UIT HET VATICAAN.
STADSNIEUWS.
Uit de Rijnstreek.
DERDE BLAD
„DE LEIDSCHE COURANT"
ZATERDAG 28 APRIL 1928
Door Prof. ERANZ XAVERIUS ZIMMERMANN te Rome
Wanneer men reeds jaren lang in de
Eeuwige Stad verblijft, en voortdurend in
Vaticaansche kringen verkeert, dan staat
men iedere dag meer en meer verbaasd
over de groote wereldmacht van den H.
Stoel. Van alle windstreken, uit alle lan
den, komen de afgevaardigden der groo'te
mogendheden, gezanten, ministers, kardi
nalen, bisschoppen en priesters, naar het
Joude Eome, dat nu reeds meei dan 19
eeuwen daar staat in de branding der tij
den. De groote vorstenhuizen, de Hohen-
'zollerns, de Romanofs, de Habsburgers,
die eeuwen lang Europa hebben beheescht
koninkrijken en vorstendommen, zij allen
Ll zijn ten onder gegaan, 't Is 't werk van
menschen, en scheppingen van menschen
verrijzen en vergaan, en er is niets op
onzen aardbodem dat niet aan den tijd zijn
tol betaaltGod heeft dat zoo gewild. Maar
juist wanneer men alles rondom zich ziet
Q sterven, en vergaan, dan is het des te heer-
"*lijker te weten, dat de Katholieke Kerk,
krachtens Christus' belofte onvergankelijk
is: „de machten der duisternis zullen niets
tegen haar vermogen, want zie Ik zal met
lu zijn tot aan het einde der tijden 1"
I Voor het Vaticaan is thans weer het
drukke seizoen begonnen, want duizenden
vreemdelingen bevinden zich thans in de
Eeuwige Stad, en voor de vele katholie
ken is het bezoek aan het Vaticaan en aan
den Plaatsbekleeder van Jezus Christus
hier op aarde het hoogtepunt van de ge-
heele reis. Ook vele niebkatholieken gaan
langs Bermini's koningstrap door de bron
deuren het Pauselijk paleis binnen
den Vader der geheele christenheid te
bezoeken; allen zonder uitzondering ko
men zij onder de machtige bekoring van
zijn groote persoonlijkheid.
Het is thans zoo druk in Rome, dat
de regeering zich genoodzaakt zag om tal
rijke nieuwe straten en verkeerswegen te
openen, om het centrum van de stad eenigs-
zins van het al te drukke verkeer te
ontlasten.
In de gangen van het Vaticaan ontmoet
ten wij Zijne Excellentie Zaleski, minis
ter van Buitenlandsche Zaken van Polen,
ra) Zaleski was vergezeld van zijn echtgenoote*
am en van Zijne Excellentie Skrijnski, de ge
zant van Polen bij het Vaticaan en een
particulier secretaris.
In de aula Clementina werd de minister
ontvangen door Mgr. Cacia Nominioni,
maestro di Camera van Zijne Heiligheid,
die den minister naar de kleine troon
zaal geleidde. Daar de apostolische Dele-
gaat in Indië juist voor 'n zeer dringende
aangelegenheid op audiëntie was. moest
de minister even wachten. Zoodra echter
et hoog bezoek was aangekondigd haastte
de H. Vader zich om den Minister in
zijn particuliere bibliotheek te ontvangen.
Het gesprek duurde ongeveer drie kwar
tier; daarna werd mevrouw Zaleski binnen
gelaten Z.H. schonk haar een prachtigen
waardevollen rozenkrans.
Na de Pauselijke audiëntie werd een be
zoek gebracht aan Z. Em. Kardinaal Gas-
parri, staatssecretaris van Z.H. waar het
hooge gezelschap een kwartier verbleef.
De Nationale raad van het Verbond van
Katholieke Italiaansche mannen is door
don H. Vader in de groote Troonzaal in
audiëntie ontvangen. Zij werden door Mgr.
Tardini aan den H. Vader voorgesteld.
Bij deze gelegenheid heeft de H. Vader
weer gesproken over de rechten en plich
ten der ouders inzake de opvoeding hunner
kinderen. De H. Vader herinnerde er aan,
dat Hij reeds meermalen Zijn bezorgdheid
over dit zoo belangrijke punt had te kennen
gegeven, vooral nu in de laatste weken
een groot conflict hieromtrent dreigde te
ontstaan.
Reeds meermalen heeft de Paus ver
klaard, dat men de Kerk de. haar door God
toevertrouwde zending voor de christelijke
opvoeding niet mag ontrooven. En waar
het duidelijk is, dat alleen de Kerk de mid
delen daartoe bezit, daar is het ook een
uitgemaakte zaak dat een opvoeding, die
moreel en geestelijk wil zijn en niet
slechts lichamelijk en materieel niet
anders dan christus kan zijn in een ka
tholiek land. Dit is de plaats, die zon
der eenige mededinging aan de Kerk, in
deze zoo delicate en voor het individu, de
familie en de samenleving zoo gewichtige
materie, toekomt.
Daarom moeten de Katholieke mannen,
dat zijn de huisvaders, op dit puno altijd
de oogen open houden en oplettend toe
zien, terwijl hun hart thans meer dan ooit
opgewekt en waakzaam moet zijn, daar de
bioscoop, de radio, en de algemeen ver
breide onzedelijkheid de opvoeding hunner
kinderen in gevaar brengt. Het was voor
den H. Vader een voldoening te mogen
vernemen, dat deze katholieke huisvaders
juist aan het vraagstuk van radio, cinema
en theater hun volle aandacht hadden ge
schonken, wijl daarin, vooral voor hun kin
deren, vaak een bron van zedelijk bederf
lag. Z. H. de Paus keurde hun werkpro
gramma goed en hij verheugde zich dat hun
aantal in 1926 reeds verdubbeld was, zoo
dat de Bond nu 80.000 leden telde.
Daar de H. Vader op het programma ook
een betooging had gezien bij de gelegen
heid van Zijn gouden Priesterfeest, zei de
H. Vader dat het Hem het aangenaamst
zou zijn als in dit jubeljaar het aantal weer
verdubbeld zou zijn. De H. Vader had allen
tot den handkus toegelaten en voor hun
vertrek gaf hij alle leden zijn bijzonderen
pauselijken zegen.
Ook kwam er een groep van 60 Spaan-
sche pelgrims. Derde-Ordelingen, tot vrij
koop van slaven, ook wel Merceneriers ge
noemd, bij den H. Va-der op audiëntie.
Z. H. ontving nu een groote groep leer
lingen en oud-leerlingen van het Pensio
naat der Dames van het H. Hart (Dames
du Sacró Coeur)-. Tegelijk met de zusters
werden de leerlingen door Zijne Eminentie
Kardinaal Maurin, aan Z. H. voorgesteld,
bij gelegenheid v. 't 100-j. bestaan v. dit Pen
sionaat, dat in Italië en Frankrijk en ook
in Holland zeer bekend is.
Z.Em. Kardinaal de Lai, secretaris van
de Congregatie van het H. Consistorie, die
reeds geruimen tijd ongesteld is, werd op
aanraden van de geneesheeren naar de kli
niek „Quisisana" overgebracht. Reeds vroe
ger vermeldden we de a.s. benoeming van
Kardinaal Lafontaine, Patriarch van Vene
tië, tot Prefect der Ritencongregatie. De
officieele benoeming zal in het a.s. consis
torie geschieden. Tevens zal de kardinaal
dan ontheven worden van zijn ambt als
Patriarch van Venetië. Als zijn opvolger
wordt genoemd Mgr. Giovanni Constan-
tini, de broer van den Apostolischen Dele-
gaat in China.
Mgr. Gio Constantini is thans bisschop
van Luni en Sarzana en voorzitter van de
katholieke kunstenaarsvereeniging in Ita
lië.
In het Vaticaan ha<l de gewone volledige
zitting plaats van de Riten-Congregatie,
waarin gehandeld werd over verschillende
processen van zalig- en heiligverklaring,
o.a. van verschillende priesters uit het bis
dom van West-minster die in de jaren
15921679 voor het geloof hun leven
zouden gegeven hebben. Om in het groote
gebrek aan zielzorgers voor de uitgestrekte
bisdommen van Brazilië te voorzien, heb
ben de bisschoppen van dat land beslo
ten om te Rome onverwijld over te gaan
tot stichting van een nationaal college voor
Brazilaansche priester-candidaten. Het
Episcopaat van Brazilië heeft een schrij
ven gepublicèerd, waarin vooral op het
groote nut van dergelijke stichtingen zooals
voor een land als Brazilië gewezen wordt.
In alle kerken des lands werden bereids-
geldelijke inzamelingen gehouden om te
geraken tot de stichting van een Brazi-
liaansch Seminarie in de Eeuwige Stad.
De bijdragen der bevolking zijn zoo over
vloedig dat de plannen onmiddellijk zullen
uitgevoerd worden. De slichting zal onge
twijfeld een uitstekend middel blijken te
zijn voor de vorming van hoogstaande
inlandsche priesters waaraan Brazilië wer
kelijk een nijpend gebrek beeft.
Zijne Eminentie Kardinaal Van R-ossum
is thans weer geheel van zijn ziekte her-
steld. Bij do jaarlijksche vergadering van
den Cent-ralen Raad van het Genootschap
tot voortplanting des Geloofs, waarbij Kar
dinaal van Rossum, als Prefekt der Pro
paganda tegenwoordig was, sprak Zijne
Eminentie de openingsrede uit, waarin hij
zijn vreugde te kennen gaf dat hij deze
vergadering weer kon openen. Z.Em. had
voor eenige weken niet gedacht, dit nog
te kunnen doen, maar God heeft Z. Em.
die voldoening weer gegeven en hij is er
dankbaar voor. Z. Em. deelde mede, nog
dezer dagen brieven van oud-leerlingen van
het College der Propaganda te hebben ont
vangen uit Indo-China en Indië, die ver
blijdende berichten zenden over het bekee-
ringswerk, maar dringend vragen om mis
sionarissen, opgeleid in het College der
Propaganda. Dit moge tot vreugde dienen
voor het verleden en tot opwekking voor
de toekomst, voor hen die werken aan
het Genootschap van de voortplanting des
Geloofs. De ontvangsten over het afgeloo-
pen jaar bedragen bijna 45 millioen lire.
Dit is drie millioen meer dan het vorige
jaar; doch men moet daarbij in aanmer
king nemen dat de Lire aanmerkelijk in
waarde gestegen is. Wijl de buitengewone
nooden'in vele missies in do laatste jaren
zeer toegenomen zijn, werd besloten ander
half millioen meer uit te trekken dan an
dere jaren, om in den loop van het jaar
te verdeelen door den Centralen Raad naar
gelang de behoeften zich voordoen. De
gewone toelage voor de verschillende mis
sies hebben 5 pet. hooger kunnen zijn dan
andere jaren. Voor Nederland is het be
langrijk om te weten dat de opbrengst
over 1926—1927 (de opbrengst over 1927—
1928 wordt eerst in Juni afgedragen),
een stijging aanwijst van 30.000 gulden.
Wanneer men het aantal katholieken in
dat land in aanmerking neemt dan staat
het kleine Holland bovenaan op de lijst der
nationale opbrengsten.
Buitenl. Weekoverzicht.
De Duitsche Oceaanvliegers zijn einde
lijk, na 14 dagen op een onbewoonbaar
eiland te hebben vertoefd, met het Ford
vliegtuig, dat hun onderdeelen voor de
„Bremen" bracht, naar betere gewesten
vertrokken. Zij moesten de „Bremen", hun
trouwe vogel, achterlaten, daar de aange
brachte onderdeelen toch niet voldoend©
bleken om de „Bremen" te doen opstijgen.
Jammer, dat de vreugde over hun
hoewel late „blijde incoinste" te Nc-w
Vork getemperd wordt door den dood van
een anderen koenen vlieger, Bennett. Hij
is het slachtoffer geworden van het en
thousiasme, waarmede hij de gestrande
Oceaanvliegers heeft willen te hulp komen.
Het griepje, waarmede hij te bed lag, ver
anderde door zijn vlucht naar Murray-baai
in een longontsteking en dat blijkt zelfs
voor Noordpool vliegers ongezond te zijn.
Terzelfder tijd dat de Duitschers op
Greenly-eiland zaten, dook plotseling op
Spitsbergen kapitein Wilkins op, van wien
men verwachtte, dat hij nog steeds te
Point Barrow (Alaska) vertoefde. Het
blijkt evenwel, dat hij met zijn gezel Eiel-
son hetzelfde bravourstukje 'heeft uitge
haald, als Amundsen met de „Norge", en
de Poolzee is overgevlogen, maar dan in
tegenovergestelde richting. De groote be-
teekenis van deze tweede tocht over on
bekend Poolgebied is daarin gelegen, dat
thans met vrij groote zekerheid kan wor
den aangenomen, dat er zich geen eilan
den bevinden in de Poolzee. Terwijl
Amundsen tusschen de Pool en Alaska
zulk slecht weer had, dat hun nagenoeg
alle uitzicht werd benomen, heeft Wilkins
op dat gedeelte juist goed weer en goed
uitzicht gehad. Ook hij heeft geen spoor
van land ontdekt. Weg met toekomstdroo-
men van geregelde luchtlijnen over de
Noordpool. Weg met verwachtingen, dat
binnenkort de N.V„ die de Noordkaap
pachtte, ook de Noordpool zal gaan ex-
ploiteeren. De Poolzee blijft een verlaten
diepe zee met groote ruwe schotsen en
ijsbergen, waar alleen ijsberen en robben
zich kunnen vermaken.
Binnenkort zal generaal Nobile het nog
eens probeeren. Als hij er niet in slaagt
een eilandje te ontdekken, is de toestand
hopeloos.
Aardbeving. De eenige uitkomst
zou dan nog zijn, dat er plotseling een
vulcanisch eilandje opdook, doch van der
gelijke aardschokken hoort men niet in
deze Noordelijke gewesten. Onze oude
moeder Aarde heeft anders den laatsten
tijd wel erg veel last van zenuwschokken.
Van alle kanten komen berichten binnen
over aardbevingen, doch niet overal wordt
zoo n groote schade aangericht als op den
Balkan, waar de laatste week de bodem
voortdurend trilt. Vooral Bulgarije in de
omgeving v. Philippopel is zwaar geteisterd.
Honderden dooden en gewonden zijn van de
ze natuurramp slachtoffer geworden, dui
zenden inwoners van dit rijke en nijvere
land- en tuinbouwgebied zijn dakloos ge
worden, een ontzaglijke materieele schade
is aangericht. Heele huizenreeksen zijn
ingestort, tal van dorpen in puinhoopen
veranderd. En de door de nog telkens zich
herhalende schokken tot het uiterste be
angste bevolking kampeert in de open
lucht, blootgesteld aan hevige regens en
gelege'rd op den' doorweekte bodem, bang
terug te keeren in de nog gespaarde wo
ningen. Voor het tengevolge van den oor
log toch al zoo zwaar belaste land is deze
ramp een zeer ernstige slag.
Ook het aloud'e Corinthe in Grieken
land is zwaar geteisterd. Volgens de be
richten gelijkt de stad op de ruïnen van
Pompeji. Ook daar kampeert de bevol
king, wegens de voortdurende bevin
den in de openlucht. Daar zoowel in
Bulgarije als in Griekenland de organisa
tie van de voedselvoorziening wel eens te
wenschen overlaat, doet ook de hongers
nood zich in de geteisterde gebieden ge
ducht voelen.
Het anti-oorlogspact. Om
de geschiedenis van het anti-oorlogsver-
drag nog even na te gaan, herinnere men
zich, dat het eerste balletje daaromtrent
is opgeworpen door Briand nu ongeveer
een jaar geleden. Het was toen do bedoe
ling om alleen tusschen Frankrijk en Ame
rika een dusdanig pact te sluiten, waarbij
de oorlog tusschen de beide staten in den
ban zou worden gedaan. Doch in Amerika
wilde men daar niet aan, tenzij, het pact
werd uitgebreid, zoodat ook andere mo
gendheden kondon toetreden. Doch nu
kwam Frankrijk weer met bezwaren, voor
namelijk ontleend aan de verplichtingen,
welke Frankrijk had tegenover zijn bond-
genooten. Het is n.l. niet ondenkbaar, dat
Frankrijk gedwongen zou worden de wa
pens op te vatten om een bondgenoot te*
hulp te komen tegen een land, dat even
als Frankrijk het anti-oorlogspact zou heb
ben geteekend.
De Amerikaansche staatssecretaris Kel
logg heeft echter doorgezet en zijn ont
werp aan de groote mogendheden voorge
legd. De Fransche regeering heeft zich
daarop gehaast een tegen-ontwerp op te
stellen, waarin verschillende reserves wor
den gemaakt. Dit tegen-ontwerp is echter
door de mogendheden minder goed ont
vangen dan het Amerikaansche ontwerp.
Men vindt, dat Briand wel wat al te veel
slagen om den arm houdt.
Want wat zijn de reserven?
Briand wil wel deelnemen aan zoo'n z.g.
multilateraal pact, indien:
le alle landen eraan meedoen.
2e de verplichting tot niet-oorlogvoering
wordt opgeheven, zoodra eon der contrac
tanten het pact schendt.
3e het recht van verdediging in ieder ge
val gehandhaafd blijft.
4e de bestaande verdragen geldend blij-
Dit laatste is een bepaling, welke tc
vergaat. Daardoor houdt Frankrijk zich
uitdrukkelijk het recht voor om oorlog te
voeren, zoodra de een of andere bepaling
van een (misschien gedeeltelijk geheim) mi
litair verdrag dat voorschrijft. Op die ma
nier is een anti-oorlogsverdrag geheel il
lusoir. Van verschillende zijden wordt dan-
ook verklaard, dat men dit tegen-ontwerp
een grooto fout vindt.
Zou de ziekte van Briand en de berich
ten omtrent zijn vervanging door Poin-
caré eenig verband houden met dezer,
blunder1
't Is maar een vraag.
Fransche verkiezingen. Ver
leden Zondag hebben in Frankrijk verkie
zingen plaats gehad, welke lang niet over
al tot een definitief resultaat hebben ge
leid. In de meeste districten moet een
herstemming plaats vinden. Doch voorzoo
ver het te bekijken valt, heeft men reeds
een neiging naar rechts kunnen consta-
teeren. Het schijnt wel vast te staan, dat
Poincaré aan de regeering blijft. De socia
listen hebben terrein verloren, terwijl de
communisten tot nog toe geen enkele zetel
hebben weten te veroveren.
Een zeer opmerkelijk verschijnsel bij de
verkiezingen is het groot aantal stemmen
dat op de autonomisten Elzas-Lotharingen
is uitgebracht.
Behalve de permanente ontevredenheid
die in Elzas-Lotharingen heerscht over de
bestuursmethoden van Parijs, is waar
schijnlijk het feit van invloed geweest, dat
verscheidene strijders voor meerdere zelf
standigheid van bestuur binnen don Fran-
sclien staat, z.g. autonomisten, wegens
„complotteeren tegen den staat", in de
gevangenis zijn gezet, waar zij nog steeds
op hun proces wachten.
Morgen, Zondag, hebben de herstem
mingen plaats. Eenige linksehe partijen
hebben zich aaneengesloten, om zoodoen
de des te meer stemmen binnen te halen.
In dit verband spreekt men reeds van eer.
herstel van het „kartel". Of het wat hel
pen zal?
BRIEVEN VAN EEN WANDELAAR.
XXXVII
Spaarzaamheid is een echt hollandsche
deugd en in tal van uitdrukkingen komt
dit tot uiting. Die jong spaart, lijdt oud
geen gebrek; iets uit zijn mond sparen,
een spaarduitje, een spaarpenning, een
vette spaarpot, voor den ouden dag spa
ren, zijn alle van dio typische uitdrukkin
gen, die in den volksmond burgerrecht
hebben verkregen en aan die zelfde deugd
ontlcenen wij ook onze spaarbanken,
spaarkassen en de latere spaarzegels,
waarin het gespaard geld emplooi vond
en tegen meerdere of mindere rente werd
uitgezet. Doch de schoone zijde van dat
sparen is vooral, dat de spaarder zich vrij
houdt van tal van ondeugden, en deugden
aanleert als matigheid, zelfbedwang vaak
ook in zedelijkheid en de onttrekking aan
al te groote luxe. Wat dan weer wordt een
beoefening van christelijke deugden, die
versterken in den zoo moeilijken strijd des
levens.
Want al hebben wij de vrije beschikking
over wat door den arbeid is verdiend, dat
sluit nog niet in dat wij daarvan op noo-
delooze wijze misbruik maken, aan
ijdele doeleinden.
Reeds de parabel der vijf talenten wijst
ons er op dat spaarzaamheid een zeer
voorname factor is in ons ondermaansch
bestaan; we moeten alles in het werk stel
len om er vijf bij te winnen.
Spaarzaamheid opent voor den mensch
een vruchtbaar perspectief in de onbeken
de toekomst, die, in stoffelijken zin geno
men, vele kwade dingen, talrijke zorgen
verre houdt van dogenen, die zich door
sparen een zekeren weerstand hebben ge
vormd tegen de elk mensch beschoren
kwade tijden, waarin het „appeltje voor
den dorst" goede diensten zal kunnen be
wijzen, Naast den steun, welke men in die
oogenblikkcn uit eigen spaarzaamheid put,
zal men een groote vreugde beleven aan
het besef door eigen zorg, in staat te zijn
hulp van 4er^en *<e kunnen ontberen ca
een groote mate van zelfstandigheid te
kunnen bewaren. Want hulp van anderen
is momenteel wel aangenaam, doch ver
daarboven uit reikt de groote zelfvoldoe
ning gelegen in door eigen zorg en energie
vergaarde kapitaalkracht.
Niet genoeg kan worden gewezen op
handhaving van die zoo sehoone deugd der
spaarzaamheid, die do kracht van een
volk uitmaakt. Vooral in den tijd waarin
wij leven, in den tijd die juist het ave-
rechtsche beeld ons biedt van wat wij in
den goeden ouden tijd zoo respectabel
vonden en zoo een keurige deugd van onze
vaderen.
Vooral ook nu blijkbaar het gekl in ve
ler oog geen waarde meer heeft en het
schijnt te branden in de vingeren die ho*
zoo met inspanning van geest en kracht
hebben verdiend.
Niet alleen dat de jongeren aan een aan
verkwisting grenzende oppervlakkigheid
hun geld zoo gemakkelijk laten rollen, ook
onder de ouderen, zelf onder hen die de
verzorging van een huisgezin bobben te
dragen schijnt de waarde van het geld
een fictief begrip te zijn, dat tot zoovele
onverantwoordelijke daden voert.. Zien wij
maar eens om ons heen! En dan is het
niet door uitwendige oorzaken dat de lust
tot sparen daalt, doch dat de inzinking
van de moraal daaraan bijna alle schuld
heeft. Nu weten wij wel dat het geld er is
om uitgegeven te worden en dat het geld
moet rollen, doch dat höudt nog niet in,
dat men zoodanig los van het geld moet
zijn, dat van do eene week in de andere
geleefd wordt, of dat men in zaken voor
den dag van morgen geen zorgen behoeft
te hebben. Al te veel beheersohen deze
dwaze begrippen den mensch die niet ver
der ziet dan zijn neus lang is. En 't is een
vaststaand feit dat, wat aan weelde wordt
besteed, den mensch ontvalt, doch bijna
nooit heb eenig gewin in lichaamskracht
of geestesgaven schenkt, eerder een on
beschermd verlangen voor meer en weel
deriger genietingen, die toch nimmer in
staat zullen zijn le bevredigen, doch steeds
een zekere inzinking ten gevolge zullen
hebben. Wee den mensch die in de klauw
van genot en verkwisting zich laat uitper
sen van de middelen, die zijn energie en
werklust zouden kunnen verhoogen, als hij
zelfrespect genoeg had en kracht, om zich
te ontworstelen aan die greep die hem
naar omlaag trekt en allen weerstand
doodt.
Hoeveel jongeren kunnen niet eens het
woord „sparen" en bclachcn hen, die in
zorgzaamheid voor hun toekomstig en on
afhankelijk geluk hun tekort aan inzicht
trachten aan te vullen en hen aanmoedi
gen zuiniger te zijn en de deugd van
spaarzaamheid te beoefenen; zij voelen
niet aan deze zijde van den ernst des le
vens, doch gaan er prat op, in verkwis
ting, in vermaken on gelagen hun pennin
gen te verkwisten tot den laatsten stuiver
Bioscoop, tingeltangel, dansvloer en café's
vinden hen als trouwe bezoekers en in
een dandy-achtig gebaar slaan zij daar op
hun beurs, waar zij dan meenen dat het
geld disponibel is tot uitsluitende beschik
king voor vermaken en streeling van do
gebruiksorganen. Wat groeit uit zulke
jonge menschen! Do andere groep zijn de
ouderen van onze dagen, die al omringen
hen nog zooveel huiselijke en zakelijke
zorgen, de zclfbehccrsching niet meer
meester kunnen worden, doch het geld,
aan anderen vaak toekomende, omzetten
in dingen waaraan zij op de allerlaatste
plaats moesten denken en die toch te ge
nieten een onverantwoordelijke handeling
is. En al heeft men geen geldelijke zorgen
en ruime inkomsten, dan is een overtol
lige weelde, een zonder beperking genie
ten van wat de wereld biedt, een onverde
digbare daad. Want nering is geen erf en
er kan na een periode van weelde ook een
tijd komen, waarin men in een bitter zelf
verwijt moet betreuren, de ordeloosheid
waarmede men in betere tijden zijn gelde
lijk bezit verwaarloosd heeft. En wco dan
hem, die niet heeft gezorgd voor den dag,
die zoo groote mociclijkheden brengt en
het zijn of niet zijn zal beheerschen! Zoo
dat wij maar willen zeggen, dat wij weer
terug moeten naar die oude, echte holland
sche spaarzaamheid, die de volkskracht
versterkt, de economische toestanden bc-
hoerscht en het individu tot christelijke
en burger deugden wekt, welke tot ver
sterking van weerstand leidt en vooral,
door dit wegleggen van wat men niet noo-
dig heeft, in staat zal stellen daar de
vruchten van te plukken of wel andere
daarvan te laten genieten.
Deze zedelcs zou niet volledig zijn als
niet gewezen werd op een voorname fac
tor, die in zoo nauw verband staat met
de spaarzaamheid. En dat is de wijze
waarop en de plaats waar men zijn spaar
penningen moet beleggen. In bet raam
van ons betoog valt niet een directe aan
wijzing te geven, doch wij willen ons
slechts bepalen een vermaning tot voor
zichtigheid te geven.
Men behoort bij het plaatsen van zijn
spaarpenningen of op andere wijze ver
kregen gelden allereerst uit te zien naai
de waarborgen welke een of andere instel
ling ons heeft te bicden, opdat niet in ge
vaar komt datgene wat wij ter belegging
disponibel hebben. Want in liet verleden
is wel gebleken dat men op alles wat zich
aandient als soliede niet kan vertrouwen
en dikwijls onoordeelkundig beheer gevaar
oplevert voor onze spaarpenningen. Door
schijn late men zich zeker niet verlokken
en bij speculatie op goed geloovigheid
en vertrouwen in hol klinkende frasen,
houdt men in het oog, dat deze dingen met
solidariteit geen zier hebben te maken en
dat alleen de waarborgen liggen 4in dat
gene wat als tegenpraestatie kan worden
geboden en tot dekking aanwezig is. Want
het valt zoo zwaar, de spaarzaamheid te
hebben betracht, zich om wille van eer?
onbezorgde of wel betere toekomst te heb
ben ontzegd onnoodige zaken, deze resul
taten te zien verloren gaan, doordat an
deren met ons eigendom hebben gespeeld
en in vaak roekeloos beheer ons van ons
bezit afhielpen of ton deele slechts terug
betalen. Daarom deze gulden les aan onze
lezers: zio goed toe en zijt gij zelve niet
in staat om juiste keuze te maken, ga <Tan
te rade bij anderen, van wie gij weet dat
zij U op een behoorlijke wijze kunnen in
lichten. Dan zal het effect van het sparen
niet verloren gaan, eens de vrucht van die
schoone deugd ons in de schoot vallen en
zoete voldoening ons deel zijn.
WANDELAAR.
WOERDEN.
Zanguitvoering. Het R. K. Dameskoor
Zanglust gaf Woensdagavond haar jaar
lijksche zanguitvoering in het Patronaats
gebouw. Evenals de vorige malen waren do
baten ook thans weer voor een liefdadig
doel bestemd, n.l. ter ondersteuning van
de armen dezer parochie.
Over de kaartcnverkoop hebben de da
mes geen reden tot klagen gehad, zoodat
de uitvoering voor een flink bezette zaal
plaats had.
Waar in den loop van het jaar de heer
Onnewcer als directeur van het koor is
afgetreden, stond dit thans onder leiding
van den heer Sehoonenberg.
Wegens vertrek naar Indië heeft de
heer Sehoonenberg met deze eerste, ook
tevens zijn laatste uilvoering, gedirigeerd.
Door den Pastoor word deze feestavond
met een korte toespraak geopend. Spr.
herinnert er aan dat deze zanguitvoerin
gen, zoowel voor de ouders als voor de
kinderen, steeds blijde en succesvolle avon
den' zijn geweest en immer een blijvenden
indruk achterlieten. Spr. is ervan over
tuigd, dat Zanglust ook nu haar toehoor
ders niet zal teleur stollen, te meer waar
het batig saldo voor de armen is bestemd
en de vereeniging zoodoende ook anderen
in staat stelt in haar geluk te declcn.
Als eerste nummer vermeldde hef pro
gramma een lied uit „De Tooverfluit", ter
wijl vorvolgens een tweetal canons werden
gezongen. Hierna kregen we te hooren
„Kinderronde" en „Een lentedag", beide
voor piano, soli en koor. De soli worden
uitgevoerd door de dames Ultee en Peer-
deman. Als attractie werd na de pauze
een kwartiertje volkszang gegeven, waar
bij door de aanwezigen dapper werd mc-
degezongen. Roomscke blijdschap en „Aan
U. o Koning der Eeuwen", een tweetal
voor Katholieken welbekende liederen, lie
pen wat van zelf spreekt natuurlijk
vlot van stapel. Bij de volgende stukjes
werd ondanks den goeden wil bij velen
de leiding maar aan Zanglust overgela
ten.
Hierna werd opgevoerd „De geleende
koeLcpan" een komisch znn - rin één
bedrijf, waarna tot slot werd gezongen
„Hallo California