'AMEï» RUBRIEK ëb KEUKENGEHEIM. TOMATEN MET RIJST GEVULD. Reinig de tomaten, snijdt er de kap jes af en hol ze uit, zoodat het harde vruchtvleesch overblijft. Kook rijst gaar in bouillon en vermeng haar met het tomatensap, dat vooraf op een zacht vuur gezet is met wat boter, pe terselie, ui, peper en zout, twee heele tomaten en daarna gezeefd. Vul met dit mengsel de uitgeholde tomaten, rangschik ze op een geboterde schotel, elke vrucht belegd met een kluitje boter en zet het geheel in den oven. Men kan' aan de rijst ook geraspte gruyère-kaas toevoegen. VEROUDERDE GRAPPEN. Ik voel me altijd onbehagelijk ge stemd worden als men zoo ironisch mo gelijk over specifiek vrouwelijke gebre ken spreekt. Ik geloof niet aan specifiek-manne- lijke en specifiek-vrouwelijke ondeug den. Er zijn mannen, die al de ondeugden bezitten, die mens ons, vrouwen wil aankleeven, en vrouwen, die de gebre ken van alle mannen-te-samen schijnen te bezitten. Daar is geen vaste regel voor, men zondigt toch niet naar een vast systeem? Maar, natuurlijk er zijn honderde moppen op vrouwen-ondeugden en mannen-gebreken, u kent ze ook wel. Vrouwen die bittere tranen schreien of in onmacht vallen om een nieuwe hoed; de hatelijkheden tusschen vriendinnen, de nieuwsgierigheid en vooral.... de ijdelheid, de echt vrouwlijke coquette- rie enals ergste ondeugd, die ons aangewreven wordt: de zwak voor leugentjes, de geniepige draaierijtjes! Toegegeven, dat een vrouw er gauw toe komt om allerlei bespottelijke nie- tigheidjes anders voor te stellen dan het is, als ze er ontstemming mee kan voorkomen. Ook kan de conversatie onder dames in het algemeen doorspekt zijn met van die kleine „afwijkingen" van de juiste waarheid, die toch on sympathiek aandoen, maar daarmede is <8 niet gezegd, dat een man altijd de waarheid zegt en nooit op een afwijking betrapt kan worden. Ik heb u immers al gezegd: ik geloof niet aan specifiek-mannelijke of -vrou welijke ondeugden; het is een vorig- eeuwsche gedachte om de beide sekten hun eigen deugden en ondeugden toe te deelen. Wat men ook mag keuvelen over het „eeuwig vrouwelijke" en hoe ernstig men dit vijftig jaar geleden ook opgevat mag hebben, tegenwoordig is deze aardigheid in discrediet geraakt. De vrouwen, wat men ook mag bewe ren, zijn wel degelijk veranderd, zooal niet in hun eeuwige en onsterfelijke coquetterie, dan toch zeker in de ma nier, waarop ze daaraan uiting geven. Weinig jonge vrouwen zullen tegen woordig nog probeeren om met tranen hun zin door te drijven, of zullen het noodig vinden door middel van klein geestige draaierijtjes iets te bemachti gen, waar ze lust toe gevoelen. Wel neen, dat doen wij moderne vrouwen immers niet en waarom zouden wij het ook doen? Niemand legt ons immers meer iets in den weg en wij doen eenvoudig onzen zin! En hierin schuilt tenslotte het heele geheim. De tijd is veranderd, wij zijn veranderd en de vorige-eeuwsche aardigheden over ons gaan niet meer op! VOORVECHTSTER. TWEE SPORT-AUTOMANTELS, No. 171. In geen enkele tijd van het jaar wordt er zooveel van den auto ge bruik gemaakt als in de maanden Juli en Augustus, kortom de tijd des groote vacantie. We meenden daarom goed te doen een paar der nieuwste mantels der Parijsche hooge mode te reproducee- ren. Ons eerste model is een gemak kelijk zittende mantel, van kastanje kleurig kasha met strooken van kasha in beige en gegarneerd met in de kleur bijgeverfd bont. Als bijzonder heid valt het eerst op de wijde mouw inzet die een gemakkelijke beweging waarborgt. Vervolgens de eigenaar dige plaatsing van het bont en ten slotte het feit, dat de mantel slechts aan de bovenhelft een overslag heeft. No. 172. Minder opvallend dan het vorige, is dit tweede model voor een auto mantel, daardoor wellicht iets cor recter. Als materiaal is blauw dra- pella genomen met zwart soepel leer voor de incrustaties aan de mouwen den kraag en op de beide voorpanden. De rug is zonder garneering en wordt slechts onderbroken door een breede tailleband. Behalve de knoop aan den kraag, dient een groote gesp van vo ren als sluiting. ENSEMBLE No. 173. Zoon japon met een mantel is toch maar een gemakkelijk ding, vooral hier in Holland met z'n wisselend kli maat. Het is daarom bijna verwonder lijk, dat deze kleeding hier niet meer gedragen wordt. Ons model is van licht grijze „mousli- kasha", een der bekende weefsels van Rodier. Japon en mantel zijn beiden gegarneerd met helder blauwe stroo ken, waarvan er een den ceintuur vormt en aldus voorzien is van een galalith-gesp. Bij den overslag ver dwijnt de ceintuur onder de stof: ter plaatse van de kruising met de strook langs den overslag, wordt een kleine broderie gemaakt van de initialen der draagster geheel in dezelfde kleur blauw. De knoopen der japon zijn met de blauwe stof overtrokken. Zij heeft verder lange nauwe mouwen met een blauw biesje van onderen. De mantel is behalve met genoemde strooken, gegarneerd met in kleur bij geverfd bont. ....De laatste zaldoek-sjaals zijn gemaakt van gebrodeerde jersey Zij worden strak om de schouders der sportrobes gedragen en opgehouden door zilveren ringen Dezen winter zullen we veel goud en zilverjersey toegepast zien aan hoe den, speciaal in een fraaie tint „gra naat". DE EVOLUTIE IN DE MODE. Een terugkeer tot oude favorieten is geen vreemd verschijnsel in het men- schenleven, doch evenmin in de mode wereld. Groote verscheidenheid van model len zijn er momenteel te bewonderen, die allen min of meer wijzen op een terugkeer tot het vroegere. Doch, méér dan in de laatste seizoens het geval is geweest, is die terugkeer tot vroegere ideeën gratieus en gedistingeerd. Het „echt" vrouwelijke treedt naar voren, uiterst correct zijn de modellen; de des sins der stoffen veelal geestig, waar door een zeer bijzondere combinatie ontstaat, die de overgang niet te scherp omlijnd, maar als 't ware spelender wijze voor ons ten toon spreidt. Geleidelijke evolutie, waarbij raffine ment en distinctie niet ontbreekt, zie hier de kenmerkende verschijnselen der nieuwe moddellen. En toch is er voor de oningewijde geen noemenswaardig verschil met het vorige seizoens op te merken. Zoo menigmaal toch hoorde ik de leek oordeelen: „Niets geen veran dering in de mode, 't blijft ongeveer altijd 't zelfde." Maar als men in de mode-wereld wat meer „thuis" is, ziet men de fijne nuan ces, die een vloeiende overgang vormen tot een nieuwe mode, die een echt, on betwistbaar-vrouwelijke mode zal zijn. De stoffen, dit zomerseizoen gedra gen, wezen er al op, dat de mode dien kant uit ging. Lichte, soepele stoffen, bedrukt met kleine bloemetjes, geplis- seerde volants, lint en kantgarneerin- gen, draperieën enz. En dan de gestipte stoffen, zooals onze grootmoeders ze droegen als schuchter, jong meisje; stippen blauw op wit, wit op blauw, rood op beige in oneindige variaties, zijn ze niet het ken merk van de we der-invoering der na- ieve dessins van vroeger ERICA. KEUKENGEHEIM. BROOD MET KALFSLEVER- GEHAKT. Hak I K.G. kalfslever met 500 gram varkensvleesch (vet en mager) en stamp het mengsel vervolgens in een vijzel. Voeg er vleeschgelei bij, een likeurglas madeira, 3 eieren, waarvan het wit eerst geklopt wordt, zout en peper. Neem nu een casinobroodje, snijdt daarvan aan den bovenkant de korst weg, hol nu het broodje geheel uit en vul het met het vleesch en lever- mengsel. Ten slotte wordt de weggesne den korst weer op haar plaats gelegd en het brood in den oven gezet. Sjaals van hermelijnavond mantels zijn doorgaans heel chic, maar beschutten niet altijd voldoende tegen koelte Daarom lanceert Parijs nu groote vierkante sjaals van hermelijn (of immitatie) gevoerd met zilver- lamee VILTHOED. Men ziet reeds vele modellen voor het overgangsseizoen geëtaleerd, maar niemand denkt er nog aan ze te dra gen. We geven hierbij een dezer komsthóeden: het is een mocfcf van vilt in banaangele tint, gedoubleerd met zwarte panne en gegarneerd met zwart satijn lint. DE NIEUWE HOED. We geven hier een der eerste mo dellen van de nieuwe najaarscollectie. Het hoedje is van een beige-rose vilt met een garnituur van galalith op de rechterzijde. Uit de vorm blijkt, dat de thans zoo modieuze schuine lijn over het voorhoofd, ook in den herfst mode zal zijn. JAPON No. 174. Kastanje bruine crêpe de chine met witte pastilles. Kraagje en manchetten zijn wit, de zoomen afgemaakt met een bruin steekje. Merkwaardig is het taillestuk van witte crêpe de chine, voorzien van een ceintuur vaste plooitjes. De split op de borst is afge dekt door een strook, die door twee gleuven in het voorpand gehaald is. De rok heeft alleen van voren stolp plooien. JAPON No. 175. Een voorbode van het overgangs seizoen. Het is een japon van zwarte rips en rood fluweel. Zooals de tee- kening laat zien, is de halve mouw en het halve lijfje steeds rood of zwart alleen in den rok zien we een geleide lijke overgang der twee kleuren. Om de taille zijn twee banden in goud gebrodeerd; onder de bovenste verdwijnt het ceintuurtje, dat van de roode stof gemaakt is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 8