honderd-jarigen Uit de Omgeving Uit de Rijnstreek. De kleinzoons van Graaf Rofenbach. TWEEDE BLAD DE LEIDSCHE COURANT MAANDAG 31 DECEMBER 1928 Bij de photo-pagina. Wij geven in dit nummer oen photo-pa gina, gewijd aan dc honderdjarigen in ons land. 't, Zal wellicht wel belangstelling wek ken, hoeveel honderdjarigen er in ons land leven, wie het zijn en waar zij wonen. Welnu op deze vragen geven wij den belanghebbenden in dit nummer een ant woord In aansluiting hiermede laten wij hier een lijstje volgen van de honderdjarigen, die in 1928 zijn overleden. Mej. de weduwe J. Asselmande Witte te Hengstdijk, geboren 1 November 1822, overleed 9 September. Weduwe M. Zuilerweg te Niebert (Gr.) overleed in Februari in den ouderdom van 102 1/2 jaar. Mej. Cornelia Paulina de Haan, bijge naamd Tante Kee, te Weert, geboren 8 Februari 182G, overleed 17 September. Antje de Kleine, weduwe van J. J. Bet ten te Oudehorne in Schoterland (Fr.) ge boren 1 Juli 1826, overleed 27 Juli. De heer Jan. Joh. Veenstra te Surhuizen (Fr.) geboren in October 1826, overleed dit jaar in den ouderdom van ruim 101 jaar. Mej. de weduwe T. Hilhorst te Bussum, geboren in Februari 1827, overleed in Fe bruari. Mevrouw de weduwe H. P. Bronsvoort Wesselink te Enschede, geboren 5 Maart 1828, overleed 29 November. Mejuffrouw dc weduwe J. Oldenhuis te Spijk (Gron.) geboren 12 Mei 1828, over leed 22 Juni. De heer Wessel van de Loosdrecht te Veenendaal, geboren 20 Augustus 1828, overleed 20 October. Mevrouw de weduwe- PilonVan Es te Leiden, geboren 11 September 1828, overleed 27 Maart. Mej. Elisabeth FokkensRidderbos te Groningeen, geboren 2 December 1828, overleed 21 December. De heer W. A. van Zeten te Wagenin- gen, geboren 5 December 1828, overleed 12 December. HILLEGOM. Zilveren Jubilé. Op 1 Jan. zal de heer F. J. Payens 25 jaar als directeur der Ge meentegasfabriek verbonden zijn. Onder zijn bestuur heeft het bedrijf zich snel ont wikkeld cn dit gaat steeds door. De be kwaamheden van dezen directeur alsmede de tactvolle leiding van het personeel zijn overbekend en worden zeer geroemd. Moge de heer Paijens nog lange jaren aan het hoofd staan der fabriek. KATWIJK AAN DEN RIJN. De Kwakel. Men zal zich herinneren het genomen raadsbesluit om de „Kwakel- brug" te sloopen en niet meer op te bou wen en als gevolg daarvan een zevental adressen aan den Raad om dit besluit in te trekken Toen is in volgende raadszitting een commissie van onderzoek benoemd. We kunnen thans mededeelen dat deze commis sie, bestaande uit 5 raadsleden, zal advi- seeren het raadsbesluit in te trekken. Er is dus voor adressanten alle hoop dat de Kwakel blijven zal. LISSE. Geboren: Helena Henrica, d. van J. van Schooten en H. P. v. d. Meer. Wil helmus, z. van J. Akkerman en C. J. Booms. Elisabeth, d. van G. B. Meygaarden en E. Booms. Johanna, d. van K. Hooy- meyer en T. van Gent. Ondertrouwd: M. J. de Groot en P. van Alphen. Overleden: Helena Henrica van Schooten 1 d. SASSENHEIM. Weer een bloemententoonstelling. Van 9 tot 12 Januari zal in het gebouw „Bloem- lust" een driedaagsche tentoonstelling wor den gehouden. De Kersttentoonstelling, die in vakkringen een zeer groote belangstel ling heeft getrokken, werd Zaterdag jJ. gesloten. TER AAR. Patronaatsuitvoering Vrijdagavond gaven de jongens van het Patronaat hun laatste uitvoering in het schitterende Pa tronaatsgebouw. Dé Directeur van het Pa tronaat opende de uitvoering met den Chr. groet, heette alle aanwezige eere-leden en donateurs van harte welkom en hoopte dat deze avond voor hen allen zei wezen een aanmoediging om het Patronaat te steu nen. Do Fanfare gaf eenige nummers ten gehoore en daarna werd overgegaan tot het spelen van het tooneelspel „In eer her steld" in 4 bedrijven. Dit ernstig stuk met leerzame strekking viel bij het publiek zeer in smaak. Vervolgens gaf het jongenskoor twee mooie liedjes te hooren. Na de pauze werd opgevoerd het blijspel „De verloren Erfenis". Hier konden de menschen de lachspieren niet meer be dwingen, wat somtijds voor do spelers hin derlijk was. Een bewijs toch, dat de jon gens hun best hebben gedaan. De Fanfare .bracht ten slotte nog eenige nummers. Do Directeur sloot deze uitvoering en kon niet nalaten een woord van dank te brengen aan de eere-leden, donateurs, en alle andere aanwezigen, die blijk hebben gegeven van waardeering voor het patro naat. Hij hoopte, dat allen dit zullen blij ven doen Een woord van dank bracht spr. aan de spelers, wien het veel moeite heeft gekost om dezen avond zoo gezellig moge lijk te maken, een woord van dank aan al de patronaatsjongens, een woord van dank aan de fanfare en aan de kleine zan gers voor hun medewerking en ook aan den grimeur J. Hoogervorst en den pianist A. v. d. Hoorn Czn. Een van de Patronaats jongens, A. Hoogervorst Lzn., sprak een woord van dank uit naam van al de Patro naatsjongens aan den Directeur van het patronaat den Weleerw. heer Kapelaan, die zooveel opoffert voor do jongens. Hij zeide, dat de jongens Vrijdag's-avonds al tijd met groote vreugde naar het patronaat gaan. Dc kapelaan bedankte hem voor zijn woorden on sloot de uitvoering met den Chr. groet. VOORSCHOTEN. „St.-Genesius". Gisteravond gaf de tooneelvereeniging „St.-Genesius" een uit voering in het R.-K. Vereenigingsgebouw. De weleerw. heer G. Lohman, kapelaan alhier en regisseur der tooneclvereeniging opende met een kort woord den feest avond cn riep allen een hartelijk welkom toe. De zaal was tot in de uiterste hoeken bezet. Opgevoerd werd door „St-Gene- sius" het zeer schoone spel van Gerard Xielen, geheeten „Wat niet sterven kan". Dc kern van dit zware, doch schoone too- neclsluk is: De groote invloed van een echt Katholieke opvoeding door een moe der op haar kinderen, die, ofschoon der- kinderen veel te vroeg ontvallen, toch in de harten dier kinderen het zaad van het Katholiek geloof zoo diep heeft weten neer te leggen, dat dit uitgestrooide zaad, ondanks alle tegenwerking van hun vrij- dendenken vader, op lateren leeftijd en na zeer veel strijd zulke schoone vruchten voortbracht, dat zelfs de vader zijn ver keerde opvoedoingssysteem van „vrij van allen Godsdienst"ten zeerste betreurde. Het tooneelspel werd prachtig vertolkt. Er was ziel in het spel en de spelers toon den door hunne vertolking van dit hoog staande tooneelspel, dat zij de rollen zeer doeg begrepen en er zelf geheel met mede leefden. Het spel is tot groote tevreden heid van alle aanwezigen door „St.-Gene sius" weergegeven en maakte een grooten indruk ip het publiek. Groot was de ver wachting van het publiek van „St.-Ge nesius" dezen avond en de spelers hebben deze verwachting niet beschaamd. Zeer verdiend was daarom dan ook het dank woord gesproken door den Zeercerw. Heer Th. Mcyer, pastoor der parochie, tot de medewerkers voor hun zeer schoon spel, dat zij dezen avond de aanwezigen hebben doen genieten. Zij hebben door hun spel aangteoond, het zeer gevaarlijke princiep in de opvoeding „vrij van allen godsdienst" en daartegenover gesteld, hoe het geloof den rnensch verheft en werkelijk gelukkig maken kan. „St. Genesius" is wel eens in slaap ge vallen en er zijn momenten geweest, waar in men bang was, dat het een doodslaap zou worden. Een slaap kan voer een zieke heel verfrissend zijn en zeer veel tot zijn herstel bijdragen. Ook dit hopen wij van „St. Genesius". Een vereeniging, die over zulke goede krachten beschikt, kan en mag niet „sterven", maar moot uitdijen tot in lengte van dagen, want Roomsch Voor schoten waardeert ten zeerste het werk onzer tooneelvereeniging. Dat getuigt im mers de groote belangstelling der aamve- zigon, want „St. Genesius" trekt volle za len. Do pauzen werden aangevuld met pianomuziek en tot slot van den avond werd nog een luimige voordracht gegeven getiteld: De nu van lijst 11". Zeer tevreden keerden allen huiswaarts. BOSKOOP. EERSTE PLECHTIGE H. MIS. Het komt niet dikwijls voor boven den Moerdijk althans niet dat een Eerste Plechtige H. Mis wordt opgedragen door ccn kanunnik. De parochianen van St. Jan den Dooper te Boskoop waren van deze, door de historie gevormde, eigenaar digheid getuige, toen hun vroegere plaats genoot, de weleerw. pater Rafaël Slootjes van dc Orde der Norbertijnen gisteren zijn Eerste Plechtige II. Mis opdroeg. De Orde der Norbertijnen of Praeinonstratcnsers is een Orde van reguliere kanunniken volgens dc regel van St. Augustinus. Zij werd gesticht door St. Norbert, bisschop van Maagdenburg, in het jaar 1126 te Pré- montré (bij Soissons). De naam kanunni ken heeft in dit geval een geheel andere beteekenis, dan tegenwoordig eronder wordt verstaan. Dit slechts ter inleiding van het vreug devolle feest, dat Boskoop gisteren heeft gevierd. Een pasgewijd-priester do altaartreden te zien beklimmen in de kerk, waar hij is groot geworden cn waar de eerste kiem werd gelegd voor zijn thans uitbloeiend priesterleven, is een verheven gebeurtenis en een plechtigheid, die, hoe dikwijls ook beleefd, niet nalaat een diepen indruk te maken. Het kerkgebouw was tot in alle hoeken bezet velen moesten zich met een staan plaats vergenoegen toen gistermorgen te 10 uur het Heilig Offer een aanvang nam, en de neomyst door een stoet van blanke bruidjes van dc deur der kerk werd inge haald. De weleerw. pater Slootjes werd bij het opdragen der H. Mis geassisteerd dooi den zeereerw. pater Clé, uit het Norbertij nerklooster te Tongerloo (België), als pres byter assistens, den weleerw. heer v. Seg- gelen als diaken, en den weleerw. heer Persoon als subdiaken, de beide laatste ka pelaans der parochie. De pastoor der pa rochie, de zeereerw. heer Sondael, had in het priesterkoor plaats genomen. Na het Evangelie besteeg de zeereerw. pater Clé de kansel om. de. feestpreek to houden. Zijnoerw. had tot tekst gekozen Christus' woorden bij de instelling van het H. Sacrament: „Zoo dikwijls gij dit zult doen, zult gij het te Mijner gedachtenis doen". Deze woorden kenschetsen, aldus spr., het geheele karakter van de feestelijkheid van dezen dag. Nadat Christus Zijn taak op aarde had volbracht, stelde Hij in hot Laatste Avondmaal het H. Sacrament is, te Zijner gedachtenis. De Apostelen zijn de wereld ingetrokken, en nog iederen dag wordt op het altaar het H. Offer opgedra gen ter gedachtenis van Christus' iijden. Want dit is de voornaamste taak van de priesters: offeren. Wij begrijpen wel, zeide spr., de hooge taak van den priester bij het Doopsel of de Biecht, maar de grootste priester-daad, het offer, waardeeren wij niet. Wanneer wij spreken van de H. Mis, als de offeract van den priester, dan bedoelen wij niet den priester alleen, maar met hem offeren Christus en de geheele Kerk. Christus offert dóór den priester, na mens de ganschc H. Kerk. Om den Vader te heiligen met een voldoening-schenkend offer is liet-, dat Christus de H. Eucharistie heeft ingesteld. Twee elementen lean men onderscheiden in de priesterlijke offerhandeling: dc zelf standigheidsverandering en de offerge dachte. De omvorming van de zelfstandighoid kan niet anders dan geschieden door god delijke macht. De mensch, do priester, treedt hierbij op als instrument. Op hot oogenblik, dat do consecratiewoorden wor den uitgesproken, legt Jezus zichzelf neer op het altaar, afdalend lot een nederige broodsgcJimnto. Die vernedering onder gaat Hij in Zijn roeping als Zaligmaker der menschen; Hij brengt dit offer om 's men schen wil. Daarbij heeft God ochtcr den priester noodig. Op 't oogenblik van Chris tus afdaling in de broodsgedaante, sluit do priester zich aan bij Jezus in het Laatste Avondmaal. De Zaligmaker brengt zich in dezen toestand van vernedering om mid-» delaar te zijn tusschen den Vader en dc menschen, om aan het menschdom de ge legenheid te geven God als opperheer te huldigen. Bij deze offerande moeten ook de gèloovigen zich aansluiten bij Christus, door zich in gebed aan te sluiten bij den priester-offeraar. Door dit offer wordt aan God een volmaakte voldoening gegeven. God, van Zijn kant, vervult onze ziel met een overvloed van genaden. Wij, die eigen lijk niets te offeren hebben wat van waar de is voor God, worden door dit offer inge voerd in het goddelijk leven van den Va- der, den Zoon en den Geest. Op 't oogen blik van de consecratie wordt de mensehc- lijke ziel binnengeleid door Christus in dc oneindigheid van Gods Wezen. Door dit offer van Christus en de menschen, door middel van den priester, komt dc Gonade alle volheid ovór dc wereld opstroomen. Zou dc gehcelo parochie dan niet blij zijn, zeidè spr., nu een barer zonen is op gegaan naar den offerberg van den Heer. Zekcx-, de weg naar den offerberg is een weg van lijden. Hoe dichter wij bij Christus komen, hoe meer lijden wij moeten onder gaan. Maria heeft dit het eerst in volle mate ondervonden. Ook de moeder van iederen priester moet oen offer brengen. Maar voor dit groote of fer van haar zoon hoeft dc moeder ook go- naden ontvangen cn lieden kunnen dc ouders juichen. De predikant besloot met don wonsch, dat de pasgewijde priester lange jaren moge zijn een dienaar van Christus en ccn uitdeeler van Zijn genadegaven oen of feraar en tegelijk slachtoffer uit liefde tot de menschen, naar het voorbeeld door Christus gegeven. Het Zangkoor voerde op voortreffelijke wijze uit dc Mis ,;In nomine Jcsu" van Vranken, het „Ecce Pènis" van Krüger cn dc 4-stemmigc Tantum Ergo van Aiblingcr. Aan het einde der plechtigheid zong het koor het prachtige 8-stemmige „Caro mea" van Wildberger. Te 1 uur werd in het Vereenigingsgebouw aan de Rozcnlaan receptie gehouden. Een huldigingscomité had zich gevormd, onder ccre-voorzitterschap van den pastoor, be staande uit de hoeren Chr. van Koppen, H. A. Boekraad, Th. A, Houdijk, P. v. d. Staak, J. O. Vermeulen en C. van Vliet. De groote zaal van het gebouw was met groen en bloemen versierd. Toon do neomyst, vergezeld van zijn fa- ilie, dc zaal binnentrad, zongen leerlingen van de Mulo-school en van de 6e klasse der lagere scholen hem een welkomstlied toe. De voorzitter van het comité, de hoer v. Koppen, sprak tot pater Slootjes een kort woord van gelukwensch, waarna de pastoor hot woord nam. Het was voor u een heerlijke dag op 21 December, aldus spr., toen gij van den Bis schop uw priesterwijding ontvingt. Gij zijt thans Priester in eeuwigheid. God heeft u een waardigheid gegeven, boven de Enge len, die een mcnsch eigenlijk niet waardig is te dragen. Vanmorgen hebt gij weer heuglijke uren beleefd, nu gij temidden van familie en vrienden uw Eerste Plechtige H. Mis hebt mogen opdragen. Spr. hoopte, dat de jonge priester nog vele jaren moge werken in 's Heeren wijn gaard. Gij zult werken onder dc men schen, voor het heil der menschen. Gij zult vrucht voortbrengen voor de menschen en eigen zaligheid. Vondel heeft op den pastoor Leonardus Marius, die hem de Katholieke. Kerk bin nenleidde, ecu gedicht gemaakt, dat ook op u, een Leonardus, van toepassing is: ,,IIij was wel sterk als leo Maar zoet zijn nardusgeur". Ik hoop, dat gij in kracht en sterkte zult arbeiden, maar ook dat dc geur van uw hei ligheid uw arbeid zal zegenen, FEUILLETON. Vrij bewerkt naar het Duitsch door P. G. H oo k s. 42) Gravin Louise zat sprakeloos. Ze strek te haar hand uit, alsof ze iets wilde zeg gen, maar kon geen woord uitbrengen. „U hebt", vervolgde Lichtenberg, „het lijk van gravin Constance von und zu Ro- tenbach, de rechtmatige cchtgenoote van graaf Anselm, op een handkar naar het dorpskerkhof laten brengen en het daar laten begrven. En dat hebt u gedaan zon der m ij n weten en zonder m ij n toestem ming." Dc kaïnerdienaar stoorde zich niet aan dien uitroep en vervolgde: „U weet even goed als ik, mevrouw, dat graaf Anselm '2en wettig huwelijk heeft aangegaan met sijn eerste gemalin. De bewijzen daarvan zijn in mijn bezit en derhalve was zijn jood, graaf Herman, de wettige erfgenaam van Rotenbach. „Zou je nu maar weg wilen gaan? Ik zou graag mijn brief wilden- afmaken...." „TJ hebt dien zoon verwijderdden wettigen erfgenaam hebt u de deur gewe zen en wederrechtelijk is het landgoed, Jat hem toebehoorde, op uw zoon Stefan overgegaan. Dat landgoed, mevrouw de gravin, hebt u gestolen. Gestolen Hoort u Ik herhaal het nog eens: U hebt het ge stolen. „De deur uit, of ik schel en laat u door een der bedienden verwijderen!" riep ze schuimbekkend van woede. „Dat zult u niet doen, mevrouw, want weet, dat ik u nu iets zeer gewichtigs ga meededen. U leeft in den zoete waan. dat er geen nakomelingen uit het eerste huwelijk van graaf Anselm bestaan, maar daarin vergist u zich. Een kleinzoon van den graaf leeft nog en deze zal zijn rech ten doen gelden en ik, hoort u mevrouw, ik zal hem daarbij mijn steun verleenen. Ik zal hem helpen en als uw schandelijke handelwijze aan 't licht komt, dan zou u uw laatste dagen wel eens in een gevan genis voor vrouwen kunnen moeten door brengen." Hij draaide haar den rug toe en verliet wankelend de kamer want hij was uilge- P5|t» Op weg naar zijn eigen kamer begaven hem zijn krachten. Zijn be enen weigelden hem den dienst en hij zakte in elkaar. Toen hij wat op zijn verhaali was gekomen kroop hij op handen en voeten verder en bereikte met dc grootste moeite zijn woon vertrek, waar hij zich op de sofa hcesch en daar meer dood dan levend bleef liggen. Wat hij in dit laatste kwartier doorleefd had, was te opwindend geweest voor zijn zwak, oud lichaam en hij voelde nu reeds, dat hij zijn overwinning op de gravin duur zou moeten betalen. En de gravin? Toen Lichtenberg haar verliet, had ze hem terug willen roepen, maar ze had geen geluid kunnen geven. Twee passen had zc nog gedaan cn toon was /e bc vustoloios op den 'vloer geval len, getroffen door een beroerte. Zoo luid freule van Richtliofen haar gevonden en haar met behulp van haar kamenier te bed gelegd. Dr. Hauser, ijlings ontboden, constateerde verlamming van haar rech- terzijde cn van haar tong. Niemand wist er de oorzaak van en toen ze bijgekomen was, probeerde ze te schrijven met haar linker hand, doch het schrift was onleef baar. Eerst een paar maanden later trad er verbetering op in haar toestand en be gon ze weer te spreken. Toen ze zich ver staanbaar kon malcen, had ze graaf Rode- rik bij zich ontboden en een lang onder houd met dezen gehad, waarvan 't gevolg was geweest, dat hij 't slot maar zelden vorliet. Hij had kanv^s gekregen naast die van Lichtenborg -C|?®:^vond zich nu reeds eenige dagen "e zc> èsidentie met de op dracht van anen gravin iets moer te weten tc k^°°Pen'iS^gaandc Albert's nieu wen secret iraruPfinrich Schmidt XIX. In groote spanning hadden Albert cn Heinrich het oogenblik afgewacht, waarop. Dr. Hauser zijn patient meer pillen per dag zou voorschrijven. Eerst had hij da gelijks één pil moeten innemen. Vier we ken later had de dokter gezegd, dut hij 't nu maar eens met twee moest probeeren. Daarbij bleef het voorloopig en de tweo vrienden verkeerden reeds in dc gelukkige meening, dat zij hem verkeerd beoordeeld hadden, toen hij op zekeren dag heel kalm tegen Albert zei: „Mijnheer de graaf, de tijd is gekomen, dal u er gerust drie te ge lijk kunt nemen". Sedert dien dag greep er een groote verandering bij den dokter plaats. Zijn frisscbe, gezonde kleur verdween. Zijn wan gen vielen in en hij vermagerde met den dag. Hij kreeg het voorkomen van een af- geleefden, zwakken grijsaard, die zich slechts met moeite kon voortbewegen. Al- bert en Heinrich ontging dit niet en ze ge voelden, in weerwil van zijn misdadig plan, toch nog medelijden met dezen man, die zich door oen eervergeten schurk in een zwak oogenblik had laten omkoopon. Ze stond op en trad op hem toe Haar oogeh schoten vonken, haar lippen beef den. „Probeer maar niet mij met uw oogen, als 't ware, tc doorboren. Mij maak je daar niet bang mee, mevrouw de gra vin." „Hoe durf je me dat in mijn gezicht te zeggen", kwam het nu hcesch uit haar keel. ..Hoe durf je Ben jc krankzinnig geworden? Moet ik. een gravin Roten bach, aan jou, een bediende, gaan vragen, wat ik doen of laten mag? Ik heb jc heusch niet meer noodig. Of meen je nog altijd, omdat we samen bekend zijn met een geheim, dat ik jc gunst behoef? Ik vrees niets meer. Nooit zal cr iets van uan 't licht komen. De zoon van graaf Anselm is reeds jaren dood en niemand kan mijn eigeu zoon Stefan het graafschap ontne men. Wat gaat het mij aan, dat jc de do cumenten, die graaf Anselm jou ter -hand stelde, verdonkeremaand hebt. Zoolang ik vreesde, dat er iets van ons geheim zou uitlekken, heb ik je grillen en je aan matigingen verdragen en ik heb geduld, dat ik steeds bediend werd door een dief. Want een dief ben je. Lichtenberg. Je heb zucht heeft je tot. diefstal verleid. Of Op Nieuwjaar bij ^ïet Kindje Jezus op bezoek, in don Stal tc Bethlehem. Laten wij vandaag aanbidden, Met de Herders in den Stal, 't God'lijk Kindje, dut in 't midden Van den nacht, in 't tranendal, Tot do Zijnen is gekomen, Ons als broeders aangenomen, En verlost heeft, van geschrei, En de helsehe slavernij. Wat een armoe en ontbering Bij dien Koningbij dien Held Die dc weelde, onR lot leering, En beschamend, achterstelt!.... Hier moet hand en nijd verdwijnen, Waar de Licfdezon komt schijnen, l il hei Homelsche Gezicht Van dit schoon, aanminnig Wicht!.... Ziet! Het strekt al, vol verlangen, Bei Zijn Handjes naar ons uit, Om ons allen te ontvangen-.... Hij, dc Koninklijke. Spruit, d'Eéngoboron van den Vader, Wonjct en roept ons als to gader, Rond Zijn armelijken Troon, Bij do Moeder on Haar Zoon Ja we hebben veol to vragen, Lieve Heer! Ge weet het, waar? Zegen ons dan alle dagen Van dit niouwbegonnen Jaar! Hoed ons steeds voor ongelukken Weer de zorgen, die ons drukken Schenk ons welvaart, rust cn vrèc Jezukeverhoor die bèe!.... Zegen ook l~w grootsche Stichting, Onze Heil'ge, Rooinsche Kerk Schenk aan Mexico verlichting! Zegen Paus on Missiewerk Na het werken, zwoegen, slaven, Voer ons in bchoudou Haven Om te zingen, eeuwig lang, 't „Gloria" met d'F.nglenzang! G. H. L. Leiden, Nieuwjaar 1929. Het is een heugelijk feest voor Boskoop Veertien jaar is het goleden, dat uit Bos koop een priester is voortgesproten. Voor dien tijd heeft dc parochie weinig priester gekend. Na dc hervorming alleen do zeor- eCrw. hoeren Lünnemann cn Brandt. Van voor de Hervor: ing is maar één Boakoop- sche priester bekend, Wornbold genaamd, die in 1413 stierf in geur van heiligheid. Hij was een groot ziener en een groot pre diker, die dc voorloopor van pater Brug man woteu gei: md. Zijn werkkring lag hoofdzakelijk iu Utrecht. Uit zijn boeken blijkt hij te zijn geweest een man van bui tengewone heilighoid en geleerdheid. Volg hém na, zeide spr., iu dougd en heiligheid. Boskoop is blij, dat er weer een priester is uit deze parochie; gij zijt de eerste leer ling van onzo schoot. Onder de zorgzame leiding van Zustor Bornarda zij gij op school gekomen, ik heb u opgeleid tot Eer ste H. Communie, en daarom is het ook bij zonder voor mij, oen dag van vrcugdo. Spr. hoopte, dat velen zullen volgen. Boskoop. juicht vandaag en spr. felici teert den neoipyst 'namens de geheele pa rochie, do hoop uitsprekend, dat hij vele jaren in 's Heeren wijngaard mag werkzaam zijn. Spr. besloot met don wensch, dat do pasgewijde zijn pastoor en dc geheele pa rochie bij de II. Mis zal gedenken. Namens de neven en nichten sprak de heer Gerard Slootjes den neomyst toe. Een heel klein nichtje bood daarna bloemen aan, onder het uitspreken van een aardig gedichtje. Pater Slootjes sprak oen dankwoord voor do prachtige ontvangst en allo hulde; zoo- iets had hij niet mogen vorwachten. Hij hoöpto, de heilighoid van zijn middoleeuw- schen voorganger na te volgen cn dankte nogmaals voor de hem bctoondo eerbewij zen. Van dc gelegenheid pater Slootjes geluk te wenschen word door vele parochianen gebruik gemaakt. De plechtigheden van den dag werden besloten met do Vespors, door den pas gewijde gecelebreerd. donk je, dat ik niet weet, hoe je je aller lei kleine dingen hebt toegeëigend, din gen, die aan mij behoorden. Ik heb je je gang laten gaan, denkendo: de oudo man wordt kindsch en is niet toerekenbaar. Als ik je er een verwijt van had moeten ma ken, had ik je tegelijkertijd moeten ont slaan en dal wou ik niet. omdat ik je wraak duchtte. Want, je bent slecht ge noeg om je ie wreken. Maar nu vrees ik jo wraak niet moor. Ilc heb de wapens gevonden om je van mijn lijf af te houden. Jo wraak zou je. ondergang zijn. Als ka merdienaar ben jc van «lil oogenblik af ontslagen en om geen opzien te verwekken kan je op 'l slot blijven wonen. Jo ouder dom en je lichaamszwakte zullen do voor wendsels zijn, waaronder ik je ontsla en je zult een voldoend pensioen van mij ontvangen. Je zult, na alles wat ik je ge zeul heb, moeten erkennen, dat ik t heel schappelijk met jc maak. Je kunt gaan en wel, hoe eerder hoe liever. Maar één ding wil ik jc nog even vertellen en dat is, dat, als je maar één woord durft te zeggen over hetgeen ik hier tot j<- gezegd heb, of durft tc verraden, welk geheim er tus schen ons bestaat, dan laat ik je wegens diefstal gevangen nemen en kan j<- jc laatste levensdagen in eon cel gaan door brengen. En nu kan jc uitrukken' cn waag het maar nooit meer deze kamer te bc- treden." (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5