MODERNE DICHTKUNST. J VERMIST! Uit de Omgeving na TWEEDE BLAD ERNEST MICHEL door S. Ernest Michel is Brabander. Hij is een levendig, bijwijlen hevige natuur. Alles wat hij doet is fel-impulsief. Schijnbaar beweegt hij zich daardoor in tegenstellingen. Men zou oppervlakkig den indruk kunnen krij gen, dat hij een rusteloos heen en weer ge- i slingerde is, die zich maar laat gaan op Gods genade. Dit nu is een vergissing. In de tegenstellingen, waarin hij zich beweegt,, zit de lijn van het rusteloos zoeken om zich zelf te vinden en zich te bevrijden van dat wat hij voelt als een belemmering van de ontplooiing zijner persoonlijkheid. Eenige jaren geleden was hij als redac teur verbonden aan het Eindhovensch Dag blad. Voor zijn beweeglijke natuur was dit op den duur een band, die hem knelde. Schrijven? Goed. Maar dan ook over kunst en zelf kunst produceeren. Maar schrijven II over voor een dichter allerlei onbelangrijke dingen, die evenwel tot de rubrieken van I een dagblad behooren.dat hield hij op den duur niet uit. Het zelfonderzoek kwam. En de slotsom was: Ik moet mij zelf onder tucht stellen. Ik moet alle maatschappelijk idealisme ter zijde zetten, het leven verlie zen, om het leven te winnen, onder hooger I aspect. „Und setzet Ihr nicht das Leben ein, I Nie wird Euch das Leben gewonnen sein" Het zal ruim drie jaren geleden zijn, dat We hem ontmoetten, eenigszins stil en na- denkelijk. Hij stond op het punt in een klooster te gaan, maar dan ook bij een der strengste orden, die zich laat denken: de Trappisten. Dat was nu juist iets voor zijn natuur: niet het wereldleven in zijn volle consequentie, dan de consequentie van den strengsten kloosterlijken staat. Vol energie en wilskracht ging hij, maar zijn bewogen geest was niet bestand tegen het zwijgza me en physiek zoo zware leven der Trap- I pisten. Hij werd ernstig ziek en moest het klooster verlaten. Toen verbleef hij een t poos te Parijs en te Rome, dichtend en schrijvend en zich practisch verdiepend in de VTeemde cultuur. Verleden jaar ontmoete ten we hem weer, zeldzaam levendig van geest en met drukke gesticulaties, tooneelen uit het land van Mussolini niet beschrij vend, maar plastisch uitbeeldend. Sinds wijdt hij zich in Holland weer aan journalistiek en letteren. Michel behoort tot den kring van jongeren uit het Zuiden des lands, die een paar jaar na den oorlog van zich het eerst liet spreken, en waarvan 'Albert Kuyle en de beide Brunings typi sche vertegenwoordigers waren. De eenza- me dichtertrots der Tachtigers' zat ook hem dwars, maar zij voelden tevens, dat zij hun eigen hoogmoed en ijdelheid den nek moes- ten breken, om buiten den lering van indi vidualisme en zelfverzekerdheid, te treden. Gebroken moest worden met wat nu weer oude vormen en gedachten waren. Op di recte wijze moest worden gesproken tot het volk. Het katholiek dogma zou hun.richt snoer zijn en zij wilden in hun verzen dit gevoelig belijden. Zij wilden realiteitsmen- schen zijn en de realiteit van hun eigen zielsleven en der wereld niet verbloemen achter onwaarachtige mooie woorden. Daar door zijn zij soms rauw in hun uitingen, een rauwheid waardoor ten slotte het mededoo- gen vibreert. We denken hierbij aan Henry Bruning: de wereld angstwekkend van lachelijkheid en troosteloos ellendig van burgerlijke zekerheid getailleerde jassen en lakschoenen en zijen sokken èn de waanzinnige eenzaamheid van Bembrandt.. üat alle grootheid vergeefsch is. Bruning schetst de wereld zooals zij is in [1 haar armoede, welke getooid is- met de val- sche steenen van leege vreugden en. de schelle fantasmagorie en van kermisspecta- I kei. En onder dat alles toch de bittere een- zaamheid en verlatenheid van den moneen. JJ Zoo dikwijls is doze poëzie niet anders dar I FEUILLETON. Naar het Duitsch van J. AKNEFELDT Vertaald door Jac van Einden. 23) i«3, Gabler bleef wachten. Zijn goede voornemens waren verdwenen als sneeuw ?J Y?or zon voor den wil van dezen man, o! ?ie e®?..biina demonische macht over hem iï» ad. Hij ging met hem mee naar het cir- cus en keerde met hem naar de Wil ^...strasze terug, waar gasten, meest ,eren adellijke families, een onge- oorde luxueuse maaltijd wachtte. De Hjb©1 V^oe^e a'3 een onuitputte- .i.^p aandringen van Heufelder nam Otto torn w fortuin was hem gunstig en uiteen &ezelschap vroeg in den ochtend hii il zooveel gewonnen, dat tn Z1J?, scnnlden kon betalen en nog een Ke«n,ls som «"«hield. Het was een S«henk van den duivel! hoofdstuk X. dwiirfin^ T7aren er verloopen sinds de vet s' Firma r Van ^en kanklooper Forberg. De 1 dien Vraupner en Zoon had den prijs, loofd I°0r z?n ontdekking had uitge- fi Partioi,r lenduizend mark verhoogd en vennlajit «aar de groofe ha- of hii 8ez°nden om te onderzoeken II berg en ïptT01? had in8escheept. For- [i bem t gelden de stukken ,wa- een schreeuw om den mensch. Uiterlijke kenmerken dezer verzen zijn het verwerpen van het renaissancistische metrum en rijm, met een viij laten stroomen van het diepere rhythme. Michel is voorzoover wij weten in zijn eerste verzen inniger dan Bruning en Kuyle, verzet zich dan nog niet zoo woest en trotsch als later. In den eersten tijd was het voor hem als voor meerdere jongeren moeilijk, plaatsing te verwerven voor zijn werk bij de toonaangevende tijdschriften. De Nieuwe Gide, al sinds lang niet nieuw meer, weigerde zijn bijdragen. De Nemesis der litteratuurgeschiedenis vond er even wel vermaak in, Kloos er in te laten loopen evenzeer als deze indertijd door de Julia- geschiedenis de redactie van De Gids te pakken had gehad. In 1923 versoheen in de Nieuwe Gids een gedicht Anneke", door Richard Skoghemma. Men vindt op de eer ste pagina netjes door den heer Kloos aan- geteekend: „De dichter van de volgende verzen is een geboren Zweed, die Hollandsch geleerd heeft en zich, zooals men ziet, op voor een buitenlander voortreffelijke wijze, want niet hoekerig en gewrongen, uit te drukken weet in onze moedertaal". De heer Kloos was er in geloopen, want Richard Skoghemma was niemand anders dan de heer Michel, die waarschijnlijk toen Zweden nog nooit had gezien, maar een lis tig middeltje verzon om plaats voor zijn werk te verkrijgen. Het is geen gedicht va-n breede vlucht maar er zit een zekere teer heid in en daarbij -een directheid van uit drukking, die niete te maken heeft met oude beeldspraak. Ik citeer uit II: Laten wij hand in hand Met spoedige voeten gaan, de weiden door. Jij dartele wilde meid, laten we loopen tot we hijgen lijk een kudde voortgedreven schapen. Want liefde is onze herder en zijn schepel werpt de kluit vette aarde waaruit wij geboren zijn. Och, Anneke, laten we lachen en groot liefdespel spelen in Gods land. En dit: Ik kijk je alleen met grooto oogen aan, omdat je zoo prachtig bent, een appelboom, die bloeien gaat. En dan droomt hij van de toekomst*. Wij zijgen op de knieën en vouwen vroom de handen. Maar bidden kunnen we niet van groot geluk. En de oogen drinken elkaar zacht vuur van vreugde een stom gebed van diepen dank. Maar de droom wordt niet verwezenlijkt: Anneke zeg je nu niets meer? van uit dit bruine kistje? Je witte gezichtje geeft niets meer clan een lach, die niet van de aarde is. Liefde moet groot, zijn, grooter dan de dood. En tenslotte: Ach, waarom leggen ze bloemen op je graf Wat zal decs nacht een lammetje treurig blaten. wanneer het geen gras vindt. Straks als het donker wordt dan breng ik een mandje vol want liefde moet grooter zijn grooter dan de dood. Van avond zal zij zeker zetten de mooiste sterren voor mijn raam niet. moeder? Dan kan ik zeker zien of liefde grooter is, grooter dan de .dood. Er^ is nu pas bij de Uitgeverij „Ois- wijk" te Oisterwijk een bundel verzen uit gekomen die een geheel ander karakter draagt dan bovenstaande vrije verzen. De bundel heet: ,,'t Mes". Hieruit leeren we den dichter pas kennen zooals hij innerlijk is. Men zal bemerken, dat hij sinds '23 aan merkelijk is gegroeid. Daarover-een volgen de maal. ren als van den aardbodem verdwenen. Ook Gustaaf Forberg, de oude Kum- mer en Möhlfeld, door Gebeimrat Graup- ner op de ruimste wijze met geld ge steund, spaarden moeite noch kosten om licht te krijgen in de duistere zaak. ZS hadden een der bekwaamste detectives van Berlijn in dienst genomen, maar ook deze slaagde er niet in, het geheim te onthullen. Steeds kleiner werd het aantal van hen, die geloofden aan het onvrijwillig verdwij nen van den banklooper en vele menschen schaamden zich niet-, zijn kinderen er van te beschuldigen, dat ze in het complot waren en alle rouw alle nasporingen voor een sluw op touw gezette comedie te houden, waarvoor men achtenswaardige lieden, zooals de heeren Kummer, Mühl- feld, den ouden Geheimrat Graupner en den rentenier Gabler een rad voor de oogen had weten te draaien. De laatste was evenwel al afgevallen. De rechercheurs, die in opdracht van /e firma Graupner werkten, waren er al spoedig achtergekomen, dat Gustaaf For berg niet meer bij den voormaligen apo theker kwam; ook had deze laatste zich bij zijn laatste verhoor weliswaar zeer voorzichtig, maar toch op een zoodanige wijze uitgelaten, dat daaruit allerlei ge volgtrekkingen gemaakt konden worden. Men kwam er daardoor achter, dat For berg zich vaak in geldverlegenheid had bevonden en hoe langer hoe meer aan den drank geraakt was. Deze feiten vielen tot groot verdriet van de kinderen niet te ontkennen; het laatste niet, omdat bet door vrienden van DE LEIDSCHE COURANT KATWIJK AAN DEN RIJN. Wisselbeker burgerwacht. De Burger wachten uit den Kring Rijnland Zuid, nl. die te Voorschoten, Valkenburg en Kat wijk, bezitten gezamenlijk een zilveren wisselbeker, waarom ieder jaar geschoten wordt in de maand Augustus. Deze wed strijd zal dit jaar plaats hebben op Vrij dag 24 Aug. des namiddags. In 1923 won Valkenburg den beker met 411 punten, max. 500 p., In 1924 Voorschoten met 437 p., in 1925 Katwijk met 444 p., in 1926 Voorschoten met 437 p. en in 1927 Katwijk met 466 punten. Het belooft een spannen de wedstrijd te worden. De beker is dus thans in het bezit van de Katwijkschc Bur gerwacht. Zaterdag j. 1. had op de rujks- schietbanen de wedstrijd plaats om den wisselbeker, vorig jaar beschikbaar ge steld door de Oegstgeester Burgerwacht en het eerste jaar, 1927 gewonnen door Rijnsburg. Er moest geschoten worden op schijf Burgtrwacht, telling 1—10, 2e series van 5 schoten voorafgegaan door eén. proefschot. De wedstrijd werd begunstigd door mooi weer. Te 2.15 uur had de loting voor de volgorde plaats waarna de com mandant van Oegstgeest, de heer Pelten- burg, den wedstrijd met een kort woord opende. Aan dezen wedstrijd word deelge nomen door vijftallen van de Burgerwacht te Oegstgeest, Voorschoten, Valkenburg, Rijnsburg en Leiden. De volgende wedstrijden werden be haald: No. 1 Rijnsburg met 470 punten (max. 500 p.), No. 2 Oegstgeest met 465 punten, no. 3 Leiden met 442 punten, no. 4 Katwijk met 429 punten, no. 5 Voorschoten met 428 punten, no. 6 Valkenburg met 396 punten. Het was een prachtige animeeren- de wedstrijd. Na den wedstrijd kwamen de deelnemers in de Cantine bijeen, waar de Commandant van Oegstgeest in welgeko zen woorden wees op de goede harmonie, den goeden geest, die onder de verschil lende Burgerwachten heersc'nt. Uit volle borst werd hierna het Wien Neerlandsch Bloed gezongen. De Voorz. der Rijnsburgsche Burgerwacht, do heer Grimbergen, dankte voor het gesprokene, waarna de beker aan Rijnsburg werd over handigd. LISSE. Geboren Cornelia, 'dochter van T. G. Kersbergen en N. Bijkerk Margare- tha Helena, dochter van A. C. Schalk en C. M. Faas Neeltje Jacoba, dochter van A. van Groen en A. de Wilt Adriana Maria, dochter van L. C. v. d. Vlugt en M. Oostdam. Overleden Cornelia Maria Dekker oud 76 jaar. Gehuwd: R. Kranier en G. de Regt. warmond. Plechtige H. Mis door Mgr. H. J. M. Taskin Dank aan de parochie. De Hoogmis werd gisterenmorgen opge dragen door den hoogeerwaarden heer mgr. H. J. M. Taskin, Protonotarius Apos- tolicus. Het altaar was met eenige bloem stukken feestelijk versierd. Mgr. werd aan de kerkdeur door misdienaars afgehaald en schreed onder het zingen van het Wel komstlied naar het Altaar. Zijnhoogeerw. werd bij het opdragen van het H. Misoffer geassisteerd door den zeereerw. heer A. Oudejans, pastoor der parochie, cn door den zeereerw. hooggel. heer C. Niekel, pro fessor aan het Groot-Seminarie. Na het Evangelie beklom mgr. Taskin den kansel om een woord van dank te spreken voor de belangstelling bij de vie ring van zijn jubileum ondervonden. Mgr. had tot tekst gekozen II Cor. III, 5: „En onze geschiktheid is uit God, die ons bekwaam gemaakt heeft om bediena ren te zijn van een Nieuw Verbond". Wat ik eigenlijk had moeten doen laatst leden Dinsdagavond, zeide spreker, maar, wat ik toen wegens de overweldigende ge voelens die mijn ziel bestormden onmoge- hun vader bevestigd werd en het eerste niet, omdat ze zelf gevolgen daarvan on dervonden. Er bevond zich in het bureau, waarin, zooals ze wisten, hun vader zijn geld placht te bewaren, slechts een ge ring bedrag en geen aanwijzing over de een of andere belegging. Daarentegen waren met het eind van het kwartaal ver scheidene rekeningen, gekomen; het bleek, dat er nog een hypotheek op het huis rustte, waarvan de vervallen rente be taald moest worden, kortom, de finantieele toestand was verre van schitterend. De jonge Forberg en zijn zuster gaven zich de grootste moeite, ten minste deze ramp voor de wereld verborgen to houden, daar ze wel begrepen, dat ze hiermee het wan\ trouwen tegen hun vader slechts nieuw voedsel zouden geven, maar ze konden toch niet voorkomen, dat eenige geruch ten openbaar werden. Bij alle moeilijkhe den, die ze te doorworstelen hadden, kwa men nu ook nog geldzorgen, die ze tot nu toe niet in hun leven gekend hadden, en de ondervinding, dat niet ieder, die wer ken kan, altijd in staat is het spook van gebrek te weren. Juliana was, nadat ze door baar examen gekomen was, een betrekking als leerares aan een particuliere hoogere burgerschool voor meisjes tegen den lsten October toe gezegd, maar acht dagen te voren schreef de directrice dat ze baar belofte moest intrekken; haar voorwendsel was door zichtig genoeg, de eigenlijke reden was dat de dames vreesde, door het aanstel len van de dochter van een voortvluchti- gen dief haar instituut bij de ouders van baar leerlingen ia discrediefc to brengen. lijk had kunnen doen, mag ik thans doen, daartoe in staat gesteld door de welwil lendheid van uw geestelijken herder. Gij zijt hier samengekomen om nog eens met mij, en ik ben hier gekomen om nog eens met U, God te bedanken, voor den - gen, in het Priesterschap mij gegeven, en voor de zegeningen, geduronde veertig ja ren over mij uitgestort. Voorzeker, ik kon het daartoe niet beter treffen dan de dag van heden, want de Misliturgie van dezen Zondag geeft overvloed van stof, en o kerkelijke gebeden van vandaag zijn als 't ware geschreven om mij en u erop le wij zen, hoe groot mijn plicht van dankbuar- heid moet zijn voor het priesterschap cn hoe groot uw dankbaarheid moet zijn voor de genadegaven, door God aan u door middel van de priesters geschonken. In het Epistel lezen wij bij St. Paulus: „al onze genoegzaamheid i6 uit God". Wij zijn uit onszelve niet in staat ook maar een goede gedachte te vormen, en, wan neer die goede gedachte in een goede daad wordt omgezet, dan is dat het werk van Gods genade. In de eerste Oratie bidden wij: „God, door wiens genade de geloovi- gen u waardig en loffelijk dienen" dus wanneer wij God dienen, zooals Hij het verlangt, waardig en trouw, dan komt dat niet van ons maar van Gods genade. Daar om is er alle reden God te danken, omdat hij gedurende veertig jaren mij de genade heeft gegeven op „waardige en loffelijke wijze te dienen" dat is niet van mij, niet mijn werk, maar Gods genade. En de kerk bidt verder: „dat wij zonder te struikelen tot de beloofde goederen snellen" dat Gods genade over mij moge blijven neder dalen. Dat is wat mij betreft, zeide mgr. Maar ook voor u, beminde geloovigen, zijn tref fende wóórden in de liturgie van dezen dag te vinden. De voorstelling van het Priesterschap is een weldaad van den goe den God en deze instelling is een bron van velerlei zegeningen voor de menschen. In het Epistel lezen wij, dat de Israëlieten hun oogen moesten dekken voor Mozes' aangezicht wegens de glorie, die van zijn aangezicht afstraalde, hoeveel te meer dus, vervolgt de H. Paulus, is dan de Be diening der rechtvaardiging in heerlijkheid overvloedig. Wij leven, zei spr., onder die veel grooter glorie van het Priesterschap. De Priester heeft de taak bemiddelaar te zijn tusschen God en de menschen. De priester moet de gramschap Gods verbid den, zooals in het Offertorium wordt ver haald, en Gods zegeningen over het volk afsmeken door gebeden en offeranden. In het Evangelie vinden wij op de eer ste plaats een zaligspreking van de Apos telen en in het tweede gedeelte een onder richting aan den Phariseeër over naasten liefde. Zalig zijn de oogen, die zien, wat gij ziet, zegt Jezus. Manr dezelfde zaligspreking geldt ook ons, die leven nadat de t.veede Persoon der Allcrh. Drievuldigheid op aarde is neergedaald. En de leer, door Christus gebracht, en de genaden, door Christus geschonken, vallen ons ten deel door middel van den priester. In het tweede gedeelte van het Evange lie wordt ons geleerd de deugd van naas tenliefde in het verhaal van den barrahar- tigen Samaritaan. Ook de taak van den priester is het den zondaar te redden, den ongelukkige, die gevallen is in handen van den duivel, en de wonden te heelen, door de zonden in de ziel geslagen. Is het dan niet een plicht,4 die op ons allen rust, God te danken voor de instel ling van het H. Priesterschap? Mgr. besloot met te zeggen, dat hij deze H. Mis zal opdragen uit dai. i -id voor allen in deze parochie, opdat het hun naar ziel en lichaam moge goed gaan. Mgr. dankte allen voor de belangstelling bij zijn jubileum en voor den arbeid, die de feestviering heeft gekost. Op de eerste plaats dankte hij den herder dor parochie, die wel de groote stoot gegeven heeft, dan het hoofd van het burgerlijk bestuur, en verder al degenen, die hebben medege werkt door versiering, muziek, zang, on derricht der kinderen of anderszins. Ik ga nu het H. Misoffer opdragen, zeide zijn hoogecrw., dankt met 'mij God en bidt, op dat een rijke zegen naar ziel en lichaam over ons moge nederdalen. Alle pogingen om een andere aanstelling of zelfs particuliere lessen te krijgen, mis lukten om dezelfde reden; ten slotte bleef niets anders over, dan gebruik te maken van vaardigheid in het handwerken, om althans iets te verdienen. Met haar broer ging het evenzoo. Hij bad uitzicht gehad bij wijze van proef een jaar aan een gymnasium onderwijs te kun nen geven, maar nu was er plotseling ner gens een plaats voor hem open en oven- min kon hij privaatlessen krijgen. Alfred Mühlfeld bevond zich sedert eenige dagen niet meer in Berlijn; hij was voor eenige maanden aan de rechtbank van een kleine stad in Silezië toegevoegd en had zich daaraan niet kunnen ont trekken, wilde hij niet een jongeren col lega een grooten voorsprong geven. Met een bloedend hart had hij afscheid van Juliano genomen, beiden wisten heel goed, dat deze scheiding geen toeval was, maar dat de overplaatsing van Mühlfeld do bedoeling had, hem voor goed van Ju- lina te scheiden. De assessor had zijn ouders in kennis gesteld van zijn verlo ving en van do omstandigheden, waar onder deze had plaats gevonden. Daarop was zijn vader, rechter Mühl feld, naar Berlijn gekomen om hem, zoo- als hij het uitdrukte, van zijn krankzin nigen daad terug tes houden. Ondank de smeekbeden van zijn zoon, had hij per- timént geweigerd, Juliana te ontmoeten. Daarentegen had hij aan de kwaadwil lige praatjes omtrent haar vader, haar broer en haar zelf een gewilig oor ge leend. Zeer onaangenaam getroffen was hij d<m ook door het feit, dat zijn zoon! MAANDAG 20 AUGUSTU5 1928 UIT DE RADIO-WERELD. Programma's vopr Dinsdag 21 Aug. Hilversum, 1071 M. 12.302.00 Lunchmuziek door het Trio Courtel. 0.007.45 Concert door het Oraroep-or» kest o. 1. v. Nico Trcep. G. E. de Boer, ac- cordeonvirtuoos. 8.15 Radiotoonoel. Studio-opvoering door het Nieuwe Nederlandsche Tooneel van „De Violicrs", tragie-comedie in 4 acten van Willem Schürmann. Tusschen de be drijven entre'actmuziek. 10.Persberichten. Huizen, 340,9 M. (N a 6 u u r 1370 M.) (Uitsluitend K. R. O.-uil zendingen). 12.30—1.30 Lunchmuziek door het Trio Winkels. 6.007.00 Gramofoonmuziek. 8.15 Concert in Loon op Zand. De Kon. Harmonie Sophia's Vereeniging. Dir. P. J. van Abeelen. Het mannenkoor „Echo dor Duinen", Dir. J. D. E. v. d. Heuvel. C. Dan- kers, saxophone, C. v. d Nieuwenhuis, cla rinet, A. Dankers, alt-saxophone. C. Dan- kors, tenor-saxophono en M. v. d. Hoven, baritonlsaxophone. Spr.: J. D. E. van don Heuvel: Loon op Zand en zijn industrieën. Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Fauto Bonino's sextet en V. S. Turn huil, alt. 1.202.20 Orkestconcert. 4.20 Orkesttconcort. 5.20 Voorlezing van PJroza. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Gramofoonmuziek. 6.50 Nieuwsberichten. 7.05 Gramofoonmuziek. 7.20 Lezing: Londoners country. 7.35 De lioderon van Moussorgsky voor sopraan. 7.50 Oude Volksmuziek. Salon-orkest van J. Farrington, bas. 8.50 De Wireless Singers. S. Eaton, viool. 9.35 Lezing: Housing. 9.50 Nieuwsberichten. 10.10 „The locked Chest", 1-acter van Masefield. 10.5012.20 Dansmuziek. „R a d i o-P a r i b", 1750 M. 12.502.10 Orkestconcert. 12.502.10 Orkestconcert. 4.055.05 Orkestconcert. 9.0511.20 Concert. Orkest en Hr. Doyen piano. Daarna „Louise de Charpentior", radio-tooneel. Langenberg, 469 M. 12.301.10 Mechanische muziek. 1.252.50 De Wiener Schwalben-Schram meln. Concert. 6.20—77.15 Orkestconcert. 8.35 Concert. „G'schichten aus den Ber gen", Orkest en solisten. Zang, muziek, ra dio-tooneel. Königswusterhausen, 1250 M. (Z e e s e n). 12.205.20 Lezingen. 5.206.20 Orkestconcert. 6.208.05 Lezingen. 8.50 Concert. Ouverture's. Het omroep orkest o. 1. v. Bruno SeidlerWinkler. Hamburg, 395 M. 4.35 Guitaarconcert en liedjes bij de luit. 5.20 Orkestconcert. 6.20 Orkestconcert. 8.20 „Der saturnische Liebhaber", tragi- comedie in 3 acten van R. Walter. Daar na tot 11.20 Cabaret. Brussel, 509 M. 5.20 Gramofoonmuziek. 5.50 Orkestconcert. 6.50 Orkestconcert. 8.20 Concert in do dierentuin Antwor- pen. 10.35 Sluiten. zoo ijverig aan de nasporingen van den banklooper had deelgenomen cn overal zoo positief diens onschuld verdedigde, dat hij zich daardoor al onaangenaamhe den op de hals had gehaald. Met goedheid en met toorn trachtte hij zijn zoon te pressen, zijn verbintenis met Juliane, die hem slechts nadeel en schade kon brengen, to verbreken. De assessor antwoordde eenvoudig, dat dit hem on- mogolijk was, dat hij van Juliane hield en zij van hem en dat hij zijn woord had gegeven. Alle pogingen van den vader om zijn zoon tot andere gedachten te brengen, bleven vruchteloos. Ze kwamen niet tot overeenstemming, maar het kwam toch ook niet tot een breuk tusschen hen: hun wederzijd8che groote genegenheid voor kwam dit laatste. Maar do vader zocht en vond een uit weg. Met bohulp van invloedrijke rcclaties in Berlijn wist hij hem uit deze stad weg te werken. Enkele dagen na het onder houd met zijn vader kreeg Alfred een brief met opdracht om een rechter in Löwcnburg in Silezie die njet ziektever lof was, te gaan vervangen en zich on- middelijk naar zijn nieuwe standplaats to begeven. Twee dagen later was hij vertrokken en Juliane bleef achter in een troosteleo- zer eenzaamheid dan tevoren. Haar broer was het grootste deel van dcu dag in de stad en als hij van zijn vruchtelooze toch ten terugkwam, was hij diep terneergesla gen en stilgewoonlijk trok hij zich dadc lijk op zijn kamertje terug. (Wordt verroljd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5