De extra partij Moons—Yan Belle, die
moest beslissen aan wien de titel toekomt
ie gewonnen door Moons. De cijfers zijn:
pnt. brt. h.s. gem.
Moons 400 18 116 22.22
Yan Belle 341 17 82 20.05
Om den Coupe Glorieux.
Zaterdagavond is te Brussel de wedstrijd
begonnen om den beker Glorieux. De eer
ste uitslagen luiden:
pnt. brt. h.s. gem.
Van Belle (België) 400 20 117 20.—
Dommering (Nederland) 141 19 42 7.42
Poensgen (Duitschland) 400 31 62 12.90
Fougeret (Frankrijk 261 30 52 8.70
Dommering (Nederland) 400 23 46 17.39
Luypacrts (Belgie) 380 22 169 17.27
Gistermiddag werd het biljarttournooi
om de Coupe Glorieux voortgezet.
De uitslagen luiden volgens de „Crt.":
Dommering 400 23 63 12.12
Fougeret 181 23 47 5.48
Van Belle
Luypaerts
Dommering
SCHERMEN.
Om het kampioenschap sabel.
In één an de zalen van den Dieren
tuin te Den Haag is gisteren onder de
'eiding van den Haagschen Schermbo ld
un het nationaal kampioenschap sabel en
den in memoriam Mr. L. H. Feschotte-
8eker geschermd. Deze beker is geen wis
selbeker. Telken jare wordt de naam van
den winnaar van het nationale kam
pioenschap sabel op den beker gegraveerd
en ontvangt de kampioen een verkleind
model van deze coupe, die destijds do >r
de Amsterdarnsche Schermclub ter herin
nering aan nagedachtenis van den in
1926 overleden sportleider, aan den Kon.
Ned. Am. Schermbond is aangeboden.
Winnaar 1926 was Lt. v. d. Wiel en van
1927 Kapt. C. W. Ekkart.
Er namen 12 vereenigingen met 26
schermers deel. Er werd om vijf treffers
geschermd volgens de bepalingen van het
nationaal wedstrijd-reglement. Na voor
ronden en halven eindstrijd plaatsten zich
de volgende schermers in de finale: Drie
bergen, Lugtenberg, J. Nederpelt, Frater
man, v. d. Wiel en Mosman.
Het kampioenschap en beker werd ge
wonnen door Driebergen, tweede werd v.
d. Wiel en de derde prijs werd behaald
door Mosman.
De heer Timmer, voorzitter van den
HaagscLen Schermbond, reikte de prijzen
uit.
ROEIEN.
Jaarvergadering Nederlandschen Roeibond.
Gisteren is te Amsterdam de jaarl. ver
gadering gehouden van den Nederland
schen Boeibond onder leiding van Mr. G.
L. de Vries-Feijens. In het jaarverslag
werd gewag gemaakt van de Olympische
Roeiwedstrijden, die zoo'n groot succes
zijn geweest.
Nadat Mr. Feijens met weemoed het
verlies had herdacht van den heer Carl
Jurgens, in leven voorzitter van „De Am-
stel" memoreerde hij de verrichtingen der
roeiers tijdens de Olympischo Spelen.
Hij maakte ook gewag van het geval
tusschen Pieterse en Blusse, voorzitter
van De Hoop.
Pieterse is voor den Nederlandschen
Roeibond amateur, zoo zeide de voorzitter.
Bij acclamatie werd het jaarverslag
goedgekeurd.
De balans sloot met een saldo van ruim
f1150; ze werd goedgekeurd.
De volgende wedstrijd-data werden vast
gesteld
9 Mei: Studentenwedstrijd.
2425 Mei: Hollandia.
89 Juni: Koninklijke.
1516 Juni: De Amstel.
'1819 Juni: Telegraaf beker.
2930 Juni: Noord en Oost.
1920 Juli: Nationale kampioenschap
pen.
2122 Sept.: Holland-beker
28 Sept.: Comité voor Wherry-wedstrij
den langs afstandsroeiwedstrijd.
Bij enkele candidaatstelling werd in de
vacature Mr. G. L. de Vries-Feijens geko
zen dr. Mieremet. In de plaats van dr.
Fokker werd de heer Peereboom gekozen.
De begrooting sluitend met een bedrag
van f 4050 werd goedgekeurd.
Dr. Te Hennepe bracht den voorzitter
vervolgens dank voor hetgeen hij tijdens
de O. S. heeft verricht. Hem werd een
album met foto's aangeboden.
VROUW VAN EEN JAPANSCH
GEZANT.
Door Gretchen S. Smith.
-Tot mijn vreugde ontving ik op zekeren
middag bericht, dat de vrouw van den Ja-
panschen ambassadeur mij wenschte te
ontvangen. Ik werd zeer vriendelijk door'
haar onthaald. Ik verklaarde Mevr. Debu-
chi dat ik zeer veel belang stelde in de
huidige toestand der katholieken in Ja
pan. Ik vernam dat de bekeoringen in
Japan zeer talrijk waren en dat zij te
tellen waren onder de meest vooraan
staande Japansche families. De vrouw van
den Vice-Minister voor Buitenlandsche
Zaken is een bekeerlinge en admiraal
Yamamoto, een der meest invloedrijke
mannen in Japan, staat bekend als een Vu
rig en godvruchtig Katholiek.
Zonder de minste aarzeling of terughou
ding vertelde Mevr. Debuchi mij over haar
intrede in de kerk:
„Toen ik bij de zusiers in Tokio En-
gelsch en Fransch ging leeren kwam ik
voor het eerst in aanraking met deze mooie
karakters. Het waren Iersche en Fransche
zusters van St. Maurus en hun goedheid
en karakterschoonheid wekten bij mij be
langstelling op voor hun godsdienst.
Ik werd overtuigd van de waarheid
van hun godsdienst en ongeveer S jaar ge
leden ging ik met toestemming van mijn
echtgenoot over tot het katholicisme. Deze
stond mij ook toe, mijn 2 kinderen te laten
doopen en katholiek op te voeden". Ik
vroeg Mevr. Debuchi of er in Japan nog
afstammelingen bestaan van de origineele
kolonie, bekeerd door St. Franciscus Xa
verius, toen deze missioneerde in Indië.
Zij antwoordde dat er, sinds onheugbaren
tijd een zeer devote groep Katholieken in
Nagasaki heeft bestaan.
Er zijn in Zuid-Japan vele Katholieken,
die zich verheugen in godsdienstvrijheid,
hen gewaarborgd door de Japansche grond
wet. Ondanks het feit dat er slechts
200.000 Katholieken zijn op een totaalbe
volking van 8.000.000, zijn er toch zeer
vele .schoone kerken te vinden.
Godsdienstonderwijs mag in geen enkele
Japansche school gegeven worden, maar
het staat ieder vrij, naar de priesters of
zusters te gaan om onderwezen te worden
in de godsdienst. „Wij hopen, merkte Me
vrouw Debuchi op, dat het den Heiligen
Vader tijd zal dunken,» Japan een Japan-
schen Kardinaal te schenken".
HET FASCISME TEGEN DE
SLOWAAKSCHE GEESTELIJKHEID.
Het „Giornale d'Italia", dat zich den
laatsten tijd veel bezig hield met de anti-
italiaansche gebeurtenissen in de door
ölowaken bewoonde gebieden van Italië,
schrift over de aldaar wonende geestelij
ken: „Het werk, dat de Slowaaksche gees
telijken daar verrichten is Italië zeker
vijandig. Daarmee herleeft een oude tradi
tie, die reeds onder Oostenrijksch bewind
bij de Slowaaksche clerus bestond. Deze
plannen werden door de regeering ge
steund en een systematische ontnationali-
seering der Italiaansche gebieden begon.
Deze gebeurtenissen moeten zeker opgê-
helderd worden. Het grootste gedeelte der
geestelijkheid in Nemesia Giulia en in de
grensgebieden is steeds nog van Slowaak
sche nationaliteit. De Slowaaksche geeste
lijkheid wordt in het seminarie van Görtz,
opgevoed, dat steeds een haard van poli
tieke en nationale agitatie was der Sla
ven en daarom ook door de Oostenrijksche
regeering beschermd werd. De prins-
aartsbisschop van Görtz, de hoogste ker
kelijke overheid der geheele streek is een
streng geestelijke, wiens religieuse en ze
delijke gedragingen onberispelijk zijn, die
echter ten gevolge van zijn nationaliteit
en zijn wil een waardevolle en aangewor
ven medewerker is der anti-Italiaansche
agitatie. Zijn kerkelijke jurisdictie strekt
zich over het grensgebied en over een
groot gedeelte van Joegoslavië uit, voor
hem bestaat bijgevolg de politieke grens
niet. Toen op 28 October de nieuwe op
kosten der Italiaansche regeering ge
bouwde dom van Görtz ingewijd zou wor
den in tegenwoordigheid van vele Italiaan
sche overheden, weigerde hij kort en bon
dig erbij tegenwoordig te zijn of zich te
laten vertegenwoordigen. Hij beweerde,
dat de ceremonie hem niet raakteDe
Italiaansche regeering schenkt de klokken
en bouwt de kerken. De Prins-Aartbis
schop en de geheele clerus danken niet
eens en herinneren de geloovigen niet
eens aan de vrijgevigheid van den gever.
Toen alle landbouwkassen van Görtz en
Istrie, die door Slowaaksche ge-estelijken
bestuurd werden, onder Italiaansche con
trole gesteld werden, kwam er reactie on
der de geestelijkheid en zij bewogen de
stedelingen hun geld dadelijk terug te ne
men. Het geloop naar de banken begon,
maar de spaarders bemerkten gauw, dat
zij daardoor tegen hun eigen belang han
delden. De actie der geestelijken, die
zich hier in stilte voltooit, dringt echter
diep door en zal tenslotte een geestestoe
stand scheppen, die aan het Italiaansche
regime grooten weerstand zal bieden, en
het andere gebied steeds meer nader komt
en daarom de alslavische propaganda
en de terroristische agitatie ook gunsti
ger is.
Deze uitlatingen bewijzen, wat sommi
ge kringen in Italië beoogen om met
slavische minderheid sneller af te reke-
ANECDOTEN
Onbegrijpelijk.
Hij: „Zeg, vrouw, hier in de krant staat,
dat in New York iedere tien minuten een
man door een auto wordt overreden".
Zij: „Verschrikkelijk! Begrijp jij, hoe die
man dat uithoudt?"
Zijn gas.
Een niet al te snugger student ontving
privaatlessen ten huize va-n zijn leeraa-r in
de natuurkunde. Deze behandelde de ver
schillende soorten van gassen. O.a. noem
de hij op waterstofgas, lichtgas', rioolga-s.
„Noem u nu nog eens een soort gas",
vroeg hij den student. Deze moest het ant
woord schuldig blijven.
„Wel, mijn gas", zeide de leeraar.
„O, ja", zei de student met een blij ge
zicht va-n begrijpen, terwijl hij naar 's leer
aars brandende gaskroon opkeek, „u w
gas".
De taalles.
Meester: „Vandaag zullen we zinnen
maken met persoonlijke voornaamwoorden:
ik, gij hij, wij, zij. Als bijvoorbeold je va
der zegt: Ik ga uit, wat zegt dan je moe
der?"
Sjef: „Gij blijft thuis".
Dat begreep ie best.
Oude heer (een vervelend verteller):
„Daar stond ik dus; vlak vóór mij gaapte
•de afgrond...."
„Nu, dat was heusoh niet kwalijk te
nemen".
De pessimist en de optimist
De pessimist: „En ik zeg u, meneer, dat
de meeste menschen baarlijke duivels zijn!
De optimist: „Ik heb dat zelf nooit zoo
kunnen vinden, maar natuurlijk, men kan
de menschen het best naar zichzelf be-
oordeelen
Iets grootsch.
Mevrouw: „Je hebt dikwijls voor wij
huwden gezegd, dat je zoo gaarne werke
lijk iets grootsch voor mij zoudt willen
doen, om me te bewijzen, hoe lief je me
had".
Mijnheer: „Ja, lieveling, en dat wensoh
ik nog".
Mevrouw: „Ga dan naar de keuken, beste
man, en ze-g jij Tonia de huur op".
Philosophic.
De professor had een drukken examen
tijd gehad. Ging daarom op reis teneinde
eenige verpoozing te ondergaan. Op een
dag liet hij zich over een rivier zetten en
al dadelijk begon hij een gesprek met den
veerman.
Zeg, zoo vroeg de prof, ben je op de
hoogte van wiskunde?
Nee, daar heb ik nooit van m'n le
ven van gehoord professor.
Jammer, heel jammer, daar heb je
een vierde van je leven door verspeeld.
Hij verzonk in gepeins.
Na een poosje vroeg hij:
Weet je iet-s van physical
Neen, zei de veerman, glimlachend,
geen steek.
Stakker, daardoor heb je nog een
vierde van je leven verloren.
Na een oogenblik de hoopvolle vraag:
„Maar astronomie leerde je toch wel?"
Wat is dat?
Dat ook al niet? riep de professor
uit, dan is al drie-vierden van je leven
verloren.
Plotseling stootte de boot op een rots
en liep vol water.
Kunt u zwemmen? vroeg de veerman.
Neen!
Houdt u zich dan maar flink aan mij
vast, anders gaan er viervierden van uw
leven verloren!
En zoo gebeurde het. dat iemand, die
reeds drie vierde van zijn leven verloren
had, vier vierden van een anders leven
redde. Zoo .iets noemen ze nu philosophie.
Het kwade geweten.
De snelheidsmaniak heeft een aanrij
ding gehad. Wanneer hij weer tot bewust
zijn komt, is z'n eerste vraag: Waar ben
ikwaar ben ik toch?
De zuster antwoordt zacht: Dit is
nummer 28.
Kamer of cel, is de bedeesde vraag.