BEEKMAN Gem. Berichten. loet isoleeren. Men moet ze verdeelen ver verschillende bouwvereenigingen. ■Stemmen: Dat spreekt vanzelf). Spr. hoopt, dat zijn voorstellen door B. :n W. zullen worden overgenomen. Verder vraagt hij of de gemeente niet an toestaan, dat sommige woningen van ouwvereenigingen die voortdurend leeg Laan, wat lager in huur worden gesteld, aar er dan kans bestaat dat zij later erhuurd worden. Dat kan best, omdat e vereenigingen hun annuïteiten ge- rouw afbetalen. Verder is spr. niet te reden over het antwoord van B. en W. uzake de bevoeging van een 7e lid aan iet bestuur der gemeentewoningen. B. on V. berichten, dat het bestuur geen aan beveling kan doen en zijn zullen zich na- Ier beraden. Vier jaar geleden is die toe- oeging n.b. aangevraagd en nog weten dj niet wat te doen. Indertijd is door don beer Huurman do toezegging gedaan, dat 'iet bestuur geen bezwaar had tegen die oevoeging, als de heer v. Stralen maar -•en geschikten man kon aanwijzen. De heer Huurman: Daar hebben wij het. De heer Kooistra: Ja, men kan al- Lijd wel zeggen, dat iemand niet ge schikt is. Wij hebben iemand aangewezen en het bestuur zal nu moeten aantoonen, dat leze man niet geschikt is. Spr. spreekt :ijn ontstemming uit over het gebrek aan nedeworking zoowel van het bestuur als van B. en W. Het is kwart voor 6 en de voorzitter -.chorst de vergadering tot 's avonds •iwart over 8. AVONDZITTING. Zorg voor de industrie. Aan het woord is thans de heer Man- Iers. Spr. is niet geheel voldaan over het vntwoord van B. en W. op de wenschen ot verbetering van de stad. Aan de meest iroductieve werken moet de meeste aan lacht worden geschonken. Er zijn vele oorstellen ingediend, waarvan de grond- .edachte spr.'s sympathie heeft, zooals de oorstellen tot belasting- en tariefverla- ;ing en het voorstel tot omzetting van ./eiland in tuinland. Maar practisch aeht pr. ze niet uitvoerbaar. Speciaal het aatstgenoemde voorstel onderwerpt spr. an critiek. Er heerscht op het gebied van 'e tuinbouw een overproductie. Desniette- oin wil hij het voorstel steunen, omdat oorgesteld wordt een onderzoek in te tellen en dat kan men allicht doen. De heer Wilbrink: En je weet al, lat het niks is. De heer Manders komt thans tot zijn oorstellen. De Voorz. heeft gezegd, dat het ollege van B. en W. er niet op zal ant woorden. Doch er zijn meer voorstellen, die liet bij de sectievergaderingen besproken ijn, zooals het voorstel-Sijtsma. De Voorz.: Dat is om praeadvies ge daan. De heer M a n d e r sDan stel ik voor lat ook op mijn voorstellen praeadvies ge geven zal worden. Spr. wijst daarna op het nut van de be mesting met stadsvuil, waaraan Leiden ook ets behoort te doen. Wij hebben verder bier in Leiden als industrie-stad behoefte tan goede verbindingswegen. De industrio noet zorgen, voor de inkomsten en de stad noet dus de industrie aanlokken. Verschil- ende steden geven een goed voorbeeld, la- en wij oppassen niet achteraan te komen. Sr valt hier nog heel wat te doen en spr. beveelt daarom zijn voorstel tot instellen /an een studie-commissie met warmte aan. Daarin moeten ook vertegenwoordigers van landel en industrie zitting hebben naast vertegenwoordigers der burgerij. Men moet liet alleen letten op goede verkeerswegen m de stad, maar ook op goede toegangswe gen tot de stad, en ook daaraan mankeert heel wat, hetgeen spr. met voorbeelden toe licht. Er zijn voor verbetering van .het stadsverkeer verscheidene voorstellen inge diend, doch op dit gebied moeten wij het aitbreidingsplan eerst afwachten. Zoolang zal het niet meer duren. De voorstellen tot verbetering van de volkshuisvesting zal spr. gaarne steunen. Wat de werkloozen- stoun betreft, zegt spr., dat hij de beste steun vindt: bevordering van handel en industrie. Spr. treedt daarop in een gedetailleerde beschouwing van de onderwijsbegrooting speciaal wat de schoolgeldheffing betreft, welke hij onlogisch en onbillijk vindt. Wie het maximum betaalt, betaalt eigenlijk dubbel. Spr. beveelt een herziening drin gend aan. Omtrent de kwestie politie-brandweer kan spr. zich met B. en W. vereenigen. Wat de wethouderssalarissen betreft, deel ik De heer Wilbrink: Wou je deelen! (Gelach). De heer Mandersde meening van hen, die de salarissen der wethouders veel te laag vinden. Spr. zou een salaris van minstens 5000 wenschen zoolang het particulier salaris van den wethouder 2500 bedraagt of minder. Spr. zal geen voorstel in dien geest doen De heer Wilbrink: Waarom niet De heer Mandersmaar zou het denkbeeld wel willen aanbevelen. De financieele specialiteit De heer de Reede meent, dat het woord: bezuiniging, wel gehoord wordt, maar dat daarvan weinig uit de begrooting blijkt. Dat is geen verwijt aan B. en W., want. de begrooting van Leiden is uiterst moeilijk naar beneden te krijgen. Spr. zou echter gaarne zien aangegeven 'n richting, waarin men bezuiniging zou kunnen zoe ken. Thans blijft het een tasten in het duis ter. Toch blijkt het dat spr.'s opmerkingen indertijd goede diensten hebben gedaan. Zoo was het een goede gedachte om in den begeleidbrief een overzicht te geven van den vermoedelijken financieelen stand in 1929. Daaruit blijkt, dat de toestand achter uit gaat. In 1927 was er een tekort van 40.0.00, in 1928 van 90.000 en voor 1929 van 160.000. En. het ziet er naar uit, dat er nog grootere tekorten zullen komen. Er is geen voldoende overschot om de steeds -stijgende tekorten te dekken. Het karakter ider uitgaven is constant en rit voor lange jaren vast tengevolge van de leeningspoli- tiek, welke men niet w i 1 loslaten, wat zeg gen wilniet kan loslaten. Spr. citeert daarbij de thesaurier-generaal der Neder landen, die de leeningspolitiek der gemeen ten eveneens bespreekt en een ernstig woord van waarschuwing laat hooren, en den heer A. Colijn. Deze bevrorenheid der gemeentefinanciën maakt het steeds moei lijker om tot normale toestanden terug te keeren. Hoe zal do gemeente in de toekomst haar taak behoorlijk kunnen financieren Er valt geen vaste lijn te onderkennen in de financieele politiek der gemeente. Spr. ziet slechts twee zwakke lichtpunten, n.l. de winsten der lichtfabrieken in de gas fabriek zit geen voortgang meer en ten tweede de mogelijkheid van tot standko- ming van een betere financieele verhouding tusschen Bijk en gemeente. iPammer dat B. en W. niet hebben medegedeeld, wat dat wetsontwerp voor Leiden zal kunnen be- teekenen. Maar afgezien van de totstandkoming van die wet, wil spr. nagaan of do finan cieele politiek niet in andere banen kan worden geleid. Van een wijziging der belas tingen is in dezen raad geen sprake. De voorstellen van den heer v. Eek hebben geen andere strekking dan om de ge- meente-financiën volkomen te ontwrichten. Het voorstel tot verhooging van den aftrek van het onbelastbaar inkomen hoeft spr.'s sympathie, evenals de andere verlagingen, maar zij zijn practisch ondoorvoerbaar, om dat daardoor veel te veel verlies geleden zal worden, tezamen meer dan 5 ton, waar tegenover de heer v. Eek een heel geringe compensatie heeft gesteld. Wijziging van de progressie kan niet, deze is toch al scherp genoeg. Er staan alle mogelijke ver beteringen op het programma, maar waar moet het geld vandaan komen Een technische herziening van de tarie ven der lichtfabrieken kan gunstig wer ken op de winst dezer fabrieken. De heffing der opcenten op de personeele belasting kan niet verlaagd worden. Alles bij elkaar concludeert spr. dat de bolastingpolitiek niet gewijzijigd kan worden en dat men de nieuwe regeling tusschen Rijk en gemeente moet afwachten. Komende tot zijn voorstellen verdedigt hij de onderbrenging van de uitgaven voor de Leidsche Hout onder den gewonen dienst en een wijziging van de berekening van de vermoedelijke opbrengst der plaat selijke belasting. Verder vestigt spr. de aandacht op de onvoldoende salarieering van het secreta rie-personeel, waardoor Leiden de goede krachten wegjaagt. Tegen een wethouderssalaris in 't alge meen is spr. niet, wel tegen de pensioen regeling die eraan verbonden is, welke tot allerlei excessen, zooals cumulatie van pen sioenen, aanleiding geeft. Spr. is niet voor een verhooging der bestaande wethouder- lijke salarissen. A. R. princiepen. De heer Parmentiei vindt, dat de Algemeene Beschouwingen zoo „algemeen" zijn geworden, dat er heel wat kostbare tijd verloren gaat. Toch kan spr. het niet over zich verkrijgen om de beschouwingen van den heer v. Eek onbestreden te laten. De heer v. Eek heeft als geneesmiddel tegen de nooden der tijden aangegeven het weg nemen van het kapitalisme door uitbrei ding van de overheidsbemoeiing. Spr. ont kent niet de bestaande ellende, maar hij gelooft niet dat het kapitalisme daarvan de oorzaak is, doch de zondeval van den mensch. Dat leert den A. Rev. de H. Schrift, welke voor hem de kenbron en richtlijn is voor het werkelijke leven. Spr. zet nader de A. R. levensbeschouwing uiteen. Een der voornaamste oorzaken der ellende is het aangeboren individualisme van den mensch. Om dat individualisme in te perken is do overheid ingesteld. Dat geeft tevens de grenzen aan van de overheidsbemoeiing, die het particulier ini tiatief zooveel mogelijk vrijheid behoort te laten. PRAAT-POËZIE UIT HET DAGBOEK VAN EEN LUISTERAAR. Maandag. Nummer één is dus begonnen, Sijtsma opende de rij, En hij sleepte 't is zijn stokpaard Er het Levendaal weer bij. 'k Zou hem even willen vragen, Eed'le democraat hoe is 't? Zeg, hoe komt het, dat U altijd In zulk troebel water vischt? Heer van Eek, esdeapeër, Strijder tegen kapitaal, Maakt zoo gauw men gaat begrooten, Economisch groot-kabaai. En precies als Poot, de dichter, Droomt hij in een ver verschiet, Van den Leidenaar, die 't onkruid Uit zijn eigen tuintje wiedt. Heer van Eek, als in de toekomst Elk zijn eigen piepers poot, Dat is dan toch democratisch Zijn dan ook die piepers rood? Nee maar, dat is toch wel erreg Als je hoort waar 't over gaat, Alsmaar wordt er over 't luchtje Van het Levendaal gepraat-. Verder over rioleering En het dempen van een gracht, Want dat hebben ze vergeten, Niemand heeft er aan gedacht. Raadsheer Schüller hield een rede Waarin hij vertelde, dat 't Was toen hallef zes geworden Burgemeester 'k ben het zat. Wellicht kreeg hij van het spreken Over al dat water, dorst En dus werd de middagzitting Tot den avond toen geschorst. De heer v. Eek gelooft in een hoogere maatschappij, maar hoe dat rijmt met het beginsel van den klassenstrijd begrijpt spr. niet. Do A. R. stellen daar tegenover de ge hoorzaamheid aan den wil Gods. De voor stellen der S. D. A. P. komen alles bij elkaar neer op een meerdere uitgave van circa een half millioen. Hoe kan men ver wachten, dat deze voorstellen uitvoerbaar zijn, als men den slechtx financieelen toe stand der gemeente kent. Het tuinbouw- voorstel van den heer v. Eek heeft spr. al heel erg verwonderd. Waarom heeft de heer v. Eek juist het tuinbouwbedrijf uit gekozen, dat zoo slecht rendeert. Waarom geen gloeilampenfabriek, of stofzuigersfa- briek of kunstzijdefabriek? Het voorstel is werkelijk het toppunt van idealistische theoretica. Verbetering v. d. Haarlemmerweg. De heer v. T o 1 wenscht geen breed be toog op te zetten. Hij bespreekt den toe stand aan den Haarlemmerweg en dringt aan op spoedige verbreeding wat heel goed mogelijk is, daar do helft der tuintjes eigen dom is van de gemeente. Spr. heeft in dien geest een voorstel in gediend. Ook demping van de Mare acht spr. noodzakelijk. Ingaande op een opmerking van den heer v. Eek, dat de Christel, ar beiders steeds hebben meegewerkt om de voorstellen van de S. D. A. P. te verwer pen, merkt spr. op, dat de Christel, arbei ders de voorstellen steeds uit het oogpunt van hot algemeene belang beschouwen en niet uitsluitend van het klasse-belang. Onderwijswenken. De heer V erwey wil een lans breken voor meerder overleg met do onderwijzers- organisaties. Dat is toch een eisch van den modernen tijd, en hier wil men er nog stee-Is niet ran. Een onderwijzer heeft ook een reel -oei en hee't behoefte om dat te uiten. Ueerder overleg is een eisch van rechtvaardigheid en heeft niets te maken met revolntie of sociaal-democratie. Spr. heeft er geen voorstel van gemaakt, doch doet een beroep op de democratische ge voelens, welke in een tegenwoordig gemeen tebestuur aanwezig behooren te zijn. Daarna komt spr. tot het bewaarschool- onderwijs. De heer v. Es heeft zich een voorstander getoond van uitsluitend bijzon der bewaarschoolonderwijs met subsidie van de gemeente, doch spr. is een voorstander van openbaar bewaarschoolonderwijs. Er is een groote achterstand op dit gebied. Waarom wacht men nog steeds met den bouw van een openb. bewaarschool in de Kooi, terwijl er toch een raadsbesluit in dien geest is genomen. Ten slotte dringt spr. aan op spoedige regeling van het medisch schooltoezicht. Meer zorg voor de werkloozen. De heer Baart constateert, dat de uit voering van groote werken ten bate der werkloozen achterwege blijft en dat er in 't algemeen bitter weinig voor de werkloo zen wordt gedaan. Het eenige is de voort zetting van de omvormingscursus en de instelling van een cursus in autogeen las- schen. Maar dat brengt geen wijziging in de algemeene werkloosheidstoestand, wan neer daarnaast geen meerdere werkgelegen heid wordt geschapen. Wat B. en W. voor werkverruiming hebben gedaan is practisch niet meer dan steunverleening met ver plichting tot arbeiden. Spr. doelt op de werkverschaffing aan de Leidsche Hout, waarbij veel te lage loonen worden uitge keerd. Hij meent, dat de gemeente andere middelen moest aanwenden en hij wijst in dit verband op de voorstellen tot demping van de Mare en Levendaal, waarbij ver scheidene werkloozen tewerk gesteld zou den kunnen worden. Spr. erkent, dat er eenige verbetering in de steunverleening is aangebracht, doch een algemeene verbe tering is dat niet en aan den anderen kant is weer een verslechtering aange- En met veel enthousiasme Met geweldig feu sacré Werd er weer opnieuw begonnen Heel de raadszaal deed weer mee. Eerst wat nieuwe praat-voorstellen Kondigde de praeses aan, 't Kwik der voorstel-thermometer Ging ineens op veertig staan. 'k Heb aandachtig toen geluisterd Naar wat raadsheer Schüller zee; 't Ging toen g'loof ik over erfpacht, 'k Wou nog roepen: Ik doe mee! Want wat grond te gaan verpachten, Dat brengt centjes op gewis, En 'k wil ook heel graag present zijn, Als er wat te erven is. Overheid en onderdanen, Was het volgende recept, Een vermaning tot de burgers: Menschen, houden wat je hebt. Werkeloosheid, Zondagsoptocht, Stonden toen weer voor de deur En„je mag op straat niet zingen" Geeft politie-willekeur. Toen kwam 't wethouderssalaris Tn 't raadsheerlijke debat, Eentje zei er: da's een baantje Voor de lolHoe vindt u dat? Dat salaris moet niet hoog zijn, Dat salaris blijve kag, Anders wordt het veel te lollig En dan zijn ze 't veel te graag. Zoo, nou gaan we eens verhuizen, Want die markten zijn we moe, En dus gaat de groenteveiling Voortaan naar de kaasmarkt toe. Verder nog wat boomen rooien En wat nieuwe weer geplant, Maar we gaan geen weiland maken Tot een stadstuinierdersland. En de vollegende spreker Was bijzonder goed gebekt, Alles wat er voorgesteld was bracht, hetgeen spr. met cijfers aantoont. Spr. stelt voor, voor de wachtdagen van werkloozen gemeentelijke steun uit te kee ren, wat spr. billijk acht en uitvoerig ver dedigt. Verder meent spr. dat de plantsoenwacht niet zooals B. en W. willen, moet worden vervangen door politie-controle. Dat is weer een gelegenheid om een werklooze aan werk te helpen. Ook is spr. het niet eens met den heer Bosman, die den plantsoendienst aan particulieren wil overlaten. De plantsoendienst moet in han den van de gemeente blijven, evenals de uitvoering van het straatwerk, dat in zeer vele gemeenten in eigen beheer is. Uitbe steding van het straatwerk is misschien wel goedkooper, maar daarom nog niet be ter. Dat geeft bem aanleiding om erop aan te dringen dat de z.g. „jonge" straatmakers, in vasten dienst worden genomen. Verder vraagt spr. wanneer het algem. werklieden reglement nu eens verwacht kan worden. Deze zaak is urgent en ondanks alle toe zeggingen zit er maar geen schot in. Spr. is het niet eens met de opvatting van den heer Wilmer over de medezeggen schap. De socialistische opvatting gaat veel verder en wil medezeggenschap in de be drijven, niet alleen over de arbeidsvoor waarden. Zelfs in de Christel, vakbeweging dringt het besef door dat medezeggenschap niet langer is tegen te houden. De geschiede nis bewijst, dat de S. D. A. P. steeds als sleepboot fungeert. De heer Wilbrink: Ja, je bent een stoomboot, hoor. De heer Baart: Het is toch maar een feit dat onze beweging steeds groeit. De heer Eikerbout: En toch zullon wij jullie nog wel eens op sleeptouw nemen. De heer Baart gaat voort met te voor spellen dat de medezeggenschap later door allen zal worden aanvaard. Verder bepleit spr. het meer gebruik maken van de ar beidsbeurs bij vacatures. Laat men eerst gaan zoeken onder de werkloozen. De heer Wilbrink: Moet men dan eerst werkloos zijn, om een baantje bij de gemeente te brijgen? De heer Baart: Neen, maar er staan toch geschikte krachten ingeschreven. Verder bepleit spr. de openstelling van de zweminrichting de Zijl op Zondagmor gen. De L. Zwem-Inr. is 's Zondagsmorgens wel open. Spr. heeft een voorstel ingediend om een werklooze aan te stellen voor de werk zaamheden op Zaterdagmiddag aan het badhuis. Thans wordt daar de 48-urige werkweek wederrechtelijk overschreden. Spr. kan dat niet kleinzielig vinden, zoo als de heer Wilmer dat voorstel noemde. Een wetsovertreding is toch een ernstige zaak. Het betreft hier iemand, die reeds 48 uur gewerkt heeft en er nu iets bij ver dient. De heer Wilmer: U moet een proces verbaal uitlokken. De heer Baart: Ja, dat zou zeker ge- wenscht zijn. Spr. haalt zelfs een uitspraak van den Hoogen Raad aan, om te bewijzen, dat zulk een handelwijze in strijd is met de wet. Nalatigheid? De heer Meynen wenscht in te gaan op hetgeen de heer Verwey gezegd heeft. Spr. kan niet inzien, dat hij persoonlijk als wethouder nalatig is geweest in het ple gen van overleg met de onderwijzers en vraagt den heer Verwey om dat nader aan te toonen. Een geforceerd einde. Verscheidene stemmen gaan op om de beraadslagingen te schorsen. Heb is reeds half 12. Een desbetreffend voorstel van den heer v. Eek wordt aangenomen met 16 tegen 13 stemmen. De raad heeft er genoeg van. De vergadering wordt geschorst tot Woensdagmiddag 2 uur. Door Van Eek werd nu genekt. 't Was de allerlaatste acte Die hiermee was ingezet, Daarna gingen alle leden Afgemat en schor naar bed. Dinsdag. Dinsdagmiddag ten twee ure, Was de Raad opnieuw bijeen, Over al wat was behandeld Gleed de heer Romijn toen heen. En het vreugdevolst cadeautje Wat niet één lid had verwacht, Was de baby-jubilaris, Die „ter tafel" werd gebracht. En weer rook ik toen de geuren In 't raadsheerlijke lokaal Van het kabbelende water Van 't aloude Levendaal. „Dertig dikke stratenmakers" Kwamen toen op het tapijt, Raadsheer Bosman zuchtte luide: Waren wij ze maar weer kwijt. En wat nieuwe industrieën Konden er dan nog wel bij, Voor de heeren in de raadszaal Een sigarenmakerij. De politie en de brandweer Worden één, wist u daarvan? 'fc Schijnt dus, dat je met een sabel Ook een brandje blusschen kan. 5t Vuur van brand of oproer blusscher Ligt toch in dezelfde lijn En het voordeel is, zij zullen „Gedresseerde mannen" zijn. „Dat de Zijlpoort veel te nauw is Heeft nu lang genoeg geduurd", Maar dat vind ik geen bezwaar hier, 't Kerkhof is toch in de buurt. Straataanleg en woningbouw is Nu voor heden het besluit. Morgen ga ik wel weer verder Maar nou schei ik er mee uit. TROUBADOUR. (Wordt vervolgd). INGEZONDEN MEDEDEELING. Korevaarstraat 5352 ONGELUKKEN. SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER. Jongen door een auto aangere den. De bestuurder beschonken. Maandagavond omstreeks 7 uur heeft een automobiel, die in de richting Amster dam reed, op den Amsterdamschen Straat weg, te Zuilen, met een zeer groote snel heid een jongen uit die gemeente, een ze keren S., aangereden, waardoor de knaap ernstig verwond werd. De bestuurder van den auto heeft zich van het voorgevallene niets aangetrokken en is met dezelfde snelheid voortgejakkerd in de richting Maarssen. Hij heeft zijn snel heidswoede echter niet lang kunnen bot vieren. Even vóór Maarssen, ter hoogte van het gebouw van den A. B. T. B. is hij met groote vaart tegen een der langs den weg staande boomen gebotst, tengevolge waar van het voorste deel van zijn auto geheel vernield werd. De bestuurder liep toen meteen in de val. Hij is door de verkeers politie uit Utrecht naar Zuilen overge bracht, daar men te Zuilen aanhouding had verzocht. Bij onderzoek bleek de man he vig beschonken te zijn. Hij was de eenige passagier van den auto. De aangereden jongen is naar de Rijks klinieken te Utrecht vervoerd en aldaar ter verpleging opgenomen. Twee wielrijders onder een autOu Gisteravond omstreeks half elf is op het Bezuidenhout te Den Haag bij de blauwe tram, een ongeluk gebeurd. Een heer en dame kwamen per fiets uit de richting Scheveningen en werden door een auto, die hen tegemoet kwam en waarin een heer en dame gezeten waren, overreden. Volgens ooggetuigen reed de auto verkeerd. Beide wielrijders sloegen tegen den grond en werden gewond. De dame was o.a. aan een der beenen ge kwetst, doch de heer scheen er ernstiger aan toe te zijn en werd door den Ge- neesk. Dienst naar het Ziekenhuis aan den Zuidwal gebracht. De bestuurder van den auto werd door de politie aangehouden. Doordat de fietsen onder den auto za ten moest de wagen worden weggesleept. Auto-botsing. Toen gisterenmorgen de autobus van Dostvogels nabij het grenskantoor Wern- houtsburg kwam om daar in de buurt meisjeB voor de dagploeg der Kunstzijde- fabrik te Breda op te halen, passeerde daar ook juist de tram welke machine een dikke rookmassa uitliet. Tezelfdertijd na derde van over de Belg. grens een per sonenauto. De bestuurders konden echter tengevolge van de gezichtsbelemmerende rook elkaar niet zien en het gevolg was dan ook dat beide auto's met elkaar in botsing kwamen en de autobus naast den weg in de sloot kantelde. Beide voertui gen bekwamen belangrijke schade. Ge lukkig echter hadden geen van beide be stuurders passagiers, terwijl wonder bo ven wonder ook verder geen persoonlijke ongelukken voorkwamen. DE BRAND TE HELMOND. Vier personen in het tijdelijk onderdak van de tweede verdieping gevallen. Men meldt uit Helmond aan de „Msb.": Wegens den plaats gehad hebbenden brand is het kantoorpersoneel der firma Carp op verschillende plaatsen in de stad ondergebracht. Een gedeelte heeft thans hare lokalen in de Cartonnagefabriek „Het Zuiden". Gisterenmiddag is hen daar een ongeluk overkomen. Vier personen vielen nJ. door een ballustrade van de 2e verdie ping en kwamen op de binnenplaats terecht. Mej. v. W. en de heer van Z. be kwamen hierbij ernstige verwondingen en inwendige kneuzingen, zoodat zij naar het R. K. Gasthuis vervoerd moesten wor den. De twee anderen kwamen er af met lichte ontvellingen en konden ter plaatse behandeld worden. Doodelijke val. De 33-jarige veehouder J. de Groot te Grouw is bij het snoeien uit een boom gevallen en kort daarop overleden. De heer P. A., wonende a. d. Haag- dijk te Breda viel, naar het „D. v. N.B." meldt, zoodanig van de trap, dat de dood na enkele uren intrad. Verdronken. Maandagavond is in de Ringvaart op de grens van Heemstede en Haarlemmermeer de 29-jarige Th. van R. verdronken. Men vermoedt dat hier misdaad in het spel is. Het onderzoek is in vollen gang.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 6