jasje,
eveneens in een zelfde bleek blauw als
de pantalon. Deze laatste is geheel ge-
pliseerd, terwijl het jasje slechs gegar
neerd is met strooken langs voorpan
den, halsopening en mouwen, van de
elfen crêpe Javanais.
WIST GIJ DAT?
Dat kruiden geneeskracht bezitten,
gelooven wij allen. Waarom zou er
wel geneeskracht zitten in mineralen
en natuurlijke zouten en niet in krui
den?
Nu weet ik een erg ouderwetsch
middeltje om het haar prachtig glan
zend te maken. Ik vond het in een
oud receptenboekje, waarvan de
blaadjes vergeeld en gescheurd wa
ren. Maar 't middel heb ik nochthans
zelf geprobeerd en ik kan U verzeke
ren, dat het blond haar wonderlijk
mooi van kleur en glans maakt!
In een trekpot, doet men twaalf le
pels gedroogde kamillen, giet daar ko
kend water op en laat dit eenige minu
ten trekken.
De thee, die heel licht van kleur
moet zijn, is een uitstekend haarwater,
waarmede het haar, na een gewone
bewassching, wordt ingewreven.
Ook kan men vermoeide oogen met
dit aftreksel baden door een lapje in
het aftreksel te doopen en het op de
gesloten oogleden te leggen, er zorg
vuldig voor wakende, dat het vocht
niet in de oogleden komt.
KUBISTISCHE PULL-OVERS.
Overdag, en zelfs een enkele keei
's avonds in een restaurant tijdens het
diner, zien we jonge vrouwen den pull
over dragen op een zijden rok. Zoo'n
i.enue is min of meer negligé, doch men
an het accepteeren als de pull-over
van een meer dan normale alure is. Hij
.an bijvoorbeeld samengesteld zijn uit
slkaai kruisende punten in de kleuren
grijs, wit, geel. Inplaats, dat deze pun
ten regelmatig geplaatst zijn, ziet men
iuist het tegenovergestelde. Een voor
beeld? Zoo neemt men één zijde van
den rug wit en de andere geel; één
zijde van het voorpand grijs en de an
dere wit, één schouder geel en de
andere grijs, enz., enz.
Deze pull-overs hebben inderdaad
eenige elegance, ook voor 's avonds, te
meer, omdat ze geen mouwen hebben.
CLOCHE-HOED.
Model C. Is dit nu ook een pyama?
Eigenlijk niet, want bij een pyama be
hoort een jasje en dat is aan dit model
zoek. We kunnen dit pakje zeer gemoe
delijk een hansop noemen. Welnu dan,
deze hansop voor kleuters is van toile
de soie, wit en blauw gestreept en ge
garneerd met de zelfde stof in effen
blauw.
D, ons laatste modelletje, is inder
daad weer een pyama. Als stof is hier
een fijne wollen molton gekozen in een
zacht roode kleur. Het heele pakje is
gevoerd met wit en beige gestreepte
toil de soie, die tevens diende voor
de kraag, manchetten, zakkleppen en
broekomslagen.
In de nieuwste collecties komt
veel voile voor. Deze japonnen, die
reeds eenige voorjaars-allure hebben,
worden onder den bontmantel gedra
gen. De voornaamste kleuren zijn
cyclamenrose, grijs, geranium en pista-
chegroen. Deze modellen zijn altijd ge
garneerd met appliquaties van satijn
in dezelfde kleuren
TWEE MANTELS,
No. 271.
Er zijn mantels en mantels. Nu eens
is een model een zelfstandige creatie,
dan weer een onderdeel van een com
plet, zooals het eerste model van bij
gaande plaat. We zien hier een uitste
kende combinatie van een japon met
mantel, waarvan zelfs de stoffen spe
ciaal voor elkaar gemaakt zijn. Beide
stoffen zijn gebaseerd op de bekende
Nasha weefsels en hebben als hoofd
lint het zeer moderne amandelgroen.
De japon heeft ingeweven bladmotie
ven van een donkerder tint groen; de
schuine strooken over de borst zijn
gepliseerd. Het lijfje heeft eenige
ruimte op de taille, een smalle kraag
sjaal en losse ceintuur van oud goud
leer. De rok, van achteren glad, heeft
van voren forsche plooien.
De mantel volgt min of meer het
model van de japon, doordat ook hier
de ruimte in het onderste gedeelte ge
plaatst is. De mouwen vertoonen een
dezen winter veel voorkomenden vorm:
ze verwijden in de richting van de
hand, maar sluiten tenslotte vrij nauw
om den pols. De zelfde gepliseerde
strooken als in de japon treffen we ook
hier aan. Een groote grijze vos garneert
den kraag.
No. 272.
Wij zien hier een nieuwe kasha va
riatie, bestemd voor wintermantels. Het
is een fantasie weefsel, dat gaarne ge
dragen wordt in de stad, maar tevens
bestemd is voor de Zwitsersche winter
sportcentra. De kleuren varieeren van
beige tot rood bruin. De snit van dezen
mantel wijkt in zoover van de normale
af, dat de gebruikelijke ruimte in het
onderste gedeelte, hoewel aanwezig,
zich niet in plooien manifesteert. Voor
de bont-garneering is een roode vos
genomen. Op den kraag is het dier in
z'n geheel aangewend een methode
die vrij veel toegepast wordt den laat-
sten tijd.
Door de vele beret- en turbanmodel
len raakt de cloche-hoed wel een beetje
n het gedrang. Toch worden ze nog ge
dragen en zien we af en toe zelfs zeer
.nteressante modellen verschijnen. Zoo
bijvoorbeeld deze cloche van Germaine
Page een model van zwart taupé met
een tegenzijde van vilt en gegarneerd
met een blauwe paradijs op de rechter
zijde.
PERMANENT WAVE.
Allerlei verhalen hoort men onder
dames over permanent wave, de meest
fantastische, die op een mooi, nooit
eindigend sprookje gelijken en de
meest nuchtere, prozaïsche, die iedere
vrouw, welke rondloopt met plannen
tot „permanenten", alle lust met één
slag ontneemen. „Je haar wordt er
groen van en als je het gewasschen
hebt, zie je er uit als een Papoea en
je krijgt 't nooit meer glad, je blijft je
heele leven als een ragebol rondloo-
pen."
Ik hoef niet te verklaren, dat de ver
kondigers van dit fraais tot de doods
vijanden van permanent wave behoo
ren. Hoe ze aan die onverzoenlijke
vijandschap komen? Ze weten er bij
ondervinding niets van, hebben eens
ets gehoord en fantaseeren er duchtig
op los.
De optimisten beweren: „Permanent
is zalig, je hoeft nooit meer iets aan
je haar te laten doen. Door eene uit
gave van Permanent spaart men alle
kosten van ondulatie uit."
Dit zijn de vrienden van permanent;
maar ook zij hebben de klok hooren
luiden en weten niet waar de klepel
bangt
't Is in geen geval waar, dat blijvend
gegolfd haar geen enkele deskundige
behandeling meer noodig heeft. Na
iedere wassching heeft het een water
golf noodig, daar Jiet zonder dat veel
te kroezig en te onnatuurlijk krullend
zou zijn. Dus om de kosten van her
haalde ondulatie uit te sparen, hoeft
men niet tot een permanent-wave over
te gaan.
Er bestaan drie methoden van per
manent waving: stoom, borax en olie
Nu moet de kapper, die zich speciaal
op zulk werk toelegt, zoo bekwaam zijn
om te kunnen beoordeelen, welke me
thode met de gesteldheid van uw haar
overeenkomt. De borax-methode brengt
men in hoofdzaak in toepassing voor
vet haar, daar dit een borax-golving
het best aanneemt.
De olie-behandeling is aangewezen
voor fijn, droog haar, dat neiging heeft
spoedig af te knappen.
Geverfd haar en heel licht blond of
grijs haar golft men met 't beste resul
taat, wanneer men stoom aanwendt.
Wanneer een goede, deskundige be
handeling heeft plaats gehad, kan een
permanent wave zes maanden duren.
TINE.
Alle nieuwe rokken vertoonen
een zekere ruimte. Die van voile zijn
niet alleen gegarneerd met strooken en
punten, maar hebben vaak pyramide-
vormig gepliseerde paneelen in het on
derste gedeelte van den rok, zoo, dat
ze even onder den zoom vallen....
KIPPEN-SCHOTELTJE.
Wanneer men restjes kip over heeft,
snijdt men den volgenden dag alle
vleesch van de beentjes en legt deze
stukjes op een platte schotel. Hard
gekookte eieren worden in vieren ge
sneden en regelmatig op het vleesch
gerangschikt. Tenslotte giet men er een
majonaise saus over, waarna de scho
tel genuttigd kan worden. Men zal er
varen, dat op deze wijze van kipresten
nog een smakelijk gerecht te berei
den is.
,eukeTM)e[iêïnten
tw* -fiTr,°^-rm." fTT'h? tTTTt rl