ONDERWIJS.
Gem. Berichten.
BINNENLAND.
De kleinzoons van
Graaf Rofenbach.
TWEEDE BLAD
DE LEIDSCHE COURANT
DINSDAG 18 DECEMBER 1928
raden of slecht-geraden stap weder on
gedaan zou kunnen maken.
Dit evenwel moge den raadgevers in
hofkringen niet verholen blijven: dat der
gelijke dingen op heel het katholieke volk
van Nederland en ook op alle overtuigde
katholieken ter wereld een deernisvol
len, jammerlijken en ergerlijken indruk ma
ken.
Sinds den dood van prins Alexander, den
jongeren zoon van koning Willem III uit
diens eerste huwelijk, heeft het Nederland-
sche koningshuis gelukkig geenerlei ver
binding met de Vrijmetselarij meer gehad.
Het is te betreuren, dat thans een prins
van hetzelfde huis gemeend heeft zijn naam
en persoon te moeten verbinden aan een
min of meer analoog geheim genootschap.
Des te meer te betfëüpen, nu alle teeke
nen des tijds erop wijzen, dat we een perio
de tegemoet gaan, waarin het Koninklijk
Huis misschien meer behoefte dan ooit zal
hebben aan de ongeschokte, onverdeelde,
van alle voorbehoud vrije sympathieën van
het katholieke, en overigens van het ge-
heele positief-christelijke volksdeel.
1) Uitgave der federatie van vereenigin-
gen van Theosofen, Goede Tempelieren, Spi
ritisten, Astrologen, Vrijmetselaren, Odd-
Fellows, Ster in het Oosten, Foresters e.a.
2) „Ontstaan, Streven en Einddoel der
Vrijmetselarij", v. Term, p. 247.
Katholieke Ziekenhuizen en
Grondbelasting.
Een belangrijke beslissing.
Ged. Staten van Noord-Holland hebben
dezer dagen een voor het St. Elisabeth-
ziekenhuis të Alkmaar belangrijke uit
spraak gedaan.
Het betrof hier een grondbelasting-
kwestie.
De fiscus had het nieuwe gebouw met
aanhoorige erven en tuinen aangeslagen
in de grondbelasting en legde dus de St.
Hippolytusstichting, te wier name de per-
ceelen ten kadaster staan ingeschreven een
aanslag op. De stichting verzette zich ech
ter tegen dezen aanslag en diende een be
zwaarschrift in bij Ged. Staten. Zij beriep
zich daarbij op art. 25 der Wet op de
Grondbelasting. Volgens dit artikel sub f
zijn de gebouwen met de aanhoorige erven
in tuinen uitsluitend dienende te algemee-
ne nutte indien zij behooren aan pro
vinciën, gemeenten, polders of waterschap
pen of aan kerkgenootschappen, wier be
stuurders of hoofden voldaan hebben aan
het voorschrift van art. 1 der Wet van 10
September 1853, vrijgesteld van grondbe
lasting.
De fiscus (i.e. de controleur der grondbe
lasting te Haarlem) kon de meening van
reclamante, dat de in den aanslag begre
pen eigendommen kunnen worden aange
merkt als te algemeenen nutte te worden
gebezigd, declen, doch oordeelde, dat de
St. Hippolytusstichting niet kon worden
gerangschikt onder de in art. 25. letter f
opgesomde lichamen.
Ged. Staten beslisten echter, dat het
St. Elisabethziekenhuis moet worden aan
gemerkt als een gebouw, uitsluitend die
nende te algemeene nutte, als bedoeld bij
art. 25 sub f der Wet. Zij overwogen daar
bij o.m., dat hun ten aanzien van de St.
Hippolytusstichting was gebleken, dat
deze is een onderdeel der wezenlijke orga
nisatie der R. K. Kerk en dat mitsdien
hare eigendommen toebehooren aan het
Roomsch Katholiek Kerkgenootschap, al-
zoo aan een kerkgenootschap als bedoeld
in evengemeld artikel.
Zoodat genoemde stichting van den op-
gelegden aanslag van het St. Elisabethzie
kenhuis in de grondbelasting door Ged.
Staten werd ontheven.
Als gemachtigde voor de St. Hippolytus
stichting verscheen ter zitting van Ged.
Staten de heer S. J. A. Keesom, accoun
tant te Alkmaar.
Deze beslissing (in hoogste instantie) is
niet alleen van belang voor het St. Elisa-
beth-ziekenhuis, omdat de aanslag in de
duizenden beliep, maar ook voor andere
ziekenhuizen.
Rijkskleedingbesluit.
Een koninklijk besluit van 12 December
1928 stelt, uit overweging dat het wen-
schelijk is voor alle burgerlijke Rijks
diensten geldende bepalingen vast te stel
len ten aanzien van de dienstkleeding-
voorziening, verschillende bepalingen daar
omtrent vast.
In een bijlage is bepaald aan wie de
'vverstrekking van uniformen plaats vindt»,
met vermelding van hetgeen een ieder
ontvangt.
Voorts wordt aan het besluit o.a. ont
leend:
Door den voorzitter van den Raad van
Ministers wordt ingesteld een Rijksklee-
dingcommissie, die belast is met het toe
zicht op de naleving van de bepalingen
van het besluit.
Zij is samengesteld als volgt:
Lid en voorzitter: de directeur van het
Centraal Bureau van voorbereiding voor
Ambtenaren-zaken
Leden: de directer van het Rijksinkoop-
bureau; de inspecteur van het Gevange
nis-wezen voor den arbeid één door den
Minister van Financiën aan te wijzen
ambtenaar; ten hoogste drie vertegen
woordigers door en uit de Centrale Com
missie voor Georganiseerd Overleg in
Ambtenaren-zaken aan te wijzen.
Aan de Commissie is als secretaris toe
gevoegd het hoofd van het Rijkskleeding-
bureau.
Door den Minister van Waterstaat
wordt ingesteld een Rijkskleedingbureau
hetwelk ressorteert onder den Directeur-
Generaal der Posterijen en Telegrafie.
Het personeel van het Rijkskleeding
bureau wordt in dienst genomen op de
zelfde voorwaarden als de ambtenaren bij
de Departementen van Algemeen Bestuur.
Voor de benoeming van het hoofd van
het Bureau wordt door de Rijkskleeding-
Commissie een aanbeveling voor den Mi
nister van Waterstaat opgemaakt.
Het Rijkskleedingbureau voert de ad
ministratie betreffende de uniformvoor
ziening en licht de Rijkskleeding-commis-
sie in omtrent alle3 wat de richtige uit
voering van de uniform voorziening kan
bevorderen. Het voert rechtstreeks corres
pondentie met de hoofden van de Rijks
diensten.
De kosten van het Rijkskleedingbureau
werden door den Minister van Waterstaat
gehoord de Rijkskleeding-Commissie, nair
evenredigneid verdeeld over de Departe
menten.
De RijKskleeding-Commissie brengt jaar
lijks aan den voorzitter van den Raad van
Ministers verslag uit over de uniform
voorziening van het personeel in burger
lijken Rijksdienst.
Voorstellen tot wijziging van het besluit
worden door do Rijkskleedingcommissie
aanhangig gemaakt bij den Voorzitter van
den Raad van Ministers.
Een overgangsbepaling bevat ojm. dat
ten aanzien van de op het tijdstip van
inwerkingtreding van het besluit in ge
bruik zijnde uniformen, de daarvoor be
paalde draagtijden van toepassing blijven.
Indien op het salaris van een ambtenaar
als gevolg van het besluit meer inhouding
zal worden toegepast, dan tot dusver het
geval was, zal dit meerdere voor het eer
ste jaar-van o inwerkingtreding van het
besluit slechts voor de helft in rekening
worden gebracht.
Ten slotte ordt bepaald dat ter voor
bereiding van de noodige uitvoeringsmaat
regelen de Rijkskleeding-Commissie op 1
Januari 1929 en het Rijkskleedingbureau
op 1 Februari 1929 in werking treedt.
Overigens treden de bepalingen van het
besluit in werking met ingang van een
door den Voorzitter van den Raad van
Ministers te bepalen datum.
Dit besluit kan worden aangehaald als
„Rijkskleedingbesluit".
Een onderwijs-kwestie te Ootmarsum.
Raadsbesluit door de Kroon
vernietigd.
Het Staatsblad bevat een Koninklijk be
sluit van 4 dezer, waarbij wegens strijd met
het algemeen belang vernietigd wordt het
besluit van den raad der gemeente Oot
marsum van 31 Mei 1927, betreffende be
schikbaarstelling van de benoodigde gel
den voor den bouw eener R.-K. jongens
school aldaar.
Het R.-K. Kerkbestuur te Ootmarsum
had bij den raad een verzoek ingediend om
overeenkomstig de Lager-Onderwijswet do
benoodigde gelden te verstrekken uit de
gemeentekas tot bet bouwen en inrichten
van een R.-K. school. Bij zijn verzoek deel
de het kerkbestuur mede, „dat dit verzoek
aldus was gesteld om den wettelijken vorm
te behouden, maar dat daarbij allerminst
te kennen werd gegeven, dat het bestuur
ongenegen zou zijn om eventueel de aan
vaarding van het gebouw der openbare
lagere school, mits dit in bruikbaren staat
verkeerde in overweging te nemen".
M.a.w. men wilde niet juist een nieuwe
school, maar zou genoegen nemen met een
reeds bestaand gebouw, eventueel ver
bouwd. Ootmarsums vroede vaderen dach
ten er echter anders over en besloten om
een geheel nieuwe school te stichten, die
48.000 zou kosten. De burgemeester achtto
een dergelijke uitgave, met het oog op den
zwakken financieelen toestand der gemeen
te, niet gewenscht en droeg het raadsbe
sluit ter vernietiging aan de Kroon voor,
waarmee hij, zooals uit het bovenstaande
blijkt, dus succes gehad heeft.
In de overwegingen, waarmee de Kroon
haar besluit motiveert, wordt o.m. gezegd,
dat de raad door zijn medewerking te ver-
leenen in den vorm van het verstrekken
van het kapitaal voor nieuwbouw, niet heeft
gestreefd naar een oplossing, welke vol
doende rekening houdt met het financieel
belang van de gemeente. Blijkens een daar
naar ingesteld deskundig onde-zoek zou
den de kosten van een verbouwing van de
openbare school, te zamen met de kosten
van een eventueele voorziening in school
ruimte voor de niet-Roomsch-Katholieke
kinderen der openbare school immers nog
aanmerkelijk blijven beneden de geraam
de kosten voor nieuwbouw.
De financieele zijde der kwestie acht
de Kroon hierom van te meer beteekenis,
omdat de toestand der geldmiddelen van
do gemeente Ootmarsum van dien aard
is, dat elke niet strikt noodzakelijke ver
meerdering van haren schuldenlast dient
te worden vermeden, zoodat de inwilliging
door den raad van het verzoek van het
kerkbestuur om de benoodigde gelden te
verstrekken voor den bouw eener nieuwe
Roomsch-Katholieke jongensschool, geacht
moet worden in strijd te zijn met het alge
meen belang.
Wij herinneren er nog aan, dat de Kroon
reeds 20 Augustus j.l., hangende het ver
dere onderzoek, het raadsbesluit had ge
schorst.
ONGELUKKEN.
SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER.
Autobus te water. De 16 inzit
tenden gered.
Zaterdagmiddag heeft aan het Damster-
diep te Groningen een auto-ongeval plaats
gehad, dat wonder boven wonder geen
slachtoffers-heeft geëisclit. Om 5 uur pas
seerde ter hoogte vatj Terpost een auto
bus toebehoorende aan de heeren Mulder
en Scheepstra; de bus waain zich, behalve
den chauffeur, een lö-tal passagiers be
vonden, kwam van Holwierde en reed naar
Groningen. Door een defect aan de stuur
inrichting geraakte de bus van den weg
en viel te water.
De chauffeur had de tegenwoordigheid
van geest om krachtig te remmen; hierdoor
kwam de auto dicht bij den wal te liggen.
Onder de inzittenden ontstond een gewel
dige paniek, doch gelukkig konden allen
zich door de achterdeur in veiligheid bren
gen, zoodat zij met den schrik en een nat
pak vrijkwamen.
Door de tram aangereden.
Te Vlissingen werd Maandag in de Bad
huisstraat een 10-jarige jongen die de straat
over wilde steken, door de electrische tram
aangereden. Met een wond aan een der
beentjes werd hij naar het Gasthuis over
gebracht. Door de activiteit van den wa
genbestuurder, die snel remde, werd erger
voorkomen.
DE GLADDE WEGEN.
Been gebroken.
De heer Schouten collecteur der staats
loterij te Purmerend, is gisterochtend bij
het verlaten van zijn woning door de glad
heid op straat gevallen, waarbij hij een
been brak. Hij werd per ziekenauto naar
het gasthuis vervoerd.
PRINS HENDRIK EN DE ODD
FELLOWS.
Een te betreuren stap.
„De Limb. Koerier" schrijft het vol
gende:
Het ligt niet in onze lijn, critiek uit te
oefenen op handelingen van leden van het
Koninklijk Huis. De noodzakelijke vrijheid
van beweging, die door den aard hunner
hooge positie toch reeds eenigszins is in
geperkt, dient hun onverkort te worden
gelaten.
Toch kan het in het belang dier hoogge-
plaatsten zelve, somwijlen bij uitzondering
nuttig zijn, er hen op te wijzen, als zij te
goeder trouw, door onvoldoende of ver
keerde voorlichting, daden stellen die in
uitgebreide kringen van ons volk hun aan
zien gevaar doen loopen een ernstige ver
mindering te ondergaan.
De Prins-Gemaal geniet ongetwijfeld in
breede volkslagen een zekere populariteit
door zijn goedhartigheid, eenvoud en onge
kunsteld optreden.
Des te meer heeft 't het katholieke volks
deel en ongetwijfeld ook een aanzien
lijk deel der rechtzinnige Protestanten
onaangenaam getroffen, te vernemen, dat
de Prins het beschermheerschap van de
Centrale Commissie voor maatschappelijk
werk der lependent Order of Odd-Fel-
lows in N land op zich heeft genomeh.
De Orde er Odd Fellows is een geheim
genootschap „De broederbond is gesloten
voor vreemde indringerij", zoo drukt het
de „Broederschaps-federatie" zelve in hare
2e uitgave van Nov. 1921 op blz. 24 uit. 1).
Dit feit alleen reeds maakt het onwon-
schelijk, dat iemand, die in ons Staatsbe
stel een zoo hoogen rang bekleedt als de
Prins der Nederlanden, zich met een ver
doken gezelschap op eenigerlei wijze in
verbinding stelt. Zelfs als die verbinding ge
schiedt via een onderdeel ervan, dat voor
opzet, zich meer in het bijzonder met
ethisch-sociale doeleinden bezig te houden.
Dergelijke doeleinden behoeven niet langs
geheimgenootschappelijken weg te worden
nagestreefd
De organisatie-vorm der Onafhankelijke
Orde van Odd-Fellows (letterlijk wil dit
zeggen: Zonderlinge Gezellen of Rare Sna
ken) is in zijn grondwezen dezelfde als die
der Orde der Vrijmetselaren: die der ge
sloten, voor niet-ingewijden ontoeganke
lijke Loges:
De Loges zijn de werkplaatsen, waar
het Ordewerk wordt verricht, en waar de
leden wekelijks samenkomen".
Aldus de boven-geciteerde brochure
„Broederschaps-Federatie", op blz. 23, in
liet hoofdstuk betreffende de Odd-Fellows.
Evenals de Vrijmetselaars-orde laat do
Odd-Fellows-orde leden toe van alle gezind
heid, mits ze slechts gelooven „aan een
hooger bestaan", „hoe dan ook opgevat"
(t.a.p., blz. 23).
Als embleem voert ze het Alziend Oog,
dat in vereenvoudigden vorm wordt weer
gegeven als een gestipte cirkel in een drie
hoek. De punt in den cirkel en de drie
hoek zijn beide magonnieke emblemen.
In hoe nauwe verwantschap ook prac-
tisch de orde der Odd-Fellows met die der
Vrijmetselaren staat, bewijst de propagan
da, in 1894 in Italië voor de Odd-Fellows-
orde gevoerd door een comité van Vrijmet
selaren, op initiatief van 18 Napolitaansche
Br .-Vrijmetselaren.
In Oostenrijk-Hongarije werd de Odd-
Fellows-orde gepropageerd door den Br.-
Vrijmetselaar Schneeberg.
In de V.S. hebben (althans: hadden) de
Duitsche Vrijmetselaars en Odd-Fellows
één gemeenschappelijk orgaan 2).
De Ned. Vrijmetselarij erkende trouwens
zelve den samenhang tusschen beide or
den:
,Van anderen valt altijd iets te leeren.
„Zoo is het ook het geval met de Odd-
Fellows, wier doel en streven in vele op
zichten verwant is aan dat van de Vrij
metselarij, of laten wij zeggen: aan on
ze Orde van Vrijmetselaren".
Aldus het Ma^onnieke Weekblad van 18
Mei 1918 p. 299.
Het is een weinig troostrijk punt, hier
nader op in te gaan, omdat niet goed valt
in te zien, hoe Z. K. de Prins der Neder
landen den laten wij aannemen: onbe-
FEUILLETON.
Vrij bewerkt naar het Duitsch
door P. G. H oc k s.
Hij gaf hem de hand en vertrok zonder
Heinrich een blik waardig te keuren.
„Wat zeg je daar nu van, Heinrich!"
riep Albert, toen hij de equipage van den
dokter had hooren wegrijden. „Heb je
goed op zijn gezicht gelet? Dat verander
de telkens van uitdrukking en heb je ge
zien, welk een strijd hij met zich zelf te
voeren had?"
„Ik heb 't gezien."
„En dan zijn redeneering! Die klonk on
schuldig en wetenschappelijk voor
iemand, die hem niet kent. Neen, die man
heeft zich zelf niet overwonnen. Het is
een doortrapte schurk".
„U mag niet te voorbarig oordeelen".
„Dat mag ik zeker niet. Zoudt u eens
willen Rijken, wat hij voorgeschreven
heeft?"
Heinrich «tapte naar de schrfijtafel,
nam het recept op en las het.
„Ha, dat is", zei hij, nadat hij even in
zijn gedachten had staan rekenen, „in zijn
soort een meesterstuk".
„Hoe verklaar je dat? Ik begrijp het
niet."
„Wat hij voorgeschreven heeft is een
van de sterkste vergiften."
„Vergift!" riep Albert verschrikt uit. „Ik
heb dus gelijk?"
„Wacht even. Er zijn vergiften, die in
zeer geringe hoeveelheid toegediend, uit
stekende geneesmiddelen zijn. De pillen
bevatten strychnine, een middel, dat zeer
dikwijls tegen verlamming wordt aange
wend. Deze bevatten de allerhoogste dosis
die een geneesheer mag geven. Nu heeft
Dr. Hauser u gezegd, dat u er 's morgens
en 's avonds telkens één mag innemen.
Telkens twee zou te veel zijn, maar in dit
geval zou hij zich nog wetenschappelijk
kunnen verantwoorden. Het zwaartepunt
van zijn redeneering ligt evenwel in het
geen hij u voor zijn vertrek zeide: enzoo-
voort, enzoovoort. Als hij later zegt, dat u
er drie moet innemen, dan is hij een
moordenaar en ik ben bang, dat hij dit, in
zijn gedachten, nu reeds is."
„Wat ziet u bleek, Albert" vervolgde hij
op den jongen graaf toetredend en diens
hand vattend. „U behoeft niet ongerust te
zijn. Wij kennen het gevaar en ik zal wel
zorgen, dat u van niets hinder zult heb
ben."
„O, hoe dank ik God, dat je hier bent
gekomen, Heinrich. Als jij er niet was, viel
ik ten prooi aan die twee deugnieten. En
dat ik bleek geworden ben is alleen hot
gevolg van de verontwaardiging, die ik
voelde, toen ik de zekerheid had, dat die
dokter, die zich zoo mooi voordoet, zich
heeft laten vangen in de netten van mijn
huichelachtigen neef".
Op 't zelfde oogenblik trad doctor Bark
binnen om te vragen, of hij met de Griek-
sche les kon beginnen.
„Beste doctor", antwoordde Albert, „als
u 't goedvindt, moesten we Homerus van
morgen maar eens laten rusten, want ik
zou graag eens naar buiten gaan. Zoudt u
't willen gelooven, doctor Dr. Hauser
heeft me gezegd, dat ik naar buiten mag."
„Heeft hij u dat toegestaan? O, daar
ben ik blij mee."
„Wat zullen ze groote oogen opzetten,
als ze me in den tuin zien. Vooral groot
mama. 7eg nog maar niets; teven nie
mand. En dus morgen de „Bias" en
vandaag de vrijheid. Zouden we 't eens
gaan probeeren, mijnheer Schmidt?"
„Dat zal afhangen van den stand van
den thermometer. Het is er nu warm ge
noeg voor."
Heinrich ging even naar buiten om te
zien, hoe hoog de thermometer stond en
kwam terug met de tijding, dat het warm
genoeg was".
„Dan wachten we geen minuut langer
riep Albert verheugd.
Doctor Bank verwijderde zich. Heinrich
hielp den zieke een overjas aantrekken,
legde nog een deken op de verlamde bce-
nen, zocht een hoofddeksel voor Albert op
en reed hem dan door de deuren, die op
den tuin uitkwamen, naar buiten.
„Wil jij zelf me rijden, Heinrich".
„Ik zou gaarne die eer hebben.'
„Met genoegen. O Heinrich, wat is 't
heerlijk, hier buiten."
En met diepe teugen haalde de arme
jongen de heerlijke voorjaarslucht in zijn
longen.
„De dokter stuurt me in de lucht in de
vaste overtuiging, dat ik er hinder van
zal hebben en die heerlijke, frissche lucht
zal me juist goed doen. Ik voel me na al
zoo opgewekt, zoo vroolijk.... Zou je me
naar den rand "an 't plateau wi'len rij
den, dan kan ik eens naar beneden in het
dal kijken, waar het dorp ligt. Vroeger,
toen ik nog gezond was, ging ik dikwijls op
de bank zitten, die daar staat. Ik vind het
daar zoo mooi".
Heinrich voldeed aan zijn verzoek en
toen hij op de plek gekomen was, vanwaar
men 't dorp kon overzien, begon de jongen
te schreien van vreugde.
„Denk niet, Heinrich, dat ik een teer
poppetje ben. Maar ik moet schreien, of ik
wil of niet. Ik schrei van vreugde en dank
baarheid, dat ik, na jaren, weer eens ge
nieten kan van Gods schoone natuur
Willen we nu weer verder gaan? Ik zou
van morgen alle mooie plekjes even willen
bezoeken".
Heinrich keerde het wagentje om. Daar
kwam, haastig de oude kamerdienaar op
hen af.
„Mevrouw de gravin stuurt me hierheen,
graaf", zei hij met een angstig gezicht. „Ze
heeft van uit haar raam gezien, dat u in
't park rondgereden wordt. Ze smeekt u
dadelijk weer naar binnen te gaan."
„Zeg aan grootmama, waarde Lichten
berg, dat Dr. Hauser zijn toestemming
heeft gegeven."
„Onmogelijk! Dat kan haast niet."
„Toch is 't zoo. Op mijn woord van eer".
Vlug liep hij terug.
Heinrich was nog geen vijftig meter ver
der, of de graaf zelf stevende op hen af!
„Albert!" riep hij al van verre, „wat
beteekent dat? Je weet toch, dat Dr. Hau
ser je ten strengste verboden heeft naar
buiten te gaanl"
De dokter heeft me vanmorgen er per
missie toe gegeven en u begrijpt, dat ik
daar dadelijk gebruik van maak, papa".
UIT DE RADIO-WERELD.
Programrra's voor Woensdag 19 Dec.
Huizen, 3509 M! Na 6 uur 1852 M.
LTits!uitend NCRV-u<tzenJingcn).
11.CO11.30 ZiekendiensL
12.301.45 Concert.
5.C0G.00 Kinderuurtje.
6.307.00 Fransche les, beginners.
7.007.30 Engelsche handelscorrespon
dentie.
8.05S.30 Causerie van G. Westra Mzn.
De NCRV in den Omroep.
8.30 Zangwijding i. d. Evang. Luth. Kerk
te Rotterdam.
Hilversum, 1071 M.
10.00—10.15 Morgenwijding.
12.152.00 Concert door het Boris Lens-
ki-Trio.
2.303.00 Cursr bewerking.
3.004.00 Maak zelf.
4.005.00 Lezing over het oude Egypte
door Prof. Dr. D. Cohen.
5.456.15 Lezing door het Kon. Ned.
Landbouwcomité.
6.157.15 Concert door het Boris Lens-
ky-Trio.
7.157.45 Gezondheidshalfuurtje door
Dr. P. H. van Eden.
8.058.35 C. Spit: De triomf der snel
heid.
8.3510.15 Operaconcert. Het Omroep
orkest o. 1. v. G. Rio met medewerking van
leden der Italiaansche opera.
Daventry, 1600 M.
10.35 Kerkdienst.
11.20 Gramofoonmuziek.
12.20 Balladenconcert. (tenor, alt).
12.50 Gramofoonmuziek.
I.202.20 Orkestconcert.
2.50 Feest van de „Little Londoners*.
3.20 Balladenconcert (sopraan, bariton,
fluit).
4.05 Licht klassiek concert.
5.05 Concert orgelbespeling.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Gramofoonmuziek.
6.35 Nieuwsberichten.
6.50 Tuinpraatje.
7.00 Muziek.
7.05 Schubert's pianosonaten.
7.20 Lezing.
7.35 Muziek.
7.45 Lezing.
8.05 Dansmuziek.
8.45 „The blue Forest", sprookjes-opera
van J. Cheneviere en L. Aubert in 3 acten.
9.209.35 Lezing.
II.00 Voorlezing door John Drinkwater.
11.2012.20 Dansmuziek.
Langenberg, 469 M.
10.3511.15 Kerstmuzick voor scholen.
11.30 Mechanische muziek.
12.251.50 Orkestconcert.
3.45-^-4.15 Kerstoratorium van Bach.
5.055.50 Orkestconcert. Uit Moderne
opera's.
7.208.15 Concert door het Klein Werag-
orkest.
8.20 Koorconcert. Weragkoor, orkest en
solisten. Daarna dansmuziek.
„Radio-Pari s", 1750 M.
12.502.10 Orkestconcert.
4.055.05 Orkestconcert.
8.5011.20 Concert. Kamermuziek.
Autobusdiensten stopgezet.
De gladheid van de wegen buiten de be
bouwde kommen in het Gooi was gister
ochtend zoo groot, dat de nutobusdiensten
HilversumAmsterdam, HilversumBus
sum en LarenBussum stopgezet werden.
Twee personen te water.
Gisterochtend is het dienstmeisje A. van
Veen, toen zij water wou scheppen uit dr
Ringvaart de Where te Punnerend, door
de gladheid van den weg in het water go
gleden. De heer De Vries, die het ongclu'
zag gebeuren, trachtte in liggende houdin;
het meisje te redden en is toen eveneen::
to water gegleden. Met veel moeite geluk
te het omstanders, beiden op het droge t(
brengen. Mej. Van Veen werd bewusteloos
opgehaald en per ziekenauto naar het gast
huis vervoerd. De heer De Vries die aan
vankelijk ongedeerd naar het schèen, naa»
zijn werkzaamheden terugkeerde, werd la
ter eveneens per ziekenauto naar het gast
huis vervoerd.
„Daar begrijp ik niets van! Als je 't dan
maar niet overdrijft en zorgt voor kou
vatten."
„Ik beloof 't u papa."
Toen het wagentje in de nabijheid van
't slot gekomen was. verscheen de oude
gravin zelf.
„Ik kan 't haast niet gelooven, Albert.
De kamerdienaar heeft u zeker verkeerd
verstaan. O, als je eigenmachtig
„Dr. Hauser heeft me heusch permissie
gegeven, grootmama.
„En mij is hij daar niets van komen zeg
gen
„Hij liet zich bij u verontschuldigen, om
dat hij dadelijk een visite moest maken bi:
baron Kronstein".
„En je voelt je op 't oogenblik gezond?
„Als een vischje in het watêr, groot
mama".
„Wees dan voorzichtig en blijft niet al
te lang buiten".
„Maak u daarover geen zorg. Ik ga nu
even naar den zwanenvijver, dan naar den
grooten weg en als ik daar geweest ben,
ga ik weer naar mijn kamer."
Ze reden verder. Toen ze op de laan
waren gekomen, die naar den grooten weg
voerde, kwam een jong meisje in vliegende
vaart aanloopen.
„Albert!" riep ze reeds in de verte, „ben
je 't of ben jc 't niet?"
„Marianne! Daar komt Marianne, Hein
rich! Laten we even wachten 1"
Als een wervelwind vloog ze naar het
wagentje toe en gaf Albert de hand.
(Wordt vervolgd).