UIT HET VATICAAN.
DE AFGELOOPEN WEEK IN HET
BUITENLAND
VERMIST1
M TWEEDE BLAD
Dooj^Prof. ANDREAS RASETSCHNIG (Rome)
DE LEIDSCHE COURANT
ZATERDAG 11 AUGUSTUS 192S
:R0
I Het ongeval, dat de H. Vader enkele
0||P treken geleden overkomen -was, en tenge-
3821 volge waarvan de H. Vader de voet ver-
stuikt had, is thans gelukkig geheel her-
fcnjsteld. De gewone audiënties hebben weer
hun normaal verloop. Z. H. de Paus ont
ving in audiëntie de Amerikaanschc pel
grims van Pittsburg.
Vóór de algemeene audiëntie had Z. H.
,t! de Paus Pater Cox, leider van de Araeri-
kaansche bedevaart, in bijzondere audiën-
tie ontvangen.
■v Z. H. heeft ook Z.Em. Kard. Cerretti,
-den Pauselijken Legaat naar het Interna-
'I Ptionaal Eucharistisch Congres te Sydney,
in particuliere audiëntie ontvangen.
L. Eenige dagen geleden heeft Z. H. de
i Paus aan Mgr. Ceccia Daminioni, Maestro
I di Camera, last gegeven den kardinaal le
ft gaat te vergezellen. Immers de H. Vader
1 heeft besloten aan de pas voltooide kathe-
I drale kerk van Sydney een gouden kelk te
i r schenken en om aan het geschenk meer
waarde bij te zetten heeft Z. H. een pre
laat van Zijne naaste hofhouding gelast
dit geschenk over te brengen.
Zondag vertrekt de Pauselijke Missie
naar Napels, om zich daar dienzelfden dag
Kin te schepen.
T Na het Eucharistisch Congres begeeft
kardinaal Cerretti zich naar de Vereenigde
Staten en zal niet voor het einde des jaars
'I naar Rome terugkeeren.
De kardinaal, diens gevolg en de Ita-
Üiaan6che pelgrims zullen te Napels scheep
gaan op de „Orania."
De „Osservatore Romano" publiceerde
ieen boodschap van Z. H. den Paus aan de
Chineesche Bisschoppen en aan het Chi-
neesche volk. De H. Vader dankt den Al
lerhoogste dat er een einde gekomen, is aan
den burgeroorlog en spreekt den wensch
uit, dat een voortdurende vrede, gegrond
vest op liefde en recht moge heerschen.
Z. H. zegt, dat China, door zijn verle
den en traditie het recht heeft zijn volle
dige onafhankelijkheid erkend te zien. De
I katholieken worden krachtig aangespoord
r het hunne er toe bij te dragen, dat er in
ft China ook vrede moge zijn voor de kerk,
welke immers van hare kinderen eerbied
en gehoorzaamheid verlangt jegens de wet-
tige overheden.
De H. Vader vraagt vrijheid voor allen
f en gelijke algemeene toepassing der be-
ginselen van rechtvaardigheid en naastcn-
liefde.
Tenslotte verlangt Z. H. dat de katho-
gj lieke actie voor vrede en socialen vooruit-
in 6ang krachtdadig wordt gevoerd en ook
'li uitgebreid.
Geheel onverwachts is te Rome het be-
- richt binnengekomen van het overlijden
I -van Mgr. Aiutti, Aartsbisschop van Fasi,
'Apostolisch delegaat in Indochina. De de-
legaat was nog voor eenigen tijd in Rome
geweest, om rapport uit te brengen bij de
Propaganda en is nu tengevolge van ty-
phuskoorts in zijn residentie overleden.
Met Mgr. Aiutti verdwijnt een der meest
ijverige en bekwame dienaars van den H.
Stoel. Hij was doctor in de wijsbegeerte,
theologie, burgerlijk" en kerkelijk recht en
jaren lang medewerker van de Propagan
da. Mgr. Aiutti was de eerste Apostolische
delegaat in Indochina en werd daar be
noemd in 1925, terwijl de H. Vader hem
verhief tot de Aartsbisschoppelijke waar
digheid. Hij was nu het eerste nationale
Eucharistisch congres in Indochina aan
het voorbereiden, na talrijke diocesane
congressen door zijn tegenwoordigheid
aangemoedigd te hebben.
In tegenwoordigheid van den H. Vader,
kwam in het Vaticaan bijeen de algemee
ne vergadering der Ritencongregatie,
waarin de Kardinalen, leden dier Congre
gatie en consultoren hun votum gaven over
de heldhaftigheid der deugden van den
Eerbiedw. Broeder Conradus van Parsham,
Minderbroeder Capucijn, gestorven in 1894.
De zaak der zaligverklaring werd be>-
gonnen te Passau (Beieren).
Het opera Bonomelli voor de Italiaan-
sche landverhuizers, gesticht door den
grooten en heiligen bisschop van dien
naam, moest wegens financiecle moeilijkhe
den opgeheven worden. Het opera Bono
melli heeft veel, zeer veel gedaan voor êe
Italiaansche werklieden, die in Zwitser
land, Duitschland, Frankrijk gingen wer
ken. Bij het werk waren een groot aantal
priesters en kloosterzusters aangesloten,
die aan de grensstations huizen hadden om
de Italiaansche werklieden te ontvangen,
ze te verzorgen, ze inlichtingen te geven en
verder in het vreemde land met hen in
aanraking te blijven.
Na 38, zegge acht en dertig jaren is dan
eindelijk het vierdeelig atrium of Portiek
vóór de groote Basiliek van Sint Paulus
gereed gekomen.
"Wie de geschiedenis van dit atrium of
Portiek zou willen schrijven, zou het een
lijdensgeschiedenis noemen, en het is onge
hoord, dat een regeering, die op zich ge
nomen heeft, de kunstschatten van Rome
te bewaren en te behouden, na de geëin
digde Pauselijke regeering zoolang gewacht
heeft, om de door Pius IX reeds opge
bouwde Basiliek te voltooien.
Men weet, dat in 1823 de Basiliek van
Sint Paulus afbrandde, dat Pius IX de
Basiliek reeds consacre,erde ter gelegen
heid van het Yaticaansche Concilie en dat
de Pauselijke regeering op zich genomen
had de Basiliek op te bouwen.
Slechts de voorgevel naar de Tiber-
zijde en het vierdeelig portiek of atrium
ontbraken. Van dit. atrium legde Minister
Basiliek reeds consecreerde ter gelegen-
den, den eersten steen in 1890, en Zater
dag j.l. feest van den H. Paulus, werd het
voltooide atrium van Sint Paulus ingehul
digd door minister Fidele, van onderwijs
en schoone kunsten, en Volpi, minister van
financiën met gevolg.
Het was een traditie geworden, dat bij
bijna elke begrafenis een lange rij bid
dende Capucijnen de lijkkist volgde. Dit
gebruik bestond reeds sedert eeuwen.
Thans echter heeft men bij het Romein-
sche vicariaat bekend gemaakt, dat dit
meeloopen van Capucijnen bij begrafenis
sen van nu af wordt afgeschaft.
In de bladen is reeds een „strijd om de
Capucijnen" begonnen, aan welke Pa
ters het volk zeer gehecht is. In alle zie
kenhuizen van Rome oefenen zij de ziel
zorg uit en algemeen is het gebruik om
bij een stervende, behalve zijn pastoor,
ook een Capucijn uit het naastbijgelegen
klooster te roepen. En elke katholiek had
het vrome verlangen om, wanneer hij een
maal zou gestorven zijn, door biddende Ca
pucijnen ten grave te worden geleid.
Menschenkracht en natuur.
De Olympische Spelen behooren al weer
haast tot het verleden. Hebben zij hun
taak tot bevordering van de 6aamhoorig-
heid tusschen de volkeren der geheele
wereld behoorlijk vervuld? Dat was toch
eigenlijk het groote doel van dit interna
tionale festijn van krachtpatserij, niet
waar? Ieder officieel persoon, die zich ge
roepen gevoelde om bij de een of andere
officieele bijeenkomst zijn overkropt ge
moed te luchten, heeft tenminste geklopt
op datzelfde aambeeldje. Niets was zoo
goed voor de verbroedering der volken
dan samen zwemmen, samen hardloopen,
samen fietsen, samen boksen(!) enz. enz.
Maar nu komt opeens Clément Vautel in
het Fransche dagblad „L© Journal" de
zaken uit geheel ander oogpunt beschou
wen. Hij vindt de Olympische Spelen ge
vaarlijk voor den wereldvrede.
„De eene nationale ijdelheid stoot zich
bij die cosmopolitische dringpartij tegen de
andere en er ontstaan vonken. Het incident
dat de Fransche deelnemers heeft belet
den Olympischen eed af te leggen (waarom
die eed?) is onmiddellijk zoozeer vergif
tigd, dat de diplomaten zich ermee heb
ben moeten bemoeien.... Nog iets meer
en wij hadden oorlog met Nederland gehad
ondanks het verdrag van Kellog!" schrijft
hij.
„En wat te zeggen van de mise en
scène, die bestaat in het plechtig hijschcn
der nationale vlaggen, terwijl de niet. min
der nationale volksliederen weerklinken,
omdat Billy, Fritz en Tatave snel hebben
geloopen
Dit alles is overdreven en bewijst, te
Amsterdam zoowel als te Colombes en el
ders, dat de internationale sport, wel ver
re van de verzoening der volken te bogun-
Btige, een uiterst prikkelend chauvinis
me ontwikkelt
Heeft de man gelijk of niet?
Dcsalnietemin interesseert de heele we
reld zich geweldig voor wat de manne
tjes met do sterke kuiten en de spierbal
len presteeren. De nederlaag van Arne
Borg was veel sensationeeler dan de op
denzelfden dag bekend, geworden kracht
patserij van Moeder Natuur in Indië. Wan
neer het aankomt op het breken van re
cords, dan is het slecht kampen met de
oer-krachten der natuur. Eén uitbarsting
van een vulkaan en het aantal slachtoffers
loopt in do honderden.
Het eiland Paloeweh, dat het tooneel
werd van den jongsben ramp, is een vulka
nisch eiland in de Floreszee. Het is wei
nig meer dan een uit zee oprijzende vuur
berg, welke tot nu toe zich bepaalde tot
het, uitstooten van .rcfctkkolommon.
De top heeft den vorm van een koepel
en is voor de ééne helft kaal, voor de an
dere helft beboscht. Aan de Zuidzijde laat
een gapende afgrond ons den bouw van
den koepel zien. Hij bestaat uit harde la
va, verstard in zuilenvorm gelijk basalt zui
len.
Een diep en breed ravijn strekt zich van
daar uit tot aan zee, hier en daar stijgt
rook op uit de spleten in den koepel. Le
vendige kleuren verraden het bestaan van
afzettingen: zwavel enz. De Zuidzijde van
het eiland is over het geheel steiler, wil
der, boschrijker dan de Noordzijde, waar
de bewoners hun dorpen hebben gebouwd
en hun tuinen aangelegd.
Aldus beschrijft een bekend natuuron
derzoeker het eiland.
Aan de Zuide-Westelijke kant van den
berg zijn de gemelde verwoestingen aange
richt. Daar zijn de 6 dorpen gelegen, waar
volgens de eerste berichten ca. 1000 men-
schen gedood zijn, terwijl volgens een an
der telegram ook op Flores drio dorpen
verwoest zijn, waarbij echter slechts 10
personen om het leven zouden zijn geko
men.
De menschheid is weer eens herinnerd
aan dien wereldkampioen, die niet is uit-
genoodigd op de Olympische Spelen: de
dood.
Stefan Raditsj. - Nog een doode
valt deze week te herdenken n.l de Krioati-
sehe boerenleider Stefan Raditsj, die nog
onverwachts overleden is tengevolge van
den in Juni op hem gepleegdcn aanslag in
de Skoepsjtina te Belgrado.
De dood van Raditsj zal ongetwijfeld de
staatscrisis, die reeds zoo geruimen tijd
het koninkrijk van Serviërs, Kroaten en
Slowenen teistert, nog verscherpen. Want
ondanks zijn buitengewone felheid en luid
ruchtigheid was Raditsj, evenals zijn bond
genoot Pribitsjewits, in het doel van zijn
streven gematigder dan zijn volgelingen.
Hij wilde niet, gelijk zij, geheel los van
Belgrado, hij wilde het. verband bewaren,
maar dan in federalistischen vorm. Iets in
den. trant van het staatkundig vergelijk
tusschen Oostenrijk en Hongarije in de
oude Donaumonarchie.
Dit streven stuitte van meet af op de on
verzettelijkheid van Pasjits, wiens centra
lisme ook voor zijn opvolgers te Belgrado
'n soort politieke geloofsbelijdenis is geble
ven. De niets ontziende oppositie van de
Kroatische afgevaardigden daartegen had
het Zuid-Slavische parlement reeds lang
voordat de noodlottige schoten van Rasjits
er knalden, tot een strijdperk gemaakt,
waar het woest en wild placht toe te gaan.
Niettemin ware het zonder den moordaan
slag geen strijd op leven en dood van het
koninkrijk geworden, want zooals gezegd
wilden noch Raditsj noch Pribitsjewits
een volkomen onafhankelijk Kroatië. Zij
wisten te goed dat hun land daarvoor te
klein en te zwak was en dat onafhanke
lijkheid het ten speelbal tusschen Servië en
Italië zou maken.
Dadelijk na den aanslag in de SkoepBj-
tina heeft Raditsj zijn landgenooten dan
ook ernstig op het hart gedrukt het hoofd
koel te houden en als hij hersteld ware
zou hij stellig hebben getracht een breuk
met Belgrado te verhoeden. De kansen
voor een vergelijk stonden trouwens niet
zóó ongunstig als het oppervlakkig wel
leek, want de koning is geneigd zooveel
mogelijk aan de wenschen van de niet-
Servische volken tegemoet te komen en de
huidige eerste minister Korosetjs zou, on
danks de verloochening van zijn politiek
verleden, welke hem op zijn hoogen post
heeft gebracht, als Sloween het streven
naar een compromis zeker niet in den weg
hebben gestaan.
Wat er zal gebeuren nu met Raditsj
dood het hek van den dam is, valt moei
lijk te voorspellen. Pribitsjewits is cr nog,
j maar zijn invloed is bij lange na zoo groot
niet als die van Raditsj.
Nietdringen! Nauwelijks zijn de
Locarno-mogemlheden met de Vereenigde
Staten tot overeenstemming gekomen over
liet anti-oorlogsverdrag en nauwelijks is de
datum van de onccrteekcning van dit ver
drag vastgesteld, of daar koir.t opeens Pri
mo de Rivera, de Spa&nsche dictator, met
de boodschap: „Tk kom ook". En vlak
daarop verklaart Tsjitsjerin, de bolsjewiek,
dat. hij niet begrijpt, waarom de mogend
heden zoo'n vredelievenden staat als Sov
jet-Rusland niet hebben uitgenoodigd om
mee té beraadslagen, maar dat hij ondanks
zijn verwondering toch genegen is om bij
de onderteekening te Parijs tegenwoordig
te zijn, als hij wordt uitgenoodigd.
Nu zal men zeggen: laat ze maar naar
Parijs kamen, hoe meer zielen hoe meer
vreugd. Doch zoo gemakkelijk is dat niet.
Daar zit een formeele kwestie aan vast.
De mogendheden, die onderhandelden en
die eindelijk een compromis tusschen h'in
verschillende eischen en reserves hebben
gevonden, moeten het eerst onderteeke
nen en daarmee wordt officieel een einde
gemaakt aan de onderhandelingen. Laat
men Spanje en Sovjet-Rusland ook toe,
dan komen deze landen ook met hun
eischen en dan is de zaak nog lang niet af-
geloopen. Neen, zegt men, wij zijn thans
tot overeenstemming gekomen en wij tee
kenen. Wie daarna tot het verdrag wil toe
treden, wie het verdrag, zooals het daar
ligt, mede wil aanvaarden, die kan dat na-
tuarüjk doen, maar eerst moot het verdrag
formeel ©r zijn.
Dat is de beteekenis van de weigering
om Spanje en Rusland toe te laten tot. de
gelijktijdige onderteekening. Overigens lijkt
de heele manoeuvre van Tsjitsjerin ver
dacht veel op een poging om roet in het
eten te gooien.
Wat Tsjitsjerin over de beteekenis en
het doel van het. verdrag zegt, bewijst
trouwens zonneklaar, dat. het verlangen
naar opneming in den kring dtr ondertee
kenaars slechts voorgewend is. Hij zegt
toch met zoovele woorden dat het. verdrag
„een onderdeel vormt van de politiek die
gericht is op een omsingeling en voorbe
reiding van een oorlog tegen de Sovjet-
Unie. „Hoe kan een staat, met een derge
lijk wantrouwen bezield, zelf aaa zoo iets
willen mee doen?
Naar alle waarschijnlijkheid is de ver
klaring dan ook alleen voor binnenlandsch
gebruik bestemd. Moskou tracht het Rus
sische volk te suggereeren dat het verdrag,
ondanks de plechtige belofte om den oor
log als politiek strijdmiddel uit te ban
nen, een verbond van het kapitalisme tegen
het communistische Rusland is. Slech;« om
aan die suggestie kracht bij te zetten, wor
den nieuwe onderhandelingen geopperd,
waarbij de Sovjets „de van hun standpunt
noodzakelijke wijzigingen in het verdrag
zouden voorstellen."
Daarvoor hebben de mogendheden wijse
lijk bedankt. Wanneer de leidende staats
lieden te Parijs bijeenkomen, zal de ge
legenheid wel te mooi gevonden worden,
cm niet eens een paar interessanto kwes
ties aan te snijden, bijv. de bezetting van
het Rijnland. Frankrijk had bij die gele
genheid graag eens een verstandig woordje
met Kellogg gesproken over de schulden-
kwestie, maar Kellogg heeft te verstaan
gegeven, dat hij hierover niet. wenscht te
worden lastig gevallen. Misschien wordt de
Amerikaansche regeering meegaander als
de verkiezingen achter den rug zijn?
BRIEVEN VAN EEN WANDELAAR.
LL
Wij willen ditmaal eens een chapitro
aansnijden van kerkelijk muzikaal gehalte,
en eens wandelen langs de paden van do
Kerkmuziek. Misschien, dat het weinigen
interesseert, doch wij willen heb er op wa
gen en trachten belangstelling te wekken
voor een zoo nauw verwant deel van de li
turgie, waarmede de Kerk linar godsdien
stig leven omringt. Te meer lijkt dit ons toe
van eenig nut te zijn, waar zoovelcn do
schoonheden van onzen eoredienst. voorbij
gaan, en, terwijl zij ovcrigcnB vaak goede
christenen zijn, geen enkelo interesse heb
ben voor de schoonheid van den zang, als
voornaam onderdeel van de H. Handelin
gen, die onzen godsdienst vergezellen. Im
mers, al verstaan vele goloovigen niet wat
er gezongen wordt, toch begrijpen zij waar
om gezongen wordt: tot eer van God en
Zijn lieve Heiligen, en die wetenschap is
een voorname factor en rcods voldoende om
tot godsvrucht op te wekken. Wij zijn ge
lukkig ontgroeid aan de oude school, die
bracht in do kerken, op do koren, dé meest
profane muziek, missen en gezangen, die,
als compositie vaak van groote muzikale
waarde, totaal ongeschikt waren voor onze
kerken, voor den biddenden geloovige, die
geen enkele steun vond in zijn devotie, eer
der afgeleid werd en onttrokken aan den
drang der ziel, die tot bidden stemde.
Hoor ze nog galmen door ouzo kerkgewel
ven, die theatrale missen, die waarlijk niet
in staat waren den hoorder tot meerdere
godsvrucht te stemmen; hoor nog de sterk
gefigureerde solo's, waarin wij er speurden
van zeer verwijfden bouw en voordracht.
En het volk reageerde er op; het verloor
het innig devote, werd meegesleept met den
zang van den solist, die, meer dan de cere
Gods, veelal zich zelf zocht en den hoorder
meer opeischte door zijn zang voor zich
zelf, dan dat hij hem dichter bracht bij de
hoogheilige handeling die op hot altaar
werd voltrokken.
Goddank dat dit ver achter ons ligt en
een tijdperk heeft baan gebroken, waarin
andere inzichten zijn gerijpt. Wel na langen
strijd; doch. waar do Sint Gregorius-Ver-
eeniging do leiding nam, haar krachtdadige
FEUIL L E T 0 N.
Naar het Duitsch van J. ARNEFELDT
Vertaald door Jac van Emden.
18)
HOOFDSTUK VIII.
Hoe komt het toch, Aurelia, dat Dr.
Forberg hier tegenwoordig in het geheel
niet meer komt? Hij was vroeger toch
een dagelijksche gast, vroeg Otto Gabler
op zijn studentikoze manier, en strekte
daarbij zijn ledematen behaaglijk in den
ouden leunstoel.
Je bent zelf een veel te zeldzame
gast bij ons, dan dat jij zou kunnen be-
oordeelen, wie hier vaak of niet vaak
komt, antwoordde Aurelia scherp, met
het kennelijk doel, een rechtstreeksch
antwoord te vermijden. Maar juist om
dat haar broer dit merkte, liet hij het
onderwerp niet rusten.
Als ik hier vroeger maar de voet
over den drempel zette, moest ik oppas
sen, niet over hem te vallen en sedert jij
weer thuis bent, heb ik hem niet weer
ontmoet.
J Hij zal er wel zijn reden voer hebben,
waarom hij wegblijft, antwoordde Aurelin
1 en n&m het boek weer op, waarin zij bij
het venster had zitten lezen.
~7 Motieven zijn goedkoop, meende Otto
I ik zou toch wel eens willen weten, wat
hij eigenlijk heeft. Heb je hem een blauw
tje laten loopen of heeft hij zich bedacht?
Het boek viel op den grond, Aurelia
sprong op en riep:
Laat me nu eens eindelijk met rust
met je eeuwig gevraag. Wat hebben we nog
te maken met den zoon van een dief?
Otto keek haar verwonderd aan.
Houd jij den ouden Forberg dan voor
een dief?
Voor wat anders?
Voor het slachtoffer van een misdaad,
die nog aan het licht zal komen; dat is
uw meening toch ook, nietwaar vader?
Aldus op den man af gevraagd viel Ga-
bler, die met zijn krant aan het andere
venster zat, plotseling uit met een voor
hem zoo ongewone heftigheid:
Hou toch eens eindelijk op met die
ellendige geschiedenis! Ik wil er niets
meer van hooren. Hoeveel maal moet ik
dat nu nog zeggen?
Nu keek Otto zijn vader aan met oogen,
wijd van verbazing.
Maar vader, mij heeft u dat nooit
verboden!
Omdat ik de laatste week nog niet de
eer heb gehad, mijn heer zoon in het oude
krot op het Nicolaïkirchhof te zien, zij Ga-
bl°r op hoonenden toon. Maar Lorre praat
nu al ;Hien dagen over niets anders en
Aurelia kan er ook niet van slapen.
Pardon, Vader, ik ben er volkomen
kalm onder! gaf- Aurelia ten antwoord,
terwijl zij haar hoofd met het prachtige,
blauwzwarte haar trots in den nek wierp.
Er kwam een uitdrukking van hoogmoed
en minachting op haar mooi, donker ge
zicht, maar toch was er om de volle, roode
lippen een zenuwachtig trekken als van
een onderdrukten snik.
Maar vader, zei Otto hoofdschuddend
Forberg was toch altijd uw beste vriend.
Helaas wel! steunde Gabler.
U had toch maar heel graag gezien
dat Aurelia en Gustaaf een paar zouden
zijn geworden.
Daar heb ik nóg niets tegen; wat kan
die arme jongen er aan doen, dat zijn va
der van den goeden weg is afgedwaald, zei
Gabler, maar zij denkt er anders over.
Nooit! schreeuwde Aurelia, en dit
maal had haar houding stellig iets thea
traals. Eer gaat vóór alles! Ik zou liever
sterven dan trouwen met den zoon van
een gemeenen misdadiger!
Jij zou een prachtig model zijn voor
een Spartaansche moeder! spotte Otto,
enfin, als je je tegenover Dr. Forberg ook
zoo ondubbelzinnig hebt uitgelaten, dan
verwondert het mij niet, dat hij wegblijft.
Maar Vader, heeft u haar dan niet gezegd,
dat u van de heele geschiedenis niets ge
looft?
Wil je er nu eindelijk mee ophouden?
U heeft toch zelf naar den ouden
Forberg helpen zoeken en bij de politie
hebt u toch ook in zijn voordeel getuigd.
Ja juist, dat heb ik gedaan en nu wil
ik verder niets meer hooren van lie zaak!
schreeuwde Gabler stampvoetend.
Maar beste vader, suste Otto, wien
het gedrag van zijn vader nu toch we)
heel vreemd 'voorkwam, wind u zich
over die zaak toch niet zoo op. Let op wat
ik u zeg, eens komt de zaak aan het licht.
Gabler greep zijn zoon bij de schouders
en schudde hem heen en weer.
Er komt niets aan den dag! Praat
niet zoo'n verduivelde nonsens, zeg ik je!
Dus u gelooft niet dat bij vermoord
is? vroeg Otto, terwijl hij probeerde zich
aan den greep van zijn vader te ontwor
stelen.
Neen, hijgde deze, terwijl zijn
<foon nog vaster beetpakte, en spreek
er geen woord meer over, als je wilt, dat
we goed vrienden blijven. Hij is er van
door, als je het weten wilt!
Dus dat gelooft u nu ook?
Ja, dat geloof ik en omdat ik me
van de juistheid daarvan overtuigd heb,
wil ik van de heele zaak niets meer hoo
ren, antwoordde Gabler iets kalmer en
ging de kamer uit.
Zeg Aurelia, wat heeft Vader toch?
vroeg Otto, zoo heb ik hem nog nooit
gezien! Vind je ook niet, dat hij er slecht
uitziet?
Dat is werkelijk geen wonder, als men
zoo diep is teleurgesteld als vader door
dien Forberg.
Eerlijk gezegd, voor zoo fijngevoelig
had ik hem niet gehouden. En dan die te
genstrijdigheid! Hij wil van de heele zaak
niets weten en zegt toch, dat hij er niets
tegen zou hebben, als jij met den zoon van
Forberg zou trouwen! Dan zou hij do ge
schiedenis om zoo te zeggen voortdurend
in levenden lijve voor zijn oogen hebben.
Zulke onmogelijke dingen kun je te
genwoordig elk oogenblik bij hem "onsta-
teeren; het is op liet oogenblik heel moei
lijk met hem om te gaan.
Met jou ook zou ik zeggen.
Ze barstte in tranen uit. Ja, jij maakt
het je tegenwoordig gemakkelijk; jij leidt
een vroolijk leventje en vertoont jc alleen
maar, als je geld noodig hebt.
Het is een ander, zooals jo raden
kunt.
Wat er van mij worden moet, hoe ik
mijn verdriet te boven zal komen, dat
raakt jou niet.
Otto Gabler, die grenzeloos lichtzinnig
maar aan den anderen kant ook heel goo-
dig was, greep haar hand. Aurelia, je
houdt, van Forberg!
Zwijg; dat is voorbij.
Jo houdt van hem en je lijdt onder de
scheiding. Zijn stem klonk nu zoo week t*n
medelijdend dat Aurelia voelde, hoe de
ijskorst, die zich om haar hart had ge
vormd, wegsmolt.
Ja, ik houd van hem en nu, nu hij
voor me verloren is, heb ik hom harts
tochtelijker lief dan ooit! riep zo schreiend
maar toch zal ik nooit zijn vrouw wor
den!
Aurelia!
Zij hief de hand afwerend op. Er is
niets wat je zeggen kunt en wat ik me
zelf al niet voorgehouden heb, ik weet
dat mijn leven een en al ellende zal zijn...
En heb je wel bedacht, dat je hem
ook ongelukkig maakt, als hij van je
houdt? En hij heeft nu al genoeg te dra
gen!
Ook dat heb ik bedacht, antwoordde
zij en het scheen alsof haar gelaatstrek
ken verstarden. Er is niets aan te doen.
We moeten beide ons lot dragen. Het is
sterker dan ik.
(Wordt vervolgd).