BINNENLAND.
Letteren en Kunst
LUCHTVAART.
CIRCUSLEVEN
lo).
UIT DE PERS.
TWEEDE BLAD
DE LEIDSCHE COURANT
MAANDAG 25 JUNI 1928
Katholieke Jonge Werkgevers-
Vereeniging.
Algemeens vergadering.
Zaterdagavond te kwart voor zes ving te
Arnhem de vijf-en-twintigste algemeene
vergadering aan onder presidium van den
heer Laurent Janssen Czn. uit Tilburg.
De Voorzitter memoreerde, dat het Se
cretariaat overbelast raakte, waardoor het
bestuur besloot als hulp aan den secretaris
mevr. mr. Overeem als adj.-secretaresse
aan te stellen.
Spr. verwelkomde prof. dr. A. Weve, die
pastoor van Aken zal opvolgen als geeste
lijk adviseur. Spr. geloofde, dat pastoor van
Aken's werk in geen boekdeelen te beschrij
ven is en vroeg of de vergadering het kon
goedkeuren dat pastoor van Aken tot eere
voorzitter werd benoemd. Een hartelijk ap
plaus gaf de goedkeuring der vergadering
op dit voorstel.
Mr. J. Mutsaers bracht het jaarverslag
uit, waaruit bleek, dat de vereeniging
steeds groeiende is. Het aantal leden steeg
van 1 December 1927 tot Juni 9218 van
335 tot 349; het aantal donateurs steeg van
122 tot 125.
De heer E. Slaghek bracht het financieel
verslag uit.
Het financieel beleid werd goedgekeurd
met een bijzonder woord van dank aan den
penningmeester en zijn hulp den heer De
Wilde
De heeren G. de Gruyter, J. Prinz, J.
Taminiau en A. v. d. Venne hebben ontslag
genomen als lid der commissie tot beharti
ging der godsdienstige en zedelijke belan
gen der leden.
Mr. G. Mutsaerts installeerde de nieuwe
commissie, bestaande uit de heeren J. J.
E. Bergen, G. H. de Nivelle, J. W. Scnei-
der, J. J. T. M. v. d. Schrieck.
Spreker gaf in korte trekken weer de
taak die de commissie wacht: te zorgen dat
de leden der K. J. W. V. zich Katholiek zul
len toonen in woord en daad.
Mr. Frans Teulings, secretaris der R. K.
Staatspartij, hield vervolgens een rede over
het onderwerp Partij en Jeugd".
Spr. vond de uitlating „Ik bemoei me
niet met politiek" zeer gevaarlijk, want een
dergelijke houding bemoeilijkt en verzwakt
de poistie van de Katholieken in Neder
land.
Spr. waarschuwde om geen conclusies te
trekken uit de ruzie's en de contrastendat
is slechts de oppervlakte en geenszins "de
kern.
Spr. acht het een feit, dat de aansluiting
aan de partij van de jeugd, van de jonge
menschen, nog te weinig afzonderlijk be
handeld en georganiseerd is. De jeugd
staat min of meer afkeerig tegen de poli
tieke organisatie. Spr. onderscheidde drie
categorieën: de onverschilligen, die door
het materialisme geïnfecteerd zijn; dan is
er de groep, die dr. Poels noemde de „su
pernaturalisten", wien spr. eigengereidheid
niet kan ontzeggen (overigens zijn het de
slechtsten niet, die zich ietwat romantisch
toeleggen op zelfontwikkeling enz.); als der
de groep noemde spr. „de slachtoffers der
oude generaties", de jeugd, die haar idealis
me ziet geknakt door het verscherpen der
groepsbelangen. Spr. betreurt het, dat deze
jongelui niet dieper zien en niets beseffen
van de diepere factoren, waardoor het werk
der Staatspartij een grootsch relief krijgt.
Spr. gaf toe, dat de aansluiting van de
jeugd bij de partij eigenlijk een punt is, dat
vergeten is. Niemand zag toe, dat de jonge
ren door de poort kwamen. Men gaf den
jongeren geen pas de conduite. Bovendien
hebben de jongeren niet altijd een bemoedi
gend voorbeeld onder de ouderen gevonden
Spr. wist zelf niet een concrete oplossing
te geven van het vraagstuk „Partij en
Jeugd", doch geloofde, dat deze openhar
tige bespreking al een begin van oplossing
is. Spr. wees er op, dat. er allereerst con
tact moet worden gezocht, en dat bestaat
al voor een deel: de studenten hebben het.
En ook voor de K. J. W. K. bestaat die ge
legenheid.
Spr. vertrouwde, dat de jongere Katho
lieken bereid gevonden zouden worden zich
op den bodem der werkelijkheid te plaatsen
Na een dankwoord werd de vergadering
verdaagd.
De dag werd besloten met een gezamen
lijk diner waarbij het niet aan hartelijke
toasten ontbrak. Speciaal de zeereerw. heer
Van Aken, de scheidende geestelijke advi
seur werd zeer hartelijk gehuldigd.
De R.K.J.W.V. bood hem een couvert
aan met inhoud.
De gelden zullen worden besteed om een
schilderij van ZijnEerw. te doen vervaar
digen.
Te elf uur Zondagmorgen werd de jaar
vergadering voortgezet.
De heer r. W. Thunissen gaf een inleiding
over het onderwerp „Corruptie in de Staats
bedrijven en particuliere ondernemingen".
Een zeer uitvoerige gedachtenwisseling
volgde op deze rede.
Besloten werd om de volgende najaars
vergadering in Rotterdam te houden.
Dr. Schaepman-fonds.
De Rijkskieskring Leeuwar
den neemt de leiding met
bijna ƒ1.25 per Katholiek en
Kiezer.
De eerste maal, dat het Comité van Ac
tie voor het Dr. Schaepman-fonds de
stilte verbreekt met een onthulling der tot
heden bereikte resultaten, is wel een uiterst
gelukkige gelegenheid.
Geen gevaar, dat een gedeeltelijk resul
taat een onjuisten of teleurstellenden in
druk zou vestigen, nu het R ij k s k i e s -
kringcomité-Leeuwarden ons be
richt. dat het zijn wakkere, actie in Fries
land bekroond ziet met een totaal op
brengst van 14.240.
Met groote voldoening en dankbaarheid
publiceeren wij dezen eersten uitslag, te
vens hulde brengend aan het Comité, zijn
staf propagandisten en allen, die deze
prachtige som bij elkaar brachten.
Als maatstaf voor de landelijke opbrengst
der befaamde 7 ton houdt ons Comité vast
aan één guldenpers tem, in 1925 uit
gebracht op de Katholieke lijst.
Friesland telde toen 11.329 Katholieke
kiezers.
Worden van de bovenvermelde totaal-
opbrengst ƒ200 onkosten aan geleverd pro
pagandamateriaal afgetrokken, dan neemt
de Rijkskieskring Leeuwarden de leiding
met bijna ƒ1.25 per Katholieken kiezer,
d.i. ƒ14040 netto opbrengst.
Neemt men het aantal Katholieken als
maatstaf, dan brengt Friesland het met dit
bedrag tot 52 ets. per Katholiek.
Aan de woorden van bewondering en lof
voor dit krachtige werk zouden wij enkel
willen toevoegen een hartelijke aansporing
en opwekking van de andere 17 Kieskringen
en hunne Comité's, die zich, na eene ge
slaagde voorbereiding, om strijd beijveren
Friesland op den voet te volgen.
De eerste uitslag laat thans voor rem
mende vrees noch wankelmoedigen twijfel
meer plaats.
Dat de actie voor het Dr. Schaepman-
fonds niet overmoedig is, heeft Friesland
moedig bewezen.
Katholiek Nederland onderschatte zich
zelf niet en bevestige de reeds bemoedigen
de, hoopvolle gegevens.
Wij publiceeren slechts eindcijfers.
Friesland heeft de leiding.
Wie bezet de tweede plaatst
Het Comité van Actie.
EEN GEBED VOOR T00R0P.
(In „De Gemeenschap" wordt gepubli
ceerd het gebed, dat is uitgesproken bij de
Toorop-herdenking in de kapel der Reinil-
da-stichting, na een Requiemmis, opgedra
gen voor de zielrust van den meester. Het
luidt als volgt:
In den naam des Vaders en des Zoons en
des H. Geestes. Amen.
O God, aan Wien wij zoo juist Uw Een-
geboren Zoon Onzen Heer Jezus Christus
als zoenoffer hebben opgedragen, wij bid
den en wij smeeken U, Uw grooten en ge
trouwen dienaar Joannes, dien Gij U ge-
waardigd hebt weg te roepen uit den tijd
zijner ballingschap, toe te laten tot het
Jicht Uwer heerlijkheid en de genieting der
oneindige geneugten.
Gedenk, o Heer, in Uw onbegrensde alwe
tendheid, hoezeer Uw dienaar de schoon
heid heeft vereerd en liefgehad als de af
straling van Uw wonderheerlijk en oneindig
Wezen, en haar heeft voortgebracht met
zijn handen tot troost en stichting van ontel
baar velen, en gelieve hem daarom tot loon
voor zijne werken op te nemen tot de aan
schouwing der onbesmette en onverganke
lijke Schoonheid, die Gij-zelve zijt.
Herinner U, o Heer, hoe hij vol gods
vrucht en ontroering den kruisweg van Uw
mensch-geworden Zoon gevolgd heeft met
het werk van zijne handen, gewaardig U
daarom, hem deel te geven aan de vruch
ten der verlossing, en hem de verheerlijkte
wonden te toonen in het glorie-volle Li
chaam van den eens gekruisten Zaligmaker
Gedenk, o God van liefde, hoe hij ontel
baar velen gastvrij ontvangen heeft in zijne
woning en aan zoovele hunner den weg ge
wezen naar het land der schoonheid, en
gewaardig U daarom, hem goedertieren
op te nemen in Uwe eeuwige woningen en
hem het land der eeuwige beloften binnen
te voeren.
O God van onuitsprekelijke goedheid,
gedenk, hoezeer Uw dienaar de arme en
onwetende heiden-kinderen heeft liefgehad
en hooggeacht, en ook daarom zoo dikwijls
heeft vertoefd op deze plaats, waar wij U
voor zijn zielerust het Offer van Uw Eenge
boren Zoon hebben opgedragen, en gewaar
dig U daarom, zoo bidden en zoo smeeken
wij, in hem de belofte te vervullen van
den Goddelijken Leeraar aller volken: „Za
lig de barmhartigen, want zij zullen barm
hartigheid verwerven".
Gewaardig U, o God, Uw dienaar te ge
leiden tot voor den troon Uwer nooit-vol-
prezen Moeder, en hem de volle schoonheid
te vertoonen van Haar, Wier heerlijkheid
hij voorgevoelen mocht op de oogenblikken
zijner bezieling, en Wier glorie hij verkon
digd heeft door het werk zijner handen, vol
wijding en vol piëteit.
Gelieve hem, o God, deel te geven aan 't
gezelschap der Engelen en der Heiligen, in
Wier midden hij zoo gaarne reeds verwijlde
met den geest in de dagen zijner balling
schap, en gewaardig U, hem te verzadigen
met de vreugde der rechtvaardigen, die hij
reeds op aarde stralen zag in de oogen der
godvruchtigen.
Moge, o God, zoo smeeken wij, het licht
der eeuwige schoonheid opgaan voor de
ziel van Uw bevoorrechten dienaar, wiens
geheele leven één zucht naar schoonheid
was; moge de eeuwige verkwikking hem
verzadigen, die zoovelen heeft verkwikt en
nog verkwikken zal met het werk zijner
handen.
H. Maria, Moeder Gods, bid voor hem.
De Heere geve hem de eeuwige rust, en
het eeuwige licht verschijne hem. Dat hij
ruste in vrede. Amen.
In den naam des Vaders en des Zoons
en des H. Geestes. Amen.
Vliegmachine met badkamer.
Op een vliegtuigfabriek te Southamp
ton is op het oogenblik voor een Engelsch-
man een „luchtjacht" in aanbouw, dat in
comfort en weelde alles, wat er op dit ge
bied tot dusver in gepresteerd, in de scha
duw stelt. Het jacht zal namelijk, behalve
van een slaaphut, een salon, een keuken
en andere lokaaltjes, ook nog van een
badkamer zijn voorzien.
NA DE VOORSTELLING - S' NACHTS OM HET KAMPVUUR
ZOO ZITTEN ZE DIKWIJLS DES NACHTS BIJEEN, ZWIJGEND
VERHALEND VAN HUN LIEF EN LEED.
VERHALEN VAN DEN HEIMAT. OUDE ROMANTIEK.
De gelegenheid was er, want het Circus
Strassburger is hier luttele dagen en bij
de eerste kennismaking reeds ontwaar ik
zooveel verschillende menschen van aller
lei nationaliteiten, dat ik voel, dat hier
heerschen moet die echte Nomaden-geest,
die Circusartisten van het echte ras eigen
is. Ik voel, dat het reizen en trekken die
menschen in het bloed moet zitten, want
er zijn Duitchers, Spanjaarden, Mexica
nen en Egyptenaren, die meereizen van
land tot land en van stad tot stad.
En allen hebben die onrustigen geest,
zij zijn als Ahasverus, de wandelende
Jood.
Nu is er de gelegenheid eens nader ken
nis te maken met dat leven, waaromheen
de gewone mensch zulk een romantische
sfeer geweven heeft, en van die ge
legenheid wilden wij gebruik maken.
Middernacht.
De bezoekers zijn vertrokken, de lichten
gedoofd. Waar zooeven nog het rumoer van
snuivende paarden, brullende dieren en
luidruchtige menschen de ruimte van het
circus vulde, heerscht nu de zwijgende
duisternis. In den schemer van het circus
worden de laatste werkzaamheden verricht.
Hier en daar loopen nachtwachten met
tragen tred. „Angenehme ruhe" zeg ik tot
hen en voor mijzelf voel ik, dat het schrij
nend klinkt, zulk een wensch tot hen, die
de rust niet kennen in een bestaan, waar
op de eerste plaats gevraagd wordt naar
arbeid, dan nog eens naar arbeid en nog
eens en dan.als er dan nog tijd over is
naar rust.
Maar zij antwoorden mij vriendelijk en
spreken zachte woorden met de dieren,
die zij bewaken en die hun vrienden zijn.
In de hoeken der stallen is een gedeel
te met zeil afgesloten. Nieuwsgierig kijk
ik, wat daar te zien is. Niets anders, dan
eenige dekens, hier en daar op den grond
gespreid en die dienen tot rustplaats dezer
menschen.
Maar déar is nog niemand, aan slapen
denkt er geen.
Ik spreek een van de wachters aan en
vraag hem naar zijn leven in het circus en
zijn arbeid.
„Het moet wel een zwaar leven en
moeilijke arbeid zijn", zeg ik.
En hij vertelt.
Donderdagavond hebben zij nog in Alk
maar gespeeld. Na de voorstelling werd er
gearbeid tot den schemermorgen om met
alles, het heele Circusdorp, 's morgens in
Leiden te kunnen zijn. Dan als alles klaar
is om in den vroegen morgen verzonden te
worden, komt na die zware arbeid de rust,
maar een ru6t slechts van twee uren, die
weer gevolgd zal worden door een inspan-
nenden dag van zwaren arbeid, de opbouw
weer van het circus en denzelfden avond
weer een ■jjolledige voorstelling.
Ik zeg hem dan dat zulk een leven toch
te zwaar is en toch niet aangenaam kan
zijn.
En hij antwoordt: Och, wat is een pret
tig leven. Als je maar opgaat in het vak,
dat je beoefent, zegt hij, als er maar lief
de is voor je werk en onze liefde, dag en
nacht, geldt hier den dieren. En als ik dan
nog zeg, dat zulk een leven op den duur
toch niet is vol te houden, daar de natuur
zich niet bespotten laat, dan zegt hij als
een echte Duitscher, dat de wil sterker is
dan de natuur en dat hij al acht jaar dit
leven heeft geleid.
Ik ga verder de stallen in en om een
hoek ontwaar ik een groep pratende stal
knechts. Zij staan bij een zware Ardenner,
die ziek is en al hun aandacht vraagt. Het
dier wordt goed verzorgd, men heeft het
warme wollen lappen om de lendenen ge
wonden en ik sta er nog maar pas als
Prof. Dr. Roos met zijn assistent komt
aanloopen om het dier te behandelen.
Ik blijf het schouwspel een oogenblik
gadeslaan en ga dan heen, want in de an
dere gedeelten der stallen worden de lich
ten reeds gedoofd. De dieren maken zich
gereed voor de rust en als zij rusten, dan
pas mogen de menschen hier eerst aan
rusten gaan denken.
Ik loop over het duistere terrein. De
arbeid schijnt ten einde. In de wagens
branden nog de lichten.
Ik hoop, dat men, zooals dat zoo dik
wijls geschiedt, het kampvuur zal ontste
ken en daar omheen zal gaan zitten om
elkander de verhalen te doen van het lief
en leed, dat het deel is- van deze nomaden
stam. Maar ik zie niets.
's Middags heb ik reeds iemand ge
vraagd of men dezen avond bij het kamp
vuur zal zijn en men heeft mij geantwoord,
dat het van te voren niet te bepalen ia,
omdat dat afhangt van de stemming dezer
circusmenschen. Niet iederen avond wordt
het kampvuur ontstoken.
Ik schijn het niet te treffen. Ik blijf
ronddwalen, want er is hier een sfeer, zoo
heel anders dan die van ons dagelijksche
leven.
Zoo nu en dan klinkt het huilend gebrul
van een leeuw in de duisternis en te mid
den van het tentendorp, voel je dan, dat
zoo de sfeer moet zijn van oase in de on
metelijke wildernissen van een oerwoud
,,'n Abend" klinkt het van allen die ik
ontmoet en als diezelfde groet mij gedaan
wordt van Piétro, den dompteur der ijs
beren, dan neem ik mijn kans waar.
Ik spreek hem aan, offreer hem een si
gaar en vraag hem mij iets te vertellen
van zijn wijde omzwervingen en zijn af
komst.
Artistenlevens.
Met kort gebaar wijst hij mij op een
van die vierkante blokken, die nu op het
land staan en die 's avonds in de manége
gebruikt werden bij het optreden met de
leeuwen om pyramiden te vormen. Zelf
neemt hij daarop ook plaats en,' terwijl
slechts zijn sigaar in de duisternis gloeit,
vertelt hij mij zijn afkomst.
Hij is geboren in Guadalajara uit een
vader, die Indiaan was van een apachen-
stam en een moeder van Duitsc-he afkomst.
Van zijn vader erfde hij diens moed in het
overbrengen van zijn wil op de dieren.
Niet altijd zijn het ijsberen geweest, waar
mede hij optrad, hij heeft allerlei dieren
reeds gepresenteerd, olifanten, leeuwen en
wolven, in verschillende andere circussen.
Maar de gevaarlijkste, vertelt hij, blij
ven steeds de ijsberen, die niet zonder ro>
den door hen „de witte schrik" worden ge
noemd. Want het is zoo moeilijk te zien of
de ijsbeer in een goede stemming is of
niet.
Piètro heeft dit in korte woorden, een
voudig en onopgesmukt verteld. Hij is een
man van weinig woorden en als hij mij
vertelt, dat hij meerdere malen door ijsbe
ren is aangevallen, stroopt hij ten bewijze
een der mouwen van zijn overhemd wat
hooger op en ik zie tal van roodgekleurde
litteekens over den geheelen arm.
Intusschen heeft zich Henry Petersen
de leeuwentemmer bij ons gevoegd.
Ook hij vertelt van zijn ervaringen.
Hoe hij in Zweden in den vroegen mor
gen repeteerde met een groep van twin
tig leeuwen. Daarbij was „Nero" de groot
ste, een kalm en rustig dier. Opeens bij het
vormen van een pyramid© vallen drie leeu
wen Nero aan. De temmer geeft bevelen,
maar zonder resultaat. Hij sloeg en stak
de aanvallers, maar zij lieten niet los. Zij
scheurden de borst van Nero open, zoodat
het bloed eruit spoot. Toen kwam een
stalmeester aansnellen, die hem een revol
ver met los kruit toewierp.
En eerst toen hij schoot vlak voor de
oogen van de aanvallers, slopen deze te
rug en was Nero gered. Maar hij was
zwaar gewond en eerst na een zorgvuldige
verpleging van vier maanden was het dier
weer geheel hersteld.
En „Nero" vergat zijn redder niet. Bij
een repetitie in Oostenrijk vallen plotse
ling twee leeuwinnen Petersen van achte
ren aan. Hij wordt neergeworpen en voelt
reeds de scherpe en zware klauwen in zijn
lichaam. Hij vecht en worstelt languit op
den grond liggende.
Plotseling valt Nero een der leeuwinnen
aan en rukt haar van Petersen af, die met
de laatste krachten waarover hij beschikt
zich van het andere dier bevrijdt, de ma
nége uitstrompelt en in zwijm valt. Hij
moest in het ziekenhuis worden opgeno
men.
Vier^ weken later stond hij weer tegen
over Nero, zijn levensredder en van nu af
zijn trouwste vriend.
Ook zeer tragische voorvallen zijn er
geschied, zooals dat van het vijfjarig kind
van een der vrouwelijke artisten, dat ge
dood werd door een trap van een olifant.
Zulk een voorval doet die menschen dan
weer meer dan ooit op hun hoede zijn voor
de gevaren van het oerwoud, die zij trot-
seeren midden in een beschaafde wereld.
Dan is het een oogenblik stil. Het leven
is langzaam aan weggestorven en er
heerscht nu diepe duisternis in het kamp
van wagens en tenten.
En terwijl ik nadenk over dat circus
leven, vol van romantiek, zegt Pietro
zacht:
„Wij moeten gaan slapen, want er ko
men weer een dag en een nacht vol zwa
ren arbeid."
Zacht wenschen wij elkaar dr.n „ange
nehme ruhe" en stil verlaat ik deze plek,
waar menschen en dieren één groot gezin
zijn..., in lief en leed.
UIT DE RADIO-WERELD
Programma's voor Dinsdag 26 Juni.
Hilversum, 1060 M.
12.302.00. Lunchmuziek door het Tno-
Verhey.
5.307.15. Concert door het Omroep-or-
kest. Frits Hinze, viool. Egb. Veen a. <L
vleugel.
7.157.45. Duitsche Olympiade-1 es.
8.00. Marschconcert door de Kon. Mili
taire Kapel o. 1. v. C. L. Boer. Beroemde
marschen van Beethoven, Berlioz, Mozart,
Grieg, St. Saëns en Strauss.
Huizen, 340,9 M.(N»Cuur 1870 M.)
(Na 6 uur 1870 M.).
12.301.30. Lunchmuziek door hot Trio-
"Winkels.
K.R.O. 6.00—7.00 Dinermuziok.
7.30—8.00. CursuB Kerklatijn. K.R.O.
8.00 N.C.R.V. Concert.
Daventry, 1600 M.
11.20 Gramofoonmuziek.
12.20. Concert.
I.20—2.20. Orkestconcert. (Tusschen 4.20
4.35. 4.50—5.20, 6.20—C.50, 7.05—7.20 uit»
slagen Tenniswedstrijden Wimbledon).
2.50. Muziekles.
3.35. Muziek.
3.40. Fransche les.
4.10. Muziek.
4.20. Orkestconcert.
4.35. Causerie.
4.50. Orkestconcert.
5.20. Vacantie-praatje.
5.35. Kinderuurtje.
6.20. Gramofoonmuziek.
6.50. Nieuwsb.
7.05. Gramofoonmuziek.
7.20. Lering: Australia, road and the air
8.05. Vocaal concert.
8.20. Concert door de militaire kapel (vail
8.22—8.50. Lezing: The functions of cloi
thing.
9.20. Nieuwsb.
9.35. Muziekles.
9.55. Nieuwsber.
10.00. „The Rival Poets", of „The lovè
Charm", operette in 2 actcn van Scott eri
German.
II.20—12.20. Dansmuziek.
„R a d i o-P a r i s", 1750 M.
10.5011.00. Gramofoonmuziek.
12.502.10. Orkestconcert.
4.055.05. Orkestconcert.
9.0511.20. Concert. Werken van Messa-
ger en „L'Oiseau de Feu", van Strawinsky.
Langenberg, 469 M.
1.252.50. Orkestconcert.
4.25—5.05. „Hansel und Gretel", sprookje.
6.20—7.15. Kamermuziek. Het Werag»
strijktrio (viool, viola, cello).
8.35. Robert Koppel-avond. Eysoldt-kapel
en Robert Koppel, humorist.
15.50. Sluiten.
Z e e s e n, 1260 M.
12.205.20. Lezingen.
5.206.20. Orkestconcert.
6.808.05. Lezingen.
8.50. Uitzending van Trio-Ergon muziek-
films. Inleiding door Dr. G. Bagier.
10.50. Sluiten.
Hamburg, 595 M.
4.35. Gedichtenvoorlezing.
6.20. Walsmuziek door orkest.
7.45. „De Barbier van Sevilla", opera
van Rossini in 2 acten. Daarna tot 11.20
Cabaret.
Brussel, 609 M.
5.20. Gramofoonmuziek.
5.50. Orkestconcert.
6.507.35. Trioconcert, (piano, viool, eei-
8.2010.35. Concert in den dierentuin te
Antwerpen.
POLITIE, BURGEMEESTER EN RAAD.
Veritas schrijft onder „Leidsche Pen*
krassen" in De Nieuwe Leidscha
Courant over „de kwestie van de politio,
die wel in de commissaris-benoeming als
het ware is samengetrokken, maar die toch
een weinig dieper zit", o.m.:
„Er gaan geruchten ja, ik kan het
heusch niet helpen, wanneer ik verklap,
wat men binnenskamers wil houden, want
liet wordt als 't ware van de daken gepre
dikt dat onze Burgemeester het stand
punt zal innemen: de Raad heeft daar niets
mee te maken, het is ongewenscht om den
Raad er in te moeien.
Je weet, Amice, daarmede ben ik het
eens. De wetgever heeft niet toevallig,
maar naar mijn overtuiging opzettelijk en
op goede gronden de politie onder eenhoof
dige leiding geplaatst. Als uiterste gezags-
apparaat moet dat m.i. Er kunnen zich ge
vallen voordoen en dat komt veel vaker
voor dan men denkt dat de eenhoofdige
leiding noodzakelijk is, omdat voorafgaand
overleg reeds om des tijds wille onmogelijk
is. Daarenboven, hoofdzaak is, dat er dart
gehandeld wordt. Of juist gehandeld wordt)
is dan een zaak van tweede orde, hoewel
natuurlijk belangrijk.
Toch vrees ik, Amice, dat met alle res
pect voor dit principiecle standpunt van
Mr. van de Sande Bakhuyzen, met alle
waardeering voorts voor zijn inzicht en voor
de leiding, die hen doet uitgaan, het hier
een weinig den verkeerden kant uitgaat.
De structuur van ons maatschappelijk
en staatkundig leven is anders dan eenige
tientallen jaren geleden.
De bevoegdheden zijn niet meer zoo
streng afgebakend en gescheiden, maar
vloeien hier en daar ineen.
Zoo ook hier.
Pohtie-leiding is niet meer mogelijk zon
der medewerking en zedelijk dragen van
het goheele gemeentebestuur.
Zou de Raad voortdurend critisch staan,
dan zal de beste leiding falen. Daarom be-