UIT HET VATICAAN. ALI. EB DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND JW li VERMIST! rwerlf TWEEDE BLAU. DE LEIDSCHE COURANT ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1928 Door Prof. ANDREAS RASETSCHNIG (Rome) Tengevolge van de aanhoudende sbnor- ale hitte, d»e trillend boven de Vaticaan- he tuinen hangt, is er géén enkel uur m den dag, dat <le H. Va-der daar eenige irfrisschende koelte kan genieten. Z. H. 'Jhteefo dan ook zijn rijtoer en wandeling die I/Hij gewoon was iederen dag te maken ach- ter we ge gelaten: de H. Vader komt niet [neer buiten de zalen van zijn palcis. F Terwijl de gewone audiënties, die als het ware in de dagorde van het Vati can eon vaste plaats gekregen hebben, ïun gewoon verloop hebben, behooren de ■diënties die aan groote groepen pel- ijjnns gegeven worden tot de zeldzaamhe- len, want sedert de groote warmte wa- en zich geen bedevaarten in de Eeuwige Itad. In de afgeloopen week kwam er slechts én groep van 150 Amerikaanshce pelgrims /ill Buffalo naar het Vaticaan, om door en H. Vader in audiëntie te worden ont jagen. Deze bedevaart stond onder lei- ing van den zeereerw. zeergel. heer Dr. dward Fergen,, directeur van het Ameri cans che dagblad „The Catholic Union Times", de meest verspreide katholie ke krant in Amerika. Z. H. de Paus heeft dezer dagen een Ctngdurige audiëntie verleend aan Dr. Fa- nrian Abrantiwicz, van de orde der Maria- er reguliere geestelijken, die tot bisschop "enoemd is voor de Russen in Kar bin (Chi- eesch Mantsjoerije). J Zooals ik reeds vroeger heb medege- eeld zijn de betrekkingen tusschen den L Stoel en de Unie van Sovjetrepublieken og steeds zeer gespannen. Het atieaan 2 ft altijd in de weer om in de landstreken pje aan Rusland grenzen, en waar talrijke ussen wonen, ook katholieke bisschop pen te benoemen. In de Europeesche grens- reken heeft Polen de Russische bisschop- I f]én en geloovigen zoo gastvrij mogelijk met '"pen armen ontvangen. In het Aziatisch jinpdeelte was er nog steeds geen bisschop /enmin als geestelijken, die aan do ge- ovige-n de H. Sacramenten zouden toe- U enen en de kerkelijke bedieningen zou- m vervullen. Daarom heeft Z. H. de Paus U^n bisschop van Karbin benoemd, die tot jj^ak heeft de hiërarchie onder de katholie- >H die daar leven te herstellen. Dr. jhrantowisz behoort tot een congregatie Vjarenlang een kwijnend bestaan ge- 6rd had. Mgr. Matulawicz, de vroegere p.^irtsbisschop van Wilna en de latere fcstolische Visitator van Litauen, wist orde weer tot nieuwen bloei te bren gen. Toen de soldaten van Polen Wilna he etten werd Mgr. Matulewicz gedwongen •ju ambt neer te leggen. De beweegrede- •n* waarom dit geschiedde, liggen nog ,.rsch in de herinnering. Nu kon deze bis- inniop zijn totale arbeidskracht schenken i zijn congregatie die in Rome een Ge- liij^BUSecretariaat gekregen had. Thans '3 It Paus Pius XI Dr. Abranowitcz belast chuii!' de zielzorg van de katholieke Russen, het pas opgerichte Russische col- _1^ to Rome gaarne bereid zal zijn om j^fe Russen aan te nemen, die zich tot H. Priesterschap willen voorbereiden. gelijkertijd verscheen er een decreet van gHCongregalie van het Consistorie waar- --■BPaald wei"d, dat, ter voorkoming van ■"Merloien gaan van kerkelijke docu- nten, alle officieele aantèekeningen, die JBns de bepalingen van het kerkelijk 'hfr binnen de grenzen van het Russische ■I gemaakt zijn, evenals de doopregisters, door de pastoors aangelegd zijn, aan R Pauselijke Missie voor Rusland over- adigd moeten worden. De bedoeling van R/ decreet is, om het contact te bewa- enz.1 ren tusschen de H. Stoel en de geestelij ken, die nog in het gebied van de Sovjet republiek verblijf houden, in de hoop dat het binnen afzienbaren tijd mogelijk zal zijn om de katholieke hiërarchie te her stellen. De H. Vader heeft ook in langdurige particuliere audjjwtie ontvangen Dr. Gian- franceschi, den rèctor van de Gregoriaan- sche Universiteit te,iRtyhie, ora zich tot in de kleinste bijzonderheden te laten voor lichten omtrent de gebeurtenissen op de laatste Noord poolreis met de Italia. Z. H. gaf aan d^iKg^leerden priester op dracht. om aan GenerahNobile, die nog steeds lijdende is, Zijn bijzonderen zegen te brengen, en tevens 's Pausen volle te vredenheid te betuigen over het volbren gen van de bijzondere zending, die hem was toevertrouwd, n.l. het teeken der ver lossing te j.laatsen op het uiterste punt der wereld. Tevens schonk Z. H. hem een gouden jaarmedaille, om deze als bewijs van erkentelijkheid aan Nobile ter hand. te stellen. Met belangstelling volgt de H. Stoel de politieke gebeurtenissen die zich in de laatste weken in Joego-Slavië hebben af gespeeld; want reeds geruimen tijd was het Vaticaan in onderhandeling met de re geering van het koninkrijk der Serviërs, Kroateu en Slovenen, om tot een Concor daat te komen; deze onderhandelingen hebben tot nog toe weinig resultaat opge leverd en wellicht zal de nieuwe politieke constellatie betere vooruitzichten bieden, want het is een der vurigste wenschen van de Kroatische bevolking, dat dit concor daat zoo spoedig mogelijk tot stand komt, want de bisschoppen denken er thans niet aan om de oude rechten en privilegie-s, die zij onder de regeering der Habsburgers al tijd bezeten hebben, ineens zoo maar prijs te geren. De H. Stoel mag natuurlijk niet onverschillig staan ten opzichte van de moeilijke crisis, die daardoor ontstaan is, en de hachelijke positie die de Kroaten thans innemen, maar evenals in andere dergelijke gevallen handhaaft ook thans de H. Stoel haar beginsel dat zij zich niet bemoeit met de binnenlandsche poli tiek van eenig land, terwijl zij geen enkel middel onbeproefd laat, om de katholieken van Joego-Slavië tot rust en kalmte aan te sporen, en de bisschoppen zoowel als de geestelijken verzoekt om de geloovigen er aan te herinneren dat hun godsdienst plichten medebrengen, trouw en gehoor zaam te zijn aan het grondwettelijk staats gezag. Na een kortstondige ziekte is de hoog- eerw. pater D. Maurus Parodi, Generale Abt der Benedictijnen en Ordinarius der Abdij „Xjllius" van Monte Oliveto Mag- giore bij Siëna overleden. Voor eenige weken bevond de abt zich nog te Rome en niets liet een zoo spoedig einde voorzien. De overledene was zeer bemind en zeer gezien bij de bevolking, die gewoon was hem „II Padre" te noemen. De Salesianen van Don Bosco hebben bet plan opgevat om te»" gelegenheid van 's Pausen 50-jarig priesterfeest, in De cember 1929, te Rome een nieuwe Univer siteit te stichten en deze den naam te ge ven van Pius 'XI. Het instituut zal plaats bieden voor 300 interne studenten. Het geheele bouwplan van de stichting omvat behalve de universiteit, ook een pa rochiekerk met patronaat. Oceanitïs. Dat is de naam van de nieuwste soort griep, waardoor vooral luchtvaarders worden aangetast. De symp tomen van deze ziekte openbaren zich het eerst als de vlieger met een zwaar hoofd rondloopt en broeit over kaarten van den Atlantischen Oceaan. Som6 geneest dan de ziekte. Erger wordt het als de aange taste vlieger alle millionnairs en alle lucht vaartautoriteiten gaat afloopen om aan geld te komen. Ook dan is nog genezing mogelijk. Je krijgt het geld of je krijgt het niet, nietwaar1? Maar staat hij eenmaal klaar om te starten, dan begint de crisis benauwd te worden. Kinine noch asperien- tjes helpen, hij wil en hij zal over den Oceaan. En dan gaat het er op of er on der. Gewoonlijk er onder. Zoo zijn thans weer twee jongemannen, Bert Hassell en Cramer uit Amerika, ten prooi gevallen van deze ziekte. Zij wilden den Oceaan van West naar Oost overvlie gen via Groenland en IJsland. Dat plan was inderdaad zoo gek niet, omdat zij dan niet over zoo'n groot stuk water behoef den te vliegen. Doch het water bleek toch nog overvloedig; genoeg om hun te doen verdrinken. Men heeft althans geen spoor meer van hen gevonden. Waarschijnlijk zijn zij omgekomen door dezelfde oorzaak als waardoor reeds zoo menig Oceaanvlie ger is verongelukt, die van Oost naar West wilde vliegen, n.l. ijsafzetting op het vliegtuig. Thans wachtten wij nog maar, totdat Pottum het in zijn hoofd krijgt, en met zijn ballon van de „Nen:jto" opstijgt om zich over den Oceaan; te laten drijven Volgens de laagste berichten zouden ra dio-seinen van hen zijn opgevangen. Het is mogelijk Nobibe heeft dezelfde geschie denis meegemaakti! Nooit meer oorlog. De volgen de week zal het anti-oorlogsverdrag te Parijs geteekend worden. De Spaansche dictator, die met een vaderlijk gebaar uit de goedheid zijns harten verzekerd had: „Ik kom ook teekeoien, hoor", heeft de te leurstellende mededeeling gekregen, dat hij wel thuis kan blijven, evenals Tsjitsjerin, die zijn bolsjewistische blommetjes eens gaarne te Parijs buiten wilde zetten. Mus solini was minzaam uitgenoodigd, om per soonlijk te komen, doch Benito heeft aller lei kleinzielige mot met Frankrijk en heeft tegen zijn gezant te Parijs' gezegd, dat deze de boodschap maar aan moest pakken. Te Parijs is men daarover volstrekt niet te spreken en men wijst erop, dat zelfs Japan niet heeft willen volstaan met een op dracht aan zijn gezaitt te Parijs tot tee kenen, maar een aparten gevolmachtigde heeft gestuurd uit het verre Tokio. De glim lachende Japanneezen zijn nu eenmaal be minnelijke lui en dat is Benito Mussolini niet. De betrekkingen tusschen Italië en Frankrijk worden er infcusschen niet har telijker op. Er zijn reecis twee aanslagen gepleegd op Italiaansche consuls in Frank rijk en de Italiaansche studenten op het studentencongres te Parijis hebben onder stevig protest de Stad verlaten als gevolg van incidenten voorgevallen bij een voet balmatch. Als een op zulk een manier brommende Mussolini het anti-oorlogswerdrag van Kellogg teekent, dan boezemt dat geen al te groot vertrouwen in. Eert van degenen wier komst te Parijs het meest begroet wordt, is dr. Stresemann Het is thans voor het eerst na den oorlog, dat een Duitsch minister voet op Fran- schen bodem zet en bovendien was men al bang, dat behalve de Britsche minister van buitenlandsche zaken Chamberlain ook zijn Duit-sche collega zou wegblijven en dat vond men voor zoo'n belangrijk verdrag toch wel een beetje „sneu". Het baantje van minister van buitenlandsche zaken schijnt overigens een vrij ongezonde be trekking te zijn, want na. Briand, den Fran- schen minister van buitenlandsche zaken, die thans alweer hersteld is, werden zijn collega's Stresemann en Chamberlain ziek. Blijkbaar uit sympathie. Zooals gezegd, komt Chamberlain niet naar Parijs noch naar Genève, waar volgende week de Vol kenbondsraad en daarna de Volkenbond vergadert en komt Stresemann alleen naar Parijs en niet naar Genève. Daar men in Genève over een vervroegde Rijnlandont ruiming wilde spreken, verwacht men in Duitschland. dat Stresemann nu in Parijs een verstandig woordje met. Poincaré zal praten over deze kwestie. Want de wereld is toch niet voor niets zoo vredelievend ge worden, nietwaar! „Tc Voel me 'n kleine koning..." Aldus neuriet thans opgewekt Achmed Zogoe in Albanië. Sinds 1925 is hij presi dent. 't Is een vrij aardige betrekking, maar koning is toch nog beter. Daarom heeft hij al meermalen een balletje daar over opgegooid, maar tot nu toe is het hem niet gelukt. Ditmaal schijnen zijn kansen er beter voor te staan. Vandaag (Zaterdag) komt de onlangs gekozen constitueerende vergadering bijeen om de grondwet der republiek aan een herziening te onder werpen, en dan komt in de eerste plaats aan de orde de kwestie of de republiek een republiek zal blijven. Achmed schijnt den laatsten tijd de ver tegenwoordigers gepolst te hebben van de voornaamste groote mogendheden en van sommigen van de naburen, en moet ten antwoord hebben gekregen, dat, indien het volk de verandering wenscht, er geen bezwaren zullen zijn. Daarna heeft het Albaneesch persbureau de mededeeling gedaan, dat. Achmed hon derden telegrammen uit alle oorden van het land heeft gekregen om asjeblieft ko ning te willen worden. Zoodat wat de volkswil betreft, de zaak gezond is. Griekenland wil geen koning. Terwijl men aldus bezig is, om in Al banië een nieuwen koning te maken, heeft in Griekenland het volk een beslissenden uitspraak gegeven vóór Venizclos en daar mede tegen de monarchisten, die er nog steeds ijveren voor den terugkeer van ko ning Confctantijn. Venizelos was en is nog de groote tegenstander van de monarchie in Griekenland en bij de jongste verkiezin gen van Zondag 1.1. heeft hij zulk een over weldigende meerderheid behaald, dat de kwestie republiek of monarchie voorloopig wel is uitgemaakt. Volgens de berichten moet Venizelos' partij niet minder dan 220 zetels van de 250 veroverd hebben. Dat waarborgt een onoverwinlijke meerderheid en daardoor een periode van principieele politiek. Men mag het met. de liberale prin cipes van Venizelos niet eens zijn, er be staat thans in ieder geval kans, dat. Grie kenland' een tijdje rust krijgt om de nor male parlementaire werkzaamheden te volvoeren. BRIEVEN VAN EEN WANDELAAR. LUI. Het is zeer vriendelijk van den heer Verkleij, te Rijpwetering, dat hij in een in gezonden stuk zijn instemming betuigt met onzen brief, die vas gewijd aan den zang in onze kerken en de verplichtingen welke den kerkganger zijn opgelegd. Jawel, zegt dan de heer Verkley, dat is alles heel mooi en lovenswaard, doch en daar komt hij ons kapittelen ik mis iets in de behandeling van deze stoffe. Het orgel spel wordt er met geen enkel woord ge noemd en we lezen het door de letters heen dat is toch een zoodanig bestand deel van de zingende liturgie, dat het een zonder het ander niet wel denkbaar is. En daar wandelt de Wandelaar nu zoo maar overheenterwijl hij een lang epistel wijdt aan deze zang, rept hij met geen en kel woord van de gewichtige functie welke orgetjen organist daarbij vervullen. Dat is van den heer Verkley zeer goed gezien, al zal bij ons gelooven, dat onzer- zijdAgeen enkel opzet voorzit of wel een negatV van wat wij, met den heer Verkley, een onscheidbaar onderdeel van het geheol achten. Nu is de stof voor ons, die wandelen wil len langs de dingen en daaraan onze aan dacht wijden niet zoo gemakkelijk te be handelen, omdat, worden wij al te tech nisch, onze verhandeling meer in een vak blad thuis hoort. Immers, wij willen onze lezers niet te veel vermoeien met teclyii- sche besprekingen, die slechts een kring van belangstellenden zullen interesseeren en beoordeelen. Dit neemt echter niet weg, dat- wij gaarne den glacé-hand schoen, door den heer Verkley ons toegeworpen, opra pen en zullen trachten ook over het door heb bedoelde onderdeel van de kerkmu ziek ons licht te laten schijnen, al zal het dan slechts een flakkerend kaarslichtjo zijn, van geringe lichtsterkte. Voorop zetten wij, dat over het alge meen in de groote steden de bezetting van het orgel in goede handen is eu dat, waar door de Kerkelijke Overheid vaat beteekenende sommen worden uitgelegd voor het bezit van een goed organist, de toestand, bij vroeger vergeleken, aanmer kelijk is verbeterd. In onze dagen lezen wij namen van eer ste muzikale krachten, die het orgel in vele parochiekerken bezetten en ons zijn ta) van deze mannen persoonlijk bekend: wij durven gerust getuigen, dat. zij de plaats, welke zij innemen, werkelijk met eere ver vullen. Wij hebben ons bij een beoordeeling van het. orgelspel niet te bepalen bij de bege leiding van de misgezangen verder moet onze speurzin reiken. Ook en vooral de be geleiding van het gregoriaansch en do voor-, tusschen- en naspelen, mitsgaders de in tonen uitgedrukte fantasie van den organist. Wij hebben ons dan af te vra gen of alles, wat ons oor waarneemt, wel is in het kader van de juiste begrippen en opvattingen die ten heden dage gel den omtrent de liturgische muziek. Stuk ken is dat reeds verbeterd bij wat. in vroe ger jaren werd opgedischh, toelaatbaar ge acht. Dat was toen niet. fraai, niet stem mig en ook allerminst dienende de devo tie van de geloovigen aan te wakkeren. Dat zouden wij met een paar staaltjes van onze eigen ervaring kunnen illustree- ren. Wij herinneren ons frappante moeilijk heden. Eens hadden wij Meijerbeer's ope ra Hugenoten bijgewoond, die zeer goed was verzorgd in de solistische en instru mentale onderdeden. En zoo waar, toen wij in die plaats dee Zondags de Hoogmis bijwoonden rolde daar een van de meest gefigureerde baesolo's uit de keel van een goed zanger, met het „Adoro Tc" tot tekst 't Was van een banaliteit zonder perken, vooral waar dit nummer ging na de Con secratie Dat zat zoo. De organist was ook die opera gaan hooren en er zóó door ge- inepireerd, dat hij, thuis gekomen, een luk raak passende tekst bij de kop greep en dit den zanger ter hand stelde, welke hem Zondag's met een bravour en bulderend vibrato langs de kerkgewelven wierp. Of door dit moois de geloovigen tot stichting werden aangezet, laten wij onzer lezer ter beoordeeling. Een groot er tegenstelling hebben wij nimmer ondervonden dan, toen wij kort daarna bij de Benedictijnen in Ma ria Laach de Hoogmis bijwoonden en de heerlijkheid van het devote orgelspel van den daar het orgel bcdienenden monnik konden bewonderen. Grooter uiterste is ook niet denkbaar. Een ander geval is wol de moeite w&ard even te memorcoren. 't Is nog van jonge datum. Het betrof een dorpsorganist, die een aantal melodieën van Maria-liederen zelve van een begelei ding had voorzien. Reine octaven en kwin ten en het gebruik van cromatische to nen waren Bchering en inslag on men be grijpt dat deze liederen, waarbij een onzer bekende organisten een begeleiding schreef, treurig werden verbroddeld en alle kleur en stemming verloren. Elders weer zijn er organisten die meenen dat de hegeleiding hoofdzaak is en zich dan do weelde veroorlooven de registers van -ian instrument, liefst bazuinen, in actio te brengen, zoodat er van den zang al bitter weinig is te verstaan. Houdt een directeur in zoo'n geval zijn zangers niet in toom, dan ontaard de uitvoering van den zang in een wedstrijd waarin wordt gestreden feuilleton. Bet Duitsch van J. ARNEFELDT aald door Jac van Emden. Huil jullie niet zoo hartverscheu- Ikinderen, ging hij voort, zich tot Ju- Selma wendend, die elkaar snik- wom de hals waren gevallen. Kom fcCr me z'^en en laten we eens wat er nu gebeuren moet. Je 28 '*.jlaar Amerika nietwaar Forberg? nniflLr ze*' ^ing hij zitten. Selma ftan\ g<len Zl]n voorbeeld. illriflliflKf U met dat plan niefc in? vroeg M.IP t le Was blijven staan. «Hc/ilUpn gen(*ee.!> ik ben het er volkomen 0 y s' zijQ juist gekomen om jullie irWerlid|RJer rek te zien, en de Geheimrat jï 1 fens aa»' vier zacht ge- IBuW^Mprrln oj F een werd gekleurd. -nik tro Was de aanleiding tot het ,jDERI^ geweest. Toen haar oom 's mid- UrflftieC l„*Tmen om haar grootvader ttr8(TW» vondst in New York in ril lllir*rg on w €n tad verteld, dat dr. UOIIIfcjP iet punt stond, naar Amerika tón vader °m stoffelijk overschot fz H Z ln°ntvansst t<! „reffnolten B-0PP'grei1 trots Pooling T BES1P™"; Hij mocht de zeereis niet L-t haar J 2\hem nog eenmaal had rkoop"5 VergMeB*eï8Ö^eriMgdemze er naar, Juliane haar deelneming te betuigen. Terwijl haar oom er nog bij was, gaf zij haar grootvader te kennen, dat de beste voldoening, die hij den kinderen van den vermoorde kon geven, was, hen zelf op te zoeken. En ditmaal waagde Eduard Graup ner het niet, bezwaren te maken. Het groote onrecht, dat hij en zijn neef hadden begaan, drukte hem nog zwaar. Is uw moeder al op de hoogte? vroeg de Geheimrat. Neen, antwoordde Juliane, en we willen haar de volle waarheid ook niet zeggen, ze zou die niet kunnen verdragen. Maar je moet niet. op reis gaan voor je haar althans gedeeltelijk op de hoogte hebt gebracht. Een dag vroeger of later maakt voor je armen vader toch geen ver schil meer uit, maar voor je moeder zou het noodlottig kunnen worden, antwoord de de Geheimrat. Hij besprak nu met Ju liane wat de beste manier zou zijn om het bericht aan haar zieke moeder mede te deelen. Ten slotte spraken ze af, dat men haar zou vertellen, dat het lijk in Berlijn was gevonden en al ter aarde besteld en verder, dat haar zoon een tijdelijke aan stelling in de provincie had gekregen en zijn betrekking onmiddellijk moest gaan aanvaarden. Intusschen voerden Selm en Dr. Forberg een fluisterend gesprek. Er was op dit oogenblik natuurlijk maar een onderwerp, waarover ze konden spreken en toch scheen het hun toe, alsof ze elkaar nog oneindig veel andere dingen hadden ver teld. Het leek hun dat ze elkaar in deze enkele oogenblikken veel nader waren ge komen. Als u van de reis terugkomt, zult u dan den weg naar Charlottenburg ook niet meer kunnen vinden, meneer Forberg? vroeg zij. En ditmaal antwoordde hij niet: We zijn geen kinderen meer, freule von Kirch- dorf, maar hij zei, terwijl hij haar hand in de zijne hield: Ik zal zeker komen! Ze keken elkaar diep in de oogen en lazen daarin een heerlijke belofte. De Geheimrat deed Dr. Forberg nu het zelfde aanbod, dat dezen kort te voren door Gabler was gedaan en toen hij merk te, dat Gustaaf aarzelde zei hij: Tot. dus verre heb je alles wat ik je voor de per soonlijke behoeften van de familie aan bood, van de hand gewezen en je kiesch- heidsgevoel dat je verbood, geld van een Graupner aan te nemen, kon ik tep volle appreeieeren. Maar nu staat de zaak an ders: je vader is in den dienst der firma ora het leven gekomen en het is dus de zaak der firma voor de teraardebestelling en voor alle gevolgen van deze treurige ge schiedenis op te komen en ik meen te mogen aannemen, dat je heb geld liever van mij, dan van een der jongere dragers van den naam Graupner zult willen accep teeren. U hebt gelijk, meneer Graupner, het zou al heel ondankbaar van mij zijn, wan neer ik me nog langer tegen Uw goedheid zou verzetten. U kunt zonder zorg voor moeder en zuster op reis gaan. Trouwe vrienden zullen naast hen staan, voegde de Geheim rat er nog aan toe. Ik zal eiken dag naar mevrouw For berg en Juliane komen iniotmeeren tot dat mevrouw in staat is ons te komen opzoeken! verzekerde Sbhna. Daarna na men grootvader en kleindó^hter afscheid. Het was Dr. Forbèrg alsóf het donker was geworden in de kamer, b?en Selma weg was, paar het licht dat ze er had ge bracht, wqs in zijn hart achtergebleven en bleef bij Item op zijn tocht over de oceaan, dien hij den volgenden dag aanvaardde. Rustiger dan men na de schokkende gebeurtenissen der laatste dagen zou heb ben verwacht, bleven de beide vrouwen in het huis aan de Saarstrasze te Friedenau achter, Juliane's moeder had het doodsbe richt van haar man met groote zelfbeheer- sching opgenomen en haar genezing werd er niet door vertraagd. Ze hadden de ver lorene van den eersten dag af als een doo- de betreurd en de bevestiging van hun ver moeden werkte als een verlossing, omdat de smet op zijn nagedachtenis was uitge- wischt, ofschoon Juliane' toch nog vaak te worstelen had met de ontzettende visioe nen, die de schildering van den toestand, waarin men het lijk had gevonden, bij haar opriep. Tot haar geluk had ze niet veel tijd om aan sombere gedachten toe te geven. Ze had nu de lang begeerde aanstelling aan een meisjesschool gekregen, waardoor een groot gedeelte van haar dag bezet was. Als ze gewild had, zou zij haar vrijen tijd met privaatlessen hebben kunnen vullen, maar ze gaf er de voorkeur aan, na school tijd zoo gauw mogelijk weer naar Friede nau te gaan, hoewel haar moeder eigenlijk nooit aleen was. De ban, waaronder de fa milie Forberg zoo zwaar had gezucht, was plotseling van haar geweken. De Forbergs haden dadelijk weer vele vrienden, waar van ook niet een zou erkennen, dat hij ooit aan zijn onschuld van den overledene had getwijfeld. Zelfs de looper Schmidt gaf deze verzekering, toen hij een bezoek kwam brengen om aan de weduwe en haar dochter ook uit naam zijner collega's deel neming te betuigen. Ook Gabler liet niet na, eenige malen per week naar den gezondheidstoestand der beide vrouwen te informeeren en haar zijn hulp aan te bieden. Juliane waren deze bezoeken niet bijster aangenaam, ae óex-apotheker had haar altijd een zekere afkeer ingeboezemd. Ze had hem gelukkig ook niet noodig. De oude Kummer was voor haar en haar moeder een betrouw baar vriend en raadgever en Geheimrat Graupner noemde haar schertsend zijn pleegdochter. Selma en zij waren weer, net als in hun kinderjaren, intieme vrien dinnen geworden. Juliane had Selma's hartsgeheim geraden en haar ook het hare bekend. Juliane en Alfred Miihlfeld schroven el kaar geregeld, maar op haar verzoek deed hij geen pogingen om verlof te krijgen, om haar te komen opzoeken. De tijd zou vanzelf een goede oplossing brengen, meende ze. Forbergs onschuld was inderdaad be wezen. De laatste twijfel was verdwenen nadat de foto van het hoofd van het lijk was aangekomen, benevens een afschrift van het proces-verbaal van het gebeurde. Over de misdaad zelf lag echter nog een dichte sluier gespreid en de ijverigste na sporingen hadden nog geen licht gebracht. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5