A h GROENTEN UiTGEWOGEEl BLIKGItOENTEN WegieQ®©Bï! verkrijgbaars KeereB?gracfa£ 63 TeU. @09 KERKNIEUWS. Gem. Berichten. De kleinzoons van Graaf Rofenbach. DERDE BLAD DE LEIDSCHE COURANT VRIJDAG 14 DECEMBER 1929 IN HET LAND VAN DEN MIKADO. door Prof. Dr. Overmans S. J. Prof. a. d. Universiteit te Tokio. Japan, gelegen in het uiterste Oosten, is aan 'n moeilijken strijd onderhevig. De ontwikkeling heeft zich voltrokken met ongebroken snelheid. Toen in 't jaar 1872 zich de grenzen openden, rekende men niet met zoo'n plotselinge invasie van vreemde bschavingen. Twee machten ont plooiden zich in dezelfde richting, voor eerst de reactie tegen de verscherpte uit sluiting van vreemde elementen en tege lijkertijd de invasie van de moderne tech niek. Dadelijk heeft de regeering inge zien, dat zij tegenover de machtige be ïnvloeding van het buitenland moest stel len een sterke tegenweer in het belang van het Japansclie volk. Vooral keert zich dit verzet tegen het Bolchewisme, dat vooral de laatste weken driest het hoofd opstak in het land van den chrysantemum. Vooral 't communisme is een gevaar voor Japan, dat met zijn eigenaardig verleden zoolang zich afzijdig hield van „de ont wikkeling der groote wereld". Een andere vraag is nu of zij dit verzet heeft inge leid met juiste en afdoende middelen. Nog zijn geen wettelijke maatregelen getroffen of daar verheft zich reeds de tegenkanting van helderziende leiders. Het spreekt vanzelf, dat van een wet telijk toezicht op de onderwijs-inrichtin- gen niet veel heil te verwachten is. Door wettelijke toezichtinstituten kan men zulke bewegingen niet den pas afsnijden. De plannen van den Japanschen minister van onderwijs en eeredienst gaan geheel in die richting en verraden de groote be zorgdheid omtrent den inwendigen bouw en basis van het Rijk. Wellicht dat daar mee bereikt wordt, dat het Japansche volk zich bewust wordt van de hem om ringende gevaren, maar als actie tot het behoud van de Japansche beschaving is zulk een démarche nagenoeg vruchteloos en overbodig. Doch hiermee is 't program van de regeering niet uitgeput, zij beoogt een ver nieuwing van den Japanschen volksgeest. De Japansche kunst en literatuur wijs begeerte en historie moeten het cultuur- ideaal bepalen, niet het Americanisme, dat zich geenszins bekommert om Japan's traditie. Doch het is het Japansche volk niet ontgaan, dat achter deze plannen zich slechts verbergt een handige propa ganda van het oude Boeddhisme, dat zich te nauwernood staande kan houden te midden der vernieuwingen van de laat ste decenniën. Het ziet er naar uit, alsof heel deze onderneming op touw is gezet, om de verlaten afgoden weer op den troon te brengen. In dit verband is 't verheugend te constateeren, hoe het katholicisme in Japan zich 't lot van 't Japansche volk in de^es uren van zware beslissingen aan trekt: Vooral de Katholieke diplomaat Skimoo Imsi, voormalig gezant bij de Italiaansche regeering maakt zich in dit opzicht zeer verdienstelijk. Hij heeft de bemoeiingen der regeering op den voet gevolgd en concludeert, dat het geen zin heeft blindelings zich tegen alle vreemde invloeden schrap te zetten. Veel belangrijker is de oorsprong van de slechte ideeën te peilen. Die alleen moe ten wij zoeken en bestrijden. We moeten ons te weer stellen tegen het Marxisme. Doch ook dat alleen zal ons niet helpen. Het meest bedroevende euvel is het ge mis aan waarlijk religieuze gezindheid. De wereldoorlog is slechts te verstaan als een opperste uiting van dezen goddeloo- zen tijdgeest. Niet door politie-middelen en gewelddadige vernieuwing van een ver- ganen tijd zullen wij ons volk weldadig zijn, maar door heiliging van onze gezind heid, door den eenen waren godsdienst. Zij alleen is in staat over het socialisme en het communisme te zegevieren. Zij leert die tegenstrijdige volkeren een dracht en wederzijds begrip. Zeker, we dulden geen invloed op ons volk, welke tot waanzin en wanorde roept, zooals in Rusland. We moeten het volk de oogen openen voor een ware religie. Daarmee zullen we het den grootsten dienst bewij zen en het bovendien vrijwaren tegen noodlottige invloeden." Niet in naam van geweld en wanorde, doch in naam der liefde zal de gods dienst Japan redden en sterk maken in de rij der volkeren. Juist, die staats lieden, die hun volk waarlijk liefhebben, zullen dit werk erkennen. Wanneer hun liefde echt is, dan zullen zij van het volk niet blindelings datgene eischen, wat het op den duur slechts ten verderve vceren kan. Integendeel ze zullen niet ophouden het volk in de armen te voeren van de Katholieke Kerk. Zullen Imsi's woorden gehoor vinden? De toestanden waren nooit zoo gunstig als thans. Doch een groote hinderpaal voor den groei van het Katholicisme is de omstandigheid, dat de Missie nog die middelen ontbreken, om ook naar buiten zich te kunnen manifesteeren als de eenig ware religie. Wellicht dat deze nieuwe expansie van het Boeddhisme het volk voor de groote beslissing zal plaatsen? De protestanten maken in 't geheel geen indruk op het gele ras, want dit volk voelt als bij intuïtie, dat waar verbrokkeling is en tweespalt geen eenheid en religieuze vrede kunnen heerschen. Daarom staat het Japansche Katholicisme in het teeken van groote verwachtingen. Hem moge niet ten dienste staan de rijke hulpbronnen der Amerikaansche secten, hij bezit het onderpand der eene onveranderlijke waar heid van Christus. Hij wil het Japansche volk daarenboven in het bezit laten van zijn eigen aard en wezen en bovenal haar toonen, dat ook het gele ras geroepen is voor het Koninkrijk van Christus. Van m'n Boekentafel. Boekzaal der geheele wereld. No. 22. Boekhuis Tilburg. Een zeer belangrijke aflevering. Feber neemt enkele Mussoliniana on der de crifeische loupe. Het oordeel over den duce is voor een buitenstaander niet gemakkelijk, vooral niet voor een zoon van het koele noorden, wars van gebaar en romantiek in de staats kunde. Terecht wijst Feber op de onstel- lende consequenties waartoe Mussolini's staatsidee leidt, indien deze logisch wordt doorgevoerd, consequenties waarvoor vele vereerders van den Duce blind zijn. Ver der een Kroniek over Hongaarsche lette ren, die als elke na-oorlogsch literatuur een s.crisis doormaakt, waarbij in het ka tholieke kamp alleen nog een spoor van eenheid te bespeuren valt, alhoewel ook daar vormen en stijl wijd uiteenloopen. Dr. v. d. Mark noemt de vertaling van Hello's: De Kreet van Abels Bloed, een „fijnzinnige gave van een scherp-ontle- dend en fijn aanvoelend mensch (A. van Duinkerken) aan denkend en ingekeerd Ne derland". Ridder de v. d. Schueren geeft een temperamentvolle bespreking over Süd Afrika: die Zukunft van Dr. de Brey- ne. De dithyrambischo toekomstmuziek van den Belgisch Duitschen schrijver wordt begeleid met enkele verbluffend-nuchtere dissonanten van den altijd lezenswaardi- gen wereld-reiziger. Neemt daarbij een de gelijke Fdrnkroniek, een kritiek of Bas- tiaanse's Nederlandsche Letterkunde, die ons inzicht nergens verrijkt en waarTn stroomingen en richtingen ondergestoven liggen onder het gruis van namen en titels; wetenswaardige verscheidenheden, en men zal moeten erkennen dat Boek zaal orienteert. La vie Catholique. Boekhuis Tilburg. Deze afl. bevat reeds interessante mede- deelingen over het Congres der Priester roepingen te Lyon. Het eigenlijke verslag moet nog volgen. Jacques Debout beklem toont de gedachte dat het eerste motief tot aanwerving van priesterroepingen niet mag zijn: de schrikbarende priesternood die in Frankrijk heerscht, maar Gods on miskenbaar recht op den dienst van hen, die Hij riep. Die roepingen gaan te vaak verloren, omdat de kiemen ervan niet wer den verzorgd, of erger nog werden ge dood uit onbedachtzaamheid of moedwil. Dit is een verkorting van Gods Recht. Ray mond Galoyer bezocht de Herfsttentoon- stclling der schoone kunsten en is slechts matig te spreken over de religieuze kunst. Hebben de kunstenaars niets te zeggen, of bereiden ze een verrassing voor? Francois Verrielst legt de indrukken vast van graaf d'Yanville, den algemeenen secretaris van het Permanent Comité der Eucharistische Congressen. Het buitengewone succes van Sydney schrijft hij toe aan de edelmoedige voorbereiding en tevens aan de onsympa thieke bestrijding ervan door de Metho disten, wier felle fanatisme een zeer gun stige stemming voor de katholieken bij bet gros der andersdenkenden heeft ver wekt. Voorts allerlei be^ngrijks op kunst, maatschappelijk, godsdienstig en staat kundig gebied: hetgeen dit weekblad maakt tot een zeer waardevolle bron van inlichtingen voor het Katholieke leven in Frankrijk en daarbuiten. INGEZONDEN MEDEDEELING. Benoemingen. In het Aartsbisdom Z. D. H. de Aartsbisschop van Utrecht heeft benoemd tot assistent te Achteveld den Weleerw. heer C. J. A. Venings (2 Juli 1.1. priester gewijd). De congregatie van den H. Geest Het sterftecijfer der M i s 8 i o d a r i 8 8 e n. In het jaar 1S42 zijn de Paters van den H. Geest met de Evangelieprediking in Afrika begonnen. Wij laten hieronder een statistiek vol gen van het aantal hunner missionarissen, die in Afrika gestorven zijn. De statistiek is verdeeld over tientallen van jaren, geeft het aantal missionarissen, die in de ver schillende decennieen gevallen zijn en te vens hoeveel onder hen nog voor hun der tigste levensjaar en hoeveel na hun vijf tigste levensjaar bereikt te hebben. De cijfers spreken hier duidelijk genoeg en behoeven geen verder commentaar. Van 1842 tot aantal v.h. 30e n. h. 50e 1875 70 30 3 1885 47 15 9 1905 1915 1925 165 113 37 Aldus gezamenlijk van 1842 tot 1925 een offer van 678 missionarislevens, waarvan er 162 hun 30ste levensjaar nog niet hadden bereikt, en er slechts 117 na hun 50ste le vensjaar gestorven zijn. Onbekende helden. Men seint uit Ranchi (Oost-Indïe) dat een Zwitsersche religieuse van de Ame rikaansche Jesuiten-missie in Patna (In- die) aangetast door de melaatschheid reeds drie maanden te sterven ligt. Dit is reeds de tweede zuster der Patna- missie die ten slachtoffer valt aan die vreeselijke ziekte. Beide waren van de orde der Barmhartige Zusters van het H. Kruis waarvan het moederhuis in Zwitser land is en die in Merrill (Wisconsin, Ver. Staten) een noviciaat gevestigd hebben. Maar zulke helden kent de wereld nietl Zuster Angeline f In het pensionaat te Dongen is in den ouderdom van 83 jaar overleden de Eerw. Zuster Angeline (in de wereld mej. A. M. Magilse). ONGELUKKEN. SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER. Een auto te water. Woensdagavond omstreeks 10 uur is op den Haagweg nabij de tol onder Rijswijk de heer C. van Beele uit Rotterdam met zijn auto tengevolge van de gladheid van den weg in de Haagvaart gereden en on der water terecht gekomen. De heer C. redden. Een passagier de heer Wolfensper- gen, die bij hem zat, werd met groote moei te door het personeel van de tol gered. Hij had enkele verwondingen bekomen cn werd in Rijswijk verbonden. De auto werd later gelicht. Auto tegen autobus gebotst Woensdagavond omstreeks 8 uur is op den Rotterdamschen weg nabij Delft een Z. H. A. M.-bus tengevolge van de glad heid van den weg geslipt en daardoor dwars op den weg komen te staan. Op het zelfde oogenblik kwam van de tegenover gestelde zijde een auto, bestuurd door den heer Lipman uit Rotterdam, die werd ge raakt, in elkaar gedrukt en totaal ver nield. Er zijn geen persoonlijke ongelukken bij voorgevallen. Auto door neergelaten afslult- boomen gereden. Woensdagavond stond trein 942 te Voorthuizen op het punt naar Nijkerk te UIT DE RADIO-WERELD. Programma's voor Zatfcrdag 15 December. Huizen, 3 4 0,9 M. Na 6 uur 1 852 M. (Uitsluitend K.R.O.-uitzendingen). 12.301.30 Lunchmuziek door het K.R. O.-Trio. 3.004.00 Kinderuurtje o. 1. v. mevr. S. Nuwenhuis-v. cl. Rijst. 5.300.30 Gramofoonmuziek. 6.306.40 Spr. M. K. W. Gerisch: Waar heen met de kerstvacantie. 6.406.50 Radiopraatje. Spreker W. Peeters. Onderwerp: Selectiviteit. 6.507.Ó0 Katholieke Berichten. 7.007.30 Engclsche les. 7.308.00 Knipcursus. 8.00Concert. Het Amsterdamsche Sa lon-orkest o. 1. v. F. Boshart. H. Cooroans, bas; J. Boezer, declamatie; J. Cooymans, piano. Hi 1 v e r s u m, 1071 M. 10.0010.15 Morgenwijding. 12.152.00 Concert door het Boris Lens- ki-Trio. 2.004.00 Aansluiting van het Theater Tuschinslcy. Orkest o. 1. v. Max Tak. P, Palla, orgel. 4.00 4.30 Italiaansch, beginners. 4.305.00 Italiaansch, gevorderden. 5.005.30 Fransch, beginners. 5.306.00 Fransch, gevorderden. 6.00—6.45 Concert door het Omroep orkest. Walsen en marschen. 6.457.15 Duitsch, beginners. 7.157.45 Duitsch, gevorderden. 8.20 VARA. Concert. Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. I.202.20 Het Carlton Octet. 3.50 Populair concert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Muziek. 6.35 Nieuwsberichten. 7.00 Muziek. 7.05 Schubertliederen voor bariton. 1 7.20 Omroepcau8erie. 7.35 Muziek. 7.45 Int. Rugby-wedstrijd. 8.05 Populair concert. 9.20 Nieuwsberichten. 9.35 Lezing. 9.50 Nieuwsberichten. 9.55 „Up tot scratch", radio-revue. 10.5512.20 Dansmuziek. „R a d i o-P a r i s", 1750 M. 12.502.10 Gramofoonmuziek. 4.055.05 Dansmuziek. 8.3511.20 S.vmphonieconcert. Daarna „L'Education manqueé", van Chabrier. Orkest, koor en solisten. Langenberg, 469 M. II.30 Mechanische muziek. 12.251.50 Orkestconcert. 5.055.50 Luit- en mandoline-orkest. 7.20 Vroolijke avond. Orkest, band en solisten. Daarna tot 12.20 Dansmuziek. Königswusterhausen, 1250 M., Z e e s e n, 1680 M. 11.204.20 Lezingen en lessen. 4.205.20 Orkestconcert. 5.207.05 Lezingen en lessen. 7.20 Dubbelkwartet. Vocaal concert. 8.20 Het Schmidt-Gentner-Orkest. Daarna tot 11.50 Dansmuziek. Hamburg, 395 M. 3.50 Muzïeksprookjes. 5.20 Orkestconcert. 7.20 Dansmuziek. 9.5011.10 Cabaret en dansmuziek. Brussel, 509 M. 5.20 Orkestconcert. 7.05 Pianoconcert. 7.20 Gramofoonmuziek. 8.20 Concert i. h. Conservatorium in Luik. Solistenconcert. vertrekken, toen het spoorwegpersoneel plotseling een sterk wit licht op de spoor baan ter hoogte van den overweg opmerk te. Het vond daarin aanleiding maatrege len te nemen, waardoor het vertreksein werd opgeschort. Bij onderzoek bleek, dat een auto, ko mende uit de richting Apeldoorn, door een gesloten afsluitboom was gereden, dozen FEUILLETON. Vrij bewerkt naar het Duitscb door P. G. H oc k s. 30) „Ik dank u hartelijk, mijnheer de graaf voor deze groote onderscheiding". De oude gravin liet een waarschuwend kuchje hooren. Ze was van plan iets to gaan zeggen, maar Albert zag haar met zulke groote oogen aan, dat ze zweeg, maar toch vol ergernis haar zakdoek aan de lippen bracht. „Ik heb u ook nog te zeggen", mijnheer Schmidt, „dat mijn zoon, voor wien u zoo veel sympathie voelt, welke sympathie van zijn kant wederkeerig is, gaarne zou zien, dat u den avond met hem hier in de familiezaal in onzen kring zoudt willen doorbrengen en ik voeg er bij, dat ook ik dat gaarne zou wenschen." „Maar, mijnheer de graaf, dat is te veel goedheid. Dat kan ik werkelijk niet doen." „Doe het dan ter wille van mij", zei Albert. „Neen, neenDat zou van mijn kant te onbescheiden zijn." „We spreken er verder niet meer over, mijnheer Schmidt. U komt iederen avond na het souper hier. Wij rekenen cr vast °P"- Heinrich durfde nu niet meer weigeren en ging op Albert's verzoek naast den zie kenwagen zitten. „Heb ik 't er niet goed afgebracht?" vroeg de jonge graaf zacht aan Heinrich. „Het is veel te erg". „O, neen, lang niet genoeg." Gravin Louise en freule Von Richthof stonden op om zich naar haar eigen ver trekken te begeven. „Grootmama, ga alstublieft nog een oogenblik zitten", vroeg Albert met luide stem, „ik zou nog zoo graag opheldering ontvangen over een belangrijke zaak. Misschien kunt u of papa mij die verschaf fen." „In welke zaak, beste jongen?" vroeg grootmama, terwijl ze zich weer neder zette. „Ik heb toevallig vernomen, dat Ma rianne Bergmann morgen door Willet» naar het station gebracht zal worden om in de residentie naar haar tante te gaan en dat ze voorloopig hier niet terug mag komen. Hebt u daar last toe gegeven, papa?" „Ik, Albert? Zeker niet. Ik weet daar niets van. Ik zou er ook niet aan gedacht hebben om zooiets te doen. Je bent met het kind opgegroeid en ik ben er van over tuigd, dat haar vertrek je erg Zou spijten." „Spijten!? 't Zou me nog zieker maken, dan ik nu ben. Wat heeft dat kind al niet gedaan om te maken, dat ik me niet ver veelde I En nu haalt men ze van mij weg.. Weet u er iets van grootmama? Of doet de houtvester het op zijn eigen houtje?" „Neen. Het is op mijn uitdrukkelijk ver langen, dat ze weggaat en haar vader vindt het goed". „En waarom moet ze weg?" vroeg Al- bert scherp. „Omdat ik 't noodig acht voor haar op voeding". „Zoo! Ze kan hier anders ook genoeg leeren. De beide vroegere gouvernante's van Rosamunde hebt u nog altijd niet ont slagen. Die kunnen Marianne les geven.. Neen, grootmoeder, de oorzaak zit dieper. U misgunt mij het genoegen iederen dag een half uurtje met dat meisje te keuve lenPapa, vindt u goed, dat grootma ma met uw ondergeschikten maar doet, wat ze wil en in alles handelt, alsof zij hier te gebieden heeft en u niets te zeggen hebt??" „Albert, ik moet u ernstig verzoeken niet verder te gaan!" riep de gravin ver toornd uit. „Ja, ja! Maak me nog maar verwijten ook! U zult me nog dooden „Albert, spreek zoo toch niet!" riep ze angstig. Graaf Stefan, die er een hekel aan had het zich erg moeilijk te maken, liet zijn moeder in alles de vrije hand, maar dit1 vond hij wel een beetje kras en daarom zei hij op beslisten toon: „Maak je niet ongerust, Albert. Grootmama zal er niets tegen hebben, als ik morgenochtend vroeg aan den houtvester laat weten, dat Ma rianne voorloopig hier kan blijven". De gravin stond op en liep in fiere hou ding naar haar zoon en fluisterde hem in 't oor: „Ik heb je onlangs opmerkzaam ge maakt op 't. mogelijke gevaar.. „En ik heb u geantwoord, dat ik 't voor kinderspel houd", antwoordde graaf Ste fan even zacht. „Als Marianne blijft, schuif ik alle ver antwoordelijkheid van mij af en werp ik ze op u". „Dio zal ik kalm van u overnemen". „Al goed", antwoordde ze. Dan wensch- te ze allen een kort, afgebeten „wel te rusten" toe en ging woedend naar haar kamer met zulke rasse schreden, dat Lichtenberg bijna te laat kwam om de deur voor zijn gebiedster te openen. Albert's houding kon ze zich niet ver klaren. Tweemaal had hij 't vandaag ge waagd aan haar macht te twijfelen, ja meer nog, haar heur macht te ontnemen. Deed hij dat uit zich zelf, of zat daar iemand achter? Dien nieuwbakken secre taris met zijn beschaafde manieren en zijn intelligent uiterlijk vertrouwde ze niet. Die man was haar een raadsel en onwil lekeurig haatte ze hem. Albert boog zich naar Heinrich en fluis terde: „Vindt u me niet slecht, dat ik zul ke middelen aanwend om mijn doel te be reiken?" Heinrich kon hierop niet antwoorden, want graaf Stefan vroeg juist aan Rosa munde, of ze zoo vriendelijk zou willen zijn een lied te zingen. Ze antwoordde, dat ze erge hoofdpijn had en dat ze daar om liever naar haar kamer zou willen gaan. Ze stond op, wenschte allen een goeden nacht en begaf zich naar haar slaapvertrek. Ook de andere dames ver wijderden zich en de heeren bleven alleen. Heinrich moest een paar glazen wijn drinken en de graaf onderhield zich al dien tijd zeer minzaam met hem. „U spelt toch kaart, mijnheer Schmidt?" „Zeker, mijnheer de graaf". „Dat doet me genoegen. Dan kunnen we in 't vervolg met ons vieren een par tijtje doen". Het was tijd voor Albert om naar bed te gaan. Heinrich bracht hem naar zijn slaapkamer, hielp hem uitkleeden cn droeg hem in bed en na samen nog wat gepraat te hebben, begaf ook hij zich ter ruste, maar het was hem onmogelijk, na alles wat hij dien dag ondervonden had, den slaap te vatten. XII. De gebeurtenissen van dien middag, waren wel in staat, als hij er over nadacht hem uit den slaap te houden. Hij was als vijand hier op 't slot gekomen met het vaste voornamen om met de grafelijke fa milie, dio zijn schuchteren vader had vcr- stooten en zijn arme grootmoeder zelfs na haar dood had onteerd, een strijd aan te binden tot het bittere einde. Eu zie, nau welijks was hij een paar weken hier, of zijn haat was geluwd en voor twee leden dier familie zelfs veranderd in vriend schap en liefde. Ja liefde. De wijze, waarop Albert van het begin af met hem had omgegaan; het vertrouwen dat deze hem had geschonken; de stappen door de zen gedaan om zijn positie te veraangena men dat alles, gevoegd bij het medelij den, dat de ziekte van den verlamden jon gen bij hem opwekte en zijn bezorgdheid voor diens leven, door booswichten be dreigd, dat alles was oorzaak, dat hij van den jongen was gaan houden. Ook de vader van Albert was hem met groote welwillendheid tegemoet getreden. En Rosamunde? (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 7