DE DOORBRAAK DER AMSTELKADE
Uit de Omgeving
De kleinzoons van
Graaf Rofenbach.
TWEEDE BLAD
„DE LEIDSCHE COURANT"
MAANDAG 10 DECEMBER 1928
III (Slot).
Wat zijn nu de oorzaken van de in den
laatsten tijd betrekkelijk veelvuldig voor
komende doorbraken en van het vele wa-
terbezwaar in alle waterschappen, doch
vooral in het Hoogheemraadschap van
Aimsteü,a,nd ondervonden 1
In hoofdzaak zijn zij het gevolg van de
dichtere be .ing van den bodem, waar
door een hoogere opbrengst noodzakelijk
is geworden en waarom hoogere eischen
aan den grond gesteld worden. Vroeger
vond de boer het niet zoo heel erg wan
neer gedurende een halven winter het
land onder water stond; hij vond dit zeer
gewoon; maar allengs zijn ie eischen op
gevoerd en thans verlangt, men, dat na
I eiken storm of regenval het polderwater
I weer terstond op peil is. Men duldt geen
i water weer oj 't land, waardoor dit ver-
zuurt. De windwatermolens, welke meer
geleidelijk het water afvoeren, malen den
•boer en ook den tuinder of kweeker te
langzaam, krachtigere bemalingswerktui
gen waren noodig; zij zijn dan ook bijna
j alle verdwenen en hebben plaats moeten
maken voor nieuwe, door eleotromotoren,
gasmotoren of stoommachines gedreven ge
malen. Slechts hier en daar treft men nog
een windmolen aan en de meeste belang-
I hebbenden bij het behoud er van schijnen
I wel de Vereeniging voor monumentenzorg
en de Vereeniging „De HoUandsche Mo-
len" te zijn. Gevolg van die aan het land
j gestelde hoogere eischen en de dienten
gevolge meer intensieve bemaling is dat
terstond na eiken grooten regenval alle
gemalen met volle kracht in werking wor
den gesteld, en als het ware wedijveren
om hun land het best droog te houden.
Mei volle kracht werken zij alle gelijk en
brengen een geweldige massa water op
den boezem, welke op zijne beurt weer,
hetzij langs natuurlijken weg, hetzij langs
kunstmatigen weg door gemalen of op bei
de wijzen, zijn water rechtstreeks of wel
middellijk loost op de zee. Houdt de regen
val aan, dan is de aanvoer uit de polders
op den boezem zoo groot, dat deze niet
vlug genoeg zijn water looz^n kan, en het
niet meer kan verzwelgen. Rijnland paste
zich steeds aan de eischen van zijn tijd
aan, zorgde daarom steeds voor een be
tere loozing en heeft thans ook weer zeer
groote plannen tot verbetering door de
stichting van een nieuw gemaal te Gouda
doch momenteel is het den grooteren wa-
teraanvoer niet meer de baas, kan het niet
spoedig genoeg loozen, en wordt ook de
boezem van dit Hoogheemraadschap te
veel belast. Het Groot Waterschap van
Woerden, dat weinig boezemberging heeft,
s op Rijnland aangewezen en loost door
le schutsluis te Bodegraven op den boezem
ran dit Hoogheemraadschap. De
boven Woerden is zoo groot, dat de daar
zeer smalle Rijn het water niet spoedig
genoeg kan afvoeren. Ook de schutsluis
te Bodegraven is voor een voldoenden wa
ter afvoer te nauw. In de laatste maand
was 't water er ruim 0.50 M. boven het nor
male peil. De stroom in deze schutsluis,
welke geheel openstaat, kan dan zoo sterk
zijn, dat het onmogelijk is een schip erdoor
te krijgen. Doch het ergste van al is wel
de toestand in Amstelland dat neg geheel
op een natuurlijke loozing op zee is aange
wezen. De nadeelen daarvan worden telken
jare ondervonden. Wanneer storm en regen
hoogtij vieren, de poldergemalen hun best
doen om de landerijen droog te houden en
het water op den boezem brengen, doch
de storm het water der Zuiderzee vóór de
uitwatering?.buizen te Ipensloot en Diemer-
dam en vóór het IJ opzweept, waardoor de
afvoer onmogelijk, of wel sterk belemmerd
wordt, da.n bereikt het boezemwater spoe
dig een ongekende hoogte. Reeds vroeger
in het begin der ISc eeuw had men door
een vermeerdering van het aantal molens
dezelfde beswaren ondervonden, zoodat
men voor het eerst in 1741 er op bedacht
was een maalpeil vast te stellen. Doch er
waren zoo vele bezwaren, dat dit niet tot
zijn volle recht is gekomen voor 1872, toen
bij Koninklijk Besluit aan het Hoogheem
raadschap de bevoegdheid daartoe gegeven
werd. Bij den aanleg van het Merwedeka-
naal in 1882 was de loozing zoodanig ver
beterd, dat men meende geen bchcefte
meer aan een maalpeil te hebben. Sinds
dien heeft men het dan ook niet meer. Door
die onbeperkte uitma-ling der polders is,
wanneer niet of niet voldoende geloosd kan
worden een waterstand van 0.40 a 0.50 M.
boven den normalen stand niet ongewoon.
Dat, wanneer zulke standen mogelijk zijn
ook bijzondere zorg aan de kaden besteed
meet wprden, is van-zelf-sprekend. En dit
nu was hier allerminst het geval. De kade
langs de Kromme Mijdrecht van den Noor
der buurtschen polder en ook die van den
Polder Westveen was alleminst in orde, is
allerminst tegen zco'n hocgen waterdruk
berekend, voldcet niet aan de minste
eischen., die daarvoor gesteld megen wor
sen. Deze kade is in onderhoud bij den
polder. En zoo kunnen we besluiten, dat
de oorzaken der doorbraak waren een te
hoog opgevoerde boezemwaterstand en een
niet voldoende onderhouden kade, waar
mede ook de schuldigen in dezen zijn
aangewezen n.l. het Hoogheemraadschap
van Amstelland, dat zijn bcczemwater-
stand te hcog op laat voeren en de Noor-
derbuurtsche polder, welke zijn kade niet
voldoende onderhield.
7/12 '28.
J. H. A. M.
VOORHOUT.
GEMEENTERAAD.
Grondaankoop van het paroch.
Armbestuur. Het uitbreidings
plan. Bespreking drinkwater
leiding.
Gisteravond vergaderde de Raad dezer
gemeente onder voorzitterschap van den
Burgemeester. Aanwezig waren alle. leden
uitgezonderd weth. van der Laan.
De Voorz. opende de vergadering met
het gebed en vroeg den leden of zij zich
er mede konden vereenigen, dat de pun
ten 9, 10 en 11 der agenda waarna de no
tulen aan de ede werden gesteld. Deze
wijziging was verzocht door het lid Nijs-
sen, die deze punten gaarne ecist zou wil
len behandelen aangezien hij in verband
met zijn koperen huwelijkfeest slechts
kort de vergadering kon bijwonen. Hiertoe
wordt besloten.
De voorzitter feliciteert het lid Nijssen
namens den Raacl met eenige welgeko
zen woorden, waarvoor de heer Nijssen
bedankte.
De notulen werden gelezen en onver
anderd goedgekeurd.
Aan de orde werd gesteld punt 9, voor
stel tot aankoop van gronden van het
R. K. Armbestuur.
De Voorzitter deelt mede, dat van het
R. K. Armbestuur een schrijven is ingeko
men, waarbij het den gemeentegrond te
koon aanbiedt, voor den geboden prijs
van ƒ53.000.
De gronden betreffen, zooals den leden
bekend is, de perceelen gelegen tusschen
het perceel van den heer Alland en dat
van den heer C. Warmerdam, alsmede den
grond, gelegen achter het gemeentehuis,
(z. g. armenkroeht). Do Voorzitter zegt,
dat oorspronkelijk door den Raad voor de
zen grond is geboden 50.000 en dat het
Armbestuur bleef bij zijn aanbod van
53.000.Daarna hebben B. en W. met
bedoeld Armbestuur onderhandeld en een
bod gedaan, hetwelk de Raad heeft goed
gekeurd, van 53.000.Hierop is het
armbestuur echter niet ingegaan, zoodat
de zaak van de baan was. In de vergade
ring van 3 December heeft het Armbe
stuur evenwel besloten het gemeentebe
stuur bedoelde gronden aan te bieden
voor den som van 53.000, behoudens
goedkeuring van de kerkelijko overheid,
onder voorwaarden dat de huurders voor
zoolang het contract loopt, gehandhaafd
moeten worden en alle lasten en erf
dienstbaarheden voor rekening van den
kooper komen, alsmede de overdrachts
kosten enz.
De heer Van der Voet zegt, dat het ge
dane bod der gemeente destijds niet ge
accepteerd was en nu korrt men den ge
meente bedeelde perceelen grond toch
voor het gedane bod aanbieden. Spreker
zou hier ever n: g wel een en ander wil
len zeggen, doch acht het beter om over
te gaan in comité-generaal, waartoe wordt
besloten.
Na heropening der vergadering wordt
net algernecr.e stemmen besloten van het
R. K. Armbcrtuur aan te koopen de per
ceelen grond achter het gemeentehuis (do
z.g. armckracht) en de gronden gelegen
tusschen den heer Allard en C. Warmen-
dam, voor den prijs van 53.000 op de ge
stalde voorwaarden.
Hierna stelt de Voorzitter aan de orde
de bespre1 ing omtrent de vaststelling
van een uitbreidingsplan.
De Voorz. vraagt, of de Raad er zich
mede kan vercenigen om in principe te
besluiten over lo gaan tot bet vaststellen
van een uitbreidingsplan. B. en W. stel
len zich voor cm in dit uitbreidingsplan
o.a. te cev; ttcn de nieuwe wijken, de
Teylingcrlaan in verbinding met den van
den Berg van Heemsteden weg, cle Boek
horstlaan enz. Hierin zul'en ook worden
opgenomen eenige bepaalde wijken, waar
de woningen aan een zekere welstands-
grenzen hebben te vokloen. Voorts vra
gen B. en W. een ere liet om de vo.n-loo-
pige handelingen daartoe te kunnen ver
richten. Alvorens deze te doen, zal de
Raad hiermede in kennis worden gesteld.
Overeenkomstig bet voorstel van B. en V/.
wordt dit voorstel zonder hoofdelijk stem
ming aangenomen.
Vervolgens brengt de Voorzitter ter ta
fel het vaststellen van een plan tot de
slighting van een drinkwaterleiding.
De Voorz. vraagt, of de Raad er toe
kan besluiten om over te gaan tot de
stichting van de drinkwatervoorziening,
volgens het plan, hetwelk voor de leden
ter inzage is gelegd.
De heer Van der Hulst en Nijssen zeg
gen, dat dit besluit reeds in principe is
genomen en vinden het beter om thans
over te gaan tot het bespreken van het
plan.
Do Voorz. zegt hiertegen geen bezwa
ren te hebben. B. en W. hebben den heer
Ir. P. Driessen te Vogelenzang, uitgenoo-
digd om dit plan nader uiteen te zetten
en vraagt of den Raad zich hiermede kan
vereenigen. Hiertoe wordt besloten. De
Voorz. acht het om verschile'.nde redenen
Voorz. acht het om verschillende redenen
legenheil to doen geschieden in ccinité-
generaal, waartoe andermaal wordt over
gegaan.
Na heropening der vergadering besluit
de Raad met a'gemeene stemmen:
lo. tot de stichting van een gemeente
lijke drinkwaterleiding, volgens het vast
gestelde plan;
2o. voor do uitvoering van dit plan, in
gevolge do drinkwaterleiding-verordening
van Zuid-Holland, vergunnig te vragen
aan Ged. Staten;
3o. Ged. Staten te verzoeken, krach
tens art. 9 van bovenvermelde verorde
ning, de beheerders van openbare gron
den, wateren en werken te verplichten,
voor zoover de gevraagde toestemming
daartoe niet is of wordt gegeven om de
aanleg en de instandhouding van alle wer
ken, welke volgens het ontworpen plan
voor de drinkwatervoorziening moeten
worden uitgevoerd, te gedoogen;
4o. de gelden voor deze werken, voor
zoover zij niet op een andere wijze zijn of
kunnen worden besteed te dekken door
het aangaan van een leening;
5o. B. en W. te machtigen:
a. alle rechtshandelingen te verrichten,
welke voor een goede uitvoering noodig
zijn;
b. alle vergunningen aan te vragen,
welke noodig zijn voor de uitvoering van
het plan;
c. alle regelingen te treffen, indien noo
dig, met de eigenaars en gebruikers der
gronden voor de eventueele aangebrachte
schade enz.
Thans wordt overgegaan tot punt 3
ingekomen stukken.
Ingekomen is een adres van den Raad
der gemeente IJssclmondc, om adhaesie
te betuigen aan een door dezen raad in
gezonden adres bij den heer Minister van
Binnenlandsche Zaken en Landbouw, in
zake artikel 122a der Gemeentewet, be
treffende de zakelijke bedrijfsbelasting.
Besloten wordt geen adhaesie te betui-
gen.
Voor kennisgeving worden aangenomen
eenige goedgekeurde raadsbesluiten.
Mededecling wordt gedaan van een
schrijven van Ged. Staten waarbij deze
kennis geven dat de gemeente een'bedrag
van 8.94 teveel heeft betaald aan den
Keuringsdienst van Waren te Leiden in
het jaar 1927, welk bedrag met de eerst
volgende storting zal worden verrekend.
De begrooting voor het jaar 1929 is te
ruggekomen met eenige bemerkingen,
waaraan zal worden voldaan en wordt
thans vastgesteld met het volgend bedrag
voor den gewonen dienst in ontvangsten
en uitgaven 94.347.83.
Nog is ingekomen een schrijven van den
heer P. L. van der Hulst, waarbij hij de
gemeente aanbiedt een strook grond van
plm. 45 M., voor de verbreeding van de
Hoofdstraat van zijn perceel gelegen
langs die straat, wanneer de gemeente
de kosten op zich neemt van het plaatseh
van een afrastering op betonnen voeting
en een inrijhek.
De Voorz. licht een en ander nader toe
en zegt, dat dit voorstel niet overeenkom
stig het oorspronkelijk gedane aanbod is,
waarna B. en W. deze zaak hebben behan
deld en vraagt of de heer Van der Hulst
bij zijn voorstel blijft.
De heer Van der Hulst zegt over deze
aangelegenheid te hebben nagedacht. Spr.
kan niet van zijn gedaan voorstel afwij
ken, omdat hij naar zijn berekening hier
door slechts de waarde van den grond
vergoed krijgt, waarmede spr. tevreden is,
omdat het algemeen belang er bij betrok
ken is. Waar het hier een gemeentebelang
is en de gemeente hiermede gebaat is,
omdat daardoor vanaf de muziektent tot
aan het station de hoofdstraat van een
trottoir kan worden voorzien, acht hij zijn
voorstel zeer billijk.
Wethouder van Reisen zegt., dat de oor-
spronkelijken bedoeling was, dat de heer
van der Hulst zelf de betonnen voeting
zou bekostigen en de gemeente het hek
werk er op zou plaatsen. Nu vraagt de
heer Van cler Hulst bovendien nog de 'be
tonnen voeting en een inrijhek van de ge
meente. Spr. kan zich nog wel niet de
betonnen voeting ten laste der gemeente
te brengen, doch niet voor net inrijhek,
omdat hij zulks niet noodzakelijk acht en
te veel kosten voor de gemeente met zich
brengt. Spr. stelt voor om op het voorstel
van den heer Van der Hulst in te gaan,
uitgezonderd om het inrijhek voor reke
ning der gemeente te nemen.
Na eenige discussiën wordt het voorstel
van Weth. Reisen aangenomen met 3 te
gen 1 stem. Voorstemden de heeren Van
der Voet, Eigenbrood en Van Reisen. Te
gen de lieer Witteman. De heer Van der
Hulst onthield zich van stemmen.
Ten slotte was nog ingekomen een be
roepschrift van den heer C. N. Oostdam,
betreffende de plaats voor zijn nieuw te
bouwen bloembollenschuur. Besloten
wordt hem vergunning te verleenen zijn
schuur te plaatsen op 10 M. uit het hart
van den weg, mits hij niet voorbij den
UIT DE RADIO-WERELD.
Huizen, 310.9 M. Na 6 uur 1870 M.
Uitsluitend K.R.O.-uitzendingen.
12.301.30 Concert door het K.R.O.-Trio
5.30G.30 Gramofoonmuziek.
G.307.UU Duitsche les.
7.007.30 Cursus Kerklatijn, beginners.
7.308.00 Cursus kerklatijn, gevorder
den.
8.00—8.30 Sur.: II. J. C. Vennings: Met
bet R.K. Werkliedenverbond de wereld in.
8.30 Willem Heydt Herdenking te Nij
megen. Werken van Willem Heydt. Het
Koor der H. Dominicus-kerk o. 1. v. Pas
toor D. v. d. Geest, O.P., A capella koor
o. 1. v. W. Kerper, A capella koor „Arti
Vocali", o. 1. v. A. Martens, de Ver. Zan
gers v. d. H. Doniinicus- en H. Francis-
cuskerken. Herdenkingsrede door Pastoor
D. v. d. Geest O. P.
Hilversum, 1071 M.
10.0010.15 Morgenwijding.
12.15—2.00 Concert door bet Boris Lens-
ki-Trio.
2.002.30 Praatje over kookkunst door
P. J. Kei s.
3.00—4.00 Kniples.
4.005.00 D e b utantenuurtj e.
4.005.00 Debutantenuurtje. Ali Baart-
scheer, piano. Corry Bijstor, zang. A. Wil-
lebrandt, zanger.
6.007.15 Concert door het Boris Lens-
ki-Trio.
7.157.45 Engelsche les, gevorderden.
8.058.35 Boekbespreking.
S.35 „De Mikado", van F. Hurst, ope
rette in 2 bedr., naar de operette van
Gilvort en Sullivan.
Daarna persberichten.
Daventry, 1600 M.
10.35 Kerkdienst.
11.20 Gramofoonmuziek.
12.20 Studioconcert (sopraan, bariton,
ce'llo).
I.202.20 Orkest-concert,
2.50 Voor de scholen.
3.40 Muziek.
3.55 Fransche les.
4.20 Orkestconcert.
4.35 Lezing.
4.50 Orkestconcert.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Moderne Engelsche poëzie.
6.35 Nieuwsberichten.
6.50 Nieuwsberichten.
7.05 Schubert-liederen voor bariton.
7.20 Lezing.
7.35 Muziek.
7.45 Lezing.
8.05 Concert.
8.20 LezingBiology.
9.20 Nieuwsberichten.
9.35 Muziekles.
9.55 Nieuwsberichten.
10.00 Variëté- en dans-orkest.
10.5012.20 Dansmuziek.
„R a d i o-P a r i s", 1750 M.
12.502.10 Orkestconcert.
4.055.05 Orkestconcert.
8.3511.20 „Rigolëtto", opera van Ver
di. Versterkt orkest, groot koor en solis
ten.
L a n g e n b e r g, 469 M.
II.30 Mechanische muziek.
12.251.50 Orkestconcert.
5.055.50 Orkestconcert.
7.20 Concert. Met een intermezzo „Gas-
welt", van Alf. Paquet.
9.50 Sluiten.
Königswusterhausen, 1250 M.,
Z e e s e n, 1680 M.
11.204.20 Lezingen en lessen.
4.205.20 Orkestconcert.
5.207.05 Lezingen.
7.20 Concert.
Daarna orgel-concert door Prof. Hcil-
man.
Hamburg, 395 M.
3.35 Solistenconcert.
5.35 Dansmuziek.
7.20 Luit- en guitaarconcert.
8.20 Vocaal- en instrumentaal concert.
10.0511.10 Cabaret. Dansmuziek.
Brussel, 509 M.
5.20 Orkest concert.
6.50 Trioconcert.
8.35 Fragmenten van „La Flute do Pan"
Garnir.
8.5510.35 Orkestconcert.
FEUILLETON.
Vrij bewerkt naar het Duitsch
door P. G. H oc k s.
Ik maakte eveneens een buiging en ant
woordde: „Ik hoor het, mijnheer de graaf",
en zonder Louise een blik waardig te keu
ren verliet ik haastig het slot. Ik ijlde
naar huis, diep verontwaardigd over de
lage behandeling, die men mij had aange
daan en niet het minst over het feit, dat
zij mij had verloochend.
De heer Tanner zweeg even en de on
derwijzer klapte in de handen, terwijl hij
riep: „Dat is een interessante geschiede
nis. Daar zullen de lui aan smullen!"
,,'t Is nog niet uit, mijnheer!" vervolgde
de heer Tanner. Het mooiste moet nog
komen."
„Nog niet uit Dat is heerlijkIk ben
benieuwd naar het vervolg."
„Ik was zoowat een uurtje thuis", ver
volgde de oude heer, „toen mijn oppasser
binnenkwam en mij een briefje overhan
digde. Aan het schrift zag ik, dat het van
gravin Louise was. Ik stond versteld, dat
begrijpt u wel. Nu, in dat schrijven vroeg
ze me het haar te vergeven, dat ze mij
schijnbaar zoo trotsch en harteloos behan
deld had, maar dat ze, om alle verdenking
van ons af tc leiden, niet anders had kun
nen handelen. Er was juist een andere bij
haar vader geweest, die hem om haar hand
gevraagd had, iemand die zeer rijk was,
maar van wien ze niets hield en als haar
vader nu te weten was gekomen, welke
verhouding tusschen ons bestond, zou hij
haar gedwongen l-cbben zich met dien ge-
haten man te verloven. Als ik haar kon
vergeven en als.ik nog van haar hield, zou
ik haar dienzelfden avond nog even kun
nen spreken bij de oude ruine. Ik was zoo
dwaas aan haar verzoek te voldoen en alles
kwam weer in orde.
Acht dagen na dit voorval gaf onze ge
neraal een groot bal, waarop Louise en
haar vader waren uitgenoodigd. Nauwe
lijks had ik de zaal betreden, of zo kwam
naar mc toe cn fluisterde me zacht in het
oor: „Als je me lief hebt, doe dan, alsof
je me niet kent en vraag me om geen en
kelen dans. Er wordt streng op ons gelet".
Dat was een harde slag voor me en ik nam
me voor met niemand te dansen. Ik wil
u niet vervelen door u, te vertellen, wat cr
dien avond gebeurde. Alleen wil ik even
zeggen, dat ik onwillekeurig een ge
sprek moest afluisteren, dat zc met mijn
kolonel voerde, die evenals ik neg onge
trouwd was en uit welk gesprek mij bleek,
dat ze mij altijd bedrogen en mij als speel
pop gebruikt had. Het kwam eenige dagen
later tot een woordenstrijd tusschen den
kolonel en mij, die zoo hoog liep, dat er
een duel uit had kunnen volgen. Ik ben
niet laf, maar een duel vind ik afschuwe
lijk en van mijn standpunt vind ik het on
geoorloofd. Ik koos dus de wijste partij.
Ik nam ontslag uit den dienst, schreef
Louise, wat hiervan de reden was, verder,
dat ik had ingezien, hoe ik mij in haar be
drogen had en dat ik plan had gemaakt
het vaderland te verlaten en naar Ameri
ka over te steken".
Nadat het gesprek nu een tijdje over
allerlei andere zaken had geloopen, vroeg
de burgemeester opeens: „En hoe is het u
in Amerika gegaan, mijnheer Tanner?
Moest u ook heelemaal van voren af aan
beginnen, zooals zooveel andoren, of had
u dadelijk een betrekking?"
„Wie zonder geld en zonder aanbevelin
gen narr Amerika gaat, moet altijd van
voren af aan beginnen en heeft een harden
dobber om vooruit tc komen. Ik moet even
wel zeggen, dat het mij wezenlijk mcege-
loopen is. Ik had wat geld geleend van 'n
nicht van me, zoodat ik niet met leege
handen in Montevideo, in Zuid-Amerika,
aankwam. Toen mijn geld begon op te ra
ken, verhuurde ik nic als kellner in een
hotel. Ik bleef twee jaar in die betrekkifg
Op een keer kreeg ik verschil van meening
met mijn patroon, zei hem den dienst op
en werd klerk bij een advocaat in Buenos-
Ayres. Van hier, waar 't me niet beviel,
vertrok ik naar 't binnenland, naar Cordo
va. Daar ging het me aanvankelijk heel
slecht en ondervond ik wat het zeggen wil
armoede te lijden. Gelukkig evenwel duur
de die toestand niet lang en kreeg ik
een betrekking bij de stad. De ambtenaar,
onder wien ik stond, werd ziek en nu moest
ik ook zijn werk verrichten. Op zekeren
dag kwam er een koopman uit Buenos-
Ayres op het stadhuis om in ondertrouw
te worden opgenomen met een meisje uit
Cordova. Deze man zag mijn schrift en
vond dit zóó mooi, dat hij' me vroeg, wie
ik was, waar ik vandaan kwam, kortom,
hij vroeg me alles af aangaande mijn per
soon en hij meet ook bij anderen inlichtin
gen over me gevraagd hebben, want eenige
dagen later kwam hij weer bij me en wel
met de vraag, of ik op zijn kantoor zou
willen werken. Hij had juist iemand noo
dig, zooals ik was en ik zou een goed sala
ris krijgen. Met beide handen greep ik zijn
voorstel aan, dat begrijpt u. Zoo kwam ik
dus weer in Buenos-Ayres terug. Ik won
spoedig het vertrouwen van mijn patroon,
klom op tot procuratiehouder, huwde zijn
zuster, werd compagnon in de zaak en la
ter, toen mijn zwager gestorven was, zelfs
eigenaar ervan. Ik was dus in zaken wel
gelukkig, maar toch, ieder heeft zijn kruis
en ;t mijne was wel zwaar, want allen, die
ik lief had, zag ik, vóór mij, nederdalen in
't graf: vrouw en kinderen en hij hier
wees hij op zijn kleinzoon is alleen
overgebleven om me te steunen in mijn
ouderdom. Nu is het verwonderlijk, dat
hoe ouder iemand wordt, hoe meer hij
gaat verlangen zijn geboorteland terug te
zien. Dat heb ik ondervonden en zoo ben
ik nu al een week of vier met mijn klein
zoon in de residentie. Nietsdoen verveelt
gauw en stil zitten kan ik niet. Ik moet wat
te doen hebben. En nu zagen we op onze
zwerftochten hier een uitstekend terrein
om een fabriek'op te richten. Wc hebben
't kunnen koopen en het zal niet lang
meer duren, of er zal met den bouw ervan
begonnen kunnen worden.
„Mag ik u nog een vraag doen?" vroeg
de schoolmeester-schrijver. „Hel t u later
nog wel eens iels van gravin Louise ge
hoord?"
„Niet veel", antwoordde de heer Tan
ner. „Toen ik mijn nicht het geld terug
zond, dat ik van haar geleend had, ver
zocht ik haar mij bij gelegenheid eens to
melden, of ze later nog iets naders aan
gaande gravin Louise vernomen had. Ze
antwoordde me, dat ze nog steeds onge
trouwd was en dat ze met haar vader ir
Italië vertoefde. Jaren later schreef il
haar nog eens. Ik vertelde haar in dat
schrijven mijn geheelen levensloop cn te
vens, dat ik een welgesteld man was ge
worden en dat ik, indien dit noodig mocht
zijn, gaarno voor de opvoeding van haar
kinderen zou willen zorgen. Ook vroeg ik
haar nog eens naar gravin Louise. De
brief, dien ik op dat schrijven ontving,
was niet van haar, maar van haar schoon-
schoon. Deze berichtte me, dat zijn
schoonmoeder gestorven was en dat ook
haar dochter, zijn vrouw, een paar weken
te voren was overleden, dat hij een
zoontje had, Heinrieh geheetcn en lan
gen tijd met armoede te kampen had ge
had, maar dat hij nu bij brave, goede
menschen inwoonde cn liet heel goed had.
Zijn naam doet niets ter zake. Die' komt
veelvuldig voor, maar toch zou ik graag
iets van dezen man to weten willen ko
men. Uit zijn schrijven moest ik afleiden,
dat het een zeer sympathiek man moet
zijn".
Heinrieh zat naar deze laatste mede-
deeling met gespannen aandacht te luis
teren. In do nalatenschap zijns vaders
had hij een brief gevonden met de onder-
teckening: Tanner. Zijn moeder heette
Gerbcr. Deze Duitsche naam is dezelfde
als do Engelsche Tanner. Zou die man, die
vriendolijke grijsaard een neef van zijn
moeder zijn? Hij was bijna van plan zich
bekend te maken, maar te rechter tijd be
greep hij, dat het beter was dit niet te
doen. Hij moest voorloopig onbekend blij
ven. Hij stond op om afsc' 1 te nemen.
(Wordt vervolgd)