f UIT DE PERS.
DE PADVINDER
SPORT.
voorts machtiging verzoekt om tot uitvoe
ring van de voorgestelde werkzaamheden
over te gaan volgens nader door hun col
lege vast te stellen bestek en voorwaar
den. Deze werkzaamheden bestaan in het
plaatsen van een hekwerk en fundeering,
het maken van 725 M2. straatwerk, hot
plaatsen van straatkolken cn daarmede in
verband staande werkzaamheden en leve
ranties. De heer van Bennekom zou gaar
ne zien dat het plan werd uitgevoerd zoo
als aanvankelijk in de bedoeling lag, n.l.
om de straat tot aan den oprit der brug
waterpas te maken. Derhalve zou onge
veer in het midden de straat moeten wor
den opgehoogd tot aan het geprojecteerde
inrijhek. De voorz. antwoordt, dat het eon
voorwaarde van de eigenares van den
grond is, dat de straat ter plaatse niet
wordt opgehoogd, omdat het huis anders
in de diepte komt te liggen, doch dat er
geen overlast van het water te vreezen is
door het plaatsen der riolen er straalkol-
ken. De heer Los is het met. den vorigen
spreker eens en zou tevens do grondplan
ken willen vervangen door betonnen plan
ken. Op een vraag van den heer Stadhou
der of de provincie de helft der kosten zal
bijdragen, antwoordt de voorzitter, dat
men op de Griffie juist heeft aangedron
gen om het plan af te maken en men in
het vooruitzicht stelde dat de toegekende
subsidie zou verhoogd worden. Op een an
dere vraag van den voorz. of die 1000 van
Leiderdorp gewaarborgd zijn, antwoordt
de voorz. bevestigend. De heer Stadhou
der dringt nog aan dat ook aan Leiden
eene bijdrage in de kosten zal gevraagd
worden, want die gemeente raakt nu het
onderhoud kwijt. Wethouder Kompier
antwoordt, dat indertijd op eene gehou
den conferentie door wethouder Mulder
van Leiden is te kennen gegeven, dat Lei
den geen belang bij die verbetering heeft
en dat het onderhoud dier straat zeer mi
niem is. Op eene vraag van den heer de
Graaf of de grond, die noodig is voor de
verbreeding der Bruggestraat^ gratis
wordt afgestaan, antwoordt de voorz. be
vestigend er bij voegend dat als eisch ge
steld is, dat de gemeente voor het te
plaatsen hek zal zorg dragen. De heer de
Graaf vindt dat dan wel een woord van
dank past aan de eigenaresse van dien
grond, waar zij zulke doet in het algemeen
belang en het zou daarom ook prettig we
zen als men tot eene goede oplossing kon
komen. De heer Stadhouder kan zich vol
komen vereenigen met het gesprokene van
den heer de Graaf, doch wil ook een woord
van dank brengen aan den heer Boot. De
heer Los apprecieert die bedankjes wel,
doch anderzijds vindt hij de kosten ad
1100 voor het hek nog al hoog. De voorz.
merkt op, dat, wanneer het hier niet voor
de gemeente was, de eigenares nooit, den
grond zou willen afstaan. De heeren do
Graaf en Stadhouder protesteeren tegen
het gezegde van den heer Los. Op eene
vraag hoeveel grond er is afgestaan, ant
woordt de voorz. den heer Starrenburg,
dat de waarde moeilijk te taxeeren is j er
M2. In dit verband wil hij nog vrijz;n naar
hetgeen werd geboden voor een zinker in
Meerburg. Na nog eenige discussie aan
gaande dit punt. doet de heer de Graaf
een voorstel, dat de gemeente-opzichter
met den heer van Bennekom, raadslid, de
situatie in de Bruggestraat nog eens zul
len opnemen en daarna zullen conforeeren
met de eigenaresse over het al of niet wa
terpas maken der straat. Dit voorstel
wordt gesteund door de heeren J. de Groot
en Stadhouder. De heer Los wil hier een
amendement aan toevoegen en wel in dien
geest, dat wanneer de eigenaresse niet ge
negen is om over het bezwaar heen te
stappen, wanneer het voor de straat noo
dig is dat die waterpas komt, dat do grond
dan niet aanvaard zal worden. De voorz.
wijst er op, dat. dan kans is dat. de sub
sidie van de Provincie verbeurd wordt,
want men wil ter Griffie dat het plan al
dus uitgevoerd wordt. De heer Los trekt
dan zijn amendementsvoorstel in, waarna
het voorstel van den heer de Graaf met 10
tegen 1 stem (de heer Starrenburg) wordt
aangenomen. Op voorstel van den heer de
Graaf wordt voorts besloten een dank
schrijven te richten aan de eigenares van
den grond en den heer Boot. Verder be
sluit de Baad zonder hoofdelijke stemming
het plan uit te voeren volgens voorstel van
B. en W., aan de Provincie een subsidie te
vragen van ƒ3750, benevens eene bijdrage
te vragen aan de gemeente Leiden.
Hierna is aan do orde een verzoek van
de heeren de Bruijn e.a. waarbij gevraagd
wordt om voor een bepaald aantal K.W.U.
garant te willen blijven tcnopzichte van
de Stedelijke Fabrieken te Leiden voor
het lichtverbruik in de woningen aan den
Vrouwenweg, omrede deze Fabrieken an
ders niet tot aansluiting wenschen over te
gaan. B. en W. zeggen in hun praeadvies,
dat uit de met de Directie gevoeixle cor
respondentie gebleken ie, dat deze het
stellen van eene garantie niet uitroer'oaar
acht. Mitsdien stellen B. en W. den Baad
voor om op het adres afwijzend te be
schikken. De heer Los zegt, dat de men-
schen in de toekomst toch licht moeten
hebben en hij vraagt of er nu niets voor
hen te doen is. De voorz. zegt, dat de ge
meente destijds een bijdrage van 750
heeft gegeven voor het bouwen van grooter
transformatorhuis bij 'tKruisheerenklooster
waarop dan alle te bouwen woningen langs
den Vrouwenweg kunnen aansluiten en dat
derhalve de gemeente thans geen bijdrage
meer kan verleenen. Op eene vraag van
den heer Los hoeveel de aansluiting kost,
antwoordt de voorz., dat aan de combina
tie-de Bruijn voor de eerste 10 woningen
door de Stedelijke Fabrieken 550 ge
vraagd is. De heer Los noemt dit een
schandelijk hoogen prijs, want zulks be
draagt voor 50 woningen 2500, terwijl het
gemakkelijk voor 1200 kan gemaakt wor
den. De heer Los zegt, dat het hier geldt
misbruik maken van het monopolie dat de
Stedelijke Fabrieken zich in de buitenge
meenten hebben weten te versohaffen.
Deze gemeente, aldus de heer Los, kan te
gen de Fabrieken alleen niets doen, daar
om zou hij gaarne zien dat aansluiting
werd gezocht met de andere buitenge
meenten teneinde middelen en plannen te
beramen om paal en perk te stellen aan
het uitbuiten der gemeenten door Leiden.
Na nog eenige discussie wordt besloten op
het adres afwijzend te beschikken, terwijl
de heer de Graaf nog in overweging geeft
aan B. en W. om te zien of er wellicht nog
iets te bereiken valt voor de aansluiting
der woningen aan den Vrouwenweg, zon
der dat de gemeente finantieel moet bij
springen. Vervolgens is aan de orde de
behandeling van het voorstel van B. en W.
om in beroep te gaan van de beschikking
van Ged. Staten op het beroep ingesteld
door het B. K. Kerkbestuur in de Zuid-
buurt tegen het besluit van den Baad de
zer gemeente van 1 Augustus j.l., houden
de vaststelling der gemeentelijke vergoe
ding over 1924, met inbegrip der driejaar-
lijksche afrekening. Uit het besluit van
Ged. Staten blijkt dat eensdeels de ge
meente, anderzijds het kerkbestuur in het
gelijk is gesteld. B. en W. achten echter de
uitgaven voor een orgel en harmonium,
alsmede voor diverse boeken en platen
niet te vallen onder die vergoeding en zou
den gaarne de besohikking van de Kroon
zien, te meer waar vroeger reeds eene
Kon. beslissing is gevallen, waarbij de
aanschaffing van een orgel en harmonium
geweigerd werd. Met 10 tegen 1 stem (de
heer Jac. van Leeuwen) wordt zonder eeni
ge discussie besloten conform het voorstel.
Oninbaar wordt, verklaard eon bedrag van
ƒ4.75 wegens schoolgeld over 1027, aange
zien de belastingplichtige inmiddels naar
Amerika is vertrokken, terwijl eveneens
wordt afgeschreven een bedrag wegens
bondenbelasting. Vervolgens vragen B. en
W. den Baad, onder overlegging van een
desbetreffend contract en verdere beschei
den, of de Raad da brug bij Lagerberg aan
den Vliet wenscht te amoveeren en het gat
te dempen, dan wel dat de ophaalbrug
wordt vernieuwd. Het is gebleken dat al
leen de heer Lagerberg reohten op die
brug kan doen gelden, al heeft de heer
E aardekooper uilb Oegstgeest dan ook
ernstige bezwaren tegen de verwijdering
van die brug. De heer Lagerberg heeft
verklaard afstand te willen doen van zijn
recht. Er ontspint zich over dit punt dan
eene lange discussie, terwijl ten slotte be
sloten wordt de" beslissing aan te houden
tot een volgende vergadering. Naar aan
leiding van in de vorige vergadering ge
stelde vragen deelt de voorz. mede. dat de
gemeente-opzichter het hoekijzer niet wen-
schelijk acht, omdat anders de palen van
het remmingwerk eerder zullen gaan Tot-
ten, aangezien voor de bevestiging van
dat hoekijzer in de palen geboord moet
worden en daarin schroeven aangebracht
moeten worden, terwijl hij ook met het oog
op de scheepvaart zulks ontraadt. De
heer Starrenburg zegt dat de opzichter
dan niet goed op de hoogte van de situa-
tie is. Ook vindt spreker het noodig dat
het remmingwerk geteerd wordt. De
voorz. zegt, dat wanneer de Baad het
wenscht, zulks natuurlijk zal gebo ren.
De heer Starrenburg wijst er op, dat Rijn
land zulks ook toepast. De heer Les noemt
het rapport niet deskundig en vermoedt
dat het hier gaat om het feit vie Ie baas
is, de opzichter of de Baad. Na nog eeni
ge discussie wordt besloten het hoekijzer
aan te brengen en het remmingwerk te
teeren. Vervolgens deelt de voorz. mede,
'dat van der Kwast zal worden aangeschre
ven dat hij door den dam bij van Rijn een
duiker moet leggen voor verversohing van
de voor zijn woning loopende Bloot. Ver
der, dat opdracht is gegeven voor het uit
diepen van de Meerburgerwetering bij de
Vrouwenbrug, doch dat met de werkzaam
heden nog niet begonnen kan worden, om
dat de personen die dat werk zullen ver
richten momenteel met ander werk bezig
zijn. Op een vraag van den heer Starren
burg hoe het zit met de subsidie voor die
brug, antwoordt de voorz., dat indertijd
reeds is medegedeeld dat de kans op sub
sidie gering was, doch dat de hoop geves
tigd was op het Wegenplan, waarop deze
gemeente echter met geen enkele weg
voorkomt. Op eene vraag van den heer Los
antwoordt de voorz., dat de woningen aan
den Vrouwenweg nog niet bewoonbaar zijn
verklaard. De heer Los zegt, dat de wonin
gen toch bewoond zijn en vraagt «f zulks
ad rem is. De voorz. antwoordt dat de be
woonbaarverklaring in verband staat met
bet rioleeringsplan, waarop eohter nog
geen beschikking genomen is kunnen wor
den, omdat Ged. Staten nog geen bericht
gezonden hebben omtrent de gewijzigde
verordening. De heer Los noemt hetgeen
daar aan den Vrouwenweg gebeurt sabo
teering op groote schaal, het heeft geens
zins zijn volle instemming. Wanneer men
ziet wat voor rommel er soms gebruikt
wordt voor de demping der sloot kan men
tot geen andere conclusie komen dan dat
hier schandelijk werk gemaakt wordt. De
voorz. wijst er op, dat wat er met die sloot
gebeurt te wijten is aan den Raad. Had
men het voorstel van B. en W. aangeno
men, dan had de vulling moeten geschieden
met zuiver zand. De heer Starrenburg
wijst erop, dat een kastje voor de water
leiding niet is afgesloten en zoodoende
waterverlies plaats heeft. De heer Los
vraagt zioh verder af of men die combi
natie nog verder tegemoet moet komen als
zij maar alles saboteert! De heer de Graaf
vraagt of voortaan ook asoh en vuilnis op
gehaald kan worden in de buurtschap bij
Siera. De voorz. zegt onderzoek toe. Ver
der spreekt de heer de Graaf er zijne ver
wondering over uit dat het pal bij den
slager van der Ploeg maar e?n hal?en me
ter breed is, terwijl dit toch breeder moet
zijn volgens de voorwaarde van verkoop.
De voorz. zegt onderzoek toe. Eveneens
vraagt de heer de Graaf onderzoek om
trent een stukje grond achter de zijstraat
der Rijnegommerstraat, hetwelk door de
Lange is verkooht aan van der Werf, ter
wijl de Raad toch nooit besloten heeft om
dat Btukje berm aan de Lango af to staan.
De heer Los vestigde de aandacht van B.
en W. op het feit dat de gemeente Leiden
in de buitengemeenten bezig is om water
te ontdiepen door het storten "gpr
In Alkemade heeft men met he»t oog daar
op eene verordening in het leven geroe
pen teneinde zulks tegen te kunnen gaan.
Het ware gewenscht dat B. en W. dit punt
eens onder hunne aandacht wilden nemen.
De voorz. zegt zulks toe. De heer Starren
burg vraagt vervolgens eenige vragen te
mogen stellen in geheime zitting. Dit wordt
toegestaan, waarna de voorz. de openbare
vergadering schor3cht, die na ongeveer een
half uur weer wordt heropend en onmid
dellijk gesloten.
NIEUWKOOP.
De waterleiding. Reeds geruimen tijd
is alhier sprake van centrale drinkwater
voorziening en werden reeds verschillen
de plannen ontworpen. Tot heden werd
den Gemeenteraad echter geen definitief
ontwerp-besluit ter goedkeuring aangebo
den, hetgeen in hoofdzaak schijnt te wij
ten te zijn aan het College van Ged. Sta
ten van Zuid-Holland, welk College er de
voorkeur aan moet geven, dat Nieuwkoop
met nog eenige andere Gemeenten een
zelfstandig Waterleiding-bedrijf sticht.
In de Woensdag jl. onder leiding van
den waarnemend Burgemeester, den heer
A. J. den Hartog, gehouden raadvergade-
*-
l IN DEN MIST.
7 Het Huisgezin schrijft?
Wat gaan wij straks bij de Kamerver
kiezingen doen?
3 'Afgevaardigden kiezen.
Anders niets?
Neen, anders niets.
De kiezers hebben niets anders te doen,
is hun geleeraard; wat er na het kiezen
der afgevaardigden gebeuren zal, zullen
de afgevaardigden uitmaken,
c Alles op z'n tijd en ieder op z'n plaats,
dit gevleugelde woord schijnt de zaak
te hebben beslist.
t Het doet ons genoegen, dat de Haag-
sche briefschrijver van de Tijd tegen deze
methode van nu niets doen en op-zien-ko-
men-spelen met groote felheid van leer
trekt.
t Feitelijk veralgemeent hij de kwestie,
blijkbaar om niet zoo scherp te doen yit-
fiomen, dat bij onze politieke leiding in
gebreke st
t Hij ver\» ijt de Kamer en de partijen,
dat ze nu al een paar jaar niets hebben
gedaan om 'n einde te maken aan de poli
tieke omstandigheden, die het politieke le
ven verlammen.
5 Men wacht en blijft wachten.
'Ais de tijd onherroepelijk voorbij zal
zijn, als de verkiezingen achter den rug
rijn en het intermezzo-kabinet opstapt,
Jzal men er eens over gaan donken, mis
schien ook over gaan praten, wat gebeur
fen moet", het otigeschikte oogenblïk,
waarop de tijd zal dringen, het land aan
éen nieuwe regeering te helpen.
De briefschrijver zegt ronduit, dat men
opzettelijk nalaat de partij als geheel ge-
homen over deze dingen te laten denken
ên haar te oriënteeren op hetgeen men
dan hoopt to doen en haar gedachtengang
In die richting daarheen te leiden.
3 De partij moet met allerlei dingen wop-
den bezig gehouden, om niet te gaan den
ken over hetgeen gebeuren moet om een
einde te maken aan politieke omstandig
heden, die zij eiken dag hooren moet dat
van alle kwaad de schuld zijn.
Alles wil de briefschrijver aan de par
tijen vergeven, alleen dit eene niet, dat zij,
behoorlijk door de feiten aan de ooren ge
trokken en gestraft voor het verzuim in
het verleden, in drie jaren ter voorberei
ding van een beteren toestand niets, ab
soluut niets hebben gedaan.
Hij klaagt haar deswege reeds nu aan
als de aansprakelijken voor het gesukkel
Zonder einde, dat in 1929 na de verkiezing
zoo zeker als tweemaal twee vier is, zal
volgen en dat leiden moet tot een poli
tiek van: zegen den greep.
1 Inderdaad: het is niet waar, dat de kie
zers enkel afgevaardigden kiezen en aan
hun mandatarissen zeggen: zie nu maar,
hoe gij het verder rooit.
J Integendeel, de kiezers hebben over de
politiek, die gevolgd moet worden hun oor
deel, en als zij dat oordeel nog niet heb
ben, dan wenschen zij daaromtrent te wor
den in- en voorgelicht.
Er kan misschien zekere voorzichtig
heid, wil men slimheid, voor pleiten, die
kwestie te ontwijken tot na de verkiezin-
gen.
Maar denkt men dat de bevrediging
grooter zal zijn, als straks een dertigtal
iieeren zullen uitmaken, in welke richting
of geen richting het staatsbestuur
zal worden geleid?
Verkiezingen zijn er om te kiezen, ze
ker, maar verkiezingen zijn er ook om met
een duidelijke, pakkende leus aan vriend
èn tegenstander te zeggen, hoe men de re
geering des lands denkt en wenscht.
Wij loopen en tasten thans in deiï
mist.
indertijd opgemaakte begrooting een be
drag van 5700 aanwees, waarop een pro
vinciaal subsidie werd toegekend van
2500, terwijl de gemeenteraad van Lei
derdorp een bedrag van 1000 maximum
toezegde. Waar echter door de kwestie-
Brouwer inzake het schuurtje, alsmede
door een wijziging in de uitvoering van
het plan do kosten zijn gestegen tob onge
veer 7500, stellen B. en W. voor om aan
(le Provincie eene subsidie te vragen tot
9en bedrag van 3750, terwijl hot college
FEUILLETON.
D.
Naar het Engelsch van
Richard Harding Davis.
(Nadruk verboden).
en viel op de goede aarde
en opgewassen zijnde bracht het
honderdvoudige vrucht voort-
Een van de voorschriften voor den pad
vinder is dat hij iederen dag een goede
daad moet doen. Als je een échte padvin
der bent is je dag niet goed als deze daad
niet verricht is.
Jimmy Reeder had deze daad volbracht
door zijn zusje Sadie dien morgen tien
oent te geven. Ze kon nu naar de „Palace"
gaan naar 'n bioscoopvoorstelling of, als
ze haar schat in tweeën deelde, kon ze
zelfs tweemaal genieten in de goedkoopere
bioscoop in Lennox-Avenue. Jimmy liet
dat heolemaal aan haar eigen initiatief
over. Hij ging naar het jaarlijksche kamp
op Hunter's Island; zelfs de bioscoop zonk
in het niet bij het vooruitzicht van zoo
iets heerlijks. Maar Sadie kon ook wel on
zelfzuchtig zijn. Met waren heldenmoed
maakte ze een beweging alsof ze hem zijn
geld wilde teruggeven.
Neen, Jimmy, ik kan het niet van je
aannemen. Jij hebt het overgespaard en jij
moet het nu niet weggeven.
Ik heb hot nog niet overgespaard, zei
Jimmy. Maar ik ga het op het spoorkaartje
uitsparen. Ik stap bij City Island uit in
plaats van Pelham Manor en wandel dan
verder. Dan is het tien cent goedkocper.
En dat met die zware tasch! riep Sa-
die vol bewondering uit.
O, dat is niets, zei de jongen. Dag
moeder Tot ziens, Sadie
Hij raadde zijn zuster nog haastig aan
„De vloek van Caïn' te gaan zien en rende
de deur uit.
Hij had zijn khaki uniform aanover
zijn schouders droeg hij een rugzak, zijn
tasch zwaaide hij aan zijn hand en boven
zijn dikke sportkousen kwamen de knieën
te voorschijn, die nog gebruind moeiten
worden door de zon en die vol s 'hrammen
zaten van het kruipen door struiken. Sadie
en zijn moeder wuifden hem nade jon
gens op straat begroetten hem afgunstig;
zelfs de politieagent knikte.
Ben jij padvinder, Jimmy? vroeg hij.
Neen, antwoordde Jimmy. Dat zie je
tooh wel. Ik ben het Kerstmannetje en ga
de kousen van de kinderen vullen.
De politieagent was niet gespeend van
humor. Dan mag je zelf eerst wel een
paar behoorlijke aantrekken. Als een bond
je meisjeskniein ziet, liapt hij erin....
Een uur later liep Jimmy met zijn tasch
in zijn eene en een stok in de andere hand
puffend en hijgend op den postweg van
Boston. Voor zijn oogen strekte zich een
onafzienbare asphaltweg uit; de lucht tril
de van de hitte. Het duurde niet lang of
de rugzak drukte hem als lood op de
schoudershij kon haast niet meer voort
op zijn durne becnen. Zijn oogen deden
hem zeer van het steken van de zon. Nu
had hij er spijt van dat hij uit den trein
was gestapt, dat hij geen andere „goede
daad" had uitgekozen, bijvoorbeeld een
oude dame helpen oversteken en het geld
weigeren dat zij hem zeker aangeboden
zou hebben. Dat zou vrij wat gemakkelijker
zijn geweest, dan belast en beladen vijf
mijl te wandelen bij negen-en-negentig
graden hitte. Twintigmaal had hij de tasch
van de eene hand in de andere genomen
twintigmaal had hij haar laten vallen om
er zelf een poosje op te. gaan zitten.
En toen, toen hij zijn last weer opnam,
naderde de barmhartige Samaritaan. Hij
kwam in een grooten grijzen racewagen
met een vaart van veertig mijl in het uur,
stopte plotseling op nog geen honderd voet
van Jimmy en wuifde hem toe.
De barmhartige Samaritaan was een
jeugdig uitziende man met lichtblond
haar. Hij had een blauw cheviot pak aan,
een pet op en groote gele handschoenen
aan de handen, die het stuur omkneld
hielden. Toen de wagen stilstond, keek hij
naar den vermoeiden jongen.
Ben jij padvinder? vroeg hij.
Voor den een en twintigste keer liet
Jimmy zijn tasch vallen, boog met moeite
zijn pijnlijke vingers recht en salueerde.
De jonge man in de auto maakte een
hoofdbeweging naar de leege plaste naast
hem.
Stap in.
Toen Jimmy doodgelukkig naast hem zat
merkte hij tot zijn groote teleurstelling,
dat de auto met een kalmer vaart verder
reed dan waarmee hij hem achterop geko
men was. Do weldoener scheen een beetje
met zijn jeugdige buurman te willen pra
ten.
Ik heb nog nooit een padvinder ont
moet, zei hij. Vertel me er eens wat
van. Maar vertel me eerst eens wat je
doet als je niet padvindert.
Met groote radheid vertelde Jimmy dat
hij portiersjongen was en de deuren van
Carroll en Hastings, makelaars in effec
ten, beveiligde tegen bedelaars -cn andere
minder gewenschte bezoekers. Hij sprak
de namen van zijn werkgevers met eer
bied uit. Het was een oude, soliede, aan
zienlijke firma, deelde hij mede. De jonge
man met het lichtblonde haar knikte in
stemmend.
Kent U ze dan? vroeg Jimmy. Bent
U soms een klant van on3?
Ik ken de firma, zei de jonge man.
Het zijn klanten van mij.
Jimmy vroeg zich af hoe Carrol en
Hastings klanten van den man naast hem
konden zijn. Naar zijn uiterlijk te oi-rdee-
len was hij een kleermaker. Het kon ook
wel zijn dat hij in manufacturen handelde.
Jimmy deed zijn verhaal verder. Hij
woonde bij zijn moeder, Sadie, zijn zusje,
ging nog op school. Hij hielp verdienen en
nu had hij vacantie die hij fijn op Hunter's
Island ging doorbrengen, waar hij zijn
eigen eten zou koken en in een tent ging
slapen.
En vindt je dat nou leuk? vroeg de
jonge man een beetje smalend.
En ofprotesteerde Jimmy. - Gaat
U ook kampeeren?
Ik ga altijd kampeeren, zei de barm
hartige Samaritaan schertsend. Als ik
de stad uit ga. Maar je ziet er niet naar
uit of je tegen het kampleven kunt.
Jimmy koek schuldig naar zijn witte
knieën.
IJ moet me over twee weken maar
eens zienl Dan ben ik door de zon yer-
ring heeft een en ander wederom een on-'
derwerp van bespreking uitgemaakt, ter
wijl de volgende motie met algemecne
stemmen werd aangenomen.
De Raad der gemeente Nieuwkoop?
Overwegende: dat reeds op 17 Febru-
ari 1926 in beginsel besloten is tot cen
trale drinkwatervoorziening in die ge-
meente over -te gaan
dat elk jaar het polderwater slechter
van qualiteit wordt en dezen zomer abso-
luut bedorven en onbruikbaar is;
dat naar zijn meening een aannemelijke
offerte aanwezig is van de N.V. Bode
graaf sche Waterleiding; i
Geeft den uitdrukkelijken wensch te
kennen:
le dat de Burgemeester en Wethouders
in het belang van de Volksgezondheid
daaraan geen moeilijkheden in den weg te
leggen.
2e Gedeputeerde Staten uit te noodigen
binnen een maand een voorstel overleg
gen, waarop de Raad besluiten kan tot
onmiddelijke invoering van centrale drink
watervoorziening over te gaan;
WATERPOLO.
De Zijl IZ.I.A.N. 3—3.
In de zweminrichting De Zijl te Leiden
speelden gisteravond voor de competitie De
Zijl I tegen Z.I.A.N. I uit den Haag. De
wedstrijd die te 8.15 moest aanvangen, be- j
gon eerst om 9 uur wegens het niet verschij- r
nen van den scheidsrechter.
Met goedvinden van beide aanvoerders
fungeerde de heer B. Planjer als scheids
rechter.
Z.I.A.N. toonde zich door vlugger opzwem
men en beter plaatsen aanmerkelijk ster
ker dan De Zijl en hoewel laatstgenoemde
na de rust beter partij gaf dan er voor,
dankte zij het gelijke spel alleen aan een
weinig meer geluk.
De zeventallen, van welke Z.I.A.N. een t
invaller had, verschijnen in de volgende op-
stelling;
Z.I.A.N.
Kulsdom
v. Engelenburg C. de Haas J. J. de Kok
J. C. de Kok G. Hegi N. van der Voet
Van Leeuwen Kramp C. W. Snoeken
W. Snoeker Van der Horst Arbouw; f
Peoters
De Zijl.
Vanaf de ingooi is Z.I.A.N. het eerst bij
den bal en direct in den aanval. Reeds spoe-
dig lost Hegi een hard schot, dat Peeters
schitterend hoog wegstompt, zoodat de bal
over de hooge afscheiding in het dame;,
bassin terecht komt. Een tweede schot
stompt hij eveneens corner, terwijl hij een
derde schot stopt. Herhaaldelijk wordt,
voor overtredingen gefloten. Als De Zijl bij
een overtreding ineens den bal inzendt,*
-or4t dezo door KuWom goed gehouden.j
Direct daarop tijgt Z.I.A.N. ten aanval en
wordt het eerste doelpunt gescoord (0 1).
Het doel van De Zijl verkeert geregeld
in gevaar, maar Peeters is in prachtige con-
ditie. Nadat C. W. Snoeker vlak voor het j-
doel den bal in de handen van den Haag
sehen keeper heeft geworpen is het rusten.
Na de rust komt De Zijl beter opzet-
ten en al aanstonds gaat door een over- 1
treding een goede kans voor de Leide-
naars verloren. Zij komen echter terug
en bij dezen hernieuwden aanval maakt
Kramp met een goed schot gelijk Cl1).
Als dan een der Hagenaars wegens kramp
het water verlaat, gaat ook Arbouw uit j
het water, zoodat beide partijen met 6 1
man verder spelen. Direct daarna krijgt i
De Zijl op gelukkige wijze een doelpunt, j
als Kulsdom bij een uitgooi den bal door
het doel haalt 21.
Er wordt nu enthousiast gespeeld. Een
schot van Z.I.A.N. gaat vlak naast, terwijl
aan den anderen kant Kramp van dicht-
bij in de handen van den keeper schiet. I
Bij een volgende Z.I.A.N. aanval gooit J.
C. de Kok den bal in bot doel 22.
Bij een nieuwen Haagschen aanval
schiet de linksbuiten tegen de lat, Van der
Voet vangt den bal op en scoort 23.
De Zijl zet dan goed op en kort voor hef
einde gelukt het van Leeuwen nogmaals
het net te vinden 33. Aldus komt het
einde.
brand en kan ik tegen alles
De jonge man keek hem ongeloovig aan,
Je stond op het punt een zonnesteek te
krijgen toen ik je oppikte, lachte hij.
Waarom ben je niet met den trein ge^
gaan, als je toch naar Hunter's Island
moet.
Ja, dat zit zoo. Ik wou dat uitsparen
om Sadie naar de bioscoop te laten gaan.
Daarom liep ik. l
De jonge man bemerkte de verlegenheid i
van don knaap. Neem me niet kwalijk,
zei hij. Maar Jimmy hoorde hem niet. Hij
trok zijn tasch achter uit de auto. V
Stopriep hij, ik moet er uitIk f
moet loopen
De jonge man keek hem verbaasd aan.
LoopenHeb je een weddenschap
Jimmy gooide de tasch uit de auto en
volgde zelf. Het duurde een poosje voor hij f
den jongen man alles verteld had. Eerst
over de padvinders-voorschriften, over die
goede daad van iederen dag en dat dat
met zelfopoffering gepaard moest gaan.
En als Jimmy nu in een fijne race-auto
verder ging, was er immers geen sprake
van zelfopoffering. Als hij niet liep zou hij
Sadie's dankbaarheid door een onwaarheid
verdiend hebben
Onzin, protesteerde de jonge man.
Hoe zou je zuster het gevonden hebben
als je een zonnesteek gekregen had Ik
geloof dat je hem al hebt. Je bent van de
wijs door de hitte. Stap in, dan gaan we
verderI
Jimmy stapte haastig achteruit. Ik
loop liever, zei hij.
Luister eens. Die goede daad van jotl i
was een vergissing. We gullen opnieuw be-