BINNENLAND.
LIEFDE'S
JEUGDDROOM
TWEEDE BLAD
DE LEIDSCHE COURAN'
WOENSDAG 19 SEPTEMBER 1928
R.K. UNIVERSITEIT
Aan. de rede, waarmede prof. dr. J&c.
jpa-n Ginniken het rectoraat van de R .K.
[Universiteit heeft overgedragen aan prof.
dr. J. Hoogveld, ontleenen wij hier nog
het volgende:
Aanvulling tot vijf volle faculteiten?
Het eerste, waaraan ik dacht, toen ik
het Rectoraat van Collega Mulder over
nam en mijn aliis inserviendo uitspelde,
was de aanvulling onzer drie faculteiten
tot het volle vijftal. Want wil onze Uni
versiteit dienen tot het doel, waar ze voor
opgericht is: het aankweeken van een volle
eigen Katholieke Nederlandsche cultuur,
dan mogen er niet lang meer de natuur-
en geneeskundige faculteiten aan ontbre
ken, dan moeten ten minste zeer spoedig
de eerste stappen in die richting gezet
jvorden.
Het gelukkig toeval wilde nu, dat de
Vrije Universiteit ook juist bezig is, met
het voorbereiden dier beide faculteiten,
waarvan een aldaar nu definitief ten uit
roer zal worden gelegd.
Met een paar collega's en deskundigen
in de beide ons nog ontbrekende facultei
ten, hebben wij toen deze kwestie eens
goed onder de oogen gekeken. En al spoe
dig bleek, dat er eigenlijk geen andere
bezwaren tegen een spoedige aanvulling
tot de vijf volledige faculteiten bestonden,
dan uitsluitend de financieele. Toen heb
ben wij one achtereenvolgens beraden:
lo. over de mogelijkheid van eventueele
vermeerdering van de subsidie der Ge
meente Nijmegen, zij het dan vooral in den
vorm van grond en gebouwen voor de la
boratoria.
2o. over de middelen om aan de genees
kundige faculteit, zij het dan niet als uni
versiteitsonderdeel, dan toch als Inrichting
van openbaar nut voor de volksgezondheid
of anderszins; een matige staatssubsidie
te verzekeren. Wij dachten hierbij b.v. aan
de Heerlensche Vroedvrouwenschool, of
dichter bij huis: aan de Regeeringssubsi-
die der Tilburgsche leergangen,
en 3o. over de mogelijkheid, om bij ge
legenheid van ons eerste lustrum, uit de
jaarlijksche collecte van de St. Radboud-
stichting, naar het voorbeeld van Colijns
jubileumgift, onder de leuze van een vier-,
de faculteit: ineens een nieuw kapitaal te
winnen.
Over punt 1 werden met te dezer plaatse
deskundigen heel voorloopige maar hoop
gevende besprekingen gevoerd; die echter
natuurlijk eerst nog een vasten vorm moe
ten afwachten.
Over punt 2 werd de Katholieke Kamer
club en de Regeering gepolst, maar hier
was de wind bepaald ongunstig, althans-
bij de groote goden.
En op de vergadering van 9 Mei j.l. van
het Centraal Comité der Sint Radboud -
stichting kwam tenslotte het 3de punt ter
sprake. Men was daar aanstonds van oor
deel, dat dit jaar, wegens de actie voor
het Partijbureau, al zeer ongunstig was
voor een bijzondere inzameling. Toch werd
de zaak voorloopig nog aangehouden. Den
löden Mei kwam echter, in antwoord daar
op, een schrijven binnen van het Hoofd
bestuur der St. Radboud&tichting, met de
mededeeling, dat van den eenen kant het
gehecle Bestuur niets liever verlangde,
dan zoo spoedig mogelijk tot de oprich
ting van een vierde faculteit over te gaan;
en dat, zoodra het Bestuur vermeent, dat
de mogelijkheid daartoe in het vooruit
zicht is,_ het zeker niet zou nalaten, op
eigen initiatief die maatregelen te nemen,
welke het alsdan noodig zou achten; maar
dat het van anderen kant bij het Bestuur,
op de vergadering van 10 Mei, is komen
vast te staan, dat aan de oprichting van
een vierde faculteit, op welke bescheiden
wijze dan ook, op dit oogenblik niet kan
worden gedacht, zoodat elk onderzoek
naar vorm en mogelijkheid thans.als- doel
loos dient te worden afgewezen.
Hiermede was dus, voor dit jaar, de
zaak voor goed van de baan.
De theologisch-maatschappelijke
afdeeling.
Een fermen stap vooruit in deze rich
ting zette dit jaar onze theologische facul
teit, met de oprichting harer theologisch-
maatschappelijke afdeeling.
In de Middeleeuwen toch boden de col
leges der Universiteiten een gelegenheid
tot kennis en wetenschap aan het heele
volk in al zijn geledingen. Toen zaten aan
de voeten der professoren: geleerden,
kunstenaars en stadsbestuurders eener-
zijds, maar van den anderen kant, naast
de studenten en clerici, ook gildebroeders,
talentvolle ambachtslui en vaak gewone
poorters. Dat is thans niet meer het ge
val. Maar om dit toch weer eenigszins te
verwezenlijken, opent sinds het begin van
dit schooljaar onze Universiteit hare Col
lege-zalen ook voor journalisten, catechis
ten, sociale werkers en -werksters, vrijge
stelden, gemeenteraadsleden, inspecteurs
van het onderwijs enz. en geeft aan deze
nieuwe groep universiteitsstudenten, zelfs
na twee jaar: een eigen diploma. Moge
deze inrichting zienderoogen groeien en
gedijen, dan zal, naar ik hoop, door de
praktijk van zelf er op gewezen, onze
theologische faculteit nog wel eens gaan
onderzoeken, of zij zich hierin niet ten
onrechte van de beide andere faculteiten
heeft losgemaakt, daar zij ons immers
voor de uitvoering van deze plannen toch
onmogelijk missen kan.
De Bibliotheek.
Ejne der meest toegejuichte beslissingen
die ons op het einde van dit schooljaar,
vanwege het Hoofdbestuur der St. Rad-
boudstichting toekwamen, is geweest de
verhooging van ons boekenbudget van
10.000 op 15.000 gulden, waarvan een kleine
7000 onze Bibliotheek en een groote 8000
onze verschillende Instituten ten goede
komen.
Een nieuw hoofdgebouw?
Trots den arbeidslust van den ijverigen
Secretaris der St. Radboudstichting, is de
Gebouwencommissie er nog niet in mogen
slagen, met hare bezigheden aan het dag
licht te komen. Men fluistert iets van een
prijsvraag onder de Katholieke architec
ten om een schets voor ons hoofdgebouw;
maar de zekerheid hieromtrent hangt al
door af van een antwoord, dat al weken
uit Utrecht moet komen, maar nog altijd
niet de bus van den Secretaris van Cura
toren.1" wil binnen vallen.
Prijsvragen.
Op de in 1926 uitgeschreven prijsvragen
is Slechts één antwoord ingekomen, en
wel op die der theologische faculteit over
den invloed van de laat-Middeleeuwsche
opvattingen van 't geloof en de hoop op
het ontstaan van het Protestantisme.
De eenige inzender, de weleerw. heer
N. Greitemann te Voorhout, ontving een
zeer loffelijke vermelding. (Zooals men
weet is kapelaan Greitemann intusschen
door den Bisschop van Haarlem aangewe
zen voor de Bijbelstudie in Rome. Red.
L. Crt.)
Prof. mr. Pompe.
Door zijn benoeming aan de Staats-Uni-
versiteit te Utrecht gaat verder Mr. W.
Pompe ons verlaten. Zijn aanvaarding de
zer benoeming na de weigering van een zij
ner collega's in een gelijkend geval, betee-
kent dus, dat onzerzijds ten dezen niet
voorgoed een vaste houding is overeenge
komen, maar dat wij dit soort aanbiedingen
steeds elk voor zich zullen beschouwen, en
er nu eens zus dan eens zoo op zullen ant
woorden.
De Katholiekendagen.
Ook de Katholiekendagen weten nog
van een R. K. Universiteit niets af. Het
is natuurlijk zoo begrijpelijk, dat in vroe-
gere_ dagen hier de politici en de Groot-
Seminarieprofessoren de hoofdrol speelden
maar zou er de populariteit dezer periodie
ke betooging wel bij winnen, als zij zich
hermetisch .tegen alle nieuwe invloeden
blijft beveiligen?
Stenhuis' positie.
Uit de S. D. A. P.-f ractie
gebannen.
Het „Algemeen Handelsblad" verneemt
uit S. D. A. P.-kringen, dat de oud-voorzit
ter van het Ned. Verbond van Vakvereeni-
gingen, het Kamerlid Stenhuis, op den
eisch van het bestuur der S. D. A. P. 9
Sept. jl., goedgekeurd door den Partijraad
voor het lidmaatschap der Tweede Kamer
te bedanken, niet is ingegaan.
De heer Stenhuis zal nu in het laatste
jaar van deze parlementaire periode niet
worden erkend als Kamerlid der S. D.
A. P.
Een soortgelijken strafmaatregel dus, als
door het Middenstandsblok op den heer
Solkesz na diens woordbreuk is toegepast.
Wij vernemen nader, dat de heer Sten
huis ernstig overweegt zich desondanks
voor de a.s. verkiezingen candidaat te stel
len, zoo eenigszins mogelijk binnen partij
verband. Ook zouden binnenkort opzienba
rende mededeelingen over Stenhuis' con
flict met de huidige leiders der S.D.A.P.
te wachten zijn.
Mr. L. J. M. Basquin.
Bedankt als lid van den
Pensioenraad.
Naar wij vernemen, zal het lid van den
Pensioenraad, mr. L. J. M. Basquin, aan
het eind van dit jaar, wegens liet berei
ken van den 65-jarigen leeftijd zijn functie
neerleggen en den dienst met pensioen
verlaten.
Na de Troonrede.
Toen de Koningin den troon verliet,
hief de heer Duymaer van Twist, zijn ge-
pluimden steek zwaaiende, een „Leve de
Koningin" aan, gevolgd door een driewerf
hoera, waarin de aanwezigen staande
geestdriftig instemden. Onmiddellijk daar
na riep de heer van Rappard „Leve de
Prinses", eveneens gevolgd door een drie
werf hoera, door de zaal overgenomen. De
sociaal-democratische Kamerleden namen
aan deze huldebetuigingen geen deel, wel
stonden zij op bij het binnentreden en het
verlaten der zaal door de vorstelijke per
sonen.
Tegenspraak.
Naar wij vernemen, is het bericht dat in
de pers de ronde doet, dat de „Nieuwe
Rotterdamsche Courant" van plan zou zijn'
een volksblad uit te geven, onjuist, aan
gezien zulks niet in de bedoeling van de
„N. R. Crt." ligt.
DE PERS OVER DE TR00NREDF.
Omdat 't zoo moet, hebben wij enkele
tientallen beschouwingen over de Troon
rede gelezen. Daarbij zijn wij tot de con
clusie gekomen, dat wij de kolommen van
ons blad niet met breede krantenknipsels
over dit Staatsstuk móge vullen. Zooals in
de Troonrede zelf wordt ook in de be
schouwingen daarover weinig concreets ge
zegd.
De Maasbode concludeert:
Onze conclusie is, dat het een
troonrede is zonder veel inhoud, waar
door de regeering zich niet bloot geeft
en waarover zij moeilijk lastig kan
worden gevallen.
ixet blad becritiseert de landbouw-para-
graaf en wat daarmede samenhangt:
Dat de toestand van land- entuin
bouw tot erkentelijkheid stemt, kun
nen we niet geheel beamen. Dit jaar
zijn voor de productie mooie prijzen
gemaakt, maar daarmede is deze tak
van volkswelvaart nog niet gezond.
Door verhooging van het voortbren-
gingsverraogen van den bodem wordt
dat evenmin bereikt. Noodig is een
uitbreiding van het afzetgebied voor
INGEZONDEN MEDEDEELING.
DEN HAAG - Alléén: Hofweg 6.
4421
de producten en daaraan wordt niets
gedaan; men laat dit geheel aan het
particulier initiatief over.
Dat het ontwerp inzake het pacht-
contract in vergevorderden staat van
Voorbereiding is, beteekent dat deze
regeering het niet in het staatsblad
zal brengen. Toch zou hiermede de
landbouw meer gediend zijn dan met
de nu betuigde erkentelijkheid.
De T ij d zegt er om. van:
Na een eerste lezing van de Troon
rede is bij ons de vraag opgekomen,
cf tot een bespreking van dit staats
stuk op deze plaats wel aanleiding
bestaat. Immers, voor het grootste
deel brengt deze Koninklijke toe
spraak een ietwat dorre opsomming
van economische feiten, welke zeer
zeker voor Nederland en voor de
overzeesche gewesten groote waarde
hebben en waaraan de redacteur, die
onze beursberichten verzorgt, misschien
belangwekkende beschouwingen zou
kannen wijden, terwijl deze absoluut
kleurlooze rede op zichzelf te weinig
stof biedt voor politiek commentaar.
Het Centrum vindt de Troonrede
niet zóó sober als men had kunnen ver
wachten een moening. die ook wij gis
teren hebben uitgesproken:
De Troonrede is minder sober van
inhoud, dan men onder de gegeven
omstandigheden ha-d kunnen verwach
ten, en zij kenmerkt, zich door een op-
timistischen toon. Zoowel wat den
binnenlandschen toestand, als wat de
buitenlandsche betrekkingen aangaat,
laat zij een geluid hooren, dat van
goed vertrouwen in de toekomst blijk
geeft. Met name spreekt dat vertrou
wen zich uit in zake de hernieuwde
besprekingen, die met België worden,
of zullen worden gevoerd. En de ac
tie tot internationale vermindering
van bewapening en uitbanning van
den oorlog vindt wat wel niemand
bevreemden zal bij onze regeering
hartelijke instemming 'en medewer
king.
Het Handelsblad zegt o.m.
Even nuchter ah- de schets van den
toestand ten onzent en van het Rijk
overzee, is de opsomming van de voor
nemens der regeering voor dit laat
ste jaar der wetgevende periode.
Daarbij zijn eenige zeer belangrijke
plannen. De herziening der gemeente
wet en van de financieele verhouding
tusschen rijk en gemeenten, die een
wettelijken vorm moeten geven aan
wat er zich in de laatste drie kwart
eeuw te onzent heeft gewijzigd, is
Teeds lang urgent en wordt, dat voort
durend in sterker mate, nu hoe langer
hoe meer de belangen der gemeenten
over elkaar heengrïjpen en de be
moeiing der lagere organen met on
derwerpen, die vroeger alleen het Rijk
belang inboezemden, is gegroeid
voor een groot deel ten gevolge van
maatregelen door den wetgever.
De Standaard acht van bijzonder
belang de toezegging van een ontwerp tot
herziening van de financieele verhouding
tusschen het Rijk en de Gemeenten.
Wij mogen wel aannemen, dat dit
onderwerp zeer spoedig bij de Sta-ten-
i Generaal zal worden ingediend. De
nood van vele gemeenten dringt tot
deze herziening.
De vraag is echter, langs welken
weg de regeering dat uiterst moei
lijke probleem tot oplossing wil bren
gen.
Wij willen wel zeggen alleen zulke
oplossing te kunnen aanvaarden, die
de autonomie der gemeenten niet
verder in het godrang brengt.
Dit historisch goed der zelfstandig
heid voor ons volk van groote waar
de, staat bij onB in deze quaestie het
hoogst.
Het blad hoopt, dat een weg tot hulp
voor vele benarde gemeenten zal worden
gewezen die de rechten der gemeenten
geheel intact laat.
UIT DE RADIOWERELD.
Programma's voor Donderdag 20 Sept.
H il v e r s u m, 1071 M.
12.302.00 Lunchmuziek door het Tno
Verheij.
6.00—7.30 Concert door het kwartet
Rentmeester.
8.00—9.00 Concert door het Omroep-or-
kest o. 1. v. Nico Treep.
9.0510.00 Rococo-uurtje. Else Grassa
met Margie Morris a. d. vleugel. Liederen
uit de 18de eeuw.
10.00 Persberichten.
10.1011.10 Een potpourri-programma
door het Omroep-orkest.
Huizen, 340.9 M. Na 6 uur 1870 M.
(Uitsluitend NCRV.-uit«endingen).
12.301.45 Concert.
5.30—7.00 Concert.
8.00 Concert.
Daventry, 1600 M.
10.35 Kerkdienst.
11.20 Gramofoonmuziek.
12.20 Concert.
1.202.20 Gramofoonmuziek.
3.20 Vesper van de Westminster Abbey.
4.05 Lezing.
4.20 Concert-orgelbespeling.
4.50 Dansmuziek.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Dansmuziek.
6.35 Landbouwberichten.
6.40 Muziek.
6.50 Nieuwsberichten.
7.05 Voor padvindsters.
7.20 Novellen-voorlezing.
7.35 Koorzang. Madrigalen.
7.45 Lezing: Glass-making.
8.06 Welsh concert door de Caernarvon
Choral Society.
9.35 Lezing: The wal of the world.
9.50 Nieuwsberichten.
10.10 Concert.
10.50—12.20 Dansmuziek.
Radio-Paris, 1750 M.
12.50—2.10 Orkestconcert.
4.05—5.05 Trio-concert.
8.50—11.20 Concert.
Langenberg, 469 M.
12.35 Mechanische muziek.
1.252.50 Orkestconcert.
6.05—6.50 Orkestconcert.
8.20 Concert door het Klein-Orkest.
9.20 Fontane-avond. Daarna tot 12.20 De
Wirtz Symphonie-band.
Konigswusterhauscn, 1250 M.
(Z e e s e n).
12.20—5.20 Lezingen.
5.20—6.20 Orkestconcert.
6.20—8.05 Lezingen.
8.35 Kerkconcert.
9.35 Lezing: Sinclair.
10.50—12.50 Dansmuziek.
H a m b u r g, 395 M.
4.35 Voorlezing u. d. werken van Sinclair
5.20 Orkestconcert.
6.20 Orkestconcert.
7.45 Lezing. Daarna tot 11.20 Cabaret.
B r u s s e 1, 509 M.
5.20 Trioconcert.
6.55 Orkestconcert.
8.35 Gramofoonmuziek.
8.50 Klassiek concert in het Casino te
Spa.
10.50 Sluiten. <-*
De Nieuwe Rott. Crt, zegt opti
mistisch
Er is, ter opening van het laatste
zittingjaar eener parlementaire pe
riode, wel eens eene belangrijker, en
ook wel pikanter Troonrede uitge
sproken, dan die, waarmede H. M. do
Koningin vandaag de Staten-Generaal
heeft verwelkomd.
Heb Volk schrijft eenige aliuoa's iii
dezen geest:
Het kabinet-De Geer, het blijkt nog
eens weer uit deze troonrede, is
slechts.' een sta-in-den-weg voor de
frissche hervorming, die het over-
groote deel der bevolking behoeft.
FEUILLETON.
Uit liet Engelsch van
EFFIE A. ROWLANDS.
Nadruk verboden.
6)
Dus U denkt niet dat er reden is tot
verdenking in hetgeen ik verteld heb?
Niet in het minst. Ik ben er van over
tuigd dat de omstandigheden waarop je
zinspeelt het gevolg zijn van natuurlijke
oorzaken en als degene die het meest bij
de zaak betrokken is, verzoek ik je al het
mogelijke te doen om te voorkomen dat
dit gerucht verspreid wordt. Je wilt er
wel voor zorgen dat men begrijpt dat der
gelijke kletspraatjes voor mij uitermate
pijnlijk zijn.
Dab was te veel voor Pollard's gevoe
lens; hij had een dankbetuiging voor zijn
ijver verwacht en een pluimpje voor zijn
helder inzicht!
Dat mag u niet tegen mij zeggen, mr.
Dick, zei hij verontwaardigd.
Ik achtte mij verplicht U zekere fei
ten mee te deelen.
Juist, juist, Pollard en wij zijn je tfen
zeerste verplicht, mengde kolonel, Anerley
zich in het gesprek, die tot nu toe zwijgend
had zitten luisteren. Mr. Emberson is jo
ook dankbaar, dat weet ik zeker, maar
vergeet niet hoe pijnlijk dit alles voor
hem is.
Zeker mijnheer zeker! En niemand
heeft meer met den jongen mijnheer te
doen dan ik zelf.
Zeker Pollard, daar twijfel ik niet
aan, zei de kolonel. Je moet niet boos
worden, beste jongen! ging hij voort ter
wijl hij zijn hand op Dick's schouder leg
de, wanneer ik erken dat ik het ge
deeltelijk met den inspecteur eens ben.
Jouw gezichtspunten mogen juist zijn, ze
zijn het ook, maar ik heb er pricipiëel
bezwaar tegen om dingen die ik niet be
grijp, zoo maar te aanvaarden.
Richard Emberson leunde met zijn elle
bogen op de tafel en liet zijn hoofd zóó
in de handen rusten, dat zijn gezicht niet
te zien was. Hij bleef eenige oogenblikken
in deze houding zitten en antwoordde toen
langzaam en met trillende stem:
Ik zou natuurlijk de laatste zijn óm
een onderzoek tegen te houden, maar ik
weet hoe het mijn vader tegen den borst
zou hebben gestuit als object van alle mo
gelijke sensationeele praatjes en vermoe
dens dienst te doen en omdat ik overtuigd
ben dat er in deze zaak niets is,
waarvoor ik geen verklaring kan vinden,
wijs ik met alle beslistheid de mogelijkheid
af dat er misdaad in het spel zou zijn en
ik verzoek allen die het goed met mij mee-
nen om mij te helpen om zulke praatjes
van het eerste oogenblik af den kop in te
drukken.
Kolonel Anerley voelde, ofschoon hij zelf
niet geheel en al overtuigd was, dat hij
toch niet anders kon doen dan het verzoek
van zijn jongen vriend te eerbiedigen. Ook
Pollard gaf ten slotte toe.
Ik zal er om denken mijnheer, zei
hij spijtig, maar het komt mij voor dat
U van menigeen zult te hooren krijgen dat
ze zoo denken. En daarop, terwijl hij sa
lueerde, zei hij: Goeden avond, mijn
heer, goeden avond, dames!
Onbehouwen stapte hij heen en er
heerschle de eerste oogenblikkkeu diepe
stilte in de kamer. Niemand wist wat te
zeggen met het oog op «Jo buitengewoon
prikkelbaarheid, die zich van Dick scheen
te hebben meester gemaakt. Enid legde
zachtjes haar arm om de schouders van
den jongen man, zijn hand zocht de hare;
opeens stond hij bruusk op en zei:
Ik zal maar naar mijn kamer gaan,
ik ben doodop!
Nog een heelen poos nadat hij zich op
zijn kamer, die vlak boven de kamer lag,
waar ze bij elkaar gezeten hadden, terug
getrokken had, hoorden de anderen hem
heen en weer stappen, heen en weer, zon
der ophouden.
Het geluid begon op Enid's toch al over
spannen zenuwen te werken, een heelen
tijd worstelde zc al met een brok in haar
keel, want zij had geveeld dat Dick er
naar verlangde zelfs van haar weg te zijn
en dat had haar pijn gedaan. Het drong
tot haar door dat zij tegenover zijn ver
driet machteloos stond en ten slotte
barstte zij in tranen uit.
Arm kind, zei haar vader, terwijl hij
zijn arm om haar heen sloeg, het is wel
hard voor je dat zoo'n afschuwelijke ge
schiedenis het begin van je levensroman
zoo moet verduisteren, maar het zal voor
bijgaan, beste kind, zooals alle somberheid
voorbij gaat en dan komt weer zonneschijn
voor jou en dien armen Dick. Heb maar
geduld en verlies den moed niet!
Hij keek zoo vreemd toen hij goeden
nacht zei, en dat maakte mij angstig, snik
te Enid. Hij zag er zoo vreeselijk wanho
pig uit.
Dat is waarachtig geen wonder, kind
je, wanneer je bedenkt wat de arme jon
gen heeft meegemaakt. Je weet hoeveel
Dick van zijn vader hield.
Maar waarom is zijn verdriet dan
oorzaak dat hij zich van mij afwend? Toen
hij naar boven ging kreeg ik het gevoel of
er plotseling een groote kloof tusschen ons
gaapte, alsof ik mijn armen uitstrek, maar
hem niet bereiken kon.
Je bent overspannen beste kind, en
dat werkt, op je verbeelding. We zijn het
allemaal, min of meer en daarom moeten
we maar eens een paar uurtjes gaan sla
pen. Neem haar mee naar onze kamer,
moeder, ging hij tot zijn vrouw voort,
ik ga vannacht op de divan in de biblio
theek slapen. Wel te rusten kindje, morgen
zul je Dick wel weer een dapper gezichtje
kunnen laten zien. Denk er om dat jij je
eenige bent die hem kan helpen!
Ofschoon de kolonel trachtte zijn doch
ter zoo goed mogelijk gerust te stellen, was
hij zelf maar half overtuigd van hetgeen
hij zei.
Er is iets dat ik niet begrijp, mom
pelde hij. Er is iets anders dan gewoon
verdriet in de houding van den jongen.
Wat kan dat zijn?
Als natuurlijk gevolg van de emoties van
dien avond was het heele huishouden een
beetje laat dien morgen. Het was dan ook
nog doodstil in huis, toen Dick Emborson
even voor zessen zijn kamer uitkwam cn
behoedzaam de breeden eiken trap af-
sloop. Hij wierp angstige blikken om zich
heen toen hij de zware grendels van de
voordeur wegschoof. Voorzichtig opendo
hij de deur en ging toen met vasten tred
naar de overblijfselen van zijn vaders huis.
Hij had het niet gezien sedert Enid hem
van het tooneel van de catastrophe weg
gevoerd had. Nu sloeg hij eenige minuten:
lang de omvang van de verwoesting gade.
Het geraamte van liet gebouw was nog
bijna intact, maar het heel interieur van
de eerste en tweede verdieping en de be
nedenkamers was verdwenen. Het voorge-
deelte van het huis had het meest gele
den. De brand was klaarblijkelijk in mr.
Emberson's slaapkamer begonnen, terwijl
de zijdeuren slechts geblakerd waren. Het
zou voor een wild-vreemde reeds een jam
merlijke aanblik geweest zijn, hoeveel te
meer voor iemand, die dit zijn „thuis" ge
noemd had. Toch beekek Dick Emberson
de ruïne uiterlijk onbewogen. Wel was z.ija
gezicht bleek en gegroefd door hot gees
telijk lijden dat hij had doorgemaakt, maar
er was geen vochtige glans van verdriet in
zijn oogon zij stonden bard en dreigend
als de oogen van een man die op zijti
hoede is voor een dreigend gevaar.
(Wordt vervolgd).