UIT HET VATICAAN. DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND DERDE BLAD- DE LEIDSCHE COURANT ZATERDAG 7 JUL11928 Ulj "feriu ktrt, Door Prof. ANDREAS RASETSCHNIG (Rorhe) ut». et 5e.»P ■*b De zomerzwoelte is over de Eeuwige Stad gekomen: als een gloeiende schijf hangt de zon in de diep-blauwe luchtkoepel Sö en verschoeit alles in verzengende hitte. De G menschen stroomen naar buiten, naar het fcoele zeestrand of naar de meren en ber- cen van Noord-Italië en Zwitserland, om- 1 dat het in Rome niet uit te houden is. De do* groote drukkende warmte belet iedere m- vas] tensieve geestesarbeid; de colleges zijn ge- v* ëindigd, de scholen verlaten en de meeste 6 kardinalen hebben hun departementen ge goten en aan de andere ambtenaren opge- Iragen de loopende zaken te regelen. Italië leemt haar noodzakelijke vacantie. Allee(n de Paus blijft: Hij de gevangene ,n het Vaticaan zet ongestoord zijn ar me^ beid voorh en als men laat in het nachte- !St lijk uur over het plein van den Sint Pieter [les wandelt dan-rfe^mtm ih 's Pausen stu- ool deervertrek nog licht branden. Op den vooravond van het feest der apostelen Petrus en Paulus. na het zingen Jer eerste Vesper9 en het sluiten der groo- i te Basiliek daalde Z. H. den Paus af in de Sint Pieter om er te bidden op het graf u. yan den Prins der Apostelen. f Alsdan begaf men zich naar de prachtig met rozen en bloemen versierde Confessio (het graf van den H. Petrus) waar eenige stoelen gereed stonden. Mgr. Testoni las het Rozenhoedje voor en het gebed tot den H. Petrus. Daarna daalde de H. Vader in de Confessio af om daar de Pallia te wij- Q den die een jaar lang op het graf van den H. Petrus zullen rusten en die dan aan de n{Aartsbisschoppen worden geschonken. Nadat deze plechtigheden vervuld waren begaf de H. Vader zich naar de crypte van de Basiliek om daar te bidden op het Q' graf van zijn beide voorgangers Paus Pius X en Benedictus XV. In de Basiliek bezichtigde de H. Vader het monument, dat voor Paus Benedictus 1 XV wordt opgericht, en waarvan het beeld dezer dagen reeds is aangekomen. Dit mo an mumentale werk is uitgevoerd door den beeldhouwer Canonica en zijn architect se nator Beltrame; het zal geplaatst worden 5n de kapel van Onze Lieve Vrouw Pre- y sentatie. Nadat de H. Vader nog eenige herstel- fcfe' fóngen in Sint Pieter in oogenschouw ge- nomen had vertrok Z. H." langs de Sacra mentskapel naar het Vaticaan, terwijl die naars met brandende toortsen den stoet begeleidden, zoodat er een eigenaardig schijnsel lag over de witte en purperen gewaden. Het is nu veel rustiger gewor den in de Vaticaansche gangen; alleen de regelmatige tred van de Zwitsersche garde verbreekt de eentonige stilte. Met het overlijden van kardinaal Gio vanni Tacci is een zeer bekende figuur uit de kardinalenwereld heengegaan. Kardi- naai Tacci, die 12 November 1863 te Seo- gliano in het diocees Fermo geboren werd, I ontving op 22-jarigen leeftijd reeds de H. Priesterwijding en was tien jaren later reeds Bisschop van Citta della Pieve. Den 19en December 1904 koos Pius X hem uit voor den hoogen post van Apos tolisch delegaat voor Constantinopel, met den titel van Aartsbisschop van Nicea. R Aldus werd hij, tegelijk met den ordinarius S der Latijnen, de rechtstreeksche vertegen woordiger van het pauselijk gezag bij de godsdienstige leiders der andere ritussen, Als zoodanig moest hij door bemidde- t ling van den Franschen gezant te Constan- t tinopel met de Hooge Porte in verbinding treden. Deze situatie was buitengewoon delicaat, daar Frankrijk juist de betrek kingen met den H. Stoel verbroken had; tnaar de tactvolle beminnelijkheid van dén Pauselijken delegaat wi9t alle moeilijkhe den te overwinnen. J Niet minder pijnlijk was 'de taak van Mgr. Tacci, toen hij in 1914 als Pauselijk Nuntius te Brussel verbleef (siikls 31 De cember 1907), waar de Duitsche legèröchS- ren binnenvielen. Met zijn moreel gezag heeft hij toen onnoemelijk veel goeds ge daan om vele ongelukkige Belgen en Fran schen van kerker en dood te vrijwaren. Sinds 29 April 1911 was hij tevens Apos tolisch Internuntius voor Nederland. In 1916 riep Paus Benedictus XV hem terug naar Rome om hem achtereenvolgens tot majordomus en in 1918 tot prefect der Apostolische paleizen te benoemen. Kardinaal gecreëerd in het Consistorie van 13 Juni 1921 kreeg hij de Titelkerk van S. Maria in Trastevere. Kardinaal Tacci behoorde tot de Congre gatie voor de Oostersche kerk, het H. Con cilie, de Propaganda Fide, de Ceremonieën en de Buitengewone Kerkelijke aangele genheden. Met hem verliest het College van kardinalen een heilig priester en be kwaam diplomaat, een groot geleerde en een harde werker. Op 20 Juli a.8. zullen er 25 jaren ver- loopen zijn sedert het overlijden van Paus Leo XIII, dien men terecht den grooten Paus der werklieden mag noemen. Het Ka tholieke Instituut voor Sociale aangele genheden heeft" voor deze gelegenheid een grootsche herdenking georganiseerd. De katholieken van alle bisdommen zijn uitge- noodigd om dezen dag plechtig te herden ken. De katholieke actie in Italië geeft extra nummers uit bij deze gelegenheid en zij stelt zich ten doel den geest van den groo ten Paus Leo te doen herleven in de har ten van de leden der Actie. Gelijk bijna overal was ook in Italië Paus Leo XIII de ziel van de beginnende sociale beweging en het is niet meer dan passend dat de katholieke sociale werkers den grooten overledene de dankbare hulde schenken van een christelijk gebed. In alle bisdommen heeft het diocesaan bestuur der katholieke actie de voorbereiding van dezen herdenkingsdag ter hand genomen. De beste Encyclieken van Paus Leo XIII zullen op groote schaal verspreid worden, terwijl een propagandanummer zal worden uitgegeven waarin de hoofdpunten van de sociale leer van Paus Leo XIII zijn ver vat. Dezer dagen legde Mgr. Nogara, aarts bisschop van Udine den eersten steen voor de kapel van het nieuwe Lombardijn- sche College, dat opgericht wordt nabij het Pauselijk Archeologisch Instituut, het Russisch College en andere Pauselijke in richtingen voor onderwijs. Talrijke autoriteiten en vooraanstaande personen uit de Romeinsche wereld woon den deze plechtigheid bij. De orde der Dominicanen heeft zich verplicht gerekend wegens het toenemend aantal leerlingen, die de hoogere studies volgen aan het College Angelico, naar an dere gebouwen uit te zien. Hiervoor heeft de orde dezer dagen eenige kloosters ge kocht waarin vroeger de bureaux van het Departement van Justitie waren onderge bracht, o.a. ook het Fonds van den Eere- dienst. Daar deze instelling spoedig zal verdwijnen en practisch reeds opgeheven is, komen de kloosters van San Sisto en Domenico wederom door middel van aan koop aan hun rechtmatige bezitters terug. Alvorens deze gebouwen in gebruik geno men kunnen worden, zullen er eerst nog belangrijke herstellingen aangebracht moe ten worden. u 'i gaat het met No- t> x 1 e Een vraag, die ons in deze we ken nogal eens wordt gesteld. .<*an *s het eenige antwoord: „No- Zlt ,n°S steeds op de „Citta di Mil*. n°i, nf,est noS &teeds op een ijs- eohotsje Thans kunnen wij er aan toe voegen: ....„behalve Lundborg, die gered 16 door zijn collega Tornberg." Op het oogenblik, dat wij dit schrijven ontbreken Hog nadere bijzonderheden. Meer nieuwe welt er voorloopig nog niet mede te deelen. Amundsen is en blijft zoet en de tweede Tenniste vlieger, de Rus Baboesjkin is weer tot het land der levenden terunce keerd. De lange duur van de reddingspogingen de kostbare expedities, het gevaar, dat er aan verbonden is, en vooral de vermissing van Amundsen en zijn vijf metgezellen heeft de menschen aan 't morren gezet. Van alle kanten komt thans critiek los op Nobile en zijn expedite. Men verwijt den Italianen, dat zij roekeloos en zonder de noodige voorbereiding en ervaring hun le ven in de waagschaal hebben gesteld al leen om een vlag en een kruis te planten op de Noordpool en dat zij daardoor niet alleen zich zelf maar ook hun redders noo- deloos in levensgevaar hebben gebracht. hu heeft de houding der Italiaansche regeering, die aanvankelijk alle hulp af lees, en het zelf wel. zou doen, de gemoe deren der Noren, Russen en Zweden be grijpelijker wijze wat geprikkeld. De heele J-tahaansohe staatkunde, de houding van het fascisme als zoodanig is vooral voor ons Noorderlingen weinig sympathiek, ♦dtaha fara ja ge» ig Mussolini's leuze en ook hier zou Italië het wel eens even zelf opknappen. Dat heeft waarschijnlijk geleid de groote vertraging en het on-syste- matische in het reddingswerk, waarvan de schipbreukelingen' tenslotte de dupe zijn geworden. Het gemopper is daarom wel eenigszins begrijpelijk. Verder heeft Nobile door als eerste de ijsschots te verlaten veler sym pathie verspeeld. Doch dat alles rechtvaar digt niet de critiek, die vlak af onhebbe lijk, soms laag en laf is, waaraan vooral het sterk socialistisch getinte Skandina- vië en hier te lande het „Volk" zich heeft schuldige gemaakt.. Een van de op Spits bergen vertoevende journalisten, die door Nobile in de maling genomen was, vond het noodzakelijk van dit „incident" mel ding te maken om te doen uitkomen, dat Nobile onbekwaam zou zijn om zulk een expeditie te leiden. Een ezelstrap, even dom als kinderachtig. Laat er het een en ander ontbroken hebben, men moet niet vergeten, dat Nobile een paar prachtige vluchten met de „Italia" heeft gemaakt en dat op het allerlaatst, in 't gezicht van de haven, een plotseling opgestoken cycloon het luchtschip heeft gepakt. Ware dit in cident niet voorgevallen, dan zou Nobile allerwegen als een held zijn gehuldigd. Een verandering? De publieke opinie is dikwijls wispelturig en onrecht- -ardig. De politieke gunst der kiezers ook. Dat hebben de regeeringspartijen in Duitschland ondervonden. Het kabinet-Marx is moeten heengaan en een kabinet onder den socialistischen leider Müller Franken is er voor in de plaats getreden. Wie nu ook een verande ring in de regeeringskoers zou verwach ten heeft Dinsdag uit de regeeringsverkla- ring van den nieuwen rijkskanselier kun nen hooren, dat alles bij het oude blijft. „Hoe meer er verandert zeggen de Fran schen, hoe meer alles het zelfde blijft." Men vraagt zioh dan ook wel eens af, waarom het kabinet eigenlijk moest heen gaan, als verder toch alles hetzelfde blijft. De vraag is nu maar hoe lang het nieuwe kabinet het uithoudt. „De verklaring van het nieuwe Duitsche kabinet, schrijft de „N. R. C.", is in lengte omgekeerd evenredig met zijn vermoede- lijken levensduur, daar het alleen aan het bewind is gekomen volgens de afspraak dat de samenstelling ervan in het najaar herzien zal worden. Het program van de binnenland6che politiek kan daarom 6lechts een voorloopige be teekenis heb ben." Er zijn enkele programpunten, die de aandacht trekken en dat is vooreerst, dat de nieuwe regeering opkomt voor een rati ficatie van de Waehingtonsche overeen komst aangaande den achtuurswerkdag, terwijl toch de Volkspartij, die zooveel in de melk te brokken heeft, zich naar de groote industrieelen in haar boezem heeft te richten. Het is intussohen nog mear een plan om tot die ratificatie over te gaan. Aan het program van de buitenlandsche politiek heeft men daarentegen meer hou vast, omdat Strescmann niet tot de minis ters behoort die in het nieuwe kabinet op een schopstoel zitten. Er werd nadruk ge legd op de voortzetting van de politiek tot ontruiming van het bezette gebied. Dit is van belang, omdat de verdwijning van de Duitsch-nationalen uit de regeering en de intrede van de sociaal-democraten het vertrouwen van Frankrijk en België in de vredelievende bedoelingen der Duitsche politiek moet versterken, aan welk ver trouwen men tegemoet tracht te komen door nog eens uitdrukkelijk de revanche gedachte te verloochenen. Aan den anderen kant zal de mededee- ling dat de nieuwe regeering de vraag zal onderzoeken, in hoever de toestand er rijp voor is om „althans" met Oostenrijk tot een tolunie te geraken, de oude bedenkin gen aan Franschen en Italiaans oh en kant gaande maken. Men ziet daar nu eenmaal niet graag een „Anschluss" van de twee Duitsche lan den. In ieder geval: het nieuwe kabinet is er en het kan gaan werken. Wij zien met be langstelling uit, of het nog iets presteeren zal, voordat het omvalt. De revolver-regeering. Het incident in de Skoepsjtina to Belgrado heeft de achtenswaardige rij kabinetscri sissen wederom met één vermeerderd. Het was door het drijven van de Kroati sche Partij, die natuurlijk moord en brand schreeuwde tegen zulk een „revolver-re- geering", reeds eenigen tijd te voorzien, dat de minister-president Woekitsjewitsj het bijltje er bij neer zou moeten leggen, maar hij wilde aanvankelijk niet. Tenslotte is hij bezweken. Het inwendige krakeel dat door het aanblijven der regeering nau welijks nog bedekt bleef, kan nu met. volle kracht uitbarsten en ten aanzien van de oplossing valt nog niets zekers te zeggen, omdat er op het oogenblik sterke ver deeldheid bestaat in den boezem der groe pen zeiven. De schietpartij van onlangs in de Skoepsjtina is de climax geweest in een toestand die reeds lang ten gevolge van de vijandige betrekkingen tusschen Serviërs en Kroaten tot het uiterste gespannen was. Men neemt aan, dat Woekitsjewitsj, gesteund door een sterke groep uit zijn eigen radicale partij en een deel der demo craten (o.a. door den democraat dr. Ma- rinkowitsj, den minister van buitenland sche zaken, wien het er vooral om te doen is, de overeenkomsten van Nettimo vóór het einde dezer maand geratificeerd te zien), Raditsj, den in de Skoepsjtina ge wonden en thans herstellenden leider der Kroatische boeren, met vèr strekkende concessies tegemoet zal komen, om zijn hulp voor een nieuwe coalitie-regeering te krijgen. Doch Raditsj schijnt niet van plan te zijn om mede te werken. Plannen worden overwogen om een afzonderlijke Kroati sche Landdag uit te roepen. Dat zal wel bedoeld zijn als een dreigement, om zoo veel mogelijk concessies in de wacht te sleepen, doch het teekent toch wel den ernst van den toestand. De ontwikkeling van de Servische regeeringscrisis is niet onbelangrijk, daar het verdrag van Nettuno de inzet van het spel is en de ver betering der betrekkingen tusschen Italië en Joego-Slavië niet onverschillig voor Europa kan zijn. Een bende „schofte n". Nie mand zal ontkennen, dat door al die cri sissen het prestige van de parlementen, die n.b. de wetgevende organen zijn, er niet beter door wordt. Deze week heeft de Poolsohe dictator, maarschalk Pilsoedski, nog eens terdege van zijn minachting voor het Poolsche par lement blijk gegeven. Zooals men weet, is Pilsoedski afgetre den als minister-president, doch dat be- teekent niet, dat hij afstand heeft gedaan van de dictatuur. Integendeel de dictatuur van Pilsoedski blijft onverzwakt en om to toonen, dat het Poolsche parlement waar lijk niets beters verdient, dan aldus te, worden behandeld, heeft Pilsoedski in een interview aan journalisten eens ronduit gezegd, wat hij van het Poolsche parle ment dacht. Hij noemde het een bende schurken en schoften en zei nog meer lie felijks, dat wij liever niet eens herhalen. Het gaat er in Polen fraai naar toe. In Duitschland noemt men blijkbaar niet ten onrechte „ein Polnische Wirtschaft" wat wij verstaan onder een „huishouden van Jan Steen". Zou het intusschen waar zijn, dat ieder volk de regeering heeft, welke het ver dient l BRIEVEN VAN EEN WANDELAAR. XLVT Wandelend langs de stratetf en pleinen, door de schepping Gods, komt over ons een steeds grooter en dieper eerbied voor de almacht van den Schepper, Die bovenal den mensch bij zijn rondgaan hier op aarde heeft toegerust met kracht en wijsheid, met energie en werklust, die hem in staat stellen, om als heer en meester over alles te regeeren en alles onderdanig te maken aan zijn wil. Dat is de schoonheid in de schepping, die in de hoogste perfectie tot uiting is gekomen in den mensch, geschapen naar het beeld van God, toegerust met kos telijke gaven, uit de onuitputtelijke schat kamer van Gods wijsheid hem berecht. Ziet den mensch, als den koninklijken heerscher vanaf de paradijstijden tot nu en door alle eeuwen. Uit zijn blik straalt durf en kloek bewustzijn van een vitaliteit die tot groote dingen in staat is. De energieke mensch biedt koen het hoofd aan wat hem weerstreeft en wat hij 6traks naar zijn wil buigt. Want het is hem gegeven, de zeeën te benutten voor zijn wijdvertakte handels- en cultuurondernemingen; hij be- heerscht de lucht en trekt over land en zee naar verre gewesten en verschaft zich in den luchtvogel een krachtig hulpmiddel bij zijn streven naar expansie en uitbouw van relatiën. In den aether is hem een ob ject geworden van uitwisschen van afstan den en voortdurende nauwere contacten met landen en natiën. Zeeën onttrekt hij aan den alles verzwelgenden moloch van den golfslag en maakt er vruchtbaar land en bloeiende woonsteden van. Door de stalen ingewanden van de machine schiet de elec- trische straal en alles is ten leven gewekt; in de ontelbare raderen wordt de kracht ontwikkeld die voor nijverheid, kunst en wetenschap, tractie en licht, de onschat bare productiviteit ten hoogste opvoert. En nog steeds zint en peinst het menschen- brein op nieuwe mogelijkheden en past hij de hem bekende hulpmiddelen op duizen derlei wijze toe en perfectioneert ze. Wat is door den zoekenden man niet reeds tot gelding gebracht door den loop der jaren en wat heeft den laatsten tijd ons, als vrucht van zijn doorvorschenden speurzin, ons niet gebracht aan wonderen van techiek en! ongebreidelde energie! Wat een enorme af metingen nam het moderne verkeer, met zijn snelheid en veelvuldigheid van midde len. Wat is in onze dagen het begrip „tijd"; de uren voorheen toegemeten aan een reis, aan een contact met verre landen, zijn tot enkele seconden geslonken; er zijn geen af standen zoo groot, of ze worden door de beheerschende macht van een alle dingen omvattende energie tot de kleinste propor- tiën teruggebracht. Den man van studie, van speurzin, van brute durf, liggen nog tal rijke wegen open om de wereld te verrijken met zijn aan de onbekendheid ontworstelde toepassingen van elementen, die nog onbe wust schuilen in de enorme ruimten van het bestaan. Zeker, wij die meeleven met de dingen van den dag, die wandelen in do om ons heen zich meer en meer ontwikkelen de perfectioneering der dingen, wij staan daar niet meer zoo heel vreemd tegenover en passen ons, wanneer de eerste verwonde ring in ons is verflauwd, spoedig aan bij al dat nieuwe en genieten mee van de win sten, op velerlei gebied, aan de onbekend heid van bestaan ontwoekerd; deze dingen immers worden weer zoo spoedig overvleu geld door steeds nieuwere en vernuftiger toepassingen van in de schepping ontdekte krachten. En, wij mogen dan al eens een enkele maal constateeren en zelfs onze be wondering te kennen geven over de inten sieve energie van den steeds cultive erend en mensch, oppervlakkig als de mensch nu een maal is, zal de groote massa zeker te kort schieten in waardeering, zoo zij al niet als vanzelf sprekend alles met een nuchter oog beschouwt en het langs zich laat heen gaan met groote onverschilligheid. Dat is in hooge mate onbehoorlijk; die negatie van wat om ons heen gebeurt schaadt den mensch die met dit euvel is be hept; zij doodt toch alle waardeering voor de dingen van den dag, voor de energie van hen, die in moeizamen speurzin de beste uren van hun leven ten beste gaven en vaak gezondheid en bezit opofferden op het al taar van het wetenschappelijk welvaren. Onze tijden zijn toch zoo onheusch! De groote massa loopt warm voor een film- sport- of waterheld; men kiekt en beschrijft in de meest enthousiaste vormen den held en vaak komt men de vergoding nabij. En hoevelen zijn er, die 'n uitvinding van groo te beteekenis de aandacht waardig keuren? Men leest er van, men spreekt er even over en.... het is vergeten. Doch onverwoest baar zal blijven voortleven wat der wereld in de nieuwe vinding is geschonken. En mo ge ze dan later door andere, en misschien be tere, vruchten van denkende in onze dagen tot leven gewekte dingen worden verdron gen, de naam van den knappen denker en vinder zal blijven voortleven in do geschie denis. En, als sport- en andere helden al lang zijn vergeten, zal het nageslacht nog dankbaar gedenken den held der weten schap, den roem van zijn natie. Wat echter is te betreuren en wat een schaduw werpt op wat door het mensche- lijk vernuft is tot stand gebracht, is de vooral in onze dagen zoo sterk toenemende verzaking van het Godsbegrip, van de er kenning en belijdenis, dat in alles Gods be sturende hand werkt en dat Hij is en blijft de eeuwige oorsprong van alle licht, hetwelk de harten en geesten der menschen leidt en bestuurt bij het zoeken naar nieuwe moge lijkheden en deszelfs toepassingen. Immers de Koning Christus leeft en heerscht over de harten, ook over dat van den ongeloo- vige. Hij is de volmaakte wetenschap en de onuitputtelijke energie, die kent en bestuurt de nog verborgen krachten in de natuur, die door Zijn almacht is geschapen, en in Wiens hand rust de alombesturende macht over het heelal. Dat de wereld dit erkennc en in diepe dankbaarheid belijde. WANDELAAR. KALENDER DER WEEKJ N.B. Als niet anders wordt aangegeven heeft in deze week iedere H. Mis Gloria, geen Credo. De gewone Prefatie. ZONDAG 8 Juli. Zesde Zondag na Pink steren. Mis: Dominus. 2e gebed v. d. H. Elisabeth; 3e v. kerkwijding. (In niet-ge- consacreerde kerken en kapellen: 3e ge bed A Cunctis, om de voorspraak der hei ligen af te smeeken). Credo. Prefatie v. d. Allerh. Drieëenheid. Kleur: Groen. Bij ons H. Doopsel is in ons gestorven de oude, zondige mensch, d. w. z. de toe stand van zonde hield op in ons. Wij ont vingen een nieuw leven, n.l. het leven der heiligmakende genade, wij werden kinde ren van God. De gevolgtrekking is: d&ni ook als kinderen van God leven voor God, in gemeenschap met Jezus Christus, on zen Heer. (Epistel). Loven voor God is? Met al onze vermogens en krachten Zijne geboden onderhouden. Dat kost moeite, dikwijls zware offers. Want wel ontvingen wij bij ons H. Doopsel de heiligmakende genade terug, doch niet de voorrechten van den eersten geluksstaat; onze wil blijft ten kwade geneigd. Maar de Heer is onze kracht en onze toevlucht. Daarom roepen wij tot Hem om liefde in onze harten om volharding in den dienst van God. Hij moge ons helpen tegen onze vijanden. (In- troitus; Gebed; Graduale; Alleluja-vers). Evenals aan do menigte, die Hem t» voet volgde, geeft Christus ook ons, die Hem zoo graag willen volgen in Zijn le venswijze, in Zijne kinderlijke gehoorzaam heid aan den H. Wil van Zijnen en onzen Vader een voedsel, n.l. de H. Eucharistie (Evangelie). Dat maakt ons krachtig en sterk om voortdurend te gaan op de we gen des Heeren, d. w. z. om steeds Zijne H. Geboden te onderhouden. (Offertorium, Postcommunio). De H. Eucharistie als ons offer en onze Spijze zal ons met Clirfstds vereenigen voor altijd in den hemel om daar een eeuwig danklied te zingen voor den Heer. (Communio). MAANDAG 9 Juli. Octaafdag van kerk- wijdingsfeest. Mis: Terribilis. 2e gebed v. d. H.H. Martelaren van Gorcum. Credo. Kleur: Wit. In niet-geconsacreerde kerken en kapel len: Mis v. d. H.H. Martelaren van Gor- kum: Intret. Kleur: Rood. Den 9en Juli 1572 hebben te Brielle de H.H. negentien Martelaren van Gorkum hun leven gegeven voor de waarheid van Christus' wezenlijke en werkelijke tegen woordigheid in het Allerh. Sacrament en het oppergezag van den Paus. Bidden wij vooral dezen dag, dat het vergoten bloed onzer negentien vaderlandsche geloofshel den moge verwerven den terugkeer onzer afgedwaalde Nederlandsche broeders en zusters tot de één ware Kerk van Christus waarvan de Heilige Martelaren van Gor cum zulk een heerlijk sieraad zijn. DINSDAG 10 Juli. Mis v. d. H.H. Zeven broeders, Martelaren en Rufina en Se- cunda, Maagden-martelaressen: Laudate. 2e gebed A Cunctis; 3e naar keuze v. d. priester. Kleur: Rood. WOENSDAG 11 Juli. Mis v. d. H. Pius I Paus en Martelaar: Statuit. De gebeden en kleur als gisteren. DONDERDAG 12 Juli. Mis v. d. Joan nes Gualbertus, Belijder: Os Justl. 2e ge bed v. d. H.H. Nabor en Felix, Martela ren. Kleur: Wit. De H. Joannes beoefende eerst den krijgsdienst in Florence, maar werd ter be looning voor zijne vergevingsgezindheid (grootmoedig vergaf hij den moorde naar van zijn broer om wille van den ge- kruisten Zaligmaker) tot hooger heilig heid geroepen. Hij trad in het klooster en' stierf als* Abt der Camaldulensen in Val- lumbrosa (Italië) 1073. VRIJDAG 13 Juli. Mis v. d. H. Anacle* tus, Paus en Martelaar: Sacerdotes. De gebeden en kleur als op Dinsdag. ZATERDAG 14 Juli.Mis v. d. H. Marcel- linus, Belijder: Os Justi. (Zie in het feest eigen v. h. Bisdom Haarlem). 2e gebed v. d. H. Bonaventura, Bisschop, Belijder en Kerkleeraar; 3e voor den Paus. Credo. Kleur: Wit. Met den H. Lebuïnus arbeidde de H. Marcellinus in Overijsel aan de versprei ding van het H. Evangelie onder onze voorvaderen. IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRANCISCANEN: Alles als in bovenstaande kalender, be halve lederen dag Credo. ZONDAG. Geen 3e gebed. MAANDAG. Feestdag v. d. H.H. Mar* telaren van Corcum. Mis: Emisi. Kleura Rood. DINSDAG. Mis v. d. Z.Z. Emmanuel Ruiz en Gezellen, Martelaren. 2e gebed v. d. Zeven H.H. Broeders en gezellen; 3e v. h. octaaf der H.H. Martelaren van Cor- Bum. Kleur: Rood. WOENSDAG. Mis v. d. H. Veronica Giuliani, Maagd: Dilexisti. 2e gebed v. d. H. Pius I v. h. octaaf; 3e v. d. H. Pius L Kleur: Wit. DONDERDAG. 2e gebed v. h. octaaf; 3e v. d. H.H. Nabor en Felix. VRIJDAG. Mis v. d. H. Franciscus So- lanus, Belijder: Os Justi. 2e gebed v. d. H. Anacletus; 3e v. h. octaaf. Kleur: Wit ZATERDAG. Mis v. d. H. Bonaventura, Bisschop, Belijder en Kerkleeraar: In me dio. Kleur: Wit Amsterdam. ALB. M. KOK Pr.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 7