LIJDE UITVAART VAN HET OUDE JAAR
RIJMKRONIEK
door FRANS SCHNEIDERS, met teekeningen van TON VAN TAST.
Oude jaar, dat weer voorbij is
En ons leed en vreugde gaf,
Ik kom afscheid van jo nemen
Aan je pas gedolven graf.
Even nog een hart'lijk woordje
En wat zand erop gedaan,
Eventjes nog hulde brengen
Voor wij jou begraven gaan.
'k Sta hier in mijn zwarte pakkie,
Zooals 't bij een lijkbaar hoort
En, met tranen in mijn oogen,
Spreek ik hier hot laatste woord.
In mijn hand mijn hooge zije,
Sta ik in mijn blooten kop,
Strass, als ik ben uitgesproken,
Is het: Uit en zand erop.
Als ik, wat jij deed eens naga,
Oude jaar, als afscheidsgroet,
Wel dan moet ik eerlijk zeggen:
Het 'pegin was mooi en goed!
Het Degon in Januari
Met Ben wereldwensch om vreê,
Alle landen speelden jabroer,
Maar geen een deed er aan mee.
Vrede, vrede moet er komen
Voor den afgetobden mensch,
Vrede voor de heele wereld,
Vrede was de Nieuwjaarswensch!
't Is bij dezen wensch gebleven
In het afgeloopen jaar,
Want het ging haast alle dagen
Even slecht en even raar!
Aanstonds al een spoorwegrampje
In ons Zandvoort aan de Zee,
Waar een machinistonleerling
Op t' station een aanval deê..
Op den tweeden dag des jaars reeds
Kwam voor een Nieuwjaars p.f.
n Machinist met zijn machine
Op visite bi] den chef.
En wat op de overwegen
Dit jaar weder is geschied,
Al die dooden en gewonden
Tellen Neen, dat kunt u niet!
Ook de volgende sensatie
Was niet aardig en niet leuk,
De Veendammer hypotheekbank
Stierf plots aan een dubb'le breuk,
't Gold hier maar een paar millioentjes
En u vraagt mij, hoe dat kan?
Liebe man, ik zal 't u zeggen:
"s War ein liebe Liebermr.nn
Maar ook Holland's In sulinde
Kwam heel spoedig in het nauw,
Toen de lava doodend onheil
Spuwde uit de Krakatau.
En toen hieven met z'n allen
Eensklaps wij een juichtoon aan,
Om hetgeen daar de bemanning
Der „Alhena" had gedaan.
JanuariGascorruptie
Ging nog ongestoord haar gang,
En men sloeg een bankdirector
Wegens fraude in 't gevang.
'k Hoef u dat niet eens te zeggen
Want ik weet, wat ieder weet,
Dat men daaglijks hier als toespijs
Fraude>en corruptie eet!
Maar ia verre, vreemde landen
Hield men Holland's eer nog op,
Daar kreeg Mister Mengelheuvel
'n Doctprshoedje op zijnhoofd.
Hooggeichte Doctor Willem,
Dat wat mooi wat u daar deê,
Voortaan heet U Doctor Willem,
Doctor Willem nummer twee.
Er kwam ook nog een klein stormpje
In de hndseconomie,
Kwestie in de bouwbedrijven
En de üeedingindustrie.
Hè, ik moet er niet aan donken,
Dat zoo iets was doorgegaan,
Want dan hadden met z'n allen
Wij nu in tas hemd gestaan.
Zeker, oobin Februari
Had het sfoor het eerste woord,
Op zoo n abewaakt stuk spoorstuk
Werd er evn een vermoord.
Uit de cel in Scheveningen
Wou er ooi weer een vandaan,
t Kon hemdaar maar niet bekoren
En toen is ij maar gegaau;
O, dat is dar heel eenvoudig,
Niemand pa^t je in je kraag
Als je, eenmal uitgebroken,
Maar gaat tanen in den Haag.
Toen deez' raand mamsel d'Orange
Op haar pand door Holland ging.
Kreeg zij grais van de straatjeugd
Nog eenpaard-herinnering.
Toen mdemoiseHe d'Orange
Weer teug in Frankrijk kwam
Zei zij: n pays d'orange
Kreeg ik dit in Rottordam.
Verder »g een beetje ruzie
Tussehen,6tormwind en don trein
En des norgens arriveerde
Wie des avonds thuis moest zijn.
Even mair een ijzig windje,
öneeuw of ijzel op de baan,
En de deetrische treinen
Blijven ijskoud, stokstijf staan.
Deze maand gaf nog een Jaarbeurs
Voor de welvaart van dit jaar
Plus het hoopvol ondernemen
Van den ouden Schuttevaer.
Langzaam vorderde het jaar toen
En wij kregen zomertijd,
'k Hoorde toen, hoe Braat zijn koeien
Gaf het volgende bescheid
Lieve koe, wij raken spoedig
Onzen juisten tijd weer kwijt
En dan spreken allen menschen
Van den mooien zomertijd;
Maar als wij den tijd bepalen,
Lieve koe? Heb ik het mis?
Zeggen wij, koe, dan niet, dat het
'n Half uur over melktijd is.
Bij hetgeen in Maart gebeurde,
Was niet veel bijzonders bij.
d' Indonesische studenten
Kwamen voor de rechtbank vrij.
Verder een paar overvallen,
Een paar moorden als cadeau,
Dan het sloopen van wat molens,
Ruzie in de radio.
Maar April begon pleizierig
Met het allerfijnst bericht:
De vernietiging der tollen
Is nu eindelijk in 't zicht!
Langzaan aan begon de actie,
Holland trok er fier op los
Onder debeproefde leiding
Van den sesden Floris..., Vos.
Eerst begin er toen een staking
In het Dentsche Venenland
En toen de was afgeloopen
Vloog de heele boel in brand.
Weet u og, dat er toen aanstonds
Brandweemannenhulp kwam
Uit den laag en uit het Noorden
En de spit van Amsterdam?
Weet u marom men die hullep
Zoo van erre bomen liet?
Om het sp-eekwoord: Wie in 't veen rit
Kijkt er ip een turfje niet.
Mag ik eren onderbreken
Voor eendroev' herinnering
Aan een,dien wij noode misten,
Maar ons toch verlaten ging?
Afscheid ran den grooten Lorontz,
Man van wetenschap en daad,
Man van veel gewrochten arbeid
Voor het heil van heel den Staat.
En toen vas het Dorus Rijkers,
Die den lood ten offer viel
Beste ou7e Opa Dorus.
Hij, een ield in hart en ziel!
En, terwjl op 't land de moorden
Zijn aan d' orde van den dag,
Moeten r' even hulde brengen
Om hetgeen de Noordzee zag.
Vijf een veertig menschenlevens
In den itorm en dus in nood,
Vijf en reertig menschenlevens
Strijdend met een zeek'ren dood....
Maar toen kwamen Holland's dapp'ren
Op het rlakke zeestrand aan,
En die lebben in de golven
Met gevaar hun plicht gedaan.
Toen begon d' Olympiade,
Heel de wereld deed er mee,
En de eerste, die ons klopte,
Was alweer Uruguay.
Enkel onze Oosterburen
Deden toen wat wild en woest,
't Leek warempel of de oorlog
Weer opnieuw beginnen moest.
M-tar zij deden toen gelukkig
Aan den strijd niet verder mee,
En ons loetbalminnend harte
HAAL
EE. 1
Klopte slechts voorOerekwee.
Toen epn moord in 's Gravonhago
En een moord in Maartensdijk,
En in Hilversum een moordje
En in Blauwcapel een lijk.
Toen een meisje doodgeschoten
In bet plaatsje Oudeschouw
Fn op een der overwegen,
Kroeg een auto nog een douw.
Rotterdam, do tad van handel,
Vierde ook oen jubilé,
Zij had steeds het best begrepen
Het aloud: „Jo maintiendrai"!
Want dat was geen jubilé'tje
Zooals er zoovelen zijn,
Zoo maar eens, omdat je wilt gaan
Jubiloercn voor de gijn.
Nee, dat was geen jubilé'tje
Van Uw Mina of Uw Sjaan,
Noe, het was do feest herdenking
Van zeshonderd jaar bestaan.
Rottordam, ik wensch je voorspoed
Sprak ik met ontroerde stem,
Word voor mijn part even oud als
Wijlen heer Methusalem.
Verder was er dat moet ook toch
Eventjes nog in de kraut
Hier in Rotterdam iets anders,
Iets bijzonders aan de hand.
't Was de grootsche expositie,
Nederlandscho nijverheid,
Nijver raakte je je centen
Daar in 't Lunapark kwijt.
Juni was een prettig maandje,
N. V. kreeg een nieuwe wet,
En na veol vcrgeefsche moeite
Werd ook Nobile gered.
Kijk ik wie die holdendaden
In de Noordpool heeft gedaan,
Dan zie ik ook Sjef van Dongen,
Onze Sjef, op 't lijstje staan.
Tegenstrijdig aan het spreekwoord:
Melk is o zoo goed voor elk
Werd er ook weer eens begonnen
Met het raellekprijsgemelk.
En al wil men ook beweren
Niet voor Jan (soms wel voor Piet?)
Ik zeg: 't is voor iedereen goed,
Voor den melkboer enkel niet.
Onze Waterstaatsminister
Gaf toen ook ineens een kik,
Want hij kreeg in Juni plotsklaps
'n Prachtig, helder oogenblik.
Want hij sprak toen tot de Kamer
Hij had zeker goed gemaft
Mijne hoeren, al die tollen
Moeten worden afgeschaft.
Toen is hij ingedommeld
Na dat tollenwetgepoch
En was Floris niet gekomen,
Lieve mensch, dan sliep hij nog.
Juli bracht heel veel ellende
In ons vaderlandsch bestaan,
Toen brak er een tijd van rampen
En van moord en doodslag aan.
Eerst een mijnramp in het Zuiden,
En nog wel een ramp in 't groot,
'n Tiental van die zwarte zwoegers
Vond daar in een mijn den dood.
Bij die open overwegen
Raakten nog wat auto's zoek,
'n Dood'lijk ongeluk geschieddo
Er in 't kamp bij Oldebroek.
Einde Juli, toen de spelen
Grootendeels waren gedaan,
Brak het plechtig oogenblikje
Van de plechtig' op'ning aan.
Onze Harry stond in 't midden
Zoo, dat iedereen hem zag
En hij legde toen zijn eed af
Met oen slip van Holland's vlag.
Toen begon opnieuw de wedstrijd,
Deze won en die kreeg klop,
En een 'ladderend stuk dundoek
Klom dan naar de hoogste top.
Kijk, zoo'n eer vond heel de wereld
Toen heroïsch, eervol, kloek,
En nu liggen al die vlaggen
Te vervuilen in een hoek.
Uit de Scheveningsche bajes
Raakten er weer een paar los,
Wat direct gevolgd werd door een
Overval in 't Haagsche Bosch.
Als ik zoo zou willen doorgaan,
Zou het dit zijn, wat u hoort:
Onbewaakte overwegen,
Moord en doodslag, doodslag moord,
'k Doe dan nog maar een paar grepen
Uit wat verder is geschied,
En 'k onthoud dan ook mijn hulde
Aan twee groote zwemsters niet.
't Zijn twee watervlugge dames,
Rietje Braun en Zus Baron,
Holland's grootste waterratten
In het nautisch Stadion.
En de mooie maand Augustus
Zette al heel prachtig in
Met den zeventigsten jaardag
Onzer Moeder-Koningin.
Maar ze kreeg een mooi cadeautje,
Zoo iets van een ton of zes,
Voor haar gouden jubileum
Als groot-Neerland's burgeres.
Limburg kreeg toen ook haar portie
Van het jaarlijksch wol en wee,
Want het plotselinge stormweer
Nam een serie huizon mee.
Bovendien viel er in Heerlen -
Ja, dat was een droeve stond
Onverwacht een vliegmachine
Tusschen menschen op den grond.
Verder wil 'k nog oven melden,
Met een hart vol pret en lol,
't Onverwachte overlijden
Van dien dooien Muidertol.
Botsingen op overwegen
Waren er nog menig keer,
Maar dat wordt nou knap vervelend,
Dus dat meld ik maar niet meer.
Lanfezaam liep het jaar ten einde
En de dagen gingen heen,
Maar men vond maar niet bij mij hoor
Gauw nog even een Jan Steen.
Trouwens in de schilderijen
Ging het dit jaar nogal fiks,
Kijk maar evon naar de opbrengst
Van de keurcollcctie Six!
Drie ton voor een schilderijtje,
'k Vraag U: Snapt U daar iets van,
Daar men die in elke winkel
Voor een kwartje krijgen kan.
Als ze zoo'n ding gaan vervalschen,
Want dat heb je bovendien,
Kan geen enk'le kunstenmaker
Somtijds hot verschil meer zien.
Even moet ik onderbreken
Om U 't feit te melden, dat
Ik bij deze lintjesregen
Weer geen lintje heb gehad.
Nummer één der postvliegen
Ging de lucht in, zeer gezwind,
Liet naar Indië zich drijven
Op de vlougels van do wind.
Nummer tweo, drie, vier, vijf volgden
Zwaar belast en zwaar bepakt.
En een kreeg er met een hooiberg
Eensklaps ongewenscht contact-
Nummer drie vorloor zijn vleugel
Bij het moeilijk dalingswerk
En de dapp're vliogenier keek
Treurend naar die „lamme vlerk".
Maar al ging 't ook niet zoo hoopvol,
Zooals 't wel had moeten gaan;
Toch staat Holland in de luchtvaart
Beter, vliegt zij, bovenaan.
Liebermann, die pracht Veendammer
Die 'm stiolcum was gesmeerd,
Word in Holsingfors, in Finland
Eindelijk gearresteerd.
En hoe vond U het berichtje
PlotsTing in de kranten, dat
Er twee honderd miljoen gulden
In 't regeeringspotje zat.
'k Dacht toen aan de overwegen,
Met oen opgewekt gezicht,
Want ik dacht, daar komen boomen,
Al wat open is gaat dicht.
'k Dacht aan al die slechte wegen,
Die er altijd nog maar zijn,
Aan de hoogo rijksbelasting,
Do accijns op brandewijn.
Maar do laatste is verminderd,
Op dat punt bon ik gerust,
Is dat, omdat de minister
Zelf zoo graag een neutje lust?
Toen weer zijn ze gaan verzinnen,
Als een allernieuwst cadeau,
Je jo facie thuis te sturen,
Draadloos door de radio.
Maar dat wordt me te gevaarlijk,
Want als dat zoo door blijft gaan,
Zal je ega spoedig zeggen:
Jij komt uit de Soos vandaan.
Op een allerliefst berichtje
Keek ik nog mijn oogen uit,
't Gazelen gaat v< rtaan anders,
Ministerieel besluit!
Eorptens krijg j' oen mooie leunstoel
En een lekkor veeronbed,
's Middags thee en 's morgens koffie,
Naar de letter van de wet.
Overdag ontvang je gasten,
Een sigaar, een kopje thee,
Bovendien nog ied'ren middag
Een exquis en fijn diner.
Zooveel liefde voor de menschen,
Kijk, dat doet je toch weer goed,
'k Hoef alleen nog maar te weten,
Hoo of i k daar komen moot.
In den Haag dacht de politie:
'k Schei er maar eens uit een keer
Met dat zoeken naar die moord'naars,
Want die vind ik toch niet meer.
Maar omdat ook daar d' agenten
Moeten waken voor hun oer,
Legden zij, geheel por ong'luk,
Maar een schoorsteenveger neer.
En zij arresteerde zestig
Jongemannen tègelijk,
Om een schot uit een onschuldig
Knalpistool op den Moerdijk.
Tc Meld tenslotte dat een storm weer,
Woodde over land en zee,
Hij nam vele menschenlevens
En veel menschonarboid mee.
Want wéér kwam de stormwind woeden
Mot meedoogenlooze kracht,
Wie zich pas nog veilig waande,
Voelde plotseling zijn macht.
En veel menschen, die er voeren
Vcrwog van de vcil'go reê.
Hebben toen hun dood gevonden
In de wijde schoot der zee.
„Nieuwe Zorg'' en do „Salento"
Zijn aan onze kust vergaan,
En de dapp're redders hadden
Toch ook nu hun plicht gedaan.
Want het kindje, dat met Moeder
Tuurde naar de wijde zee:
En dat vroeg of Vader wéérkwam,
Kreeg oen traan, een kus, en „Nee!"
'k Meld u van de postvliegtuigen,
Die uit Indië zijn gekeerd,
En van de accijnsverlaging
Op Schiedam gedistilleerd.
Holland breng daarvoor uw hulde
Aan den opperheer de Geer
Niemand uwer zal gaan zingen:
„Nee, we lusten 'm niet meer!"
En zoo gauw de prijs verlaagd is
Geef ik U een reuzcfuif
Ieder dertien ouwe klare
Daarna erwtensoep met kluif.
Jantje Nathals zal 'm raken,
Maar z'n neus is toch al rood,
Gerrit Kurk ligt dun heel spoedig
lederen avond in de goot.
Hein de Lik zal dan gaan donken?
Voortaan krijg je snaps cadeau,
Hij gaat permanent logeeren
Op het stadspoliticb'rcau
We beginnen met een optocht
Voorop wandelt Kobus Kruik,
Met z'n rooie-bicten-govel
En z'n pracht jenoverbuik.
Nog wol heel wat moordpartijen
Zijn er sindsdien nog geweest,
Maar geen nood, de Koninklijke
Academie vierde feest.
Honderd jaar heoft zij gearbeid,
Honderd jaar heeft zij bestaan,
Op een tiental oxtra moorden
Komt het dan toch niet opaan.
Onze groote Kaëlemmors
Toonden zich weer onbeducht
Met hun laatste postverzending
Op hun Insulinde-vlucht.
Telkens kleiner werd de afstand,
Tolkens nauwer werd de band,
't Is nu bijna te beschreeuwen
Indië en Nederland.
En terwijl do vliegmachine
Door de wijde luchten gaat,
Praten wij mot Insulindo
Zoo maar ijskoud zonder draad.
Want op 't nllorlaatsto einde
Van het afgeloopen jaar
Was het: HollandInsulindo,
Zalig Kerstfeest en Niouwjaar.
Zoo is 't oude jaar vorloopen,
Met zijn wol en mot zijn wee,
Vraag eens ieder voor u zolven:
Nou hoe was het viel hot moe?
Even achterom gokekon
Dan vooruit den blik gewond,
Want eon nieuw jaar is gekomen,
't Oude jaar is aan zijn end.
Ook dit jaar weer moedig voorwaarts,
Ook al is het soms een toer,
Voorspoed en geluk en zegen
Wenscht u dit jaar
TROUBADOUR.