BINNENLAND. STADSNIEUWS. LIEFDE'S JEUGDDROOM TWEEDE BLAD DE LEIDSCHE COURANT DINSDAG 18 SEPTEMBER 1928 R.K. UNIVERSITEIT Gisteren zijn aan de Universiteiten te Leiden, Utrecht, Groningen, Amsterdam, Delft (Technische Hoogeschool), Rotter dam (Handelshoogeschool), Wageningen (Landbouwhoogeschool), Nijmegen (R. K. I Universiteit), en Tilburg (R. K. Handek- II hoogeschool) de rectoraten overgedragen, waarbij zooals gebruikelijk, de aftredende rector een redevoering hield. Wij geven van die van den Leidschen jlaftredenden rector-magnificus een uitge breid verslag. De overige redevoeringen zoo uitvoerig te vermelden zou te veel plaatsruimte innemen; op een enkele dezer komen wij wellicht nog terug. Hier laten wij echter eenige merkwaar dige passages volgen uit de rede, die prof. dr. an Ginneken S. J. heeft gehouden bij de overdracht van het rectoraat van de ER. K. Universiteit te Nijmegen^ aan prof. dr. J. Hoogveld. -iDe mannen van de wetenschap en van de politiek. IHet valt niet te ontkennen, (aldus prof. v. Ginniken) dat er hier te Nijmegen in deze vijf jaar, zoowel op theologisch als ^philosophisch, zoowel op siciologisch als juridisch; zoowel op apologetisch als histo risch, zoowel op kunstbeschouwend als letterkundig gebied degelijk wetenschap pelijk werk is geleverd; en dat, wat de groote, tegelijk politieke en wetenschap pelijke leider van ons vorig geslacht, dr. iSchaepman dus allemaal in zijn machtige denkhoofd vereenigde, nu over twee centra "begint verdeeld te raken: iNijmegen en den Haag. Dat wij heusch, langzaam maar zeker, naar deze erfenis de hand uitsteken, was de innerlijke beteekenis van onze Schaepman- lenking op 23 Januari 1.1., die men naar buiten weinig schijnt te hebben begrepen. Men voelt ons èl te abstract, men denkt ons te uitsluitend theoretisch; dat is aan de Vrije Universiteit heel anders; of dat ten minste heel anders in de glorie dagen der vrije Universiteit; en zoo moet jhet ook bij ons eenmaal worden. Want nu zou men toch zeker verwachten, dat de Katholieke politieke leiders er langzamer hand prijs op zouden gaan stellen, met inze toch in arbeids- en straf-kwesties, in rente-, belasting- en handelszaken, in een heids- en partijvraagstukken niet geheel en al onbevoegde Nijmeegsche professoren een beetje voeling te houden, en dat wel in de lijn van beider gaven: het principieele, de groote lijn, als men wil het theoretische, van lieverlede ons ter bewerking toever trouwend; en het concrete, de dagelijksche karteling, de praktijk als men wil, voor zich behoudend. Maar de werkelijkheid beantwoordt niet aan deze hoop. Er is Etusschen de Katholieke leiders: Ministers, Senatoren of Kamerleden en de Nijmeeg- h sche professoren hoegenaamd nog geen blijvend verband, en als» zij elkaar in krant, l- vergaderingen of partijraad eens toevallig i ontmoeten, dan decreteert gewoonlijk de politicus: welke beginselen Nijmegen te belijden heeft mompelt soms zelfs iets van roet in het eten en zint nog blijk baar heelemaal niet op de ook ten dezen toch zoo onmisbare arbeidsverdeeling. En hiermee miszeggen wij niets aan de zonder twijfel eminente gaven van den Amster damsehen fc'ociologie-hoogleeraar, die de voorzitter is onzer Kamerclub. Maar wij handhaven toch de prioriteit van het rustig breed© bespiegelend intellect van den bui tenstaander boven de nog zoo slimme in- iuïtes van de practisch politieke geniali teit der zelf-betrokkenen. De studenten. Toen op 21 Februari j.l. de Roomsche Studentendag voor het eerst te Nijmegen zou gehouden worden, heeft de Raad van Afgevaardigden der "Unie zich de nieuwe verhoudingen alhier niet voldoende inge dacht, en art. 3 van de Instructie voor de Nijmeegsche fctudenten, volgens hetwelk „de studenten niet bevoegd zijn eenige openbare feestelijkheid te organiseeren zonder verlof van den Rector-Magnificus", eenvoudig weg geignoreerd; en zoo was het mogelijk, dat deze als een triomf der -t- katholieke beginselen gedachte viering, op sommige oogenblikken .meer een tegen de universitaire overheid gemunte mani festatie geleek, en op een tentoonstelling van allerlei nieuwe dansvormen uitliep, waaromtrent nu onlange de geestelijkheid der stad Utrecht het bevrijde woord heeft gesproken. Dank zij haar ook van dezer plaatse hiervoor gebracht. Zeer zeker zijn er, ook onder onze stu denten, die de diepe beleving van den Christus in hun wapen voeren, of in so berheid en versterving front maken tegen allo onnatuur en verkwisting; er zijn er, die trouw samen ter Heilige Tafel, en naar het Eucharistisch Lof gaan; maar mijn bidden tot God: dat al de studenten onzer Katholieke Universiteit zich toch spoedig bij een van deze groepen zouden aansluiten, is tot nu toe slechts zeer ge deeltelijk verhoord. „Nijmegen misschien de grootste Universiteit van Nederland". Spr. wees dan op het verloop der oudere jaarsstudenten. Als wij dit alles even met de andere Nederlandsche Universiteiten vergelijken, staan wij met ons globaal studentental, wegens onze beperking tot drie faculteiten natuurlijk nog later dan Utrecht, Gronin gen en Amsterdam, doch sinds ons vierde jaar reeds boven de Vrije Universiteit der Gereformeerden. Maar als wij de bezetting onzer litte raire en juridische faculteiten afzonder lijk bij die der overige universiteiten ver gelijken, dan doen wij al heel aardig mee. Het cijfer onzer juridische faculteit staat toch hooger dan dat van de Vrije, van Groningen en van Utrecht; maar la ger dan dat van Leiden en Amsterdam. Wij staan dus met onze juridische facul teit juist tusschen de grootere en kleinere universiteiten in het midden. Maar met het aantal onzer litteraire studenten overtreffen wij niet slechts de Vrije, en Groningen, maar loopen reeds Utrecht en Leiden te boven; zoodat al leen Amsterdam het nog van ons wint. De hier en daar al eens uitgesproken ge dachte, dat op den duur Nijmegen mis schien de grootste Universiteit van Ne derland zou worden, lijkt, met deze cijfers voor ons, niet zoo ongelooflijk meer als eenige jaren geleden. R. K. HANDELSHOOGESCHOOL De rector-magnificus der R. K. Handels hoogeschool te Tilburg, prof. dr. Th. Goos- sens, heeft gisteren een redo gehouden bij de opening van het tweede studiejaar. Ook hij bracht verslag uit omtrent de lotgeval len van deze hoogeschool. Een voorzichtige raming had het aantal studenten voor het eerste jaar begroot op vijftien, aldus spr. Die raming is echter erg aan den voorzichtigen kant gebleken, want bijna het dubbele daarvan, n.l. 28 studenten, hebben zich volledig Laten in schrijven. Naast die 28 zijn er nog 13 in geschreven geweest voor sommige colle ges-, zoodat in dit eerste jaar een totaal van 41 ingeschrevenen bereikt is. Over het onderwijs is nog weing, mede te deelen. Examens zijn nog niet afge legd. Immers het propaedeutisch examen •juBtatpnjs opaow^ qaq ui ijsria ijjba Prof. Goossens deelde ten slotte mee, dat hem verzocht was- ook tijdens het tweede studiejaar het rectoraat op zich te nemen. Hij had dit verzoek gaarne aan vaard. OVERDRACHT RECTORAAT Gisteren hebben wij reeds in het kort melding gemaakt van de overdracht van het rectoraat. De rector ving zijn rede aan met in her innering te brengen, dat 22 September 1927 H. K. H. Prinses Juliana in het album studiosorum werd ingeschreven. Tot het einde van het academiejaar heeft H. K. H. aan het universitaire leven in zijn vollen omvang deelgenomen. Overleden. Ifi schrille tegenstelling tot de verblij dende tegenwoordigheid van onze Prinses staan vele en zware, ja onherstelbare ver liezen. Spr. noemde in de eerste plaat3 het overlijden van prof. Einthoven. De tweede zware slag was het onverwachte overlijden van prof. Lorentz op 4 Februari, waarover spr. nader uitweidt» Do rector herdacht verder den overle den hoogleeraar prof. Vürtheim, alsmede de oud-hoogleeraar ,Prof. Oort, den cur.a- tor baron Sweerts de Landas Wyborgh, commissaris der Koningin, die in het af- geloopen academiejaar zijn overleden. Met genoegen maakte spr. er melding van, dat de ledige plaats in het college van curatoren is iugenomen door Leiden's burgemeester, mr. A. van de Sande Bak- huyzen. Reorganisatie. Spr. wijst verder op de reorganisatie van het beheer der universiteit. Spoediger dan verwacht kon worden bleek de belang stelling van de bevoegde autoriteiten in deze aangelegenheid, waardoor de centra liseering van de administratie der univer siteit in één bureau, dat onder leiding van den secretaris van curatoren het bureau der universiteit zou zijn, waarvan de dra den zoowel curatoren, senaat, faculteitsbe sturen en studenten omvat, werd (^gericht Voor den vorigen secretaris van curato ren, baron De Vos van Steenwijk, was de totstandkoming van dit bureau aanleiding om zijn ontslag te nemen, omdat daardoor zijn ambt verzwaard zou worden, gezien dat dit bureau onder zijn leiding zou ko men te staan, met een toelast van verant woordelijkheid, als waaronder hij het niet had aanvaard. Mr. P. J. Idenburg, secreta ris van curatoren der gemeentelijke uni versiteit van Amsterdam, werd tot zijn op volger benoemd. Vervolgens gewaagde de rector er van, dat, mede als gevolg van het totstandko men van het nieuwe bureau, prof. Krom zich bereid heeft verklaard een deel van het werk, dat tot dusver op de schouders van de secretaris van den senaat was ge legd, de eerste vijf jaar voor zijn rekening te nemen. De laatste verandering in de samenstel ling van het college van curatoren het op zijn verzoek aan jhr. De Gijselaar ver leend ontslag als voorzitter en lid staat mede in verband met de opvatting, waar van het universiteitsbureau een uitvloeisel is, de opvatting, dat een grootere efficien cy, in den ruimsten zin, vereischt is. Reeds spoedig nadat de heer Do Gijselaar zich te Wassenaar gevestigd had, heeft hij als zijn meening uitgesproken, dat deze veran dering van woonplaats het vragen van ont slag met zich zou dienen mede te brengen. De senaat onderschrijft geheel zijn opvat ting, dat de president en de secretaris van curatoren, zijnde als het ware het dage- lijksch bestuur, in Leiden dienen te wonen. De verschillende leerstoelen. Na melding te hebben gemaakt van de veranderingen, die zich hebben voltrok ken in de rij der hoogleerare®, lectoren en privaatdocenten, vervolgde spreker met er op te wijzen, dat de \erpliehtingen, aan het te zwaar belaste professoraat in de dierkunde verbonden, voor een deel wer den overgebracht op een daartoe inge steld aan dr. H. Boschma opgedragen lectoraat. Dat hiermede aan alle wen- schen der faculteit voor wis- en natuur kunde zou voldaan zijn, zal niemand meenen. De aanstelling van een tweeden hoogleeraar in de geologie en de uitbrei ding van het geologisch museum laten nog immer op zich wachten. Beschikte onze universiteit over de be scheiden autonomie, die haar dezerzijds bij herhaling is toegedacht, zou dan, zoo vraagt spr. de geologie zulk een langdu- rigen lijdensweg achter zich hebben ge had en zou dan de gewone leerstoel in de wijsbegeerte van het recht en tevens een zetel in de faculteit der rechtsgeleerdheid zooveel jaren onbezet zijn gebleven? Spre ker betwijfelt dit. Herhaaldelijk toch heeft de gestie van een lichaam, dat uit onze universiteit is gegroeid, nl. de Universi teitsraad van het Leidsch Universiteits fonds, aan ieder, die daarvoor oog had, doen zien hoe groot reeds de beteekenis is van zelfbestuur binnen de grenzen van een beperkt budget. Na uiteengezet te hebben hoeveel an dere voorzieningen in het onderwijs konden worden getroffen, doordat de Universiteit raad zijn schouders daaronder heeft gezet, betoogde spreker, dat, indien het budget van den Leidschen Universiteitsraad rui mer ware, men er zeker van kon zijn, dat geen enkele papieren brief en geen enkel uur pleitens meer zou behoeven te worden besteed aan de stelling, dat zonder be hoorlijke voorziening van de z.g. moderne talen de universiteit niet is, wat zij be hoort te zijn, een stelling, die in bijna alle beschaafde landen als axioma aangeno men is. Steun aan de Universiteit. Naast het Leidsche Universiteitsfonds traden ook andere lichamen op om aan de belangen der universiteit dienstbaar te zijn. Spr. noemde in dit verband Teyler's Stichting, welke een bijzonderen leerstoel in de theoretische natuurkunde aan de Leidsche universiteit vestigde, voor het bezetten waarvan prof. A. D. Fokker is benoemd; de Vereeniging voor Tropische Geneeskunde RotterdamLeiden, welke haar hoogtepunt bereikte door de opening op 18 October van het uitstekend ingerich te ziekenhuis voor scheeps-, haven- en tropische ziekten te Rotterdam, waarvoor als blijk van waardeering, destijds een be drag van 20.000 werd geschonken. Prach tig werk werd ook verricht door het Insti tuut Kern met het geven van cursussen in levende Oostersche talen en de aan Snouck Hurgronje op 8 Maart 1927 aangeboden stichting, die onder den naam „Oostersch Instituut" hare definitieve organisatie ont ving, aarzelde niet zich vijf kinderen te adopteeren, nl. de stichting De Goeje, de Adat-recht stichting, het Oostersch Ge nootschap in Nederland, het Instituut- Kei n en de pas geboren Islam-stichting. Zoo werd zij eensklaps tot één moeder in Israel. Moge de adoptief-vader Van Vbl- lenhoven veel genoegen van haar en haar kinderen beleven. Belangrijke instellinggen. Onder de belangrijke instellingen, die in den loop van het jaar tot stand kwamen of werden in gebruik genomen, noemde spr. het Rechts-Historisch Instituut, het^ insti tuut voor geschiedenis der genees-, wis- en natuurkunde, het Nedetlandsch Historisch Natuurwetenschappelijk Museum (de vrucht van dr. Crommelin's werk) en ten slotte het ten behoeve van het Rijksmu seum voor Oudheden opgerichte Reuvens- Fonds. Het nieuwe Ziekenhuis. Na melding te hebben gemaakt van de ingebruikneming van het nieuwe zieken huis het Bocrhaavekwarticr zeide spr., dat de publieke opinie, die de vol tooiing ad calendas graecas had verscho ven, en het geweten van hen, die reeds moenden. een deel van hun belastingpen ningen a fonds perdu to hebben gestort, nu zijn gerust gesteld. Nog is het geheel niet voltooid, maar wij vertrouwen, dat het schip, tob voor do haven geloodst, die ook behouden zal binnenloopen. De Universiteit geen organisch geheel. Onze voldoening over het bereikte en ons vertrouwen op de toekomst worden zacht getemperd door de gedachte, dat de overgang van academisch ziekenhuis tot Boerhaavekwartier den samenhang onzer gemeenschap eer losser dan hechter zal maken. Een organisch geheel is trouwens onze universiteit sinds lang niet meer; zij is een spiegel van onze gespecialiseerde cultuur. Hoe losser de innerlijke samen hang is, des te sterker moet men die uiter lijk trachten te maken. Patriarchale toe standen maken plaats voor do inrichting van een modern bedrijf. Het academisch bureau omvat, behalve den secretaris van curatoren en den pro-secretaris van den senaat, een achttal ambtenaren. De tijd, dat de pedellen alle studenten kenden, is voorbij, ook de tijd, dat alle studenten als zoodanig bekend waren. In den patriar chalen tijd was de inschrijving van de stu denten een eenvoudige zaak en met de technische en financieele controle behoef de niet veel omslag te worden gemaakt. "Wanneer dan op eens controle noodig blijkt, wil dat zeggen dat het oude sys teem niet meer voldoet. De vraag, wie dit het eerst had behooren in te zien, de rector magnificus, het college van curato ren, het betrokken departement of de Re- UIT DE RADIO-WERELD. Programma's voor Woensdag 19 Sept. H il ver sum, 1071 M. 12.302.00. Lunchmuziek door het Trio Vorhey. 4.00—5.00. Maak het zelf! Rubriek van mevr. Schaake-Verkozen. G.oo—7.30. Concert door het kwartet Rentmeester. 8.00. De dochter van den Tamboer-Ma joor", operette in 3 bedrijven. Muziek van Offenbach. Orkest o. L v. J. J. v. Amerom, Algeh. voorb. Chris de Vos. 10.00. Persber. Huizen, 340.9 M. Na 6 uur 1870 M. (Uitsluitend NCRV.-uitzendingan). 12.30—1.45. Concert. 5.00—0.00. Kinderuurtje. 7.308.00. Declamatie door mej. J. C. M Doyen. Een Afrikaansch programma. 8.00. Uitz. u. d. Groote Herv. Kerk te Workura. Daventry, 1600 M. 10.35. Kerkdienst. 11.20. Gramofoonmuziek. 12.20. Balladeconcert voor bariton en piano. 12.50. Dansmuziek. I.202.00. Orkestconcert. 4.20. Klassiek concert. 5.35. Kinderuurtje. 6.20. Dansmuziek. 6.40. Tuinb. causerie. 6.50. Nieuwsberichten. 7.05. Dansmuziek. 7.20. Lezing. 7.30. Madrigalen, gezongen door de Ra dio-zangers. 7.45. Lezing: „Mechanics in Daily Life". 8.05. Militair Concert. 9.35. Lezing: The Value of a Bad Memo ry. 9.50. Nieuwsberichten. 10.10. Pianoconcert. 10.35. „The Great Dressing Gown Pro blem", muzikale comedie van Lance Bie- veking. II.20. Prof. Julia.n Huxley de telepaath. 11.3512.20. Dansmuziek. Radio-Paris, 1750 M. 12.50. Concert. 4.05. Orkestconcert. 8.50. Concert. Langenberg, 469 M. 12.50. Mechanische muziek. 1.252.50. Vocaal concert. 6.056.50. Kamermuziek. 8.20. Concert. Daarna tot 12.20. Dansmuziek. K o n i g s w u s t e r h a u s o n, 1250 M. (Z e e s e n). 12.20—5.20. Lezingen. 5.206.20. Orkest-concert. 6.208.05. Lezingen 8.20. Frankische Boerenbruiloft. Brui- loftsgebruiken, spreuken en spelen, ge dichten, solo- en koorzang, dansen en mar- schen. 9.20. Concert. 10.50—12.50. Concert. H a m b u r g, 395 M. 4.35. Concert. 5.20. Werken van Sibelius door orkest. ë.20. Dansmuziek. 8.20. Concert. Brussel, 509 M. 5.20. Dansmuziek. 6.50. Orgelconcert. 8.35. Gramofoonmuziek. 8.5010.35. Galaconcert. kenkamer, en op welk tijdstip dit bad die nen Ie geschieden, zou misschien als prijs vraag op het gebied van het administra tief recht kunnen worden uitgeschreven. Intusschen is de practische moeilijke zaak thans opgelost: eenerzijds zijn maatrege len genomen om te voorkomen, dat eenig bewijs van inschrijving wordt afgegeven zonder dat aan de financieele verplichting is voldaan, anderzijds is er zooveel moge lijk voor gezorgd, dat geen colleges wor den bijgewoond door onbevoegden. Op ver zoek van den secretaris van curatoren heeft de burgemeester van Leiden de hulp FEUILLETON. Uit het Engelsch van EFFIE A. ROWLANDS. Nadruk verboden. 4) Zij had de buitenjaloezieën neergelaten en ze schrikte eenige uren later wakker door den gloed van licht. Eerst dacht zij dat zij aan het droomen was en ze wreef zich de oogen uit; maar toen zij zich van werkelijkheid bewust werd, was de d nog sterker geworden en zag zij dat de lucht rood gekleurd werd door een felle vuurzee. Ze sprong uit bed en ont dekte door het venster een hoog oplaaiend vuur achter de boornen, welke de „Lin dens" van het naburige huis scheidden; en met een verschrikte kreet van „Brand! Brand, op de Court"! schoot zij een och tendjapon aan en snelde de kamer uit 01u de huisgenooten to wekken. Korten tijd later ware kolonel Anerley en de mannelijke bedienden op de plaats van net onheil, letterlijk stom van verbazing toen zij zagen hoe het vuur het oude ge- houw reeds in zijn greep had. Do vensters van mr. Emberson's kamer op dc tweede verdieping waren als omlijst met vuur; het houtwerk van de kozijnen was al bij- na geheel verkoold en viel in stukken naar beneden. Daarachter kon zich geen levend mensch meer bevinden. Terwijl eenige van de mannen naar de achterzijde van het huis renden om de bedienden te redden, schreeuwde de kolonel onder het raam van Dick'skamer die zich in een der zijvleugels van het gebouw bevond: Brand! Een oogenblik later verscheen Dick, bleek en verwilderd in het raam. Je vader, Dick! Mijn God je vader! riep de kolonel en de jongeman, sprong met een kreet in de kamer terug om na een paar seconden terug te keeren. De trap is weg! riep hij en hij liet zichzelf uit het raam langs de dikke twij gen van de oude klimop naar beneden zak ken. Hij wankelde als een dronken man, toen hij den kolonel naar de voorzijde van het huis volgde en hij staarde met een wit en verwrongen gezicht omhoog naar de ramen van zijn vaders kamer waaruit de vlammen nu hoog oplaaiden. In afwachting van de komst van de brandweer stonden mannen en vrouwen in een lange rij en ga ven elkaar de emmers water door die in het vuur geworpen werden, maar men kwam spoedig tot do overtuiging dat het oude gebouw niet te redden was. Zijn brandstapel! Zijn brandstapel! Bijna onbewust kwamen deze woorden Dick over de lippen, toen hij daar als in een droom het tooneel der verwoesting gadesloeg, terwijl rondom hem hard ge werkt werd om te redden wat te redd'on viel en uit te dragen wat het meeste van waarde was. Beheersch je kerelriep de kolonel, hem in het voorbijgaan bij de schouders vattend, Goeie God! Dick wordt wak ker en help mee me de emmers, we moe ten zien te redden wat we kunnen! Laat maar! antwoordde Dick gebro ken, wat geef ik er nu nog om! De kolonel was pijnlijk getroffen toen hij de wanhoop op Dick's gezicht zag. Be grijpend dat het tragische lot van zijn va der hem onverschillig maakte voor al het andere, gebruikte hij een argument dat naar zijn meening wel moest treffen: Maar denk er toch eens aan wat een verdriet het hem gedaan zou hebben wan neer hij wist dat het huis totaal verwoest werd. Op deze wijze aangespoord hielp hij met de andere mee. Spoedig kwam de brand weer opdagen, maar het was te laat om Ardwell Court nog te redden en toen de vlammen eindelijk gedoofd waren stonden alleen de Buitenmuren nog overeind. Enid en Mrs. Anerley stonden bij een groep vrouwen en toen het duidelijk was, dat verder niets meer baten zou, naderde het jonge meisje haar verloofde en legde haar hand op zijn arm. Kom mee, lieveling, zei ze, kom mot mij mee en ga rusten. Je kunt nu toch niets meer doen. Hij volgde haar als een kind, maar sprak geen woord; hij scheen heelemaal ver doofd. Enid nam hem mee in een kamer en hij viel neer in een stoel, als gebroken door vermoeienis, recht voor zich uitstarend met droeve, nietsziende oogen. Toen de anderen stil waren heengegaan in het be sef dat het jonge meisje de eenige was die iets voor hem doen kon, liet hij het hoofd in de handen zakken en zijn heele lichaam schokte in krampachtige droge snikken. Mijlen in het rond sprak iedereen over de catastrophe en gaf zijn meening ten beste over de oorzaak. Het was duidelijk dat de ramp in het slaapvertrek van den heer des huizes begonnen moest zijn en al gemeen was men van oordeel dat hij waar schijnlijk in bed had liggen lezen en de gordijnen vlam hadden gevat. Maar deze verklaring was toch niet houdbaar. Toen men bij het doorzoeken van dc ruine het overschot van den ongclukkigen heer van Ardwell Court had gevonden, deed men een griezelige en mysterieuze ontdekking, het hoofd moest van den romp gescheiden zijn; het was zelfs spoorloos verdwenen! HOOFDSTUK IV. Wat in de klimop verborgen was. Het was laat op den avond van den dag die op den brand volgde. Dc tragedie, die den eigenaar van het landgoed het leven had gekost, had een. sombere schaduw over de streek gelegd en toen het nieuwe ele ment van mysterie zich daarbij kwam voe gen, gingen vermoedens en verdenkingen van mond tot mond; do plaatselijke poli- tie-ambtenaars die het toezicht hadden over het onderzoek en het opruimen van de ruïne, schudden gewichtig hun hoofden en spraken fluisterend van misdaad. De inspecteur richtte zijn schreden naar de „Lindens" en vroeg mr. Emberson te spreken, en de kolonel liet hem binnen in de kleine kamer, waar de twee jonge men sehen het grootste gedeelte van den dag hadden doorgebracht. Mevrouw Anerley volgde, verlangend om te weten welk doel het bezoek van den Inspecteur had. Deze gaf verslag van zijn ondervindin gen en een gemompel van ontsteltenis ont snapte allen, behalve dengene die er het meest bij betrokken was, Jen zoon van den overledene. Na de eerste wilde uitbarsting van ver driet was Dick in een toestand van indo lentie geraakt, die pijnlijk om aan te zien was. Hij sprak alleen als men hem er als het ware toe dwong en werd ongeduldig bij bewijzen kan zorg of sympathie; Enid was de eenige die hij in zijn nabijheid kon verdragen en wel voornamelijk omdat zij iedere poging om haar medegevoel onder woorden te brengen, achterwege liet; maar alleen haar hand in do zijne legde of haar hoofd tegen zijn schouder loundc; zoo kon ze uren achtereen aan zijne zijde zitten, intuïtief voelende, dat haar zwijgend ge zelschap hem een steun was en zijn ge schokte zenuwen tot rust bracht. Hij had in het eerst tamelijk apathisch, naar liet verhaal van den Inspecteur ge luisterd, maar tegen het einde schoot hij met een ruk rechtop en een blos van drift kleurde zijn bleek gezicht toen hij hem scherp toevoegde: De zaak is op zich zelf al ernstig genoeg, Pollard, en je hoeft haar niet erger te maken door redolooze verdenkingen. (Wwvt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5