ONDERWIJS. Gem. Berichten. BINNENLAND. De kleinzoons van Graaf Rofenbach. TWEEDE BLAD DE LEIDSCHE COURANT DINSDAG 18 DECEMBER 1928 raden of slecht-geraden stap weder on gedaan zou kunnen maken. Dit evenwel moge den raadgevers in hofkringen niet verholen blijven: dat der gelijke dingen op heel het katholieke volk van Nederland en ook op alle overtuigde katholieken ter wereld een deernisvol len, jammerlijken en ergerlijken indruk ma ken. Sinds den dood van prins Alexander, den jongeren zoon van koning Willem III uit diens eerste huwelijk, heeft het Nederland- sche koningshuis gelukkig geenerlei ver binding met de Vrijmetselarij meer gehad. Het is te betreuren, dat thans een prins van hetzelfde huis gemeend heeft zijn naam en persoon te moeten verbinden aan een min of meer analoog geheim genootschap. Des te meer te betfëüpen, nu alle teeke nen des tijds erop wijzen, dat we een perio de tegemoet gaan, waarin het Koninklijk Huis misschien meer behoefte dan ooit zal hebben aan de ongeschokte, onverdeelde, van alle voorbehoud vrije sympathieën van het katholieke, en overigens van het ge- heele positief-christelijke volksdeel. 1) Uitgave der federatie van vereenigin- gen van Theosofen, Goede Tempelieren, Spi ritisten, Astrologen, Vrijmetselaren, Odd- Fellows, Ster in het Oosten, Foresters e.a. 2) „Ontstaan, Streven en Einddoel der Vrijmetselarij", v. Term, p. 247. Katholieke Ziekenhuizen en Grondbelasting. Een belangrijke beslissing. Ged. Staten van Noord-Holland hebben dezer dagen een voor het St. Elisabeth- ziekenhuis të Alkmaar belangrijke uit spraak gedaan. Het betrof hier een grondbelasting- kwestie. De fiscus had het nieuwe gebouw met aanhoorige erven en tuinen aangeslagen in de grondbelasting en legde dus de St. Hippolytusstichting, te wier name de per- ceelen ten kadaster staan ingeschreven een aanslag op. De stichting verzette zich ech ter tegen dezen aanslag en diende een be zwaarschrift in bij Ged. Staten. Zij beriep zich daarbij op art. 25 der Wet op de Grondbelasting. Volgens dit artikel sub f zijn de gebouwen met de aanhoorige erven in tuinen uitsluitend dienende te algemee- ne nutte indien zij behooren aan pro vinciën, gemeenten, polders of waterschap pen of aan kerkgenootschappen, wier be stuurders of hoofden voldaan hebben aan het voorschrift van art. 1 der Wet van 10 September 1853, vrijgesteld van grondbe lasting. De fiscus (i.e. de controleur der grondbe lasting te Haarlem) kon de meening van reclamante, dat de in den aanslag begre pen eigendommen kunnen worden aange merkt als te algemeenen nutte te worden gebezigd, declen, doch oordeelde, dat de St. Hippolytusstichting niet kon worden gerangschikt onder de in art. 25. letter f opgesomde lichamen. Ged. Staten beslisten echter, dat het St. Elisabethziekenhuis moet worden aan gemerkt als een gebouw, uitsluitend die nende te algemeene nutte, als bedoeld bij art. 25 sub f der Wet. Zij overwogen daar bij o.m., dat hun ten aanzien van de St. Hippolytusstichting was gebleken, dat deze is een onderdeel der wezenlijke orga nisatie der R. K. Kerk en dat mitsdien hare eigendommen toebehooren aan het Roomsch Katholiek Kerkgenootschap, al- zoo aan een kerkgenootschap als bedoeld in evengemeld artikel. Zoodat genoemde stichting van den op- gelegden aanslag van het St. Elisabethzie kenhuis in de grondbelasting door Ged. Staten werd ontheven. Als gemachtigde voor de St. Hippolytus stichting verscheen ter zitting van Ged. Staten de heer S. J. A. Keesom, accoun tant te Alkmaar. Deze beslissing (in hoogste instantie) is niet alleen van belang voor het St. Elisa- beth-ziekenhuis, omdat de aanslag in de duizenden beliep, maar ook voor andere ziekenhuizen. Rijkskleedingbesluit. Een koninklijk besluit van 12 December 1928 stelt, uit overweging dat het wen- schelijk is voor alle burgerlijke Rijks diensten geldende bepalingen vast te stel len ten aanzien van de dienstkleeding- voorziening, verschillende bepalingen daar omtrent vast. In een bijlage is bepaald aan wie de 'vverstrekking van uniformen plaats vindt», met vermelding van hetgeen een ieder ontvangt. Voorts wordt aan het besluit o.a. ont leend: Door den voorzitter van den Raad van Ministers wordt ingesteld een Rijksklee- dingcommissie, die belast is met het toe zicht op de naleving van de bepalingen van het besluit. Zij is samengesteld als volgt: Lid en voorzitter: de directeur van het Centraal Bureau van voorbereiding voor Ambtenaren-zaken Leden: de directer van het Rijksinkoop- bureau; de inspecteur van het Gevange nis-wezen voor den arbeid één door den Minister van Financiën aan te wijzen ambtenaar; ten hoogste drie vertegen woordigers door en uit de Centrale Com missie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenaren-zaken aan te wijzen. Aan de Commissie is als secretaris toe gevoegd het hoofd van het Rijkskleeding- bureau. Door den Minister van Waterstaat wordt ingesteld een Rijkskleedingbureau hetwelk ressorteert onder den Directeur- Generaal der Posterijen en Telegrafie. Het personeel van het Rijkskleeding bureau wordt in dienst genomen op de zelfde voorwaarden als de ambtenaren bij de Departementen van Algemeen Bestuur. Voor de benoeming van het hoofd van het Bureau wordt door de Rijkskleeding- Commissie een aanbeveling voor den Mi nister van Waterstaat opgemaakt. Het Rijkskleedingbureau voert de ad ministratie betreffende de uniformvoor ziening en licht de Rijkskleeding-commis- sie in omtrent alle3 wat de richtige uit voering van de uniform voorziening kan bevorderen. Het voert rechtstreeks corres pondentie met de hoofden van de Rijks diensten. De kosten van het Rijkskleedingbureau werden door den Minister van Waterstaat gehoord de Rijkskleeding-Commissie, nair evenredigneid verdeeld over de Departe menten. De RijKskleeding-Commissie brengt jaar lijks aan den voorzitter van den Raad van Ministers verslag uit over de uniform voorziening van het personeel in burger lijken Rijksdienst. Voorstellen tot wijziging van het besluit worden door do Rijkskleedingcommissie aanhangig gemaakt bij den Voorzitter van den Raad van Ministers. Een overgangsbepaling bevat ojm. dat ten aanzien van de op het tijdstip van inwerkingtreding van het besluit in ge bruik zijnde uniformen, de daarvoor be paalde draagtijden van toepassing blijven. Indien op het salaris van een ambtenaar als gevolg van het besluit meer inhouding zal worden toegepast, dan tot dusver het geval was, zal dit meerdere voor het eer ste jaar-van o inwerkingtreding van het besluit slechts voor de helft in rekening worden gebracht. Ten slotte ordt bepaald dat ter voor bereiding van de noodige uitvoeringsmaat regelen de Rijkskleeding-Commissie op 1 Januari 1929 en het Rijkskleedingbureau op 1 Februari 1929 in werking treedt. Overigens treden de bepalingen van het besluit in werking met ingang van een door den Voorzitter van den Raad van Ministers te bepalen datum. Dit besluit kan worden aangehaald als „Rijkskleedingbesluit". Een onderwijs-kwestie te Ootmarsum. Raadsbesluit door de Kroon vernietigd. Het Staatsblad bevat een Koninklijk be sluit van 4 dezer, waarbij wegens strijd met het algemeen belang vernietigd wordt het besluit van den raad der gemeente Oot marsum van 31 Mei 1927, betreffende be schikbaarstelling van de benoodigde gel den voor den bouw eener R.-K. jongens school aldaar. Het R.-K. Kerkbestuur te Ootmarsum had bij den raad een verzoek ingediend om overeenkomstig de Lager-Onderwijswet do benoodigde gelden te verstrekken uit de gemeentekas tot bet bouwen en inrichten van een R.-K. school. Bij zijn verzoek deel de het kerkbestuur mede, „dat dit verzoek aldus was gesteld om den wettelijken vorm te behouden, maar dat daarbij allerminst te kennen werd gegeven, dat het bestuur ongenegen zou zijn om eventueel de aan vaarding van het gebouw der openbare lagere school, mits dit in bruikbaren staat verkeerde in overweging te nemen". M.a.w. men wilde niet juist een nieuwe school, maar zou genoegen nemen met een reeds bestaand gebouw, eventueel ver bouwd. Ootmarsums vroede vaderen dach ten er echter anders over en besloten om een geheel nieuwe school te stichten, die 48.000 zou kosten. De burgemeester achtto een dergelijke uitgave, met het oog op den zwakken financieelen toestand der gemeen te, niet gewenscht en droeg het raadsbe sluit ter vernietiging aan de Kroon voor, waarmee hij, zooals uit het bovenstaande blijkt, dus succes gehad heeft. In de overwegingen, waarmee de Kroon haar besluit motiveert, wordt o.m. gezegd, dat de raad door zijn medewerking te ver- leenen in den vorm van het verstrekken van het kapitaal voor nieuwbouw, niet heeft gestreefd naar een oplossing, welke vol doende rekening houdt met het financieel belang van de gemeente. Blijkens een daar naar ingesteld deskundig onde-zoek zou den de kosten van een verbouwing van de openbare school, te zamen met de kosten van een eventueele voorziening in school ruimte voor de niet-Roomsch-Katholieke kinderen der openbare school immers nog aanmerkelijk blijven beneden de geraam de kosten voor nieuwbouw. De financieele zijde der kwestie acht de Kroon hierom van te meer beteekenis, omdat de toestand der geldmiddelen van do gemeente Ootmarsum van dien aard is, dat elke niet strikt noodzakelijke ver meerdering van haren schuldenlast dient te worden vermeden, zoodat de inwilliging door den raad van het verzoek van het kerkbestuur om de benoodigde gelden te verstrekken voor den bouw eener nieuwe Roomsch-Katholieke jongensschool, geacht moet worden in strijd te zijn met het alge meen belang. Wij herinneren er nog aan, dat de Kroon reeds 20 Augustus j.l., hangende het ver dere onderzoek, het raadsbesluit had ge schorst. ONGELUKKEN. SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER. Autobus te water. De 16 inzit tenden gered. Zaterdagmiddag heeft aan het Damster- diep te Groningen een auto-ongeval plaats gehad, dat wonder boven wonder geen slachtoffers-heeft geëisclit. Om 5 uur pas seerde ter hoogte vatj Terpost een auto bus toebehoorende aan de heeren Mulder en Scheepstra; de bus waain zich, behalve den chauffeur, een lö-tal passagiers be vonden, kwam van Holwierde en reed naar Groningen. Door een defect aan de stuur inrichting geraakte de bus van den weg en viel te water. De chauffeur had de tegenwoordigheid van geest om krachtig te remmen; hierdoor kwam de auto dicht bij den wal te liggen. Onder de inzittenden ontstond een gewel dige paniek, doch gelukkig konden allen zich door de achterdeur in veiligheid bren gen, zoodat zij met den schrik en een nat pak vrijkwamen. Door de tram aangereden. Te Vlissingen werd Maandag in de Bad huisstraat een 10-jarige jongen die de straat over wilde steken, door de electrische tram aangereden. Met een wond aan een der beentjes werd hij naar het Gasthuis over gebracht. Door de activiteit van den wa genbestuurder, die snel remde, werd erger voorkomen. DE GLADDE WEGEN. Been gebroken. De heer Schouten collecteur der staats loterij te Purmerend, is gisterochtend bij het verlaten van zijn woning door de glad heid op straat gevallen, waarbij hij een been brak. Hij werd per ziekenauto naar het gasthuis vervoerd. PRINS HENDRIK EN DE ODD FELLOWS. Een te betreuren stap. „De Limb. Koerier" schrijft het vol gende: Het ligt niet in onze lijn, critiek uit te oefenen op handelingen van leden van het Koninklijk Huis. De noodzakelijke vrijheid van beweging, die door den aard hunner hooge positie toch reeds eenigszins is in geperkt, dient hun onverkort te worden gelaten. Toch kan het in het belang dier hoogge- plaatsten zelve, somwijlen bij uitzondering nuttig zijn, er hen op te wijzen, als zij te goeder trouw, door onvoldoende of ver keerde voorlichting, daden stellen die in uitgebreide kringen van ons volk hun aan zien gevaar doen loopen een ernstige ver mindering te ondergaan. De Prins-Gemaal geniet ongetwijfeld in breede volkslagen een zekere populariteit door zijn goedhartigheid, eenvoud en onge kunsteld optreden. Des te meer heeft 't het katholieke volks deel en ongetwijfeld ook een aanzien lijk deel der rechtzinnige Protestanten onaangenaam getroffen, te vernemen, dat de Prins het beschermheerschap van de Centrale Commissie voor maatschappelijk werk der lependent Order of Odd-Fel- lows in N land op zich heeft genomeh. De Orde er Odd Fellows is een geheim genootschap „De broederbond is gesloten voor vreemde indringerij", zoo drukt het de „Broederschaps-federatie" zelve in hare 2e uitgave van Nov. 1921 op blz. 24 uit. 1). Dit feit alleen reeds maakt het onwon- schelijk, dat iemand, die in ons Staatsbe stel een zoo hoogen rang bekleedt als de Prins der Nederlanden, zich met een ver doken gezelschap op eenigerlei wijze in verbinding stelt. Zelfs als die verbinding ge schiedt via een onderdeel ervan, dat voor opzet, zich meer in het bijzonder met ethisch-sociale doeleinden bezig te houden. Dergelijke doeleinden behoeven niet langs geheimgenootschappelijken weg te worden nagestreefd De organisatie-vorm der Onafhankelijke Orde van Odd-Fellows (letterlijk wil dit zeggen: Zonderlinge Gezellen of Rare Sna ken) is in zijn grondwezen dezelfde als die der Orde der Vrijmetselaren: die der ge sloten, voor niet-ingewijden ontoeganke lijke Loges: De Loges zijn de werkplaatsen, waar het Ordewerk wordt verricht, en waar de leden wekelijks samenkomen". Aldus de boven-geciteerde brochure „Broederschaps-Federatie", op blz. 23, in liet hoofdstuk betreffende de Odd-Fellows. Evenals de Vrijmetselaars-orde laat do Odd-Fellows-orde leden toe van alle gezind heid, mits ze slechts gelooven „aan een hooger bestaan", „hoe dan ook opgevat" (t.a.p., blz. 23). Als embleem voert ze het Alziend Oog, dat in vereenvoudigden vorm wordt weer gegeven als een gestipte cirkel in een drie hoek. De punt in den cirkel en de drie hoek zijn beide magonnieke emblemen. In hoe nauwe verwantschap ook prac- tisch de orde der Odd-Fellows met die der Vrijmetselaren staat, bewijst de propagan da, in 1894 in Italië voor de Odd-Fellows- orde gevoerd door een comité van Vrijmet selaren, op initiatief van 18 Napolitaansche Br .-Vrijmetselaren. In Oostenrijk-Hongarije werd de Odd- Fellows-orde gepropageerd door den Br.- Vrijmetselaar Schneeberg. In de V.S. hebben (althans: hadden) de Duitsche Vrijmetselaars en Odd-Fellows één gemeenschappelijk orgaan 2). De Ned. Vrijmetselarij erkende trouwens zelve den samenhang tusschen beide or den: ,Van anderen valt altijd iets te leeren. „Zoo is het ook het geval met de Odd- Fellows, wier doel en streven in vele op zichten verwant is aan dat van de Vrij metselarij, of laten wij zeggen: aan on ze Orde van Vrijmetselaren". Aldus het Ma^onnieke Weekblad van 18 Mei 1918 p. 299. Het is een weinig troostrijk punt, hier nader op in te gaan, omdat niet goed valt in te zien, hoe Z. K. de Prins der Neder landen den laten wij aannemen: onbe- FEUILLETON. Vrij bewerkt naar het Duitsch door P. G. H oc k s. Hij gaf hem de hand en vertrok zonder Heinrich een blik waardig te keuren. „Wat zeg je daar nu van, Heinrich!" riep Albert, toen hij de equipage van den dokter had hooren wegrijden. „Heb je goed op zijn gezicht gelet? Dat verander de telkens van uitdrukking en heb je ge zien, welk een strijd hij met zich zelf te voeren had?" „Ik heb 't gezien." „En dan zijn redeneering! Die klonk on schuldig en wetenschappelijk voor iemand, die hem niet kent. Neen, die man heeft zich zelf niet overwonnen. Het is een doortrapte schurk". „U mag niet te voorbarig oordeelen". „Dat mag ik zeker niet. Zoudt u eens willen Rijken, wat hij voorgeschreven heeft?" Heinrich «tapte naar de schrfijtafel, nam het recept op en las het. „Ha, dat is", zei hij, nadat hij even in zijn gedachten had staan rekenen, „in zijn soort een meesterstuk". „Hoe verklaar je dat? Ik begrijp het niet." „Wat hij voorgeschreven heeft is een van de sterkste vergiften." „Vergift!" riep Albert verschrikt uit. „Ik heb dus gelijk?" „Wacht even. Er zijn vergiften, die in zeer geringe hoeveelheid toegediend, uit stekende geneesmiddelen zijn. De pillen bevatten strychnine, een middel, dat zeer dikwijls tegen verlamming wordt aange wend. Deze bevatten de allerhoogste dosis die een geneesheer mag geven. Nu heeft Dr. Hauser u gezegd, dat u er 's morgens en 's avonds telkens één mag innemen. Telkens twee zou te veel zijn, maar in dit geval zou hij zich nog wetenschappelijk kunnen verantwoorden. Het zwaartepunt van zijn redeneering ligt evenwel in het geen hij u voor zijn vertrek zeide: enzoo- voort, enzoovoort. Als hij later zegt, dat u er drie moet innemen, dan is hij een moordenaar en ik ben bang, dat hij dit, in zijn gedachten, nu reeds is." „Wat ziet u bleek, Albert" vervolgde hij op den jongen graaf toetredend en diens hand vattend. „U behoeft niet ongerust te zijn. Wij kennen het gevaar en ik zal wel zorgen, dat u van niets hinder zult heb ben." „O, hoe dank ik God, dat je hier bent gekomen, Heinrich. Als jij er niet was, viel ik ten prooi aan die twee deugnieten. En dat ik bleek geworden ben is alleen hot gevolg van de verontwaardiging, die ik voelde, toen ik de zekerheid had, dat die dokter, die zich zoo mooi voordoet, zich heeft laten vangen in de netten van mijn huichelachtigen neef". Op 't zelfde oogenblik trad doctor Bark binnen om te vragen, of hij met de Griek- sche les kon beginnen. „Beste doctor", antwoordde Albert, „als u 't goedvindt, moesten we Homerus van morgen maar eens laten rusten, want ik zou graag eens naar buiten gaan. Zoudt u 't willen gelooven, doctor Dr. Hauser heeft me gezegd, dat ik naar buiten mag." „Heeft hij u dat toegestaan? O, daar ben ik blij mee." „Wat zullen ze groote oogen opzetten, als ze me in den tuin zien. Vooral groot mama. 7eg nog maar niets; teven nie mand. En dus morgen de „Bias" en vandaag de vrijheid. Zouden we 't eens gaan probeeren, mijnheer Schmidt?" „Dat zal afhangen van den stand van den thermometer. Het is er nu warm ge noeg voor." Heinrich ging even naar buiten om te zien, hoe hoog de thermometer stond en kwam terug met de tijding, dat het warm genoeg was". „Dan wachten we geen minuut langer riep Albert verheugd. Doctor Bank verwijderde zich. Heinrich hielp den zieke een overjas aantrekken, legde nog een deken op de verlamde bce- nen, zocht een hoofddeksel voor Albert op en reed hem dan door de deuren, die op den tuin uitkwamen, naar buiten. „Wil jij zelf me rijden, Heinrich". „Ik zou gaarne die eer hebben.' „Met genoegen. O Heinrich, wat is 't heerlijk, hier buiten." En met diepe teugen haalde de arme jongen de heerlijke voorjaarslucht in zijn longen. „De dokter stuurt me in de lucht in de vaste overtuiging, dat ik er hinder van zal hebben en die heerlijke, frissche lucht zal me juist goed doen. Ik voel me na al zoo opgewekt, zoo vroolijk.... Zou je me naar den rand "an 't plateau wi'len rij den, dan kan ik eens naar beneden in het dal kijken, waar het dorp ligt. Vroeger, toen ik nog gezond was, ging ik dikwijls op de bank zitten, die daar staat. Ik vind het daar zoo mooi". Heinrich voldeed aan zijn verzoek en toen hij op de plek gekomen was, vanwaar men 't dorp kon overzien, begon de jongen te schreien van vreugde. „Denk niet, Heinrich, dat ik een teer poppetje ben. Maar ik moet schreien, of ik wil of niet. Ik schrei van vreugde en dank baarheid, dat ik, na jaren, weer eens ge nieten kan van Gods schoone natuur Willen we nu weer verder gaan? Ik zou van morgen alle mooie plekjes even willen bezoeken". Heinrich keerde het wagentje om. Daar kwam, haastig de oude kamerdienaar op hen af. „Mevrouw de gravin stuurt me hierheen, graaf", zei hij met een angstig gezicht. „Ze heeft van uit haar raam gezien, dat u in 't park rondgereden wordt. Ze smeekt u dadelijk weer naar binnen te gaan." „Zeg aan grootmama, waarde Lichten berg, dat Dr. Hauser zijn toestemming heeft gegeven." „Onmogelijk! Dat kan haast niet." „Toch is 't zoo. Op mijn woord van eer". Vlug liep hij terug. Heinrich was nog geen vijftig meter ver der, of de graaf zelf stevende op hen af! „Albert!" riep hij al van verre, „wat beteekent dat? Je weet toch, dat Dr. Hau ser je ten strengste verboden heeft naar buiten te gaanl" De dokter heeft me vanmorgen er per missie toe gegeven en u begrijpt, dat ik daar dadelijk gebruik van maak, papa". UIT DE RADIO-WERELD. Programrra's voor Woensdag 19 Dec. Huizen, 3509 M! Na 6 uur 1852 M. LTits!uitend NCRV-u<tzenJingcn). 11.CO11.30 ZiekendiensL 12.301.45 Concert. 5.C0G.00 Kinderuurtje. 6.307.00 Fransche les, beginners. 7.007.30 Engelsche handelscorrespon dentie. 8.05S.30 Causerie van G. Westra Mzn. De NCRV in den Omroep. 8.30 Zangwijding i. d. Evang. Luth. Kerk te Rotterdam. Hilversum, 1071 M. 10.00—10.15 Morgenwijding. 12.152.00 Concert door het Boris Lens- ki-Trio. 2.303.00 Cursr bewerking. 3.004.00 Maak zelf. 4.005.00 Lezing over het oude Egypte door Prof. Dr. D. Cohen. 5.456.15 Lezing door het Kon. Ned. Landbouwcomité. 6.157.15 Concert door het Boris Lens- ky-Trio. 7.157.45 Gezondheidshalfuurtje door Dr. P. H. van Eden. 8.058.35 C. Spit: De triomf der snel heid. 8.3510.15 Operaconcert. Het Omroep orkest o. 1. v. G. Rio met medewerking van leden der Italiaansche opera. Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Balladenconcert. (tenor, alt). 12.50 Gramofoonmuziek. I.202.20 Orkestconcert. 2.50 Feest van de „Little Londoners*. 3.20 Balladenconcert (sopraan, bariton, fluit). 4.05 Licht klassiek concert. 5.05 Concert orgelbespeling. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Gramofoonmuziek. 6.35 Nieuwsberichten. 6.50 Tuinpraatje. 7.00 Muziek. 7.05 Schubert's pianosonaten. 7.20 Lezing. 7.35 Muziek. 7.45 Lezing. 8.05 Dansmuziek. 8.45 „The blue Forest", sprookjes-opera van J. Cheneviere en L. Aubert in 3 acten. 9.209.35 Lezing. II.00 Voorlezing door John Drinkwater. 11.2012.20 Dansmuziek. Langenberg, 469 M. 10.3511.15 Kerstmuzick voor scholen. 11.30 Mechanische muziek. 12.251.50 Orkestconcert. 3.45-^-4.15 Kerstoratorium van Bach. 5.055.50 Orkestconcert. Uit Moderne opera's. 7.208.15 Concert door het Klein Werag- orkest. 8.20 Koorconcert. Weragkoor, orkest en solisten. Daarna dansmuziek. „Radio-Pari s", 1750 M. 12.502.10 Orkestconcert. 4.055.05 Orkestconcert. 8.5011.20 Concert. Kamermuziek. Autobusdiensten stopgezet. De gladheid van de wegen buiten de be bouwde kommen in het Gooi was gister ochtend zoo groot, dat de nutobusdiensten HilversumAmsterdam, HilversumBus sum en LarenBussum stopgezet werden. Twee personen te water. Gisterochtend is het dienstmeisje A. van Veen, toen zij water wou scheppen uit dr Ringvaart de Where te Punnerend, door de gladheid van den weg in het water go gleden. De heer De Vries, die het ongclu' zag gebeuren, trachtte in liggende houdin; het meisje te redden en is toen eveneen:: to water gegleden. Met veel moeite geluk te het omstanders, beiden op het droge t( brengen. Mej. Van Veen werd bewusteloos opgehaald en per ziekenauto naar het gast huis vervoerd. De heer De Vries die aan vankelijk ongedeerd naar het schèen, naa» zijn werkzaamheden terugkeerde, werd la ter eveneens per ziekenauto naar het gast huis vervoerd. „Daar begrijp ik niets van! Als je 't dan maar niet overdrijft en zorgt voor kou vatten." „Ik beloof 't u papa." Toen het wagentje in de nabijheid van 't slot gekomen was. verscheen de oude gravin zelf. „Ik kan 't haast niet gelooven, Albert. De kamerdienaar heeft u zeker verkeerd verstaan. O, als je eigenmachtig „Dr. Hauser heeft me heusch permissie gegeven, grootmama. „En mij is hij daar niets van komen zeg gen „Hij liet zich bij u verontschuldigen, om dat hij dadelijk een visite moest maken bi: baron Kronstein". „En je voelt je op 't oogenblik gezond? „Als een vischje in het watêr, groot mama". „Wees dan voorzichtig en blijft niet al te lang buiten". „Maak u daarover geen zorg. Ik ga nu even naar den zwanenvijver, dan naar den grooten weg en als ik daar geweest ben, ga ik weer naar mijn kamer." Ze reden verder. Toen ze op de laan waren gekomen, die naar den grooten weg voerde, kwam een jong meisje in vliegende vaart aanloopen. „Albert!" riep ze reeds in de verte, „ben je 't of ben jc 't niet?" „Marianne! Daar komt Marianne, Hein rich! Laten we even wachten 1" Als een wervelwind vloog ze naar het wagentje toe en gaf Albert de hand. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5