LUCHTVAART BOERENTROTS STADSNIEUWS. MUÜHARDT'S tabletten Uit de Omgeving Rechtzaken. zoo in de opvolgende jaren *24 en '25. Van Hollaiidsche zijde werden er echter alleen overgangsploegen naar Antwerpen gezon den, omdat het Belgische spel nog niet rijp was voor een eerste klasse-ontmoe ting. Gedurende drie jaren achtereen werd in Antwerpen gespeeld ter wille van de zoo noodige propaganda. Want al waren het van Hollandsche zijde maar overgangs ploegen. er werd oor het spelen van die wedstrijden goed propaganda gemaakt. De Hollandeis toonden zich telkens de 6terksten. In 11)23 won een Zuii-Holland- sche overgangsploeg met 7—0, in 1S24 een Noord-Hollandsche met 31, terwijl het jaar daarop een gemengde ploeg met 51 in de meerderheid bleef. In 1926 werd voor het eerst tot het hou den van een „serieuze" ontmoeting be sloten, d. w. z. beide landen zouden voor taan hun twaalf beste speelsters en spe lers kiezen. Als gevolg van dat besluit vond op 9 Mei 1926 op het A. F. C.-terrein te Am sterdam, de -eerste ernstige krachtmeting tusschen Holland en België op korfbalge- bied plaats. De Belgische ploeg bestond voorname lijk uit spelers(sters) van „Scaldistoen malig onbetwist de sterkste club van Bel gië. Voor Hollapd kwamen 8 eerste klas- sers en 4 overgangers in het veld. Onze, in oranjeshirts gestoken landge noot en, bleken wederom de sterksten en wonnen met niet minder dan 80. Verleden jaar werd te Antwerpen de return-ontmoeting gespeeld. Het resultaat was wederom een Hollandsche overwin ning. Duidelijk demonstreerden de Bel gen vooruitgang, ook in het zoo moei lijke aanvalsspel. Desondanks zagen zij toch geen kans het Hollandsche doel slechts éénmaal te doorboren terwijl de gastheeren daarentegen zesmaal den kor. vonden. De strijd van morgen is dus de derde officieele ontmoeting en in kringen van korfballers(sters) bestaat er wel het noo dige enthousiasme. Wanneer we een voorspelling moger. doen, dan kan dat niet anders wezen dan een nieuwe Oranje-zege. Immers, we mogen aannemen, dat dc krachten der Hollanders nog verre uit gaan boven die der gasten. Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag. Landen-wedstrijd. Den Haag: NederlandBelgië. Kampioenschap van Nederland. Muntendam: VoorwaartsE.K.C.A. q ZWEMMEN. Nederlandsche kampioenschappen. Het bestuur van den Nederlandschen Zwembond heeft besloten op nader te be palen data, doch ua de Olympische Spe- pen, zoo mogelijk in de maand Augustus, de kampioenschappen van Nederland te doen verzwemmen. DE TOCHT VAN DE „ITALIA". De aankomst te VadsÖ. Over de aankomst van de „Italia" te Vadsö kan nog het volgende worden ge meld: Reeds den geheelen morgen was de be volking van Vadsö op de been, od toen men om 8.40 zag, dat de donkere reuzen vorm door de wolken was gebroken, die het zioht tot dusver hadden belemmerd, ging er een golf van emotie door de mé- nigte. De „Italia" zag men nu majestueus door de lucht glijden, nu en dan nog even verdwijnend achter een wolk, om ten slotte wat lager te komen, blijkbaar ten einde te coüstateeren of inderdaad het doel van den tocht was bereikt en de da ling kon plaats hebben. Majoor Vallini leidde de landing, gehol pen door elf Italianen en 48 Noorsche offi cieren en soldaten, door van den grond af de Italiaansche bemanning te beduiden, welke richting zij meest nemen om veilig te kunnen dalen. De lichte oostenwind, die er op dat oogenblik stond, veroorzaakte het luchtschip blijkbaar geen moeite; het gevaarte minderde zijn vaart en gleed langzaam naar den meermast. Uit de laag hangende wolken viel eenige sneeuw, het geen den prachtigen aanblik van het lang zaam naar de aarde dalende luchtschip FEUILLETON. Naar het Duitsch van Lulu van Strausz und Tarney, door Th. G. 12 Ze zat nog lang toen de olie in het lampje al lang op was en de pit smeulend was uitgegaan. Ze sliep niet, maar baai- gezicht was star en zonder "uitdrukking. Buiten regende het de heele nacht te gen de ruiten, de vele druppels vielen op het omkransdo schild voor de deur aan en wischten langzaam de gouden letters van het „Welkom" uit. 't Was bijna middag van den anderen dag. toen zware stappen door het voorhuis op de kamerdeur aan kwamen. Stine zat bij het raam, het spinnewiel met het rokken vol vlas vóór zich. Maar ze hield haar banden in haar schoot en keek voor zich uit met dezelfde leege blik al8 s nachts. Er werd luid op de deur geklopt, de daglooner Lulunann kwam binnen; hij droeg zijn zwart zondagsch pak, op zijn knekelig bruin gezicht lag een ernstige uitdrukking. Toen hij op zijn „Goeden dag" geen antwoord kreeg, zette hij zijn knuppel in de hoek van de kamer en schoof een stoel bij do tafel. „Slecht weer vandaag' merkte hij lang zaam op. Stine had ternauwernood haar oogen nog ten goede kwam. De landing had daarna zender incidenten plaats. De me nigte juichte Nobile, toen hij het lucht schip verliet, herhaaldelijk hartelijk toe. Overal te Vadsö zijn Noorsche en Italiaan sche vlaggen uitgestoken. Zooals men weet, waren de luchtvaar- ders Donderdagavond den koers kwijt ge raakt en hebben zij eenigen tijd gezwor ven boven de Bothnis< he Golf. Om nege:. uur werd Galma Karleby bereikt, dat aan den Oostelijken oever van deze Golf is gelegen, terwijl het luchtschip eenige uren later gezien werd boven Brahestad, dat 150 K.M. meer naar het Noorden aan de Bothnis:he Golf is gelegen. Blijkbaar had Nobile toen de kcers weer gevonden, want de „Italia" spoedde zich naar het Noor den. Ook was men weei in contact geko men met het radio-station te Vadsö. Middagmaal in de lucht. Op Zondag 29 April heeft voor het eerst een in de dienstregeling worzien vlieg tuig van de „Deutsche Lufthansa" de re's Berlijn-Parijs zonder tusschenlanding af gelegd. Voor de eerste maal werden tevens de reizigers in staat gesteld aan boord van het vliegtuig te dineeren. Het restauratie- bedrijf in het Duitsche luchtverkeer is toe vertrouwd aan de „Mitropa", die dit wel dra ook op andere lijnen zal inrichten. BRIEVEN VAN EEN WANDELAAR. Wij hebben Maandag geen onprettigen dag gehad, toen wij ons naar den Raad begaven, om ook eens de debatten bij te wonen en in onze wandeibrievon een en ander van onzen indruk weer te geven. Er is in vroeger dagen reeds meermalen ge argumenteerd tegen de toon, weike in dew Raad gaat heeischen, tegen do inzinking van het peil, waarup de bespreking, vaak ook van zeer eenvoudige onderwerpen, zich gaat verliezen. Als men zoo door gaat, zal ook het college van de Vroede Vade ren een groot deel van zijn waardigheid gaan inboeten. Een heele pluk is reeds van die vroegere bezadigdheid af; de nuchtere wijze, waarop men in vroeger ja ren de dingen placht te bezien en te be spreken, is te lcor gegaan. Er heersebt te genwoordig een soort gewapende vrede en er is heel weimg noodig, om de leden in vlam te zetten en de bruuskheid ten troon te doen stijgen. Als men van de publieke tribune dat alles gadeslaat, getuige is van den geest, die rondwaart in de raadszaal, dan krijgt men zoo den indruk, dat er heel veel hapert aan do juiste opvatting, welke verschillende raadsleden van hun taak, hun plicht, hebben en men kan zich niet ontworstelen aan de gedachte, dat er een element schuilt, in do wijze van behande ling van zaken, van groote kortzichtigheid. Een element, dat er toe zal leiden, dat de wijze van behandeling zoodanig in het ge drang komt, dat men zijn hort vast houdt voor de toekomst. Immers, het is evident, dat door de wijze, waarop de zaken worden behandeld, ernstige schade aan het prestige van den Raad wordt toege bracht niet alleen, doch n geest zal vaar dig worden over de Vroede Vaderen, die de bitterste verhoudingen zal scheppen en een ernstige verlamming van het richtig zaken doen zal doen groeien, zelfs boven de hoofden van hen, die met den ernsligcn wil daar zijn gaan zitten, de belangen van de stad Leiden en haar burgerij ^naar plicht en geweten te verzorgen. Dat is het juiste begrip van de aanvaarde taak, doch die wordt illusoir gemaakt door den alles be- heerschen geest van „rechthabe«ei", die in tal van toonaarden in het debat doorklinkt en tot een dissonant uitgroeit, die in flagranten strijd is met de richtige vervulling van een taak, die het vertrou wen der politieke partijen hun vertegen woordigers, bij de afvaardiging oplegden. Tenzij men zijn heenzenden naar den Raad ontleent aan andere motieven, die lijnrecht tegenover staan aan de begrip pen, die elk weldenkend en ordelievend burger belijdt en die als richtlijnen den Vroeden Vader worden meegegeven. Dan houdt alle redelijke verwachting op, en bindt men los de banden, die een vrucht baar bespreken en handelen mogelijk ma ken. Een ontkenning van dit motieven wordt wel vaak gegeven doch de woorden, de daden zijn daarmede in strijd, tn uit de gevoerde betoogen diept de toehoor 1NGE70NDEN MEDEOEEL1NG. tegen [verstop; Doos 6Oct. Bij^fpoth.en ^ogisten. der veel op, dat wijst op de veelal laakbare wijze, waarop men de dingen bekijkt en ook bespreekt, ja, drijft in een richting, die den redelijk denkenden mensch, den zich rekenschap van zijn plicht gevenden ver tegenwoordiger, walgt en ook hem vaak dwingt, zijn geprikkelden geest te uiten in 'n weerlegging, die ook aan toon en vorm schade lijdt. Dat was Maandag zeer goed fë onder kennen, in het debat bij de zaak van Fa bricage. Daar stonden de sociaal-democra ten eenmaal op het standpunt, dat de in krimping van de werkzaamheden van die commissie werd voorgesteld, om aan hun eventueel in de commissie te benoemen fractiegenoot de vleugels te korten en aan zijn niedeberechting van zaken den pas af te snijden waar men dan heet, bang te zijn voor deszelfs al te groote breedsprakerig- heid en bedilzucht. En het leek ons toe dat de heer Schüller daaraan allen grond gaf, toen hij in zijn betoog even ging verrel len, wat hij, naar zijn zien, tot de taak der commissie rekende. Of dit raadslid moet geheel geen kijk op den werkkring van de commissie hebben ofwel hij moet een over- loopende „bescheidenheid" hebben. Men liet zich van de zijde van B. en W. en de rechterzijde niet onbetuigd, de in de S. D. fractie heerschende meening te weerleg gen, doch het was boter aan de galg ge smeerd star bleven de soci's op hun drab- berig standpunt staan en hun poging om door uitstel van executie te redden, wat te redden viel, leed schipbreuk, doordat de motie-van Eck-Schüller werd verwor pen. Heel wat vriendelijkheden waren gedu rende deze debatten, door hevig rumoev begeleid, naar do hoofden der Vroede Heeren geslingerd, tot groot vermaak van de tribune. In de avondzitting was de temperatuur in de raadszaal aardig aan het stijgen, en gelijk daarmede zette de atmosfeer der debatten zich tot hooger stijging, waarop het geserveerde kopje theo blijkbaar niet den minsten, invloed had. Het begon al weer te spoken bij de in- terpellatie-Schüller over de Brandweer. Als men zoo dit raadslid hoort spreken en de wijze, waarop hijgde zaken belicht, be schouwt, dan zou men zoo geneigd zijn hem een testimqniiun uit te reiken van groote zorg voor de belangen van stad en burgerij. Beschouwt men echter meer in tensief wat hij zegt en vooral de wijze waarop hij gewoon is de dingen te bezien en daarvan in den Raad kondschap te doen dan komt men er als van zelf toe, zjjn bedoelingen meer te doorzier. ,en dan komt men meer en meer tot de erkenning, dat er een groote neiging in schuilt tot cri- tiek op de verrichtingen van allen, die met den gemeentedienst te doen hebben. En hij entpopt zich al meer en meer als degene, die, in de zucht tot critiek, al het goede voorbijziet. Dat dit anderen prikkelt is niet te verwonderen, en dat daardoor d3 interrupties en de bestrijding nht steeds blaken van welwillendheid, wie zal het kunnen lakenDe veftooning moge voer de tribunemenschen een vleugje vermaak scheppen; wij kunnen er in komen dat raadsleden, die niet op het standpunt van de S. D. A. P. staan en met de realiteit wenschen rekening te houden, beu wor den van zulk een gedoe en ook wel eens de grenzen overschrijden van wat men noemt ^politieke courtoisie. Het ging over den iDrand in de Oegstgeesterlaan, doch ook in de raadszaal brandde het duchtig en de kalmoerende leiding-stralen van den Voor- vlammen van interrupties niet blusschen. Een waar woord heeft wethouder Splinter gesproken, toen hij zeide, dat debatteeren zitter konden vaak de hoogoplaaiende met menschen, die door dik en dun houden aan een eenmaal vooropgezette meening, tot de onmogelijkheden, behoort en dat hij zich wel zou wachten nog meer argu menten te verspillen bij zoo een onvrucht baar debat. En dat is ook zooWe zijn er weer eens getuigen van geweest dat het al meer en meer moeielijker wordt in den Raad te scheppen een sfeer van nuchter heid die de dingen doet bezien in de ware gedaante. Het wordt zoo langzamerhand usance, over alles, wat uit leidende krin gen komt, een contraire meening te heb ben en deze, met een aplomb van vaak twijfelachtige deskundigheid te verkondigen terwijl den tevens de goede bedoelingen ran anderen worden gedisqualificeerd. zoodanige werkwijze tracht men dan te verklaren door gepaste zorg voor de ge meentebelangen; in werkelijkheid is zij niets meer of minder dan een ernstige sa botage van wat verstaan wordt onder een richtig en voorzichtig beheer van het ge meentebelang. Dat is tenminste die indruk, dien wij heb ben verkregen in de raadszitting van Maandag. En dan houden wij als de meest ge- wenschte conclusie vast aan het veroor- deelen van zulk een opvatting van de taak van het raadslid zijn. Kan men zich niet Bpannen in het gareel van een zakelijk bezien der dingen, dan is men niet waardig met het vertrouwen der burgerij te worden bekleed, tenzij men leeft en groeit op den wortel van ontevre denheid, en critiseerend. belust is op de volksgunst. WANDELAAR. DE KWAKEL. Aanbesteding. Aanbesteding van het machinegebouw en een machinistenwoning voor den Uithoornschen polder. Ingeko men 10 biljetten: G. J. Bouwmeester en A. Lieshout te Lopik 12314.D. Kaaij Zoon te Leiden 12200.L. Mulkhuijse, Vinkeveen 11111.11; G. de Vries, Amster dam 10990.— J. M. Strijland, Uithoorn 10450.—; N. Gortemulder, Uithoorn 10180.—; C. G. Rijneveld de Hoef—Mij drecht 9700.—; N. de Bruin, Mijdrecht 8832.—; C. van Dijk, Nieuwveen 8340.— H. Janmaat, Nieuwveen 8200.Gegund aan den laagsten inschrijver. Tevens werd het sloopen van de molen aanbesteed: W. Mudde, Gouderak 418; P. v. d. Voorn, Woerden 462.50; M. J. Breedveld, Jutfaas 506.D. Ottevan- ger, Moerkapelle 513.C. P. de Waard, Overschie 525.50; Gebr. de Boer, Oost- zaan 535.Gegund aan den hoogsten inschrijver. Brand. Donderdagmiddag ontstond er, waarschijnlijk door het spelen met lucifers brand" in het pand van den heer C. B. Hooi berg, koestal en belendend gebouw wer den gedeeltelijk vernield. Groot was de waterschade. De auto-brandspuit had spoe dig de brand in zijn bedwang. Gemeenteraad. De Raad der gemeen te Uithoorn zal op Woensdag 9 Mei des namiddags half drie in openbare zitting bijeenkomen. LANGERAAR. R. K. Voetbalsport. Woensdag 9 Mei a. s. zal de R. K. Voetbal ver eeniging „S. D. O." in de zaal van den heer G. J. Ses- sink alhier vergaderen. Dool van deze ver gadering is om tot aansluiting over te gaan bij den D. H. V. B. In principe is daartoe reeds besloten op een eenige da gen geleden gehouden ledenvergadering. Tot deze vergadering worden mede uitge- noodigd besturen van andere Voetbalver- eenigingen uit deze omgeving, daar zij een propagandistisch karakter draagt. De ver gadering zal worden bijgewoond door den heer D. Haverkorn, secretaris-penning meester van het District van den D. H. V. B., welke zal spreken over de noodzake lijkheid en het nut van aansluiting bij de principieele R. K. Sportorganisatie. Allen die interesse hebben voor de Sport worden ter vergadering, verwacht! Zij begint te 8 uurl LE5MUIDEN. Emrr.abloerri. Met de jl. Maandag 30 April gehouden Emmabloemcolleete is een schitterend succes bereikt. De opbrengst toch gaf een bedrag aan van 84.439. Een warm woord van dank zij hier gebracht aan allen, die hun gaven voor dit mooie doel offerden en niet minder aan de jonge dames, die ondanks wind en regenbuien zich zoo dapper hebben geweerd. NOOTDORP. Gehuwd: A. C. van Vliet en M. C. van Winden. VOORHOUT. 40-jarige echtvereeniging. Donderdaj 17 Mei a.s. zal het 40 jaar geleden zijn, dat de gemeentewerkman A. van der Lans met Mej. W. v. Werkhoven in 't huwelijk trad De heer Van der Lans, die voor eenige ja. ren terug zijn jubileum, waarop hij voor 2! jaar bij de gemeente als gemeente-werk man werd aangesteld, vierde, is in de ga 31> meente een goede bekende en staat werkman bij de gemeente goed aanga schreven. Het zal het nog zoo krasse echt paar dien dag zeer zeker niet aan de ba en angstelling van de gemeentenaren ontfe? breken. uk ch 1 I dei on Valschheid in geschrifte. Het Gerechtshof te Amsterdam heeft hooger beroep behandeld de strafzaak te gen een gewezen caféhouder, die, om bi de onteigening van zijn café aar. dei Amstelveenscheweg een hoogere schade locsstelling te krijgen, nieuwe boeken deed aanleggen en daarin de opbrengst met eenige duizenden deed verhoogen. Wai ee het bedrog niet ontdekt ea zou men op bceken zijn afgegaan, dan zou de gemeente een schade van minstens 30.000 hebbea geleden. Do Buitengewone Kamer der Amste kri, damfsche Rechtbank had den verdacht ï0| op 23 December 1.1. wegens valschheid i j geschrifte en gebruik making van hs vervalschte geschrift tot drie maand» gevangenisstraf veroordeeld, terwijl he O. M. twee jaar had gevorderd. Na een uitvoerig verhoor van getuige en deskundigen, waarbij de boekhoudei die de valsche boeken vervaardigde, ee tu scherpe terechtwijzing ontving, eischte d 'J advocaat-generaal mr. Bauduin verooi er deeling tot één jaar gevangenisstraf. Mr. Schorlesheim, de verdediger, pleitt vrijspraak, subsidair oplegging van ee-: clemente straf. Uitspraak 15 Mei a.s. Financiën en Oeconomie. Assurantie Maatschappij „De Nederlander van 1845. In de op 3 dezer te 's-Gravenhage gelr houden Algemeene Vergadering van Aat B cleelhouders werden de Winst- en Verlies rekening over 1927 en de Balans per 31 Di cember 1927 goedgekeurd. Zooals uit het door den hoofd-directe: i; uitgebrachte jaarverslag blijkt, is het jai 1927 voor de maatschappij buitengewoe gunstig verloopen. Aan Brand- en Inbraakpremiën wer een bedrag van 8.296.166.geboekt. Hie van werd 1.825.244.aan herverzeke raars overgedragen. Aan schaden, met inbegrip van een zeer ruime reserve voor op 31 Decemba 1927 nog onafgedane schaden, was een k drag van 3.629.092.te boeken, waarva voor eigen rekening der maa.teckap/5 2.910.187.—. Van de Afdeeling Transportverzekering bedroeg het premie-inkomen 632.874.- waarvan een bedrag van 366.221. herverzekring werd afgegeven. Aan schaden met inbegrip van eene zee: ruime reserve voor alle op 31 Decembe 1927 bekende schade, werd in deze afdee ling voor eigen rekening 223.882. boekt. Van de Afdeeling Ongevallenverzekerinf bedroeg het premie-inkomen 273.617. Aan schaden, met inbegrip van een rui me reserve voor op 31 December 1927 ongeregelde schaden, was hier te boekei een bedrag van 160.969. De vergadering besloot 330.000.divi dend uit te keeren, d. i. 55.(vorig jaa 48.per aandeel; voorts uit de wins 300.000.d. i. 50.per aandeel bij t schrijven op het gestorte kapitaa 155.975.aan het Reservefonds toe voegen en eene „Reserve voor buitengewo ne schaden" ten bedrage van 200.000.- te creëeren. In het „Pensioenfonds voor het Perso neel der samenwerkende maatschappijen vond eene extra storting van 100.000.- plaats. De totale Extra-Reserves bedrage thans 4.448.606.Op het maatschappe lijk kapitaal groot 6.000.000.is thae 1.800.000.gestort. van de grond opgeslagen, toen hij binnen kwam. Zij antwoordde niet. De aangelegde deur van de kamer werd nu opengestooten, de kleine jongen kwam binnen; toen hij de vreemde man zag, bleef hij staan en staarde hem met zijn ronde blauwe kijkers aan. Luhmann knik te hem toe. „Kijk eens, de kleine. Dat wordt anders een groote bengel". Stine keek met onverschillige blik op 't kind neer, zonder te antwoorden. 't Was weer een oogenblik stil in de kleine kamer, toen kuchte de man. „Vrouw Pöhler", zei hij luid, „dat is niet goed voor je, zoo Tiiks te zitten doen". Luhmann fronste zijn voorhoofd. „Nee, vrouw Pöhler, dat is niet goed voor je. Je moet een gezangenboek voor den dag halen zulk een soort boeken en daarin gaan lezen. Dat heeft mijn moeder ook gedaan, toen vader gestorven was." De vrouw schudde slechts haar hoofd, ccn bittere uitdrukking lag op haar gé- zicht. Luhmann stond op, hij zag, dat er bij haar niets aan te doen was. Hij trok zorgvuldig een paar papieren en een klein pakje uit zijn jaszak. „Hier is ook de doodceèl en de andere papieren. De kist komt ook nog. En dan hier Hij probeerde met zijn groote voor dat werk ongeschikte handen het touwtje om het pakje los te knoopen, ten laatste nam hij zijn zakmes en sneed het door. Uit het grauwe papier viel een bonte zijden doek en een ruw beschilderd houten paardje. „Dit wou ik liever zelf komen brengen", zei hij, terwijl hij de dingen naar de vrouw toeschoof, „hij heeft 't zelf nog gekocht, verleden Zondag, voordat hij voordat het ongeluk was gebeurd. Hij zei tegen me, dat hij voor zijn vrouw en de kleine toch ook wat wou meebrengen". „Daniël, Daniël!" schreeuwde Stine plotseling gillend uit. 't Was alsof een druk van haar weg genomen was, die haar tranen tegenhield. Met hartstochtelijke beweging trok ze de dingen naar zich toe, drukte haar gezicht tegen het harde hout van het kleine speel dingen zonder verder acht te slaan op haar bezoeker en snikte. Alles was nu voorbij en afgeloopen. Als een zwarte smartenvloed stortte het bo ven op haar samen. Haar gedachten schoten verward en wanhopig door elkaar. Slechts dit eene bleef met vreeselijke helderheid staan: dat haar man dood en verloren was, voor altijd, dat zij nooit meer goed kon maken, wat ze hem aangedaan had. Zoo leefde ze dagen en dagen door, hee- lemaal alleen, met gesloten deuren, met steeds roodgeweende, - slapelooze oogen. Als de jongen er niet was geweest, dan had zij al het andere vergeten. Maar die trok haar zoo nu en dan weer in de wer kelijkheid, in het leven. Ze begreep, dat ze aan de toekomst moest denken om zijnentwille. Zij wist toch, dat ze op de Rodthof al les zou hebben gevonden, wat ze noodig had, voor haar en haar kind. Maar ze zet te die gedachten ver van zich af. Daniël zou dat niet hebben gewild. Daniël. Haar man. Ze dacht steeds aan hem, aan elk goed woord, dat ze nog van hem wist. Aan elk slecht woord, dat ze te gen hem had gezegd. Ze boorde formeel in haar geheugen en tobde zich daarmee af. Als iemand met haar over DaniU sprak, dan kreeg ze opeens een zonderling verwarde blik, iets onrustigs in haar we zen. In het dorp schudde men het hoof! over de jonge vrouw. „Als ze haar ver stand maar houdt". Een paar buurvrouwen, die aan de deur stonden te praten, keken haar na, hoe ze een paar weken later de straat afging, rechtop zooals altijd, met haar zwarte rouwdoek om haar schouders. Ze staken haar hoofden bij elkaar en smoezelden. „Dat heeft ze ervan", meende de eene, een magere vrouw met scherp gezicht, haar zuster zit op een groote hoeve en z'j moest toch absoluut haar zin hebben e i Pöhler trouwen". De ander knikte. „Ja, daar zijn zulki lui. Pöhler had ook beter gedaan, als hij een ander had getrouwd. Ze moet tocl. maar een heks zijn geweest, dat hij zoo hc huis uit is geloopen. Nee, stand moet b stand blijven, anders komt er maar ongc luk van." Stine hoorde dat alles niet. Ze ging gc jaagd de weg naar de Eichhof af. De beer van de Eichhof was een goede kennis van de oude heer van de Rodthof. ze had hem vroeger dikwijls gezien. De groote, breede man kwam haar langzaam tegemoet. Hij wist niet, wat zij van hem moest hebben, maar hij ontving haar vrien delijk uit de hoogte. „Ga zitten, vrouw Pö^7-- b ervan gehoord, dat je man niet ^.komen is. Stine bleef voor hem staan. „Oom", zei ze haastig, zonder verdei te antwoorden, „ik ben alleen maar geko men ik wil alleen maar 'ns vragen De rijke boer fronste zijn voorhoofd. Hi vreesde, dat de vrouw geld van hem wildt hebben, en daar kwam hij niet graag mei voor den dag. „Wat wil je?" vroeg hij slechts kort. „Ik kwam vragen, of ik hier op di boerderij geen werk kan krijgen, in dag loon. Mijn man heeft hier toch ook altijl gewerkt. De boer boog een weinig naar voren ei staarde haar aan. „In dagloon? Zou dat ernst zijn? Stine knikte, zonder hem aan te kijken „Ik moet verdienen. Voor mij en de: jongen. De oude schudde zijn hoofd. „Vrouw Pöhler, wil jij in dagloon gaan De dochter van de Rodthof? Hij sloei plotseling met zijn vuist op de tafel, dat kraakte. „De bliksem mag daar inslaat als de boer van de Rodthof toch niets voö zijn dochter wil doen!" Stine's gezicht was donkerrood gewor den. „Nee, nee, oom. Op de hof weten ze niets van, dat ik in dagloon wil gaan. I' kan niet van mijn vader z'n zak leven, zoo lang ik zelf kan werken. Daniël wil dal niet." De boer keek haar strak verwondflW aan. Daniël? Die is toch dood", (Wordt vervolgd). 2-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 10