UIT HET VATICAAN.
ALI.
EB
DE AFGELOOPEN WEEK IN HET
BUITENLAND
JW
li VERMIST!
rwerlf
TWEEDE BLAU.
DE LEIDSCHE COURANT
ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1928
Door Prof. ANDREAS RASETSCHNIG (Rome)
Tengevolge van de aanhoudende sbnor-
ale hitte, d»e trillend boven de Vaticaan-
he tuinen hangt, is er géén enkel uur
m den dag, dat <le H. Va-der daar eenige
irfrisschende koelte kan genieten. Z. H.
'Jhteefo dan ook zijn rijtoer en wandeling die
I/Hij gewoon was iederen dag te maken ach-
ter we ge gelaten: de H. Vader komt niet
[neer buiten de zalen van zijn palcis.
F Terwijl de gewone audiënties, die als
het ware in de dagorde van het Vati
can eon vaste plaats gekregen hebben,
ïun gewoon verloop hebben, behooren de
■diënties die aan groote groepen pel-
ijjnns gegeven worden tot de zeldzaamhe-
len, want sedert de groote warmte wa-
en zich geen bedevaarten in de Eeuwige
Itad.
In de afgeloopen week kwam er slechts
én groep van 150 Amerikaanshce pelgrims
/ill Buffalo naar het Vaticaan, om door
en H. Vader in audiëntie te worden ont
jagen. Deze bedevaart stond onder lei-
ing van den zeereerw. zeergel. heer Dr.
dward Fergen,, directeur van het Ameri
cans che dagblad „The Catholic Union
Times", de meest verspreide katholie
ke krant in Amerika.
Z. H. de Paus heeft dezer dagen een
Ctngdurige audiëntie verleend aan Dr. Fa-
nrian Abrantiwicz, van de orde der Maria-
er reguliere geestelijken, die tot bisschop
"enoemd is voor de Russen in Kar bin (Chi-
eesch Mantsjoerije).
J Zooals ik reeds vroeger heb medege-
eeld zijn de betrekkingen tusschen den
L Stoel en de Unie van Sovjetrepublieken
og steeds zeer gespannen. Het atieaan
2 ft altijd in de weer om in de landstreken
pje aan Rusland grenzen, en waar talrijke
ussen wonen, ook katholieke bisschop
pen te benoemen. In de Europeesche grens-
reken heeft Polen de Russische bisschop-
I f]én en geloovigen zoo gastvrij mogelijk met
'"pen armen ontvangen. In het Aziatisch
jinpdeelte was er nog steeds geen bisschop
/enmin als geestelijken, die aan do ge-
ovige-n de H. Sacramenten zouden toe-
U enen en de kerkelijke bedieningen zou-
m vervullen. Daarom heeft Z. H. de Paus
U^n bisschop van Karbin benoemd, die tot
jj^ak heeft de hiërarchie onder de katholie-
>H die daar leven te herstellen. Dr.
jhrantowisz behoort tot een congregatie
Vjarenlang een kwijnend bestaan ge-
6rd had. Mgr. Matulawicz, de vroegere
p.^irtsbisschop van Wilna en de latere
fcstolische Visitator van Litauen, wist
orde weer tot nieuwen bloei te bren
gen. Toen de soldaten van Polen Wilna he
etten werd Mgr. Matulewicz gedwongen
•ju ambt neer te leggen. De beweegrede-
•n* waarom dit geschiedde, liggen nog
,.rsch in de herinnering. Nu kon deze bis-
inniop zijn totale arbeidskracht schenken
i zijn congregatie die in Rome een Ge-
liij^BUSecretariaat gekregen had. Thans
'3 It Paus Pius XI Dr. Abranowitcz belast
chuii!' de zielzorg van de katholieke Russen,
het pas opgerichte Russische col-
_1^ to Rome gaarne bereid zal zijn om
j^fe Russen aan te nemen, die zich tot
H. Priesterschap willen voorbereiden.
gelijkertijd verscheen er een decreet van
gHCongregalie van het Consistorie waar-
--■BPaald wei"d, dat, ter voorkoming van
■"Merloien gaan van kerkelijke docu-
nten, alle officieele aantèekeningen, die
JBns de bepalingen van het kerkelijk
'hfr binnen de grenzen van het Russische
■I gemaakt zijn, evenals de doopregisters,
door de pastoors aangelegd zijn, aan
R Pauselijke Missie voor Rusland over-
adigd moeten worden. De bedoeling van
R/ decreet is, om het contact te bewa-
enz.1
ren tusschen de H. Stoel en de geestelij
ken, die nog in het gebied van de Sovjet
republiek verblijf houden, in de hoop dat
het binnen afzienbaren tijd mogelijk zal
zijn om de katholieke hiërarchie te her
stellen.
De H. Vader heeft ook in langdurige
particuliere audjjwtie ontvangen Dr. Gian-
franceschi, den rèctor van de Gregoriaan-
sche Universiteit te,iRtyhie, ora zich tot in
de kleinste bijzonderheden te laten voor
lichten omtrent de gebeurtenissen op de
laatste Noord poolreis met de Italia.
Z. H. gaf aan d^iKg^leerden priester op
dracht. om aan GenerahNobile, die nog
steeds lijdende is, Zijn bijzonderen zegen
te brengen, en tevens 's Pausen volle te
vredenheid te betuigen over het volbren
gen van de bijzondere zending, die hem
was toevertrouwd, n.l. het teeken der ver
lossing te j.laatsen op het uiterste punt
der wereld. Tevens schonk Z. H. hem een
gouden jaarmedaille, om deze als bewijs
van erkentelijkheid aan Nobile ter hand. te
stellen.
Met belangstelling volgt de H. Stoel de
politieke gebeurtenissen die zich in de
laatste weken in Joego-Slavië hebben af
gespeeld; want reeds geruimen tijd was
het Vaticaan in onderhandeling met de re
geering van het koninkrijk der Serviërs,
Kroateu en Slovenen, om tot een Concor
daat te komen; deze onderhandelingen
hebben tot nog toe weinig resultaat opge
leverd en wellicht zal de nieuwe politieke
constellatie betere vooruitzichten bieden,
want het is een der vurigste wenschen van
de Kroatische bevolking, dat dit concor
daat zoo spoedig mogelijk tot stand komt,
want de bisschoppen denken er thans niet
aan om de oude rechten en privilegie-s, die
zij onder de regeering der Habsburgers al
tijd bezeten hebben, ineens zoo maar prijs
te geren. De H. Stoel mag natuurlijk niet
onverschillig staan ten opzichte van de
moeilijke crisis, die daardoor ontstaan is,
en de hachelijke positie die de Kroaten
thans innemen, maar evenals in andere
dergelijke gevallen handhaaft ook thans
de H. Stoel haar beginsel dat zij zich
niet bemoeit met de binnenlandsche poli
tiek van eenig land, terwijl zij geen enkel
middel onbeproefd laat, om de katholieken
van Joego-Slavië tot rust en kalmte aan te
sporen, en de bisschoppen zoowel als de
geestelijken verzoekt om de geloovigen er
aan te herinneren dat hun godsdienst
plichten medebrengen, trouw en gehoor
zaam te zijn aan het grondwettelijk staats
gezag.
Na een kortstondige ziekte is de hoog-
eerw. pater D. Maurus Parodi, Generale
Abt der Benedictijnen en Ordinarius der
Abdij „Xjllius" van Monte Oliveto Mag-
giore bij Siëna overleden. Voor eenige
weken bevond de abt zich nog te Rome en
niets liet een zoo spoedig einde voorzien.
De overledene was zeer bemind en zeer
gezien bij de bevolking, die gewoon was
hem „II Padre" te noemen.
De Salesianen van Don Bosco hebben
bet plan opgevat om te»" gelegenheid van
's Pausen 50-jarig priesterfeest, in De
cember 1929, te Rome een nieuwe Univer
siteit te stichten en deze den naam te ge
ven van Pius 'XI.
Het instituut zal plaats bieden voor 300
interne studenten.
Het geheele bouwplan van de stichting
omvat behalve de universiteit, ook een pa
rochiekerk met patronaat.
Oceanitïs. Dat is de naam van
de nieuwste soort griep, waardoor vooral
luchtvaarders worden aangetast. De symp
tomen van deze ziekte openbaren zich het
eerst als de vlieger met een zwaar hoofd
rondloopt en broeit over kaarten van den
Atlantischen Oceaan. Som6 geneest dan
de ziekte. Erger wordt het als de aange
taste vlieger alle millionnairs en alle lucht
vaartautoriteiten gaat afloopen om aan
geld te komen. Ook dan is nog genezing
mogelijk. Je krijgt het geld of je krijgt het
niet, nietwaar1? Maar staat hij eenmaal
klaar om te starten, dan begint de crisis
benauwd te worden. Kinine noch asperien-
tjes helpen, hij wil en hij zal over den
Oceaan. En dan gaat het er op of er on
der. Gewoonlijk er onder.
Zoo zijn thans weer twee jongemannen,
Bert Hassell en Cramer uit Amerika, ten
prooi gevallen van deze ziekte. Zij wilden
den Oceaan van West naar Oost overvlie
gen via Groenland en IJsland. Dat plan
was inderdaad zoo gek niet, omdat zij dan
niet over zoo'n groot stuk water behoef
den te vliegen. Doch het water bleek toch
nog overvloedig; genoeg om hun te doen
verdrinken. Men heeft althans geen spoor
meer van hen gevonden. Waarschijnlijk
zijn zij omgekomen door dezelfde oorzaak
als waardoor reeds zoo menig Oceaanvlie
ger is verongelukt, die van Oost naar
West wilde vliegen, n.l. ijsafzetting op het
vliegtuig.
Thans wachtten wij nog maar, totdat
Pottum het in zijn hoofd krijgt, en met zijn
ballon van de „Nen:jto" opstijgt om zich
over den Oceaan; te laten drijven
Volgens de laagste berichten zouden ra
dio-seinen van hen zijn opgevangen. Het is
mogelijk Nobibe heeft dezelfde geschie
denis meegemaakti!
Nooit meer oorlog. De volgen
de week zal het anti-oorlogsverdrag te
Parijs geteekend worden. De Spaansche
dictator, die met een vaderlijk gebaar uit
de goedheid zijns harten verzekerd had:
„Ik kom ook teekeoien, hoor", heeft de te
leurstellende mededeeling gekregen, dat hij
wel thuis kan blijven, evenals Tsjitsjerin,
die zijn bolsjewistische blommetjes eens
gaarne te Parijs buiten wilde zetten. Mus
solini was minzaam uitgenoodigd, om per
soonlijk te komen, doch Benito heeft aller
lei kleinzielige mot met Frankrijk en heeft
tegen zijn gezant te Parijs' gezegd, dat deze
de boodschap maar aan moest pakken. Te
Parijs is men daarover volstrekt niet te
spreken en men wijst erop, dat zelfs Japan
niet heeft willen volstaan met een op
dracht aan zijn gezaitt te Parijs tot tee
kenen, maar een aparten gevolmachtigde
heeft gestuurd uit het verre Tokio. De glim
lachende Japanneezen zijn nu eenmaal be
minnelijke lui en dat is Benito Mussolini
niet.
De betrekkingen tusschen Italië en
Frankrijk worden er infcusschen niet har
telijker op. Er zijn reecis twee aanslagen
gepleegd op Italiaansche consuls in Frank
rijk en de Italiaansche studenten op het
studentencongres te Parijis hebben onder
stevig protest de Stad verlaten als gevolg
van incidenten voorgevallen bij een voet
balmatch.
Als een op zulk een manier brommende
Mussolini het anti-oorlogswerdrag van
Kellogg teekent, dan boezemt dat geen al
te groot vertrouwen in.
Eert van degenen wier komst te Parijs
het meest begroet wordt, is dr. Stresemann
Het is thans voor het eerst na den oorlog,
dat een Duitsch minister voet op Fran-
schen bodem zet en bovendien was men al
bang, dat behalve de Britsche minister
van buitenlandsche zaken Chamberlain ook
zijn Duit-sche collega zou wegblijven en dat
vond men voor zoo'n belangrijk verdrag
toch wel een beetje „sneu". Het baantje
van minister van buitenlandsche zaken
schijnt overigens een vrij ongezonde be
trekking te zijn, want na. Briand, den Fran-
schen minister van buitenlandsche zaken,
die thans alweer hersteld is, werden zijn
collega's Stresemann en Chamberlain ziek.
Blijkbaar uit sympathie. Zooals gezegd,
komt Chamberlain niet naar Parijs noch
naar Genève, waar volgende week de Vol
kenbondsraad en daarna de Volkenbond
vergadert en komt Stresemann alleen naar
Parijs en niet naar Genève. Daar men in
Genève over een vervroegde Rijnlandont
ruiming wilde spreken, verwacht men in
Duitschland. dat Stresemann nu in Parijs
een verstandig woordje met. Poincaré zal
praten over deze kwestie. Want de wereld
is toch niet voor niets zoo vredelievend ge
worden, nietwaar!
„Tc Voel me 'n kleine koning..."
Aldus neuriet thans opgewekt Achmed
Zogoe in Albanië. Sinds 1925 is hij presi
dent. 't Is een vrij aardige betrekking,
maar koning is toch nog beter. Daarom
heeft hij al meermalen een balletje daar
over opgegooid, maar tot nu toe is het hem
niet gelukt. Ditmaal schijnen zijn kansen
er beter voor te staan. Vandaag (Zaterdag)
komt de onlangs gekozen constitueerende
vergadering bijeen om de grondwet der
republiek aan een herziening te onder
werpen, en dan komt in de eerste plaats
aan de orde de kwestie of de republiek een
republiek zal blijven.
Achmed schijnt den laatsten tijd de ver
tegenwoordigers gepolst te hebben van de
voornaamste groote mogendheden en van
sommigen van de naburen, en moet ten
antwoord hebben gekregen, dat, indien
het volk de verandering wenscht, er geen
bezwaren zullen zijn.
Daarna heeft het Albaneesch persbureau
de mededeeling gedaan, dat. Achmed hon
derden telegrammen uit alle oorden van
het land heeft gekregen om asjeblieft ko
ning te willen worden. Zoodat wat de
volkswil betreft, de zaak gezond is.
Griekenland wil geen koning.
Terwijl men aldus bezig is, om in Al
banië een nieuwen koning te maken, heeft
in Griekenland het volk een beslissenden
uitspraak gegeven vóór Venizclos en daar
mede tegen de monarchisten, die er nog
steeds ijveren voor den terugkeer van ko
ning Confctantijn. Venizelos was en is nog
de groote tegenstander van de monarchie
in Griekenland en bij de jongste verkiezin
gen van Zondag 1.1. heeft hij zulk een over
weldigende meerderheid behaald, dat de
kwestie republiek of monarchie voorloopig
wel is uitgemaakt. Volgens de berichten
moet Venizelos' partij niet minder dan 220
zetels van de 250 veroverd hebben. Dat
waarborgt een onoverwinlijke meerderheid
en daardoor een periode van principieele
politiek. Men mag het met. de liberale prin
cipes van Venizelos niet eens zijn, er be
staat thans in ieder geval kans, dat. Grie
kenland' een tijdje rust krijgt om de nor
male parlementaire werkzaamheden te
volvoeren.
BRIEVEN VAN EEN WANDELAAR.
LUI.
Het is zeer vriendelijk van den heer
Verkleij, te Rijpwetering, dat hij in een in
gezonden stuk zijn instemming betuigt met
onzen brief, die vas gewijd aan den zang
in onze kerken en de verplichtingen welke
den kerkganger zijn opgelegd. Jawel, zegt
dan de heer Verkley, dat is alles heel
mooi en lovenswaard, doch en daar
komt hij ons kapittelen ik mis iets in de
behandeling van deze stoffe. Het orgel
spel wordt er met geen enkel woord ge
noemd en we lezen het door de letters
heen dat is toch een zoodanig bestand
deel van de zingende liturgie, dat het een
zonder het ander niet wel denkbaar is.
En daar wandelt de Wandelaar nu zoo
maar overheenterwijl hij een lang epistel
wijdt aan deze zang, rept hij met geen en
kel woord van de gewichtige functie welke
orgetjen organist daarbij vervullen.
Dat is van den heer Verkley zeer goed
gezien, al zal bij ons gelooven, dat onzer-
zijdAgeen enkel opzet voorzit of wel een
negatV van wat wij, met den heer Verkley,
een onscheidbaar onderdeel van het geheol
achten.
Nu is de stof voor ons, die wandelen wil
len langs de dingen en daaraan onze aan
dacht wijden niet zoo gemakkelijk te be
handelen, omdat, worden wij al te tech
nisch, onze verhandeling meer in een vak
blad thuis hoort. Immers, wij willen onze
lezers niet te veel vermoeien met teclyii-
sche besprekingen, die slechts een kring
van belangstellenden zullen interesseeren
en beoordeelen. Dit neemt echter niet weg,
dat- wij gaarne den glacé-hand schoen, door
den heer Verkley ons toegeworpen, opra
pen en zullen trachten ook over het door
heb bedoelde onderdeel van de kerkmu
ziek ons licht te laten schijnen, al zal het
dan slechts een flakkerend kaarslichtjo
zijn, van geringe lichtsterkte.
Voorop zetten wij, dat over het alge
meen in de groote steden de bezetting
van het orgel in goede handen is eu dat,
waar door de Kerkelijke Overheid vaat
beteekenende sommen worden uitgelegd
voor het bezit van een goed organist, de
toestand, bij vroeger vergeleken, aanmer
kelijk is verbeterd.
In onze dagen lezen wij namen van eer
ste muzikale krachten, die het orgel in vele
parochiekerken bezetten en ons zijn ta)
van deze mannen persoonlijk bekend: wij
durven gerust getuigen, dat. zij de plaats,
welke zij innemen, werkelijk met eere ver
vullen.
Wij hebben ons bij een beoordeeling van
het. orgelspel niet te bepalen bij de bege
leiding van de misgezangen verder moet
onze speurzin reiken. Ook en vooral de be
geleiding van het gregoriaansch en do
voor-, tusschen- en naspelen, mitsgaders
de in tonen uitgedrukte fantasie van den
organist. Wij hebben ons dan af te vra
gen of alles, wat ons oor waarneemt, wel
is in het kader van de juiste begrippen
en opvattingen die ten heden dage gel
den omtrent de liturgische muziek. Stuk
ken is dat reeds verbeterd bij wat. in vroe
ger jaren werd opgedischh, toelaatbaar ge
acht. Dat was toen niet. fraai, niet stem
mig en ook allerminst dienende de devo
tie van de geloovigen aan te wakkeren.
Dat zouden wij met een paar staaltjes
van onze eigen ervaring kunnen illustree-
ren. Wij herinneren ons frappante moeilijk
heden. Eens hadden wij Meijerbeer's ope
ra Hugenoten bijgewoond, die zeer goed
was verzorgd in de solistische en instru
mentale onderdeden. En zoo waar, toen
wij in die plaats dee Zondags de Hoogmis
bijwoonden rolde daar een van de meest
gefigureerde baesolo's uit de keel van een
goed zanger, met het „Adoro Tc" tot tekst
't Was van een banaliteit zonder perken,
vooral waar dit nummer ging na de Con
secratie
Dat zat zoo. De organist was ook die
opera gaan hooren en er zóó door ge-
inepireerd, dat hij, thuis gekomen, een luk
raak passende tekst bij de kop greep en dit
den zanger ter hand stelde, welke hem
Zondag's met een bravour en bulderend
vibrato langs de kerkgewelven wierp. Of
door dit moois de geloovigen tot stichting
werden aangezet, laten wij onzer lezer ter
beoordeeling. Een groot er tegenstelling
hebben wij nimmer ondervonden dan, toen
wij kort daarna bij de Benedictijnen in Ma
ria Laach de Hoogmis bijwoonden en de
heerlijkheid van het devote orgelspel van
den daar het orgel bcdienenden monnik
konden bewonderen. Grooter uiterste is
ook niet denkbaar. Een ander geval is wol
de moeite w&ard even te memorcoren. 't
Is nog van jonge datum. Het betrof een
dorpsorganist, die een aantal melodieën
van Maria-liederen zelve van een begelei
ding had voorzien. Reine octaven en kwin
ten en het gebruik van cromatische to
nen waren Bchering en inslag on men be
grijpt dat deze liederen, waarbij een onzer
bekende organisten een begeleiding
schreef, treurig werden verbroddeld en
alle kleur en stemming verloren. Elders
weer zijn er organisten die meenen dat de
hegeleiding hoofdzaak is en zich dan do
weelde veroorlooven de registers van -ian
instrument, liefst bazuinen, in actio te
brengen, zoodat er van den zang al bitter
weinig is te verstaan. Houdt een directeur
in zoo'n geval zijn zangers niet in toom,
dan ontaard de uitvoering van den zang
in een wedstrijd waarin wordt gestreden
feuilleton.
Bet Duitsch van J. ARNEFELDT
aald door Jac van Emden.
Huil jullie niet zoo hartverscheu-
Ikinderen, ging hij voort, zich tot Ju-
Selma wendend, die elkaar snik-
wom de hals waren gevallen. Kom
fcCr me z'^en en laten we eens
wat er nu gebeuren moet. Je
28 '*.jlaar Amerika nietwaar Forberg?
nniflLr ze*' ^ing hij zitten. Selma
ftan\ g<len Zl]n voorbeeld.
illriflliflKf U met dat plan niefc in? vroeg
M.IP t le Was blijven staan.
«Hc/ilUpn gen(*ee.!> ik ben het er volkomen
0 y s' zijQ juist gekomen om jullie
irWerlid|RJer rek te zien, en de Geheimrat
jï 1 fens aa»' vier zacht ge-
IBuW^Mprrln oj F een werd gekleurd.
-nik tro Was de aanleiding tot het
,jDERI^ geweest. Toen haar oom 's mid-
UrflftieC l„*Tmen om haar grootvader
ttr8(TW» vondst in New York in
ril lllir*rg on w €n tad verteld, dat dr.
UOIIIfcjP iet punt stond, naar Amerika
tón vader °m stoffelijk overschot
fz H Z ln°ntvansst t<!
„reffnolten B-0PP'grei1 trots Pooling
T BES1P™"; Hij mocht de zeereis niet
L-t haar J 2\hem nog eenmaal had
rkoop"5 VergMeB*eï8Ö^eriMgdemze er
naar, Juliane haar deelneming te betuigen.
Terwijl haar oom er nog bij was, gaf zij
haar grootvader te kennen, dat de beste
voldoening, die hij den kinderen van den
vermoorde kon geven, was, hen zelf op te
zoeken. En ditmaal waagde Eduard Graup
ner het niet, bezwaren te maken. Het
groote onrecht, dat hij en zijn neef hadden
begaan, drukte hem nog zwaar.
Is uw moeder al op de hoogte? vroeg
de Geheimrat.
Neen, antwoordde Juliane, en we
willen haar de volle waarheid ook niet
zeggen, ze zou die niet kunnen verdragen.
Maar je moet niet. op reis gaan voor
je haar althans gedeeltelijk op de hoogte
hebt gebracht. Een dag vroeger of later
maakt voor je armen vader toch geen ver
schil meer uit, maar voor je moeder zou
het noodlottig kunnen worden, antwoord
de de Geheimrat. Hij besprak nu met Ju
liane wat de beste manier zou zijn om het
bericht aan haar zieke moeder mede te
deelen. Ten slotte spraken ze af, dat men
haar zou vertellen, dat het lijk in Berlijn
was gevonden en al ter aarde besteld en
verder, dat haar zoon een tijdelijke aan
stelling in de provincie had gekregen en
zijn betrekking onmiddellijk moest gaan
aanvaarden.
Intusschen voerden Selm en Dr. Forberg
een fluisterend gesprek. Er was op dit
oogenblik natuurlijk maar een onderwerp,
waarover ze konden spreken en toch
scheen het hun toe, alsof ze elkaar nog
oneindig veel andere dingen hadden ver
teld. Het leek hun dat ze elkaar in deze
enkele oogenblikken veel nader waren ge
komen.
Als u van de reis terugkomt, zult u
dan den weg naar Charlottenburg ook niet
meer kunnen vinden, meneer Forberg?
vroeg zij.
En ditmaal antwoordde hij niet: We
zijn geen kinderen meer, freule von Kirch-
dorf, maar hij zei, terwijl hij haar hand in
de zijne hield: Ik zal zeker komen! Ze
keken elkaar diep in de oogen en lazen
daarin een heerlijke belofte.
De Geheimrat deed Dr. Forberg nu het
zelfde aanbod, dat dezen kort te voren
door Gabler was gedaan en toen hij merk
te, dat Gustaaf aarzelde zei hij: Tot. dus
verre heb je alles wat ik je voor de per
soonlijke behoeften van de familie aan
bood, van de hand gewezen en je kiesch-
heidsgevoel dat je verbood, geld van een
Graupner aan te nemen, kon ik tep volle
appreeieeren. Maar nu staat de zaak an
ders: je vader is in den dienst der firma
ora het leven gekomen en het is dus de
zaak der firma voor de teraardebestelling
en voor alle gevolgen van deze treurige ge
schiedenis op te komen en ik meen te
mogen aannemen, dat je heb geld liever
van mij, dan van een der jongere dragers
van den naam Graupner zult willen accep
teeren.
U hebt gelijk, meneer Graupner, het
zou al heel ondankbaar van mij zijn, wan
neer ik me nog langer tegen Uw goedheid
zou verzetten.
U kunt zonder zorg voor moeder en
zuster op reis gaan. Trouwe vrienden
zullen naast hen staan, voegde de Geheim
rat er nog aan toe.
Ik zal eiken dag naar mevrouw For
berg en Juliane komen iniotmeeren tot
dat mevrouw in staat is ons te komen
opzoeken! verzekerde Sbhna. Daarna na
men grootvader en kleindó^hter afscheid.
Het was Dr. Forbèrg alsóf het donker
was geworden in de kamer, b?en Selma
weg was, paar het licht dat ze er had ge
bracht, wqs in zijn hart achtergebleven en
bleef bij Item op zijn tocht over de oceaan,
dien hij den volgenden dag aanvaardde.
Rustiger dan men na de schokkende
gebeurtenissen der laatste dagen zou heb
ben verwacht, bleven de beide vrouwen in
het huis aan de Saarstrasze te Friedenau
achter, Juliane's moeder had het doodsbe
richt van haar man met groote zelfbeheer-
sching opgenomen en haar genezing werd
er niet door vertraagd. Ze hadden de ver
lorene van den eersten dag af als een doo-
de betreurd en de bevestiging van hun ver
moeden werkte als een verlossing, omdat
de smet op zijn nagedachtenis was uitge-
wischt, ofschoon Juliane' toch nog vaak te
worstelen had met de ontzettende visioe
nen, die de schildering van den toestand,
waarin men het lijk had gevonden, bij
haar opriep.
Tot haar geluk had ze niet veel tijd om
aan sombere gedachten toe te geven. Ze
had nu de lang begeerde aanstelling aan
een meisjesschool gekregen, waardoor een
groot gedeelte van haar dag bezet was.
Als ze gewild had, zou zij haar vrijen tijd
met privaatlessen hebben kunnen vullen,
maar ze gaf er de voorkeur aan, na school
tijd zoo gauw mogelijk weer naar Friede
nau te gaan, hoewel haar moeder eigenlijk
nooit aleen was. De ban, waaronder de fa
milie Forberg zoo zwaar had gezucht, was
plotseling van haar geweken. De Forbergs
haden dadelijk weer vele vrienden, waar
van ook niet een zou erkennen, dat hij
ooit aan zijn onschuld van den overledene
had getwijfeld. Zelfs de looper Schmidt
gaf deze verzekering, toen hij een bezoek
kwam brengen om aan de weduwe en haar
dochter ook uit naam zijner collega's deel
neming te betuigen.
Ook Gabler liet niet na, eenige malen
per week naar den gezondheidstoestand
der beide vrouwen te informeeren en haar
zijn hulp aan te bieden. Juliane waren
deze bezoeken niet bijster aangenaam, ae
óex-apotheker had haar altijd een zekere
afkeer ingeboezemd. Ze had hem gelukkig
ook niet noodig. De oude Kummer was
voor haar en haar moeder een betrouw
baar vriend en raadgever en Geheimrat
Graupner noemde haar schertsend zijn
pleegdochter. Selma en zij waren weer,
net als in hun kinderjaren, intieme vrien
dinnen geworden. Juliane had Selma's
hartsgeheim geraden en haar ook het hare
bekend.
Juliane en Alfred Miihlfeld schroven el
kaar geregeld, maar op haar verzoek deed
hij geen pogingen om verlof te krijgen,
om haar te komen opzoeken. De tijd zou
vanzelf een goede oplossing brengen,
meende ze.
Forbergs onschuld was inderdaad be
wezen. De laatste twijfel was verdwenen
nadat de foto van het hoofd van het lijk
was aangekomen, benevens een afschrift
van het proces-verbaal van het gebeurde.
Over de misdaad zelf lag echter nog een
dichte sluier gespreid en de ijverigste na
sporingen hadden nog geen licht gebracht.
(Wordt vervolgd).