UIT HET VATICAAN.
DE AFGELOOPEN WEEK IN HET
BUITENLAND
VERMIST!
TWEEDE BLAD-
Door Prof. ANDREAS RASETSCHNIG (Rome)
In het Vaticaan met zijn weidsche za
len en koele galerijen heerscht er ook
's-zoruers een aangename temperatuur.
Maar de particuliere vertrekken van Z. H.
zijn ondanks hun ruime uitgestrektheid
buitengewoon warm, zoodat Z. H. daar
onder lijdt.
De lijfartsen hebben den H. Vader dan
ook aangeraden zich niet al te zeer te ver
moeien door langdurige audiënties en an
dere ceremoniën. Aan een en ander moet
het dan ook geweten worden, dat het Con-
sistorium dat einde Juni moest plaats heb
ben, voor onbepaalden tijd is uitgesteld,
yanwege de zwoele atmosfeer die boven
de Eeuwige stad hangt heeft de H. Vader
ook zijn dagelijksche wandeling door de
Vaticaansche tuinen sinds enkele dagen
achterwege gelaten; wel maakt de H. Va
der een rijtoertje per automobiel, maar Z.
H. verlaat zijn auto niet. Doch al deze
voorzorgsmaatregelen zijn niet voldoende
in het ware zeer te wenschen dat de Paus
ie beschikking had over koelere kamers
ji een meer rustige en frissche omgeving.
In de Vaticaansche dreven zijn er wel
van die schemer-koele oasen van vrede en
rust, waar Z. H. de warme dagen lemid-
len. zijner intieme medewerkers zou kun-
sen doorbrengen. Leo XIII maakte steeds
?ebruik van zijn vacantiedagen, en liet tot
lat doel het kleine paleis van Pius V
•estaureeren, hoewel de plaats voor dat
doel niet gunstig gekozen was. Pius X wil
le zijn vertrekken in het Apostolische pa-
reis niet verlaten, en schonk deze villa aan
ie directie van de Vaticaansche sterren
wacht.
Benedictus XV, die het grootste gedeelte
van Zijn Pontificaat beleefde onder het
torment van den wereldoorlog vond heele-
maal geen gelegenheid om ook maar een
kleine zomervacantie te nemen. Eenigen
tijd geleden bood een rijke Amerikaan
door bemiddeling van kardinaal O'Connell
een ruime geldsom aan voor den bouw van
een intieme zomervilla in de Vaticaansche
tuinen. De H. Vader dankte den milden
gever ten zeerste, maar verzocht tevens dit
geld ten bate der missiën te mogen beste
den.
Den laatsten tijd heeft men herhaalde
lijk bij den H. Vader de noodzakelijkheid
bepleit, dat Z. H. een kleine zomervacan
tie zou nemen in een koele omgeving, doch
alle pogingen waren wederom tevergeefsch
totdat Pius XI dezer dagen verklaarde de
ze aangelegenheid aan zijn opvolgers te
zullen overlaten.
Kardinaal Staatssecretaris Gasparri
heeft Home verlaten, om evenals andere
jaren een kuur van drie weken te Monte-
catini te ondergaan. Daarna keert de Kar
dinaal naar Rome terug om vervolgens zijn
eigenlijke vacantie te beginnen, welke hij
in zijn woonplaats Ussita doorbrengt.
Een tweehonderdtal Amerikanen uit Ca-
lifornië werden dezer dagen door den H.
Vader in plechtige audiëntie o),f,raueen.
Dr. William Walsh geleidde de pelgrims
en stelde ze aan den H. Vader voor. Deze
Amerikanen behoorden allen tot de beken
de Ridders van Columbus.
De Paus sprak de Amerikanen allerhar
telijkst toe, en prees de Ridders van Co
lumbus, van wie, zoo sprak de H. Vader,
Wij van nabij de groote verdienstelijke
werkzaamheid aanschouwen.
De H. Vader zgende op bijzondere wijze
de Amerikanen, die van Lourdes kwamen,
en hoopte dat de Onbevlekte Moeder
maagd reeds van God de vruchtbaarste
zegen over hen zou hebben verkregen.
Het groote Katholieke Vrouwencongres,
dat thans in Rome gehouden wordt is wel
het gewichtigste feit van den dag. De ka
tholieke Vrouwenbond in Italië bestaat
nu reeds tien jaar. De Vrouwelijke Jeugd
bestaat in 296 Bisdommen van Italië; zij
heeft 6656 tehuizen voor meisjes en bijna
een half millioen leden. In de laatste drie
jaren gingen 6000 leden over naar den Ka
tholieken Vrouwenbond, 6731 zijn er in het
klooster getreden, 187600 hebben een hu
welijk aangegaan, 82.034 zijn er ingeschre
ven als kinderen van Maria, 24807 zijn lid
van verschillende Derde Orden en 76778
staan ingeschreven als lid van het Aposto
laat des Gebeds. De Vrouwelijke Jeugd
collecteerde 512.635 lire voor de Semina
ries, 4,424.831 lire voor de Missies en bijna
4 millioen lire voor de Katholieke Univer
siteit.
De Katholieke vrouwen hebben de
schoonste overwinning behaald, die een
Katholieke vereeniging kan behalen. Tal
rijke malen werd in Italië getracht, wette
lijke echtscheiding in te voeren, en steeds
heeft de Bond der Katholieke Vrouwen
door den grooten invloed, die er van de
georganiseerde Katholieke Vrouwen uit
gaat, dat weten te voorkomen.
En nu vergaderen beiden, Katholieke
Vrouwen op het Sint Damascusplein wa-
zelfs gedeeltelijk in het Vaticaan. Duizen
den en duizenden Katholieke Vrouwen en
Meisjes zijn hier samengekomen en vinden
verblijf in de kloosters en scholen van
Rome.
Kardinaal Merry del Val opende het
congres der Katholieke Vrouwelijke iTeugd
met een plechtige H. Mis en Veni Creator
in den Sint Pieter. In Santa Maria Mag-
giore werd het Congres der Katholieke
vrouwen geopend.
Bij de groote audiëntie der katholieke
Vrouwen op het Sint Damacusplein wa
ren tegenwoordig de Kardinalen Merry del
Val, Sbaretti, Laurenti, tal van Aartsbis
schoppen, Bisschoppen, Prelaten, leiders
der Katholieke beweging, kortom al die
naam hebben in Italië op Katholiek ge
bied.
Tien duizend meisjes, allen in het wit,
met witte sluiers op het hoofd vulden het
groote Damasusplein. De trompetten schal
den toen de II. Vader op het podium ver
scheen, terwijl de Palatijnsche wacht de
Paus-hymne speelde. Zoodra de Paus geze
ten was,- zong de menigte meisjes het be
kende: Christus overwint, Christus
heerscht, Christus regeert.
Daarna deelde de H. Vader eigenhandig
de prijzen uit die verdiend waren door die
genen die hadden deelgenomen aan de
prijsvraag in godsdienstige cultuur. Toen
hield de H. Vader een lange vaderlijke re
devoering tot zijn feestvierende kinderen.
Zijne Heiligheid prees hun werkzaamheid
op Katholiek gebied. Veel meer echter nog
hun echt katholiek voorbeeld, dat zij ga
ven aan anderen en dat weer duizenden
anderen meisjes naar de vrouwelijke jeugd
organisatie trekken zal. Verder sprak Z.
Heiligheid over het Eucharistisch leven,
over de reinheid en zuiverheid gelijk die
der engelen, die de leden moesten beoefe
nen, over het werkzaam apostolaat., dat. ze
kunnen en moeten uitoefenen in de Maat
schappij.
Na de Pauselijke redevoering werd door
de algemeene voorzitster mejuffrouw Ba-
relli een plechtige belofte voorgelezen
waarmede door alle aanwezigen luide in
stemming werd betoond. Alsdan voorafge
gaan door de muziek der Palatijnsche
wacht begaf zich deze stoet van tiendui
zend wit gekleede meisjes naar de Vati
caansche tuinen, waar, bij de grot van
Lourdes, verschillende geileden verricht
werden.
Nadat hier een gouden ex-voto was op
gehangen hield kardinaal Sbaretti een
feestpreek over Maria.
In de Pauselijke muziekschool werd de
groote congres vergadering gehouden der
Katholieke vrouwen van Italië; dit Katho
lieke Congres werd besloten met een
plechtige H. Mis in den St.Pieter, die
door de H. Vader zelf werd opgedragen
voor de duizenden katholieke vrouwen en
meisjes, deelneemsters aan dit congres.
Z. Heiligheid heeft dit zoo schitterend
geslaagde congres zelf willen sluiten, om
daardoor zijn sympathie en waardeering te
toonen voor het echt katholieke werk, dat
deze vereeniging in Italië' heeft tot stand
gebracht.
DE LEIDSCHE COURANT.
Dezer dagen werd de HoogEerw. Pater
Generaal der Minderbroeders in audiëntie
ontvangen bij den H. Vader. Bij deze gele
genheid werden vijf en twintig missionaris
sen aan Z. H. voorgesteld, die binnenkort
naar hunne missie's zullen vertrekken, n.l.
dertien naar China, vier naar Japan, drie
naar Indië, twee naar Albanië, twee naar
Bolivia, en een naar Palestina. Onder hen
bevinden zich twee Hollanders, n.l. Pater
Henricus Uppenkamp en Pater Cypriaan
de Graaf.
De Paus sprak eenige hartelijke woorden
tot de missionarissen en zegende hun goe
de voornemens. „De Heer zij met U op den
weg, en Zijn Engel geleide U overal" zoo
sprak de H. Vader en gaf dan aan allen
plechtig den apostolischen zegen.
De apostolische delegaat van Bulgarije,
Monseignear Ronoalla, is hier in Rome
aangekomen, om den H. Vader een gede
tailleerd rapport uit te brengen over de ver
woestingen, door de aardbeving in Bulga
rije aangebracht, waardoor vele kerken en
scholen thans in punt liggen, terwijl het
hoogst noodzakelijk is, dat deze weer spoe
dig worden opgebouwd.
Dezer dagen heeft de Minister van Bui-
tenlandsche Zaken van Joego-Slavië aan
haar gezant bij het Vaticaan, Dr. Simitsj,
opdracht gegeven, om aan den H. Stoel de
sleutels en den inventaris te overhandigen
van het St. Hieronymus-instituut te Rome.
De H. Stoel zal terstond daarna in over
leg met het ministerie van Buitenlandsche
Zaken van Joego-Slavië, het instituut
overdragen aan Vicaris Tjoeka, die als rec
tor van bovengemeld Instituut benoemd is.
Zooals men weet heeft Paus Leo XIII
E i n d e 1 ij k h u i s t o e. De gered
den van de „Italia"-expeditie zijn thans
eindelijk op weg naar hun zonnig vader
land. Zij zullen des te liever het koude
Noorden den rug toekeeren, nu niet alleen
de natuur hen met haar killen adem bijna
deed verstijven, doch ook de menschen
van het Koorden hen bij hun terugkeer
ontvangen met een ijzige koelte, met
een vijandigheid, welke niet alleen te wij
ten is aan het mislukken van den tocht
en den dood van Malmgren en Amundsen.
Het lot van deze beide mannen blijft nog
steeds duister. Dat Malmgren dood is,
daaraan twijfelt niemand;maar men vraagt
zich af, wat er eigenlijk met hem ge
beurd is.
De Russische vlieger Tsjoechnofski
houdt vol, dat hij drie mannen op de ijs
schots heeft waargenomen en zijn foto's be
vestigen dit. Desalniettemin zijn slechts
de beide Italianen gered. Waar bleef het
lijk van Malmgren.)'
Men stelt in het Noorden geen vertrou
wen meer in de berichten van Nobile, die
overigens nooit al te duidelijk noch te uit
voerig zijn geweest. Waarom de generaal
zoo karig was met zijn inlichtingen blijkt
nuhij heeft het publicatierecht van zijn
aanteekeningen aan een Italiaansch blad
verkocht voor 3 millioen lire. Mussolini
heeft de leden van de Italia-bemanning bij
him thuisreis nog eens extra op het hart
gedrukt, toch vooral niets te vertellen. Zij
laten zich dan ook niet zien en kruipen
achter de gordijntjes van hun hutten en
salon wagen weg, als waren zij misdadigers.
Deze stilzwijgendheid mishaagt de publie
ke opinie van de Noordelijke landen ten
zeerste. Men verlangt opheldering, zelfs
zijn er geweest, die een gerechtelijk onder
zoek op Noorschen bodem verlangden.
Tegen zulk een denkbeeld is Mussolini
met kracht opgekomen. Als er geoordeeld
moet worden, dan zal Italië dat zelf wel
doen.
De Russen geven intusschen het zoeken
naar de overige vermisten nog niet op.
Zoodra de „Krassin" weer hersteld is, gaat
hij op zoek naar de Alessandri-groep en de
groep van Amundsen. De Zweedsche hulp
expeditie is reeds teruggeroepen.
De „Krassin" heeft en passant bij Spits
bergen nog even een klein karweitje op
geknapt, toen het touristenschip „Monte
Cervantes' tegen een ijsberg was lek ge
in 1901 een bijzondere bulla uitgevaardigd,
volgens welke het St. Hieronymus instituut
uitsluitend moet dienen tot vorming en op
leiding van geestelijken uit de bisdommen
Split, Zara, Triest, Dubrovnik, Kotor en
Bar. De leerlingen moeten van Joego-Sla-
vische nationaliteit zijn, zoodat leerlingen
van Italiaansche nationaliteit uit deze bis
dommen geen leerlingen van dit instituut
konden zijn.
Deze bul werd uitgevaardigd in 1901, om
dat toen Dalmatische Italianen het Insti
tuut in handen hadden genomen, waarop
de bekende gedachtenwisseling tusschen
het Vaticaan en de Oostenrijksche monar
chie volgde. Het vraagstuk werd toen voor-
loopig opgelost, doordat een ambtenaar
van het Oostenrijksche gezantschap bij het
Vaticaan de leiding van het Instituut op
zich nam.
Volgens de tegenwoordige overeenkomst
wordt het Slavische karakter van het Insti
tuut volkomen bewaard. In de t-oekomst
kunnen de rectoren slechts na wederzijdsch
overleg benoemd worden zij moeten steeds
van Joego-Slavische nationaliteit en onder
daan van Joego-Slavië zijn. De II. Stoel
heeft toegestaan dat in plaats van het
Oostenrijksche wapen, dat zich tot dusverre
in de kerk, boven het altaar bevond, het
wapen van Joego-Slavië wordt aange
bracht.
Het proces over dit instituut dat na den
oorlog ontstaan is, doordat de Italiaan
sche autoriteiten liet Instituut bezetten
met de motiveering dat het Oostenrijksch
bezit was, wordt langs den regelmatigen
gerechtelijken weg tusschen Joego-Slavië
en het Vaticaan eenerzijds en de Italiaan
sche autoriteiten anderzijds voortgezet.
stooten. De „Krassin" begaf zich in al
lerijl naar het noodsignalen gevende schip,
doch het bleek zoo heel erg niet. Wat
doen dergelijke touristen ook in de buurt
van Spitsbergen
Vrede op papier. Terwijl daar in
het hooge Noorden de verschillende vol
keren ondanks veel wat hen scheidt in po
litieke en andere levensopvattingen, el
kander de reddende hand reiken, zijn de
onderhandelingen tusschen de groote mo
gendheden zoover gevorderd, dat men
overeen is gekomen op 27 Augustus e.k.
het anti-oorlogspact te teekenen in Parijs,
waardoor de oorlog plechtig als misdaad
wordt gebrandmerkt en als instrument
der internationale politiek wordt veroor
deeld.
Daar in Parijs zullen de staatshoofden
van de verschillende mogendheden het
volgende verklaren:
Diep doordrongen van (jun hoogen plicht
om het welzijn van de menschhcid te be
vorderen
overtuigd dat de tijd is gekomen om on
omwonden van den oorlog af te zien als
een instrument van nationale politiek ten
einde den voortduur te verzekeren van de
vreedzame en vriendschappelijke betrek
kingen thans tusschen hunne volken be
staande
overtuigd dat alle wijzigingen in de be
trekkingen jegens elkander moeten wor
den nagestreefd alleen met pacifistische
middelen en het resultaat bchooren te zijn
van een vreedzaam proces en dat elke
onderteekenende mogendheid welke hierna
haar nationale belangen zal trachten te
dienen door toevlucht te nemen tot oor
log, de voordeden van dit verdrag moeten
worden ontzegd;
verwachtend, dat aangemoedigd door
hun voorbeeld, alle andere natiën der
wereld zich zullen aansluiten bij deze
humane poging en door aansluiting bij het
verdrag zoodra het van kracht zal zijn ge
worden ook hun volken de voordeden er
van zullen deelachtig doen worden, aldus
alle beschaafde natiën der wereld vereeni-
gend in een gemeenschappelijke veroordee
ling van den oorlog als instrument van
hun nationale politiek
hebben besloten een verdrag Ie sluiten,
waarbij zij het eens zijn geworden over de
volgende artikelen:
ZATERDAG 28 JULI 1928
Zoo gelezen is het verdrag ongetwijfeld
een schitterende overwinning van do
vredesgedachte. Do verdragsluitende sta
ten beloven tegen elkander nimmer oorlog
te zullen voeren en al hun geschillen van
welken aard of oorsprong ook, langs
vredelievenden weg te zullen oplossen.
Wat zou men meer kunnen verlangen?
Als ze het nu ook maar werkelijk doen
Aansluiten. Een paar dagen ge
leden kwamen een stel Duitsche zangera
naar Weenen, waar zij hun dorstige kelen
laafden, feest vierden en tusschen de bui- r
tjes door zongen naar hartelust.
Niemand zou zich aan zulk een vroo-
lijk feest geërgerd hebben, als er niet rede
voeringen waren afgestoken door officieel©
personen en het heele feest één groote ma
nifestatie is geworden voor de z.g. „An
schluss" van Oostenrijk bij Duitschland.
Deze kwestie hangt reeds sedert den
oorlog in de lucht. Sinds er van Oosten-
rijk zooveel is afgehakt door het vredes
verdrag, dat er weinig meer is overge
schoten dan Weenen en omgeving, kwam
bij de Oostenrijkers het verlangen boven I
zich aan te sluiten bij het Duitsche Rijk.
De vroegere geallieerde mogendheden
hebben zich daartegen natuurlijk met hand
en tand verzet, want zij hebben al hun S
best, gedaan de Centrale Rijken zooveel
mogelijk te verzwakken en door deze aan
sluiting zouden do Duitschers weer even
machtig worden als voorheen. Eendracht
maakt macht.
Men begint echter langzamerhand te be
seffen, dat ten slotte deze aaneensluiting
toch niet te voorkomen zal zijn, dat hare
voorbereiding reeds in vollen gang is en
dat men nu nog wel voorloopig een for-
meelen „Anschluss" kan tegenhouden, om
dat hiervoor krachtens de vredesverdra
gen de toestemming van den Volkenbond
wordt vereischt, maar de feitelijke aan
sluiting van Oostenrijk bij Duitschland
niet kan verhinderenals deze door bei- 1
de landen wordt gewild.
En dat men deze wil wordt niet alleen
bewezen, door betoogingen gelijk er thans
plaats hadden, maar ook door do maatre- j
gelen, die alreeds genomen zijn en die ten
doel hebben, meer en meer de beide nog
politiek gescheiden landen tot elkaar to j
brengen en bij elkaar te doen aanpassen.
Tegen nauwere economische aaneensluiting ij
tegen nauwere cultureelc en wetgevende
samenwerking tusschen beide landen is op J
grond van de beslaande verdragen niets in
te brengen. En van deze hun gelaten vrij
heid is door de woderzijdsche regeeringen
dan ook al gebruik gemaakt. Gaat het op
deze wijze voort, dan zal ten slotte ook d©
Volkenbond geen verzet meer kunnen bie-
den of zou dat hoogstens slechts een for- j
meele beteekenis hebben, dio voor den wer-
kelijken toestand feitelijk van geen belang
zou zijn.
Met moge waar zijn, dat er in Oosten
rijk nog wol velen zijn, voor wie het denk
beeld van een in het Duitsche Rijk opge»
gaan Oostenrijk weinig aanlokkelijk is....
maar Weenen heeft nu toch eenmaal zijn
oude positie verloren, men begint ook in
deze nog in het verleden levende Oosten-
rijksche kringen wel in to zien, dat van een
herwinning van deze positie geen sprak©
kan zijn en practische overwegingen zullen
het op de overwegingen van sen timen tee-
lon aard ten slotte ook bij dezen wel win
nen.
Artikel één.
De hooge contracteercnde partijen ver
klaren plechtig in' naam van hun respec
tievelijke volken, dat zij den oorlog als
middel ter oplossing van internationale
geschillen veroordcelcn en er van afzien
als een instrument van nationale politiek
in hun wederzijdschc botrekkingen.
Artikel twee.
De hooge contractcorende partijen er
kennen dat de regeling of oplossing van
allo geschillen of conflicten, van welken
aard ook of van welken oorsprong ze ook
mogen zijn, die tusschen hen zouden kun
nen ontstaan nooit zullen worden nage
streefd met andere dan vreedzame mid
delen.
Het derde en laatste nrtikel bevat be
palingen omtrent de ratificatie, do toetre
ding van andere mogendheden tot het ver
drag en ten slotte omtrent de volkomen
gelijke geldigheid van de Fransche en
Engelsche teksten van de overeenkomst
FEUILL ETON.
Naar het Duitsch van J. ARNEFELDT
Vertaald door Jac van Emden.
6)
Weer schreeuwde mevrouw Forberg het
luid uit en dezen keer uitte ook haar doch
ter een kreet van schrik. De zoon gaf geen
geluid, zijn gezicht was doodsbleek gewor
den en hij stond als versteend.
Juliane kreeg het eerst de spraak terug.
Vader is een ongeluk overkomen!
Misschien heeft hij een beroerte gekregen!
O lieve hemel, wie weet waar hij ligt zon
der hulp?
Weest u maar gerust, juffrouw, ant
woordde do commissaris en er klonk weer
iets als spot in zijn woorden; in geen
enkel politiebureau of ziekenhuis is be
richt van een dergelijk ongeluk gekomen
en menschen, die op straat of ergens in
huis ziek worden, verdwijnen in Berlijn
midden op den dag niet spoorloos.
Hij is vermoord! riep mevrouw For
berg uit. O God, ik heb altijd zoo in
angst gezeten, dat hem iets zou overko
men ,als hij zooveel geld bij zich had!
De commissaris van politie nam haar
scherp op, deze uitbarsting leek wel heel
echt maar de schrik van de vrouw, toen hij
had gezegd wie hij was, was nog natuur
lijker geweest.
Er bestaat nog een derde mogelijk
heid, zei hij langzaam en met klem.
Meneer, u kunt onmogelijk bedoe
lenriep Dr. Forberg uit.
Ik zie dat we elkaar begrijpen me
neer, hernam de commissaris, hij kan er
ook met het geld vandoor zijn.
Een uitbarsting van de heftigste veront-
waardiging, van de diepste smart van moe
der en kinderen verhinderde hem verder
te spreken.
De deur uit! De deur uit! riep Gus-
taaf Forberg uit en maakte aanstalten
zich op den commissaris te werpen. Niet
tegenstaande haar schrik en haar veront
waardiging had Juliane echter de tegen
woordigheid van geest dit te verhinderen,
door tusschenbeide te komen en haar hand
op zijn arm te leggen.
Laat me gaan! Laat me gaan! kreun
de Gustaaf mat; kun jij het aanhooren
dat hij vader zoo gemeen belastert!
Vijf en twintig jaar is mijn man nu
al bij de heeren Graupner Zn., zonder
dat er ooit iets op hem te zeggen viel,
klaagde de vrouw.
De heeren kunnen onmogelijk zóó iets
van hem denken, zei Juliane vol vertrou
wen. De commissaris haalde veelbeteeke-
nend de schouders op.
De oude heeren zouden het nooit ge
loofd hebben; ging het meisje voort.
Ik ga naar mijn'peet, den ouden heer
Julius Graupner in Charlottenburg. Ze
liep naar de deur toe, alsof ze er dadelijk
heen wilde, maar bleef echter als aan
den grond genageld staan, toen haar moe
der, de handen wringend, op hartverscheu-
renden toon uitriep:
Dertig jaar zijn we getrouwd en nu
zou mijn man mij verlaten hebben. Hij
zou zich als 'n schurk hebben gedragen te
genover zijn patroon en zijn kinderen!
Niemand, die hem kent, zal dat gelooven!
Och, hij is dood, hij moet dood zijn!
Stil, stil, moeder lief, waarom dade
lijk het ergste denken, smeekte Gustaaf,
terwijl hij naar haar toe ging en haar hand
stfbelde, het kan immers alles een mis
verstand zijn; Vader is misschien ergens
opgehouden en nu alweer op kantoor terug
Dat geloof ik niet; ik heb, vóór ik
hierheen ging, van het station uit nog eens
telefonisch navraag gedaan, er is geen
spoor van hem ontdekt. Zegt u nu zelf
eens, het kan toch onmogelijk in den haak
zijn, dat uw vader van een boodschap, die
hij in een uur kan afdoen, nu om vijf
uur '8 middags nog niet terug is?
Hij is dood! zuchtte de vrouw.
Missohien heeft hij het geld heele-
maal niet geind, veronderstelde Juliane.
Hij heeft op de Rijksbank de cheques
geïncaseerd, op de Nationale Bank de aan
deden in ontvangst genomen en is daarna
niet meer gezien. En de commissaris ver
telde de ongelukkige familie alle bijzon
derheden van het raadselachtig geval,
voorzoover hij daar zelf van op de hoogte
was en van de vergeefsche nasporingen
naar den verdwenen banklooper. Zijn hou
ding was daarbij merkbaar veranderu, het
wantrouwen, het sarcasme waren verdwe
nen, er leek zelfs een zekere deelneming
in zijn stem te klinken. Zijn vooropgezette
meening, dat de vrouw en kinderen van
Forberg op de hoogte en de helers van het
gestolene waren raakte aan het wankelen.
Meneer, zei hij, terwijl hij Gustaaf
Forberg even ter zijde nam, het is ten
slotte inderdaad mogelijk, dat uw vader
het slachtoffer van een ongeluk of van een
misdaad geworden is, en ik wil ook graag
aannemen, dat, hoe de zaak zich ook mag
hebben toegdragen, u, uw moeder en uw
zuster er niets vanaf weten, maar dat mag
mij er niet van weerhouden, mijn plicht te
doen.
En dat is?
Huiszoeking doen.
Waarnaar?
Of uw vader zich hier niet misschien
verborgen houdt en of hij hij aarzelde
toch even mischicn een deel van het.
hetvermiste geld hier ergens verstopt
heeft.
Ofschoon hij zachtjes sprak, had Ju-
liane's scherp oor de woorden toch ver
staan en ze riep uit:
O! dat is afschuwelijk! Dat is meer
dan erg! Moeder, Gustaaf dat kunnen
dat mogen we niet dulden
Mevrouw Forberg hoorde haar nauwe
lijks. Ze sprong van haar stoel op, greep
haar zoon opgewonden bij zijn armen en
riep uit: Wat sta je daar nog altijd!
Kom mee! We moeten gaan, we moeten
hem zoeken!
Dat doet de politie al, zei de commis
saris nuchter. Vertrouwt u daar maar
op, er wordt geen middel onbeproefd ge
laten om hem terug te vinden.
De kinderen voelden heel goed de dub
belzinnigheid van deze woorden en keken
elkaar treurig aan; de vrouw was volkomen
van het denkbeeld vervuld, dat haar man
het slachtoffer van een misdaad geworden
was en beweerde, zij moest zelf gaan; zoo
als zij en haar zoon zou toch niemand zich j
de zaak aantrekken.
De commissaris kepk op de klok cn zei:!
De volgende trein, die in Friedenan
stopt, komt eerst over een half uur aan, I
tot zoo lang moet u geduld hebben; ik ga j
dan met u mee terug. Het hangt alleen van
u af, of ik tegen dien tijd met mijn werk
hier klaar ben, want ik kan niet toestaan,
dat daarvoor iemand het huis verlaat.
Doet u dan uw plicht, zei Dr. For
berg berustend. Geef meneer jullie sleu
tels.
Juliana gaf de sleutels en de commissa
ris riep een lagere beambte, die, zooals da
bewoners van het huis nu eerst merkten,
met nog twee kameraden buiten was ge
posteerd cn het onderzoek begon. De com
missaris van politie noodigde den jongen
Forberg uit, race te gaan en de bcida
vro'uwcn volgden.
De huiszoeking strekte zich over de ge-
hecle woning uit, geen kast, geen la, geen
bergplaats word overgeslagen. Do commis
saris ging in den tuin, in do hout- en kolen-
schuur, in den kelder; noch de slaapkamer
van het echtpaar, noch het vriendelijke
vertrekje, dat Juliana als zit- en slaapka
mer gebruikte, bleef ondoorzocht, maar
nergens werd een spoor gevonden van den
verdwenen man of van het vermiste geld
en de effecten. Daarentegen kreeg de com
missaris, die zijn oogen terdego den kost
gaf, den indruk, dat, er mocht dan al geen
weelde hecrschcn, de inrichting toch ge
tuigde van het leven boven het peil van
een banklooper. Verder viel het hem op,
dat er nergens een groot bedrag aan con
tanten vond, zooals men dat toch bij men-