binnenland.
el Kaar wij gisteren bereids meldden, is bij
Kon. Besluit met ingang van 20 September
«928 benoemd tot Commissaris der Ko-
Ihingin in de provincie Noord-Brabant mr.
A. B. G. M. van Rijckevorsel, lid van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal.
kerknieuws.
vermist!
42>
TWEEDE BLAD
DE LEIDSCHE COURANT
DINSDAG 11 SEPTEMBER 1928
IS
DE KONINKLIJKE FAMILIE
TE ROTTERDAM.
Een tocht door de havens.
Gisterenmiddag brachten H. M. de Ko-
lingin en Z. Iv. H. Prins Hendrik en Prin-
es Juliana het voorgenomen bezoek aan
[otterdam.
Geruimen tijd voor de Koninklijke trein
an het Maasstation verwacht werd, had
ich een groote menigte aldaar aan den
Q< igang langs de Oosterkade verzameld.
Van tal van gebouwen woei de nationale
-bh iriekl-eur. Ook de trams en autobussen
4,011 ^aren in vlaggentooi, terwijl vele schepen
11 (p de rivier gepavoiseerd waren.
Een kwartier later dan verwacht werd,
rriveerde de koninklijke trein aan het
laasstation.
De hooge gasten werden verwelkomd
Indoor den loco-burgemeester wethouder mr.
L de Jong, terwijl mede ter ontvangst
lanwezig waren jhr. mr. H. A. van Kar-
iebeek, Commissaris der Koningin in Zuid-
Holland, de waarn. hoofdcommissaris van
1 politie de heer D. A. Kamper en de com-
nissaris van politie in actieven dienst, de
ïeer E. van der Pol.
V'Een dochtertje van den gemeente-secre-
jaris bood H. M. bloemen aan.
Na de begroeting op het perron werd
door de wachtkamer 1ste klasse de rivier-
gj zijde van het station bereikt. Bij het ver-
schijnen van de Koninklijke gasten ging
uit het talrijke publiek, dat zich daar had
l'Ö opgesteld een luid hoera op.
rn Dadelijk na aankomst scheepten de vor-
stelijke personen zich in op de Stad Bot-
jz cerdam, waarmede een tocht door de ha-
ee vens werd gemaakt, om prinses Juliana op
.iv de hoogte brengen van de inrichting en
de outillage der Rotterdamsche havens.
e11 De Koningin en de Prinses, die op het
achterdek bleven, werden door het publiek
hartelijk toegejuicht. Gevaren werd door
Nieuwe Maas, langs het Noordereiland,
'door de Koningshaven, waar de vorstelijke
personen met belangstelling de werkzaam
st heden der in aanbouw zijnde brug gade
el sloegen. Vervolgens voer men door Rijn-
haven, Maashaven en Waalhaven.
Daarna werd gekeerd en stoomde de
i qStad Rotterdam langs den anderen rivier
oever naar Rotterdam terug. Daarbij werd
,t;;ook langs Wilton's scheepswerf gevaren,
?aar de in aanbouw zijnde Statendam,
'jwelk schip zich thans in het groote droog
dok bevindt de belangstelling der hooge
I bezoekers trok.
Omstreeks half 4 arriveerde de Stad
[Rotterdam aan het paviljoen van de Kon.
Zeil- en Roeivereeniging De Maas, waar
idebarkeerd werd.
Vervolgens werd het bezoek aan de
Nenijto gebracht.
DE BENOEMING VAN DEN COMMIS
SARIS DER KONINGIN IN
NOORD-BRABANT.
De heer mr. dr. Augustinus Bernarduy
IGijsbertus Maria van Rijskevorsel werd ge
boren te 's-Hertogenbosch den lOden Fe
bruari 1882. Na het gymnasium aldaar te
hebben bezocht, volgde hij de hoogere stu
diën aan de Rijksuniversiteit te Utrecht,
;waar hij op 7 Februari 1905 bevorderd werd
tot meester in de rechten, op 3 Juli 1906 tot
Cll doctor in de staatswetenschap, beide malen
op stellingen.
In 1906 vestigde de heer Van Rijckevor
sel zich als advocaat-procureur te Nijmegen
Daar bekleedde hij verschillende functiën
jmeen-maatschappelijken aard, o.a.
als secretaris van de Nederlandsch-Belgi-
sche commissie, waarbij hij het secretariaat
•aarnam der eerste en zesde soib-commis-
liën, die onderscheidenlijk met het onder
zoek der verkeerstarieven en de'r landbouw
/raagstukken waren belast. Bij de staats-
ommissie voor het spoorwegbeleid trad hij
)p als adjunct-secretaris. Een Koninklijk
besluit van 7 April 1909 droeg den heer
Van Rijckevorsel op, een onderzoek ter
ïlaatse in te stellen naar de werking en de
uitkomsten der Belgische Ouderdomsverze-
kering. Aan deze opdracht voldoende; heeft
de heer Van Rijckevorsel een omvangrijk,
beredeneerd rapport uitgebracht, dat in
1910 te 's-Gravenhage in druk verscheen.
Den 15den Juli 1910 werd de heer Van
Rijckevorsel benoemd tot voorzitter van
den Raad van Beroep voor de Ongevallen
verzekering te 's-Hertogenbosch. Ook hier
gaf hij herhaaldelijk zijne medewerking aan
maatschappelijke vereenigingen op Katho
lieken grondslag.
Dan volgde op 28 September 1916 de be
noeming als lid van de Tweede Kamer, in
het district Ooi terhout, ter voorziening
in de vacature jhr. I. B. D. van den Berch
van Heemstede.
De heer van Rijckevorstel is onder-voor
zitter van de Vereeniging voor Volkenbond
en Vrede, lid van het Hoofdbestuur van
den Katholieken Vredesbond en lid van oe
Rijkscommissie voor de monumentenzorg.
xiij is ridder in de orde van den JNeüerl.
Leeuw.
„De Tijd" schrijft naar aanleiding van
deze benoeming.
De benoeming van mr. A. van Rijckevor
sel tot Commissaris van de Koningin m
Noord-Brabant verplaatst deze eminente
figuur uit het centrum onzer landspolitiek
naar het bestuur van een belangrijk ge
west. Aan deze verplaatsing is een licht
en een schaduwzijde.
De Brabanters, die met leede oogen
hadden gezien, dat een der trekpaarden
van de katholieke lijst zich in de residen
tie. ging vestigen, krijgen hun van Rijcke
vorsel terug. Hij wordt hun gouverneur en
aanvaardt hiermede een positie, welke
meestal voor het leven geldt, en waarop
hij zijn groote gaven van hart en geest ge
heel zal kunnen wijden aan de behartiging
der belangen van de heele bevolking in
een overwegend katholieke provincie. Den
nieuwen Commissaris en de Brabanters
kunnen wij met deze benoeming dan ook
van harte feliciteeren.
De schaduwzijde is, dat de katholieke
Tweede Kamerfractie bij het vertrek van
den heer van Rijckevorsel naar Brabant
een ha.rer gezaghebbende woordvoerders
verliest, terwijl ook het Bestuur van de
Raad van de Katholieke Staatspartij de
bekwame voorlichting van dezen
scherpzinnigen jurist in hun vergaderingen
zullen missen.
In de Kamer toondo mr. van Rijckevor
sel bijzondere belangstelling voor de bui-
tenlandsche betrekkingen als Neder-
landsch gedelegeerde op de conferenties
van de Interparlementaire Unie had hij
een nauw contact gekregen met de inter
nationale vraagstukken en voor de
koloniale politiek. Zijn opvolger, de heer
Feber, zal de behandeling der Indische
quaesties gemakkelijk kunnen overnemen,
terwijl men mag verwachten, dat, met het
oog op de groote koloniale vraagstukken,
welke eerstdaags de belangstelling der Ka
mer zullen vragen, de richting van
het beleid der katholieke fractie niet door
een toevallige specialiteit, maar door de
fractie en de door haar aangewezen woord
voerders zal worden vastgesteld en ver
tolkt.
Intusschen kan Brabant de vlag uitste
ken om den nieuwen gouverneur te De-
groeten met de bijzondere hartelijkheid,
welke de bevolking van deze provincie ken
merkt.
L. J. M. FEBER.
Opnieuw lid van de Tweede Kamer.
Voor de Tweede Kamervacature, ont
staan door de benoeming van mr. A. van
Rijckevorsel tot commissaris der Koningin
in Noord-Brabant komt op de eerste plaats
in aanmerking het lid van den Haagschen
gemeenteraad en oud-lid der Tweede Ka
mer ir. L. J. M. Feber, die zijn opvolger
is op candidatenlijst.
Naar de „Msb." verneemt zal de heer
Feber deze functie aanvaarden.
Ir. L. J. M. Feber werd op 24 April 1885
te Bergen op Zoom geboren.
Op de H. B. S. genoot hij de lessen en
de leiding o.a. van den bekenden letter
kundige M. A. P. C. Poelhekke.
Hij ging studeeren aan de toenmalige
Polytechnische School te Delft, waar hij in
1908 het diploma van civiel-ingenieur be
haalde. In zijn Delftsche jaren speelde hij
een belangrijke rol in dc Katholieke Stu
denten-beweging, terwijl hij tevens zich als
publicist op literair en wijsgeerig gebied
begon te ontwikkelen.
Na voleinding zijner studies vertrok hij
in 1909 naar Indië, waar hij als ingenieur
bij 's Lands Waterstaat en Burgerlijke
Openbare Werken op verschillende plaat
sen gevestigd was en een groot deel van
het eiland Java doorkruiste. Zeven jaar
was hij werkzaam als irrigatie-ingenieur.
Daarna werd hij op het betrokken de
partement te Batavia geplaatst, in het bij
zonder belast met de Volkshuisvesting en
met de behandeling van aangelegenheden
van algemcenen aard.
Nadat de heer Feber in 1916 naar Bata
via was overgeplaatst, werd hij spoedig de
leider van de politieke organisatie der In
dische Katholieken en bij haar oprichting
voorzitter van de Indische Katholieke
Partij.
In het najaar van 1920 keerde hij met
verlof naar Nederland terug en voerde se
dert dien veel propaganda voor Indië en de
Indische missie.
In opdracht van de Indische regeering
en in verband met de plannen tot oplos
sing van het woningvraagstuk in Indië
maakte de heer Peber een studie van de
volkshuisvesting in West-Europa, waarom
trent hij zeer belangrijke rapporten heeft
uitgebracht. In het najaar van 1927 kreeg
hij op zijn verzoek eervol ontslag uit den
Indischen dienst.
In Juli 1922 werd hij tot lid van de Twee
de Kamer gekozen, waar hij optrad als de
specialist voor koloniale aangelegenheden
van de Katholieke Kamerfractie.
In 1923 werd hij secretaris van de Unie
van R. K. Studentenvereenigingen als op
volger van dr. Gerard Brom, welke functie
hij verscheidene jaren waarnam.
Voorts is hij voorzitter van verschillende
vereenigingen en commissaris van onder
scheidene ondernemingen en lid van den
Haagschen gemeenteraad.
DE S. D. A. P. EN DE CANDIDATUIJR
STENHUIS.
Het Volk meldt, dat Zondag te Amster
dam een vergadering van den partijraad
der S. D. A. P. is gehouden.
Langdurige besprekingen werden gehot-
den in verband met de plaats, die de heer
Stenhuis, lid van de Tweede Kamer en
oud-voorzitter van het Ned. Verbond van
Vereenigingen, op de candidatenlijst 1925
innam. Ten slotte werd met algemeen e
stemmen de volgende motie, voorgesteld
door de delegatie der federatie Amster
dam, aangenomen:
„De vergadering van den partijraad,
kennis genomen hebbende van de mede-
deeling van het partijbestuur, dat het. den
4en Juni 1928 partijgenoot Stenhuis heeft
verzocht zijn Kamerlidmaatschap neer te
leggen en van de gronden, waarop dit ver
zoek berustte;
aanvaardt het standpunt van het partij
bestuur als door iieb partijbelang gebo
den;
noodigt de sociaal-democratische Ka
merfractie uit, indien Stenhuis blijft wei
geren zich te voegen naar het besluit van
het partijbestuur, dat thans ook is het
eenstemmig besluit van den partijraad, hem
niet meer te beschouwen als vertegenwoor
diger van de S. D. A. P. in het parlement."
HET INTERNATIONAAL
EUCHARISTISCH CONGRES.
De algemeene Communie der mannen.
De correspondent van „De Tijd" seint
d.d. 9 Sept. uit Sydney:
Zondag, de sluitingsdag; werd begonnen
met een algemeene Communie der mannen,
leden der vakvereenigingen en andere or
ganisaties. Onder alle H.H. Missen, die van
af zes uur tot half negen werden opgedra
gen, naderden de katholieke Australische
arbeiders in onafgebroken rijen ter H. Ta
fel.
Daarna had een gemeenschappelijk ont
bijt plaats.
Te 10 uur droeg Zijne Eminentie de Kar
dinaal-Legaat op de terreinen vóór het St.
Patricks-college in de voorstad Manly een
Pontificale H. Mis op. Tegelijkertijd werd
door een der vele aartsbisschoppen, die aan
het congres deelnemen, in de St. Mary een
plechtige H. Mis gecelebreerd.
Na de plechtige H. Offerande nabij het
St. Patrickscollege het was inmiddels
middag geworden werd begonnen met
de opstelling van de geweldige en imposan
te slotprocessie, die het hoogtepunt van
het congres zou worden.
De groote processie.
Langzaam trokken de eerste groepen van
deelnemers aan de processie voorwaarts.
De gouden mom trans werd gedragen door
Zijne Eminentie Kardinaal Ceretti, die
vooraf gegaan door de tallooze aartsbis
schoppen, bisschoppen en prelaten, pries
ters en koorknapen, naar North Harbour-
baai schreed, waar een in wit-gouden kleu
ren geschilderd stoomjacht gereed lag om
den Christus' Eucharisticus over de wate
ren te dragen.
Op het jacht was een prachtig altaar op
geslagen, dat rijkelijk met witte bloemen
was versierd en waaromheen ontelbare
kaarsen de feestelijke tocht een heerlijke
luister bijzette.
Toen de Kardinaal de monstrans op het
altaar had geplaatst, knielde hij aanbid
dend neer. Behalve den Pauselijk Legaat,
was' ook een aantal Kerkelijke hoogwaar-
digheidsbekleeders aan boord van het
jacht. Ook zij knielden op het dek neer om
den Godmensch in Zijn triomftocht over
Sydney's wateren aanbiddend te vergezel
len.
Het jacht met den Koning der Koningen
aan boord, stoomde statig, terwijl de menig
te aan de oevers van de baai liederen zon
gen ter eere van Jesus en Zijne Heilige
Moeder, de Jackson port baai in, om zich
naar het tegenover Monley gelegen Sydney
te begeven.
Tal van feestelijk gepavoiseerde booten
en bootjef, die alle de Pauselijke kleuren
lieten wapperen, volgden. Waar de boor
den van Sydney's natuurlijke haven te zien
waren, stonden, zoover het oog reikte dui
zenden en nogmaals duizenden om van het
heerlijk schowspel te genieten. En wanneer
de wit-gouden boot die Christus in Zijn
H. Sacrament droeg voorbij ging, knielde
de menigte eerbiedig neer.
Op de volgbooten werd het lied van Ma
ria, „Sterre der Zee" ingezet en de menigte
aan de wal gaf dit lied als een feestroep,
die weldra langs de geheelc Jackson-fort
weerklonken.
Het was een schitterend schouwspel, een
aanblik om nooit te vergeten.
Toen het jacht zich ongeveer in het mid
den der haven bevond, kwamen 5 vliegtui
gen aangevlogen. Zij hadden zich opgesteld
in kruisvorm, bleven in die formatie boven
het jacht cirkelde tot dit den anderen
oever had bereikt.
Tijdens de tocht werd de immer weer
indrukwekkende plechtigheid verricht van
de zegening der zee, ditmaal de zegening
van de wereldzeeën.
Het jacht meerde eindelijk aan pier I
van de Circular Quay. De Kardinaal-Legaat
nam de Monstrans van het rust-altaar cn
schreed onder een baldakijn, omgeven van
bisschoppen en prelaten over een prachti-
gen looper om de proressie voort te zetten
door Sydney's straten.
P. Eduard D'Alengon 0. M. Cap. f
Uit Rome komt het bericht, dat in het
klooster van het generalaat der Paters Ca-
pucijnen overleden is de Hoogeerwaarde
Pater Eduard d'Alengon, oud-generale defi-
nitor, en oud-archivist-generaal der Orde.
Na een ersnstige ziekte van twee maan
den, gesterkt door den zegen van Z. H. den
Paus, overleed hij na een uiterst werkzaam
en verdienstvol leven.
Geboren in 1859 trad hij in de Orde der
Capucijnen in 't jaar 1879. Voor een dertig
tal jaren terug werd hij naar Rome geroe
pen, om daar het ambt van archivist-gcne-
raal tc bekleeden. De laatste jaren was hij
daarin opgevolgd door P. Fredegand van
Antwerpen. In en buiten dc Orde was hij
vooral bekend om zijn velen arbeid voor de
geschiedenis der Orde. Wij noemen vanzijn
werk slechts tal van artikelen in de Anna-
les franciscaines en de Etudes franciscai-
nes; zijn werkelijk leiding gevend werk in
de vele jaren van de Analecta Ordinis,
waarvan hij de leider was-.
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's voor Nyoensdag 12 Sept. 1928.
Hilversum, 1071 M.
10.00—12.00 Jaarbeursconcert door het
Kling-Trio.
12.302.00 Lunchmuziek door het trio.
Verhey.
2.002.30 Gramofoonmuziek.
2.304.00 Kindermatinee in het Kurhaus
te Scheveningen.
I.00—5.00 Maak het zelf. Door mevr.
Schaake Verkozen.
6.007.45 Concert door het Omroep-or-
kest o .1. v. Nico Treep. S. L. Wertheim,
alt viool.
8.15 Aansluiting van het Kurhaus to
Scheveningen. .Solistenconcert o. 1. v. Prof.
Schneevoigt. Jozef Lhevinne, piano. In do
pauze gramofoonmuziek.
10.15 Persber.
Huizen, 340.9 M. (Na 6 uur 1870 M.)
(Uitsluitend K. R. 0.-uitzendingen>
12.30—1.45 Concert.
5.00—6.00 Kinderuurtje.
7.30—8.00 Aanbieding van een tijdsein-
klok a. d. NCRV, door Joh. v. Brugman.
8.00 Concert.
Daventry, 1600 M.
10.35 Kerkdienst.
II.20 Gramofoonmuziek.
12.20 Balladcnconcert (sopraan, bas, ba
riton).
12.50 Dansmuziek.
I.202.20 Orkestconcert.
3.10—3.35 De „St. Leger". Uitz. van
Town Moor, Doncaster.
4.20 Licht lüassiek concert (viool)-piano).
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Dansmuziek.
6.40 Tuinbouwpraatje.
6.50 Nieuwsber.
7.05 Dansmuziek.
7.20 Actueele causerie.
7.35 Brahms pianomuziek.
7.45 Lezing: Cornwall.
8.05 Max Schulz, cithervirtuoos.
8.20 „King Lear", van Shakcspcarrc.
10.20 Nieuwsber.
10.40 Balladencpncert.
II.2012.20 Dansmuziek.
Radio-Paris, 1750 M.
12.502.10 Klassieke kwartetten.
4.055.05 Orkestconcert.
S.50—11.20 Galaconcert. Orkest en solis
ten.
Langen berg, 469 M.
(Z e e s e n).
12.35—1.10 Mechanische muziek.
1.252.50 Orkestconcert.
6.05—6.50 Concert voor viool en piano.
8.20 Zwilsersche avond. Uitzending vatt
Bazel. Daarna 12.20 Dansmuziek.
Konigswusterhausen, 1250 M.
12.205.20 Lezingen.
5.206.20 Orkestconcert.
6.208.05 Lezingen.
•8.50 Zwitsersehe avond. Orkestconcert.
10.50—12.20 A. Guttmanns Ufa-sympho-
niker en L. v. d. Sande, bas.
Hamburg, 395 M.
4.35 Voorlezing.
5.20 Orkestconcert.
6.20 Dansmuziek.
8.20 Zwitsersehe avond. Orkestconcerb
en solisten. Daarna tot 11.20 Dansmuziek»
Brussel, 509 M.
5.20 Dansmuziek.
6.50 Orgelconcert.
8.35 Gramofoonmuziek.
8.50—11.20 Galaconcert.
Vooral heeft hij zich een grootcn naam
verworven van een gewetensvol accuraat
en bekwaam geschiedschrijver door zijn
uitgave van de werken van Thomas van
Celano, die door de Franciscaanscho ge
schiedschrijvers onmogelijk kon worden.'
voorbijgegaan. Nog in den Iaatston tijd ver
scheen een nieuwe uitgave van zijn bekend'
werkje over dc groote vriendin van den H.
Franciscus-, de Romeinseho weduwe Jacoba
de Séttesoliis, gowoonlijk Broeder Jacobs,
geheeten.
Sinds het generale kapittel van 192G
woonde hij te Assisi om zich daar geheel
FEUILLETON.
Naar het Duitsch van J. ARNEFELDT
Vertaald door Jac van Emden.
Hij is immers de indirecte aanleiding
[tot de ontdekking van den ouden heer For
berg geweest.
Inderdaad, nu herinner ik me dien
naam, zei de oude rechter. Wat een
zonderlinge samenloop hier richtte hij
zich tot Forberg door u is de verval-
sching van de Rembrandts ontdekt, daar
door is de vervalscher in geldverlegenheid
geraakt en heeft hij den jongen Gabler
zoodanig in het nauw gebracht, dat deze
bij zijn vader de stukken stal, die diens
misdaad aan het licht brachten.
Zou die schilder zwaar worden ge
straft? vroeg de Geheimrat.
De rechter haalde de schouders op.
Dat zal geheel van de opvatting van de
rechters afhangen. Ik geloof, dat hij van
geluk mag spreken, dat hij niet hier is
aangehouden, want dan zou hij zeker een
paar jaar tuchthuis hebben gekregen.
En die zou hij ten volle verdiend heb
ben, in de eerste plaats om de vervalsching
zelf, maar omdat hij dien beklagenswaar-
digen Otto Gabler in het verderf heeft ge
bracht, antwoordde in nobele verontwaar
diging.
En dat zegt u! riep de réchter vol
bewondering uit.
Nu kunt u zien, dat ik u de volle
waarheid heb geschreven, glimlachte de
Geheimrat; maar ik geloof dat het nu
tijd is, om ons weer eens met de dames
bezig te houden.
Met oolijken blik naar de beide jonge
mannen stond hij op, en ging de oude da
mes gezelschap houden; de oucle rechter
ging met hem mee. Gustaaf en AlfreKi ech
ter, die op dit teeken hadden gewacht, gin
gen met de beide jonge meisjes naar den
tuin.
De beide verloofden hadden elkaar veel
te vertellen en het was dus heel natuur
lijk, dat zij zich om de beide anderen wel
dra niet meer bekommerden cn zelfs den
tuin uitliepen om een eind den met vrucht-
boomen omzoomden weg op te gaan.
Toen zij na een kwartiertje terugkwa
men, vond ze de twee, rlie zij in den steek
hadden gelaten, arm in arm, met ver
heerlijkte gezichten en stralende oogen, die
duidelijk verrieden, dat eindelijk 't woord
gesproken was, dat gesproken moest wor
den.
Zoo zie je weer eens, dat goed voor
gaan goed volgen doet! riep Alfred uit,
zijn zwager de hand drukkend, terwijl Ju-
liane haar hartsvriendin met tranen in de
oogen een kus gaf. Half lachend, half
schreiend fluisterde Selma haar in het
oor:
Je moet het niet verder vertellen, Ju-
liane, maar ik geloof, dat ik het eigenlijk
ben geweest, die het aanzoek deed; ik
kon het niet langer uithouden, dat hij
bleef zwijgen.
En daarmee heb je mijn tong losge
maakt, viel Gustaaf, die haar gefluister
meer geraden dan verstaan had, haar in de
rede. God zegene je er voor, voegdo hij
eraan toe en kuste haar hand.
De Geheimrat, die juist in den tuin
kwam om te zeggen, dat het tijd was om
op te breken, had deze handkus gezien
en alles begrepen, nog voor Selma blozend
en bedremmeld op hem toekwam en Dr.
Forberg hem met zachte stem vroeg of
hij hem den volgenden dag over een be
langrijke aangelegenheid kon spreken.
Ik verwacht je morgen om twee uur,
antwoordde de oude heer glimlachend.
De andere heeren heb ik om vier uur
uitgenoodigd en je moeder heeft me be
loofd ook te zullen komen. Tegen dien tijd
zal ik van dc groote verrassing, die je me
bereiden zult, wel bekomen zijn, beste For
berg, en li ij drukte Gustaaf zóó hartelijk
de hand, dat de inwilliging van diens ver
zoek reeds in dien handdruk lag opgeslo
ten.
HOOFDSTUK XVIII.
De verloving van Dr. Forberg met Selma
von Ivirchdorf, die een half jaar geleden
in zekere kringen de grootste opschudding
zou hebben veroorzaakt en vooral door
de familie Graupner sterk zou zijn afge
keurd, baarde nu zelfs geen verwondering
meer; men liad niets anders verwacht.
Eduard Graupner en zijn vrouw en ook
zijn neef Julius heetten' den jongen ge
leerde niet alleen met de vcreischte be
leefdheid, maar zelfs met groote hartelijk
heid als nieuw familielid welkom. Aan het
besef, dat ze hem een groot onrecht had
den aangedaan en veel aan hem hadden
goed te maken, paarde zich de achting
voor zijn karakter en groote kennis en de
waardeering voor hetgeen hij presteerde.
Ook het huwelijk van zijn zuster met een
deftige rechter droeg er veel toe bij om zo
met de gedachte dat zij den zoon van hun
banklooper als neef moesten begroeten, te
verzoenen.
Ze helpen elkaar de pil slikken, zei
de Geheimrat glimlachend tot den ouden
Kummer, zijn intiemen vriend, die door
de vreugde om het geluk van de kinderen
van den armen Forberg haast verjongd
leek. Want ook de oude rechter en zijn
vrouw vonden troost in de familierelatie
met de Graupners en waren er t-rotsch op.
Gekscherend voegde hij er aan toe:
Nu had ik eigenlijk dien Heufelder er
bij moeten hebben om dc tafelronde in den
trant van Rembrandt te schilderen. Waar
om moest die man zich met zulke praktij
ken afgeven; per slot van rekening is hij
toch een groot talent en ik zou een derge
lijk schilderij graag voor den prijs van een
echten Rembrandt van hem hebben ge
kocht.
En hij besloot naar den schilder te in-
formeeren; het gelukte hem echter niet,
iets naders omtrent hem te weten te ko
men, Moritz Heufelder bleef, nadat hij zijn
betrekkelijke lichte straf had uitgezeten,
onvindbaar.
De bruiloft van Dr. Forberg en Selma
vond nog voor het eind van het jaar plaats
Forberg had besloten, zich thans geheel
aan zijn lievelingsstudie te wijden en aller
eerst een studiereis naar Italië en Grie
kenland te maken, waarop zijn vrouw hem
vergezellen zou. Na hun terugkeer zouden
zij hun woning in het ouderhuis in Char-
lottenburg betrekken, die do Gehoimrati
intusschen voor hen liet inrichten. Hij had'
Gustaaf op werkelijk roerende wijze ver
zocht, hem niet van zijn kleindochter te
scheiden.
Ik zal het in den tijd, dat jullie op
reis zijn, al eenzaam genoeg hebben, voeg
de hij eraan toe, en nis ik het in het
geheel niet meer kan uithouden, reis ik
jullie na.
Selma zei lachend, dat het dan te be
zien stond, of dc reis haar of de kunstver
zamelingen zou gelden; een bezoek aan
deze kunstschattcu in gezelschap van Gus
taaf zou voor den ouden kunstliefhebber
natuurlijk een dubbel genot zijn.
In Mei keerde het jonge paar van zijn
eerste reis terug, die het later nog vaat
hoopte te herhalen en kort na hun terug
komst vierden ze de bruiloft van Alfred
en Julïane.
De jonge rechter betrok met zijn vrouw}
een vriendelijk met rozen begroeid, mid
den in het groen gelegen huisjo dicht bij
Charlottenburg. Beiden hadden gewild, dat
Juliane's moeder bij hen zou komen inwo
nen, maar de stille, verstandige vrouw
wees dit aanbod met beslistheid van de
hand.
Laat mc hier in Friedenau, zei ze,
daar leef ik in mijn herinneringen aan heifl
wiens graf ik helaas niet bezoeken kan.
Daar woon ik als het ware tusschon mijn!
beide kinderen in. Bij allebei zal ik altijd
een welkome gast zijn en ik zal me ver
heugen, als zo mij komen opzoeken.
Eu zoo geschiedde het.
EINDE.