UIT HET VATICAAN. Letteren en Kunst SPORT. Voor Huis en Hof. LUCHTVAART. Door Prof. ANDREAS RASETSCHNIG (Rome) Op den feestdag van de Ten Hemel-op- sieming van Maria, had in het- Vaticaan, in tegenwoordigheid van den H. Vader, de voorlezing plaats van het Decreet over de heldhaftigheid der deugden van de Eer biedwaardige Paula Frassinetti, de stich teres van de Congregatie der Zusters van de H. Dorothea, alsmede van den dienaar Gods Frater Conrad von Parzham, van de orde der Capucijnen. Paula Frassinetti werd te Genua gebo ren zij verbleef lange jaren in Rome waar aij den grondslag legde voor bovengenoem de Congregatie. Zij is gestorven in 1882 en -werd begraven op het kerkhof in Verano. Toen in het jaar 1907 het proces der hei ligverklaring werd ingeleid, moest liet lijk opgegraven worden om de echtheid daar van te identifieeeren hot lichaam was nog hcelemaal ongeschonden, ofschoon het wa ter rondom de grafzerk stond. Sinds dien tijd wordt het lichaam bewaard in do ka pel van het klooster van de Zusters van de H. Dorothea, dat op de helling van den Ja- niculus gelegen is, en dat destijds door Paula Frassinetti zelf gesticht werd. Toen <de voorbereidende werkzaamheden geëin digd waren, begon den 28en Juli 1919 het eigenlijke Apostolische Proces, waarvan thans de voorlezing der acten heeft plaats gehad, coram" Sanctissimo, d. w. z. in tegenwoordigheid van den H. Vader. Ook broeder Conrad von Parzham mag met recht onze tijdgenoot genoemd worden daar hij in 1S94 in het Bisdom Passau over leden is. Het proces van dezen dienaar iGods heeft een snel verloop gehad. Toen het decreet was voorgelezen en de ritueele plechtigheden, die altijd daarmede gepaard gaan, geëindigd waren, hield de H. Vader een belangrijke toespraak, waarin Hij op de groote beteekenis wees van het feest van Maria's ten Hemel-opneming, daar de H. Maagd niet alleen do Koningin van alle Heiligen, maar in 't algemeen de Moeder is van alle deugd en lieliigheid. De beide decreten, die zoo juist zijn voorgelezen, toonen ons in allen eenvoud de verheven oprechtheid van den voorna men Capucijnerbroeder, die als een kost bare edelsteen schittert aan de jubelkroon van de eenvoudige en toch roemvolle fami lie der Capucijnen. Op dezen braven broe der kan men de woorden van dén Apostel toepassen: „Zie wij hebben alles verlaten en zijn U gevolgd", en in zekeren zin nog met meer recht dan van de Apostelen. Want wat hebben de Apostelen feitelijk verlaten? Een armzalige visschersboot en vier roeispanen, dus zoo. goed als niets! Maar Conrad verliet zijn vaderlijk kasteel uitgestrekte landerijen, een eervolle positie in zijn vaderstad, die velen hem benijdden, en hij trok zich terug in. een Gapucijner- klooster om daar meer dan 40 jaar lang het 1 nederige ambt van broeder-portier uit te oefenen. Hij was altijd bescheiden, ijverig, een- .voudig en geduldig en diende tot stichting van allen; hij is een voorbeeld voor ieder een, n.l. dat men uit plichtsbesef, volhar dend, en ijverig zijn taak moet vervullen, onverschillig welke post men heeft toever trouwd gekregen en al moge het ook nog zoo lang duren. Ook over de beteokenisvolle figuur van Paula Frassinetti sprak dq H. Vader gerui- men tijd in verband met het afstompend schaamtegevoel in onze hedendaagsche heidensche wereld. Een en ander omtrent deze toespraak van den H. Vader heeft Teeds telegrafisch zijn weg naar de dag bladen gevonden, zoodat wij hierover thans niet verder breedvoerig behoeven uit te 1 weiden. Na het einde van deze rede gaf de H. Vader aan alle aanwezigen Zijn Apostoli- schen Zegen. Z. H. de Paus laat geen enkele gelegen heid voorbij gaan, zonder het idee te ver sterken, dat de katholieke actie noodzake lijk is, maar dat deze Iieqle beweging van ieder politieke agitatie, die de katholieke staatjburgers ondernemen, gevrijwaard moet blijven. De brief, dien de H. Vader aan het Episcopaat van Litauen gericht heeft, is daar weer het beste bewijs voor de woorden van het Pauselijk schrijven hebben een meer dan gewone beteekenis, want zij hebben een algemeene strekking. Z. H. dankt de bisschoppen voor hun be zoek aaiden H. Stoel na de oprichting dei- kerkelijke Hiërarchie in hun land. De H. Vader prijst hun ijver voor de opvoeding der jeugd en wijst in dit verband op de noodzakelijke eenheid van de drie sociale gondslagen: maatschappij, familie en godsdienst. Verder wordt nog herinnerd aan de belangrijkheid van de opvoeding in de scholen en inrichtingen van onder wijs, waarover in het Concordaat tusschen den H. Stoel en Litauen bijzondere bepa lingen zijn getroffen. De bisschoppen en de geestelijkheid moeten hun uiterste zorgen besteden aan de opvoeding van het opgroeiende ge slacht. Daarna besprak de H. Vader de opleiding van de jongens die zich voorbe reiden op het ontvangen van het H. Pries terschap. Tot dit doel zullen seminaries opgericht moeten worden, alwaar aan be kwame en heilige priesters de vorming van de jeugdige levieten moet worden toever trouwd. Z. H. spreekt vol lof over de geestelijk heid en hij spoort de priesters aan zich meer en meer te onthechten aan de wereld, waarin zij leven. De bisschoppen moeten hun priesters het bezoek aan theaters ver bieden en hen tot het dragen van het pries terkleed verplichten. Tenslotte wees de Paus op het groote gewicht van de katholieke aclie, wrlke ge leid moet worden volgens de beginselen, die Z. H. reeds meerdere malen in brieven en encyclieken duidelijk omschreven heeft: het groote doel moet zijn om liet christelijk beginsel zoowel in het huiselijk verkeer als in het openbaar practisc-h te beleven; men mag 7-ich niet mengen in zuiver politieke kwesties. Kardinaal Gasparri heeft namens Z. H. den Paus aan den Voorzitter van do vcr- eeniging van Katholieke Universiteitsstu denten in Italië een schrijven gericht, waarin do Paus zijn voldoening uitspreekt over het Congres dat in het begin van September te Genua voor de Katholieke studenten gehouden wordt. Deze katholieke studenten-organisatie heeft zich steeds zeer verdienstelijk gemaakt om, geheel vol- geils de inzichten en verlangens van den H. Stoel, de katholieke beginselen oTntrent godsdienst en zedelijkheid onder de stu denten te verbreiden. De HoogEerw. Pater Dr. Eustasius Esta- ban, Generaal der Paters Augustijnen is van zijn visitatiereis te Rome terugge keerd. Gedurende zeven maanden was hij op reis om in opdracht van den H. Vader, die hem 6 Januari in particuliere audiën tie ontving, de verschillende missies, kloos ters en huizen der orde in China, op de Philippijnen, in Australië, Xoord-Amcrika Engeland, Ierland en Frankrijk le bczoc ken. BRIEVEN VAN EEN WANDELAAR. LIV. De leerplichtvrije jeügd geniet op een bij zondere wijze de zorgen van de Kerkelijke Overheid. Immers in velerlei voorschriften en verordeningen is aan geestelijkheid en jl; ouders beduid, langs welken weg er toe te komen is, in het belang van de geestelijke en tijdelijke verzorging te voorzien. Niet alleen de mannelijke jeugd, ook de vrouwe lijke wordt in die zorg in gelijke mate be trokken. Men heeft slechts rondom zich te b- zien om tot de overtuiging te komen dat p reeds zeer veel is en wordt gedaan, om r" met vrucht aan die niet gemakkelijke taak te arbeiden, getuige het groote aantal pa- tronaten, waarmede de zorg van de Bis- i schoppen onze Katholieke samenleving heeft verrijkt. En welke reeds vele vrucht- 5 bare arbeid hebben verricht, tot waorach- l tig zieleheil van onze jeugd. Schatten gelds 5,1 en niet te omschrijven offers van toowij- A ding van hen die met de leiding zijn be- I last, zijn reeds geofferd op het altaar van et; 200 va.n naasteliefde gettrigend werk. idf j a'b priesterzorg ging uit van den met ie% J® leidlDS belasten priester, die, in het diep |tj' besef van de belangrijkheid van de taak, 1, (P 'Waartoe hij door zijn Overheid is geroepen, i geen inspanning te veel, geen offers te 1 Kroot achtte, om der jeugd te geven die eiding, welke zij in onze dagen zoo zeer ehoefb en die zoo aanvullend werkt op ^rafc reeds in catechismus en school werd verkregen en, helaas, later dreigt te loor e gaan. Hoe omringt die voortdurende I +°r« f-n i°nSen> het meisje, met de voor- reffelijke steunpunten voor het volgend ei en; wat waakzaamheid, wat kostelijken Ér' s eun meet de ijverige priester de kinder ziel toe en leidt en schraagt den zoo moel ijken levenswandel, die bij eiken stap voetangels en klemmen vindt, welke te w-J ontgaan men moet leeren, onder verstandi- 8 ®ö17oor^chting en offerende toewijding, En, Goddank, daar mankeert het geluk- ,1 aamNaast den zich wijdenden 5jepriester, arbeidt een zich gaarne gevend tge.; leekenta!, dat er behagen in vindt, de niet Kemakkelijke taak van den geestelijken I leider te helpen verlichten. En dit niet om eenigen roem, doch uit het pure besef dat een taak wordt vervuld, die als een onmis bare schakel in het werk der jeugdverzor- ging is ingesmeed. Heeft vader of moeder ooit genoegzaam aandacht gewijd aan het bestaan van de patronaten, hebben zij zich wel ernstig re kenschap gegeven van de groote voordee- len ingesloten bij het lidmaatschap van zulk een patronaat, is men wel doordron gen van den niet te waardeeren steun, wel ke den ouders wordt toegemêten door het patronaatswerk? Al te maal vragen, heb overweging nemen ten volle waard. Ook hierin valt al weer die groote oppervlak kigheid te constateeren, die zoo menig Ka tholiek werk met lamheid slaat; die doet voorbijzien den rijkdom van bezit in eigen omgeving, dat heusch den toets der vorgc- lijking met wat men elders heeft, opper best kan doorstatan. Leeft in de ouders wel genoegzaam het besef, dat het plicht is, alles te benutten wat de opvoeding van hun kinderen ten goede kan komenhet middel niet te mogen versmaden, dat zoo spontaan is opgegroeid uit de zorg welke onze Moeder de Kerk steeds heeft aan den dag gelegd, waar het zieleheil van de jeugd aan bod kwam. Want inderdaad het ge lijkt in onze dagen een bod, een loven en bieden in de anti-kerkelijke kringen, van liefst zooveel te geven als mogelijk is, doch dan alleen en uitsluitend stoffelijk veelal alleen zinnelijk vermaak, met al de uit wassen van een hyper moderne jeugdvor- goding en jeugdverwecking. En, waar de moderne jeugdorganisatie haar hoogste bod doet- naar de jeugd verzorging, kan ge lukkig het bod van de Katholieke jeugd organisatie aanmerkelijk hooger zijn, om dat dit ook inhoudt de verzorging van de geestelijke belangen, waar dan naast wat geest en hart geniet, de ziel tevens wordt gevormd naar de eeuwige en onverander lijke leer van Christus, die daar Boven een eeuwig loon in uitzicht stelt, voor allen, die Hem trouw zijn gebleven hier op aarde. Daarmede is geen transigccren mogelijk, dat is de eenigste en uiteindelijke bestem ming van den mensch Daarom ook is het van zoo groot belang dat de jeugd leert den steilen berg te be klimmen, die leidt to hooger doel, dat de nog zoo kneedbare ziel wordt onttrokken aan sohadelijke invloeden, niet bedwelmd worde door de giftige dampen welke op stijgen uit den poel van een zinnelijke en godvergeten wereld, die elke schrede, op het levenspad gezet, beloert en tot wanke len tracht te brengen. Laten wij, ouderen, het ons zelve durven bekennen, dat wij, wanneer wij kinderen hebben op te voeden, in ons vaak voelen de vreoze voor de toe komst van onze panden; dat ook wel eens een noodkreet uit onze ziel opstijgt om wille van het zielenheil van do onzen, dio in ccn werr-kl moeten opgroeien die geen medelijden kent met onze zorgen, ook niet met het eeuwig heil van onze kinderen, doch in oen kwistig rondstrooien van verderf- wekkendo middelen tob het verkrijgen van hooger genot, den moker beukt op de jeugd en door den verkregen bres, binnen het_ gemoed van onze jeugd, werpt den bacil van, den ondergang naar ziel en lichaam. Man schudt het hoofd over de zwartgal ligheid van den Wandelaar, die nu eens een minder aangename bui heeft en do dingen tc zwart ziet. Nu, ieder z'n meug, zei de boer, maar is het niet eens noodig de dingen anders te zeggen, dan men dat vroeger placht.te doen, de feiten scherper te belichten, dc vocabulaire rpnd te zoeken naar moor in slaande woorden en fcetoogen. Of acht men de gevaren voor de jeugd dan zoo licht, waar op kantoor, werkplaats of atelier de ziel van alle kanten wordt be sprongen door vele en velerlei dingen die dc jeugdige nog niet kan verwerken, die vaak twijfels doen ontstaan en vooral, de rog sluimerende hartstochten, tot volle ontwikkeling gekomen, los slaan van elk beter begrip, van iedere binding, die weer tot afwijkingen zoo gemakkelijk don weg banen. Is het niet argeloos te mecnen dat der jeugd in kerk, huisgezin en school reeds genoegzaam fundament is gebouyd, om in de maatschappij het werk voort to zetten en eens de vlag in top te planten van een blij einden? Liever houden wij het met die wijze althans elk middel te baat nemende ouders, die, in een zoeken naar een gcede beveiliging van hun jeugdig kroest, het pa tronaat en wat daarmede is gelijk to stol len, benutten, onder de erkenning dat daar do volle aandacht wordt gewijd aan de jeugd. Immers op geestelijk- zoowel als stoffelijk terrein benut het patronaat, met alle ten dienste staande middelen, de ge legenheid de jeugd te vormen, voor te lich ten, het zoo noodige bezit van godsdiensti ge kennis can to kweeken, to raden en te steunen in moeièlijkheden en ook daarbij de regeling van gepaste ontspanning niet te vergoten. Een, program dus zóó veelzij dig, zoo buitengewoon van beteekenis, dat over de groote waarde zeker niet valt Ie twisten. Daaromtrent heerscht dan ook geen verschil van meening: men is in onze kringen voldoende overtuigd, dat, wat te dien opzichte wordt gedaan, puik in orde is. ,,c Echlcr in de kringen van de direct be langhebbenden, van de ouders dus, heeft men nog niet genoegzaam waardccring, er kent men nog niet voldoende het groote nut, staat mon nog vaak veel te ver af van den evnsligen wil het instituut te benutten voor zijn eigen kinderen. Wat toch zoo in nig jammer is, want voor zich zelf is men niet alleen verantwoord, doch aan zijn kin deren onthoudt men de gelegenheid to liet vermeerderen van die factoren, welko machtige hulpen zullen blijken le zijn in den vorderen levensstrijd. Dat besef, die erkenning te verlevendi gen, de bijzenderéf aandacht voor hot pa tronaatswerk te vragen, was ons streven met dezen brief. Te meer waar de zaak ac tueel is en vooral juist nu weer, nu tal van jongens en meisjes de school hebben v laten en lcerplichtvrij zijn geworden. Nu zetten de patronaten hun deuren weer wijd opengeestelijk Directeur en leeken be stuurderen staan klaar, de kinderen met. open armen te ontvangen en hen ook zooals zij dit aan zoovelen voordien do den allo zorgen te wijden, hen op te voe ren tot grooter weerstandsvermogen in den zoo moeilijken strijd door het leven. En, ouders, aan u, dien drang naar de vervulling van die mooie, maar moeilijke taak te bevredigenaan u, zorg te dragon dat ge-en enkele gelegenheid onbenut worde gelaten, die het heil van uwe kinderen raakt,. Nu, ouders, is aan u het woord. Groéiq en blooie dan het patronaats werk, mógen vele nieuwelingen zich onder zijn schutse^tellen, doch ook, moge vele, lei financieele steun, het zoo verdienste lijk en in onzen tijd onmisbaar werk toeko men. Wandelaar. EEN LITURGISCHE DAG. Tentoonstelling van Kerkelijke Kunst, Oudheid en Geschiedenis van Roomsch Hoorn. Zooals men op de aankondigingen reeds heeft kunnen lezen, zal bij gelegenheid van den Littirgischen dag te Hoorn ook een tentoonstelling gehouden worden van oude paramenten, zilverwerk, beelden, schilde rijen, plaatwerken enz., grootendcels eigen dom der parochiekerk van Hoorn en deels uit particulier bezit. In de kleine zaal en de achterkamer van het Gezellenhuis is onder leiding van Rector L. A. Roozen een keurige collectie van voorwerpen te samen gebracht. Men ziet in de kleine zaal allereerst de prachtige paramenten, kasuifel, dalma- tick en tuniek, benevens twee koorkappen van Venetiaansch fluweel met kostbaar borduurwerk van. omstreeks 1520, herkom stig uit de oude parochiekerk van Hoorn vóór de reformatie. Verschillende van de geborduurdo voorstellingen zijn vervaar digd naar teekeningen van den schilder Jacob Cornelisz. van Oostzanen (1480 1535). Bijzonder een altaar met rood en bruin schildpad en ivoor ingelogd, trekt de aan dacht. Hot altaar is afkomstig uit de vroegere Franciscanenkerk to lloorn en is vervaardigd omstreeks 1720. Een zeer mooi antipendium in chcnille- arbeid is voor dc altaar-tombe geplaatst, werk van pl.m. 1700. Eonige schilderijen, waaronder oen aan bidding der Drie Wijzen van Schmalc, en een Verheerlijking op den Thabor van Van der Wall (1701), benevens een paar voortreffelijke copleën naar F. P. Rubens zijn aan de wanden opgehangen. Het. mooie beeld van dc moeder van Smarten, een Pietk, uit het'derde kwar taal der XVe eeuw (1450—1475), werk uit de Xoord-Ncderlnndsche School, vindt een eereplaats op deze tentoonstelling. In twee der hoeken vindt men do beelden van de H. Maria en van St. Antonius, zeer mooi werk uit do XVIIIc eeuw. Ook een paar kleine busten van do H.H. Petrus en Paulus hebben er oen plaatsjo gevonden, benovens een expositiotroon in rococo-stijl van 1700—1750. 0 Do zilverkasten en een vitrine brfvattea een schat van kostbaar altaar-zilver, het zij gedreven of gegraveerd. Wij vestigen hier bijzonder de aandacht op den kostbkren monstrans, een ciborie, een kelk en een schenkblad, werken van den Amstcrdamschcn edelsmid Joannes Begaerts uit 1GG2 en 1663. Ook liet overige zilverwerk uit dc 17c en 18e eeuw verdient do belangstelling. Daaronder bevindt zich werk van Öliepers, Buvscn, do Haas en anderen. In de achterkamer is uit het particulier bezit van Rector Roozen een verzameling uitgestald, welke meer botrekking heeft op de geschiedenis van de vroegere nu af gebrande parochiekerk op het Kerkplein, van de Achterstraats- cn Achtcromskcrk onz. Verder portretten cn afbeeldingen van geestelijken, die in Hoorn zijn werk zaam geweest. Ook een aantal gedachte- nisplaatjcs uit de XVIIIe en van het be gin der XlXe eeuw heeft een plaats ge vonden in een groote vitrine. Ook hebben eenige gebruiks-voorwerpen uit vroegere eeuwen, welke gevonden zijn te Hoorn en ons herinneren nan den Roomsch en godsdienst, een plaatsje ge vonden, o.a. een pijpaarden engelenbeeldje (begin 1500), een scherf van een 16c ccuw- ,schen schotel, waarop M. A. R. (ia); een koperen lepel met een Madonnabeeldje (16e eeuw); een zilveren dooplcpel in dc tweede helft der 18e eeuw, met ccn geslin- gerden steel, op welks uiteinde een voor stelling van het Geloof, werk van den Hoornschen edelsmid P. S(eth); een paar 18e eeuwscho tegels met I.H.8. en een mannetje, dat. oen rozenkrans bidt; eon tweetal rozenkransen (18e eeuw), waarvan de koralen aan een koordje zijn gerogen; twee kerkboeken in rood-marokkijn en een groen-lederen band met zilveren sloten (pl.m. 1800); eon paar wijwater-yaatjes van l7c-couwBchc aardewerk enz. Tenslotte wijzen wij nog op do mooie verzameling van zoogenaamde kantprent jes, welke met de hand geschilderd zijn en vervaardigd zijn van papier, dat met een speld is doorprikt en met een pennemes uitgestoken. Voor kunstkenners, oudheid-minnaars en liefhebbers van geschiedenis is hier voel bezienswaardigs uitgestald; een bezoek aan deze kleine, maar. interessante ten- toonsteling van buitengewoon fraai en oud kunstwerk is de moeite en de kosten waard. De tentoonstelling wordt geopend op Zondag 2 September, en is dien dag van 2G uur, op Maandag 3 September van 10 tot G uur toegankelijk voor iedereen tegen betaling van een kwartje. Het m ciriokende viooltje verc.'cht oen goede hurausrijjto grond bestaand* uit c mengsel zand en verteerde blad aarde. Wanneer de grond niet te °htig is vei- dient het verplanten in den herfst méér aanbeveling dan in 't voorjaar. Een andere zeer gewaardeerde en veel gekweekte soort der Violaceecn 18 de io- la tricolor maxima het driekleu rige viooltje et tal van wonderschjonc va riaties. Hoewel deze geheel roukobu zijn on dus in dit opzicht achterstaan bij de eerst gonoemden. wionen zij het var in groote en klcurtchakeoring. In klourenpraal en onnavolgbare teeke- ning overtroffen do Po n 6 c 6 8 zooals zij door de vaklieden worden genoemd - zeker alle aftdere bloemplanten, terwijl *:j bovendien nog onuitputtelijk blijken ui liet. voortbrengen van nieuwe kleurcombinaties. Uitmuntend door bloemrijkheid en ein- deloor.o kleurvorscheidcnheid, bloei -r vuil het begin dor lento totdat, in I Into najaar do vorst invult, beitnat er zeker geen plantensoort die meer genoegen schenkt, noch een die zoo weinig cultuur- zorgen eischend, onder hot bereik van elke bloemenliefhebber valt, onverschillig of hij over een grootcn of kleinen tv.in tc beschik ken hooft. De Viola tricolor is een éénjarige plant die duf jaarlijks opnieuw ge: naid móét worden. De zaaitijd valt in Juli en Augus tus. Op een klein min of méér tch.-.duwi ijlr plekje van den tuin wordt een pakje zaad je® uitgestrooid, de bezaaide grond wat. aangeplakt en verder van kat'.onbczi «-k onz. gevrijwaard. In October bezitten v op deze wijze een groot aantal plantjes, die op de plaatsen waar we ze in 't. vnorja >r gaarne zouden zien bloeien, worden uit ge plant. Aanbevelenswaardige verscheid" 'icdr i zijn o.a. Kaiser Wilhelm met donker blauwe bloem en pnrperviolet hart. K o- ningin dor Feeën met hemelsblauwe bloem cn witte wand cn Lord B e a c o ...- field met purperviolette bloem on witte zoom. Al te eenzijdig zonden wij zijn als wij tot slot niet dc aandacht vestigden op een viooltje, afkomstig van d© Pyreneeën, de Alpen en liet. Atlasgebergte, dio weger haar bevalligheid in muurtuintjes en tui- schen rotspartijen niet. mag ontbreken. Wij bedoelen de Viola cornuta of het ge hoornde viooltje. Hot. lichtgroen© loof, nipt witte cn blauwe bloemen in de fraaiste schakecringon, geven een schoon cffee'i tusschen <lo sternen. D© plantjes van di. ras laten rich voortkwecken zoowel door zaaien al» duor scheuren. M. EENIGE SCH00NE VERSCHEIDEN HEDEN ONDER DE VIOLACEEëN. Van oudsher was het viooltje reeds do vreugde van gevoelige harten, het symbool van bescheidenheid en kuischheid, en nog voortdurend geniet het de waardccring van rijk en arm, jong en oud; eon tuiltje rui kende viooltjes- heeft voor elk behoorlijk heid. De roos, de lelie en het viooltje zijn de klassieke bloemen, en nog door geen an dere verdrongen; in schoonheid, verschei denheid, kleur en heerlijken geur handha- von zij steeds hun oude roem en weten deze nog te vergrooten. Zookjng dc wereld staat in hun aanzien verzeke'erd. Een kleinere of grootere verzameling van welriekende viooltjes is een sieraad in eiken tuin, cn biedt bijna 't geheele jaar het genot er bloemen van te hebben, to meer sedert verschillende kweekers zulk oen rijke keus van schoono verscheidenhe den in den handel brachten, want er be staat ook voor dit kleine bloempje zelfs nog oen groot aantal variëteiten, grooter dan wij allicht zouden vermoeden. De meeste verscheidenheden heeft men ge kweekt uit kruisingen van wat door de vaklieden genoemd wordt 't gewone Ita- liaansche broeiviooltjc cn de "Violette des quatre 6aitons der Franschon". Viola italica cn Viola adorata a m- perflorens. Alle variëteiten onderschei den zich door milden en langdurige bloei cn door den heerlijken geur der bloemen. Lenige der schoonste welke door onze kweekers geregeld worden aangeboden,zijn: Donau met zeer vele kleine donker blauwe bloemen, Mrs. David Lloyd George een schoone verscheidenheid met lange, stengels en blauwe bloemen met wit hart, Princess©dc C a 11' c t met dub bele blauw-violelte bloemen cn Rosine oen variëteit met opvallend rose bloemen. Het welriekende viooltje, behoort vooral thuis onder boomen of struiken, langs boBchjes, gazns; als randen langs lanen of paden, als zoomen langs- heesterperken of aan groepjes hier en daar op schaduwrijke plekjes, bewijst het uitstekende diensten. De voortkwcoking is zeer gemakkelijk cn heeft gewoonlijk plaats door scheuring van dc planten, of door de ranken, dio de mees te jonge planten voortbrengen en spoedig wortel alaam VOETBAL. R. K. FEDERATIE. Uit het „Leiden"-kamp. Bij het naderend einde van den zomer, nn dc vacautievreugd genoten is en dc avonden al killer wordon, terwijl wo in liet schemerduister mijmeren om den ster venden tijd, nu voelen wo weer het heer lijk verlangen om op het groene void ach ter het bruine monster (e gaan loopen, om juweeltjes van doelpunten tc maken uit „dotjes" van kansen, om het elftal, waar in men speelt, naar den hoogsten trap to helpen klimmen, om kortom om het w tcrscizoen in gepaste sportbeoefening een passende omgeving door te brengen. Zoo vangt do Roonische voctbalvoreeni- ging het seizoen aan met het spelen vr t nederlaagwedstrijden gedurende vijf ach tereenvolgende Zondagen, waarop S.J.C, Tellingen, T.Y.B.B. Lenig cn Hnel en C. D.A. heiHu il zullen beknmper. terwijl hot ejftul dat de grootsto ned'*.- laag aan „Leiden" toebrengt ccn prachti ge n beker als prijs ontvangt, geschonken door den Geestelijk Adviseur, kap. J. L'. C. G root. Ook de reserve-elftallen van bovenge noemde clubs zullen op overeenkomstigo voorwaarden het tweede elftal van „Lei den" ontmoeten, terwijl de aspiranten eveneens verschillende junioren clubs te genover zich zullen vinden om don palm der overwinning te betwisten. Lenig en Snel, de gepromoveerde 2o klas R.K.F.-club, uie l.cl :-..s. seizoen in d Overgang zal uitkomen, opent het vijftal tegen Leiden om half drie. Wo zullen ccnigo nieuwe gezichten in hot verjongde elftul aantreffen en het suc ces zal daarom wol evenredig zijn aan In b beschikbare spolersmatcriaal. Muur wat neer met vcrcendo krachten in dc bcr' harmonie gespeeld wordt, dan zullen v. het beste streven voor lief nemen. Moge in ieder geval dc supportcrsschaj r niet ontbreken om do noodige aanmoedi gingen tc laten schallen langs de witte lijnen. Om half één speelt hot tweede elf'al der Hagenaars tegen Leiden II. Ook lii» v.at veranderingen. Moge het verbeterin gen blijken cn moge tenslotte deze ccrsio dag van het nieuwe voetbalseizoen tijdperk inluiden van mouwen bloei groei der Roonische voctbalverecniginp Het Latham-vliegtuig niet gevonden. Het door de „Aftenposten" te Oslo vei spreido gerucht, dat het wrak van Amund sen's vliegtuig bij dc Lofoten zou zijn j vonden wordt van bevoegde Noorscl zijde onjuist genoemd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 11