UIT HET VATICAAN. STADSNIEUWS. Uit de Rijnstreek. DERDE BLAD „DE LEIDSCHE COURANT" ZATERDAG 28 APRIL 1928 Door Prof. ERANZ XAVERIUS ZIMMERMANN te Rome Wanneer men reeds jaren lang in de Eeuwige Stad verblijft, en voortdurend in Vaticaansche kringen verkeert, dan staat men iedere dag meer en meer verbaasd over de groote wereldmacht van den H. Stoel. Van alle windstreken, uit alle lan den, komen de afgevaardigden der groo'te mogendheden, gezanten, ministers, kardi nalen, bisschoppen en priesters, naar het Joude Eome, dat nu reeds meei dan 19 eeuwen daar staat in de branding der tij den. De groote vorstenhuizen, de Hohen- 'zollerns, de Romanofs, de Habsburgers, die eeuwen lang Europa hebben beheescht koninkrijken en vorstendommen, zij allen Ll zijn ten onder gegaan, 't Is 't werk van menschen, en scheppingen van menschen verrijzen en vergaan, en er is niets op onzen aardbodem dat niet aan den tijd zijn tol betaaltGod heeft dat zoo gewild. Maar juist wanneer men alles rondom zich ziet Q sterven, en vergaan, dan is het des te heer- "*lijker te weten, dat de Katholieke Kerk, krachtens Christus' belofte onvergankelijk is: „de machten der duisternis zullen niets tegen haar vermogen, want zie Ik zal met lu zijn tot aan het einde der tijden 1" I Voor het Vaticaan is thans weer het drukke seizoen begonnen, want duizenden vreemdelingen bevinden zich thans in de Eeuwige Stad, en voor de vele katholie ken is het bezoek aan het Vaticaan en aan den Plaatsbekleeder van Jezus Christus hier op aarde het hoogtepunt van de ge- heele reis. Ook vele niebkatholieken gaan langs Bermini's koningstrap door de bron deuren het Pauselijk paleis binnen den Vader der geheele christenheid te bezoeken; allen zonder uitzondering ko men zij onder de machtige bekoring van zijn groote persoonlijkheid. Het is thans zoo druk in Rome, dat de regeering zich genoodzaakt zag om tal rijke nieuwe straten en verkeerswegen te openen, om het centrum van de stad eenigs- zins van het al te drukke verkeer te ontlasten. In de gangen van het Vaticaan ontmoet ten wij Zijne Excellentie Zaleski, minis ter van Buitenlandsche Zaken van Polen, ra) Zaleski was vergezeld van zijn echtgenoote* am en van Zijne Excellentie Skrijnski, de ge zant van Polen bij het Vaticaan en een particulier secretaris. In de aula Clementina werd de minister ontvangen door Mgr. Cacia Nominioni, maestro di Camera van Zijne Heiligheid, die den minister naar de kleine troon zaal geleidde. Daar de apostolische Dele- gaat in Indië juist voor 'n zeer dringende aangelegenheid op audiëntie was. moest de minister even wachten. Zoodra echter et hoog bezoek was aangekondigd haastte de H. Vader zich om den Minister in zijn particuliere bibliotheek te ontvangen. Het gesprek duurde ongeveer drie kwar tier; daarna werd mevrouw Zaleski binnen gelaten Z.H. schonk haar een prachtigen waardevollen rozenkrans. Na de Pauselijke audiëntie werd een be zoek gebracht aan Z. Em. Kardinaal Gas- parri, staatssecretaris van Z.H. waar het hooge gezelschap een kwartier verbleef. De Nationale raad van het Verbond van Katholieke Italiaansche mannen is door don H. Vader in de groote Troonzaal in audiëntie ontvangen. Zij werden door Mgr. Tardini aan den H. Vader voorgesteld. Bij deze gelegenheid heeft de H. Vader weer gesproken over de rechten en plich ten der ouders inzake de opvoeding hunner kinderen. De H. Vader herinnerde er aan, dat Hij reeds meermalen Zijn bezorgdheid over dit zoo belangrijke punt had te kennen gegeven, vooral nu in de laatste weken een groot conflict hieromtrent dreigde te ontstaan. Reeds meermalen heeft de Paus ver klaard, dat men de Kerk de. haar door God toevertrouwde zending voor de christelijke opvoeding niet mag ontrooven. En waar het duidelijk is, dat alleen de Kerk de mid delen daartoe bezit, daar is het ook een uitgemaakte zaak dat een opvoeding, die moreel en geestelijk wil zijn en niet slechts lichamelijk en materieel niet anders dan christus kan zijn in een ka tholiek land. Dit is de plaats, die zon der eenige mededinging aan de Kerk, in deze zoo delicate en voor het individu, de familie en de samenleving zoo gewichtige materie, toekomt. Daarom moeten de Katholieke mannen, dat zijn de huisvaders, op dit puno altijd de oogen open houden en oplettend toe zien, terwijl hun hart thans meer dan ooit opgewekt en waakzaam moet zijn, daar de bioscoop, de radio, en de algemeen ver breide onzedelijkheid de opvoeding hunner kinderen in gevaar brengt. Het was voor den H. Vader een voldoening te mogen vernemen, dat deze katholieke huisvaders juist aan het vraagstuk van radio, cinema en theater hun volle aandacht hadden ge schonken, wijl daarin, vooral voor hun kin deren, vaak een bron van zedelijk bederf lag. Z. H. de Paus keurde hun werkpro gramma goed en hij verheugde zich dat hun aantal in 1926 reeds verdubbeld was, zoo dat de Bond nu 80.000 leden telde. Daar de H. Vader op het programma ook een betooging had gezien bij de gelegen heid van Zijn gouden Priesterfeest, zei de H. Vader dat het Hem het aangenaamst zou zijn als in dit jubeljaar het aantal weer verdubbeld zou zijn. De H. Vader had allen tot den handkus toegelaten en voor hun vertrek gaf hij alle leden zijn bijzonderen pauselijken zegen. Ook kwam er een groep van 60 Spaan- sche pelgrims. Derde-Ordelingen, tot vrij koop van slaven, ook wel Merceneriers ge noemd, bij den H. Va-der op audiëntie. Z. H. ontving nu een groote groep leer lingen en oud-leerlingen van het Pensio naat der Dames van het H. Hart (Dames du Sacró Coeur)-. Tegelijk met de zusters werden de leerlingen door Zijne Eminentie Kardinaal Maurin, aan Z. H. voorgesteld, bij gelegenheid v. 't 100-j. bestaan v. dit Pen sionaat, dat in Italië en Frankrijk en ook in Holland zeer bekend is. Z.Em. Kardinaal de Lai, secretaris van de Congregatie van het H. Consistorie, die reeds geruimen tijd ongesteld is, werd op aanraden van de geneesheeren naar de kli niek „Quisisana" overgebracht. Reeds vroe ger vermeldden we de a.s. benoeming van Kardinaal Lafontaine, Patriarch van Vene tië, tot Prefect der Ritencongregatie. De officieele benoeming zal in het a.s. consis torie geschieden. Tevens zal de kardinaal dan ontheven worden van zijn ambt als Patriarch van Venetië. Als zijn opvolger wordt genoemd Mgr. Giovanni Constan- tini, de broer van den Apostolischen Dele- gaat in China. Mgr. Gio Constantini is thans bisschop van Luni en Sarzana en voorzitter van de katholieke kunstenaarsvereeniging in Ita lië. In het Vaticaan ha<l de gewone volledige zitting plaats van de Riten-Congregatie, waarin gehandeld werd over verschillende processen van zalig- en heiligverklaring, o.a. van verschillende priesters uit het bis dom van West-minster die in de jaren 15921679 voor het geloof hun leven zouden gegeven hebben. Om in het groote gebrek aan zielzorgers voor de uitgestrekte bisdommen van Brazilië te voorzien, heb ben de bisschoppen van dat land beslo ten om te Rome onverwijld over te gaan tot stichting van een nationaal college voor Brazilaansche priester-candidaten. Het Episcopaat van Brazilië heeft een schrij ven gepublicèerd, waarin vooral op het groote nut van dergelijke stichtingen zooals voor een land als Brazilië gewezen wordt. In alle kerken des lands werden bereids- geldelijke inzamelingen gehouden om te geraken tot de stichting van een Brazi- liaansch Seminarie in de Eeuwige Stad. De bijdragen der bevolking zijn zoo over vloedig dat de plannen onmiddellijk zullen uitgevoerd worden. De slichting zal onge twijfeld een uitstekend middel blijken te zijn voor de vorming van hoogstaande inlandsche priesters waaraan Brazilië wer kelijk een nijpend gebrek beeft. Zijne Eminentie Kardinaal Van R-ossum is thans weer geheel van zijn ziekte her- steld. Bij do jaarlijksche vergadering van den Cent-ralen Raad van het Genootschap tot voortplanting des Geloofs, waarbij Kar dinaal van Rossum, als Prefekt der Pro paganda tegenwoordig was, sprak Zijne Eminentie de openingsrede uit, waarin hij zijn vreugde te kennen gaf dat hij deze vergadering weer kon openen. Z.Em. had voor eenige weken niet gedacht, dit nog te kunnen doen, maar God heeft Z. Em. die voldoening weer gegeven en hij is er dankbaar voor. Z. Em. deelde mede, nog dezer dagen brieven van oud-leerlingen van het College der Propaganda te hebben ont vangen uit Indo-China en Indië, die ver blijdende berichten zenden over het bekee- ringswerk, maar dringend vragen om mis sionarissen, opgeleid in het College der Propaganda. Dit moge tot vreugde dienen voor het verleden en tot opwekking voor de toekomst, voor hen die werken aan het Genootschap van de voortplanting des Geloofs. De ontvangsten over het afgeloo- pen jaar bedragen bijna 45 millioen lire. Dit is drie millioen meer dan het vorige jaar; doch men moet daarbij in aanmer king nemen dat de Lire aanmerkelijk in waarde gestegen is. Wijl de buitengewone nooden'in vele missies in do laatste jaren zeer toegenomen zijn, werd besloten ander half millioen meer uit te trekken dan an dere jaren, om in den loop van het jaar te verdeelen door den Centralen Raad naar gelang de behoeften zich voordoen. De gewone toelage voor de verschillende mis sies hebben 5 pet. hooger kunnen zijn dan andere jaren. Voor Nederland is het be langrijk om te weten dat de opbrengst over 1926—1927 (de opbrengst over 1927— 1928 wordt eerst in Juni afgedragen), een stijging aanwijst van 30.000 gulden. Wanneer men het aantal katholieken in dat land in aanmerking neemt dan staat het kleine Holland bovenaan op de lijst der nationale opbrengsten. Buitenl. Weekoverzicht. De Duitsche Oceaanvliegers zijn einde lijk, na 14 dagen op een onbewoonbaar eiland te hebben vertoefd, met het Ford vliegtuig, dat hun onderdeelen voor de „Bremen" bracht, naar betere gewesten vertrokken. Zij moesten de „Bremen", hun trouwe vogel, achterlaten, daar de aange brachte onderdeelen toch niet voldoend© bleken om de „Bremen" te doen opstijgen. Jammer, dat de vreugde over hun hoewel late „blijde incoinste" te Nc-w Vork getemperd wordt door den dood van een anderen koenen vlieger, Bennett. Hij is het slachtoffer geworden van het en thousiasme, waarmede hij de gestrande Oceaanvliegers heeft willen te hulp komen. Het griepje, waarmede hij te bed lag, ver anderde door zijn vlucht naar Murray-baai in een longontsteking en dat blijkt zelfs voor Noordpool vliegers ongezond te zijn. Terzelfder tijd dat de Duitschers op Greenly-eiland zaten, dook plotseling op Spitsbergen kapitein Wilkins op, van wien men verwachtte, dat hij nog steeds te Point Barrow (Alaska) vertoefde. Het blijkt evenwel, dat hij met zijn gezel Eiel- son hetzelfde bravourstukje 'heeft uitge haald, als Amundsen met de „Norge", en de Poolzee is overgevlogen, maar dan in tegenovergestelde richting. De groote be- teekenis van deze tweede tocht over on bekend Poolgebied is daarin gelegen, dat thans met vrij groote zekerheid kan wor den aangenomen, dat er zich geen eilan den bevinden in de Poolzee. Terwijl Amundsen tusschen de Pool en Alaska zulk slecht weer had, dat hun nagenoeg alle uitzicht werd benomen, heeft Wilkins op dat gedeelte juist goed weer en goed uitzicht gehad. Ook hij heeft geen spoor van land ontdekt. Weg met toekomstdroo- men van geregelde luchtlijnen over de Noordpool. Weg met verwachtingen, dat binnenkort de N.V„ die de Noordkaap pachtte, ook de Noordpool zal gaan ex- ploiteeren. De Poolzee blijft een verlaten diepe zee met groote ruwe schotsen en ijsbergen, waar alleen ijsberen en robben zich kunnen vermaken. Binnenkort zal generaal Nobile het nog eens probeeren. Als hij er niet in slaagt een eilandje te ontdekken, is de toestand hopeloos. Aardbeving. De eenige uitkomst zou dan nog zijn, dat er plotseling een vulcanisch eilandje opdook, doch van der gelijke aardschokken hoort men niet in deze Noordelijke gewesten. Onze oude moeder Aarde heeft anders den laatsten tijd wel erg veel last van zenuwschokken. Van alle kanten komen berichten binnen over aardbevingen, doch niet overal wordt zoo n groote schade aangericht als op den Balkan, waar de laatste week de bodem voortdurend trilt. Vooral Bulgarije in de omgeving v. Philippopel is zwaar geteisterd. Honderden dooden en gewonden zijn van de ze natuurramp slachtoffer geworden, dui zenden inwoners van dit rijke en nijvere land- en tuinbouwgebied zijn dakloos ge worden, een ontzaglijke materieele schade is aangericht. Heele huizenreeksen zijn ingestort, tal van dorpen in puinhoopen veranderd. En de door de nog telkens zich herhalende schokken tot het uiterste be angste bevolking kampeert in de open lucht, blootgesteld aan hevige regens en gelege'rd op den' doorweekte bodem, bang terug te keeren in de nog gespaarde wo ningen. Voor het tengevolge van den oor log toch al zoo zwaar belaste land is deze ramp een zeer ernstige slag. Ook het aloud'e Corinthe in Grieken land is zwaar geteisterd. Volgens de be richten gelijkt de stad op de ruïnen van Pompeji. Ook daar kampeert de bevol king, wegens de voortdurende bevin den in de openlucht. Daar zoowel in Bulgarije als in Griekenland de organisa tie van de voedselvoorziening wel eens te wenschen overlaat, doet ook de hongers nood zich in de geteisterde gebieden ge ducht voelen. Het anti-oorlogspact. Om de geschiedenis van het anti-oorlogsver- drag nog even na te gaan, herinnere men zich, dat het eerste balletje daaromtrent is opgeworpen door Briand nu ongeveer een jaar geleden. Het was toen do bedoe ling om alleen tusschen Frankrijk en Ame rika een dusdanig pact te sluiten, waarbij de oorlog tusschen de beide staten in den ban zou worden gedaan. Doch in Amerika wilde men daar niet aan, tenzij, het pact werd uitgebreid, zoodat ook andere mo gendheden kondon toetreden. Doch nu kwam Frankrijk weer met bezwaren, voor namelijk ontleend aan de verplichtingen, welke Frankrijk had tegenover zijn bond- genooten. Het is n.l. niet ondenkbaar, dat Frankrijk gedwongen zou worden de wa pens op te vatten om een bondgenoot te* hulp te komen tegen een land, dat even als Frankrijk het anti-oorlogspact zou heb ben geteekend. De Amerikaansche staatssecretaris Kel logg heeft echter doorgezet en zijn ont werp aan de groote mogendheden voorge legd. De Fransche regeering heeft zich daarop gehaast een tegen-ontwerp op te stellen, waarin verschillende reserves wor den gemaakt. Dit tegen-ontwerp is echter door de mogendheden minder goed ont vangen dan het Amerikaansche ontwerp. Men vindt, dat Briand wel wat al te veel slagen om den arm houdt. Want wat zijn de reserven? Briand wil wel deelnemen aan zoo'n z.g. multilateraal pact, indien: le alle landen eraan meedoen. 2e de verplichting tot niet-oorlogvoering wordt opgeheven, zoodra eon der contrac tanten het pact schendt. 3e het recht van verdediging in ieder ge val gehandhaafd blijft. 4e de bestaande verdragen geldend blij- Dit laatste is een bepaling, welke tc vergaat. Daardoor houdt Frankrijk zich uitdrukkelijk het recht voor om oorlog te voeren, zoodra de een of andere bepaling van een (misschien gedeeltelijk geheim) mi litair verdrag dat voorschrijft. Op die ma nier is een anti-oorlogsverdrag geheel il lusoir. Van verschillende zijden wordt dan- ook verklaard, dat men dit tegen-ontwerp een grooto fout vindt. Zou de ziekte van Briand en de berich ten omtrent zijn vervanging door Poin- caré eenig verband houden met dezer, blunder1 't Is maar een vraag. Fransche verkiezingen. Ver leden Zondag hebben in Frankrijk verkie zingen plaats gehad, welke lang niet over al tot een definitief resultaat hebben ge leid. In de meeste districten moet een herstemming plaats vinden. Doch voorzoo ver het te bekijken valt, heeft men reeds een neiging naar rechts kunnen consta- teeren. Het schijnt wel vast te staan, dat Poincaré aan de regeering blijft. De socia listen hebben terrein verloren, terwijl de communisten tot nog toe geen enkele zetel hebben weten te veroveren. Een zeer opmerkelijk verschijnsel bij de verkiezingen is het groot aantal stemmen dat op de autonomisten Elzas-Lotharingen is uitgebracht. Behalve de permanente ontevredenheid die in Elzas-Lotharingen heerscht over de bestuursmethoden van Parijs, is waar schijnlijk het feit van invloed geweest, dat verscheidene strijders voor meerdere zelf standigheid van bestuur binnen don Fran- sclien staat, z.g. autonomisten, wegens „complotteeren tegen den staat", in de gevangenis zijn gezet, waar zij nog steeds op hun proces wachten. Morgen, Zondag, hebben de herstem mingen plaats. Eenige linksehe partijen hebben zich aaneengesloten, om zoodoen de des te meer stemmen binnen te halen. In dit verband spreekt men reeds van eer. herstel van het „kartel". Of het wat hel pen zal? BRIEVEN VAN EEN WANDELAAR. XXXVII Spaarzaamheid is een echt hollandsche deugd en in tal van uitdrukkingen komt dit tot uiting. Die jong spaart, lijdt oud geen gebrek; iets uit zijn mond sparen, een spaarduitje, een spaarpenning, een vette spaarpot, voor den ouden dag spa ren, zijn alle van dio typische uitdrukkin gen, die in den volksmond burgerrecht hebben verkregen en aan die zelfde deugd ontlcenen wij ook onze spaarbanken, spaarkassen en de latere spaarzegels, waarin het gespaard geld emplooi vond en tegen meerdere of mindere rente werd uitgezet. Doch de schoone zijde van dat sparen is vooral, dat de spaarder zich vrij houdt van tal van ondeugden, en deugden aanleert als matigheid, zelfbedwang vaak ook in zedelijkheid en de onttrekking aan al te groote luxe. Wat dan weer wordt een beoefening van christelijke deugden, die versterken in den zoo moeilijken strijd des levens. Want al hebben wij de vrije beschikking over wat door den arbeid is verdiend, dat sluit nog niet in dat wij daarvan op noo- delooze wijze misbruik maken, aan ijdele doeleinden. Reeds de parabel der vijf talenten wijst ons er op dat spaarzaamheid een zeer voorname factor is in ons ondermaansch bestaan; we moeten alles in het werk stel len om er vijf bij te winnen. Spaarzaamheid opent voor den mensch een vruchtbaar perspectief in de onbeken de toekomst, die, in stoffelijken zin geno men, vele kwade dingen, talrijke zorgen verre houdt van dogenen, die zich door sparen een zekeren weerstand hebben ge vormd tegen de elk mensch beschoren kwade tijden, waarin het „appeltje voor den dorst" goede diensten zal kunnen be wijzen, Naast den steun, welke men in die oogenblikkcn uit eigen spaarzaamheid put, zal men een groote vreugde beleven aan het besef door eigen zorg, in staat te zijn hulp van 4er^en *<e kunnen ontberen ca een groote mate van zelfstandigheid te kunnen bewaren. Want hulp van anderen is momenteel wel aangenaam, doch ver daarboven uit reikt de groote zelfvoldoe ning gelegen in door eigen zorg en energie vergaarde kapitaalkracht. Niet genoeg kan worden gewezen op handhaving van die zoo sehoone deugd der spaarzaamheid, die do kracht van een volk uitmaakt. Vooral in den tijd waarin wij leven, in den tijd die juist het ave- rechtsche beeld ons biedt van wat wij in den goeden ouden tijd zoo respectabel vonden en zoo een keurige deugd van onze vaderen. Vooral ook nu blijkbaar het gekl in ve ler oog geen waarde meer heeft en het schijnt te branden in de vingeren die ho* zoo met inspanning van geest en kracht hebben verdiend. Niet alleen dat de jongeren aan een aan verkwisting grenzende oppervlakkigheid hun geld zoo gemakkelijk laten rollen, ook onder de ouderen, zelf onder hen die de verzorging van een huisgezin bobben te dragen schijnt de waarde van het geld een fictief begrip te zijn, dat tot zoovele onverantwoordelijke daden voert.. Zien wij maar eens om ons heen! En dan is het niet door uitwendige oorzaken dat de lust tot sparen daalt, doch dat de inzinking van de moraal daaraan bijna alle schuld heeft. Nu weten wij wel dat het geld er is om uitgegeven te worden en dat het geld moet rollen, doch dat höudt nog niet in, dat men zoodanig los van het geld moet zijn, dat van do eene week in de andere geleefd wordt, of dat men in zaken voor den dag van morgen geen zorgen behoeft te hebben. Al te veel beheersohen deze dwaze begrippen den mensch die niet ver der ziet dan zijn neus lang is. En 't is een vaststaand feit dat, wat aan weelde wordt besteed, den mensch ontvalt, doch bijna nooit heb eenig gewin in lichaamskracht of geestesgaven schenkt, eerder een on beschermd verlangen voor meer en weel deriger genietingen, die toch nimmer in staat zullen zijn le bevredigen, doch steeds een zekere inzinking ten gevolge zullen hebben. Wee den mensch die in de klauw van genot en verkwisting zich laat uitper sen van de middelen, die zijn energie en werklust zouden kunnen verhoogen, als hij zelfrespect genoeg had en kracht, om zich te ontworstelen aan die greep die hem naar omlaag trekt en allen weerstand doodt. Hoeveel jongeren kunnen niet eens het woord „sparen" en bclachcn hen, die in zorgzaamheid voor hun toekomstig en on afhankelijk geluk hun tekort aan inzicht trachten aan te vullen en hen aanmoedi gen zuiniger te zijn en de deugd van spaarzaamheid te beoefenen; zij voelen niet aan deze zijde van den ernst des le vens, doch gaan er prat op, in verkwis ting, in vermaken on gelagen hun pennin gen te verkwisten tot den laatsten stuiver Bioscoop, tingeltangel, dansvloer en café's vinden hen als trouwe bezoekers en in een dandy-achtig gebaar slaan zij daar op hun beurs, waar zij dan meenen dat het geld disponibel is tot uitsluitende beschik king voor vermaken en streeling van do gebruiksorganen. Wat groeit uit zulke jonge menschen! Do andere groep zijn de ouderen van onze dagen, die al omringen hen nog zooveel huiselijke en zakelijke zorgen, de zclfbehccrsching niet meer meester kunnen worden, doch het geld, aan anderen vaak toekomende, omzetten in dingen waaraan zij op de allerlaatste plaats moesten denken en die toch te ge nieten een onverantwoordelijke handeling is. En al heeft men geen geldelijke zorgen en ruime inkomsten, dan is een overtol lige weelde, een zonder beperking genie ten van wat de wereld biedt, een onverde digbare daad. Want nering is geen erf en er kan na een periode van weelde ook een tijd komen, waarin men in een bitter zelf verwijt moet betreuren, de ordeloosheid waarmede men in betere tijden zijn gelde lijk bezit verwaarloosd heeft. En wco dan hem, die niet heeft gezorgd voor den dag, die zoo groote mociclijkheden brengt en het zijn of niet zijn zal beheerschen! Zoo dat wij maar willen zeggen, dat wij weer terug moeten naar die oude, echte holland sche spaarzaamheid, die de volkskracht versterkt, de economische toestanden bc- hoerscht en het individu tot christelijke en burger deugden wekt, welke tot ver sterking van weerstand leidt en vooral, door dit wegleggen van wat men niet noo- dig heeft, in staat zal stellen daar de vruchten van te plukken of wel andere daarvan te laten genieten. Deze zedelcs zou niet volledig zijn als niet gewezen werd op een voorname fac tor, die in zoo nauw verband staat met de spaarzaamheid. En dat is de wijze waarop en de plaats waar men zijn spaar penningen moet beleggen. In bet raam van ons betoog valt niet een directe aan wijzing te geven, doch wij willen ons slechts bepalen een vermaning tot voor zichtigheid te geven. Men behoort bij het plaatsen van zijn spaarpenningen of op andere wijze ver kregen gelden allereerst uit te zien naai de waarborgen welke een of andere instel ling ons heeft te bicden, opdat niet in ge vaar komt datgene wat wij ter belegging disponibel hebben. Want in liet verleden is wel gebleken dat men op alles wat zich aandient als soliede niet kan vertrouwen en dikwijls onoordeelkundig beheer gevaar oplevert voor onze spaarpenningen. Door schijn late men zich zeker niet verlokken en bij speculatie op goed geloovigheid en vertrouwen in hol klinkende frasen, houdt men in het oog, dat deze dingen met solidariteit geen zier hebben te maken en dat alleen de waarborgen liggen 4in dat gene wat als tegenpraestatie kan worden geboden en tot dekking aanwezig is. Want het valt zoo zwaar, de spaarzaamheid te hebben betracht, zich om wille van eer? onbezorgde of wel betere toekomst te heb ben ontzegd onnoodige zaken, deze resul taten te zien verloren gaan, doordat an deren met ons eigendom hebben gespeeld en in vaak roekeloos beheer ons van ons bezit afhielpen of ton deele slechts terug betalen. Daarom deze gulden les aan onze lezers: zio goed toe en zijt gij zelve niet in staat om juiste keuze te maken, ga <Tan te rade bij anderen, van wie gij weet dat zij U op een behoorlijke wijze kunnen in lichten. Dan zal het effect van het sparen niet verloren gaan, eens de vrucht van die schoone deugd ons in de schoot vallen en zoete voldoening ons deel zijn. WANDELAAR. WOERDEN. Zanguitvoering. Het R. K. Dameskoor Zanglust gaf Woensdagavond haar jaar lijksche zanguitvoering in het Patronaats gebouw. Evenals de vorige malen waren do baten ook thans weer voor een liefdadig doel bestemd, n.l. ter ondersteuning van de armen dezer parochie. Over de kaartcnverkoop hebben de da mes geen reden tot klagen gehad, zoodat de uitvoering voor een flink bezette zaal plaats had. Waar in den loop van het jaar de heer Onnewcer als directeur van het koor is afgetreden, stond dit thans onder leiding van den heer Sehoonenberg. Wegens vertrek naar Indië heeft de heer Sehoonenberg met deze eerste, ook tevens zijn laatste uilvoering, gedirigeerd. Door den Pastoor word deze feestavond met een korte toespraak geopend. Spr. herinnert er aan dat deze zanguitvoerin gen, zoowel voor de ouders als voor de kinderen, steeds blijde en succesvolle avon den' zijn geweest en immer een blijvenden indruk achterlieten. Spr. is ervan over tuigd, dat Zanglust ook nu haar toehoor ders niet zal teleur stollen, te meer waar het batig saldo voor de armen is bestemd en de vereeniging zoodoende ook anderen in staat stelt in haar geluk te declcn. Als eerste nummer vermeldde hef pro gramma een lied uit „De Tooverfluit", ter wijl vorvolgens een tweetal canons werden gezongen. Hierna kregen we te hooren „Kinderronde" en „Een lentedag", beide voor piano, soli en koor. De soli worden uitgevoerd door de dames Ultee en Peer- deman. Als attractie werd na de pauze een kwartiertje volkszang gegeven, waar bij door de aanwezigen dapper werd mc- degezongen. Roomscke blijdschap en „Aan U. o Koning der Eeuwen", een tweetal voor Katholieken welbekende liederen, lie pen wat van zelf spreekt natuurlijk vlot van stapel. Bij de volgende stukjes werd ondanks den goeden wil bij velen de leiding maar aan Zanglust overgela ten. Hierna werd opgevoerd „De geleende koeLcpan" een komisch znn - rin één bedrijf, waarna tot slot werd gezongen „Hallo California

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 9