het eerste nederlandsche psychopathengesticht Gem. Berichten. TWEEDE BLAD DE LEIDSCHE COURANT WOENSDAG 29 AUGUSTUS 1923 Heb Leidsch Persbureau deelt ons het yolgende mede: Het schijnt er thans- inderdaad van te nullen kennen, dat de Psychopathenwet, ■waarvan het oorspronkelijke ontwerp den 20sten Maart 1911 onder minister Regout bij de Tweede Kamer is aanhangig ge maakt en welke wet strekt tot aanvulling en wijziging der bepalingen betreffende het straffen en de strafrechtspleging ten aan zien van overtreders, lijdende aan storing of gebrekkige ontwikkeling hunner ver standelijke vermogens, nog dit jaar ?n wer- king zal kunnen treden. Het gesticht te Leiden toch, op de voltooiing waarvan wordt gewacht, wil de wet_ tot uitvoering kunnen worden gebracht, is thans nage noeg gereed en zal, onvoorziene omstan digheden buiten beschouwing gelaten, ein de November in gebruik kunnen worden genomen. Dit is een feit van groote beteekenis op het gebied van ons strafrecht en van onze strafrechtspleging. Immers met deze wet zal het vraagstuk van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid, waarbij het gaat over de toerekeningsvatbaarheid en de niet-toe- xekeningsvatbaarheid van den pleger van een misdrijf, een nieuwe mijlpaal hebben bereikt op het terrein van de ontwikkeling onzer strafrechtswetenschap. Immers vol gens onze thans nog geldende strafwet, wanneer we de bijzondere gevallen in arti kel 40 v.v. betreffende de niet-strafbaar- heid buiten beschouwing laten, omdat daarin de niet-s*rafbaarheid op andere gronden berust, is, zooals uittart. 37 blijkt, niet strafbaar hij, die een feit begaat, dat hem wegens de gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke storing zijner verstandelijke ver mogens niet kan worden toegerekend. In dit geval k a n de rechter gelasten, dat zoo iemand in een krankzinnigengesticht worde* geplaatst gediende een proeftijd, den ter mijn van een jaar niet te boven gaande. De tegenstelling: toerekeningsvatbaarheid en niet-toerekeningsvatbaarheid liet niet toe een tusschenliggenden toestand. De vor deringen, welke ook op dit gebied de we tenschap heeft gemaakt, hebben er echter toe geleid, dat thans als vaststaande wordt aangenomen, dat velen, die met den rechter in aanraking komen, personen zijn, die lij den aan psychische stoornissen van zoodani- gen aard, dat zij. zooals de hoogleeraar Sy- Ynons in zijn Leerboek zegt, nog niet als toerekenbaar kunnen worden aange merkt, omdat het minimum van de voor waarden, voor de toerekeningsvatbaarheid vereischt, nog bij hen aanwezig is, doch die niet mogen worden beoordeeld met den- zelfden maatstaf, waarmede de psychisch gezonde wordt gemeten. Onder deze cate gorie van geestelijk minderwaardigen vindt men echter de gevaarlijkste misdadigers en het is met het oog hierop, dat langzamer hand de overtuiging is gevestigd, dat de ^zoogenaamde verminderde toprekenbaar- ilheid niet uitsluitend mag leiden tot een Ipnindere strafbaarheid en dus tot kortere 'straffèn, doch vooral vordert een bijzondere wijze van behandeling van de minderwaar- digen, hetzij deze al dan niet met een be straffing in den engeren zin van het woord I Sgepaard gaat Uit bovenstaande ziet men dus, dat met -de invoering van de Psychopathenwet ons ^Strafrecht en «»nze strafrechtspleging in ge heel nieuwe banen worden geleid. ..Over de berechting enz. van deze catego- l'rie van misdadigers is het hier niet de plaats, breedvoerig uit te weiden. Alles is Ihier nog geheel nieuw. Ondervinding heeft men op dit gebied nog niet of nagenoeg niet en eerst in den loop der jaren kan-blij ken, hoe dit nieuwe instituut zich ontwik- Ikelt, of het aan de verwachtingen beant woordt, enz. ^Het is met het oog hierop, dat de mi nister van Justitie destijds besloot, mede - op advies van de daarvoor door hem in 't le lt ven geroepen commissie, bestaande uit wij- len mr. R. B. Ledeboer. prof. mr. J. V. van fllDijck. en mr. L. Ch. Besier, aan welke com- missie als secretaris was toegevoegd mr. Hooykaas-, en als adviseerend psychiater dr. J. Scholtens, 1ste geneesheer van de bij zondere strafgevangenis te Scheveningen dadelijk tot het bouwen van een geheel 'Mieuw gesticht over te gaan. Men vond het De voltooiing en ingebruikneming eind November te verwachten. Voorloopig als proefneming be doeld. Er is thans ook besloten er een speciale afdeeling voor vrouwen bij te bouwen. Plaats voor 88 ver pleegden. niet gewens'cht, gezien dat men op het ge bied van de verpleging van psychopathen nog over nagenoeg geen ervaring beschikte en men dus niet kon beoordeelen, aan wel ke eischen een gesticht, dat was- bestemd om van blijvenden aard te zijn, moest vol doen, daaraan tonnen gouds te besteden. Dies werd omgezien naar een bestaand ge bouw, dat zich voor verbouwing leende in overeenstemming met de eischen, welke de commissie meende aan het psychopathen- gesticht te moeten stellen. Mede in overleg met den hoofdarchitect van den Rijksge bouwendienst, ir. Joh. G. Robbers, werd het voormalige Pesthuys, later Rijksopvoe dingsgesticht voor jongens te Leiden hier voor aangewezen. Wel waren aan dit ge bouw enkele bezwaren verbonden, o.a. de ouderdom, doch aan den anderen kant wa ren aan dit gesticht toch ook weer voor deden verbonden, die andere gestichten niet of althans niet in die mate hadden, voornamelijk de geheel en al afgezonderde, de rustige en tevens mooie ligging. Aan ir. Robbers, die op grond van zijn vroegere werkzaamheid bij het Departe ment van Justitie, een groote ervaring op het gebied van den bouw van gevangenis sen heeft, werd opgedragen de plannen voor verbouwing te ontwerpen in overeen stemming met de eischen, welke de Minister en voormelde commissie daaraan meenden te moeten stellen. Ook hierbij werd van de gedachte uitgegaan, dat de verbouwing immers het gold hier een proefneming zoo min kostbaar mogelijk moest zijn. Zijn wij goed ingelicht, dan zal de geheele ver bouwing op 130.000 komen te staan. Volgens het ontwerp van ir. Robbers be hoefde er aan het uiterlijk aspect van het gebouw niet te worden getornd. De gevel van het gebouw, dat een juweeltje mag worde genoemd van 17de eeuwsche archi tectuur, is geheel ongerept gebleven. Voordat wij tot de beschrijving van het tot psychopathen-asyl ingerichte gebouw overgaan, meenen wij daaraan een kort stukje historie te moeten laten voorafgaan. Toen na de belegering van Leiden door de Spanjaarden de stad verschillende ma len door pestziekte was bezocht, zon de re geering der stad op middelen om de nood lijdenden te helpen en de besmetting tegen te gaan en werd, nadat aanvankelijk aan het Katharine Gasthuis octrooi was verleend, het St. Ceciliagasthuis achter de Haarlem merstraat voor de verpleging van pestlij ders ingericht. De verschrikkelijke pestplaag, welke te Leiden in 1635 ongeveer 15.000 menschen ten grave sleepte, deed de overheid besluiten een „Pesthuis" builen de stad, op een stuk land van het Katharine Gasthuis, tusschen de Morsch- en Rijnsburgerpoorten, te stich ten. Daar werd nog in hetzelfde jaar „eene houten huizinge of loods van twee honderd en veertig voeten lang en zesendertig breedt getimmerd, bevattende zes zaaien, en in dezelven honderd en twaalf bedste den met haare toebehoorten". Deze houten loods werd in 1659 vervan gen door een groot steenen gebouw in een regelmatig vierkant. Boven den hoofdin gang werd een fraai, thans nog aanwezig, beeldhouwwerk, vervaardigd door Rombout Verhuist, aangebracht, welk beeldhouw werk de bestrijding van de pest men ziet er een vrouw met een geesel en een pest lijder moet voorstellen. Het gebouw, dat later werd omgeven door een gracht, welke men ook thans nog aantreft, werd in de jaren 1672 en volgende, bestemd voor het herbergen van zieke en verminkte krijgslieden. In 1802 verhuurde de stad het Pesthuis aan het Rijk voor mi litair hospitaal tegen ƒ1000 's jaars. In 1814 werd het tot militaire strafgevangenis ingericht tot 18S9, toen het tot Werkinrich- mg voor Vrouwen (Vrouwengevangenis) werd bestemd. Na de overbrenging hier van naar Gorkum werd het Pesthuis in ge bruik genomen als rijksopvoedingsgesticht voor jongens, wat het tot kort geleden ge bleven is. En thans is het. na een inwendi ge verbouwing, als psychopathen-asyl inge richt. Was het gesticht aanvankelijk be stemd voor mannelijke psychopathen, te elfder ure heeft men gemeend het ge deeltelijk ook voor vrouwelijke psychopa then te moeten bestemmen. Was men daartoe niet overgegaan, dan had het psy chopathen-asyl reeds in October in gebruik kunnen worden genomen. Thans is men nog bezig een der bijgebouwen in te richten voor een achttal vrouwelijke psychopathen. Hoeveel verpleegden er den eersten tijd te wachten zijn, valt op het oogenblik nog niet te zeggen. Dit is ook een der redenen, waarom men nog niet dadelijk tot den bouw van een geheel nieuw gesticht heeft besloten. Blijkt echter de proef te voldoen, dan zal, zoo noodig, tot den bouw van een geheel nieuw gesticht worden overgegaan. De indeeling van het asyl is als volgt: In het voormalig Pesthuis, dat een aantal, meerendeels zeer groote en hooge vertrekken bevat, rond een rustige, vier kante binnenplaats, zijn ter weerszijden van den ingang de directeurskamer, alsmede de vertrekjes voor den portier, den huis meester en de bezoekers te vinden. Voorts zijn in dit gebouw ondergebracht het kerk- lokaal (voor Protestantschen en Katholie ken eeredienst), de gestichtskeuken, een aantal werkzalen voor gemeenschappelijken arbeid (als eenvoudig timmerwerk, kleer makerij, schilderswerk, mattenmakerij cn schoenmakerij voor welke van deze be zigheden de psychopathen geschiktheid zullen bezitten, zal nog moeten blijken), een zaal voor gymnastische, hoofdzakelijk orde-oefeningen en een waschlokaal met privaten en urinoirs, benevens een tweetal cachotten. In het voormalig Rijksopvoe dingsgesticht (een gebouw van 1860), zijn op den beganen grond zeven gemeenschappe lijke verblijfzalen voor totaal 80 verpleeg den (2 zalen voor elk veertien, 5 zalen voor elk negen en 1 zaal voor zeven verpleegden en hunne bewakers ondergebracht, alsme de 8 afzonderingsvertrekjes, een schoollo kaal, een keuken, een badlokaal met 4 kuip- en 10 douchebaden, centraal ver- warmingsvertrek met kolenbergplaats, be nevens de noodige privaten en urinoirs, en op de bovenverdieping 2 groote slaapzalen, waarin elk veertig alcoven met tusschen- gelegen bewakingsvertrek en naastgelegen waschplaatv, benevens een ziekenzaal, met een daaraan grenzend verbandkamertje. Do ramen dezer zalen zijn door ijzeren roeden (geen tralies) onderverdeeld in kleine rui ten, bezet met blank spiegelglas. Laatstgenoemd gebouw heeft twee in gangen met daarachtergelegen vestibules, wat een groepsgewijze verpleging ten goe de komt. De hierboven genoemde groote binnenplaats (een tweede binnenplaats be vindt zich tusschen het voormalig Pesthuis en het voormalig Rijksopvoedingsgesticht) zal als wandel- en ontspanningsplaats ge bezigd worden. De buitenterreinen zullen vermoedelijk worden gebezigd voor het verrichten van tuinwerk. Voorts behooren tot het gesticht oen aantal woningen voor het personeel. Naar wij verder vernemen, zal voor de functie van directeur een psychiater (me dicus) worden benoemd. HET GOUDEN JUBILEUM DER NEDERLANDSCHE ST. GREGORIUS-VEREENIGING DE NEDERLANDSCHE KERK MUZIEK WEEK DE GEVEL VAN HET OUDE GEBOOT, Plechtige Hoogmis. Gistermorgen werd om half 9 in de Ka thedrale Kerk een plechtige Hoogmis op gedragen door den Zeereerw. Heer A. Han sen, lid van het Hoofdbestuur der Neder landsche St. Gregorius-Vereeniging. Als diaken fungeerde de Zeereerw. Hooggel. Heer Dr. H. Frank, directeur van het Se minarie Rijsenburg als subdiaken, rector H. B. Lauwaert, secretaris der Federatie van Liturgische Vereenigingen in Neder land. Door het koor der Kerk van de H. Ma ria Brigida te Geldrop werden onder lei ding van den heer J. Knaapen op devote wijze de wisselende gezangen van den dag gezongen. Het koor der kerk van de H. Leo- nardus en Gezellen te Tilburg zong onder leiding van den, heer M. Bonants de beken de Missa Papae Marcelli van Palestrina. Om 11 uur begon weer de recks van kerkmuzikale voordrachten. De eerste voordracht werd gehouden door Dr. A. Ramselaar, kapelaan te Soest en wel over het onderwerp Palestrijnsche muziek. Er wordt, aldus Dr. R., veel „ge- schwarmt" met Palestrina, maar hoe wei nig weet men van hem en van zijn stijl 1 Men spreekt van d e mis van Palestrina, terwijl de goede man er drie-en-negentig gecomponeerd heeft! Wat gaat er allemaal niet voor Palestrijnsche muziek door, waar aan Giovanni Pierluigi, geboren te Pales trina, part noch deel heeft gehad. Het is, volgens spr., een jammerlijk mis verstand de compositie-techniek van Pales trina te beschouwen als het ideaal voor iedere liturgische musicale compositie. Yan Palestrina's techniek valt ontzaglijk veel te leeren, maar daarom is die techniek niet de eenig goede. Door die techniek te willen voorschrijven aan menschen van drie en vier eeuwen .la ter is aan de kerkmuziek enorme schade aangericht. De grootste schade heeft de ver keerde opvatting van Palestrijnsche muziek aangebracht in de vorige eeuw door de Re gensburgerschool, die over heel Europa en Amerika zoo'n grooten invloed heeft uit geoefend en nog uitoefent. Spreker wil de verdienste der Regensbur gerschool niet miskennen. Maar de lei ders, met name Halier en Bellerman, heb ben de fout begaan, die hun broeders-in-de- kunst op het gebied der architectuur om streeks denzelfden tijd begingen, n.l. dat zij de redding der kerkelijke kunst zochten in het nabouwen, nacomponeeren van oude meesterwerken, dat zij de oude stijl be schouwden als ideaal van alle kerkelijke compositie, niet alleen den geestelijken inhoud daarvan, maar ook den vorm, de techniek. De gevolgen zijn allerdroevigst geweest. Daar men meende, dat met eenige oefening ieder componeeren kon, ontstond die vloed golf van missen, bundels, ja biblotheken van lofstukken, die nu onze kerkelijke dien sten ontsieren, die zooveel begaafde compo nisten van de kerkmuziek hebben afge wend cn die een gezonde herleving van de kerkmuziek hebben tegen gehouden. Gelukkig is er kentering Onder de componisten heeft de Pales- trina-stijd als alleen zaligmakende kerkstijl vrijwel afgedaan en daardoor wordt de hooge waarde en juiste bekentenis van de muziek van Giovanni Pierluigi uit Pales trina ook veel beter begrepen. Spr. schetste herna de groote beteekenis van Palestrina, wiens werk vóór allen aan dacht en studie verdient. Palestrina geeft de heerlijke samenvat ting en apothese van al wat voor hem is geweest. Zijn geniale geest bekommerde zich als 't ware niet om de tedfniek en den vorm; en toch buit hij de techniek tot de fijnste mogelijkheden uit en verzorgt hij den vorm tot de kleinst-e details. Interessante opmerkingen maakte spr. over het rhythme van Palestrina. Het rhythme wordi maar al te vaak bij Pales trina zóó genomen als het zeker niet moet zijn. Dat vooral is het, wat vele uit voeringen absoluut ongenietbaar maakt. Het rhythme van Palestrina is los, uiter mate beweeglijk in zijn tempi, vrij in do opeenvolging van twee- en drieledige voe- j ten, daardoor licht geaccentueerd. Iedere stem heeft haar eigen rhyhme, wat een wonderlijk spel geeft van elkaar kruisende, lichte en zware tijden. Palestrina is niet alleen het hoogtepunt der meerstemige koormuziek, hij heeft ook een der hoogste toppen bereikt van de ware geestelijke, kerkelijke muziek. Dat geeft hem de eerste plaats ook onder de andere polyphone meesters, zelfs boven Vittoria. Aan het slot van zijn voordracht drong spr. er op aan, dat Palestrina meer zou worden gezongen. Voor den directeur geeft Palestrina eigenaardige moeilijkheden, maar voor de zangers is Palestrina zeker niet moeilijker dan Gregoriaansch. Voor sterkere koren is Palestrina zingen niet iets onbereiksbaars. En waarom altijd „Pa pae Morcelli?" Zooveel andere Missen zjjn even mooi, zoo niet mooier, daarbij meest veel gemakkelijker en zelden gehoord. Het zingen van Palestrina, zoo besluit spr., geeft een schoonheid, die nooit ver moeit. een schoonheid, die werkelijk ver edelt, een bron van hooge vreugde, van liefde voor den goddelijken eeredienst, van liefde voor het gebed. Op de rede volgde een'dankbaar applaus Tentoonstelling van kerkelijke neumen-handschriften. Ter gelegenheid van de Kerkmuziekweek wordt in de Universiteitsbiblotheck aan de Wittevrouwenstraat een tentoonstelling ge houden van handschriften, incunabelen en belangrijke muziek-theoretische werken, die voor dc kennis van het kerkelijk neumen- schrift van belang zijn. Men krijgt op deze tentoonstelling, dio wij heden bezochten, voor wat de handschriften en incunabelen betreft, een wel niet volledig, maar toch interessant overzicht van do ontwikkeling van dit schrift. Tot de merkwaardigste handschriften behoort het Antiphonale de Wocte, een werk, dat door Dom G. L. Sergcnt Ó.S.B. het kostbaarste van Nederland op muziek gebied werd genoemd. Het is uit. de 12de eeuw. Weinig minder belangrijk is het ,Liber Sequentiarum", dat gebruikt moet zijn in de Utrechtschc kerk van Sinte Ma- rie, van welk gebouw in het begin van dc vorige eeuw de laatste resten verdwenen zijn. Het is een groot geluk, dat dit hand schrift behouden is gebleven. Immers, hoe roekeloos men vroeger met dc handschrif ten is omgesprongen (begrijpelijk natuur lijk, maar voor de wetenschap vaak fataal) bewijst het feit, dat hier eenige willekeu rige boeken zijn neergelegd, waarvan schut bladen en omslagen bestaan uit het koste lijkst perkament, waarop prachtig-regelma- tig, groot notenschrift. Denkelijk zijn het bladen uit groote muziekboeken, waaruit het. koor gezamenlijk zong. Zeer fraai is voorts een Missale van pl.m. 1450, volgens de kalender oen echt Utrethtsch handschrift, rijk versierd. Een Utrechtsch missaal, een incunabel uit 1515, met handgekleurde blokdrukken, en een tweede uit 1540, mogen eveneens genoemd worden. Yeel fijner en eleganter echter doet toch aan de Zwolsche Vulgaat die er ter verge lijking ligt, met zijn prachtige, miniaturen. Een eerste merkwaardigheid is tenslotte een gedrukt spel van Macropedius (Lang- veld), een bekend Utrechtsch latinist, dat getiteld is „Adamus". Het dateert uit 1552 en bevat ettelijke stukken muziek, weshal ve het geldt voor de eerste muziekdruk in Nederland, te Utrecht gedrukt. Alles te saam een kleine, doch interes sante expositie. lederen dag van 15 uur tijdons de Kerkmuziekweek iv zij geopend. De heer A. Brom fr. amanuensis, heeft zich bereid verklaard de bezoekers van voor lichting te dienen. (Vervolg in het lete blad). UIT DE RADIO-WERELD. Programma's voor Donderdag 30 Aug. Hilversum, 1060 M. 12.30—2.00 Lunchmuziek door het Trio F. Courtel. 6.00—7.45 Concert door het Trio Verhoy 8^)09.00 Orgelconcert door A. Alt, in de Ned. Herv. Kerk te Bolsward. 9.059.50 Solistenconcert. Marion Car- ley, piano. Willem Durieux, cello. 9.5011.00 Populair concert door het Omroep-orkest o. 1. v. Nico Treep. 10.15 Persber. Huizen, 340,9 M. Na 6 uur 1870 M.) ^Uitsluitend K. H. O.-uit.'.ondingen). 12.301.45 Concert. 5.307.00 Concert. 7.308.00 Spr.: G. Keyzer: De Pensioen wet voor Burgerlijke ambtenaren. 8.00—9.30 Concert. 9.30 Orgelconcert. Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 10.50 Nieuwsber. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Concert (alt, tonor, piano). 12.202.20 Gramofoonmuziek. 3.20 Vesper van de Westminster Abbey. 4.05 Voorlezing/ 4.20 Orgelconcert van Mme. Tussaud's cinema. 4.50 Dansmuziek. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Landbouwber. 6.40 Muziek. 6.50 Nieuwsber. 7.05 Dansmuziok. 7.20 Koorzang en causerie. 7.35 Do cellosonaten van Beethoven. 7.50 Concert. 9.35 Lozing: The way of the world. 9.50 Nieuwsber. 10.10 Chariot's uurtje. Vroolijko zang en muziek. 11.1012.20 Dansmuziek. „R a d i o-P a r i s", 17 5 0 M. 12.20 Protest causerie. 12.502.10 Orkestconcert. 4.055.05 Orkestconcert. 8.5011.20 Het kwartet „Radio-Paris" en causerie. Langenborg 469 M. 12.301.10 Mcchamischo muziek. 1.252.50 Tuinconcert. Philharm. Or kest. 6.20—7.15 Cello-concert. 8.35 Robert Koppel-avond. Werag-or- kest en declamaties. Daarna tot 12.20 dansmuziek. Königswusterhausen, 1250 M. (Z e e s e n). 12.205.20 Lezingen. 5.206.20 Orkestconcert. 6.208.05 Lezingen. 8.30 ,,Die blaue Mazur", operette in 3 acten van F. Léhar. 10.5012.50 Dansmuziek. H a ra b u rg, 396 M. 4.35 Russische liederen. 6.20 Orkestconcert. 8.20 Concert in do St. Georgskerk. Werken van Bach. 9.35 Concert. Werken van Mozart en Beethoven. Daarna tot 11.20 Cabaret. B r u s 8 e 1, 509 M. 5.20 Trioconcert. 6.50 Orkestconcert. 8.35 Gramofoonmuziek. 8.50 Concert in Spa. 10.35 Sluiten. ONGELUKKEN. Auto te water. Een wielrijder verdronken. Gisteravond omstreeks acht uur is een luxe auto met drie hoeren en twee dames, de families Weber uit Den Haag en Hen driks uit Rotterdam door onbekende oorzaak te Delft tegen de leuning van de Haagpoortbrug gereden. Do leuning brak af en verdween met de auto in de diepte. De auto kwam onder water te zitten in de vaargeul. Eon wielrijder geraakte mede te water. Met groote moeite werden de passagiers- uit de auto gered waarbij eenige hunner snijwonden opliepen. Do wielrijder, volgens op hem bevonden papieren, de 29- jarige de Ram uit Rotterdam, verdronk. Zijn lijk werd spoedig gevonden en is naar het Gasthuis vervoerd. De gewonden werden verbonden door de doctoren De Vries en Bult. Een der da mes, die een zenuwtoeval kreeg werd naar het gasthuis vervoerd cn daar ter verple ging opgenomen. De zwaar beschadigde auto werd later met behulp van een kraanwagen, wegge sleept. Auto te water. Vijf menschen te water, twee zwaar gewond. Te Delft is gistermorgen omstreeks half tien de heer N. van der Lek, wonende Crooswijkscheweg te Rotterdam, op den Oostsingel, tengevolge van de gladheid van den weg met zijn auto geslipt, doordat hij plotseling moest stoppen voor twee jon gens, die op den weg stoeiden. De auto draaide een slag om, kwam tegen een boom terecht en reed in het Provinciaal kanaal. De heer v. d. Lek sneed bij een poging om zich te bevrijden een polsader door; hij had ook een diepo hoofdwonde bekomen. Zijn broeder, die naast hem zat, liep een diepe beenwond op. Drie kinderen, die achter in de uato onder water zaten, wer den met yeel moeite gered door den heer A'. Brouwer, Zij haddon geon ernstig loteel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5