Uit de Omgeving.
WEEK-END
LIED VAN DEZEN TIJD.
1913 Salwe (-f-* 53 2), in 1914 Rabino-
witsch (-j-50—22), in 1919 von Bardclc-
ben (-[-30—2), in 1924 Kupschik
(-{-31—2) en in 1925 Romanowsky (-f-&1
=6) en thans volgt in de komende dagen
de match met Euwe.
UIT DE VEEN.
SCHAKEN.
BIJ DEN MATCH EUWE-BOGOJUBOW
Het is een onmiskenbaar feit, dat de
belangstelling voor het schaakspel niet
allen buiten ons land maar ook binnen on
ze grenzen hei laatste decennium een
enorme vlucht heeft genomen, aldus
schrijft het „Hbld."
Vooral gedurende en na den oorlog is het
spel gepopulariseerd en vindt zijn aan
hangers onder alle lagen van de bevol
king. Was het twintig jaren geleden een
zeldzaamheid, wanneer men ten plaltclan-
de een schaakvereeniging aantrof, thans
vindt men van Maastricht tot Den Helder,
van Delfzijl tot Vlissingen allerwegen
bloeiende schaakclubs, waar met ernst en
ijver het spel beoefend wordt. 'Vooral in
do groote steden- voltrok zich dit proces
met verbluffende snelheid. Even na den
oorlog verrezen er de schaakclubs als pad
destoelen uit deurgrond. De N. S. B. was
er snel bij,- om deze verrassende bewe
ging, die de leiders over het hoofd dreig
de te groeien, door de organisatie van
competitiewedstrijden e.d. in goede banen
te leiden. Vooral de eerste klasso compe
titie is de aanraking tusschon de weste
lijke hoofdklasse-spelers ten goede geko
men. Was het wonder, dat het aantal
hoofdklassespelers een respectabel heirle-
ger in ons landje ging vormen cn dat
daaruit spelers met internationale ver
maardheid naar voren traden? Leverde
de krachtproef in het landentournooi te
Londen verleden jaar niet het duidelijk
ste bewijs, dat het Nederlandsche spelpeil
de vergelijking met de sterkste landen
schitterend kan doorstaan? En toch zijn
zij het, de uitblinkers op welk gebied dan
ook, die de bloei van eenig tijdperk aan
geven, de stuwkracht vormen cn den jon
geren den weg wijzen naar nieuwe hoog
ten! Zij wrochtten de grootste kunstwer
ken en stichten zoo monumenten van blij
vende waarden.
Maar evenals in onze lage landen her
leefde na den grooten oorlog ook de in
ternationale schaakwereld, ltuw afgebro
ken tijdens het tournooi te Mannheim in
1914 werden de internationale betrekkin
gen dank zij den pacifistischen geest, die
de schakers van nature beheerscht, spoe
dig wederom aangeknoopt. De „tableau
de la troupe" was echter nauwelijks veran
derd; nagenoeg alle bekende meesters
van 1914 verschenen weer in 't strijdperk,
de een wat vroeger, de ander wat later
zooals b.v. Aljechin en Nimzowitsch. Ech
ter de geest, die door de wereld waaide
en met het oude brak, had zich ook over
de meesters vaardig gemaakt. Beti kwam
met zijn „Neue Ideëen", maakte school en
vond gretig aanhangers in Tartakower,
Nimzowitsch en zoovele anderen. Wat
nog kort geleden voor onomstootelijk en
vaststaand beschouwd werd, begon op zijn
grondvesten te wankelen. Nieuwe wegen
werden gezocht en gevonden, getoetst
aan de oude beproefde methodes van
Steinisz, Lasker en hun volgelingen. Zoo
maakte de schaakwereld na den oorlog
een periode, wellicht cle meest interessan
te uit de schaakgeschiedenis door, waarin
phantasie en durf, aan het waaghalzige
grenzend soms, deii boventoon voerden.
De openingsmogelijkheden, die men uitge
put waande, werden met een schat van
nieuwe perspectieven en gezichtspunten
verrijkt, die het achter ons liggende tijd
perk gemaakt hebben tot een geweldigen
ontdekkingstocht, waarbij geen enkel
hoekje van het geruite bord aan de aan
dacht ontsnapte. Onder de grootsten der
grooten van dit tijdvak moet na Aljechin,
Capablanca en Lasker zeker in de eerste
plaats Ewfimij Dimitriewitsch Bogoljubow
genoemd worden.
Den 14den April 1889 te Kiew geboren,
werd Bogoljubow aanvankelijk bestemd om
voor den geestelijken stand te worden op
geleid. Gemoedsbezwaren noopten hem
«venwel van dit beroep af te zienzijn ta
lenten als schaakspeler stelden hem toen
in staat daarmede zijn brood te verdie
nen. Na reeds in zijn eigen vaderland tot
de hoogste sporten op de schaakladder op^
geklommen te zijn, debuteerde Bogolju
bow in de internationale schaakwereld op
het tournooi te Baden-Baden in 1914 en
behaalde er den tweeden prijs. Nog het
zelfde jaar brak tijdens het tournooi te
Mannheim de oorlog uit, waarna Bogolju
bow met een aantal andero Russische
meesters te Triberg geinterneerd werd,
o.a. Rabinowitsch, Elamberg, Belesniew,
Romanowsky en aanvankelijk ook Alje
chin.
Dank zij de groote vrijheid, die den
meesters in Friberg gelaten werd, en de
tegemoetkomendheid van de Duitsche
schakers werd Friberg weldra een schaak-
dorado voor de geinterneerden. Van 1914
tot 1918 werd er hot eene tournooitje na
het andere georganiseerd. Bogoljubow be
viel het in Friberg zoo goed, dat hij er
niet alleen in het huwelijk trad maar er
ook thans nog zijn woonplaats gevestigd
heeft. Na 1918 trok Boboljubow opnieuw
er op uit om zijn krachten met de mees
ters te meten. In 1919 behaalt hij te
Stockholm dqn eersten, dan in 1920 te
Berlijn achter Breyer t den tweeden en
derden prijs. Op volle kracht is hij echter
weer in 1922 te Pistyan, waar hij de eerste
cn in 1923 te Karlstad, waar hij met Al
jechin en Maroczy de eerste tot derde
plaats bezet. In '1925 wist hij in Baden-
Baden slechts den vierden prijs te behalen
(I Aljechin). Nog hetzelfde jaar zien we
hem weer op volle hoogte te Breslau, ter
wijl zijn grootste en voornaamste succes
ongetwijfeld in het najaar van 1925 te
Moskou volgde, waar hij boven Lasker en
Capablanca in een ook overigens zeer
sterk bezet tournooi den eersten prijs be
haalde. Er volgde toen een verdiende rust,
waarna wij Bogoljubow in 1927 wederom
te Londen ontmoeten, waar hij zich ech
ter met de vijfde plaats moest tevreden
stellen, vermoedelijk ten gevolge van te
weinig training. En onlangs te Berlijn
bleef hij slechts 1/2 punt achter Nionzo-
witsch; in dit tournooi behaalde Bogolju
bow tegen de prijswinnaars 5 (-f-4=2) pun
ten Ziedaar in een kort overzicht de be
langrijkste tournooiresultaten van Bogol
jubow
In tweekampen versloeg Bogoljubow in
Al is het moeilijk voor het schaken een
wereldrangorde op te maken, zooals dat
bij tennissen b.v. het geval is, toch moet
naar onze meening Boboljubow tot de
„upperfive" gerekend* worden. Rangschikt
men Aljechin, Lasker en Capablanca op
de eerste drie plaatsen, dan volgen daar
op toch zeker Bogoljubow en Mimrowitseh
Wie van deze beiden de derde of vierde
plaats inneemt, daar loopen do meenin
gen over uiteen. Het doet Cr ook weinig
toe.
En thans heeft onze Nederlandsche
kampioen Dr. Max Euwe met dezen
schaak-heros don strijd aangebonden
Voor Euwe is het bijzonder vleiend en eer
vol, dat het initiatief tot deze match noch
van hem noch van Nederlandschon kant
is gekomen, doch dat het Bogoljubow zelf
was, die onzen kampioen uitdaagde. In
nog scherper licht treedt deze omstandig
heid, wanneer men bedenkt, dat het in
de schaakwereld slechts gebruik is, ster
kere tegenstanders tot een tweekamp uit
te dagen of althans spelers, wier speel-
sterkte gelijk geacht wordt met die van
den uitdager.
't Is wel overbodig hier het succes van
Euwe zoowel in binnen- als buitenland
nogmaals op te noemen 1 In Nederland is
Euwe de „primus inter pares" niet meer
zijns gelijken heeft Euwe hier reeds lang
overtroffen 1 Zijn plaats wordt niet meer
betwistHet is verwonderlijk te zien, met
welk een gemak de Nederlandsche kam
pioen in club-matches en onderlinge wed
strijden met zijn landgenooten afrekent.
Zij hebben letterlijk niets meer tegen hem
in te brengen, een spel van kat en muis l
Toen 't eenmaal zoover was en Euwe in
eigen land geen gelijkwaardige tegenstan
ders meer vond, Euwe bovendien geen
tijd meer had in buitenlandsche tour-
nooien uit te komen, zorgden zijn Neder
landsche vrienden er voor, dat de buiten
landsche meesters hun schreden naar ons
landje richtten. Zoo gaf Aljechin, de te
genwoordige wereldkampioen, in Decem
ber 1928 het eerst gehoor aan de uitnoo-
diging om met Euwe te spelen 1 Pessimis
ten waren er toen genoeg, die het een
waagstuk vondensommigen zelfs spra
ken van een avontuur, waar men Euwe in
stortteHoezeer hebben zij ongelijk ge
kregen. Na een aanvankelijk zwak begin
herstelde Euwe zich prachtig, zoodat na
negen partijen de stand nog gelijk (4 1/2
4 1/2) was, en eerst de laatste partij den
strijd besliste
Zijn schitterend spel tegen Aljechin
heeft ook bij Bogoljubow den doorslag tot
uitdaging gegevenDeze uitdaging zal
bij Bogoljubow toch zeker een punt van
ernstig beraad uitgemaakt hebben. Voor
een beroepsmeester als Bogoljubow staat
toch bij een dergelijke match zeer veel op
't spel
SCHIETEN.
Wedstrijden Generaal Snijders.
De stand van de door de Leidsche vev-
eeniging Generaal Snijders georganiseerde
schietwedstrijden luidt thans als volgt:
Korpswedstrijden: 1. Politie Schietver-
eeniging Wassenaar, 209 punten; 2. Schiet
vereniging Lisse 187 p., 3. Burgerwacht
Voorschoten 151 p.
Eerekorpswedstrijden (max. 50 p.): 1. H.
Brouwer, Willem Teil, Leiden, 47 p.; 2. C.
v. d. Burg, Lisse, 46 p., steun 43 p,; 3. J.
Worst, Generaal .Snijders, Leiden, 46 p.,
steun 48 p.; 4. G. Velthuisen, Pol. Schiet-
vereen. Wassenaar, 46 p.; 5. A. Dek, id. 44
p., steun 43 p.; 6. Van Rooyen Generaal
Snijders, Leiden. 44 p., steun 40 p., 7. G.
J. IJperlaan, Burgerwacht Voorschoten, 44
p., steun 30 p.; 3. Stuivenwold, Pol.^Schiet-
ver. Wassenaar, 43 p.; 9. J. W. v. d. Burg
Lisse, 42 p. steun 37 p.; 10 P. Gadrie, Bur
gerwacht Leiden, 42 p„ steun 37 p.
Vrije baan-wedstrijden (max. 60 p.): 1.
L. de Wit-, Willem Tell, Leiden, 60 p. 1 X 30
en 18 X 29 p.; 2. J. Worst, Generaal Snij
ders, Leiden 60 p., 1 X 30 en 8 X 29 p.; 3.
Derogee, D.O.B., Voorschoten, 60 p., 1 X 30
en 6 X 29 p.; 4. Van Rooyen, Gen. Snijders,
Leiden, 60 p„ 1 X 30 en 4 X 29; 5. H. Brou
wer, Willem Teil, Leiden, 60 p., 5 X 29 p.;
6. B. van Mulligen Allemansgeest Voorscho
ten, 60 p., 3X 29 p.
NIEUWE UITGAVEN.
De Kampioen.
Wij ontvingen het eerste nummer van
„De Kampioen", orgaan van den A.N.W.B.,
Toeristenbond voor Nederland, in een nieuw
kleed gestoken.
Het uiterlijk van „De Kampioen" is zeer
veel verbeterd. Met sprekende omslag in
kleuren, geteekend door den bekenden sier
kunstenaar De Roos, zoo ook de nieuwe let
ter, zullen er veel toe bijdragen om ieder,
die het orgaan ontvangt of toevallig ziet
liggen, ertoe te brengen het ter hand te ne
men cn den inhoud door te bladeren of te
lezen.
Als een groote verbetering is het voorts
te beschouwen, dab „De Kampioen" niet
meer gevouwen wordt verzonden.
De indecling is vrijwel gebleven, gelijk zij
in den laatstcn tijd was, doch ter verhoo
ging van de aantrekkelijkheid is gebruik ge
maakt van rubriekhoofden naar ontwerpen
van Do Roos.
„De Kampioen" biedt zeer veel lezens
waardigs. Er wordt- verteld hoe dit blad tot
stand komt en in hoeveel exemplaren het
gedrukt wordt. Verder wordt een aardig
kijkje gegeven op het ontstaan en het bij
houden van den Bondsatlas. Kate de Rid
der geeft als wekelijkschen tocht een kijkje
in den bloeienden Beemster. Tenslotte be
vat het nummer het gebruikelijke Bonds-
nieuws. Enkele aardige illustraties verluch
tigen den tekst, zoodat het boekje alles
zins het lezen waard is.
Mijn beste vriend X.
Ik ben het met de onderteekening van
uw stuk „Uit de Veen" beter eens, dan
met alles wat u schrijft uit de Veen, en
ik matig mij aan te trachten uw gedach-
tengang een andere richting uit te jcrij-
gen door direct een polemiek op te zet
ten naar aanleiding van uw schrijven.
Mij doel is het Veensche tuindersvak
even onder den loupe te nemen. Aan uw
schrijven te oordeelen, bent u Veender,
en dan weet u, dat juist het Veensche
tuindersvak een vak is geweest (denk er
aan geweest), waarin met weinig eischen,
(vakkennis, inspannenden arbeid), een
flink stuk brood kon worden verdiond.
Men zou de samenstelling aldus kun
nen stellen. Met de gunstige ontwikkeling
van handel en techniek, moest ook de
Veen met zijn bedrijf mede, en dank zij
de grond-eigenschappen ging dit zeer ge
makkelijk. De waardevermeerdering van
de gronden maakte de menschen rijk, zelfs
min of meer gemakzuchtig. Daaruit is
vooral het halfteelen ontstaan. Immers,
van het arbeidsrisico af zijn, daarop rust
het geheele systeem. Intusschen nam de
ontwikkeling in het bedrijf niet toe, naar
wenschelijk was. Het ging goed „zoo",
meenden velen als er eens wat nieuws
werd opgeworpen. Dan had „men" daar
voor de bepaalde critiek, d.w.z. de afbre
kende. Ik zou u wel eens willen verzoe
ken, iets op te noemen, wat is opgericht
ten algemeene nutte of belang van het
Veensche tuindersvak, wat medewerking,
tamelijk algemeene goedkeuring, sympa
thie en vooral geen acherdocht. mocht
ondervinden. Men steimde alleen op
werkkracht. Iemand, die goed kon werken,
was zijn arbeid waard, kreeg land in half-
teelt en kon zich zelf vooruit werken tot
een flink ingezetene. Het was een ideale
toestand waarvan de gevolgen nog zijn
te zien. De geheele plaats getuigde van
een zuiver socialen opbouw, toen de heele
wereld zat te schreeuwen om sociale maat
regelen.
Intusschen kreeg men inkrimping (ver
kleining) van bedrijf; dat was ook veel
gemakkelijker, naarmate de prijzen van
land en arbeidsloonen stegen. Het be
drijfsrisico werd lichter naarmate de be
drijfsleider voor 1 of l1/» man soms 2
arbeidscapaciteit kon ontwikkelen.
De bloembol, intusschen op het terrein
verschenen, kon dien toestand niet veran
deren. Men kankerde wel, maar men had
er zelf geen erg in dat er iets haperde,
d.w.z. aan het systeem. Hoe ging het
met de ontwikkeling met het bezoek van
tuinbouwcursussen bijv., waartoe gelegen
heid werd gegeven? Het gebrek aan land
ging zich eindelijk doen voelen en het glas
kwam. En nu vraag ik mijn vriend
X. even attentie. Toen het glas er was en
zich toonde te zullen handhaven, hadden
5 pet-, der tuinders dit met sympathie
niet alleen, maar daadwerkelijk moeten
begroeten als een .uitkomst. Maar het
systeem: de kat uit den boom kijken, zat
er zoo in bij de meesten, en de bezwaren
waren zoo legio, enfin vriend X., ik be
hoef u dat niet te vertellen. Als u er zelf
niet bij betrokken bent, zit u er tenmin
ste dicht bij.
De tijd gaat snel, al schijnt het van
niet. Land van 60 jaar geleden 2.50 per
R.R., kost thans 25. Dat is een waar
devermeerdering van Sli/s et. per jaar,
cbuiten alles om. Nu kon men 25 jaar ge
leden, ik noem maar een rond getal, tuin
der worden, dus ook half-tuinder, met
niets in de mars. Had men ƒ500 in con
tanten, dan zat men er knap voor, om
zich van het noodigste te voorzien, of
men nam crediet, en dat ging gemakke
lijk, dank zij het ontstaan der Boeren
leenbanken. Dan maar aan den arbeid,
met succes al naar prestatie
Maar dat glas, dat kost geld, en die
snelle tijd brengt warenhuizen, trekkas
sen, centrale verwarming, vraagt vakken
nis. Tuinbouwonderwijs genoten te heb
ben, wordt voor een knecht aanbevelens
waardig, voor een tuihderspatroon eisch.
De financieele kant is deze: wat vroeger
niets kostte, kost nu geld. Zonder te over
drijven willen we even opmerken dat, als
we het land (daar is feitelijk altijd mede
geknikkerd) buiten beschouwing laten, een
tuinder om te beginnen, thans hetzij voor
warenhuis, trekkas m. t. b., bloembollen
platglas, gereedschappen een bedrijfskapi
taal of aanvangsbedrag noodig heeft van
5 h 7 mille. Het lijdt dus geen twijfel, dat
degene, die meegeleefd heeft, zich het ge
makkelijkst aan deze nieuwe en snel ge
vormde toestanden zal aanpassen en er
zelfs van profiteeren kan. Daarvan ziet
men ook de bewijzen.
En-nu, vriend X., staak üw gelamenteer,
bevordert of helpt bevorderen den meer
intensieven tuinbouw, de kunstcultuur,
gaat niet zitten „keveren", maar raaHt
degenen aan, die er zich aan over willen
geven, de handen uit de mouwen te ste
ken, wetenschappelijke kennis op te gaan
doen.
En nu nog wat. Als nu eens iemand voor
het kassenbouw-uitbreidingsplan een be
paald systeem wist, d.w.z. een finan
cieele leest, waarop kon geschoeid worden,
ziet, dat zou opbouwend werk zijn.
Daar konden wij gemeenschappelijk
mee gebaat zijn.
Y.
N00RDWIJK AAN ZEE.
Huisvredebreuk. Bij de politie alhier
werd door P. H. aangifte gedaan van huis
vredebreuk en mishandeling van zijn vrouw,
gepleegd door L. van B., alhier woonachtig.
De politie stelt een onderzoek in.
N00RDWIJK.
Mond- en klauwzeer. Bij den landbou
wer H. alhier is onder het vee mond- en
klauwzeer uitgebroken.
Een bloemendag. Door B. en W. is 'n
vergunning verleend aan de vereeniging
„Draagt elkanders lasten", fonds tot be
strijding der tuberculose, tot het houden
HOLLAND—BELGIë.
Ik ben in Antwerpen geweest. Zondag
j.l., toen de Hollandsche voetballers naar
Antwerpen waren getogen om hun Belgische
sportbroeders te gaan bekampen.
Dat was een plesante dag, al was ik al
leen, want de Belgen zijn gemoedelijke
menschen, die gesteld zijn op kennisma
king, en zoo kon het gébeuren, dat er, toen
ik uiteen autobus stapte, na een klein
eindje te zijn meegereden, een afscheid
plaats greep tusschen mij en een Belgisch
echtpaar, met wie ik aangenaam had zitten
keuvelen, alsof hun eenigst kind een
Oceaan-vlucht wagen ging.
Alles wat jo hoorde, was natuurlijk
voetbal.
,,'k Zaan ik curieus, wie d'r zal winnen
zulle" zei een Belg en de estaminees in de
omgeving van de middenstatie, zaten vol
met bierklanten, die zich vast moed gingen
indrinken voor den komenden strijd.
Ik wilde een tram nemen om één uur
de wedstrijd ving aan om drie maar
reeds op dat uur was er in geen enkele
tram ook nog maar één plaatsje te verove
ren. Op de America-lei bonkte ineens een
tramwagen langs mij heen, waarop met
groote letters stond: AntwerpenStadion.
De voetbal-mekkagangers zaten er in als
sardines'in een blikje en op de vier tree-
plankon hmgen ze in trossen naar buiten
als een stam bananen aan de deurpost van
een groentenwinkelier.
Waar er op de treeplak reeds plaats was
voor zes, meende ik dat een zevende er ook
nog wel bij kon en ik sprong op de tree
plank.
Maar de piottenpakkers waren op hun
hoede en even verder deed er een van dat
gilde de tram midden in de straat stilstaan
om die al te opzichtig geëtaleerde men-
schentrossen van de tram .te verwijderen,
wat slechts ging na hevige protesten en
nadat nog drie piottenpakkers ter assis
tentie waren geroepen.
Terwijl de tram stilstond liep ik vast
een meter of tien verder, om, toen de tram
opnieuw mij voorbijreed, er maar weer op
te springen, benieuwd hoever ik het nu
zou brengen voordat ik er weer zou wor
den afgesleurd.
Maar eerst wurmde de conducteur zich
door de compacte menschenmassa en
vroeg aan mij: „Zijt ge al bediend, zulle?"
Hij meende natuurlijk: van een plaats
bewijs.
„Gelukkig niet" zei ik.
Hij begreep de woordspeling niet en
vroeg een beetje nijdiger of ik nog een
tiket moest hebben.
„Antwerp Stadion?"
Ik knikte.
Zij liggen in hun ledikant,
Niet wetend, wat het leven
Hun reeds vanaf den eersten dag
Aan droefheid heeft gegeven-
Zij liggen onbewust van 't leed,
Waarin zij zijn geboren.
Eens zal een droeve jammerklacht
Hun leven wreed verstoren.
Nu zijn zij reeds geheel alleen
Zoo eenzaam en verlaten,
En toch, zij moeten leven, wat
Niet enkel gaat met praten.
En daarom kom ik weer tot U,
O lezers, lezerinnen,
Want zonder geld en liefst flink wat,
Is niet veel te beginnen.
U las reeds: Aan de telefoon?
Dan hebt u kunen lezen
Dat er een poppen-galerij
Heel binnenkort zal wezen.
van een bloemendag op den tweeden Pink
sterdag.
Verpachting rijwielbewaarplaats. Bij
de openbare verpachting van de gemeonte-
lijke rijwielbewaarplaats aan den Noord-
boulevard werd ingeschreven als volgt: J.
van Kan 120.J. J. de Groot 126.
en C. Plug 150.—.
De post. Lijst van onbestelbare brie
ven- en briefkaarten, van welke de afzen
ders onbekend zijn, terugontvangen in de
2e helft der maand Maart 1928:
Brieven binnenland: J. Rossenberig,
Maasbracht.
Briefkaarten binnenland: C. Fles, Haag.
Briefkaarten buitenland: Ilse A. Roens-
berg, Buenos Aires.
Eén briefkaat zonder adres.
TER AAR.
Personalia. Voor het diploma sla
gersvakschool te Utrecht is geslaagd de
heer L. H. Hoogervorst alhier.
OUDE WETERING.
Eind-les landbouwcursus. In hotel
Van den Bosch had Woensdagavond de
eind-les plaats door do heeren A. Jonker
van Ter Aar en C. van den Berg, alhier.
Aanwezig waren landbouw-consulent Ir.
Neeb en namens de afdeeling Rijnzater-
woude e.o. van de Ned. Mij. van Land
bouw, de heer P. Roeloffs. Nadat aan de
deelnemers verschillende vragen waren
gesteld betreffende de in dezen winter
behandelde onderwerpen en Ir. Neeb een
kort opwekkend woord tot de deelnemers
had gericht nam de heer P. Roeloffs het
woord en spoorde allen aan om de be
handelde stof goed in het geheugen te
prenten ten einde daarmede in hun later
„Negentig centiemen''.
Ik gaf een twee-franc-stuk 1
Hij wou mij een handvol van dat Belgi
sche plaatwerk teruggeven, misschien wel
allemaal^ stukken van vijf centiemen, met
een gaatje er in, die ongeveer het twintig
ste gedeelte van zeven centen waard zijn.
Wat moest ik met al dat ijzerwerk en ik
zei daarom met een zeer duidelijke hand
beweging: „Hou die rommel nou asjeblieft!"
„Astenbleef, menier". Een internationale
tik aan zijn pet en een: „ge zijt wel be
dankt".
Ik had echter weinig pleizier van mijn
gulhartigheid, want nauwelijks had ik be
taald of een andere gendarm deed de train
stilhouden en opnieuw werd ik van de tree
plank gesleurd.
Ik begon den tocht bepaald interessant
te vinden, maar ik kwam er toch nog tijdig
genoeg om te zien,hoeveel menschen er van
het voetbalveld naar heb ziekenhuis wer
den getransporteerd.
Na den wedstrijd, die ik zittend op de
punt van een paal ongeveer 15 M. hoog had
aanschouwd, klampte mij buiten het Sta
dion een Belg aan, die den wedstrijd niet
had gezien, wel gehoord, n.l. het lawaai en
alsof wij al jaren bevriend waren met el
kander, vroeg hij zonder eenige inleiding:
„Awel, zaan dr pertang een accident
voorgevallen?"
Er volgde een kort gesprek, en eenige
minuten latei scheidden wij als intieme
vrienden.
En op de terugreis viel mij het verschil
tusschen Belgen en Hollanders of moet
ik zeggen Antwerpen en Amsterdammers?
het meeste op.
Er was een twintigtal Amsterdammers in
den trein, die het aan elk station de con
ducteurs zoo lastig maakten want Am
sterdammers of Hollanders zijn vaak
zoo lastig in hun leut door pas gesloten
portieren weer te openen en beambten las
tig te vallen. In Esschen liep een schattig
meiske langs den trein, die koek ten ver
koop aanbood. Zij was er een zoo van dui
zend weken ongeveer. Een der Amsterdam
mers, stond, met z'n arm om haar hals ge
slagen, bij haar te koopen.
Dat inspireerde blijkbaar zijn kamera
den, die, uit de coupéramen hangend, dat
stonden aan te zien. Want als bij afspraak
gingen de portieren open, een twintigtal
stormde op de schoone jongedame af, koch
ten koek en betaalde allen met een leus.
Zoo was het bij elkaar toch een leutige
reis en bij dat laatste incident dacht ik
aan dat Fransche spreekwoord:
La vie est trés presentueux
Car un baiser fait deux heureux.
Is 't niet zoo?
DANIËL.
In de tweede helft der volgende
week zal er in de kleine stads-
zaal een poppententoonstelling
worden gehouden ten bate der
St.. Margarita van Cortonastich-
ting.
Attracties zijn er bij de vleet,
Und allerliebste Damen,
Neem eens uw vrouw en centjes mee,
En kom eens kijken samen.
Ik mag u niet verklappen wit,
Maar wat u daar ziet prijken,
Is heusch een gang ter Stadszaal waard.
Dus: allen gaan wij kijken.
Het kost geen pop, die poppenboel,
U hoeft dus niet te dralen,
U hoeft voor al die schoonheid slechts
Eén duppie te betalen.
De voorbereiding is geschied
En 'fc woord aan u gegeven.
Men wacht nu slechts op uwe daad,
't Zij groot of klein, om 't even.
Het is uw plicht, het levensleed
Dier kleinen te vermind'ren;
En gaarne zult gij 't doen als gij
Kijkt naar uw eigen kind'ren.
TROUBADOUR.
leven hun voordeel te kunnen doen. Ver
der zeide spreker vernomen te hebben
dat er plannen bestaan om een vereeni
ging van oud- leerlingen op te richten en
sprak den wensch uit, dat alle aanwezig
zijnde cursisten hun beste krachten aan
deze zaak zullen wijden. Alle aanwezigen
kwamen overeen om een krachtige propa
ganda voor deze vereeniging te zullen ma
ken. Door de heeren Jonker en Van den
Borg werden nog uitgebreide inlichtingen
hieromtrent verschaft en de voordeelen,
welke een dergelijke vereeniging biedt,
opgesomd. Genoemd werden o.rn. de gele
genheid tot gezamenlijk inkoopen vad
kunstmest ,het aanleggen van proefvel
den, waarvoor gemakkelijk gratis kunsfc-
mest kan worden verkregen, het laten
houden van lezingen en talrijke andere.
Bovenal werd er echter den nadruk opge
legd, dat alleen met een krachtige ver
eeniging, met een flink aantal leden, be
hoorlijke resultaten zijn te bereiken. Het
ligt in de bedoeling om op Woensdag 18
April a.s. in hotel Van den Bosch een ver
gadering bijeen te roepen, ten einde tot
oprichting van de vereeniging te geraken.
WARMOND.
Geboren: Wilhelmina Theresia Jo
sephine d. van P. M. v. d. Vooren en M. J.
van Stijn Hermanus Hendricus Johan
nes z. van L. H. Juffermans en H. A. Ha
verkort Johanna Maria d. van D. S. v.
d. Bent en A. Vis Johannes Cornelis
Maria z. van P. J. v. d. Horst en J. M. M.
C'labbers Wilhelmus Christianus z. van
P. J. v. d. Voort en C. A. E. v. d. Berg
Adrianus Jozephus Wilhelmus z. van J.
van Winsen en G. G, Hoek Wilhelmina
Josephina d. van J. H. Haverkort cn P
a- a
LEVENSLEED.