f UIT DE PERS. DE PADVINDER SPORT. voorts machtiging verzoekt om tot uitvoe ring van de voorgestelde werkzaamheden over te gaan volgens nader door hun col lege vast te stellen bestek en voorwaar den. Deze werkzaamheden bestaan in het plaatsen van een hekwerk en fundeering, het maken van 725 M2. straatwerk, hot plaatsen van straatkolken cn daarmede in verband staande werkzaamheden en leve ranties. De heer van Bennekom zou gaar ne zien dat het plan werd uitgevoerd zoo als aanvankelijk in de bedoeling lag, n.l. om de straat tot aan den oprit der brug waterpas te maken. Derhalve zou onge veer in het midden de straat moeten wor den opgehoogd tot aan het geprojecteerde inrijhek. De voorz. antwoordt, dat het eon voorwaarde van de eigenares van den grond is, dat de straat ter plaatse niet wordt opgehoogd, omdat het huis anders in de diepte komt te liggen, doch dat er geen overlast van het water te vreezen is door het plaatsen der riolen er straalkol- ken. De heer Los is het met. den vorigen spreker eens en zou tevens do grondplan ken willen vervangen door betonnen plan ken. Op een vraag van den heer Stadhou der of de provincie de helft der kosten zal bijdragen, antwoordt de voorzitter, dat men op de Griffie juist heeft aangedron gen om het plan af te maken en men in het vooruitzicht stelde dat de toegekende subsidie zou verhoogd worden. Op een an dere vraag van den voorz. of die 1000 van Leiderdorp gewaarborgd zijn, antwoordt de voorz. bevestigend. De heer Stadhou der dringt nog aan dat ook aan Leiden eene bijdrage in de kosten zal gevraagd worden, want die gemeente raakt nu het onderhoud kwijt. Wethouder Kompier antwoordt, dat indertijd op eene gehou den conferentie door wethouder Mulder van Leiden is te kennen gegeven, dat Lei den geen belang bij die verbetering heeft en dat het onderhoud dier straat zeer mi niem is. Op eene vraag van den heer de Graaf of de grond, die noodig is voor de verbreeding der Bruggestraat^ gratis wordt afgestaan, antwoordt de voorz. be vestigend er bij voegend dat als eisch ge steld is, dat de gemeente voor het te plaatsen hek zal zorg dragen. De heer de Graaf vindt dat dan wel een woord van dank past aan de eigenaresse van dien grond, waar zij zulke doet in het algemeen belang en het zou daarom ook prettig we zen als men tot eene goede oplossing kon komen. De heer Stadhouder kan zich vol komen vereenigen met het gesprokene van den heer de Graaf, doch wil ook een woord van dank brengen aan den heer Boot. De heer Los apprecieert die bedankjes wel, doch anderzijds vindt hij de kosten ad 1100 voor het hek nog al hoog. De voorz. merkt op, dat, wanneer het hier niet voor de gemeente was, de eigenares nooit, den grond zou willen afstaan. De heeren do Graaf en Stadhouder protesteeren tegen het gezegde van den heer Los. Op eene vraag hoeveel grond er is afgestaan, ant woordt de voorz. den heer Starrenburg, dat de waarde moeilijk te taxeeren is j er M2. In dit verband wil hij nog vrijz;n naar hetgeen werd geboden voor een zinker in Meerburg. Na nog eenige discussie aan gaande dit punt. doet de heer de Graaf een voorstel, dat de gemeente-opzichter met den heer van Bennekom, raadslid, de situatie in de Bruggestraat nog eens zul len opnemen en daarna zullen conforeeren met de eigenaresse over het al of niet wa terpas maken der straat. Dit voorstel wordt gesteund door de heeren J. de Groot en Stadhouder. De heer Los wil hier een amendement aan toevoegen en wel in dien geest, dat wanneer de eigenaresse niet ge negen is om over het bezwaar heen te stappen, wanneer het voor de straat noo dig is dat die waterpas komt, dat do grond dan niet aanvaard zal worden. De voorz. wijst er op, dat. dan kans is dat. de sub sidie van de Provincie verbeurd wordt, want men wil ter Griffie dat het plan al dus uitgevoerd wordt. De heer Los trekt dan zijn amendementsvoorstel in, waarna het voorstel van den heer de Graaf met 10 tegen 1 stem (de heer Starrenburg) wordt aangenomen. Op voorstel van den heer de Graaf wordt voorts besloten een dank schrijven te richten aan de eigenares van den grond en den heer Boot. Verder be sluit de Baad zonder hoofdelijke stemming het plan uit te voeren volgens voorstel van B. en W., aan de Provincie een subsidie te vragen van ƒ3750, benevens eene bijdrage te vragen aan de gemeente Leiden. Hierna is aan do orde een verzoek van de heeren de Bruijn e.a. waarbij gevraagd wordt om voor een bepaald aantal K.W.U. garant te willen blijven tcnopzichte van de Stedelijke Fabrieken te Leiden voor het lichtverbruik in de woningen aan den Vrouwenweg, omrede deze Fabrieken an ders niet tot aansluiting wenschen over te gaan. B. en W. zeggen in hun praeadvies, dat uit de met de Directie gevoeixle cor respondentie gebleken ie, dat deze het stellen van eene garantie niet uitroer'oaar acht. Mitsdien stellen B. en W. den Baad voor om op het adres afwijzend te be schikken. De heer Los zegt, dat de men- schen in de toekomst toch licht moeten hebben en hij vraagt of er nu niets voor hen te doen is. De voorz. zegt, dat de ge meente destijds een bijdrage van 750 heeft gegeven voor het bouwen van grooter transformatorhuis bij 'tKruisheerenklooster waarop dan alle te bouwen woningen langs den Vrouwenweg kunnen aansluiten en dat derhalve de gemeente thans geen bijdrage meer kan verleenen. Op eene vraag van den heer Los hoeveel de aansluiting kost, antwoordt de voorz., dat aan de combina tie-de Bruijn voor de eerste 10 woningen door de Stedelijke Fabrieken 550 ge vraagd is. De heer Los noemt dit een schandelijk hoogen prijs, want zulks be draagt voor 50 woningen 2500, terwijl het gemakkelijk voor 1200 kan gemaakt wor den. De heer Los zegt, dat het hier geldt misbruik maken van het monopolie dat de Stedelijke Fabrieken zich in de buitenge meenten hebben weten te versohaffen. Deze gemeente, aldus de heer Los, kan te gen de Fabrieken alleen niets doen, daar om zou hij gaarne zien dat aansluiting werd gezocht met de andere buitenge meenten teneinde middelen en plannen te beramen om paal en perk te stellen aan het uitbuiten der gemeenten door Leiden. Na nog eenige discussie wordt besloten op het adres afwijzend te beschikken, terwijl de heer de Graaf nog in overweging geeft aan B. en W. om te zien of er wellicht nog iets te bereiken valt voor de aansluiting der woningen aan den Vrouwenweg, zon der dat de gemeente finantieel moet bij springen. Vervolgens is aan de orde de behandeling van het voorstel van B. en W. om in beroep te gaan van de beschikking van Ged. Staten op het beroep ingesteld door het B. K. Kerkbestuur in de Zuid- buurt tegen het besluit van den Baad de zer gemeente van 1 Augustus j.l., houden de vaststelling der gemeentelijke vergoe ding over 1924, met inbegrip der driejaar- lijksche afrekening. Uit het besluit van Ged. Staten blijkt dat eensdeels de ge meente, anderzijds het kerkbestuur in het gelijk is gesteld. B. en W. achten echter de uitgaven voor een orgel en harmonium, alsmede voor diverse boeken en platen niet te vallen onder die vergoeding en zou den gaarne de besohikking van de Kroon zien, te meer waar vroeger reeds eene Kon. beslissing is gevallen, waarbij de aanschaffing van een orgel en harmonium geweigerd werd. Met 10 tegen 1 stem (de heer Jac. van Leeuwen) wordt zonder eeni ge discussie besloten conform het voorstel. Oninbaar wordt, verklaard eon bedrag van ƒ4.75 wegens schoolgeld over 1027, aange zien de belastingplichtige inmiddels naar Amerika is vertrokken, terwijl eveneens wordt afgeschreven een bedrag wegens bondenbelasting. Vervolgens vragen B. en W. den Baad, onder overlegging van een desbetreffend contract en verdere beschei den, of de Raad da brug bij Lagerberg aan den Vliet wenscht te amoveeren en het gat te dempen, dan wel dat de ophaalbrug wordt vernieuwd. Het is gebleken dat al leen de heer Lagerberg reohten op die brug kan doen gelden, al heeft de heer E aardekooper uilb Oegstgeest dan ook ernstige bezwaren tegen de verwijdering van die brug. De heer Lagerberg heeft verklaard afstand te willen doen van zijn recht. Er ontspint zich over dit punt dan eene lange discussie, terwijl ten slotte be sloten wordt de" beslissing aan te houden tot een volgende vergadering. Naar aan leiding van in de vorige vergadering ge stelde vragen deelt de voorz. mede. dat de gemeente-opzichter het hoekijzer niet wen- schelijk acht, omdat anders de palen van het remmingwerk eerder zullen gaan Tot- ten, aangezien voor de bevestiging van dat hoekijzer in de palen geboord moet worden en daarin schroeven aangebracht moeten worden, terwijl hij ook met het oog op de scheepvaart zulks ontraadt. De heer Starrenburg zegt dat de opzichter dan niet goed op de hoogte van de situa- tie is. Ook vindt spreker het noodig dat het remmingwerk geteerd wordt. De voorz. zegt, dat wanneer de Baad het wenscht, zulks natuurlijk zal gebo ren. De heer Starrenburg wijst er op, dat Rijn land zulks ook toepast. De heer Les noemt het rapport niet deskundig en vermoedt dat het hier gaat om het feit vie Ie baas is, de opzichter of de Baad. Na nog eeni ge discussie wordt besloten het hoekijzer aan te brengen en het remmingwerk te teeren. Vervolgens deelt de voorz. mede, 'dat van der Kwast zal worden aangeschre ven dat hij door den dam bij van Rijn een duiker moet leggen voor verversohing van de voor zijn woning loopende Bloot. Ver der, dat opdracht is gegeven voor het uit diepen van de Meerburgerwetering bij de Vrouwenbrug, doch dat met de werkzaam heden nog niet begonnen kan worden, om dat de personen die dat werk zullen ver richten momenteel met ander werk bezig zijn. Op een vraag van den heer Starren burg hoe het zit met de subsidie voor die brug, antwoordt de voorz., dat indertijd reeds is medegedeeld dat de kans op sub sidie gering was, doch dat de hoop geves tigd was op het Wegenplan, waarop deze gemeente echter met geen enkele weg voorkomt. Op eene vraag van den heer Los antwoordt de voorz., dat de woningen aan den Vrouwenweg nog niet bewoonbaar zijn verklaard. De heer Los zegt, dat de wonin gen toch bewoond zijn en vraagt «f zulks ad rem is. De voorz. antwoordt dat de be woonbaarverklaring in verband staat met bet rioleeringsplan, waarop eohter nog geen beschikking genomen is kunnen wor den, omdat Ged. Staten nog geen bericht gezonden hebben omtrent de gewijzigde verordening. De heer Los noemt hetgeen daar aan den Vrouwenweg gebeurt sabo teering op groote schaal, het heeft geens zins zijn volle instemming. Wanneer men ziet wat voor rommel er soms gebruikt wordt voor de demping der sloot kan men tot geen andere conclusie komen dan dat hier schandelijk werk gemaakt wordt. De voorz. wijst er op, dat wat er met die sloot gebeurt te wijten is aan den Raad. Had men het voorstel van B. en W. aangeno men, dan had de vulling moeten geschieden met zuiver zand. De heer Starrenburg wijst erop, dat een kastje voor de water leiding niet is afgesloten en zoodoende waterverlies plaats heeft. De heer Los vraagt zioh verder af of men die combi natie nog verder tegemoet moet komen als zij maar alles saboteert! De heer de Graaf vraagt of voortaan ook asoh en vuilnis op gehaald kan worden in de buurtschap bij Siera. De voorz. zegt onderzoek toe. Ver der spreekt de heer de Graaf er zijne ver wondering over uit dat het pal bij den slager van der Ploeg maar e?n hal?en me ter breed is, terwijl dit toch breeder moet zijn volgens de voorwaarde van verkoop. De voorz. zegt onderzoek toe. Eveneens vraagt de heer de Graaf onderzoek om trent een stukje grond achter de zijstraat der Rijnegommerstraat, hetwelk door de Lange is verkooht aan van der Werf, ter wijl de Raad toch nooit besloten heeft om dat Btukje berm aan de Lango af to staan. De heer Los vestigde de aandacht van B. en W. op het feit dat de gemeente Leiden in de buitengemeenten bezig is om water te ontdiepen door het storten "gpr In Alkemade heeft men met he»t oog daar op eene verordening in het leven geroe pen teneinde zulks tegen te kunnen gaan. Het ware gewenscht dat B. en W. dit punt eens onder hunne aandacht wilden nemen. De voorz. zegt zulks toe. De heer Starren burg vraagt vervolgens eenige vragen te mogen stellen in geheime zitting. Dit wordt toegestaan, waarna de voorz. de openbare vergadering schor3cht, die na ongeveer een half uur weer wordt heropend en onmid dellijk gesloten. NIEUWKOOP. De waterleiding. Reeds geruimen tijd is alhier sprake van centrale drinkwater voorziening en werden reeds verschillen de plannen ontworpen. Tot heden werd den Gemeenteraad echter geen definitief ontwerp-besluit ter goedkeuring aangebo den, hetgeen in hoofdzaak schijnt te wij ten te zijn aan het College van Ged. Sta ten van Zuid-Holland, welk College er de voorkeur aan moet geven, dat Nieuwkoop met nog eenige andere Gemeenten een zelfstandig Waterleiding-bedrijf sticht. In de Woensdag jl. onder leiding van den waarnemend Burgemeester, den heer A. J. den Hartog, gehouden raadvergade- *- l IN DEN MIST. 7 Het Huisgezin schrijft? Wat gaan wij straks bij de Kamerver kiezingen doen? 3 'Afgevaardigden kiezen. Anders niets? Neen, anders niets. De kiezers hebben niets anders te doen, is hun geleeraard; wat er na het kiezen der afgevaardigden gebeuren zal, zullen de afgevaardigden uitmaken, c Alles op z'n tijd en ieder op z'n plaats, dit gevleugelde woord schijnt de zaak te hebben beslist. t Het doet ons genoegen, dat de Haag- sche briefschrijver van de Tijd tegen deze methode van nu niets doen en op-zien-ko- men-spelen met groote felheid van leer trekt. t Feitelijk veralgemeent hij de kwestie, blijkbaar om niet zoo scherp te doen yit- fiomen, dat bij onze politieke leiding in gebreke st t Hij ver\» ijt de Kamer en de partijen, dat ze nu al een paar jaar niets hebben gedaan om 'n einde te maken aan de poli tieke omstandigheden, die het politieke le ven verlammen. 5 Men wacht en blijft wachten. 'Ais de tijd onherroepelijk voorbij zal zijn, als de verkiezingen achter den rug rijn en het intermezzo-kabinet opstapt, Jzal men er eens over gaan donken, mis schien ook over gaan praten, wat gebeur fen moet", het otigeschikte oogenblïk, waarop de tijd zal dringen, het land aan éen nieuwe regeering te helpen. De briefschrijver zegt ronduit, dat men opzettelijk nalaat de partij als geheel ge- homen over deze dingen te laten denken ên haar te oriënteeren op hetgeen men dan hoopt to doen en haar gedachtengang In die richting daarheen te leiden. 3 De partij moet met allerlei dingen wop- den bezig gehouden, om niet te gaan den ken over hetgeen gebeuren moet om een einde te maken aan politieke omstandig heden, die zij eiken dag hooren moet dat van alle kwaad de schuld zijn. Alles wil de briefschrijver aan de par tijen vergeven, alleen dit eene niet, dat zij, behoorlijk door de feiten aan de ooren ge trokken en gestraft voor het verzuim in het verleden, in drie jaren ter voorberei ding van een beteren toestand niets, ab soluut niets hebben gedaan. Hij klaagt haar deswege reeds nu aan als de aansprakelijken voor het gesukkel Zonder einde, dat in 1929 na de verkiezing zoo zeker als tweemaal twee vier is, zal volgen en dat leiden moet tot een poli tiek van: zegen den greep. 1 Inderdaad: het is niet waar, dat de kie zers enkel afgevaardigden kiezen en aan hun mandatarissen zeggen: zie nu maar, hoe gij het verder rooit. J Integendeel, de kiezers hebben over de politiek, die gevolgd moet worden hun oor deel, en als zij dat oordeel nog niet heb ben, dan wenschen zij daaromtrent te wor den in- en voorgelicht. Er kan misschien zekere voorzichtig heid, wil men slimheid, voor pleiten, die kwestie te ontwijken tot na de verkiezin- gen. Maar denkt men dat de bevrediging grooter zal zijn, als straks een dertigtal iieeren zullen uitmaken, in welke richting of geen richting het staatsbestuur zal worden geleid? Verkiezingen zijn er om te kiezen, ze ker, maar verkiezingen zijn er ook om met een duidelijke, pakkende leus aan vriend èn tegenstander te zeggen, hoe men de re geering des lands denkt en wenscht. Wij loopen en tasten thans in deiï mist. indertijd opgemaakte begrooting een be drag van 5700 aanwees, waarop een pro vinciaal subsidie werd toegekend van 2500, terwijl de gemeenteraad van Lei derdorp een bedrag van 1000 maximum toezegde. Waar echter door de kwestie- Brouwer inzake het schuurtje, alsmede door een wijziging in de uitvoering van het plan do kosten zijn gestegen tob onge veer 7500, stellen B. en W. voor om aan (le Provincie eene subsidie te vragen tot 9en bedrag van 3750, terwijl hot college FEUILLETON. D. Naar het Engelsch van Richard Harding Davis. (Nadruk verboden). en viel op de goede aarde en opgewassen zijnde bracht het honderdvoudige vrucht voort- Een van de voorschriften voor den pad vinder is dat hij iederen dag een goede daad moet doen. Als je een échte padvin der bent is je dag niet goed als deze daad niet verricht is. Jimmy Reeder had deze daad volbracht door zijn zusje Sadie dien morgen tien oent te geven. Ze kon nu naar de „Palace" gaan naar 'n bioscoopvoorstelling of, als ze haar schat in tweeën deelde, kon ze zelfs tweemaal genieten in de goedkoopere bioscoop in Lennox-Avenue. Jimmy liet dat heolemaal aan haar eigen initiatief over. Hij ging naar het jaarlijksche kamp op Hunter's Island; zelfs de bioscoop zonk in het niet bij het vooruitzicht van zoo iets heerlijks. Maar Sadie kon ook wel on zelfzuchtig zijn. Met waren heldenmoed maakte ze een beweging alsof ze hem zijn geld wilde teruggeven. Neen, Jimmy, ik kan het niet van je aannemen. Jij hebt het overgespaard en jij moet het nu niet weggeven. Ik heb hot nog niet overgespaard, zei Jimmy. Maar ik ga het op het spoorkaartje uitsparen. Ik stap bij City Island uit in plaats van Pelham Manor en wandel dan verder. Dan is het tien cent goedkocper. En dat met die zware tasch! riep Sa- die vol bewondering uit. O, dat is niets, zei de jongen. Dag moeder Tot ziens, Sadie Hij raadde zijn zuster nog haastig aan „De vloek van Caïn' te gaan zien en rende de deur uit. Hij had zijn khaki uniform aanover zijn schouders droeg hij een rugzak, zijn tasch zwaaide hij aan zijn hand en boven zijn dikke sportkousen kwamen de knieën te voorschijn, die nog gebruind moeiten worden door de zon en die vol s 'hrammen zaten van het kruipen door struiken. Sadie en zijn moeder wuifden hem nade jon gens op straat begroetten hem afgunstig; zelfs de politieagent knikte. Ben jij padvinder, Jimmy? vroeg hij. Neen, antwoordde Jimmy. Dat zie je tooh wel. Ik ben het Kerstmannetje en ga de kousen van de kinderen vullen. De politieagent was niet gespeend van humor. Dan mag je zelf eerst wel een paar behoorlijke aantrekken. Als een bond je meisjeskniein ziet, liapt hij erin.... Een uur later liep Jimmy met zijn tasch in zijn eene en een stok in de andere hand puffend en hijgend op den postweg van Boston. Voor zijn oogen strekte zich een onafzienbare asphaltweg uit; de lucht tril de van de hitte. Het duurde niet lang of de rugzak drukte hem als lood op de schoudershij kon haast niet meer voort op zijn durne becnen. Zijn oogen deden hem zeer van het steken van de zon. Nu had hij er spijt van dat hij uit den trein was gestapt, dat hij geen andere „goede daad" had uitgekozen, bijvoorbeeld een oude dame helpen oversteken en het geld weigeren dat zij hem zeker aangeboden zou hebben. Dat zou vrij wat gemakkelijker zijn geweest, dan belast en beladen vijf mijl te wandelen bij negen-en-negentig graden hitte. Twintigmaal had hij de tasch van de eene hand in de andere genomen twintigmaal had hij haar laten vallen om er zelf een poosje op te. gaan zitten. En toen, toen hij zijn last weer opnam, naderde de barmhartige Samaritaan. Hij kwam in een grooten grijzen racewagen met een vaart van veertig mijl in het uur, stopte plotseling op nog geen honderd voet van Jimmy en wuifde hem toe. De barmhartige Samaritaan was een jeugdig uitziende man met lichtblond haar. Hij had een blauw cheviot pak aan, een pet op en groote gele handschoenen aan de handen, die het stuur omkneld hielden. Toen de wagen stilstond, keek hij naar den vermoeiden jongen. Ben jij padvinder? vroeg hij. Voor den een en twintigste keer liet Jimmy zijn tasch vallen, boog met moeite zijn pijnlijke vingers recht en salueerde. De jonge man in de auto maakte een hoofdbeweging naar de leege plaste naast hem. Stap in. Toen Jimmy doodgelukkig naast hem zat merkte hij tot zijn groote teleurstelling, dat de auto met een kalmer vaart verder reed dan waarmee hij hem achterop geko men was. Do weldoener scheen een beetje met zijn jeugdige buurman te willen pra ten. Ik heb nog nooit een padvinder ont moet, zei hij. Vertel me er eens wat van. Maar vertel me eerst eens wat je doet als je niet padvindert. Met groote radheid vertelde Jimmy dat hij portiersjongen was en de deuren van Carroll en Hastings, makelaars in effec ten, beveiligde tegen bedelaars -cn andere minder gewenschte bezoekers. Hij sprak de namen van zijn werkgevers met eer bied uit. Het was een oude, soliede, aan zienlijke firma, deelde hij mede. De jonge man met het lichtblonde haar knikte in stemmend. Kent U ze dan? vroeg Jimmy. Bent U soms een klant van on3? Ik ken de firma, zei de jonge man. Het zijn klanten van mij. Jimmy vroeg zich af hoe Carrol en Hastings klanten van den man naast hem konden zijn. Naar zijn uiterlijk te oi-rdee- len was hij een kleermaker. Het kon ook wel zijn dat hij in manufacturen handelde. Jimmy deed zijn verhaal verder. Hij woonde bij zijn moeder, Sadie, zijn zusje, ging nog op school. Hij hielp verdienen en nu had hij vacantie die hij fijn op Hunter's Island ging doorbrengen, waar hij zijn eigen eten zou koken en in een tent ging slapen. En vindt je dat nou leuk? vroeg de jonge man een beetje smalend. En ofprotesteerde Jimmy. - Gaat U ook kampeeren? Ik ga altijd kampeeren, zei de barm hartige Samaritaan schertsend. Als ik de stad uit ga. Maar je ziet er niet naar uit of je tegen het kampleven kunt. Jimmy koek schuldig naar zijn witte knieën. IJ moet me over twee weken maar eens zienl Dan ben ik door de zon yer- ring heeft een en ander wederom een on-' derwerp van bespreking uitgemaakt, ter wijl de volgende motie met algemecne stemmen werd aangenomen. De Raad der gemeente Nieuwkoop? Overwegende: dat reeds op 17 Febru- ari 1926 in beginsel besloten is tot cen trale drinkwatervoorziening in die ge- meente over -te gaan dat elk jaar het polderwater slechter van qualiteit wordt en dezen zomer abso- luut bedorven en onbruikbaar is; dat naar zijn meening een aannemelijke offerte aanwezig is van de N.V. Bode graaf sche Waterleiding; i Geeft den uitdrukkelijken wensch te kennen: le dat de Burgemeester en Wethouders in het belang van de Volksgezondheid daaraan geen moeilijkheden in den weg te leggen. 2e Gedeputeerde Staten uit te noodigen binnen een maand een voorstel overleg gen, waarop de Raad besluiten kan tot onmiddelijke invoering van centrale drink watervoorziening over te gaan; WATERPOLO. De Zijl IZ.I.A.N. 3—3. In de zweminrichting De Zijl te Leiden speelden gisteravond voor de competitie De Zijl I tegen Z.I.A.N. I uit den Haag. De wedstrijd die te 8.15 moest aanvangen, be- j gon eerst om 9 uur wegens het niet verschij- r nen van den scheidsrechter. Met goedvinden van beide aanvoerders fungeerde de heer B. Planjer als scheids rechter. Z.I.A.N. toonde zich door vlugger opzwem men en beter plaatsen aanmerkelijk ster ker dan De Zijl en hoewel laatstgenoemde na de rust beter partij gaf dan er voor, dankte zij het gelijke spel alleen aan een weinig meer geluk. De zeventallen, van welke Z.I.A.N. een t invaller had, verschijnen in de volgende op- stelling; Z.I.A.N. Kulsdom v. Engelenburg C. de Haas J. J. de Kok J. C. de Kok G. Hegi N. van der Voet Van Leeuwen Kramp C. W. Snoeken W. Snoeker Van der Horst Arbouw; f Peoters De Zijl. Vanaf de ingooi is Z.I.A.N. het eerst bij den bal en direct in den aanval. Reeds spoe- dig lost Hegi een hard schot, dat Peeters schitterend hoog wegstompt, zoodat de bal over de hooge afscheiding in het dame;, bassin terecht komt. Een tweede schot stompt hij eveneens corner, terwijl hij een derde schot stopt. Herhaaldelijk wordt, voor overtredingen gefloten. Als De Zijl bij een overtreding ineens den bal inzendt,* -or4t dezo door KuWom goed gehouden.j Direct daarop tijgt Z.I.A.N. ten aanval en wordt het eerste doelpunt gescoord (0 1). Het doel van De Zijl verkeert geregeld in gevaar, maar Peeters is in prachtige con- ditie. Nadat C. W. Snoeker vlak voor het j- doel den bal in de handen van den Haag sehen keeper heeft geworpen is het rusten. Na de rust komt De Zijl beter opzet- ten en al aanstonds gaat door een over- 1 treding een goede kans voor de Leide- naars verloren. Zij komen echter terug en bij dezen hernieuwden aanval maakt Kramp met een goed schot gelijk Cl1). Als dan een der Hagenaars wegens kramp het water verlaat, gaat ook Arbouw uit j het water, zoodat beide partijen met 6 1 man verder spelen. Direct daarna krijgt i De Zijl op gelukkige wijze een doelpunt, j als Kulsdom bij een uitgooi den bal door het doel haalt 21. Er wordt nu enthousiast gespeeld. Een schot van Z.I.A.N. gaat vlak naast, terwijl aan den anderen kant Kramp van dicht- bij in de handen van den keeper schiet. I Bij een volgende Z.I.A.N. aanval gooit J. C. de Kok den bal in bot doel 22. Bij een nieuwen Haagschen aanval schiet de linksbuiten tegen de lat, Van der Voet vangt den bal op en scoort 23. De Zijl zet dan goed op en kort voor hef einde gelukt het van Leeuwen nogmaals het net te vinden 33. Aldus komt het einde. brand en kan ik tegen alles De jonge man keek hem ongeloovig aan, Je stond op het punt een zonnesteek te krijgen toen ik je oppikte, lachte hij. Waarom ben je niet met den trein ge^ gaan, als je toch naar Hunter's Island moet. Ja, dat zit zoo. Ik wou dat uitsparen om Sadie naar de bioscoop te laten gaan. Daarom liep ik. l De jonge man bemerkte de verlegenheid i van don knaap. Neem me niet kwalijk, zei hij. Maar Jimmy hoorde hem niet. Hij trok zijn tasch achter uit de auto. V Stopriep hij, ik moet er uitIk f moet loopen De jonge man keek hem verbaasd aan. LoopenHeb je een weddenschap Jimmy gooide de tasch uit de auto en volgde zelf. Het duurde een poosje voor hij f den jongen man alles verteld had. Eerst over de padvinders-voorschriften, over die goede daad van iederen dag en dat dat met zelfopoffering gepaard moest gaan. En als Jimmy nu in een fijne race-auto verder ging, was er immers geen sprake van zelfopoffering. Als hij niet liep zou hij Sadie's dankbaarheid door een onwaarheid verdiend hebben Onzin, protesteerde de jonge man. Hoe zou je zuster het gevonden hebben als je een zonnesteek gekregen had Ik geloof dat je hem al hebt. Je bent van de wijs door de hitte. Stap in, dan gaan we verderI Jimmy stapte haastig achteruit. Ik loop liever, zei hij. Luister eens. Die goede daad van jotl i was een vergissing. We gullen opnieuw be-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 6