LUCHTVAART
BOERENTROTS
STADSNIEUWS.
MUÜHARDT'S
tabletten
Uit de Omgeving
Rechtzaken.
zoo in de opvolgende jaren *24 en '25. Van
Hollaiidsche zijde werden er echter alleen
overgangsploegen naar Antwerpen gezon
den, omdat het Belgische spel nog niet
rijp was voor een eerste klasse-ontmoe
ting.
Gedurende drie jaren achtereen werd
in Antwerpen gespeeld ter wille van de
zoo noodige propaganda. Want al waren
het van Hollandsche zijde maar overgangs
ploegen. er werd oor het spelen van die
wedstrijden goed propaganda gemaakt.
De Hollandeis toonden zich telkens de
6terksten. In 11)23 won een Zuii-Holland-
sche overgangsploeg met 7—0, in 1S24 een
Noord-Hollandsche met 31, terwijl het
jaar daarop een gemengde ploeg met 51
in de meerderheid bleef.
In 1926 werd voor het eerst tot het hou
den van een „serieuze" ontmoeting be
sloten, d. w. z. beide landen zouden voor
taan hun twaalf beste speelsters en spe
lers kiezen.
Als gevolg van dat besluit vond op 9
Mei 1926 op het A. F. C.-terrein te Am
sterdam, de -eerste ernstige krachtmeting
tusschen Holland en België op korfbalge-
bied plaats.
De Belgische ploeg bestond voorname
lijk uit spelers(sters) van „Scaldistoen
malig onbetwist de sterkste club van Bel
gië. Voor Hollapd kwamen 8 eerste klas-
sers en 4 overgangers in het veld.
Onze, in oranjeshirts gestoken landge
noot en, bleken wederom de sterksten en
wonnen met niet minder dan 80.
Verleden jaar werd te Antwerpen de
return-ontmoeting gespeeld. Het resultaat
was wederom een Hollandsche overwin
ning. Duidelijk demonstreerden de Bel
gen vooruitgang, ook in het zoo moei
lijke aanvalsspel. Desondanks zagen zij
toch geen kans het Hollandsche doel
slechts éénmaal te doorboren terwijl de
gastheeren daarentegen zesmaal den kor.
vonden.
De strijd van morgen is dus de derde
officieele ontmoeting en in kringen van
korfballers(sters) bestaat er wel het noo
dige enthousiasme.
Wanneer we een voorspelling moger.
doen, dan kan dat niet anders wezen dan
een nieuwe Oranje-zege.
Immers, we mogen aannemen, dat dc
krachten der Hollanders nog verre uit
gaan boven die der gasten.
Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag.
Landen-wedstrijd.
Den Haag: NederlandBelgië.
Kampioenschap van Nederland.
Muntendam: VoorwaartsE.K.C.A. q
ZWEMMEN.
Nederlandsche kampioenschappen.
Het bestuur van den Nederlandschen
Zwembond heeft besloten op nader te be
palen data, doch ua de Olympische Spe-
pen, zoo mogelijk in de maand Augustus,
de kampioenschappen van Nederland te
doen verzwemmen.
DE TOCHT VAN DE „ITALIA".
De aankomst te VadsÖ.
Over de aankomst van de „Italia" te
Vadsö kan nog het volgende worden ge
meld:
Reeds den geheelen morgen was de be
volking van Vadsö op de been, od toen
men om 8.40 zag, dat de donkere reuzen
vorm door de wolken was gebroken, die
het zioht tot dusver hadden belemmerd,
ging er een golf van emotie door de mé-
nigte. De „Italia" zag men nu majestueus
door de lucht glijden, nu en dan nog even
verdwijnend achter een wolk, om ten
slotte wat lager te komen, blijkbaar ten
einde te coüstateeren of inderdaad het
doel van den tocht was bereikt en de da
ling kon plaats hebben.
Majoor Vallini leidde de landing, gehol
pen door elf Italianen en 48 Noorsche offi
cieren en soldaten, door van den grond af
de Italiaansche bemanning te beduiden,
welke richting zij meest nemen om veilig
te kunnen dalen. De lichte oostenwind, die
er op dat oogenblik stond, veroorzaakte
het luchtschip blijkbaar geen moeite; het
gevaarte minderde zijn vaart en gleed
langzaam naar den meermast. Uit de laag
hangende wolken viel eenige sneeuw, het
geen den prachtigen aanblik van het lang
zaam naar de aarde dalende luchtschip
FEUILLETON.
Naar het Duitsch van Lulu van Strausz
und Tarney, door Th. G.
12
Ze zat nog lang toen de olie in het
lampje al lang op was en de pit smeulend
was uitgegaan. Ze sliep niet, maar baai-
gezicht was star en zonder "uitdrukking.
Buiten regende het de heele nacht te
gen de ruiten, de vele druppels vielen op
het omkransdo schild voor de deur aan en
wischten langzaam de gouden letters van
het „Welkom" uit.
't Was bijna middag van den anderen dag.
toen zware stappen door het voorhuis op
de kamerdeur aan kwamen.
Stine zat bij het raam, het spinnewiel
met het rokken vol vlas vóór zich. Maar
ze hield haar banden in haar schoot en
keek voor zich uit met dezelfde leege blik
al8 s nachts.
Er werd luid op de deur geklopt, de
daglooner Lulunann kwam binnen; hij
droeg zijn zwart zondagsch pak, op zijn
knekelig bruin gezicht lag een ernstige
uitdrukking.
Toen hij op zijn „Goeden dag" geen
antwoord kreeg, zette hij zijn knuppel in
de hoek van de kamer en schoof een stoel
bij do tafel.
„Slecht weer vandaag' merkte hij lang
zaam op.
Stine had ternauwernood haar oogen
nog ten goede kwam. De landing had
daarna zender incidenten plaats. De me
nigte juichte Nobile, toen hij het lucht
schip verliet, herhaaldelijk hartelijk toe.
Overal te Vadsö zijn Noorsche en Italiaan
sche vlaggen uitgestoken.
Zooals men weet, waren de luchtvaar-
ders Donderdagavond den koers kwijt ge
raakt en hebben zij eenigen tijd gezwor
ven boven de Bothnis< he Golf. Om nege:.
uur werd Galma Karleby bereikt, dat aan
den Oostelijken oever van deze Golf is
gelegen, terwijl het luchtschip eenige uren
later gezien werd boven Brahestad, dat
150 K.M. meer naar het Noorden aan de
Bothnis:he Golf is gelegen. Blijkbaar had
Nobile toen de kcers weer gevonden, want
de „Italia" spoedde zich naar het Noor
den. Ook was men weei in contact geko
men met het radio-station te Vadsö.
Middagmaal in de lucht.
Op Zondag 29 April heeft voor het eerst
een in de dienstregeling worzien vlieg
tuig van de „Deutsche Lufthansa" de re's
Berlijn-Parijs zonder tusschenlanding af
gelegd. Voor de eerste maal werden tevens
de reizigers in staat gesteld aan boord van
het vliegtuig te dineeren. Het restauratie-
bedrijf in het Duitsche luchtverkeer is toe
vertrouwd aan de „Mitropa", die dit wel
dra ook op andere lijnen zal inrichten.
BRIEVEN VAN EEN WANDELAAR.
Wij hebben Maandag geen onprettigen
dag gehad, toen wij ons naar den Raad
begaven, om ook eens de debatten bij te
wonen en in onze wandeibrievon een en
ander van onzen indruk weer te geven. Er
is in vroeger dagen reeds meermalen ge
argumenteerd tegen de toon, weike in dew
Raad gaat heeischen, tegen do inzinking
van het peil, waarup de bespreking, vaak
ook van zeer eenvoudige onderwerpen,
zich gaat verliezen. Als men zoo door gaat,
zal ook het college van de Vroede Vade
ren een groot deel van zijn waardigheid
gaan inboeten. Een heele pluk is reeds
van die vroegere bezadigdheid af; de
nuchtere wijze, waarop men in vroeger ja
ren de dingen placht te bezien en te be
spreken, is te lcor gegaan. Er heersebt te
genwoordig een soort gewapende vrede en
er is heel weimg noodig, om de leden in
vlam te zetten en de bruuskheid ten troon
te doen stijgen. Als men van de publieke
tribune dat alles gadeslaat, getuige is van
den geest, die rondwaart in de raadszaal,
dan krijgt men zoo den indruk, dat er heel
veel hapert aan do juiste opvatting, welke
verschillende raadsleden van hun taak,
hun plicht, hebben en men kan zich niet
ontworstelen aan de gedachte, dat er een
element schuilt, in do wijze van behande
ling van zaken, van groote kortzichtigheid.
Een element, dat er toe zal leiden, dat de
wijze van behandeling zoodanig in het ge
drang komt, dat men zijn hort vast
houdt voor de toekomst. Immers, het is
evident, dat door de wijze, waarop de zaken
worden behandeld, ernstige schade aan
het prestige van den Raad wordt toege
bracht niet alleen, doch n geest zal vaar
dig worden over de Vroede Vaderen, die
de bitterste verhoudingen zal scheppen en
een ernstige verlamming van het richtig
zaken doen zal doen groeien, zelfs boven
de hoofden van hen, die met den ernsligcn
wil daar zijn gaan zitten, de belangen van
de stad Leiden en haar burgerij ^naar plicht
en geweten te verzorgen. Dat is het juiste
begrip van de aanvaarde taak, doch die
wordt illusoir gemaakt door den alles be-
heerschen geest van „rechthabe«ei",
die in tal van toonaarden in het debat
doorklinkt en tot een dissonant uitgroeit,
die in flagranten strijd is met de richtige
vervulling van een taak, die het vertrou
wen der politieke partijen hun vertegen
woordigers, bij de afvaardiging oplegden.
Tenzij men zijn heenzenden naar den
Raad ontleent aan andere motieven, die
lijnrecht tegenover staan aan de begrip
pen, die elk weldenkend en ordelievend
burger belijdt en die als richtlijnen den
Vroeden Vader worden meegegeven. Dan
houdt alle redelijke verwachting op, en
bindt men los de banden, die een vrucht
baar bespreken en handelen mogelijk ma
ken.
Een ontkenning van dit motieven wordt
wel vaak gegeven doch de woorden, de
daden zijn daarmede in strijd, tn uit de
gevoerde betoogen diept de toehoor
1NGE70NDEN MEDEOEEL1NG.
tegen
[verstop;
Doos 6Oct. Bij^fpoth.en ^ogisten.
der veel op, dat wijst op de veelal laakbare
wijze, waarop men de dingen bekijkt en
ook bespreekt, ja, drijft in een richting, die
den redelijk denkenden mensch, den zich
rekenschap van zijn plicht gevenden ver
tegenwoordiger, walgt en ook hem vaak
dwingt, zijn geprikkelden geest te uiten in
'n weerlegging, die ook aan toon en vorm
schade lijdt.
Dat was Maandag zeer goed fë onder
kennen, in het debat bij de zaak van Fa
bricage. Daar stonden de sociaal-democra
ten eenmaal op het standpunt, dat de in
krimping van de werkzaamheden van die
commissie werd voorgesteld, om aan hun
eventueel in de commissie te benoemen
fractiegenoot de vleugels te korten en aan
zijn niedeberechting van zaken den pas af
te snijden waar men dan heet, bang te zijn
voor deszelfs al te groote breedsprakerig-
heid en bedilzucht. En het leek ons toe dat
de heer Schüller daaraan allen grond gaf,
toen hij in zijn betoog even ging verrel
len, wat hij, naar zijn zien, tot de taak der
commissie rekende. Of dit raadslid moet
geheel geen kijk op den werkkring van de
commissie hebben ofwel hij moet een over-
loopende „bescheidenheid" hebben. Men
liet zich van de zijde van B. en W. en de
rechterzijde niet onbetuigd, de in de S. D.
fractie heerschende meening te weerleg
gen, doch het was boter aan de galg ge
smeerd star bleven de soci's op hun drab-
berig standpunt staan en hun poging om
door uitstel van executie te redden, wat
te redden viel, leed schipbreuk, doordat
de motie-van Eck-Schüller werd verwor
pen.
Heel wat vriendelijkheden waren gedu
rende deze debatten, door hevig rumoev
begeleid, naar do hoofden der Vroede
Heeren geslingerd, tot groot vermaak van
de tribune.
In de avondzitting was de temperatuur
in de raadszaal aardig aan het stijgen, en
gelijk daarmede zette de atmosfeer der
debatten zich tot hooger stijging, waarop
het geserveerde kopje theo blijkbaar niet
den minsten, invloed had.
Het begon al weer te spoken bij de in-
terpellatie-Schüller over de Brandweer.
Als men zoo dit raadslid hoort spreken en
de wijze, waarop hijgde zaken belicht, be
schouwt, dan zou men zoo geneigd zijn
hem een testimqniiun uit te reiken van
groote zorg voor de belangen van stad en
burgerij. Beschouwt men echter meer in
tensief wat hij zegt en vooral de wijze
waarop hij gewoon is de dingen te bezien
en daarvan in den Raad kondschap te
doen dan komt men er als van zelf toe,
zjjn bedoelingen meer te doorzier. ,en dan
komt men meer en meer tot de erkenning,
dat er een groote neiging in schuilt tot cri-
tiek op de verrichtingen van allen, die met
den gemeentedienst te doen hebben. En hij
entpopt zich al meer en meer als degene,
die, in de zucht tot critiek, al het goede
voorbijziet. Dat dit anderen prikkelt is
niet te verwonderen, en dat daardoor d3
interrupties en de bestrijding nht steeds
blaken van welwillendheid, wie zal het
kunnen lakenDe veftooning moge voer
de tribunemenschen een vleugje vermaak
scheppen; wij kunnen er in komen dat
raadsleden, die niet op het standpunt van
de S. D. A. P. staan en met de realiteit
wenschen rekening te houden, beu wor
den van zulk een gedoe en ook wel eens de
grenzen overschrijden van wat men noemt
^politieke courtoisie. Het ging over den
iDrand in de Oegstgeesterlaan, doch ook in
de raadszaal brandde het duchtig en de
kalmoerende leiding-stralen van den Voor-
vlammen van interrupties niet blusschen.
Een waar woord heeft wethouder Splinter
gesproken, toen hij zeide, dat debatteeren
zitter konden vaak de hoogoplaaiende
met menschen, die door dik en dun houden
aan een eenmaal vooropgezette meening,
tot de onmogelijkheden, behoort en dat
hij zich wel zou wachten nog meer argu
menten te verspillen bij zoo een onvrucht
baar debat. En dat is ook zooWe zijn er
weer eens getuigen van geweest dat het al
meer en meer moeielijker wordt in den
Raad te scheppen een sfeer van nuchter
heid die de dingen doet bezien in de ware
gedaante. Het wordt zoo langzamerhand
usance, over alles, wat uit leidende krin
gen komt, een contraire meening te heb
ben en deze, met een aplomb van vaak
twijfelachtige deskundigheid te verkondigen
terwijl den tevens de goede bedoelingen
ran anderen worden gedisqualificeerd.
zoodanige werkwijze tracht men dan te
verklaren door gepaste zorg voor de ge
meentebelangen; in werkelijkheid is zij
niets meer of minder dan een ernstige sa
botage van wat verstaan wordt onder een
richtig en voorzichtig beheer van het ge
meentebelang.
Dat is tenminste die indruk, dien wij heb
ben verkregen in de raadszitting van
Maandag.
En dan houden wij als de meest ge-
wenschte conclusie vast aan het veroor-
deelen van zulk een opvatting van de taak
van het raadslid zijn.
Kan men zich niet Bpannen in het gareel
van een zakelijk bezien der dingen, dan is
men niet waardig met het vertrouwen der
burgerij te worden bekleed, tenzij men
leeft en groeit op den wortel van ontevre
denheid, en critiseerend. belust is op de
volksgunst.
WANDELAAR.
DE KWAKEL.
Aanbesteding. Aanbesteding van het
machinegebouw en een machinistenwoning
voor den Uithoornschen polder. Ingeko
men 10 biljetten: G. J. Bouwmeester en A.
Lieshout te Lopik 12314.D. Kaaij
Zoon te Leiden 12200.L. Mulkhuijse,
Vinkeveen 11111.11; G. de Vries, Amster
dam 10990.— J. M. Strijland, Uithoorn
10450.—; N. Gortemulder, Uithoorn
10180.—; C. G. Rijneveld de Hoef—Mij
drecht 9700.—; N. de Bruin, Mijdrecht
8832.—; C. van Dijk, Nieuwveen 8340.—
H. Janmaat, Nieuwveen 8200.Gegund
aan den laagsten inschrijver.
Tevens werd het sloopen van de molen
aanbesteed: W. Mudde, Gouderak 418;
P. v. d. Voorn, Woerden 462.50; M. J.
Breedveld, Jutfaas 506.D. Ottevan-
ger, Moerkapelle 513.C. P. de Waard,
Overschie 525.50; Gebr. de Boer, Oost-
zaan 535.Gegund aan den hoogsten
inschrijver.
Brand. Donderdagmiddag ontstond er,
waarschijnlijk door het spelen met lucifers
brand" in het pand van den heer C. B. Hooi
berg, koestal en belendend gebouw wer
den gedeeltelijk vernield. Groot was de
waterschade. De auto-brandspuit had spoe
dig de brand in zijn bedwang.
Gemeenteraad. De Raad der gemeen
te Uithoorn zal op Woensdag 9 Mei des
namiddags half drie in openbare zitting
bijeenkomen.
LANGERAAR.
R. K. Voetbalsport. Woensdag 9 Mei
a. s. zal de R. K. Voetbal ver eeniging „S.
D. O." in de zaal van den heer G. J. Ses-
sink alhier vergaderen. Dool van deze ver
gadering is om tot aansluiting over te
gaan bij den D. H. V. B. In principe is
daartoe reeds besloten op een eenige da
gen geleden gehouden ledenvergadering.
Tot deze vergadering worden mede uitge-
noodigd besturen van andere Voetbalver-
eenigingen uit deze omgeving, daar zij een
propagandistisch karakter draagt. De ver
gadering zal worden bijgewoond door den
heer D. Haverkorn, secretaris-penning
meester van het District van den D. H.
V. B., welke zal spreken over de noodzake
lijkheid en het nut van aansluiting bij de
principieele R. K. Sportorganisatie. Allen
die interesse hebben voor de Sport worden
ter vergadering, verwacht! Zij begint te
8 uurl
LE5MUIDEN.
Emrr.abloerri. Met de jl. Maandag 30
April gehouden Emmabloemcolleete is een
schitterend succes bereikt. De opbrengst
toch gaf een bedrag aan van 84.439. Een
warm woord van dank zij hier gebracht
aan allen, die hun gaven voor dit mooie
doel offerden en niet minder aan de jonge
dames, die ondanks wind en regenbuien
zich zoo dapper hebben geweerd.
NOOTDORP.
Gehuwd: A. C. van Vliet en M. C.
van Winden.
VOORHOUT.
40-jarige echtvereeniging. Donderdaj
17 Mei a.s. zal het 40 jaar geleden zijn, dat
de gemeentewerkman A. van der Lans met
Mej. W. v. Werkhoven in 't huwelijk trad
De heer Van der Lans, die voor eenige ja.
ren terug zijn jubileum, waarop hij voor 2!
jaar bij de gemeente als gemeente-werk
man werd aangesteld, vierde, is in de ga 31>
meente een goede bekende en staat
werkman bij de gemeente goed aanga
schreven. Het zal het nog zoo krasse echt
paar dien dag zeer zeker niet aan de ba en
angstelling van de gemeentenaren ontfe?
breken.
uk
ch
1
I
dei on
Valschheid in geschrifte.
Het Gerechtshof te Amsterdam heeft
hooger beroep behandeld de strafzaak te
gen een gewezen caféhouder, die, om bi
de onteigening van zijn café aar. dei
Amstelveenscheweg een hoogere schade
locsstelling te krijgen, nieuwe boeken deed
aanleggen en daarin de opbrengst met
eenige duizenden deed verhoogen. Wai ee
het bedrog niet ontdekt ea zou men op
bceken zijn afgegaan, dan zou de gemeente
een schade van minstens 30.000 hebbea
geleden.
Do Buitengewone Kamer der Amste kri,
damfsche Rechtbank had den verdacht ï0|
op 23 December 1.1. wegens valschheid i j
geschrifte en gebruik making van hs
vervalschte geschrift tot drie maand»
gevangenisstraf veroordeeld, terwijl he
O. M. twee jaar had gevorderd.
Na een uitvoerig verhoor van getuige
en deskundigen, waarbij de boekhoudei
die de valsche boeken vervaardigde, ee tu
scherpe terechtwijzing ontving, eischte d 'J
advocaat-generaal mr. Bauduin verooi er
deeling tot één jaar gevangenisstraf.
Mr. Schorlesheim, de verdediger, pleitt
vrijspraak, subsidair oplegging van ee-:
clemente straf.
Uitspraak 15 Mei a.s.
Financiën en Oeconomie.
Assurantie Maatschappij „De Nederlander
van 1845.
In de op 3 dezer te 's-Gravenhage gelr
houden Algemeene Vergadering van Aat B
cleelhouders werden de Winst- en Verlies
rekening over 1927 en de Balans per 31 Di
cember 1927 goedgekeurd.
Zooals uit het door den hoofd-directe: i;
uitgebrachte jaarverslag blijkt, is het jai
1927 voor de maatschappij buitengewoe
gunstig verloopen.
Aan Brand- en Inbraakpremiën wer
een bedrag van 8.296.166.geboekt. Hie
van werd 1.825.244.aan herverzeke
raars overgedragen.
Aan schaden, met inbegrip van een
zeer ruime reserve voor op 31 Decemba
1927 nog onafgedane schaden, was een k
drag van 3.629.092.te boeken, waarva
voor eigen rekening der maa.teckap/5
2.910.187.—.
Van de Afdeeling Transportverzekering
bedroeg het premie-inkomen 632.874.-
waarvan een bedrag van 366.221.
herverzekring werd afgegeven.
Aan schaden met inbegrip van eene zee:
ruime reserve voor alle op 31 Decembe
1927 bekende schade, werd in deze afdee
ling voor eigen rekening 223.882.
boekt.
Van de Afdeeling Ongevallenverzekerinf
bedroeg het premie-inkomen 273.617.
Aan schaden, met inbegrip van een rui
me reserve voor op 31 December 1927
ongeregelde schaden, was hier te boekei
een bedrag van 160.969.
De vergadering besloot 330.000.divi
dend uit te keeren, d. i. 55.(vorig jaa
48.per aandeel; voorts uit de wins
300.000.d. i. 50.per aandeel bij t
schrijven op het gestorte kapitaa
155.975.aan het Reservefonds toe
voegen en eene „Reserve voor buitengewo
ne schaden" ten bedrage van 200.000.-
te creëeren.
In het „Pensioenfonds voor het Perso
neel der samenwerkende maatschappijen
vond eene extra storting van 100.000.-
plaats.
De totale Extra-Reserves bedrage
thans 4.448.606.Op het maatschappe
lijk kapitaal groot 6.000.000.is thae
1.800.000.gestort.
van de grond opgeslagen, toen hij binnen
kwam. Zij antwoordde niet.
De aangelegde deur van de kamer werd
nu opengestooten, de kleine jongen kwam
binnen; toen hij de vreemde man zag,
bleef hij staan en staarde hem met zijn
ronde blauwe kijkers aan. Luhmann knik
te hem toe.
„Kijk eens, de kleine. Dat wordt anders
een groote bengel".
Stine keek met onverschillige blik op
't kind neer, zonder te antwoorden.
't Was weer een oogenblik stil in de
kleine kamer, toen kuchte de man.
„Vrouw Pöhler", zei hij luid, „dat is niet
goed voor je, zoo Tiiks te zitten doen".
Luhmann fronste zijn voorhoofd.
„Nee, vrouw Pöhler, dat is niet goed
voor je. Je moet een gezangenboek voor
den dag halen zulk een soort boeken en
daarin gaan lezen. Dat heeft mijn moeder
ook gedaan, toen vader gestorven was."
De vrouw schudde slechts haar hoofd,
ccn bittere uitdrukking lag op haar gé-
zicht.
Luhmann stond op, hij zag, dat er bij
haar niets aan te doen was.
Hij trok zorgvuldig een paar papieren
en een klein pakje uit zijn jaszak.
„Hier is ook de doodceèl en de andere
papieren. De kist komt ook nog. En dan
hier
Hij probeerde met zijn groote voor dat
werk ongeschikte handen het touwtje om
het pakje los te knoopen, ten laatste nam
hij zijn zakmes en sneed het door. Uit het
grauwe papier viel een bonte zijden doek
en een ruw beschilderd houten paardje.
„Dit wou ik liever zelf komen brengen",
zei hij, terwijl hij de dingen naar de vrouw
toeschoof, „hij heeft 't zelf nog gekocht,
verleden Zondag, voordat hij voordat
het ongeluk was gebeurd. Hij zei tegen
me, dat hij voor zijn vrouw en de kleine
toch ook wat wou meebrengen".
„Daniël, Daniël!" schreeuwde Stine
plotseling gillend uit.
't Was alsof een druk van haar weg
genomen was, die haar tranen tegenhield.
Met hartstochtelijke beweging trok ze de
dingen naar zich toe, drukte haar gezicht
tegen het harde hout van het kleine speel
dingen zonder verder acht te slaan op
haar bezoeker en snikte.
Alles was nu voorbij en afgeloopen. Als
een zwarte smartenvloed stortte het bo
ven op haar samen.
Haar gedachten schoten verward en
wanhopig door elkaar. Slechts dit eene
bleef met vreeselijke helderheid staan:
dat haar man dood en verloren was, voor
altijd, dat zij nooit meer goed kon maken,
wat ze hem aangedaan had.
Zoo leefde ze dagen en dagen door, hee-
lemaal alleen, met gesloten deuren, met
steeds roodgeweende, - slapelooze oogen.
Als de jongen er niet was geweest, dan
had zij al het andere vergeten. Maar die
trok haar zoo nu en dan weer in de wer
kelijkheid, in het leven.
Ze begreep, dat ze aan de toekomst
moest denken om zijnentwille.
Zij wist toch, dat ze op de Rodthof al
les zou hebben gevonden, wat ze noodig
had, voor haar en haar kind. Maar ze zet
te die gedachten ver van zich af. Daniël
zou dat niet hebben gewild.
Daniël. Haar man. Ze dacht steeds aan
hem, aan elk goed woord, dat ze nog van
hem wist. Aan elk slecht woord, dat ze te
gen hem had gezegd. Ze boorde formeel
in haar geheugen en tobde zich daarmee
af. Als iemand met haar over DaniU
sprak, dan kreeg ze opeens een zonderling
verwarde blik, iets onrustigs in haar we
zen. In het dorp schudde men het hoof!
over de jonge vrouw. „Als ze haar ver
stand maar houdt".
Een paar buurvrouwen, die aan de deur
stonden te praten, keken haar na, hoe ze
een paar weken later de straat afging,
rechtop zooals altijd, met haar zwarte
rouwdoek om haar schouders. Ze staken
haar hoofden bij elkaar en smoezelden.
„Dat heeft ze ervan", meende de eene,
een magere vrouw met scherp gezicht,
haar zuster zit op een groote hoeve en z'j
moest toch absoluut haar zin hebben e i
Pöhler trouwen".
De ander knikte. „Ja, daar zijn zulki
lui. Pöhler had ook beter gedaan, als hij
een ander had getrouwd. Ze moet tocl.
maar een heks zijn geweest, dat hij zoo hc
huis uit is geloopen. Nee, stand moet b
stand blijven, anders komt er maar ongc
luk van."
Stine hoorde dat alles niet. Ze ging gc
jaagd de weg naar de Eichhof af.
De beer van de Eichhof was een goede
kennis van de oude heer van de Rodthof.
ze had hem vroeger dikwijls gezien. De
groote, breede man kwam haar langzaam
tegemoet. Hij wist niet, wat zij van hem
moest hebben, maar hij ontving haar vrien
delijk uit de hoogte.
„Ga zitten, vrouw Pö^7-- b ervan
gehoord, dat je man niet ^.komen is.
Stine bleef voor hem staan.
„Oom", zei ze haastig, zonder verdei
te antwoorden, „ik ben alleen maar geko
men ik wil alleen maar 'ns vragen
De rijke boer fronste zijn voorhoofd. Hi
vreesde, dat de vrouw geld van hem wildt
hebben, en daar kwam hij niet graag mei
voor den dag.
„Wat wil je?" vroeg hij slechts kort.
„Ik kwam vragen, of ik hier op di
boerderij geen werk kan krijgen, in dag
loon. Mijn man heeft hier toch ook altijl
gewerkt.
De boer boog een weinig naar voren ei
staarde haar aan.
„In dagloon? Zou dat ernst zijn?
Stine knikte, zonder hem aan te kijken
„Ik moet verdienen. Voor mij en de:
jongen.
De oude schudde zijn hoofd.
„Vrouw Pöhler, wil jij in dagloon gaan
De dochter van de Rodthof? Hij sloei
plotseling met zijn vuist op de tafel, dat
kraakte. „De bliksem mag daar inslaat
als de boer van de Rodthof toch niets voö
zijn dochter wil doen!"
Stine's gezicht was donkerrood gewor
den.
„Nee, nee, oom. Op de hof weten ze
niets van, dat ik in dagloon wil gaan. I'
kan niet van mijn vader z'n zak leven, zoo
lang ik zelf kan werken. Daniël wil dal
niet."
De boer keek haar strak verwondflW
aan.
Daniël? Die is toch dood",
(Wordt vervolgd).
2-