SPORT.
Ten slotte heeft spr. bezwaar tegen de
toepassing van de Zondagswet. Optochten
zijn in 't algemeen geen publieke verma
kelijkheden en toch worden ze hier verbo
den. Dat is hinderlijk en voor ee.i groot
gedeelte der inwoners hatelijk. Men moet
iemand niet dwingen den Zondag op de
zelfde wijze door te brengen als de ortho
doxe Protestanten. De Zondagswet is ver
ouderd en kan niet in zijn geheel worden
toegepast. Het beste is haar toe te passen
iu den geest der bevolking en van de vier
volksdeelen van Leiden is alleen het or
thodox protestantsche volksdeel voor het
handhaven van het verbod van optochten.
Spr. vraagt alleen verlof tot het houden
van optochten in den namiddag. Spr. zou
dat ook willen uitbreiden tot het toestaan
van muziek op Zondagmiddag in de koffie
huizen.
Over het beleid van B. en W. zegt spr.
dat hij gaarne den ijver en de bekwaam
heid van het college van B. 'en W. erkent,
maar zij missen het geloof in betere tij
den, dat het socialisme kenmerkt, zij kun
nen zich niet losmaken van hun .kapitalis
tische begrippen en hun politiek is daar
door ook tot onvruchtbaarheid gedoemd.
Het zal van de democratische elementen
van de rechterzijde afhangen of de voor
stellen der S.D.A.P. zullen worden aange
nomen.
De V o o r z. deelt daarna mede, dat de
heer Heemskerk een voorstel heeft inge
diend om een reductie op de gas- en elec-
trieiteitsprijzen voor de groote gezinnen te
verleenen.
De Seider der A. R. is kort.
De heer v. E s zegt, dat de A. R. fractie
een oogenblik overwogen heeft om niet
aa/i de algem. beschouwingen deel te ne
men, doch het is gewenscht in het kort te
antwoorden op hetgeen gezegd is.
In 't algemeen wenscht spr.'s fractie zoo
veel mogelijk het beleid van B. en W. te
steunen.
Met verschillende voorstellen van de S.D.
A.P. kan zijn fractie niet meegaan. Wij zul
len voorzichtig moeten zijn en ons wachten
om de eerste stap te zetten op den ver
keerden weg. Sedert de mislukking van
1918 heeft de S.D.A.P. haar tactiek veran
dert en probeert zij geleidelijk de macht te
winnen. Spr. gaat niet mee met de uitbrei
ding van de overheidsbedrijven, evenmin
als met de pogingen om de handhaving van
de Zondagswet op.losse schroeven te zetten
Spr. dringt erop aan dat bijzonder be-
waarschoolonderwijs met steun van de ge
meente zal tot stand komen. Hij juicht het
toe, dat kermisvermakelijkheden en vertoo
ningen met gedresseerde dieren zooveel
mogelijk worden geweerd. Dergelijke ver
tooningen verheffen het volk niet.
De heer Schüller in het strijdperk.
De heer Schüller wijst erop, dat hei niet
principieel is van den heer v. Es, dat hij
„zooveel mogelijk" de Zondagswet wil
handhaven. Men is ervoor of men is er te
gen. Zijn de rechterpartijen het niet eens
met de principieele beschouwingen van den
heer v. Eek, dan dienen de leiders daarop
eveneens principieel in te gaan..
De heer Huurman: Ben jij de voor
zitter
De heer Schüller: De heer Huurman
maakt allerlei interrupties, maar een be
hoorlijk debat met een-onzer partijgenoo-
ten heeft hij nooit aangedurfd (groot ge
lach).
De heer Huurman: Heen, met jou
durf ik dat niet aan.
De heer Heemskerk: Je zult een
cursus moeten gaan volgen.
De heer Schüller is van meening, dat
er belangrijke verbeteringen in de stad
zullen kunnen worden uitgevoerd, als B.
en W. hun aandacht er maar aan wijden.
Spr. noemt o.a. de Haarlemmerweg, de
sraataanleg bij de centrale rioleering. Over
de brandweer zal spr. weinig zeggen, of
schoon hij daarmede niet wil te kennen
geven, dat de toestand bij de brandweer
goed is. B. en W. hebben echter toezegging
gedaan en met spr.'s opmerkingen is reeds
hier en daar rekening gehouden.
Bij zijn verdediging van de demping van
het Levendaal en de Mare vraagt spr. o.a.
waarom B. en W. hem niet geantwoord
hebben over de verandering van de Lange-
grachtbrug. De toestand op de Mare wordt
langzamerhand onhoudbaar, terwijl hei een
prachtige gelegenheid is voor werkver
schaffing. De kosten zouden 97.000 bedra
gen, doch dan moeten de bruggen verbeterd
worden en een duiker gelegd, wat alles te
zamen een bedrag van 77.000 vordert.
Dat scheelt niet zooveel met demipng. Het
voorstel-Elkerbout om een groote Noord-
Zuid-verbindingsweg te vormen door ge
deeltelijke demping van de Mare, acht spr.
niet geheel èn al wenschelijk. Z.i. moe: dat
afhangen van het al of niet besluiten tot
demping van de Mare.
De heer Sijtsma maakt met zijn verde
diging voor de demping van het Levendaal
een bedroevende indruk. Vorig jaar heeft
hij zich laten afschepen met de toezegging,
dat de zaak ter sprake zou komen bij het
uitbreidingsplan, Spr. is voor een onmid
dellijk opmaken van een plan om tot dem
ping over te gaan. Over de noodzakelijk
heid van demping zijn allen het eens, al
leen gaat het om het tijdstip.
In 1923 hebben B. en W. een kosten
berekening gemaakt van demping tot de
Utrechtsche brug.
De heer v. Es: Demping van de Utrecht
sche brug?
De heer Schüller: Ik kan heel goed
tegen een aardigheidje, maar als de heer
v. Es de zaak in het belachelijke wil trek
ken, moet hij zulke grappen maar verkoo-
pen bij zijn homoeopathische patiënten
(Groot gelach).
Voortgaande bestrijdt spr. de cijfers van
deze kostenberekening, welke hij te hoog
acht. Maar overigens spelen voor spr. de
hooge kosten geen hoofdzaak. Hoofdzaak
is het belang der gemeente. De toestand
van vervuiling is, ondanks vele verbete
ringspogingen niets verbeterd. Spr. citeert
tot staving daarvan het rapport van den
heer Steen v. Ommeren en van prof. Bak-
huyzen Rozenboom, die beiden demping be
schouwen als liet eenige middel om tot een
af loendc verbetering, te geraken.
Het einde van het lange citaat bracht
opeens een verrassende wending:„en
vervolgens, meneer de voorzitter, stel ik
voor, de beraadslagingen te Bchorsen tot
vanavond kwart over acht" (Daverend ge
lach).
De voorzitter, die nog graag was door wil
gaan, brengt dit voorstel in stemming en
het wordt aangenomen met 11 tegen 9
stemmen.
Het is nog vóór half 6. De Raad had er
blijkbaar gene eg van.
AVONDZITTING.
Te kwart over S wordt de vergadering
heropend.
De voorzitter deelt mede, dat de
heer v. Tol een voorstel heeft ingediend
tot het onmiddellijk indienen van plan
nen tot verbetering van den Haarlem
merweg. (Dit voorstel is precies het 40ste 1)
De heer Schüller vervolgt zijn be
toog over de vervuiling van het Leven
daal, met het verder citeeren van de bo
ven genoemde rapporten.
Behalve uit het oogpunt van volksge
zondheid is demping van het Levendaal
noodzakelijk uit verkeersoogpunt. Spr. be
grijpt niet, waarom de heer Eikerbout een
eigen voorstel heeft ingediend. Evenmin
waarom de heer Sijtsma hetzelfde als spr.
moest voorstellen.
Dan behandelt spr. zijn voorstel tot het
uitgeven van grond in erfpacht. Het is
gewenscht, dat de gemeente een flink
comp ex grond in eigendom heeft, om een
goede cn regelmatige uitbreiding van de
stad te verzekeren;
ten tweede in het belang van de volks
huisvesting; en
ten derde in het belang van de finan
ciën, al kan dit laatste geen hoofdmotief
zijn.
Die voordeelen kan het grondbedrijf al
leen opleveren als de grond in eigendom
van de gemeente blijft. Dat wordt alleen
verzekerd door het erfpachtstelsel. B. en
W. meenen, dat dit in ieder geval afzon
derlijk moet worden overwogen, en dat
een algemeen erfpachtstelsel voor Leiden
geen aanbeveling verdient. Zij motiveeren
die uitspraak niet, waarom spr. vraagt
die motiveering alsnog te willen geven.
Een argument tegen het stelsel wordt ge
noemd de omstandigheid, dat de banken
geen hypotheek geven op erfpachtsgron-
den, doch spr. noemt steden, waar dat
wel degelijk gebeurt. Er is voldoende ge
meentegrond in Leiden om tot invoering
van het erfpachtstelsel over te gaan. Spr.
haalt als voorbeeld haarlem en Maastricht
aan, die ongeveer evenveel gronden be
zitten. Ook in andere steden is het stelsel
toegepast.
Spr, gaat nader in op de tinancieele
voordeelen van het erfpachtstelsel, zijn
betoog toelichtend met de voorbeelden
van Leeuwarden en Den Haag.
Het zijn niet alleen de socialisten, die
voor erfpacht zijn. Ook andere partijen
zien de voordeelen ervan in. In Tilburg
bestaat zelfs een gemeentelijke hypotheek
bank voor erfpachtsgronden.
Een pricipieel-Kathoüeke uiteen
zetting.
De heer W ilmer heeft met belang
stelling naar het betoog van den heer
v. Eek geluisterd, doch zich afgevraagd
wat nut het heeft om telken jare weer met
hetzelfde te komen aandragen. Spr. kan
niet inzien, dat er iemand door het breede
betoog van den heer v. Eek bekeerd is
geworden, zeker niemand van spr.'s partij
nog afgezien van het feit, dat Katholiek
en socialist nu eenmaal principieel niet
samengaan.
De overheid is verplicht om te zorgen
voor het algemeen belang voorzoover het
particulier initiatief te kort schiet. Daar
uit volgt o.m. ten eerste, dat de overheid
een taak heeft wat betreft de armenzorg,
en ten tweede wat betreft de volks
huisvesting. In tegenstelling met den heer
v. Eek is het Katholieke ideaal, dat par
ticulieren en kerk zorgen voor de armen
en de overheid aanvullend optreedt. Spr
citeert daarbij een prae-advies van pater
mr. v. d. Helm O.F.M., leeraar aan de
R. K. H. B. S. te Leiden, dat duidelijk het
Katholieke standpunt uiteenzet Da* ide
aal kan het beste bereikt worden langs
den weg van overheidssubsidie en samen
werking tusschen de overheid en kerk
en particulieren Aan dit laatste ontbreekt
hier ter stede wel het een en ander. Men
heeft twee vormen van armenzorg, de ge
wone en de buitengewone, de z.g. steun
verlening. Spr. zou niet gaarne de steun-
verleening liquideeren, zooals B. en W. dat
willen, die in den zomer van 1929 de steun
tijdelijk willen stopzetten. Hij sluit zich
aan bij een citaat uit een A.-R.-orgaan,
die hetzelfde beginsel propageert. Wat
de gemeentelijke zorg voor de volkshuis
vesting betreft, zegt. spr. dat de overheid
die voorwaarden in het leven moet roepen
waarin de particulier zijn belangen kan
behartigen. Die voorwaarden zijn hier nog
niet vervuld. Speciaal vestigt spr. de aan
dacht op de actie om te streven naar een
eigen huis, welke de gemeente zoo goed
steunen kan.
De overheid moet zich vervolgens een
model werkgever toonen. Spr. zou het in
dit verband gewenscht vinden als er eeni
ge regels bestonden voor de promotie van
gemeente-personeel. Op het oogenblik be
staat er volkomen anarchie op dit gebied,
waardoor dikwijls de schijn van willekeur
wordt gewekt. Twee voorstellen zijn in
gediend om tot medezeggenschap te gera
ken. Spr. kan zich daarmee niet vereeni
gen, omdat Leiden reeds de medezeg
genschap bezit, zooals spr. zich deze
wenscht. Er zijn n.l. dienst-commissies en
er is de comm. voor georganiseerd over
leg. Werken deze commissies niet goed?
Laat men dan voorstellen indienen om
deze bestaande medezeggenschap te ver
beteren.
De eisch van de heeren v. Eek en Syts-
ma noemt spr. beslist anti-democratisch.
Men legt dan het beheer van de Gemeen
tebedrijven niet langer in handen van de
vertegenwoordigers van de burgerij maar
in handen van een willekeurige groep. Spr.
is absoluut geen tegenstander van over
leg, maar het beheer van de bedrijven
moet in handen der vertegenwoordigers
der burgerij blijven.
Wat het aanstellen van beambten be
treft, is het een eisch van billijkheid, rlat
geen enkele partij wordt geweerd. Mon
zegt wol eens, dat speciaal de Katholie
ken worden gepasseerd, doch in difc op
zicht wordt veel overdreven, zoowel in
het eene als in het andere opzicht. Som
migen zien den toestand te donker in,
sommigen te rooskleurig.
Men kan ook partijdig zijn, doordat
men bij het vergeven van betrekkingen
een zekere partij de voorkeur geeft. Zoo
wordt er bijv. gezegd dat dit het geval
is bij de lichtfabrieken, waar de Katho
lieken zouden worden bevoorrecht. Soa
e i s c h t van het raadslid, dat deze be
wering geuit heeft, dat hij zijn beschul
diging waar maakt of anders intrekt. Van
de 147 ambtenaren bij de lichtfabrieken
zijn er slechts 20 katholiek, waaruit ook
blijkt-, hoe ongemotiveerd een dergelijke
beschuldiging is.
De heer Baart stelt voor om iemand,
die aan het badhuis werkt op Zaterdag
middag, to ontslaan, omdat hij reeds el
ders 48 uur werkt. Dat is een kleinzielig
voorstel. De motiveering is dat een arbei
der niet meer dan 48 uur mag werken.
Waarom mag dat niet? De Arbeidswet
verbiedt het? Maar dat is het primaire
doel van de wet niet; het primaire doel
is om den arbeiders een behoorlijk loon
te bezorgen binnen een zekeren tijd. Waar
om mag een arbeider er niets bij verdie
nen door wat langer te werken. Een
tegenhanger van dit voorstel is het voor
stel-Elkerbout omtrent de groote ver
bindingsweg Noord-Zuid. Dat voorstel is
zoo breed van blik, dat spr. het niet vol
gen kan. Dat voorstel is of te vroeg of
te laat. Want het uitbreidingsplan is al
in de maak, maar nog niet aan de orde.
Omtrent de voorstellen-v. Eek verwijst
spr. gedeeltelijk naar hetgeen hij verleden
jaar gezegd heeft. Zoo bijv. omtrent het
houden van optochten op Zondag. Men
heeft toen van spr.'s betoog gezegd, dat
het was: het kan vriezen of het kan dooi
en. Dat was juist. Alles hangt van de om
standigheden af. Hier acht spr. zulk een
voorstel op het oogenblik ongewenscht.
Evenmin kan spr. meegaan met het voor
stel omtrent het zingen op straat. Het
geeft de politie een vrijbrief om al of
niet te bcoorcleelen of er gezongen mag
worden of niet. Dat geeft aanleiding tot
allerlei willekeur. En dat zulks gebeurt,
bewijst de too assing van do bepaliug
dat een fiets: Ier niet langs een stil
staande tram mag rijden.
De heer v. Eek v. il omtrent de belas
tingregeling aan de Rcgecring gaan adres-
seeren. Dat is Tweede Kanie.tje spelen.
Men kan gaan adresseeren als er wets
voorstellen aanhangig zijn, die de gemeente
Leiden speciaal raken, wat hier niet het
geval is.
Verder maakt spr. de opmerking, dat
er wel wat veel is ondergebracht bij de
Algemeene Beschouwingen. Zoo bijv. een
opmerking van spr. over de politie, wat
betreft de aanstelling van een adjunct
inspecteur. Spr. zal de verdediging van dit
voorstel van B. en W. afwachten.
Komende tot het voorstel-Huurman-Wil-
mer-Wilbrink zegt spr., dat dit geen oor
deel uitspreekt over de wijze om de be
lastingdruk minder zwaar te maken voor
de minder-kapitaalkrachtigen, zoodat het
afwijkt van de voorstellen-v. Eek.
Omtrent de salarieering der wethou
ders gaat spr. acoord met wat de heer
v. Eek gezegd heeft. De wethouders moe
ten behoorlijk gesalarieerd worden. Al
mag dat niet zooveel worden, dat daar-"
door het ambt financieel aantrekkelijk
wordt. Een salaris van f 3000 is lang niet
te hoog. In het particulier bedrijf zou zulk
een salaris veel te laag geacht worden.
De beer Huurman maakt „op
merkingen".
De heer Huurman wil zijn kracht
meer zoeken in korte opmerkingen. Ook
spr. vindt het jammer dat verscheidene
opmerkingen in dè secties bij de Alg.
Beschouwingen ter sprake gebracht moe
ten worden. Zoo gaan verscheidene on-
derdeelen onbesproken onder den hamer
door. De bestaande salarissen van de wet
houders vindt spr. voldoende in tegen
stelling met het gevoelen der meerder
heid. De ambitie van een wethouder moet
onafhankelijk zijn van de financieele voor
deelen. De gekozen weihouders hebben al
len con arnore hun functie aanvaard.
Waarom moet nu op eens hun salaris
verhoogd worden? Kan dat nog niet een
paar jaar wachten. Spr. gelooft dat, bij
den heer v. Eek de bedoeling voorzit om
straks, wanneer de S.D.A.P. een wet
houderszetel gaat innemen, dat baantje
zoo begeerenswaardig mogelijk te maken.
Misschen zal er daD nog wel eens in de
fractie der S.D.A.P. om gevochten worden.
Een wethouder moet staan boven de amb
tenaren en niet vergeleken worden met
een ambtenaar, ook niet wat betreft zijn
salarieering. Een wethouderszetel eischt
nog lang niet den geheelen mensch. Ove
rigens heeft spr. nog nooit van een wet
houder gehoord, dat hij wegens zijn par
ticuliere werkzaamheden geen tijd had
om dit of clat te onderzoeken.
Omtrent de voorstellen tot verbetering
van het belastingstelsel zegt spr. dat hij
en zijn mede-onderteekenaars juist dit
voorstel hebben ingediend, om de moge
lijkheid te openen, om tot een goede en
doorvoerbare verbetering te komen. Gaar
ne wilde spr. zoo spoedig mogelijk prae-
advies daarop.
Omtrent het uitbreidingsplan vraagt
spr. of er geen tijd bepaald is voor de
indiening van dat plan. Wij wachten al
zoo lang op dat plan en alle mogelijke
verkeersverbeteringsvoorstellen worden
maar opgehangen aan die kapstok. De
heeren van het architectenbureau schieten
zoo slecht op, dat do vraag gewettigd is,
of wij maar niet liever van hun diensten
zouden afzien. Er zijn moeilijkheden, bij?,
bij den spoorwegovergang. Er zijn allerlei
oplossingen, dure maar ook goedkoopere.
Men kan een begin maken met voetgan
gers bijv. Verder vindt spr. het opmer
kelijk, dat de gedaante-verandering van
de Hooigracht niet eens in den raad ge
bracht is. Spr. vindt de aanleg van die
z.g gazons allesbehalve practisch. Men
heeft een breede straat kunstmatig ver
nauwd.
Omtrent do plaats van de groenteveiling
merkt spr. op, dat do toestand op de
Apothckersdijk thans zoo is, dat de voet
ganger drie dagen van de week er niet
passeeren kan. Hij dringt er op aan, dat
deze veiling verplaatst wordt.
De heer Groeneveld: Zeg dan een?,
waarheen?
De heer Huurman: Daarvoor zit ik
niet hier. Zoo wordt ook de Hoogl. Kerk-
gracht totaal bedorven, doordat zij ge
bruikt wordt als staanplaats voor alle
mogelijke bode-wagens. Laat men ze
neerzetten op de Kaasmarkt en daar langs
de waterkant een rij boomen plaatsen.
Thans ligt de nieuwe Kaasmarkt nage
noeg do heclc week verlaten.
Verder v illen B. en W. de Middelste
Gracht of Uiterste gracht overkluizen. We
ten B. en W. nog niet welke gracht over
kluisd moet worden Verder wenscht do
spr. do hinderlijke boomen in de 3-Octo-
berstraat te doen rooien of verplaatsen.
De heer v. Eek heeft voorgesteld weiland
te doen omzetten in tuinland. De gemeente
heeft al meer aan tuinieren gedaan, o.a.
in den distributietijd en dat heeft dc ge
meente handen vol geld gekost en het
resultaat was bedroevend. Ook over de
personeele belasting heeft de heer v. Eek
gesproken, doch de hoogere opbrengst van
verleden jaar is een gevolg van de her
schatting der huurwaarde van perceelen.
Waarom de heer v. Eek daarom dezo be
lasting wil wijzigen is spr. een raadsel.
Ook is spr. een raadsel, waarom de bui
tengemeenten moeten profiteeren van de
verlaagde gas- en electriciteitsprijzeu. De
heer v. Eek wil van alles verlagen, be
halve de opcenten op de vermogensbelas
ting. Heeft hij wel eens nagerekend, dat
dat allesbehalve tegen elkaar opweegt.
Wat de demping van het Levendaal
en de Mare betreft, wenscht spr. eens
een opmerking te maken in een gesloten
vergadering.
De heer Wilbrink sluit den eer
sten dag.
De heer Wilbrink is tevreden over
de activiteit van B. en W., doch princi
pieel is het college niet, daar het muziek
wil toelaten op Zondagmiddag. B. en W.
doen daarbij een eerste stap op den ver
keerden weg. Desniettemin kan spr. de
toekomst wel met vertrouwen te gemoet
zien. B. en W. hebben alles gedaan wat
mogelijk was voor werkverruiming en
werkverschaffing. Verschillende verbete
ringen in de steunregeling zijn aange
bracht. De maatregelen tot bestrijding
der werkloosheid moeten echter beperkt
zijn, daar de financiën niet rooskleurig
zijn. De bevolking neemt toe, doch hef be
lastbaar inkomen vermindert wat wijst op
een vermindering van de algemeene wel
vaart. Voorzichtigheid is dus geboden.
Wanneer men den heer v. Eek hoort dan
is zoowat alles taak van de overheid. Maar
de opvatting van spr.'s fractie is, dat de
overheid leiding behoort te geven aan
het particuliere streven. Verder is er niets
tegen het beheeren door de overheid van
de z.g. monopolistische bedrijven.
B. en W. willen de gemeentezaken bo-
heeren als een „goed huisvader". Spr. ver
onderstelt dus, dat deze theorie er toe
leiden zal, het afbetalingssysteem in de
gemeentelijke toonkamer af te schaffen.
Spr. komt op tegen het streven van den
heet" v. Eek om de overheidsbemoeiing
over alles en nog wat uit te strekken.
De overheid moet juist trachten het par
ticulier initiatief te bevorderen. Nu B. en
HY. een fonds voor sociale maatregelen heb
ben gesticht, vestigt spr. er de aandacht
op, dat het thans tijd wordt te zorgen
voor betfcee woningruimte voor de groote
gezinnen, in welken geest spr. een voorstel
heeft ingediend. De gelden wil spr. viu-
den in het genoemde fonds voor sociale
werken.
Over de demping van de Mare zegt
spr., dat daardoor de vaarweg naar Noord-
wijk wordt afgesloten, iets waarover ook
wel eens gesproken mag worden. Dc voor
stellen van den heer Manders vindt spr.
te overijld, evenals het voorstel van den
heer v. Stralen. Spr. heeft zich verwon
derd over het voorstel-v. Eek tot omzet
ting van weiland in tuinland. Wil de heer
v. Eek van stadsarbeidere iuinarbeiders
maken? Zij zullen dan voor ongeveer het
zelfde loon moeten gaan werken als de
arbeiders aan de Leidsche Hout en niet
alleen tijdelijk maar voor altijd. Boven
dien is een stadsarbeider moeilijk om te
vormen tot een tuin- of landarbeider. Of
wil de heer v. Eek alles door de gemeente
laten exploiteeren, zelfs met verlies? Voor
exploitatie van het tuinbouwbedrijf is :1e
gemeente een veel te stroef lichaam. Hst
tuinbouwbedrijf is nergens een loonend
bedrijf in de laatste jaren. Het voorstel-
v. Eek moet een mislukking worden. Laj,t
de heer v. Eek eens een proefveldjc aan
leggen
Met het voorstel tot verlaging der gas-
en electriciteitsprijzen
De heer v. Eek: Dat is mijn laatste
hoop
De heer Wilbrink: meende ik
aanvankelijk te kunnen meegaan. Maar
er zijn een paar tegenvallers, en ik moet
den heer v. Eek zijn laatste hoop ontno
men. Dc begrooring sluit met een tekort
en daarom ciurft spr. de inkomsten uit de
lichtfabrieken niet te verminderen.
Wanneer men aandringt op uitbreiding
van de sociale zorg, is het onverantwoor
delijk aan het collego van B. en W. de
noodige gelden te onthouden. Omtrent het
voorstel-Heemskerk wenscht spr. prae-
advies. Hij is ook geen voorstander van
wederinvoering van de zakelijke belasting
op het bedrijf, en hij begrijpt niet, waar
om de heer v. Eek een belasting wil in
voeren, waarvan hij zelf erkent, (lat het
een onrechtmatige en onevenredige belas
ting is.
Omtrent de1" voorstellen-Kooistra tot
slraataanleg en bouwrijp maken van grond
merkt spr. op, (lat hij zelf een dergelijke
motie eertijds heeft ingediend. B. en W.
zouden daaraan tegemoet komen. In prin
cipe is hij het met den heer Kooistra
eens, als het maar insluit, dat de particu
liere bouwnijverheid daarvan eveneens
profiteeren kan. Met het subsidieeren der
bouwverccnigingen moet de gemeente op
bescheiden schaal voortgaan. Spr. is gein
bewonderaar van het erfpachtstelsol. Dc
heer Schüller heeft op de voordeelen ge-
PRAAT-POËZIE
Het jaarlijksche festijn
Is weer opnieuw begonnen,
Het jaarlijksck praat-festijn,
Dat kost den burgers tonnen.
Want men is weer opnieuw
Geslagen aan 't begrooten
En men begroot in 't groot
En arbeidt onverdroten.
Hoe langer men begroot,
Hoe langer men blijft praten,
Hoe sterker is men mij
En U aan 't aderlaten.
Wie 't meeste daarbij praat
Wordt ook het meest geprezen,
Dus, die begrooting moet
Een bar-groot-ding wel wezen.
De burgemeester komt
En legt zijn cijfers over,
En 't hindert niet, als is
Het resultaat wat pover.
Hij zegt: Kijk zoo'n bedrag
Moeten wij nu vorgaren,
Want, ja, wij leven nu
Weer in de mag're jaren.
Er moeten centen zijn'
Voor twee en vijftig weken,
Wij moeten toch zoo nu
En dan de straat opbreken.
En ook moeten wy tpch
Opnieuw weer eens probeeren
Hoe w' onze stad het slechtst
Zullen gaan asphalteeren.
Zoo is er heel veel moois,
Dat 'k graag hier in zou halen,
Maar 't mooie kost veel geld,
Dat kan ik niet betalen.
Vooruit dus, aan 't debat,
Kom, luister maar gelaten
En praat er een wat veel,
Laat hem dan stikum praten.
O vroede, wijze raad,
Wees ons nu toch genadig,
Och praat toch niet zóó lang
En weer niet tè langdradig.
wezen ,maar de schaduwzijden achterwege
gelaten. De gemeente kan het Raamland
zeer bezwaarlijk kwijt, maar zij raakt dc
perceelen nooit kwijt als zij zo in erf
pacht uitgeeft. De menschen denken niel
over het nemen van erfpachtsgrond, ah
ZÜ de eigenheid hebben om grond fc
vrij eigendom tc koopen. Men moet ooi:
niet vergeten, dat er kapitalen in erf
pachtsgrond gaan bevriezen. En op het
oogenblik is dat bevriezingsstelsel vooi
Leiden niet gewenscht. Over de medezeg
genschap kan spr. zich bijna geheel ver
eenigen met hetgeen de heer Wilmer ge
zegd hoeft. Wat de heer v. Eek wil, acht
spr. niet in hot belang van de bedrijven.
Want. degenen, die de gekozenen van de
arbeiders zullen zijn, zijn heusch niet de
meest deskundigen, maar degenen, die het
best het woord kunnen voeren. En wal
beteekent dat voor de arbeidsvreugde der
overigen? De heer Sijtsma wil 'n commis
sie benoemen onder leiding van den wet
houder van fabricage en deze is juist de
minst deskundige in het college van B. -n
W. Spr. acht do heele medezeggenschap
een wassen neus.
Daarna wordt de vergadering geschorst
tot Dinsdagmiddag 2 uur. Het is even
voor half 12.
VOETBAL.
DIOC. HAARL. BOND.
S.D.O. I—S.N.A. I 0—6.
Zondag speelde S.D.O. tegen S.N.A. vai
Stompwijk. Om half drie blaast scheidf
rechter v. d. Zijden beide ploegen in he
veld. Beide elftallen zijn met één invallei
Aanstonds na den aftrap ontwikkelt ziel.
een vlug spel aan beide zijden. Het is
valpartijtje op het harde veld en do balie;
krijgen telkenmale een verkeerd effect o
de kluiten. Na oen kwartier spelen neem
S.N.A. de leidingzij voert die op tot 0
en dan is het rusten. Na de rust denkt SX
O. er anders over, maar het mag hun nic
lukkenhet is een wedstrijd voor de gelul
kigen, maar S.D.O. was natuurlijk ongelul
Jrig en S.N.A. profiteerde daarvan. Da
krijgt S.N.A. een penalty, welke door dc
keeper schitterend gehouden wordt, maa
spoedig daarna jaagt de midvoor van S.h
A. no. 4 in de touwen. Hoe S.D.O. oo
zwoegt, het baat niet. Een penalty word
juist over de lat geschoten. Er is nog tic.:
minuten te spolen. Wij denken dat S.D.O,
de eer zal redden, maar de bal rolt voor d<
doellijn achter. S.N.A. weet nog tweemaa
te scoren, zoodat de aangename wedstrij<
eindigt in het voordeel van S.N.A.
Zondag a.s.- beter S.D.O. en wij mogei
hopen, dat de vorst niet als spelbreker za
optreden.
ZEILEN.
Kroonprins Olaf van Noorwegen eerelicl
van de Koninklijke.
In ccn huishoudelijke bijeenkomst van lo
den van de Non. Ned. Zeil- en Roeivereeni-
ging is Kroonprins Olaf van Noorwegen
benoemd tot eerelid.
„N. R. Crt."
ATHLETIEK.
KATH. ATHLETIEK ORGANISATIE.
Een Inter-Diocesane Commissie
benoemd.
In Hotel Victoria tc Nijmegen werd Zon
dagmiddag een algemeene bijeenkomst ge
houden van belangstellenden in dc op
richting van een Ned. R. K. Athletiekbond
in Nederland.
3—2