GEMEENTERAAD VAN LEIDEN
ging*
:t huisje in 't ravijn
tweede blad
„de leidsche courant"
dinsdag 22 mei 1928
mmge discussies over een vrij onbelangrijke zaak -
l belastingfactor zonder discussie vastgesteld -
wijzigingen aangebracht en toegezegd in de
steunverleening aan werkloozen
OVERZICHT.
gen uitvoerig debat is ontstaan uit het
>rstel van B. en W. tot beschikbaarstel-
g van gelden voor de uitvoering van
lige werken, ter verbetering van den
stand nabij den ingang van de stads-
pwerf aan de Oude Heerengracht. De
ir* Manders wilde tegelijkertijd met be-
ilde werken eenige meerdere verbetering
ibrengen. Wethouder Splinter ant-
irdde hierop, dat laatstbedoelde wer-
naar 't voornemen ia, het volgende
op de begrooting zouden worden ge-
Welnu aldus de heer Manders
dan de geheele verbetering uit. Ons
iens, was tegen het denkbeeld van den
r Manders niet veel in te brengen; en
schijnt ons toe, dat een verbetering,
,rtoe men toch het plan heeft, altijd be-
i-eens dan in gedeelten kan worden
jevoerd. De discussie over dit punt werd
sch hartstochtelijk. Wethouder Splinter
verstoord over het feit, dat de heer
nders 't niet met hem eens was, en:
houder Goslinga nog veel meerWat
tstgenoemde wethouder beweerde was
niet gelukkig. Kleine verbeteringen
en daar zijn, aldus de heer Goslinga,
beter dan alles maar op de duurste en
aalste wijze te doen. Maar in dit geval
er geen verschil over den omvang van
aan te brengen verbeteringen, maar ai
over den tijd waarop deze moesten
den aangebracht. Het debat liep niet
ikkig al voor B. en W. Eerst werd een
van den heer Schüller, om prae-
ies uit te brengen op het voorstel-Man-
verworpen, met ook de stemmen der
houders tegen. En ten slotte, toen de
ld in de discussies bekneld was ge
it, deden B. en W. een voorstel, dat
:ies hetzelfde was als het bij den aan-
l der discussie verworpen voorstelSchül
En "zonder stemming is dit toen aange-
zitting met gesloten deuren was
dig bij het voorstel van B. en W. tot
voeren van een verweer tegen den
h, welke door J. Plu tegen de gemeente
ïgesteld, ter zake van schade, ontstaan
het perceel Maresingel no. 22, in ver-
d met het doen leggen van een stam-
>1 aan den Maresingel. In openbare zit-
is daarna het voorstel van B. en W.
Ier debat of hoofdelijke stemming aan-
>men.
transport-arbeiders-organisaties heb
niet haar zien gekregen en zien niet
iwilligd haar verzoek, om personen be
en 18 jaar (nu is 't beneden 16 jaar) en
:re personen zonder rijbewijs het be
en van met paarden bespannen rijtui-
te verbieden.
adat zonder debat was aangenomen
voorstel van B. en W. inzake vaststel
van het vermenigvuligingscijfer is er
ïd gedebatteerd geworden over door
in W. voorgestelde wijziging van de
n-verleenin aan werkloozen.
itnemend heeft wethouder Goslinga
wijziging verdedigd. Zeer ad rem wees
ïr op, dat deze wijziging in ons blad
j.l. Donderdag vermeld precies
reenkomstig is aan wat de heeren v.
ien en Groeneveld indertijd tegenover
communist Knuttel bepleitten en ver-
igden. De S.D.A.P. wilden juist alleen
steunverleening doen uitstrekken over
n van organisaties, die zelf een werk-
enkas hebben. Welnu, het voorstel van
en W. bedoelt, een termijn van
inplaats van drie maanden lidmaat-
p van de vakorganisatie te eischen,
.voor steunverleening in aanmerking te
Ben; dus dat de steunverleening uitsluit
onen, die, naar de meening van de
A.P. elf, bij de gewone armenzorg be
en. Ook wordt bij deze wijziging de
n gedurende de wachtdagen, door de
nisaties geëischt, ingetrokken, omdat
ens B. en W. hierdoor deze door de
nisaties zelf in het belang der werk-
loozenkas getroffen maatregel wordt gesa-
botteerd.
Interessant was de mededeeling van den
wethouder, dat in de eerste drie maanden
van 1913 aan werkloozensteun door de ge
meente Leiden is uitgegeven 110.000, in
1928 46.000; dat er in de eerste week van
April 1923 607 werkloozen waren ingeschre
ven, in 1928 214.
Met instemming hebben wij van den wet
houder vernomen, dat verhoogingen zullen
worden aangebracht in het bedrag der uit-
keering, van den kindertoeslag en van den
huurbon-toeslag, terwijl het bedrag, dat
van gezinsinkomen mag worden afgetrok
ken, grooter zal worden.
(V ervolg)
lOo. Voorstel tot het voeren van ver
weer tegen den eisch, welke door J. Plu te
gen de gemeente is ingesteld, ter zake
van schade ontstaan aan het perecel Mare
singel No. 22, in verband met het doen
leggen van een stamriool aan den Mare
singel.
De heer Schüller klaagt erover, dat
de raadsleden niet de noodige stukken
ter lezing worden voorgelegd. De corres
pondentie tusschen den advocaat der ge
meente en genoemden eischer bijv. is niet
ter lezing gelegd. Verder kan spr. niet be
grijpen, dat de gemeente niet lankmoedi
ger tegen eischer is opgetreden, die des
tijds nog een belangrijk stuk grond aan de
gemeente cadeau heeft gedaan. De ge
meente had bemiddelend kunnen optreden
tusschen eischer en den aannemer. Spr.
vindt verder het advies van den gemeente
advocaat vrij onbenullig
De voorz.: Ik geloof, dat nu het oogen-
blik gekomen is ,om de deuren te sluiten.
De raad gaat daarop in geheime zitting.
Na'ruim een uur in geheime zitting ge-
.weest te zijn wordt de vergadering her
opend en het punt z. h. st. aangenomen.
Aangenomen.
llo. Voorstel tot opnieuw vaststelling
van de verordening tot heffing van school
geld voor het Lager Onderwijs in de ge
meente Leiden.
Jeugdige koetsiers.
12o. Praeadvies op het verzoek van een
drietal Transport-arbeiders-organisaties, om
het besturen van met paarden bespannen
rijtuigen door personen beneden 18 jaar en
door andere personen zonder rijbewijs, te
verbieden.
De heer Groeneveld ondersteunt
het verzoek van de Transportarbeidersor
ganisaties.
De voorz. zegt, dat B. en W. van mee
ning zijn, dat de tegenwoordige verorde
ning voldoende waarborgen biedt tegen
ongelukken. Vergelijking met andere ste
den, speciaal Rotterdam, waar het verkeer
zooveel drukker is, gaat niet op. Men moet
de vrijheid der burgers niet te veel aan ban
den leggen. Klachten zijn bij het hoofd der
politie nooit ingekomen.
De heer Heemskerk merkt op, dat
een bepaalde leeftijd niet altijd ongeschikt
of geschikt maakt voor een of andere func
tie. Zou het niet beter zijn een soort rijbe
wijs in te voeren, indien er ongewenschte
toestanden op dit gebied mochten bestaan 1
De voorz. zegt, dat er hier geen onge
wenschte toestanden bestaan, doch al wa
ren zij er, dan zou een rijbewijs toch geen
verbetering brengen.
De heer Groeneveld acht de invoe
ring van een rijbewijs ook een vrij omslach
tige maatregel. Het besturen van een paard
en wagen heeft z'n eigenaardige moeilijk
heden. Een chauffeur zit voorin, doch een
koetsier zit achter z'n paard. (Gelach). Ja,
de heeren kunnen lachen, doch een koet
sier die een steeg moet inrijden heeft daar
door een moeilijke taak, moeilijker zelfs
dan een chauffeur. En men mag beneden
de 18 jaar geen auto besturen. Er is alle
reden voor om ook voor koetsier een mi
nimum leeftijdsgrens van 18 jaar te stellen.
Hij dient in dien geest een voorstel in.
De heer Bergers merkt op, dat
iemand die altijd met paarden heeft omge
gaan met 16 jaar beter koetsieren kan, dan
iemand, die 18 jaar is en van paarden geen
verstand heeft.
Het voorstel-Groenveld wordt daarna
verworpen met 21 tegen 10 stemmen. Voor
stemde de S.D.A.P. en de heer v. Tol.
Het voorstel van B. en W. wordt daarna
z. h. st. aangenomen.
13o. Vaststelling van het vermenigvul-
digingscijfer, bedoeld in de verordening op
de heffing eener plaatselijke belasting naar
het inkomen te Leiden, voor het belas
tingjaar Mei 1928Mei 1929.
Aangenomen.
Werkloozensteun.
14o. Verordening, houdende wijziging
van de verordening van 20 October 1924
(Gem. Blad No. 27), betreffende den Ge
meentelijken Dienst voor Sociale Zaken.
De heer Baart had van B. en W. een
ander voorstel verwacht, na de toezegging,
bij de begrootingsdebatten aan den heer v.
Stralen gedaan. De cijfers wijzen erop, dat
de werkloosheid nog steeds weinig verbe
terd is. B. en W. stellen het voor, alsof de
verhoudingen thans normaal zijn geworden.
Dat is niet zoo. De vrees, dat de arbeiders
zich alleen zullen organiseeren om aan
spraak te kunnen maken op steunuitkee-
ring, is weinig gegrond. "Wanneer de raad
het voorstel van B. en W. aanneemt, zal de
toestand voor de arbeiders belangrijk ver
slechteren, vooral in verband met do
wachtdagenregeling. Dat is heelemaal niet
in overeenstemming met de gedane toezeg-
De heer Wilbrink zegt, dat er altijd
van de zijde der S.D.A.P. steeds beweerd
wordt, dat men georganiseerde arbeiders
niet gelijk moet stellen met ongeorgani
seerden, daar de eerste zelf maatregelen
nemen tegen den kwaden dag. De heer
Baart werpt thans dat standpunt over
boord en pleit nu voor degenen, die niet
voor den kwaden dag hebben willen zor
gen, maar die nu de organisatie willen
misbruiken om steun te krijgen. Dat B. en
W. daartegen maatregelen willen nemen, is
billijk. Bovendien worden de vakorganisa
ties er ook niet beter van, als zij leden
krijgen, die alleen toetreden om wille van
de steun. De gemeente heeft wel niet te
waken voor het peil van de vakorganisa
ties, doch het verwondert spr. toch, dat de
menschen der vakorganisaties zoo tegen
de voorstellen van B. en W. zijn. De rege
ling der wachtdagen is gemaakt wegens de
menschelijke zwakheid. Daar zijn er, die
wel eens graag vacantie hebben.
De heer Baart: Dat is het toppunt!
De heer Wilbrink: Ik neem er toch
geen woord van terug. De organisaties
hebben er zelf op aangedrongen, dat de le
den pas voor steun in aanmerking zouden
komen, als zij een jaar lid waren geweest.
Dat hebben zij alleen gedaan om te voor
komen, dat er leden zouden zijn, die wilden
parasiteeren op de organisaties. Spr.
noemt de voorstellen van B. en W. zeer
juist.
De heer Heemskerk wijst erop, dat
B. en W. in hun praeadvies zeggen, dat zij
„aanvankelijk" geneigd waren om tegemoet
te komen aan de wenschen van den heer v.
Stralen. Spr. vraagt of B. en W. daarmee
bedoelen, dat zij alsnog een verbetering in
overweging willen nemen, als de thans
voorgestelde „zuivering" van ongewenschte
elementen wordt aangenomen. Wanneer
het werkelijk daarom gaat, dat men alleen
die menschen wil helpen, die eerst voor
zichzelf gezorgd hebben, dan zou het beter
zijn de voorstellen van B. en W. aan te
nemen en daarna te trachten de steun voor
bona fide werkloozen royaler te maken.
Wethouder Goslinga ontkent, dat hij
een verbetering zou hebben toegezegd.
Spr. had geen bezwaar tegen het uitbren
gen van praeadvies. Hij heeft daarna de
zaak bestudeerd en het is hem gebleken,
dat aan de bestaande steunregeling een
fout kleefde, welke eruit moest. Men heeft
indertijd het organiseeren der werkloozen
willen bevorderen, en daarom ook voor hen
steun in uitzicht gesteld, die nog niet lang
genoeg georganiseerd waren. Later zijn
daardoor misbruiken binnengeslopen. Men
schen, die werkloosheid voor zich zagen,
gingen zich schielijk organiseeren, om na
3 maanden meer voordeelen te genieten
dan de anderen, die langer lid waren. En
spr. begrijpt niet, dat de heer Baart, nota-
bene voorzitter van den Leidsche Bestuur-
dersbond, het voor zulke menschen op
neemt. Spr. noemt verscheidene voorbeel
den, waarbij het ongetwijfeld uitsluitend
om de steun te doen was. Is dat geen sabo-
teeren van de werkloozenverzekering der
vakorganisaties! Op die manier maakt
men de werkloozenkassen kapot. Daarom
is een zuivering zoo billijk. De gemeente
steun is over 't algemeen grooter dan de
steun uit de organisatiekassen, vooral voor
arbeiders met gezinnen van kleine kinde
ren (zonder gezinsinkomsten). Spr. be
grijpt niet wat den heer Baart drijft, om
de menschen die de organisaties misbrui
ken, te willen bevoordeelen.
Het bedrag der gemeentelijke uitkeerin-
gen is sinds 1923 teruggeloopen van
110.913 tot rond 46.000. Daaruit blijkt,
dat men langzaam vooruit gaat. Eens moe
ten wij er toe kunnen overgaan om de ge
meentelijke steun geheel op te heffen. Maar
als wij alle menschen, die langs een achter
deur op steun aanspraak maken, moeten
blijven toelaten, dan komen wij er nooit af.
Het doel is een scheiding te maken tus
schen bonafide werkloozen en armlastigen.
Maar als men zoo doorgaat, is dat onmoge
lijk. Wie voor gezonde organisatieverhou
dingen is, moet vóór de voorstellen van B.
en W. zijn. Wat de wachtdagen betreft,
geeft spr. toe, dat dit vervelende dingen
zijn voor de arbeiders, maar dat er in den
loop der tijd al heel wat verbeteringen zijn
aangebracht.
In antwoord op den heer Heemskerk,
zegt spr. dat B. en W. wel voelen voor ver
betering in de werkloozensteun, doch dan
moet eerst de door spr. geschetste wantoe
stand worden weggenomen. Wanneer deze
fout verwijderd wordt, zijn B. en W. van
plan het bedrag van uitkeering te verbete
ren in de zin als de heer v. Stralen dat ge
wild heeft, verder de kindertoeslag te ver-
hoogen, alsmede het bedrag vrijgesteld van
gezinsinkomsten en de huurbonnen, een en
ander na overleg met de comm. voor So
ciale Zaken.
De heer B a ar t geeft toe, dat er na de
invoering van de bepaling, dat men na 3
maanden georganiseerd te zijn, recht op
steun heeft, menschen geweest zijn, die
toetraden tot de organisatie. Maar dat dit
uitsluitend gebeurd is met het doel om
steun te trekken, ontkent spr. Dat men na
3 maanden lid te zijn geweest, aanspraak
maakt op zijn recht, spreekt toch vanzelf.
Tegen den heer Wilbrink merkt spr. op,
dat de wachtdagenregeling uitsluitend ge
decreteerd wordt vanuit Den Haag. Spr.
ontkent dat hij op het standpunt staat,
dat men alle werkeloozen maar moet over
leveren naar de gemeentesteun.
Hij bestrijdt de cijfers van den heer Gos
linga. Deze noemt het bedrag van de steun
verleening, doch dat geeft geen kijk op den
omvang van de werkloosheid zelf. De voor
stellen van B. en W. geven wat met de
eene hand en nemen het met de andere
hand weer terug. Dat lag geenszins in de
bedoeling van de voorstellen van den heer
v. Stralen. Volgens het voorstel van B. en
W. kan het voorkomen, dat iemand, die
zelfs meer dan een jaar lid is van zijn or
ganisatie nog geen recht heeft op steun.
Hij ontraadt aanneming van het voor
stel.
De heer Eikerbout zegt, dat .van de
z.g. verslechting niet bepaald honderden
personen de dupe zullen worden, zooals de
heer Baart voorstelt, doch dat het hier
slechts gaat om een betrekkelijk klein ge
tal werkloozen (63). Spr. zet verschillende
z. i. verkeerde meeningen recht. O.a. dat
betreft de wachtdagen. Hij acht het be
zwaar van parasiteeren niet zoo heel groot
want men moet toch altijd een bewijs van
den patx-oon kunnen overleggen, vermel
dende de reden van het ontslag. Daaruit
kan men de gegrondheid der werkloosheid
afleiden.
De heer Heemskerk is het met de
heer Baart eens, dat het hier een kwestie
is van geven en weghalen. Toch geeft z.i.
het voorstel van B. en W. de juiste lijn
aan.
Wethouder Goslinga gelooft graag,
dat de heer van Stralen een andere bedoe
ling had met zijn voorstel, doch daarmee
kan spr. geen rekening houden. De heer
Baart heeft niet kunnen aantoonen, dat
men langs anderen weg zou kunnen komen
UIT DE RADIO-WERELD. .j
Programma's voor Woensdag 21 Wefc
Hilversum, 1060 M.
12.302.Lunchmuziek door het Trio
Groeneveld.
3.i.Maak het zelf, rubriek vaai mevr*
SchaakeV erkozen.
6.7.15 Diner muziek door het Trio RexsW
meester.
7.157.45 Lezing door Joh. J. Smit: Hot
Odd—Fellowship en zijn maatechappelijkwi
arbeid.
8.Uurslag.
8.-9.45 Wijdingsavond in de Groote ot
St.-Bavokerk, Groote Markt te Haarlem,
ter gelegenheid van het 75-jarig beeta&o
der Evangelische Maatschappij.
9.4511.Concert door het omroep-ofü
kest o.Lv. Nioo Treep.
H u i z o n, 340 M. (Na 6 uur 1870 M
(N.C.R.V.-uitzendingen uitsluitend).
12.801.45 Middagconcert,
5.6.Kinderuurtje.
6.7.Groninger uurtje.
7.308.Spr. K. H. SpijkermanS Het
nut van de pluimveeteelt.
8.— Concert.
Davenfcry, 1600 M.
10.35 Kerkdienst.
11.20 Gramofoonmuziek.
12.20 Balladenconcert.
12.50 Dansmuziek.
I.20—2.20 Orkestconcert.
2.50 Taaicauserie.
3.10 Muziek.
3.20 Causerie.
3.50 Muziek.
4.05 Causerie: Dieren !fl den tufri.
4.20 Licht klassiek concert voor fluit en
piano. Het Stratton strijkkwartet.
5.35 Kinderuurtje,
6.20 Muziek.
6.40 Tuinpraatjek
6.50 Nieuwsber.
7.05 Lezing: Royal Havy»
7.20 Lezing: Export HandeL
7.35 Baoh's partitas, voor piano.
7.45 Chemische causerie.
8.05 Vaudeville. Dansmuziek en Variëté-
artisten.
9.05 Lezing: Englands Green ond plea
sant land.
9.20 Nieuwsber-
9.40 Muziek.
9.45 „Tannhauser", 2e acte.
10.5511.20 Pianoconcert dpoc K. Tayolr.
II.2012.20 Dansmuziek.
.,R a d i o-P a r i 1T5Ö hf.
10.5011.— Muziek.
12.502.10 OrkestoonceHu
4.05—5.05 Orkestconcert»
7.50 Zangles. <4
8.50—11.20 Concert.
Langenberg, 569 M.
11.35—12.15 Schoolconcert (pianomuziek).
1.252.50 Orkestconcert.
6.20—7.15 Kamermuziek (J riolen m
piano).
7.50 ,Die schöne Helena", operette In ft
acten van Meilhac en Halvy. Mo*. 01*
fenbach. Daarna tot 12.20 Dansmuziek.
Zeesen, 1250 H.
12.205.20 Lezingen.
5.206.20 Orkestconcerf»
6.208.05 Lezingen.
8.50 Muziek van Saksefi—1Thüringen,
Trompet- en bazuinblazers.
10.5011.50 „Mijn Berlijn". A. Gutfcmacn's
Ura-Symphoniker en W. Weiss, tenor.
Hamburg, 895 M.
5.20 Jazzmuziek.
6.20 Orkestconcert.
8.20 „Goldsmieds Töchterleïn", volksstuk
met zang in 3 acten van W. Walzer.
10.20 „Reklame ist kein Glücksspiel", va
Dr. Rollmann. Daarna dansmuziek tot
11.20.
Brussel 509 M.
5.206.20 Orkestconcert,
8.3510.35 Concert.
FEUILLETON.
;Uit het Engelsch
door
Headon HilL
antwoordde hem dat haar vader alles
kaar was en ze zou zich volkomen ge-
*S gevoelen, zoolang ze hem zou kun-
helpen door bij hem te zijn.
Maar toch moet het hier eentonig
U zijn, waagde Hector te zeggen.
Integendeel, het is erg interessant
m de romantische omgeving van deze
e kust. En toen, alsof ze bang was dat
6 veel had gezegd, voegde ze er aan
7- Interessant natuurlijk zoover je
in deze stille omgeving van kunt
ken.
was in haar blijkbare vrees om mis-
e& iets te veel te zeggen iets, dat Hec-
1 argwaan opwekte. Ofschoon hij meer
neer onder de betoovering kwam van
.schoonheid, toch was hij nog niet zoo
.nd door dit snelgroeiend gevoel dat
mstmet als journalist geheel verdwe-
was. En dit instinct verzekerde hem,
iets interessanters was dan hij ver
fde èn mocht vermoeden. Wat was het
"•un dat voor hem yerborgen moest blij-
HOOFDSTUK V.
Ballast of Lading?
Een uur later, toen tante Drusilla weer
tot de werkelijkheid was teruggekeerd,
nam Hector afscheid van de beide dames
en begon de wandeling terug naar de val
lei. Hij voelde zich vreemd opgewonden. Do
eerste keer in zijn leven was hij zich be
wust geworden van de macht van een
vrouwestem, van de ontroering bij de aan
raking van een vrouwenhand, en tegelijk
was zijn detective-instinct vreemd wakker
geschud. Hij voelde een vraag in zich op
komen, waarvoor hij tevoren nog nooit was
Zou liefde hem verhinderen zijn plicht
te doen? vroeg hij zich zelf af. Hij had
geen enkele aanwijzing aangaande den
aard van het geheim, hij wist alleen maar
dat hij een sterk voorgevoel had van een
komende ontdekking en dat dit gevoel hem
nog nooit had bedrogen.
Terwijl hij voortliep paste hq al de klei
nigheden in elkaar die zijn speurzin had
den wakker geroepen.
Eerst liet hij zijn mede-huurder, Smyle
Mapleton, buiten zijn combinaties -maar la
ter dacht hij aan Lady Madge's antipathie
en aan miss Campions verlangen om to
weten hoe hij over zijn huisgenoot dacht.
Ook de herinnering aan het doode lichaam
dat hij gevonden had, drong zich meer en
meer naar boven, ofschoon hij geen flauw
notie had hoe dit met de andere dingen
die zijn aandacht hadden getrokken in ver
band kon staan.
Maar zelfs zonder deze twee gegevens
bleef er nog genoeg over om zijn argwaan
te rechtvaardigen. Ten eerste het gemak
waarmee de paarden hun schijnbaar ge
weldige lading tegen den heuvel hadden
opgetrokken. Dan het bord met „Verboden
Toegang" bij den ingang van de groeve.
Het heftige optreden van John Budge naar
aanleiding van het onschuldige smokke
laarsliedje, Martha's schrik, toen ze hoor
de dat hij gaarne de steengroeven zou
willen bezichtigen en haar verzekering dat
dit hem niet gelukken zou. En de lijst was
nog lang niet ten einde. Wat hem mis
schien het meest had verwonderd, was de
aankomst van een diep geladen boot die
oppervlakkig beschouwd geen enkele an
dere bedoeling kon hebben dan een lading
marmer in to nemen. Waarom was deze
boot zoo zwaar geladen met ballast?
Zijn argwaan was versterkt door Lord
Purbeck's kwalijk verborgen misnoegen,
over het feit dat Hector journalist was,
een misnoegen, dat nog grooter was gewor
den, toen hij had gehoord dat Hector be
last zou worden met een onderzoek naar
de dranksmokkelarij. En zelfs het gesprek
over dë marmer-industrie was niet van
harte gegaan.
Als het niet zoo'n krankzinnig idee
was, zou men haast gaan vermoeden dat
zijn lordschap, uit wraak dat het Parle
ment zijn politieke inzichten niet deelt,
smokkelaar in het groot was geworden, be
sloot Hector zijn overpeinzing.
Het bloote vermoeden reeds, gaf hem
een geweldige schok, want wat moest er
van zijn liefde voor Lady Madge terecht
komen als hij bestemd zou zijn om de sluier
op te lichten die over de kwade practijken
van haar vader uitgespreid lag? Maar
neen, dacht hij bij zichzelf, de gedachte
alleen was absurd! Er was één mogelijk
heid om van zijn argwaan af te komen en
dit was om dadelijk naar de vrachtboot te
gaan kijken, die den vorigen dag was aan
gekomen. Als de boot ballast in had, of
misschien machines voor de steengroeven,
dan zou hij zichzelf kunnen uitlachen om
zijn krankzinnige achterdacht. Alleen als
het mocht blijken dat de boot belastbare
goederen als wijn of sterke drank of tabak
zou lossen, zou hij het moeilijke vraagstuk
van plicht en liefde onder de oogen heb
ben te zien.
Daar de deur van Martha Calloway's
huisje nooit werd gesloten 's nachts, kon hij
in zijn kamer komen zonder iemand te
wekken. Het was half twaalf. Alles was
doodstil in het huisje. Martha en haar
dochter zouden zeker in diepe rust zijn.
Mr. Mapleton's kamerdeur stond open en
alles was donker binnen. Martha had de
lamp in Hector's kamer laten branden en
daar hij een paar laarzen en een oud pak
in de kast van zijn zitkamer had, hoefde
hij niet naar boven. Nadat hij zich ver
kleed had, sloop hij naar buiten. Zijn lamp
had hij uitgeblazen, voor het geval dat mr.
Mapleton nog niet naar bed was gegaan en
minder vriendelijke belangstelling zou
toonen voor wat hij deed.
Hij sloop een zijweg in naar de baai,
waar hij dien eersten avond zulk een gruw
zame vondst had gedaan. Toen hij aan het
strand kwam, wist hij dat hij groote kans
had om iets meer omtrent de zaak te we
ten te komen. De omtrekken van de boot
voor den pier yaren zichtbaar in het licht
van de sterren en ofschoon er geen lichten
aan boord waren, verrieden enkele gelui
den en nu en dan een gedempte stem, dat
men aan het lossen was. Toen hij zijn
oogen naar den pier richtten, werd zijn
vermoeden bevestigd.
Vier spookachtige gedaanten duwden 'n
lorrie langs de rails tot aan het uiteinde
van den rots, waarin dertig voet hooger dg
opening naar een groeve gaapte.
Plotseling zag Hector iets, dat hem
haastig een paar stappen terug deed gaan.
Geen vijf meter weg, met den rug naar
hem toe en half verborgen door een tama-
riskboschje, stonden twee mannen. Hun
tegenwoordigheid daar vernieuwde zijn
vrees dat er iets niet in orde was met de
marmergroeven.
De plaats waar de mannen stonden, was
uitnemend gekozen met het oog op moge
lijk onraad tijdens hét lossen van de ge
heimzinnige lading. De andere zijde van
den pier was onbereikbaar vanaf de land-
kant; de kust was er te smal en eindigde
in een vierhonderd meter hooge vooruit
springende rots. De eenige manier om te
zien, wat er op den pier gebeurde was
langs de vallei naar de kust te loopen, zoo
als Hector had gedaan.
En om heelemaal goed te zien wat er
gebeurde zou men het tamariskboschje
voorbij moeten 1
(Wordt vervolgd).