KERKNIEUWS. STADSNIEUWS. Uit de Omgeving INGEZONDEN MEDEDEELING. Voor elk onzer klanten een geschenk regeering zijn dank te betuigen. Dank te brengen aan Commissarissen, aan de spre kers, aan het personeel. .Ik dank het per soneel, dat mij steeds met zooveel bereid willigheid en vriendschap terzijde staat. Het is zooals rector Thompson geschreven heeft: om een courant uit te geven zijn noodig goede redacteuren Ik dank vooral de redactie, ik dank de heeren Hazelzet en Wessels. Maar ik dank ook onze admi nistratie, onzen kassier, onzen expediteur, onze heeren Conijn en Grimmon en alle anderen, ook van de bijkantoren de verschillende heeren, die mij dagelijks hebben bijgestaan". En nu begon een ongemeen drukke receptie! Er waren natuurlijk talrijke bloemstukken gekomen, ongeveer 400 te legrammen en verscheidene geschenken, zilveren servies en andere zilveren siera den (van Commissarissen, personeel enz.) waren opgesteld. 't Was een schitterend geslaagd feest. Pauselijke onderscheiding aan den heer A. A. van Hamersveld. Onlangs herdacht de heer A. A. van Hamersveld, te Amsterdam het feit, dat hij gedurende 25 jaren het voorzitterschap bekleedde van den N. R. K. Eond van Handels-, Kantoor- en Winkelbedienden in Nederland, welk jubilé ongeveer samen viel met het bereiken van zijn zestig-jari gen leeftijd. Zaterdag jl. werd ten kantore van ge noemden Bond, aan de Bloemgracht te Amsterdam, bedoeld feit in intiemen kring herdacht, waartoe verschillende afdee- lingsbesturen waren uitgenoodigd. Toen de heer v. Hamersveld met zijn huisgezin was binnengeleid, nam de heer Haver, secretaris van den Bond van Han dels-, Kantoor-, Winkelbedienden, het woord. Spr. wees op het vele, dat vriend v. Hamersveld, reeds zoovele jaren en niet het minst gedurende zijn voorzitterschap in het belang van de kath. organisatie heeft gedaan. Het deed den heer Haver dan ook groot genoegen te kunnen mede- deelen, dat, ter erkenning vqAde vele ver diensten van v. Hamersveld,^ret Z. H. den Paus heeft behaagd hem het gouden kruis „pro Ecclesia et Pontifice" te verleenen. De zeereerw. heer Rector Bots, geeste lijk adviseur van den Bond, hechtte hier na het gouden eerekruis op de borst van den jubilaris, waarbij ook Z.E. wees op de vele verdiensten van v. Hamersveld, daar bij vooral den nadruk erop leggend, hoe veel hij in het belang van de goede zaak heeft opgeofferd van zijn persoon, hij en niet minder zijn echtgenoote. Z.E. besloot met den innigen wensch, dat het v. Ha mersveld gegeven moge zijn, dat eerekruis nog vele jaren te mogen dragen en deze pauselijke onderscheiding hem ook in de toekomst moge steunen en schragen in de moeilijkheden en zorgen, welke onafschei delijk aan zijn functie verbonden zijn. Behalve de door Z.Eminentie Kardinaal Gasparri geteekende officieele mededeeling van de toekenning van het eerekruis, werd aan den jubilaris nog een fraai gecalligra- feerde oorkonde ter hand gesteld. Zeer onder den indruk bedankte de heer v. Hamersveld, die geheel onkundig was gebleven van wat hem te wachten stond, zoowel den heer Haver, als rector Bots en allen, die hadden medegewerkt tot de zen heuglijken avond. Vele felicitaties en telegrammen waren binnengekomen o. a. van verschillende afdeelingen, het R. K. Werkliedenverbond en het R. K. Vakbu reau. Gedurende eenige uren bleef men onder aangenamen kout bijeen, waarbij nog me nig hartelijk woord van gelukwensch tot den jubilaris werd gericht. Amsterdam—Boven-Rijn. Naar de ,.Tel." verneemt heeft onlangs de minister van Waterstaat zijn plan, om poor de verbinding AmsterdamBoven- Rijn een kanaal door de Geldersche Vallei be maken, in den ministerraad gebracht. Naar verluidt zijn daar bezwaren tegen dit plan gerezen. Pater Peregrinus Matheeuwissen O.F.M. t In het klooster te Venray is in den ouderdom van 59 jaren overleden de zeer eerw. Pater Peregrinus Michard Johannes Matheeuwissen O.F.M, Algemeen Geestelijk Adviseur te R'dam. Op een daartoe door Z.Eerw. ingediend verzoek heeft Z. D. H. Mgr. J. D. J. Aen- genent-, Bisschop van Haarlem, onder dankzegging voor de goede en vele zorgen, aan het Katholiek vereenigingsleven ge wijd aan den Weleerw. Pater fr. S. van den Bosch O.F.M. op de meest eervolle wijze ontslag verleend als algemeen plaat selijk adviteur van verschillende organisa ties. Als opvolger van Pater van den Bosch werd benoemd de Weleerw. heer G. J. H. Kerkvliet, thans kapelaan aan de St. Hil- degardiskerk, die benoemd is tot rector van het St. Antonius-Gesticht. HULDIGING VAN PROF. P. G. GROENEN. Oud-moderator van St. Augustinus, Benoemd tot Eere-lid. Gisteren heeft op feestelijke wijze de huldiging plaats gehad van den Zeereerw. TH ooggel. heer Prof. P. G. Groenen, als afgetreden moderator van de R. K. Stu dentenvereniging „Sanctus Augustinus". Hoewel een afscheid steeds iets wee moedigs in zich heeft, iB dit afscheidsfeest toch waarlijk grootsch geweest in zijn soort en de Katholieke studenten van Lei den hebben zich op loffelijk wijze gekwe ten van hun taak, om den gevierden hoog- lcoraar-moderator dank te brengen, mede namens vorige studontengeslachten, voor alles, wat prof. Groenen voor de katholie ke studenten aan de Leidsche Hoogeschoo) is geweest. De kerkelijke viering. De feestelijke huldiging werd des mor gens begonnen met een plechtige Hoogmis, in de kapel der Zusters Dominicanessen aan de St. Jacobsgracht, opgedragen door den Zeereerw. Hooggel. heer Prof. P. G. Groenen. Zijneerw. werd bij het H. Mis offer geassisteerd door den Zeereerw. pa ter G. Dolle, opvolger van prof. Groenen als moderator, en den Weleerw. zeergel. hoer Mr. J. van Balgooy, resp. ,als diaken en subdiaken, terwijl de weleerw. pater Meyknecht als ceremoniarius fungeorde. Na het Evangelie hield de moderator van St. Augustinus, do zeereerw. pater G. Dolle, een korte toespraak, waarbij zijn eerw. naar aanleiding van de woorden uit het Boek Ecelesiasticus: „Time Dominum, sacerdotes Illius sanctifica" wees op de beteekenis van Groenen als priester voor do studenten. Spr. noemde deze huldiging zoo mooi, omdat zij gold een hulde aan den prios'-er juist om zijn priesterarbeid. Daarom vroeg spr. allen God te bedanken voor het vele, dat prof. Groenen voor hen gedaan heeft en Hem te vragen, dat God den scheiden den moderator kracht en gezondheid ge ve, opdat hij nog veel voor de studen ten zou mogen doen. Een zangkoor uit de studenten zong de liturgische gezangen. Na afloop der H. Mis, die door vele stu denten en oud-studenten werd bijgewoond, vereenigden allen zich aan een gemeen schappelijk ontbijt in het „Eigen Huis" aan het Rapenburg 24. De Feestvergadering. Nadat des middags in den tuin van het vereenigingsgebouw een photo van den Augustijner-vader, omringd van zijn stu denten en genoodigden was gemaakt, had ten Eigen Huize een feestvergadering plaats ten afscheid aan den afgetreden moderator. Onder de zeer vele aanwezigen merkten we behalve prof. Groenen o.tn. op de zeer eerw. heeren pater G. Dolle, moderator, pastoor Th. M. Beukers uit Leiden, pastoor Hoogeman uit Amsterdam, een goed vrioud van prof. Groenen, den rector magnificus der Leidsche universiteit, prof. jhr. W. J. M. van Eysinga, prof. dr. W. Keesom, dr. Niemer, lid van den Raad van Beheer van St. Augustinus, en echtgenoote, enkele fa milieleden van prof. Groenen, vele leden en tenslotte vele oud-leden. Toen allen plaats hadden genomen, nam de praeses van St Augustinus, de heer P. Feldbrugge, het woord om allereerst allen, die tegenwoordig waren, dank te zeggen, dat zij de uitnoodiging om deze huldiging bij te wonen hadden aanvaard. Spr. deelde hierna mede, dat bericht van verhindering was ingekomen van Z. D. H. Mgr. Aengenent, bisschop van Haar lem, pastoor van Noort, oud-ministers Aalberse en Ruys de Beerenbrouck, van Mgr. Taskin, pater v. d. Helm en pa ter de Goede. Toespraak praeses Feldbrugge. Spr. noemde het een eer en een groot voorrecht namens alle Augustijnen den scheidenden moderator te mogen toespre ken. Het feestgevoel, aldus spr., dat allen nu bezielt, is dankbaarheid voor alles, wat prof. Groenen heeft gedaan, èn voor de vereeniging èn voor de leden individueel. Dankbaarheid, voor zijn energie en zijn werkzaamheden, dankbaarheid voor zijn raadgevingen aan de vereeniging, maai vooral voor zijn warm vriendenhart voor alle Augustijnen, voor zijn hartelijke woor den voor ieder, die hem om raad vroeg, voor zijn opwekking voor ieder Augustijn, die mot zijn zorgen bij hem kwam. Dankbaarheid jegens den professor be zielt ons, aldus spr., den ganschen dag en toen we hem vanmorgen aan het altaar zagen, hebben we God geloofd en gepre zen, omdat Hij ons Groenen heeft gegeven en Hem gesmeekt aan prof. Groenen het hemelsch loon te geven voor zijn werken voor de Augustijnen. Praeses Feldbrugge zeide vervolgens, dat men gemeend had prof. Groenen zóó niet te kunnen laten gaan en spr. bood hem vervolgens, namens de ver., met de verzekering, dat men zijn belangstelling op hoogen prijs zal blijven stellen, het eere-lidmaatschap der vereeniging aan. Hierna reikte spr. prof. Groenen op de gebruikelijke wijze den benoemingsbul over, waarop een spontaan Io Vivat los barstte, dat door allen werd medegezon gen. Toespraak praeses huldigings commissie. Vervolgens was het woord aan dpn heer mr. Th. Fleerkamp, die als voorzitter der huldigingscommissie wees op den arbeid, de toewijding, de groote werkkracht van prof. Groenen als moderator, welke hij als oud-praeses van zoo nabij had leeren ken nen. Jaar in, jaar uit heeft prof. Groenen de bestuursleden wegwijs gemaakt en ben bijgestaan, wanneer men zijn hulp vroeg. Groenen was de man, waarom alles draai de, die alle mores kende, die de wet bij na droomde, kortom de rechte man op de rechte plaats. Hij was ook de moderator, wien, wanneer het de studenten betrof, niets teveel was en die zich geheel wist to geven, vooral daar, waar het de Katho liciteit zijner Augustijnen gold. Wat het zeggen wil moderator te zijn van een studentenvereeniging? De men tor te zijn van de R. K. spes patriae, hen te leiden, hen te raden in hun talrijke zwarigheden en zorgen, hun dat onont beerlijke zelfvertrouwen te geven, hon levenswijs te maken, klaar voor de maat schappij. Een moeilijke, doch bij welsla gen ook een dankbare taak. En dat prof. Groenen geslaagd is kunnen allen getui gen. Hij wist mot zijn Augustijnen mee te leven, zich te verplaatsen in hun .tudcn- ticose psyche. Daardoor heeft Groenen allen zich tot vrienden gemaakt en was het dus geen wonder, dat allen, spontaan hebben bijgedragen om hem een stoffelijk blijk van aandenken te geven. Spr. deelde daarna mede, dat men door den beeldhouwer A. W. van der Winkel had doen ontwerpen een borstbeeld, voor stellend den H. Augustinus. Het ontwerp was gereed, doch het bronzen afgietsel kon men niet tijdig genoeg meer in bezit krijgen, weshalve spr. zich ertoe moest bepalen het beeld in gips aan te bieden. Spr. hoopte tenslotte, dat later het bron zen beeld in de kamer van prof. Groenen een plaats moge krijgen, om op die wijze tot in lengte van dagen getuigenis af te leggen van de dankbaarheid der Augustij nen voor den persoon van prof. Groenen. Toespraak mej. Jo Vonk. Een hartelijk applaus volgde op deze toespraak, waarna mej. Jo Vonk namens de meisjesstudenten het woord nam, om prof. Groenen nog eens van harte te dan ken voor al hetgeen hij in het bijzonder voor haar is geweest en heeft gedaan. Zijn warme belangstelling en intens medeleven gaf den meisjes moed en kracht tegenover do mannelijke collega's bij het indienen van plannen, die toch heusch in het belang der vereen, bedoeld waren. Spr. is er dank baar voor, dat prof. Groenen heeft begre pen, dat een aparte meisjesafdeeling geen overbodige luxe is. Dankbaar is spr. ook, omdat prof. Groenen den meisjes naast do studentenvreugde en -jolijt ook gaf de Congregatie, waarin men behalve een in nige levensbeschouwing ook een diepe blijdschap vermocht te vinden. Toespraak Rector Magnificus. Vervolgens werd het woord verleend aan prof. van Eysinga, rector magnificus der Universiteit, die het een buitenge woon genoegen en voorrecht noemde uit genoodigd te worden, om in dezen intiemen ftestkring tegenwoordig te mogen zijn en spr.s vreugde steeg nog meer, toen hem vergund werd het woord te mogen voeren. Hoewel niet katholiek zijnde, zeide prof. van Eysinga met bijzonder genoegen, met to meer genoegen zelfs te willen spreken. Over zichzelf sprekend, zeide hij ver volgens van zijn jeugd af, voordat hij Les- sing's „Nathan der Weise" had gelezen, doordrongen te zijn geweest van het kunststuk, dat godsdienst heet. Spr. vindt dat terug in het protestantis me, evenals bij zijn leermeester, een diep reloovigen Jood, ptof. op, enheim, nu Staatsraad, maar men zal begrijpen, dat een niet-katholiek ook het mooie kan zien. dat St. Augustinus biedt. Spr. memoreert wat de vorige praeses van St. Augustinus bij die mooie bijeen komst in het universiteitsgebouw, verle den jaar gezegd heeft: Alles, wat gij doet, dat gij dat doet an den naam van uwen godsdienst. Dat heeft spr. toen getroffen evenals hem steeds treft de opening der bijeenkomsten en hetgeen op die bijeen komsten behandeld wordt. Het meest ge troffen was spr. echter door die uitnoodi ging op een mooien zomermorgen ter bij woning eener H. Mis in de St. Lodewijks- kerk. Daar nam spr. kennis van de groote liefde, de groote toegenegenheid, die prof. Groenen zijn studenten toedroeg. In het bijzonder nochtans trof het spr., hoe na de Mis de studenten tot prof. Groenen naderden, om uit zijn hand te mogen ont vangen datgene, wat in den katholieken godsdienst het heiligst is. Prof. van Eysinga vraagt of een mode rator niet veel meer beschouwd moet wor den als een protector, omdat de studenten altijd hebben mogen genieten van zijn be scherming in de vele moeilijkheden, die zij te doorstaan hebben. Spr. besluit tenslotte met een zeer har- telijken gelukwensch aan prof. Groenen, erop wijzend, dat deze dag hem ongetwij feld veel geluk moet brengen na den 20-ja- rigen arbeid, die hemzelf wellicht ook vele moeilijkheden moet gebracht hebben. Een hartelijk applaus en een spontaan „Vivat Academia" volgde op deze welge meende toespraak. Verschillende sprekers. Hierna werd nog door verschillende sprekers het woord gevoerd, waarbij we moeten volstaan met do vermelding der namen van de woordvoerders: De heer S. P. Leeuwens bracht prof. Groenen dank namens de afd. „Eigen Huis", do heer J. J. Jungerhans namens het bijzonder werk, dat prof. Groenen voor de Congregatie deed, de heer A. Pee- ters namens de vier Debatingclubs, de heer van Schindel namens de tooneelver. Agab en tenslotte de heer mr. A. de Groot uit Rotterdam namens de oud-leden. De laatste spreker wees er in het bijzonder op, dat er één troost blijft, dat n.l. Groe nen aan de Unie blijft en dus in het stu dentenleven. Telegrammen. De praeses van St. Aug. deed daarna voorlezing van de ingekomen telegrammen. Deze waren de volgende. Van den Bis schop van Haarlem: „Hulde en beste wenschen". Verder: van prof. Welschen, pater do Veer, van de Roermondsche oud priesterstudenten Goessens, Cersondert, Hennekens, Op de Coul en Kruytzer, van mr. Leesberg uit Alkmaar, en voorts van de studentenver. Albertus Magnus en Fran- ciscus Xaverius en vele leden en oud-leden. Dankwoord prof. Groenen. Dan was het woord aan prof. Groenen, die begon met t» zeggen, dat het hem niet gemakkelijk viel uiting te geven aan de vele gevoelens, die hem bestormden. Vóór alles beheerschte hem een groot ge voel van dankbaarheid voor de vele woor den van hulde en dank tot hem gesproken, zoovele zelfs, dat hij ze niet gelooft waar dig te zijn. Als hij iets gedaan heeft voor Augustinus, dan is hij er God innig dank baar voor, dat hij het voor Augustinus heeft mogen doen. Spr. werpt dan een terugblik op do af- geloopen 20 jaar, die hem vandaag zoo le vendig voor den geest staan. Hij denkt te rug aan zijn eersten gang naar Augustinus, toen zoo klein, nu zoo groot, zoo flink en degelijk. Wat al personen heeft spr. in die jaren ontmoet en hoevelen zijn er van hen niet weggegaan I Hen allen heeft spr. des morgens herdacht aan het altaar, doch hij heeft tevens gedacht aan de studenten van thans en die in de toekomst en voor hen Gods zegen en genade afgesmeekt. Spr. is dankbaar, dat dit afscheid is begon nen met een H. Mis, omdat hij toen zich nogeens omi'ingd wist door hen, wier leven hij zoo lang heeft medegeleefd. Prof. Groenen wijst dan nogmaals op de groote schat, die de studenten hebben medegekregen in hun heilig geloof en hij wenscht niets vuriger dan dat zij dat mo gen uitdragen en versterken! Dank brengt spr. voor de tegenwoordig heid van zoovelen, dank ook voor het beeld van St. Augustinus, hem geschon ken en dat hem vooral zal herinneren aan de groote liefde, die deze heilige heeft uitgedragen tot zoovele menschen, ook al behoorden zij niet tot de katholieke kerk. Dat voorbeeld zal hem helpen herinneren groote liefde te koesteren voor zijn stu denten. Spr. dankt vervolgens don praeses voor zijn woorden en zegt, dat hij een verkla ring wil geven van zijn heengaan, 't ls niet voo'- zijn gezondheid of om andere redenen zooals gezegd werd, maar louter uit liefde voor St. Augustinus. Spr. voel de, dat hij zich niet meer geheel kan ge ven en dat hij daarom heeft willen plaats maken voor een ander, die meer kan doen dan hij. Spr. dankt vervolgens vooral den prefect der Congregatie en zegt met opzet nooit in de vergaderingen tot Congregatie-be zoek te hebben aangespoord, omdat hij meende, dat ieder uit eigen vrijen wil zich daartoe aangetrokken moest gevoelen. Na een bijzonder woord van dank ook aan den rector magnificus uit spr. den wensch, dat de studenten van St. Augusti nus zien altijd zuo mogen geuragen, dai zij door de Alma Mater als een voorbeeld mogen gesteld worden. Een hartelijk dankwoord richt spr. ook tot pastoor Beukers, wiens gastvrij dak altijd voor spr. heeft opengestaan en van wiens pastorie hij altijd, tot heden toe nog, den sleutel heeft mogen dragen, om toch maar lang bij zijn studenten te kunnen blijven. Tenslotte dankt spr. pastoor Beukers, die de groote hulp en stuwkracht geweest is bij het zoeken en vinden naar een Eigen Huis. Na achtereenvolgons allen, die tot hom het woord gericht te hebben hartelijk dank gezegd te hebben, kwam spr. tot zijn af scheid. Ik blijf, al ga ik weg, aldus spr., met u verbonden als Unie-moderator. Ik blijf meer met u verbonden dan alleen door dien band. Ik heb mij 20 jaar lang gege ven.... Wat ik eenmaal heb gegeven, dat blijft gegeven. De aangenaamste jaren van mijn leven heb ik bij u doorgebracht. Mijn hart voor nu en voor altijd. Na het dankwoord van prof. Groenen kwamen velen hem de hand drukken ten afscheid. Vervolgens bleef men nog eenigen tijd gezellig bijeen onder een thé musical. Des avonds te half zeven was er een feestdiner in café restaurant „In den Ver gulden Turk", waar het recht gezellig toe ging en de toasten niet van de lucht wa ren. Na afloop van het feestdiner volgde tot slot een réunie op het „Eigen Huis", KATWIJK. GEMEENTERAAD. Begrootings-behandeling. De Kwakelbrug vervalt. De afslui ting der duinen. Vrijdagavond zou de Raad in openbare vergadering bijeenkomen als voorzetting der vergadering van 1.1. Woensdag. Het pu bliek, dus ook de pers had echter het twij- welachtig genoegen te mogen wachten tot ruim 9.15, omdat tevoren de raad een ge heime zitting hield, vermoedelijk in ver band met de plannen voor het nieuwe Raadhuis. Voorzitter: burgemeester Schokking. Af wezig dr. Eijkelenboom. Begonnen werd aan de artikelsgewijze behandeling gen.eentebegrooting. Allereerst de uitgaven. Volgn. 145, bij salarissen werd het salaris van den heer v. d. Schee met 100 ver hoogd. Bij volgn. 167 subsidie Burger wacht stelde de heer v. Tongeren voor den Vrijw. Landstorm 50 subsidie te geven. Dit voorstel werd verworpen met 10 tegen 4 stemmen, tegen de heeren Parlevliet, Meerburg, Lodder, Hueting, v. d. Bent. de Jong. Grimbergen, Kruyt, Ouwehand, Dub beldam. Bij de post subsidie Burgerwacht wenschte de heer v. d. Bent geacht te hebben tegengestemd. De heer Guyt stel de voor de subsidie aan de Politieschool te Hilversum niet toe te staan. Na verdedi ging door den voorz. trok de heer Guyt zijn voorstel in. Bij volgn. 172 vroeg de heer J. v. Duyn het woonwagenkamp te verplaatsen. Waar het nu is, is het een er gerlijke toestand. Ook onhygiënisch. De toestand is daar onhoudbaar voor de be woners in die omgeving. Alle leden zullen naar een andere, betere plaats uitzien waarna B. en W. zullen voorstellen het te verplaatsen. Bij 173 vestigt de heer v. Ton geren de aandacht op het minder gebruik maken van de kostelooze vaccinatie en wil Gemeentelijke Aankondiging Afsluiting Span jaar d«f)rug. Burgemeester en Wethodders- van Ll$ brengen ter algeme^ne Kennis dat in band met het verri^hteii van herstellings. werken aan de Spahjaahfdsbrug, die brug vanaf 3 December fis. ft&t nadere aankon diging voor alle verkeek a^l zijn afgesloten, zullende in het vgrkeer \^jor voetgangers en wielrijders wojfclen voontien door mid«^ del van een pontjé. A. VAN DE SANDE/BAKHUYZEN v" Burgemeester. VAN STRTJEN, Secretaris. Leiden, 1 December 1928. B. en W. van Leiden; Gezien het ver- zoek van A. E. van der Voet om vergun ning tot het pprichteïi van een onder- grondsche bewaarplaats voor benzine met bovengrondscha a,ftapinrichting in en op den Morschweg ^óór het perceel Morsch- weg no. 21; T Geven kenras aan het publiek, dat ge noemd verzoet met de bijlagen op de Se cretarie dezef gemeente ter visie gelegd is, alsmedeldat op Zaterdag, den 15en' December e/kj des voopn .te half elf uur op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven on^ bezaten tegen dit verzoek in te brengen. Agenda ZOETERWOUDE DORP. Dinsdag. R. K. Volksbond. Lezing. Toe gankelijk voor allen. Patronaat 7 1/2 uur. LEIDEN. De avond-, nacht- en Zondagavond der apotheken wordt van Maandag 3 tot en met Zondag 9 Dec. waargenomen door de apotheken van de H.H. G. H. Blanken, Hoogewoe-rd 171, telof. 502 en D. J. v. D r i e s u m, Mare 76, telef. daarom die post verlagen. De heer J. van Duyn meent, dat als de Doktoren zooveel minder werk er aan hebben en dus niet het geld verdienen, zij het niet zullen aan nemen. Bij 194 wijst de heer Grimbergen op het geen staat in de memorie van toelichting betreffende de slechte toestand van ira Kwakel en het eventueel verdwijnen van deze brug zooals B. eai W. voornemens zijn, Spr. is het hiermede lang niet eens. De brug is z.i. zeker gewenscht. Met vaartver betering heeft dit niet te maken want als de Kwakel vernieuwd moet worden kan deze breeder worden gemaakt. De heer Meerburg zegt, dat het gebruik van de-brug is miniem is en het is een hin der voor de scheepvaart die z.i. steeds ach tergesteld wordt. De heer Parlevliet zegt, dat de loggers er nu niet door kunnen. De heer Hueting zegt, niet het dringende er van in te zien dat de brug blijft. Ook de heer v. Riessen is het hiermede eens. Wet houder Ouwehand zegt dat het recht van de sterkste hier geen doorslag mag geven. Van de uitspraak van de raadsleden uit Katwijk aan den Rijn, zal spreker zijn stem laten afhangen. Zijn de leden uit Katwijk aan den Rijn het unaniem eens dat de burg gewenscht is, zal spr. voorstemmen. De heer Grmbergen spreekt nog voor het behoud. Dr. Hueting kan de groote wen- sohelijkheid niet inzien. Met 13 tegen 1 stem. die van den heer Grimbergen wordt besloten de brug te laten vervallen. Bij volgn. 196 zegt de heer v. Riessen de post van gemeeiitetuimnan een gewichtige be trekking te vinden. Spr. zou er een aparte tak van dienst van willen maken. De voor zitter zegt, dat zulks eerst in commissie vergadering besproken zou moeten worden. Dr. Hueting zegt, dat het wel de bedoeling van den heer v. Riessen is dat het sala ris van den tuinman wordt verhoogd van daar deze wijzi^in". De voorzitter wijst er op dat in vorige zitting een dergelijk ver zoek om verhooging van jaarwedde met algemeene stemmen is afgewezen. Bij 196 zegt de heer Grimbergen met genoegen ge zien te hebben dat een post is uitgetrok ken voor een nieuwe beschoeiing in het Overrijn. De heer J. v. Duyn wijst op het slechte stukje straatweg vanaf Achterkerk- weg tot Call e weg. Spr. zou vanaf het hek der begraafplaats het wandelpad weer tot rijwielpad willen maken. B. en W. zullen deze zaak onderzoeken. Bij 282 vraagt de heer J. v. Duyn om werklieden in gemeen tedienst of werk door de gemeente uitbe steed, die bij de arbeidsbemiddeling staan ingeschreven, om de 3 weken te verwisse len. Weth. Ouwehand zegt dat als het werk dit toelaat, dit steeds gebeurt en ook nu in de bepalingen staat opgenomen. Bij het desbetreffende artikel wordt gewezen op een besluit genomen door Rijnland doch dat door Ged. Staten nog goedgekeurd moet worden, over afsluiting der duinen. Weth. Ouwehand wijst er op dat dit voor Katwijk als badplaats van zeer groot be lang is en zegt dat hiertegen door verschil lende bestuurscolleges reeds is geprotes teerd. Het zal de volle aandacht hebben van B. en W. Bij No. 74 wijst dr. Hueting er op, dat door de nieuwe regeling waar door inplaats van 50, thans 65 opcenten op de Hoofd. Omslag worden gelegd, de op brengst 6000 hooger is hetgeen aanvanke lijk de bedoeling van den raad niet was. Do voorz. zegt, dat zulks het geval is doch de meerdere opbrengst is mede ver kregen door de hoogere schatting der pan den door het Rijk. Er zijn er ook velen die thans niets betalen. Spr. adviseert het nu zoo te laten omdat deze post van inkom sten op een andere manier moet worden gevonden. Besloten. De begrooting wordt z.h.st. aangenomen met de volgende cijfers: Gewone ontvangsten en uitgaveD 4S5049.56 1/2. De kanitaaldienst: ontvang 2—1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 2