binnenland. el Kaar wij gisteren bereids meldden, is bij Kon. Besluit met ingang van 20 September «928 benoemd tot Commissaris der Ko- Ihingin in de provincie Noord-Brabant mr. A. B. G. M. van Rijckevorsel, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. kerknieuws. vermist! 42> TWEEDE BLAD DE LEIDSCHE COURANT DINSDAG 11 SEPTEMBER 1928 IS DE KONINKLIJKE FAMILIE TE ROTTERDAM. Een tocht door de havens. Gisterenmiddag brachten H. M. de Ko- lingin en Z. Iv. H. Prins Hendrik en Prin- es Juliana het voorgenomen bezoek aan [otterdam. Geruimen tijd voor de Koninklijke trein an het Maasstation verwacht werd, had ich een groote menigte aldaar aan den Q< igang langs de Oosterkade verzameld. Van tal van gebouwen woei de nationale -bh iriekl-eur. Ook de trams en autobussen 4,011 ^aren in vlaggentooi, terwijl vele schepen 11 (p de rivier gepavoiseerd waren. Een kwartier later dan verwacht werd, rriveerde de koninklijke trein aan het laasstation. De hooge gasten werden verwelkomd Indoor den loco-burgemeester wethouder mr. L de Jong, terwijl mede ter ontvangst lanwezig waren jhr. mr. H. A. van Kar- iebeek, Commissaris der Koningin in Zuid- Holland, de waarn. hoofdcommissaris van 1 politie de heer D. A. Kamper en de com- nissaris van politie in actieven dienst, de ïeer E. van der Pol. V'Een dochtertje van den gemeente-secre- jaris bood H. M. bloemen aan. Na de begroeting op het perron werd door de wachtkamer 1ste klasse de rivier- gj zijde van het station bereikt. Bij het ver- schijnen van de Koninklijke gasten ging uit het talrijke publiek, dat zich daar had l'Ö opgesteld een luid hoera op. rn Dadelijk na aankomst scheepten de vor- stelijke personen zich in op de Stad Bot- jz cerdam, waarmede een tocht door de ha- ee vens werd gemaakt, om prinses Juliana op .iv de hoogte brengen van de inrichting en de outillage der Rotterdamsche havens. e11 De Koningin en de Prinses, die op het achterdek bleven, werden door het publiek hartelijk toegejuicht. Gevaren werd door Nieuwe Maas, langs het Noordereiland, 'door de Koningshaven, waar de vorstelijke personen met belangstelling de werkzaam st heden der in aanbouw zijnde brug gade el sloegen. Vervolgens voer men door Rijn- haven, Maashaven en Waalhaven. Daarna werd gekeerd en stoomde de i qStad Rotterdam langs den anderen rivier oever naar Rotterdam terug. Daarbij werd ,t;;ook langs Wilton's scheepswerf gevaren, ?aar de in aanbouw zijnde Statendam, 'jwelk schip zich thans in het groote droog dok bevindt de belangstelling der hooge I bezoekers trok. Omstreeks half 4 arriveerde de Stad [Rotterdam aan het paviljoen van de Kon. Zeil- en Roeivereeniging De Maas, waar idebarkeerd werd. Vervolgens werd het bezoek aan de Nenijto gebracht. DE BENOEMING VAN DEN COMMIS SARIS DER KONINGIN IN NOORD-BRABANT. De heer mr. dr. Augustinus Bernarduy IGijsbertus Maria van Rijskevorsel werd ge boren te 's-Hertogenbosch den lOden Fe bruari 1882. Na het gymnasium aldaar te hebben bezocht, volgde hij de hoogere stu diën aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, ;waar hij op 7 Februari 1905 bevorderd werd tot meester in de rechten, op 3 Juli 1906 tot Cll doctor in de staatswetenschap, beide malen op stellingen. In 1906 vestigde de heer Van Rijckevor sel zich als advocaat-procureur te Nijmegen Daar bekleedde hij verschillende functiën jmeen-maatschappelijken aard, o.a. als secretaris van de Nederlandsch-Belgi- sche commissie, waarbij hij het secretariaat •aarnam der eerste en zesde soib-commis- liën, die onderscheidenlijk met het onder zoek der verkeerstarieven en de'r landbouw /raagstukken waren belast. Bij de staats- ommissie voor het spoorwegbeleid trad hij )p als adjunct-secretaris. Een Koninklijk besluit van 7 April 1909 droeg den heer Van Rijckevorsel op, een onderzoek ter ïlaatse in te stellen naar de werking en de uitkomsten der Belgische Ouderdomsverze- kering. Aan deze opdracht voldoende; heeft de heer Van Rijckevorsel een omvangrijk, beredeneerd rapport uitgebracht, dat in 1910 te 's-Gravenhage in druk verscheen. Den 15den Juli 1910 werd de heer Van Rijckevorsel benoemd tot voorzitter van den Raad van Beroep voor de Ongevallen verzekering te 's-Hertogenbosch. Ook hier gaf hij herhaaldelijk zijne medewerking aan maatschappelijke vereenigingen op Katho lieken grondslag. Dan volgde op 28 September 1916 de be noeming als lid van de Tweede Kamer, in het district Ooi terhout, ter voorziening in de vacature jhr. I. B. D. van den Berch van Heemstede. De heer van Rijckevorstel is onder-voor zitter van de Vereeniging voor Volkenbond en Vrede, lid van het Hoofdbestuur van den Katholieken Vredesbond en lid van oe Rijkscommissie voor de monumentenzorg. xiij is ridder in de orde van den JNeüerl. Leeuw. „De Tijd" schrijft naar aanleiding van deze benoeming. De benoeming van mr. A. van Rijckevor sel tot Commissaris van de Koningin m Noord-Brabant verplaatst deze eminente figuur uit het centrum onzer landspolitiek naar het bestuur van een belangrijk ge west. Aan deze verplaatsing is een licht en een schaduwzijde. De Brabanters, die met leede oogen hadden gezien, dat een der trekpaarden van de katholieke lijst zich in de residen tie. ging vestigen, krijgen hun van Rijcke vorsel terug. Hij wordt hun gouverneur en aanvaardt hiermede een positie, welke meestal voor het leven geldt, en waarop hij zijn groote gaven van hart en geest ge heel zal kunnen wijden aan de behartiging der belangen van de heele bevolking in een overwegend katholieke provincie. Den nieuwen Commissaris en de Brabanters kunnen wij met deze benoeming dan ook van harte feliciteeren. De schaduwzijde is, dat de katholieke Tweede Kamerfractie bij het vertrek van den heer van Rijckevorsel naar Brabant een ha.rer gezaghebbende woordvoerders verliest, terwijl ook het Bestuur van de Raad van de Katholieke Staatspartij de bekwame voorlichting van dezen scherpzinnigen jurist in hun vergaderingen zullen missen. In de Kamer toondo mr. van Rijckevor sel bijzondere belangstelling voor de bui- tenlandsche betrekkingen als Neder- landsch gedelegeerde op de conferenties van de Interparlementaire Unie had hij een nauw contact gekregen met de inter nationale vraagstukken en voor de koloniale politiek. Zijn opvolger, de heer Feber, zal de behandeling der Indische quaesties gemakkelijk kunnen overnemen, terwijl men mag verwachten, dat, met het oog op de groote koloniale vraagstukken, welke eerstdaags de belangstelling der Ka mer zullen vragen, de richting van het beleid der katholieke fractie niet door een toevallige specialiteit, maar door de fractie en de door haar aangewezen woord voerders zal worden vastgesteld en ver tolkt. Intusschen kan Brabant de vlag uitste ken om den nieuwen gouverneur te De- groeten met de bijzondere hartelijkheid, welke de bevolking van deze provincie ken merkt. L. J. M. FEBER. Opnieuw lid van de Tweede Kamer. Voor de Tweede Kamervacature, ont staan door de benoeming van mr. A. van Rijckevorsel tot commissaris der Koningin in Noord-Brabant komt op de eerste plaats in aanmerking het lid van den Haagschen gemeenteraad en oud-lid der Tweede Ka mer ir. L. J. M. Feber, die zijn opvolger is op candidatenlijst. Naar de „Msb." verneemt zal de heer Feber deze functie aanvaarden. Ir. L. J. M. Feber werd op 24 April 1885 te Bergen op Zoom geboren. Op de H. B. S. genoot hij de lessen en de leiding o.a. van den bekenden letter kundige M. A. P. C. Poelhekke. Hij ging studeeren aan de toenmalige Polytechnische School te Delft, waar hij in 1908 het diploma van civiel-ingenieur be haalde. In zijn Delftsche jaren speelde hij een belangrijke rol in dc Katholieke Stu denten-beweging, terwijl hij tevens zich als publicist op literair en wijsgeerig gebied begon te ontwikkelen. Na voleinding zijner studies vertrok hij in 1909 naar Indië, waar hij als ingenieur bij 's Lands Waterstaat en Burgerlijke Openbare Werken op verschillende plaat sen gevestigd was en een groot deel van het eiland Java doorkruiste. Zeven jaar was hij werkzaam als irrigatie-ingenieur. Daarna werd hij op het betrokken de partement te Batavia geplaatst, in het bij zonder belast met de Volkshuisvesting en met de behandeling van aangelegenheden van algemcenen aard. Nadat de heer Feber in 1916 naar Bata via was overgeplaatst, werd hij spoedig de leider van de politieke organisatie der In dische Katholieken en bij haar oprichting voorzitter van de Indische Katholieke Partij. In het najaar van 1920 keerde hij met verlof naar Nederland terug en voerde se dert dien veel propaganda voor Indië en de Indische missie. In opdracht van de Indische regeering en in verband met de plannen tot oplos sing van het woningvraagstuk in Indië maakte de heer Peber een studie van de volkshuisvesting in West-Europa, waarom trent hij zeer belangrijke rapporten heeft uitgebracht. In het najaar van 1927 kreeg hij op zijn verzoek eervol ontslag uit den Indischen dienst. In Juli 1922 werd hij tot lid van de Twee de Kamer gekozen, waar hij optrad als de specialist voor koloniale aangelegenheden van de Katholieke Kamerfractie. In 1923 werd hij secretaris van de Unie van R. K. Studentenvereenigingen als op volger van dr. Gerard Brom, welke functie hij verscheidene jaren waarnam. Voorts is hij voorzitter van verschillende vereenigingen en commissaris van onder scheidene ondernemingen en lid van den Haagschen gemeenteraad. DE S. D. A. P. EN DE CANDIDATUIJR STENHUIS. Het Volk meldt, dat Zondag te Amster dam een vergadering van den partijraad der S. D. A. P. is gehouden. Langdurige besprekingen werden gehot- den in verband met de plaats, die de heer Stenhuis, lid van de Tweede Kamer en oud-voorzitter van het Ned. Verbond van Vereenigingen, op de candidatenlijst 1925 innam. Ten slotte werd met algemeen e stemmen de volgende motie, voorgesteld door de delegatie der federatie Amster dam, aangenomen: „De vergadering van den partijraad, kennis genomen hebbende van de mede- deeling van het partijbestuur, dat het. den 4en Juni 1928 partijgenoot Stenhuis heeft verzocht zijn Kamerlidmaatschap neer te leggen en van de gronden, waarop dit ver zoek berustte; aanvaardt het standpunt van het partij bestuur als door iieb partijbelang gebo den; noodigt de sociaal-democratische Ka merfractie uit, indien Stenhuis blijft wei geren zich te voegen naar het besluit van het partijbestuur, dat thans ook is het eenstemmig besluit van den partijraad, hem niet meer te beschouwen als vertegenwoor diger van de S. D. A. P. in het parlement." HET INTERNATIONAAL EUCHARISTISCH CONGRES. De algemeene Communie der mannen. De correspondent van „De Tijd" seint d.d. 9 Sept. uit Sydney: Zondag, de sluitingsdag; werd begonnen met een algemeene Communie der mannen, leden der vakvereenigingen en andere or ganisaties. Onder alle H.H. Missen, die van af zes uur tot half negen werden opgedra gen, naderden de katholieke Australische arbeiders in onafgebroken rijen ter H. Ta fel. Daarna had een gemeenschappelijk ont bijt plaats. Te 10 uur droeg Zijne Eminentie de Kar dinaal-Legaat op de terreinen vóór het St. Patricks-college in de voorstad Manly een Pontificale H. Mis op. Tegelijkertijd werd door een der vele aartsbisschoppen, die aan het congres deelnemen, in de St. Mary een plechtige H. Mis gecelebreerd. Na de plechtige H. Offerande nabij het St. Patrickscollege het was inmiddels middag geworden werd begonnen met de opstelling van de geweldige en imposan te slotprocessie, die het hoogtepunt van het congres zou worden. De groote processie. Langzaam trokken de eerste groepen van deelnemers aan de processie voorwaarts. De gouden mom trans werd gedragen door Zijne Eminentie Kardinaal Ceretti, die vooraf gegaan door de tallooze aartsbis schoppen, bisschoppen en prelaten, pries ters en koorknapen, naar North Harbour- baai schreed, waar een in wit-gouden kleu ren geschilderd stoomjacht gereed lag om den Christus' Eucharisticus over de wate ren te dragen. Op het jacht was een prachtig altaar op geslagen, dat rijkelijk met witte bloemen was versierd en waaromheen ontelbare kaarsen de feestelijke tocht een heerlijke luister bijzette. Toen de Kardinaal de monstrans op het altaar had geplaatst, knielde hij aanbid dend neer. Behalve den Pauselijk Legaat, was' ook een aantal Kerkelijke hoogwaar- digheidsbekleeders aan boord van het jacht. Ook zij knielden op het dek neer om den Godmensch in Zijn triomftocht over Sydney's wateren aanbiddend te vergezel len. Het jacht met den Koning der Koningen aan boord, stoomde statig, terwijl de menig te aan de oevers van de baai liederen zon gen ter eere van Jesus en Zijne Heilige Moeder, de Jackson port baai in, om zich naar het tegenover Monley gelegen Sydney te begeven. Tal van feestelijk gepavoiseerde booten en bootjef, die alle de Pauselijke kleuren lieten wapperen, volgden. Waar de boor den van Sydney's natuurlijke haven te zien waren, stonden, zoover het oog reikte dui zenden en nogmaals duizenden om van het heerlijk schowspel te genieten. En wanneer de wit-gouden boot die Christus in Zijn H. Sacrament droeg voorbij ging, knielde de menigte eerbiedig neer. Op de volgbooten werd het lied van Ma ria, „Sterre der Zee" ingezet en de menigte aan de wal gaf dit lied als een feestroep, die weldra langs de geheelc Jackson-fort weerklonken. Het was een schitterend schouwspel, een aanblik om nooit te vergeten. Toen het jacht zich ongeveer in het mid den der haven bevond, kwamen 5 vliegtui gen aangevlogen. Zij hadden zich opgesteld in kruisvorm, bleven in die formatie boven het jacht cirkelde tot dit den anderen oever had bereikt. Tijdens de tocht werd de immer weer indrukwekkende plechtigheid verricht van de zegening der zee, ditmaal de zegening van de wereldzeeën. Het jacht meerde eindelijk aan pier I van de Circular Quay. De Kardinaal-Legaat nam de Monstrans van het rust-altaar cn schreed onder een baldakijn, omgeven van bisschoppen en prelaten over een prachti- gen looper om de proressie voort te zetten door Sydney's straten. P. Eduard D'Alengon 0. M. Cap. f Uit Rome komt het bericht, dat in het klooster van het generalaat der Paters Ca- pucijnen overleden is de Hoogeerwaarde Pater Eduard d'Alengon, oud-generale defi- nitor, en oud-archivist-generaal der Orde. Na een ersnstige ziekte van twee maan den, gesterkt door den zegen van Z. H. den Paus, overleed hij na een uiterst werkzaam en verdienstvol leven. Geboren in 1859 trad hij in de Orde der Capucijnen in 't jaar 1879. Voor een dertig tal jaren terug werd hij naar Rome geroe pen, om daar het ambt van archivist-gcne- raal tc bekleeden. De laatste jaren was hij daarin opgevolgd door P. Fredegand van Antwerpen. In en buiten dc Orde was hij vooral bekend om zijn velen arbeid voor de geschiedenis der Orde. Wij noemen vanzijn werk slechts tal van artikelen in de Anna- les franciscaines en de Etudes franciscai- nes; zijn werkelijk leiding gevend werk in de vele jaren van de Analecta Ordinis, waarvan hij de leider was-. UIT DE RADIO-WERELD. Programma's voor Nyoensdag 12 Sept. 1928. Hilversum, 1071 M. 10.00—12.00 Jaarbeursconcert door het Kling-Trio. 12.302.00 Lunchmuziek door het trio. Verhey. 2.002.30 Gramofoonmuziek. 2.304.00 Kindermatinee in het Kurhaus te Scheveningen. I.00—5.00 Maak het zelf. Door mevr. Schaake Verkozen. 6.007.45 Concert door het Omroep-or- kest o .1. v. Nico Treep. S. L. Wertheim, alt viool. 8.15 Aansluiting van het Kurhaus to Scheveningen. .Solistenconcert o. 1. v. Prof. Schneevoigt. Jozef Lhevinne, piano. In do pauze gramofoonmuziek. 10.15 Persber. Huizen, 340.9 M. (Na 6 uur 1870 M.) (Uitsluitend K. R. 0.-uitzendingen> 12.30—1.45 Concert. 5.00—6.00 Kinderuurtje. 7.30—8.00 Aanbieding van een tijdsein- klok a. d. NCRV, door Joh. v. Brugman. 8.00 Concert. Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. II.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Balladcnconcert (sopraan, bas, ba riton). 12.50 Dansmuziek. I.202.20 Orkestconcert. 3.10—3.35 De „St. Leger". Uitz. van Town Moor, Doncaster. 4.20 Licht lüassiek concert (viool)-piano). 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Dansmuziek. 6.40 Tuinbouwpraatje. 6.50 Nieuwsber. 7.05 Dansmuziek. 7.20 Actueele causerie. 7.35 Brahms pianomuziek. 7.45 Lezing: Cornwall. 8.05 Max Schulz, cithervirtuoos. 8.20 „King Lear", van Shakcspcarrc. 10.20 Nieuwsber. 10.40 Balladencpncert. II.2012.20 Dansmuziek. Radio-Paris, 1750 M. 12.502.10 Klassieke kwartetten. 4.055.05 Orkestconcert. S.50—11.20 Galaconcert. Orkest en solis ten. Langen berg, 469 M. (Z e e s e n). 12.35—1.10 Mechanische muziek. 1.252.50 Orkestconcert. 6.05—6.50 Concert voor viool en piano. 8.20 Zwilsersche avond. Uitzending vatt Bazel. Daarna 12.20 Dansmuziek. Konigswusterhausen, 1250 M. 12.205.20 Lezingen. 5.206.20 Orkestconcert. 6.208.05 Lezingen. •8.50 Zwitsersehe avond. Orkestconcert. 10.50—12.20 A. Guttmanns Ufa-sympho- niker en L. v. d. Sande, bas. Hamburg, 395 M. 4.35 Voorlezing. 5.20 Orkestconcert. 6.20 Dansmuziek. 8.20 Zwitsersehe avond. Orkestconcerb en solisten. Daarna tot 11.20 Dansmuziek» Brussel, 509 M. 5.20 Dansmuziek. 6.50 Orgelconcert. 8.35 Gramofoonmuziek. 8.50—11.20 Galaconcert. Vooral heeft hij zich een grootcn naam verworven van een gewetensvol accuraat en bekwaam geschiedschrijver door zijn uitgave van de werken van Thomas van Celano, die door de Franciscaanscho ge schiedschrijvers onmogelijk kon worden.' voorbijgegaan. Nog in den Iaatston tijd ver scheen een nieuwe uitgave van zijn bekend' werkje over dc groote vriendin van den H. Franciscus-, de Romeinseho weduwe Jacoba de Séttesoliis, gowoonlijk Broeder Jacobs, geheeten. Sinds het generale kapittel van 192G woonde hij te Assisi om zich daar geheel FEUILLETON. Naar het Duitsch van J. ARNEFELDT Vertaald door Jac van Emden. Hij is immers de indirecte aanleiding [tot de ontdekking van den ouden heer For berg geweest. Inderdaad, nu herinner ik me dien naam, zei de oude rechter. Wat een zonderlinge samenloop hier richtte hij zich tot Forberg door u is de verval- sching van de Rembrandts ontdekt, daar door is de vervalscher in geldverlegenheid geraakt en heeft hij den jongen Gabler zoodanig in het nauw gebracht, dat deze bij zijn vader de stukken stal, die diens misdaad aan het licht brachten. Zou die schilder zwaar worden ge straft? vroeg de Geheimrat. De rechter haalde de schouders op. Dat zal geheel van de opvatting van de rechters afhangen. Ik geloof, dat hij van geluk mag spreken, dat hij niet hier is aangehouden, want dan zou hij zeker een paar jaar tuchthuis hebben gekregen. En die zou hij ten volle verdiend heb ben, in de eerste plaats om de vervalsching zelf, maar omdat hij dien beklagenswaar- digen Otto Gabler in het verderf heeft ge bracht, antwoordde in nobele verontwaar diging. En dat zegt u! riep de réchter vol bewondering uit. Nu kunt u zien, dat ik u de volle waarheid heb geschreven, glimlachte de Geheimrat; maar ik geloof dat het nu tijd is, om ons weer eens met de dames bezig te houden. Met oolijken blik naar de beide jonge mannen stond hij op, en ging de oude da mes gezelschap houden; de oucle rechter ging met hem mee. Gustaaf en AlfreKi ech ter, die op dit teeken hadden gewacht, gin gen met de beide jonge meisjes naar den tuin. De beide verloofden hadden elkaar veel te vertellen en het was dus heel natuur lijk, dat zij zich om de beide anderen wel dra niet meer bekommerden cn zelfs den tuin uitliepen om een eind den met vrucht- boomen omzoomden weg op te gaan. Toen zij na een kwartiertje terugkwa men, vond ze de twee, rlie zij in den steek hadden gelaten, arm in arm, met ver heerlijkte gezichten en stralende oogen, die duidelijk verrieden, dat eindelijk 't woord gesproken was, dat gesproken moest wor den. Zoo zie je weer eens, dat goed voor gaan goed volgen doet! riep Alfred uit, zijn zwager de hand drukkend, terwijl Ju- liane haar hartsvriendin met tranen in de oogen een kus gaf. Half lachend, half schreiend fluisterde Selma haar in het oor: Je moet het niet verder vertellen, Ju- liane, maar ik geloof, dat ik het eigenlijk ben geweest, die het aanzoek deed; ik kon het niet langer uithouden, dat hij bleef zwijgen. En daarmee heb je mijn tong losge maakt, viel Gustaaf, die haar gefluister meer geraden dan verstaan had, haar in de rede. God zegene je er voor, voegdo hij eraan toe en kuste haar hand. De Geheimrat, die juist in den tuin kwam om te zeggen, dat het tijd was om op te breken, had deze handkus gezien en alles begrepen, nog voor Selma blozend en bedremmeld op hem toekwam en Dr. Forberg hem met zachte stem vroeg of hij hem den volgenden dag over een be langrijke aangelegenheid kon spreken. Ik verwacht je morgen om twee uur, antwoordde de oude heer glimlachend. De andere heeren heb ik om vier uur uitgenoodigd en je moeder heeft me be loofd ook te zullen komen. Tegen dien tijd zal ik van dc groote verrassing, die je me bereiden zult, wel bekomen zijn, beste For berg, en li ij drukte Gustaaf zóó hartelijk de hand, dat de inwilliging van diens ver zoek reeds in dien handdruk lag opgeslo ten. HOOFDSTUK XVIII. De verloving van Dr. Forberg met Selma von Ivirchdorf, die een half jaar geleden in zekere kringen de grootste opschudding zou hebben veroorzaakt en vooral door de familie Graupner sterk zou zijn afge keurd, baarde nu zelfs geen verwondering meer; men liad niets anders verwacht. Eduard Graupner en zijn vrouw en ook zijn neef Julius heetten' den jongen ge leerde niet alleen met de vcreischte be leefdheid, maar zelfs met groote hartelijk heid als nieuw familielid welkom. Aan het besef, dat ze hem een groot onrecht had den aangedaan en veel aan hem hadden goed te maken, paarde zich de achting voor zijn karakter en groote kennis en de waardeering voor hetgeen hij presteerde. Ook het huwelijk van zijn zuster met een deftige rechter droeg er veel toe bij om zo met de gedachte dat zij den zoon van hun banklooper als neef moesten begroeten, te verzoenen. Ze helpen elkaar de pil slikken, zei de Geheimrat glimlachend tot den ouden Kummer, zijn intiemen vriend, die door de vreugde om het geluk van de kinderen van den armen Forberg haast verjongd leek. Want ook de oude rechter en zijn vrouw vonden troost in de familierelatie met de Graupners en waren er t-rotsch op. Gekscherend voegde hij er aan toe: Nu had ik eigenlijk dien Heufelder er bij moeten hebben om dc tafelronde in den trant van Rembrandt te schilderen. Waar om moest die man zich met zulke praktij ken afgeven; per slot van rekening is hij toch een groot talent en ik zou een derge lijk schilderij graag voor den prijs van een echten Rembrandt van hem hebben ge kocht. En hij besloot naar den schilder te in- formeeren; het gelukte hem echter niet, iets naders omtrent hem te weten te ko men, Moritz Heufelder bleef, nadat hij zijn betrekkelijke lichte straf had uitgezeten, onvindbaar. De bruiloft van Dr. Forberg en Selma vond nog voor het eind van het jaar plaats Forberg had besloten, zich thans geheel aan zijn lievelingsstudie te wijden en aller eerst een studiereis naar Italië en Grie kenland te maken, waarop zijn vrouw hem vergezellen zou. Na hun terugkeer zouden zij hun woning in het ouderhuis in Char- lottenburg betrekken, die do Gehoimrati intusschen voor hen liet inrichten. Hij had' Gustaaf op werkelijk roerende wijze ver zocht, hem niet van zijn kleindochter te scheiden. Ik zal het in den tijd, dat jullie op reis zijn, al eenzaam genoeg hebben, voeg de hij eraan toe, en nis ik het in het geheel niet meer kan uithouden, reis ik jullie na. Selma zei lachend, dat het dan te be zien stond, of dc reis haar of de kunstver zamelingen zou gelden; een bezoek aan deze kunstschattcu in gezelschap van Gus taaf zou voor den ouden kunstliefhebber natuurlijk een dubbel genot zijn. In Mei keerde het jonge paar van zijn eerste reis terug, die het later nog vaat hoopte te herhalen en kort na hun terug komst vierden ze de bruiloft van Alfred en Julïane. De jonge rechter betrok met zijn vrouw} een vriendelijk met rozen begroeid, mid den in het groen gelegen huisjo dicht bij Charlottenburg. Beiden hadden gewild, dat Juliane's moeder bij hen zou komen inwo nen, maar de stille, verstandige vrouw wees dit aanbod met beslistheid van de hand. Laat mc hier in Friedenau, zei ze, daar leef ik in mijn herinneringen aan heifl wiens graf ik helaas niet bezoeken kan. Daar woon ik als het ware tusschon mijn! beide kinderen in. Bij allebei zal ik altijd een welkome gast zijn en ik zal me ver heugen, als zo mij komen opzoeken. Eu zoo geschiedde het. EINDE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5