DE VERDWENEN LIEVE VROUWE KERK TE LEIDEN DERDE BLAD „DE LEIDSCHE COURANT" ZATERDAG 7 "DECEMBER 1928 beeld, die met den pastoor van Zoctcr- rncer overeengekomen, dat met toestem ming vaji liet gereelit, dagelijks om 12 uur de groote torenklok zal worden geluid, opdat ieder „do passie en dood ons liefs Horen voir ogen hebben mach",. waarvoor do pastoor hen een som ia eens ter hand stelt. Kerkmeesters zijn het ook, die zor gen voor do goedo orde bij de jaarlijksche feesten ter eere van do patrones der Kerk. Bijna alle Maria feesten werden mot bijzondere luistor gevierd, zelfs dio, waar aan tegenwoordig in deze streken niet meer bijzondere aandacht gegeven wordt. 0. L. Vrouwe tor In 1509 wordt, Sneeuw. ook al weer in den vorm van een stichting, or voor go- zorgd, dat het feest van O. L. Vrouwe tor Sneeuw op dezelfde manier gevierd wordt als dat van O. L. Vrouwe Geboorte. Vol gens een vrome legende had de H. Maagd ahn een Paus gezegd Haar ter eere een kerk te bouwen, en had Zij midden in den zomer do plaats van de nieuwe kerk door een sneeuwlaag aangewezen. Geen won der dat men dit feest in de middel eeuwen, cn vooral in de Vrouwekerken, gaarne plechtig vierde. Do stichter van het fonds, dat voor deze viering bestemd werd. hoeft heel nauwkeurige bepalingen or over gemaakt, waardoor we ondermeer weten dat onze kerk twee Mariabeelden bezat, die onder toezicht stonden van een „vrouke" misschien ccn „clop" of klopje, die in een andere stichtingsbrief genoemd wordt een begijntje of zuster, die vooral in de dagen van verdrukking zich voor de Kerk in onze landen heel verdienste lijk maakten. Zij moest er voor zorgen dat dc beelden versierd werden, niot en kel met kaarsen of bloemen, maar ook zooals we in Zuidelijke streken nog zoo dikwijls zien, ftet prachtige gewaden en sieraden. Het kleinste beeld werd op deze feestdag op het hoogaltaar gezet. Een dor beelden werd meegevoerd in dc jaar lijksche Lieve Vrouwe Ommegang, waar voor do stad een bijdrage gaf. Een „Vrouwenspul". In do dagen voor. Kerstmis namelijk verder do profetieën over de komst van de Verlosser niet al leen gewoon gelezen, maar zelfs wo zou den haast zeggen, opgevoerd. Wc lezen bijvoorbeeld in een testament waarin een eeuwigdurende Gulden Mis op Quatertem perwoensdag voor Kerstmis wordt inge steld. Nauwkeurig wordt alweer bepaald, hoe dat moet gaan. Do bodragen die de koster, de zangers en anderen voor him diensten krijgen worden vastgesteld, en dan 'xomt do merkwaardige bepaling; „Als men speelt dan hoeft onze Licvo Vrouw endo den Enghel 't samen 2 1/2 stuver". Men was namelijk gewoon do ver kondiging aan do H. Maagd door fcwco personen, die gekleed waren als Maria en de Engel, te laten voordragen, zooals men in het algemeen in de Kerk tijdens do Middeleeuwen dit middel gebruikte om verschillende dingen liet volk, dat geen boekcnzondvloed kendo als wij, voor oogen to stollen. 'Zoo werd op Pinkster dag in Utrecht vuur en veelkleurige bloe men uit het gewelf naar beneden gewor pen, om de uitstorting van ifcn Heiligen geest te verbeelden. Op Driekoningen ging de ster, die do wijzen loidde, door do kerk, in Delft kwamen do koningen zelfs to paard de kerk binnen om hun hulde te brengen aan don pasgeboren Wereld koning. De tocht van Christus op don ezel, op Palmzondag, leerden wc al ken nen. De nederdaling van den H. Geest werd in Deventer voorgesteld door dat men dui- wn door do kerk liet vliegen, en de? Hecrcn Hemelvaart zag men bijna voor oogen in het kruisbeeld, dat, getooid met brandende kaarson, langzaam naam heb gewelf omhoog getrokken werd. Ook in Leiden gebeurden dergelijke dingen, dio ten slotte groeiden tot een „Vrouwen- spul", een voorstelling van een gedeelte van het leven van Onze Licvo Vrouwe. Daarvoor werd bij do kerk een tooneel opgeslagen, waar men dan bijvoorbeeld ,,'t spul van dio 7 weën' gaf. Do stad droeg bij in die onkosten, en ontleende daaraan o.a. het recht cn bepalingen over te maken, wat ook ora andcro redenen bij do langzamerhand veranderende geestes gesteldheid van het volk wel noodig scheen. Een processie met In 1-lSl besluit do een opvoering. regecring bij voorbeeld dat het L. Vrouwespel voortaan moet geschieden op de manier van een processie. Meestal werden dan in die om gang wagens meegevoerd waarop tafcroe ien uit het loven van «lo H. Maagd waren afgobeeld. Dikwijls hielden degenen die io Iets voorstelden onder do processie 'n opvoering van oen spel, waarbij de wa gens onderweg bleven stil staa, bij een kerk of het stadhuis bijvoorbeeld. Tn Leiden scheen men dat' zooveel mogelijk te willen tegengaan; men probeerde liet godsdienstige karakter aan deze processio te ontnemen. L. De derde kerk. St. Picter, kerk van het oude Leidon, grafedijkheid en stadsre- geering kerk van traditie St. Pancras, jonger, hooger in rang, symbool van de nieuwe rijken dio het oude in eens bene den zich willen laten Onze Lieve Vrou we, kerk van de kleine burgerij, bescheiden en onaanzienlijk, deze drie waren de ker ken van het middeleeuwsche Leiden. Twee staan er nog, schoone monumenten die getuigen van vroeger leven, de derde verdween. Maar meer dan de stilte van haar voornamer zusters roert ons de hul peloosheid van de brokjes die we allen hebben kunnen zien op de plaats waar eens de Lieve Vrouwekerk stond. Marendorp. Grootsch i? ze nooit geweest, evenmin als de wijk, waarin ze stond, het Marendorp, dat, zooals we be grijpen, zijn naam ontleent aan de Mare, die er dwars door stroomt. Rijn, Oude Rijn en Oude Vest- waren de grenzen van dit „dorp" dat bij Leiden in gelijfd werd. Noch wereldlijk, noch kerke lijk had het voordien een oenheid ge vormd, immers wat ten Westen van de Mare lag, behoorde tot Oegstgeest, terwijl het Oostelijk deel tot Leiderdorp behoorde. De St Panera?, die. zooals we weten, afgescheiden is van Leiderdorp, kreeg dan ook dat oostelijk deel bij zijn parochie, terwijl het westen, een zelfstandige paro chie werd. Groot was deze parochie dus niet, vooral wanneer we ze vergelijken met St. Pieter of St. Pancras. Gewichtig evenmin, want de benaming dorp werd"- er met het volsto recht aan gegeven. Weinig huizen, veel open grond en weinig welvarende bewo ners, die mecrendeels een landelijk be drijf uitoefenden, zooals binnen de stads muren nog heel lang gebruikelijk was. In dat nieuwe stadsdeel stond al tamelijk vroeg een kapel, de weg naar Oegstgeest was wel wat al te ver. Sommigen zeggen dat ze er al omstreeks 1330 was. anderen meenen dat ze eerst 1364 tot stand kwam. In dat laatste jaar immers weten we van onderhandelingen om dat stadsgedeelte, dat kerkelijk nog steeds onder Oegstgeest hoorde, daarvan vrij te maken, 't Was nog al een ingewikkeld geval. Allereerst had men natuurlijk te maken met de pa-stoor van Oegstgeest, die bij het tot stand ko men van de nieuwe parochie een deel van zijn inkomen zag verdwijnen. En deze kon hierin ook niet naar eigen goedvinden han delen, hij stond in zekeren zin onder do abdis van het klooster Rijnsburg. Deze had immers in het midden der 13e eeuw het patronaatsrecht van de kerk te Oegst geest verkregen, door ruiling voor ver schillende goederen in den omtrek. We rien dat dit patronaatsrecht langzamer hand een soort vermogensobject wordt, en aan 't bezit daarvan zou getornd wor den, wanneer Oegstgeest's pastoor op eigen houtje toestemming gaf. Men komt tot overeenstemming, in 1364 verleent de tbdis haar medewerking, nadat bepaald was. dat zij het recht van collatie, d.i. i-anbevoling voor' de paastoorsplaats van de nieuwe kerk zou krijgen. Tevens werd >vereengekomen dat de nieuwe parochie ieder jaar aan de kerk en past-oor ran Degstgeest zes schilden, in onze munt on geveer 19 gulden, zou uitkecren. Maar behalve dit moest men met het ïtadsbestuur tot overeenstemming komen. Dat had wel geen bezwaar tegen een nieuwe kerk, dooh dat zou graag over de bezetting van de. pastoor of kapelaans plaatsen wat te zeggen hebben. Eerst wanneer in hetzelfde jaar schepenen en raden plechtig verklaard hebben, dat zo daarop geen enkel recht hebben, wordt tot do afscheiding van Oegstgeest overge gaan. Op Zondag na Maria Hemelvaart in L365 wordt de kerk plechtig- gewijd ter eere van Onze Lieve Vrouwe. Vermoedelijk is dit wel gebeurd op -ver langen van de Rijnsburgsohe abdis; immers het klooster étend eveneens onder de be scherming van de Moeder Gods. Het uiterlijk van de Do nieuwe kerk kerk. stond op het Vrou- tvekerkhof, nader bepaald bij Brandewijn- itceg en Haarlemmerstraat. Deze heette boen nog de Neerstrate of Grote straete in Marend oro en had een erg landelijk aan- tien, het duurde zelfs erg lang voor er plaveisel lag. De O. L. Vrouwekerk zelf sag er trouwen? ook uit als 'n dorpskerk. Een kerkhof, omringd door een muur, een heel bescheiden kerkje van een onregel matig grondplan. De bouwgeschiedenis nauwkeurig uit te pluizen zou eentonig worden. Liever vertellen we hoe de kerk er omstreeks 1600 intzag. Aan de straat zijde een rank torentje, boven de ingang waarschijnlijk een beeld van O. L. Vrouwe. Aan beide zijden van den toren slechts een raam. aan de hoek bij do Groote straat ©en torentje. Een klein dwars- sohip, dat maar één raam buiten het langschip uitsteekt, een koor, waarvan het dak iets hooger is dan de rest, bekroond door 'n dakruiter, een klein torentje. AI te zwaar heeft men haar niet gebouwd, de grond was te drassig en er was geen geld genoeg om het te verhelpen. Men was al blij, dat men omgehakte boomen uit de hof van het St. Oatbrijnegasthuis aan de Breestraat had kunnen meester worden om in de moerassige bodem te verwerken. VcrvaJ onder de t Is dan ook Walen. geen wonder, dat, toen men geen zorg er meer aan besteed- do, de kerk bouwvallig werd. Toen de hervorming ook Leiden bezocht had, was de O. L. Vrouwe de eerste die dienstbaar werd gemaakt aan de verkondiging der GEZICHT OP DE WAAG EN DE L. VROUWEKERK, GEZIEN VANAF DE HOOGSTRAAT nieuwe leer. Dan wordt de kerk tijdelijk gesloten, en, wanneer voorgoed in Leiden het protestantisme zegeviert krijgt ook de Vrouwekerk een bestemming. Voor de Waalsche gemeente, die in 15S1 gesticht was, leek het een uitstekend kerkgebouw, du? stond de stad de kerk aan dezo uit wijkelingen af. Intusschen groeide hun getal zeer snel, zoodat ze in 1650 de gast- huiskerk krijgen. Zoo lang de Walen de kerk hadden werd er niet veel aan ge daan, vooral niet daar het grootste deel van hen behoeftig was, van de 100 was nauwelijks één een tamelijk welgesteld man te noemen. En daarna werd er wel wat aangedaan, maar zoo langzamerhand begon de kork een beetje overbodig te worden, vooral toen het kerkbezoek ver minderde. Wel had men 'ter vervanging van de orgeLs die in de beeldenstorm vernield waren, in 1747, tamelijk laat overigens, oen hieuw orgel aangebracht; wel heeft de kerk, toen bij de butkruitramp St. Pieter en St. Pancras tijdelijk onbruikbaar ble ken de laatste was er erg aan toe de Vrouwekerk een korte poos in de be hoefte voorzien, maar toen was het afge- loopen. Het einde. Het gebouw ver viel meer en meer, en om erger te voor komen werd in 1825 de kerk gesloopt op den toren na, en 'n klein deel van het koor, dat bij de omliggende huisjes was ingebouwd. In 1842 verdween zelfs de to ren en restte niets dan brokken van t koor die onze tijd doet verdwijnen. De Vrouwekerk heeft de moeilijkheden niet kunnen overwinnen. Het begon trou wens a.l vroeg, dertig jaar na de stichting van de parochie vernemen we van oneenig- heid met St. Pancras die tenslotte in 't „voordeel van de ka-pittelkerk beslist wordt. Want in 1401 wordt een stuk van de parochie afgenomen. St. Pancras had beweerd dat het al vroeger bij haar had gehoord, en dit beteekende een verminde ring van inkomsten, die de jonge kerk ge ducht voelde. Gelukkig dat mettertijd door de stich ting ran verschillende kapelaansplaatsen gezorgd wordt dat tenminste voor de gees telijkheid inkomen is. Wc zullen ze niet allen noemen die bekend zijn, een slechts zullen we eens beschrijven, omdat we daarin een mooi voorbeeld hebben van het belang van zoo'n vicarie. Een studiebeurs. 30 Nov. 1487 sticht Willem Arentsz van Tetroede een vicarie tor eere van den H. Stephanusj op diens altaar iia de O. L. Vrouwekerk te Leiden. Deze prove of prebende moet ge geven worden aan iemand uit Wassenaar of Leiden, die nog geen andere prove hoeft, 't Moet natuurlijk een priester zijn. opdat hij de H. Missen lezen kan op het betrok ken altaar. Maar, nu komt een hooi be langrijke bepaling het mag ook een arme elerc zijn, die priester worden wil. Een clerc is iemand die alleen de lagero wij dingen ontvangen heeft, maar nog geen priester gewijd is. In zoo'n geval moet hn de H. Mis laten opdragen door een pries ter, die. daarvoor 'n klein stipendium ont vangt. Na de mis moet de priester op het graf van den stichter bidden. Voor de eerste maal vergeeft Willem van Tetroede de prebende zelf aan den zoon van zijn broer, een arm scholier. We zien dadelijk hot groote belang van zoo'n stiohtinig, het is eigenlijk een eeuwig durende studiebeurs voor 'n arm priester student. In hoeverre de stichting na; do hervorming aan de bedoeling heeft beant woordt, weten we niet, wel dat in 1859 de bedoelde vicarie, waarvoor een stuk land gegeven was. onder de Minister van Financiën gesteld is. Maar of die voortaan de wil van de stichter he'eft opgevolgd is ons een open vraag. Intusschen zien we er uit, dat de ge wone burgerman de Tetrodes waren niet erg vermogend voor dc Lieve Vrouwe kerk zorgt en er zijn liefde -aan ver pandde. dat de Duitschers hem bestreden. Van lieverlede geraakte hij zoo onder den in vloed van deze gedachten, dat hij ze zelf ging verkondigen, half en half nog tegen zijn zin. alleen omdat hij er iets Tsjechisch nationaals in zag. Na zijn veroordeeling en do uitvoering'van het vonnis hij werd meer voortvarend dan voorzichtig naar do brandstapel verwezen ontstond in Bo- hemen een geweldige opstand van de Tsje chen, die een nationaal rijk wilden vor men, en tegelijk de kettersehe denkbeelden van Hus in praktijk wilden brengen. De Duitsohe keiczer. Sigismund, die om ver schillende oorzaken de kerk wilde helpen tegen die dwaalleer, trok met oen leger er op af. Daarbij probeerde hij nan zijn tocht hot karakter van een kruistocht to geven, overal de gcloovigen aansporend hem hierin te helpen. Hij kreeg inderdaad een groote schare volgelingen, eu daar onder bevonden zich een aantal Leidsche burgers. Met 't kruistoc-htleger kwamen dezen in Bohemen, en in Praag stichtten ze een religieuze verocniging, de broeder schap van het H. Kruis. De tocht zelf haalde niot veel uit, en de pelgrims zijn dan ook al gauw weer iu Leiden terug. Dan verbinden ze zich om zich ook voor taan aan de statuten van de broederschap te houden, die gevestigd woivlt in de Vrouwekerk. Van den bisschop van Utrecht van <Len landsheer Jan van Beieren, en ten slotte ook van de stad s r eg ec ring w^ton ze de bevestiging op hun broederschap te verkrijgen. Van verschillende kanten ko men dan gunsten en voorrechten, men schijnt deze broederschap nogal te mogen lijdeu. In 1428 b.v. geeft bistchop Z wed er veertig dagen aflaat aan de leden cn be gunstigen er ran, in 1435 roept zelfs de Dominicaan frater Robertus, theologie professor en provinciaal iu de proviucie Saksen, tegelijk belast met het tegengaan van ketterijen, de hulp in van de broeder schap van het H. Kruis van Praag in de stad Leiden, cn doet haar deelen in alle goede werken der orde. Voorwaar een be wijs van haar beteelcenis Het bezit van do broederschap groeit spoedig, in 1452 hebben ze zelfs geld genoeg voor eon klok, die ze in de O. L. Vrouwekerk laten op hangen een dure geschiedenis, vooral in dien tijd. Merkwaardig is hierbij dat ze op hun klok van de vervaardigeirs vijftien jaar garantie krijgen, het garantiebewijs bestaat nog. In 1462 krijgen zc iets waaraan ze wel veel waarde gehecht hebben, een reliquie van hot H. Kruis, die, zooals toen ge beurde, op echtheid onderzocht wa? met de vuurproef. Zc schijnen omstreeks dezen tijd ook de beschikking gehad te hebben over oen eigen altaar, cn met de kerk meesters sluiten ze een overeenkomst, dat ze hel. kleine orgel mogen gebruiken. Getijdenmeesters en Behalve deze Kerkgezang. broederschap was er nog iets ander? dat onze aandacht vraagt, het college van dc zeven getijden- meesters dat we ook in andere kerken aantreffen. Door de beschikkingen van verschillende erflaters was 't mogelijk ge worden, dat een aantal priesters op de zeven liturgische daguren de gebruike lijke gebeden en psalmen zongen. In het begin van de 15e eeuw was het echter met dc manier waarop het gebeurde, niet tc best gesteld, men zingt veel te haastig slikt dc helft in cn verschillende zangers lamnen niet eens zingen. Daarom wor den er procurators of zangmeesters, die voor verbeterig zullen zorg dragen be noemd. Als zoodanig komen ze heel dik wijls voor, en vaak dragen erflaters hun op zorg tc dragen, dat hun memoriedien sten in goedo orde verloopen cn aan de deelnemende zangers een belooning gege ven wordt, waarvoor de getijdenmees- ters dan een bepaaldo som of meestal een stuk land krijgen. De klok van twaalven. In de Vrouwe kerk treden echter dc kerkmeesters meer op den voorgrond. Zij zijn het bijvoor Deze en andere vicarieën stonden on der toezicht van het college van Kerk meesters die in de eerste plaats voor de kerkbouw hadden te zorgen, maar dan ook voor alles wat in een of andere vorm met het kerkgebouw in vorband staat. Gilden en broeder- Een gilde dat schappen. op zijn hoogtijd, den jaarlijkschen feestdag, in de Vrouwe kerk eeD plechtige H. Mis wil doen op dragen, moet zich eerst verstaan met de kerkmeesters, omdat het gilde gebruik wil maken van de kerk, altaren en klokken. Ze mogen het wol niet weigeren, maar het is het middel om te zorgen dat het gilde zijn bijdrage tot de huishouding van de kerk stort. En er waren er nog al wat die er gebruik van maakten. We weten dat minstens 14 gilden jaarlijksche feest dagen hadden in de Vrouwekerk. Dan werd om twaalf uur. na de Hoogmis, do klok in de greote toren een kwartier lang geluid. Ook de vespers werden plechtig in- en uitgeluid met de klok die ,.Magda- lena" heette. Behalve de gilden waren er nog de broederschappen, die de Vrouwe kerk als middelpunt van hun feestdagen hadden. Een van de intoressantsto is wel de St. Kruisbroederschap, die een merk waardige ontstaansgeschiedenis had. Alles' weten we niet, maar 't is ongeveer als volgt. Het H. Kruis van Johannes Hus, zoon Praag. van arme Tsje chische ouders, was in Praag iu Bohemen professor geworden. Aan de Universiteit werd hij, een vurig, opvliegend man, als Tsjech, onaangenaam getroffen- door de aanmatiging van de Duilschors. Een DE VROUWEKERK' TE LEIDEN ZOOALS ZE WAS PLM. 1600. NAAR EEN COPIE UIT HET JAAR 1744VAN EEN OUDE KAART DOOR JACOB.VAN WERVEN gloeiende haat had hij tegen hen, die men als onderdrukkers zag van het lagere volk. In zijn ijveren tegen de Duitschers liet hij zich echter verleiden ket.tersche stellingen va.n 'n Engelache theologie-professor, John Wiel iff, niet te streng aan te pakken, om

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 9