GEMEENTERAAD VAN LEIDEN ging* :t huisje in 't ravijn tweede blad „de leidsche courant" dinsdag 22 mei 1928 mmge discussies over een vrij onbelangrijke zaak - l belastingfactor zonder discussie vastgesteld - wijzigingen aangebracht en toegezegd in de steunverleening aan werkloozen OVERZICHT. gen uitvoerig debat is ontstaan uit het >rstel van B. en W. tot beschikbaarstel- g van gelden voor de uitvoering van lige werken, ter verbetering van den stand nabij den ingang van de stads- pwerf aan de Oude Heerengracht. De ir* Manders wilde tegelijkertijd met be- ilde werken eenige meerdere verbetering ibrengen. Wethouder Splinter ant- irdde hierop, dat laatstbedoelde wer- naar 't voornemen ia, het volgende op de begrooting zouden worden ge- Welnu aldus de heer Manders dan de geheele verbetering uit. Ons iens, was tegen het denkbeeld van den r Manders niet veel in te brengen; en schijnt ons toe, dat een verbetering, ,rtoe men toch het plan heeft, altijd be- i-eens dan in gedeelten kan worden jevoerd. De discussie over dit punt werd sch hartstochtelijk. Wethouder Splinter verstoord over het feit, dat de heer nders 't niet met hem eens was, en: houder Goslinga nog veel meerWat tstgenoemde wethouder beweerde was niet gelukkig. Kleine verbeteringen en daar zijn, aldus de heer Goslinga, beter dan alles maar op de duurste en aalste wijze te doen. Maar in dit geval er geen verschil over den omvang van aan te brengen verbeteringen, maar ai over den tijd waarop deze moesten den aangebracht. Het debat liep niet ikkig al voor B. en W. Eerst werd een van den heer Schüller, om prae- ies uit te brengen op het voorstel-Man- verworpen, met ook de stemmen der houders tegen. En ten slotte, toen de ld in de discussies bekneld was ge it, deden B. en W. een voorstel, dat :ies hetzelfde was als het bij den aan- l der discussie verworpen voorstelSchül En "zonder stemming is dit toen aange- zitting met gesloten deuren was dig bij het voorstel van B. en W. tot voeren van een verweer tegen den h, welke door J. Plu tegen de gemeente ïgesteld, ter zake van schade, ontstaan het perceel Maresingel no. 22, in ver- d met het doen leggen van een stam- >1 aan den Maresingel. In openbare zit- is daarna het voorstel van B. en W. Ier debat of hoofdelijke stemming aan- >men. transport-arbeiders-organisaties heb niet haar zien gekregen en zien niet iwilligd haar verzoek, om personen be en 18 jaar (nu is 't beneden 16 jaar) en :re personen zonder rijbewijs het be en van met paarden bespannen rijtui- te verbieden. adat zonder debat was aangenomen voorstel van B. en W. inzake vaststel van het vermenigvuligingscijfer is er ïd gedebatteerd geworden over door in W. voorgestelde wijziging van de n-verleenin aan werkloozen. itnemend heeft wethouder Goslinga wijziging verdedigd. Zeer ad rem wees ïr op, dat deze wijziging in ons blad j.l. Donderdag vermeld precies reenkomstig is aan wat de heeren v. ien en Groeneveld indertijd tegenover communist Knuttel bepleitten en ver- igden. De S.D.A.P. wilden juist alleen steunverleening doen uitstrekken over n van organisaties, die zelf een werk- enkas hebben. Welnu, het voorstel van en W. bedoelt, een termijn van inplaats van drie maanden lidmaat- p van de vakorganisatie te eischen, .voor steunverleening in aanmerking te Ben; dus dat de steunverleening uitsluit onen, die, naar de meening van de A.P. elf, bij de gewone armenzorg be en. Ook wordt bij deze wijziging de n gedurende de wachtdagen, door de nisaties geëischt, ingetrokken, omdat ens B. en W. hierdoor deze door de nisaties zelf in het belang der werk- loozenkas getroffen maatregel wordt gesa- botteerd. Interessant was de mededeeling van den wethouder, dat in de eerste drie maanden van 1913 aan werkloozensteun door de ge meente Leiden is uitgegeven 110.000, in 1928 46.000; dat er in de eerste week van April 1923 607 werkloozen waren ingeschre ven, in 1928 214. Met instemming hebben wij van den wet houder vernomen, dat verhoogingen zullen worden aangebracht in het bedrag der uit- keering, van den kindertoeslag en van den huurbon-toeslag, terwijl het bedrag, dat van gezinsinkomen mag worden afgetrok ken, grooter zal worden. (V ervolg) lOo. Voorstel tot het voeren van ver weer tegen den eisch, welke door J. Plu te gen de gemeente is ingesteld, ter zake van schade ontstaan aan het perecel Mare singel No. 22, in verband met het doen leggen van een stamriool aan den Mare singel. De heer Schüller klaagt erover, dat de raadsleden niet de noodige stukken ter lezing worden voorgelegd. De corres pondentie tusschen den advocaat der ge meente en genoemden eischer bijv. is niet ter lezing gelegd. Verder kan spr. niet be grijpen, dat de gemeente niet lankmoedi ger tegen eischer is opgetreden, die des tijds nog een belangrijk stuk grond aan de gemeente cadeau heeft gedaan. De ge meente had bemiddelend kunnen optreden tusschen eischer en den aannemer. Spr. vindt verder het advies van den gemeente advocaat vrij onbenullig De voorz.: Ik geloof, dat nu het oogen- blik gekomen is ,om de deuren te sluiten. De raad gaat daarop in geheime zitting. Na'ruim een uur in geheime zitting ge- .weest te zijn wordt de vergadering her opend en het punt z. h. st. aangenomen. Aangenomen. llo. Voorstel tot opnieuw vaststelling van de verordening tot heffing van school geld voor het Lager Onderwijs in de ge meente Leiden. Jeugdige koetsiers. 12o. Praeadvies op het verzoek van een drietal Transport-arbeiders-organisaties, om het besturen van met paarden bespannen rijtuigen door personen beneden 18 jaar en door andere personen zonder rijbewijs, te verbieden. De heer Groeneveld ondersteunt het verzoek van de Transportarbeidersor ganisaties. De voorz. zegt, dat B. en W. van mee ning zijn, dat de tegenwoordige verorde ning voldoende waarborgen biedt tegen ongelukken. Vergelijking met andere ste den, speciaal Rotterdam, waar het verkeer zooveel drukker is, gaat niet op. Men moet de vrijheid der burgers niet te veel aan ban den leggen. Klachten zijn bij het hoofd der politie nooit ingekomen. De heer Heemskerk merkt op, dat een bepaalde leeftijd niet altijd ongeschikt of geschikt maakt voor een of andere func tie. Zou het niet beter zijn een soort rijbe wijs in te voeren, indien er ongewenschte toestanden op dit gebied mochten bestaan 1 De voorz. zegt, dat er hier geen onge wenschte toestanden bestaan, doch al wa ren zij er, dan zou een rijbewijs toch geen verbetering brengen. De heer Groeneveld acht de invoe ring van een rijbewijs ook een vrij omslach tige maatregel. Het besturen van een paard en wagen heeft z'n eigenaardige moeilijk heden. Een chauffeur zit voorin, doch een koetsier zit achter z'n paard. (Gelach). Ja, de heeren kunnen lachen, doch een koet sier die een steeg moet inrijden heeft daar door een moeilijke taak, moeilijker zelfs dan een chauffeur. En men mag beneden de 18 jaar geen auto besturen. Er is alle reden voor om ook voor koetsier een mi nimum leeftijdsgrens van 18 jaar te stellen. Hij dient in dien geest een voorstel in. De heer Bergers merkt op, dat iemand die altijd met paarden heeft omge gaan met 16 jaar beter koetsieren kan, dan iemand, die 18 jaar is en van paarden geen verstand heeft. Het voorstel-Groenveld wordt daarna verworpen met 21 tegen 10 stemmen. Voor stemde de S.D.A.P. en de heer v. Tol. Het voorstel van B. en W. wordt daarna z. h. st. aangenomen. 13o. Vaststelling van het vermenigvul- digingscijfer, bedoeld in de verordening op de heffing eener plaatselijke belasting naar het inkomen te Leiden, voor het belas tingjaar Mei 1928Mei 1929. Aangenomen. Werkloozensteun. 14o. Verordening, houdende wijziging van de verordening van 20 October 1924 (Gem. Blad No. 27), betreffende den Ge meentelijken Dienst voor Sociale Zaken. De heer Baart had van B. en W. een ander voorstel verwacht, na de toezegging, bij de begrootingsdebatten aan den heer v. Stralen gedaan. De cijfers wijzen erop, dat de werkloosheid nog steeds weinig verbe terd is. B. en W. stellen het voor, alsof de verhoudingen thans normaal zijn geworden. Dat is niet zoo. De vrees, dat de arbeiders zich alleen zullen organiseeren om aan spraak te kunnen maken op steunuitkee- ring, is weinig gegrond. "Wanneer de raad het voorstel van B. en W. aanneemt, zal de toestand voor de arbeiders belangrijk ver slechteren, vooral in verband met do wachtdagenregeling. Dat is heelemaal niet in overeenstemming met de gedane toezeg- De heer Wilbrink zegt, dat er altijd van de zijde der S.D.A.P. steeds beweerd wordt, dat men georganiseerde arbeiders niet gelijk moet stellen met ongeorgani seerden, daar de eerste zelf maatregelen nemen tegen den kwaden dag. De heer Baart werpt thans dat standpunt over boord en pleit nu voor degenen, die niet voor den kwaden dag hebben willen zor gen, maar die nu de organisatie willen misbruiken om steun te krijgen. Dat B. en W. daartegen maatregelen willen nemen, is billijk. Bovendien worden de vakorganisa ties er ook niet beter van, als zij leden krijgen, die alleen toetreden om wille van de steun. De gemeente heeft wel niet te waken voor het peil van de vakorganisa ties, doch het verwondert spr. toch, dat de menschen der vakorganisaties zoo tegen de voorstellen van B. en W. zijn. De rege ling der wachtdagen is gemaakt wegens de menschelijke zwakheid. Daar zijn er, die wel eens graag vacantie hebben. De heer Baart: Dat is het toppunt! De heer Wilbrink: Ik neem er toch geen woord van terug. De organisaties hebben er zelf op aangedrongen, dat de le den pas voor steun in aanmerking zouden komen, als zij een jaar lid waren geweest. Dat hebben zij alleen gedaan om te voor komen, dat er leden zouden zijn, die wilden parasiteeren op de organisaties. Spr. noemt de voorstellen van B. en W. zeer juist. De heer Heemskerk wijst erop, dat B. en W. in hun praeadvies zeggen, dat zij „aanvankelijk" geneigd waren om tegemoet te komen aan de wenschen van den heer v. Stralen. Spr. vraagt of B. en W. daarmee bedoelen, dat zij alsnog een verbetering in overweging willen nemen, als de thans voorgestelde „zuivering" van ongewenschte elementen wordt aangenomen. Wanneer het werkelijk daarom gaat, dat men alleen die menschen wil helpen, die eerst voor zichzelf gezorgd hebben, dan zou het beter zijn de voorstellen van B. en W. aan te nemen en daarna te trachten de steun voor bona fide werkloozen royaler te maken. Wethouder Goslinga ontkent, dat hij een verbetering zou hebben toegezegd. Spr. had geen bezwaar tegen het uitbren gen van praeadvies. Hij heeft daarna de zaak bestudeerd en het is hem gebleken, dat aan de bestaande steunregeling een fout kleefde, welke eruit moest. Men heeft indertijd het organiseeren der werkloozen willen bevorderen, en daarom ook voor hen steun in uitzicht gesteld, die nog niet lang genoeg georganiseerd waren. Later zijn daardoor misbruiken binnengeslopen. Men schen, die werkloosheid voor zich zagen, gingen zich schielijk organiseeren, om na 3 maanden meer voordeelen te genieten dan de anderen, die langer lid waren. En spr. begrijpt niet, dat de heer Baart, nota- bene voorzitter van den Leidsche Bestuur- dersbond, het voor zulke menschen op neemt. Spr. noemt verscheidene voorbeel den, waarbij het ongetwijfeld uitsluitend om de steun te doen was. Is dat geen sabo- teeren van de werkloozenverzekering der vakorganisaties! Op die manier maakt men de werkloozenkassen kapot. Daarom is een zuivering zoo billijk. De gemeente steun is over 't algemeen grooter dan de steun uit de organisatiekassen, vooral voor arbeiders met gezinnen van kleine kinde ren (zonder gezinsinkomsten). Spr. be grijpt niet wat den heer Baart drijft, om de menschen die de organisaties misbrui ken, te willen bevoordeelen. Het bedrag der gemeentelijke uitkeerin- gen is sinds 1923 teruggeloopen van 110.913 tot rond 46.000. Daaruit blijkt, dat men langzaam vooruit gaat. Eens moe ten wij er toe kunnen overgaan om de ge meentelijke steun geheel op te heffen. Maar als wij alle menschen, die langs een achter deur op steun aanspraak maken, moeten blijven toelaten, dan komen wij er nooit af. Het doel is een scheiding te maken tus schen bonafide werkloozen en armlastigen. Maar als men zoo doorgaat, is dat onmoge lijk. Wie voor gezonde organisatieverhou dingen is, moet vóór de voorstellen van B. en W. zijn. Wat de wachtdagen betreft, geeft spr. toe, dat dit vervelende dingen zijn voor de arbeiders, maar dat er in den loop der tijd al heel wat verbeteringen zijn aangebracht. In antwoord op den heer Heemskerk, zegt spr. dat B. en W. wel voelen voor ver betering in de werkloozensteun, doch dan moet eerst de door spr. geschetste wantoe stand worden weggenomen. Wanneer deze fout verwijderd wordt, zijn B. en W. van plan het bedrag van uitkeering te verbete ren in de zin als de heer v. Stralen dat ge wild heeft, verder de kindertoeslag te ver- hoogen, alsmede het bedrag vrijgesteld van gezinsinkomsten en de huurbonnen, een en ander na overleg met de comm. voor So ciale Zaken. De heer B a ar t geeft toe, dat er na de invoering van de bepaling, dat men na 3 maanden georganiseerd te zijn, recht op steun heeft, menschen geweest zijn, die toetraden tot de organisatie. Maar dat dit uitsluitend gebeurd is met het doel om steun te trekken, ontkent spr. Dat men na 3 maanden lid te zijn geweest, aanspraak maakt op zijn recht, spreekt toch vanzelf. Tegen den heer Wilbrink merkt spr. op, dat de wachtdagenregeling uitsluitend ge decreteerd wordt vanuit Den Haag. Spr. ontkent dat hij op het standpunt staat, dat men alle werkeloozen maar moet over leveren naar de gemeentesteun. Hij bestrijdt de cijfers van den heer Gos linga. Deze noemt het bedrag van de steun verleening, doch dat geeft geen kijk op den omvang van de werkloosheid zelf. De voor stellen van B. en W. geven wat met de eene hand en nemen het met de andere hand weer terug. Dat lag geenszins in de bedoeling van de voorstellen van den heer v. Stralen. Volgens het voorstel van B. en W. kan het voorkomen, dat iemand, die zelfs meer dan een jaar lid is van zijn or ganisatie nog geen recht heeft op steun. Hij ontraadt aanneming van het voor stel. De heer Eikerbout zegt, dat .van de z.g. verslechting niet bepaald honderden personen de dupe zullen worden, zooals de heer Baart voorstelt, doch dat het hier slechts gaat om een betrekkelijk klein ge tal werkloozen (63). Spr. zet verschillende z. i. verkeerde meeningen recht. O.a. dat betreft de wachtdagen. Hij acht het be zwaar van parasiteeren niet zoo heel groot want men moet toch altijd een bewijs van den patx-oon kunnen overleggen, vermel dende de reden van het ontslag. Daaruit kan men de gegrondheid der werkloosheid afleiden. De heer Heemskerk is het met de heer Baart eens, dat het hier een kwestie is van geven en weghalen. Toch geeft z.i. het voorstel van B. en W. de juiste lijn aan. Wethouder Goslinga gelooft graag, dat de heer van Stralen een andere bedoe ling had met zijn voorstel, doch daarmee kan spr. geen rekening houden. De heer Baart heeft niet kunnen aantoonen, dat men langs anderen weg zou kunnen komen UIT DE RADIO-WERELD. .j Programma's voor Woensdag 21 Wefc Hilversum, 1060 M. 12.302.Lunchmuziek door het Trio Groeneveld. 3.i.Maak het zelf, rubriek vaai mevr* SchaakeV erkozen. 6.7.15 Diner muziek door het Trio RexsW meester. 7.157.45 Lezing door Joh. J. Smit: Hot Odd—Fellowship en zijn maatechappelijkwi arbeid. 8.Uurslag. 8.-9.45 Wijdingsavond in de Groote ot St.-Bavokerk, Groote Markt te Haarlem, ter gelegenheid van het 75-jarig beeta&o der Evangelische Maatschappij. 9.4511.Concert door het omroep-ofü kest o.Lv. Nioo Treep. H u i z o n, 340 M. (Na 6 uur 1870 M (N.C.R.V.-uitzendingen uitsluitend). 12.801.45 Middagconcert, 5.6.Kinderuurtje. 6.7.Groninger uurtje. 7.308.Spr. K. H. SpijkermanS Het nut van de pluimveeteelt. 8.— Concert. Davenfcry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Balladenconcert. 12.50 Dansmuziek. I.20—2.20 Orkestconcert. 2.50 Taaicauserie. 3.10 Muziek. 3.20 Causerie. 3.50 Muziek. 4.05 Causerie: Dieren !fl den tufri. 4.20 Licht klassiek concert voor fluit en piano. Het Stratton strijkkwartet. 5.35 Kinderuurtje, 6.20 Muziek. 6.40 Tuinpraatjek 6.50 Nieuwsber. 7.05 Lezing: Royal Havy» 7.20 Lezing: Export HandeL 7.35 Baoh's partitas, voor piano. 7.45 Chemische causerie. 8.05 Vaudeville. Dansmuziek en Variëté- artisten. 9.05 Lezing: Englands Green ond plea sant land. 9.20 Nieuwsber- 9.40 Muziek. 9.45 „Tannhauser", 2e acte. 10.5511.20 Pianoconcert dpoc K. Tayolr. II.2012.20 Dansmuziek. .,R a d i o-P a r i 1T5Ö hf. 10.5011.— Muziek. 12.502.10 OrkestoonceHu 4.05—5.05 Orkestconcert» 7.50 Zangles. <4 8.50—11.20 Concert. Langenberg, 569 M. 11.35—12.15 Schoolconcert (pianomuziek). 1.252.50 Orkestconcert. 6.20—7.15 Kamermuziek (J riolen m piano). 7.50 ,Die schöne Helena", operette In ft acten van Meilhac en Halvy. Mo*. 01* fenbach. Daarna tot 12.20 Dansmuziek. Zeesen, 1250 H. 12.205.20 Lezingen. 5.206.20 Orkestconcerf» 6.208.05 Lezingen. 8.50 Muziek van Saksefi—1Thüringen, Trompet- en bazuinblazers. 10.5011.50 „Mijn Berlijn". A. Gutfcmacn's Ura-Symphoniker en W. Weiss, tenor. Hamburg, 895 M. 5.20 Jazzmuziek. 6.20 Orkestconcert. 8.20 „Goldsmieds Töchterleïn", volksstuk met zang in 3 acten van W. Walzer. 10.20 „Reklame ist kein Glücksspiel", va Dr. Rollmann. Daarna dansmuziek tot 11.20. Brussel 509 M. 5.206.20 Orkestconcert, 8.3510.35 Concert. FEUILLETON. ;Uit het Engelsch door Headon HilL antwoordde hem dat haar vader alles kaar was en ze zou zich volkomen ge- *S gevoelen, zoolang ze hem zou kun- helpen door bij hem te zijn. Maar toch moet het hier eentonig U zijn, waagde Hector te zeggen. Integendeel, het is erg interessant m de romantische omgeving van deze e kust. En toen, alsof ze bang was dat 6 veel had gezegd, voegde ze er aan 7- Interessant natuurlijk zoover je in deze stille omgeving van kunt ken. was in haar blijkbare vrees om mis- e& iets te veel te zeggen iets, dat Hec- 1 argwaan opwekte. Ofschoon hij meer neer onder de betoovering kwam van .schoonheid, toch was hij nog niet zoo .nd door dit snelgroeiend gevoel dat mstmet als journalist geheel verdwe- was. En dit instinct verzekerde hem, iets interessanters was dan hij ver fde èn mocht vermoeden. Wat was het "•un dat voor hem yerborgen moest blij- HOOFDSTUK V. Ballast of Lading? Een uur later, toen tante Drusilla weer tot de werkelijkheid was teruggekeerd, nam Hector afscheid van de beide dames en begon de wandeling terug naar de val lei. Hij voelde zich vreemd opgewonden. Do eerste keer in zijn leven was hij zich be wust geworden van de macht van een vrouwestem, van de ontroering bij de aan raking van een vrouwenhand, en tegelijk was zijn detective-instinct vreemd wakker geschud. Hij voelde een vraag in zich op komen, waarvoor hij tevoren nog nooit was Zou liefde hem verhinderen zijn plicht te doen? vroeg hij zich zelf af. Hij had geen enkele aanwijzing aangaande den aard van het geheim, hij wist alleen maar dat hij een sterk voorgevoel had van een komende ontdekking en dat dit gevoel hem nog nooit had bedrogen. Terwijl hij voortliep paste hq al de klei nigheden in elkaar die zijn speurzin had den wakker geroepen. Eerst liet hij zijn mede-huurder, Smyle Mapleton, buiten zijn combinaties -maar la ter dacht hij aan Lady Madge's antipathie en aan miss Campions verlangen om to weten hoe hij over zijn huisgenoot dacht. Ook de herinnering aan het doode lichaam dat hij gevonden had, drong zich meer en meer naar boven, ofschoon hij geen flauw notie had hoe dit met de andere dingen die zijn aandacht hadden getrokken in ver band kon staan. Maar zelfs zonder deze twee gegevens bleef er nog genoeg over om zijn argwaan te rechtvaardigen. Ten eerste het gemak waarmee de paarden hun schijnbaar ge weldige lading tegen den heuvel hadden opgetrokken. Dan het bord met „Verboden Toegang" bij den ingang van de groeve. Het heftige optreden van John Budge naar aanleiding van het onschuldige smokke laarsliedje, Martha's schrik, toen ze hoor de dat hij gaarne de steengroeven zou willen bezichtigen en haar verzekering dat dit hem niet gelukken zou. En de lijst was nog lang niet ten einde. Wat hem mis schien het meest had verwonderd, was de aankomst van een diep geladen boot die oppervlakkig beschouwd geen enkele an dere bedoeling kon hebben dan een lading marmer in to nemen. Waarom was deze boot zoo zwaar geladen met ballast? Zijn argwaan was versterkt door Lord Purbeck's kwalijk verborgen misnoegen, over het feit dat Hector journalist was, een misnoegen, dat nog grooter was gewor den, toen hij had gehoord dat Hector be last zou worden met een onderzoek naar de dranksmokkelarij. En zelfs het gesprek over dë marmer-industrie was niet van harte gegaan. Als het niet zoo'n krankzinnig idee was, zou men haast gaan vermoeden dat zijn lordschap, uit wraak dat het Parle ment zijn politieke inzichten niet deelt, smokkelaar in het groot was geworden, be sloot Hector zijn overpeinzing. Het bloote vermoeden reeds, gaf hem een geweldige schok, want wat moest er van zijn liefde voor Lady Madge terecht komen als hij bestemd zou zijn om de sluier op te lichten die over de kwade practijken van haar vader uitgespreid lag? Maar neen, dacht hij bij zichzelf, de gedachte alleen was absurd! Er was één mogelijk heid om van zijn argwaan af te komen en dit was om dadelijk naar de vrachtboot te gaan kijken, die den vorigen dag was aan gekomen. Als de boot ballast in had, of misschien machines voor de steengroeven, dan zou hij zichzelf kunnen uitlachen om zijn krankzinnige achterdacht. Alleen als het mocht blijken dat de boot belastbare goederen als wijn of sterke drank of tabak zou lossen, zou hij het moeilijke vraagstuk van plicht en liefde onder de oogen heb ben te zien. Daar de deur van Martha Calloway's huisje nooit werd gesloten 's nachts, kon hij in zijn kamer komen zonder iemand te wekken. Het was half twaalf. Alles was doodstil in het huisje. Martha en haar dochter zouden zeker in diepe rust zijn. Mr. Mapleton's kamerdeur stond open en alles was donker binnen. Martha had de lamp in Hector's kamer laten branden en daar hij een paar laarzen en een oud pak in de kast van zijn zitkamer had, hoefde hij niet naar boven. Nadat hij zich ver kleed had, sloop hij naar buiten. Zijn lamp had hij uitgeblazen, voor het geval dat mr. Mapleton nog niet naar bed was gegaan en minder vriendelijke belangstelling zou toonen voor wat hij deed. Hij sloop een zijweg in naar de baai, waar hij dien eersten avond zulk een gruw zame vondst had gedaan. Toen hij aan het strand kwam, wist hij dat hij groote kans had om iets meer omtrent de zaak te we ten te komen. De omtrekken van de boot voor den pier yaren zichtbaar in het licht van de sterren en ofschoon er geen lichten aan boord waren, verrieden enkele gelui den en nu en dan een gedempte stem, dat men aan het lossen was. Toen hij zijn oogen naar den pier richtten, werd zijn vermoeden bevestigd. Vier spookachtige gedaanten duwden 'n lorrie langs de rails tot aan het uiteinde van den rots, waarin dertig voet hooger dg opening naar een groeve gaapte. Plotseling zag Hector iets, dat hem haastig een paar stappen terug deed gaan. Geen vijf meter weg, met den rug naar hem toe en half verborgen door een tama- riskboschje, stonden twee mannen. Hun tegenwoordigheid daar vernieuwde zijn vrees dat er iets niet in orde was met de marmergroeven. De plaats waar de mannen stonden, was uitnemend gekozen met het oog op moge lijk onraad tijdens hét lossen van de ge heimzinnige lading. De andere zijde van den pier was onbereikbaar vanaf de land- kant; de kust was er te smal en eindigde in een vierhonderd meter hooge vooruit springende rots. De eenige manier om te zien, wat er op den pier gebeurde was langs de vallei naar de kust te loopen, zoo als Hector had gedaan. En om heelemaal goed te zien wat er gebeurde zou men het tamariskboschje voorbij moeten 1 (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5