Gem. Berichten.
Buitenl. Berichten.
Ned. West-Indië.
BRUTALE AANRANDING.
Een meisje peper in het gelaat geworpen.
De dader ontsnapt.
Gistennorgen heeft te Amsterdam een
onbekend persoon getracht zich op sluwe
wijze meester te maken van een tasch met
geld, welke een meisje bij zich had.
Dit meisje, een bediende van fa. K.
Meyer aan de Weteringschans, deed om
streeks tien uur eenige boodschappen in
het nieuwe postkantoor. Vandaar begaf
Zij zieh naar het oude postkantoor om gel
den te innen. Naast het loket stond een
man, die haar, naar het schijnt later is
gevolgd. Het meisje begaf zich door de
Kalverstraat naar het Muntplein, waar zij
op do tram stapte. Toen zij to ruim half
elf het kantoor der fa. Meyer bereikte,
werd zij tot in de gang gevolgd door den
zelfden man, dien zij in het postkantoor
had gezien. Plotseling "hield deze haar
staande en wierp haar peper in het ge
laat, waarbij hij trachtte haar de geld-
tasch, waarin zich ongeveer 500 bevond,
to ontrukken. Het meisje begon hevig te
gillen, waavop de aanrander de vlucht nam
tervolgen. Noch van clen vluchteling noch
bediende. De man vluchtte langs de Stads-
houderskado, waar zijn achtervolgers hem
zagen verdwijnen in de Pijp, doch het ge
lukte hun niet hem in te halen.
Een man, die een uniformpet droeg,
waarschijnlijk een gemeentewerkman,
bood aan den vluchteling per fiets te ach
tervolgen. Noch van den vluchteling nach
van dezen werkman heeft men echter nog
iets vernomen.
ONGELUKKEN.
Door vallend puin gedood.
Bij het sloopemvan huizen.
Gistermiddag is op den Lagen Westzee
dijk te Rotterdam een ernstig ongeval ge
beurd. Werklieden waren daar bezig met
het afbreken van pand no. 75, en her
haaldelijk werden massa's steenen, steeds
op dezelfde plaats, welke allen werklieden
bekend was, omlaag gestort. Een der ar
beiders, die juist beneden was, had de on
voorzichtigheid zich op deze gevaarlijke
plaats te begeven, en door een noodlottig
toeval werd juist op hetzelfde moment
een kruiwagen met steenen omlaag gewor
pen. De man, de 43-jarige C. J. van Zand
wijk, werd door eenige vallende steenblok
ken getroffen, en bekwam een ernstige
hersenschudding.
Per auto van den G. G. D werd hij on
middellijk naar het ziekenhuis aan den
Coolsingel vervoerd, maar bi] aankomst
aldaar bleek de man reeds te zijn over
leden.
Kind verbrand.
Het D/v-jarig zoontje van slager S. Bor
ger te Harkema-Opeinde heeft een kan
met kokende koffiö over' zich heen gekre
gen. Het is na een smartelijk lijden over
leden.
Door de tram gedood.
Op het Mercator-plein te Amsterdam is
een 7-jarig jongetje, dat niet op een aan
komende tram lette, door die tram gegre
pen en gedood.
Verdronken.
In de buurtschap Luiderte onder de ge
meente Raalte is de 80-jarige K. bij het
biezen-snijden in een sloot te water ge
raakt en verdronken.
Te St. Jacobi-Parochie is de 64-jarige
weduwe C. Wassenaar bij het spoelen ach
ter haar woning te water geraakt en ver
dronken.
Donderdagmorgen werd te Goes door
de familie van Hese het treurig bericht
ontvangen, dat him zoon Antoon, oud 19
jaar, schippersknecht bij den vrachtboot-
dienst Goes—Rotterdam v.v. van de firma
Ossewaard en Dekker op de thuisreis Don
derdagnacht over boord is gevallen en
verdronken.
Aan de gevolgen overleden.
De 30-jarige metselaar H., flie bij het
afbreken van een fabrieksschoorsteen der
firma Hennekamp te Etten daarin viel, is
kort daarop aan de gevolgen overleden.
Noodlottige val.
Te Wanroy is Woensdag het 8-jarig
zoontje van den landbouwer G. N. bij het
spelen van een stroolast gevallen. De klei
ne kreeg een hersenschudding en is Don
derdagavond aan de gevolgen overleden.
Door wielrijder aangereden en gedood.
De 85-jarige H. Brug werd gistermiddag
in de Woltstraat te Meppel aangereden
door een fietsrijder. De heer Brug kwam
te vallen, en bleef op de plaats dood.
Brand.
Te Wapenveld is gisteronnacht het huis,
toebehoorende aan de diaconie der Ned.
Herv. kerk en bewoond door den fabrieks
arbeider R. Remmers, tot den grond toe
afgebrand. De inboedel en een geit gin
gen verloren. Huis en inboedel waren ver
zekerd.
Windhoos.
Te Wedderveer bij Winschoten is giste
ren een windhoos waargenomen die een
huis en een hok beschadigde.
Een gezocht schilder.
In Maastricht streek de 21-jarige J. F.
C. naarstig zijn verfkwast uit op hot kleur-
behoevend Paleis van Justitie. Hoog en
droog aan den arbeid bereikte hem plots
van de straat af de uitnoodiging van twee
rechercheurs om hen te vergezellen, want
de verver had zich in Haarlem aan het
goed van een ander vergrepen voor een
waarde van 250 en de gevolgen van het
misdrijf achterhaalden hem nu zelfs in
het zoele Zuiden al waren er sindsdien
ook reeds twee jaar verloopen, meldt de
„Tijd".
Aanvanklijke wenschte C. op de invita
tie niet in te gaan, want hij had een begrij
pelijk vermoeden, da-t zij tot hem gericht
was op instigatie van den Haarlemschen
politiecommissaris. Evenwel, hij gevoelde,
dat weigeren ernstig kon worden, welk ge
voel hij nochtans spoedig verstikte, toen
hij, met de rechercheurs in de Papenstraat
wandelende, zich plots op snelle wijze van
zijn gezelschap afzonderde. De politiedie
naren hadden zich aan hem gehecht als
zijn schaduw, versnelden hun pas en gaven
den voorbijgangers een fraai proefje van
wat men in wielersportkringen een achter
volgingsrace noemt.
De schilder ijlde voort, zag tot zijn
vermeend geluk een open deur en....
vloog dapper het huis binnen van den vice-
president der Maastrichtsche Rechtbank.
Dit ging den rechercheurs te ver. Ook zij
schoten toe, „vloerden" den voortvluchtigen
schilder met kennis van zaken en lieten
minder buiten-ademig© assistentie ko
men, teneinde den man van passend ge
leide naar het Vrijthof te voorzien.
De gezochte schilder zal nu over enkele
dagen wederom de goede stad Haarlem
worden binnengeleid met bestemming: het
politiebureau.
Parapluielief hebster.
Te Venlo werd aangehouden in verband
met de gepleegde inbraken in de parapluie-
fabriek van den heer Cohen, de huisvrouw
H. Mals verdacht van heling. Een par
tijtje der gestolen goederen werd in haar
woning gevonden. Men vermoedt, dat een
andere partij der gestolen goederen, toen
zij ontdekking vreesde, werd verbrand.
Ze is naar de gevangenis te Roermond
overgebracht.
Buziau.
Hoewel hij het voornemen had heden
avond weer in Ter Hall's revue zijn rol te
vervullen, zal Buziau aan dit voornemen
geen gevolg kunnen geven, aangezien zijn
dokter hem met het oog op zijn gezond
heidstoestand het weder optreden nog
eenige dagen heeft verboden.
„Zijn Edelachtbare Coremans".
Sinds veertien dagen wordt in den Cir
cus Schouwburg aan het Stationsplein te
R'dam door het gezelschap M. Spree een
stuk opgevoerd getiteld „Zijn Edelacht
bare Coremans". De schrijvers van dit
stuk zijn de heeren Arn. van Raalte uit
Rotterdam en Jules Calff wonende te
Brussel.
De heer L. G. A. Coremans heeft ge
meend, dat de schrijvers onrechtmatig ge
fNGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
2 Crapeaux, 4 Stoelen
met tjebioemd Velour,
massief Eiken Tafel,
massief Eiken Dressoir
bruik hebben gemaakt van zijn naam.
Aangezien genoemde heer, door dit on
rechtmatig gebruik maken van zijn naam,
schade lijdt, welke hij tot op heden be
groot op 50 gulden, heeft hij den deur
waarder C. J. Kiene verzocht de schrijvers
voor den Kantonrechter te dagen.
Naar de „Msb." verneemt, zullen de
beide schrijvers op Donderdag 26 April
a.s. voor den kantonrechter moeten ver
schijnen.
Steenen bijl.
Bij het bewerken van zijn land vond
de landbouwer M. Claassen op het ge
hucht "Walsberg te Deurne een steenen
bijl, waarschijnlijk dateerend van het stee
nen tijdperk en nog in vrij goeden toestand.
Een paar jaren geleden werd door den
zelfden landbouwer ongeveer op dezelfde
plaats als thans ook een steenen bijl ge
vonden.
De oudste jager.
Op het secretariaat van het „Comité
tot voorbereiding van de herdenking van
het 100-jarig bestaan der Regimenten
Grenadiers en Jagers" (Raamweg lb te
's-Gravenhage) komen geregeld berichten
binnen der vele oud-gedienden, zoowel on
derofficieren en miliciens, die den goeden
ouden tijd nog niet vergeten zijn.
Onder deze berichten is een hartelijk
briefje van J. Th. Maal, milicien van de
lichting I860, thans in den ouderdom van
86 jaar, wonende in het St. Jozefs-Liefde
gesticht te A1 p h e n a. d. R ij n.
Zou hij de oüdste Jager zijn of zouden
er nog concurrenten opduiken? En waar
zit de oudste Grenadier?.... en de
„langste"
ONGELUKKEN.
Ernstig geval var. gasverstikking te Aken.
Vier personen om het leven
gekomen.
Uit Aken wordt ons gemeld: Ten gevol
ge van een verzakking ontstond in den
afgeloopen nacht een lek in de hoofdbuis
der gasleiding. Dientengevolge drong het
gas een huis in de Wiesenstrasse binnen,
waardoor vier personen bedwelmd wer
den. Ook in het tegenovergelegen huis
drong het gas binnen. Hier werd later een
gezin, bestaande uit vier personen, twee
meisjes van achttien en twintig jaar en
haar ouders, dood aangetroffen. De vader
was blijkbaar bij een poging om een zijner
dochters te redden bewusteloos neergezon
ken.
Groote oliebrand.
Uit Havana wordt gemeld: Gisteren
avond is een groote brand in de olietanks
uitgebroken. Honderdduizenden gallons
olie verkeeren in gevaar.
Laat in den avond laaiden de vlammen
nog hoog op.
Verscheidene brandweerlieden moeten
gewond zijn.
EEN TSJECHISCH K0NNERSREUTH?
De Tsjechische correspondent van de
„Tijd" schrijft:
De laatste weken circuleeren er zoowel
in de buitenlandsche als binnenlandsche
pers berichten, en meer nog, commenta
ren, aangaande een wonderbaarlijke ge
nezing, welke een boerenjongen, genaamd
Koutnik, te Prestenitz in Zuid-Bohemen,
is te beurt gevallen door tusschenkomst
van de Kleine Heilige Theresia.
Ook de Praagsche correspondent van de
„N. R,. Crt." maakte onder bovenstaand
hoofd melding van het geval en sprak daar
bij zelfs in een onderhoofdjo over „sterke
analogie met Konnersreuth".
Daar ik bekend ben met Dr. Hynek, die
den jongeman in kwestie behandelt, heb ik
dezen bekwamen geneesheer eens over
deze aangelegenheid geïnterviewd. Als mé-
odieus interesseerde hem vooral de organi
sche reacties die religieuss zielstoestanden
teweeg brengen. Hij heeft dus op dit ge
bied recht van spreken en het doet geen
afbreuk aan zijn gezag, dat hij na een ge
wetensvolle studie van het geval-Thérèse
Neumann van ongeloovige een overtuigd
Katholiek is geworden.
Uit ons onderhoud noteerde ik dan o.m.
wat de correspondent van de „N. R. Crt"
ook reeds getrouw meldde, nl. dat de jon
geman, Frans Koutnik, tot vóór 21 Fe
bruari jl. reeds zes jaar lijdende was aan
een zeer gecompliceerde kwaal, welke ten
slotte neerkwam op een aandoening van
het ruggemerg en een vervorming van de
ruggegraat. De geneesheoren, die hem on
derzochten en dat zijn er heel wat
verklaarden zijn ziekte ronduit voor onge
neeslijk. De jongeman, die altijd godsdien
stig was, beweert nu, dat het door tus
schenkomst is van de II. Teresia, dat hij
in den nacht van 21 Februari eensklaps ie
genezen. Wat er ook waar zij van zijn
bewering, vast staat, dat alle doktoren, die
hem nadien onderzochten, moeten verkla
ren, dat zijn „ongeneeslijk" verklaarde
ziekte 'genezen is. En nu begint natuurlijk
de geschiedenis, welke zich bij al dergelij
ke gevallen herhaalt. De meeningen zijn
verdeelt omtrent de oorzaak der genezing
en de sensatiepers heeft weer nieuwe stof.
Dr. Hvnek, die niet voorbarig wil zijn in
zijn uitspraak, laat den genezen jongeman
dezer dagen naar Praag komen voor het
Röntgenonderzoek. Na zijn genezing was
Frans Koutnik nog tamelijk zwak en toen
de toevloed van bezoek werkelijk
begon te worden voor den aan dergelijl
inspanningen niet gewoon zijndèn boerei
zoon, heeft men het bezoek bij hem
boden. Eén ding houdt dr. Hynek staami
tegenover zijn felsten tegenstander in
den Dr. Weisner, dat de ziekte van Kou:
nik ongeneeslijk was verklaard door d
mannen der wetenschap. Het is voor Di
Hynek, die deze wonderlijke zaak,
gens alle strenge regel s der weten seks
wil laten, vaststellen, bijzonder pijnlijk, di
men met de wetenschap zelve nu een looj
je wil gaan nemen; hij heeft in dit ve
band van Dr. Weisner op het oog, d
nu beweert, dat hij de ziekte nooit voi
ongeneeslijk verklaard heeft, terwijl B
Hynek zwart op wit eenige aan hem
richte brieven van Dr. Weisner bezi
waarin deze juist het tegenovergesteld
beweerde.
Tot zoover eenige aanvulling op
overigens getrouwe correspondentie
de „N. R. Crt."
Met Konnersreuth heeft dit geval vooi
alsnog geen wezenlijke overeenkomst. Ht
gaat hierin slechts om een al of niet „woj
derbare genezing", welk feit bij Thérès
Neumann geheel en al op den aehtergroi
staat.
Zonder dus voorbarig te willen zijn
zonder hier te spreken van een „wond©
h'jke" genezing hoogst merkwaardig
zij in ieder geval, is het toch zaak got
te onderscheiden.
Ook al heeft het geval Koutnik wei
veel bezoekers getrokken, van eenige ove
eenkomst met het geval Neumann is get
sprake. Alle berichten die hierop doelf
en dientengevolge hun conclusie trekke
of voorspelling inhouden, behooren da
ook tot het rijk der al dan niet journ
listieke fantasie.
Overigens behoeven ze in Bohemen va
strekt niet bang te zijn voor concurrenti
van het boerenmeisje te Konnersreuth. Al
men de correspondent van de „N. R. Crt
hoort beweren, dat „Konnersreuthers, b
het goede bezoekseizoen weer komt, dru
bezig zijn de wegen in de richting van d
Tsjechische-Biersche grens te verbeteren
zou men denken, dat die arme boeren
werkelijk kapitalen in steken, terwijl
zelf oillangs kon constateeren, dat d
hoognoodige verbeteringen aan den we
hoogstens er toe bijdragen, dat de regel
matige postomnibus niet te dikwijls in d
modder blijft zitten.
Brand In de oudste Londensche kerk.
De oudste kerk van Londen, de St.
Pancras Church, is voor het grootste deel
door brand vernield. De zeer kostbare re
gisters en een communiebank uit de mid
deleeuwen konden nog worden gered. Eeni
ge kostbaarheden van minder waarde
gingen echter verloren.
Kassier vermoord.
De kassier der postdirectie te Sofia
Moutaf Takhisky werd gisterenmorgen op
het oogenblik, dat bij de Nationale Bank
met een bedi-ag van 800.000 leva verliet,
door een onbekende vermoord. De dader
loste drie schoten met een revolver, maak
te zich van de tasch met het geld meester
en trachtte te ontkomen.
Na een opwindende jacht werd de moor
denaar gevat en naar den dichtstbijzijn-
den politiepost gebracht, waar hij aan een
eerste verhoor werd onderworpen. Hij heet
Damaianoff en is kleermaker van beroep.
Nadat hij een volledige bekentenis had
afgelegd, werd hij in arrest gesteld.
Moutaf Takhisky werd ernstig gewond
en overleed tijdens zijn vervoer naar het
ziekenhuis.
Het gebruik van Mis-wijn letterlijk
bedreigd?
Uit Jaffna wordt gemeld: Gevoelens van
'n anti-katholieke houding kan men waar
nemen in de nieuwe wending, die de strijd
voor het afschaffen van den drank op Cey
lon aanneemt. De partijen die de afschaf
fing van sterke dranken verlangen, willen
nu het verbod uitstrekken tot de wijnen,
en beweren, dat de regeeringsambtenaar
alleen mag beslissen over het al of niet
toelaten ervan bij het II. Misoffer.
Z. D. H. Mgr. Guyonand, die aan het
hoofd staat van het diocees Jaffna, heeft
een protest gezonden aan de Britsche re
geering te Colombo, waarin hij het gevaar
aanduidt dat men loopt om op die manier
dat alles toe te vertrouwen aan de macht
en bijna aan de willekeur van een enke
len ambtenaar.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
DE ONTPLOFFING AAN BOORD VAt
DE „CHEPITA".
2 dooden, 3 vermisten en 7 gewonden, i
De namen der Nederlandse he;
slachtoffers.
De directie van de Cura.gaosche Petri
leummaatschappij deelt ons omtrent d
ontploffing aan boord van het s.s. „O'il
pita" te Willemstad (Curasao) mede, da
bij dit ongeval zijn omgekomen twee Nc
derlanders, n.l. J. C. van Luyk, afkomst!
van Vlissingen en W. H. J. Haesakkers
afkomstig van Schiedam, terwijl nog woi
den vermist J. Nagelkerke, eveneens a'
komstig van Schiedam en twee personc
afkomstig van het eiland Curasao.
Gewond worden F. G. van D;jk, afkon
stig van Den Haag en B. de Ruyter, va
Rotterdam, zoomede vijf personen van Ci
ragao.
De oorzaak van de ontploffing is no
niet bekend.
FEUILLETON.
HET HUIS OM DENHOEK
Uit het Engelsch van;
Louis Tracy.
(Nadruk verboden).
33)
HOOFDSTUK XII.
Er waren drie slaapkamers en een bad
kamer op de eerste verdieping van de
Grange, bijna allen even groot en buiten
gewoon ruim. Percy Whittake sliep in de
voorkamer op het Westen, Marguerite's
kamer lag op het Oosten en die van Ar-
mathwaite op het Noord-Oosten. De mor
genzon wekte hem dus vroeg en hij was al
druk in de weer, lang voordat Betty en
vrouw Jackson kwamen.
Toen hij den overloop overstak met de
bedoeling naar Percy Whittaker te kijken,
wierp hij een vluchtigen blik op de zwarte
figuur in het gekleurde venster. Toen hij
de koude, blinde oogen van het geschilder
de beeld zag, schoot hem opeens de betee-
kenis van enkele data te binnen.
In het verslag van de Nuttonby Gazelle
had hij gelezen dat vrouw Jackson en veld
wachter Leadbitter hadden verklaard, dat
zij den doode gevonden hadden op Vrij
dagavond. Dat was den 21en Juni geweest.
Vrouw Jackson en Betty hadden Woens
dag Garth het laatst levend gezien. Be
paalde verschijnselen wezen erop, dat de
dood dien nacht, den 19en jvas ingetreden.
Vandaag, 2 jaar later was het weer do 19e.
Armathwaile was niet zenuwachtig van
aard, maar hij was zich meer dan eens
bewust van een huivering, toen hij zich
realiseerde, dat deze zonnige morgen waar
schijn)ijk het begin was van de verjaardag
van het drama. Wanneer men de gestalte
op het raam nauwkeurig beschouwde op
een uur, waarop iedere lijn duidelijk uit
kwam, vertoonde het gezicht zekere eigen
aardigheden. Kunstenaars in brandschil-
derwerk pogen slechts zelden de gelaats
kleur en de gelaatstrekken nauwkeurig
weer te geven. Hun kunst is voornamelijk
decoratief en het effect wordt meer ver
kregen door het kunstzinnig groepeeren
van kleuren, dan door het vermengen van
licht en schaduw, dat het hoofddoel van
een gewonen schilder is. Maar in dit bij
zondere geval was er toch een poging ge
daan om in de gelaatstrekken een intense
boosaardigheid uit te drukken. De ovale
opening, gevormd door het opgeslagen
helmvizier werd aangegeven door een bij
na onzichtbare omlijsting van lood, evenals
do omtrek van de helm zelf en een gewel
dige raaf, die er met uitgespreide vleugels
boven troonde.
Doch, in plaats van het jeugdige, edele
gelaat, dat de traditie zeker zou hebben
toegekend aan een dapperen Prins, was
het gezicht, dat loerde van onder den
helm, dat van een kwaadaardig asceet.
Waarlijk, hoe langer Armathwaite keek,
hoe meer hij overtuigd werd, dat de kun
stenaar had getracht de suggestie van een
doodskop, bedekt met een lijkkleurige
huid te geven. De neus was overschrom-
peld en de neusvleugels luguber-onna-
tuurlijk groot. Do lippen samengetrokken
als droog perkament en de hole oogen wa
ren in werkelijkheid twee leoge kassen.
Dit sinistere gelaat vormde een scherpe
tegenstelling met de rest van het werk.
De mannenfiguur was nobel en rijzig en
de klimranken, die het prachtige dessin
vormden van den rand van vignetten,
hadden diepe, wanne kleuren. Armath
waite kreeg plotseling de idee dat het
bijna onmogelijk dezelfde hand kon ge
weest zijn, die het demonische gelaat had
geschilderd en de rest van het raam. De
ridder in het raam irriteerde hem plotse
ling en als hij op dat oogenblik een wapen
in zijn handen had gehad, zou hij zeker
dat' duivelsche masker verbrijzeld hebben.
Die onverklaarbare aanvechting ging
echter voorbij en hij liep Whittaker's ka
mer binnen. Daar vond hij een trooste-
looze jongen op zijn rug liggen, klaar wak
ker, terwijl hij naar het plafond staarde.
Hallo? zei Armathwaite hartelijk,
hebt u een goeden nacht gehad?
Heel goed, mompelde de ander, ter
wijl hij zijn gastheer mat aankeek. Ik
denk dat het drankje daarvoor gezorgd
heeft. In ieder geval sliep ik tot ik u
hoorde.
Hoe is het met den enkel?
Slecht. Kijk eens, mijnheer Armath
waite, U schijnt verstand van die soort
dingen te hebben. Zeg me eens eerlijk,
hoe lang moet ik heir blijven?
Bedoelt U in bed?
Ja.
Een week op zijn minst. Daarna bent
i misschien in staat met een knik te
ioopen.
Als u in mijn plaats was, zoudt u dan
een week in bed blijven?.
Ik zou wel moeten. Zelfs loopen met
een kruk is onmogelijk door het stijve ver
band.
Whittaker bewoog zich onwillekeurig
en moest toegeven dat Armathwaite zijn
hulpeloosheid niet overdreef.
All right, zei hij knorrig. Hoe laat
is het?
Ongeveer zes uur. Betty zal n vó<5r
zevenen thee en een paar eieren brengen.
Is miss Ogilvey nog niet op?
Neen.
Half onbewust nam Armathwaite hem
dat vormelijk „miss Ogilvey" kwalijk. Het
beteekende dat hij een vreemde was en
moest op een afstand gehouden worden.
Maar hoe onaangenaam de jonge man ook
mocht zijn, Armathwaite had zich voorge
nomen zijn mond te houden.
Kan ik nog iets voor u doen? zei hij.
In welk opzicht?
Wel, als de pijn erg is, zal een extra
windsel met koude compressen het bran
dende gevoel verzachten.
Neen, dank u. Ik zal wachten tot de
dokter komt.
Hij brengt een verpleegster mee hier
heen. Die kan alle zorgen aan u weiden.
Goed. Laat ik u niet ophouden. Ik
denk, dat ik nog een uurtje ga slapen.
Armathwaite begreep heel goed, waarom
de jongen van hem af wou zijn. Whittaker
werd niet aleen gekweld door het besef
dat zijn gastheer zich zonder eenige be
lemmering zou kunnen genieten van Mar
guerite Ogilvey's gezelschap, maar hij'
wrokte ook tegen het noodlot, dat hem
verhinderde een werkzaam aandeel in de
gebeurtenissen te nemen. Geen van bei
den droomden op dat oogenblik, dat dit
ongeval de crisis, die ieder wenschte
vermijden, zou verhaasten.
Armathwaite 'at een stukje brood
ging daarop den tuin in, waar hij tevredei
liep te rooken, teen een gebogen, bejaari
man op hem toe kwam. Ofschoon krom
rheumatiek, versnelde hij zijn pas, toen hij
Armathwaite zag. Terwijl hij het tuinpad
opliep, wierp hij een droevigen blik op dj
wildernis van onkrüid, maar zijn gezich
werd verhelderd door een vriendelijk/
glimlach, toen hij voor den nieuwen bi
woner stilstond.
Goeie morgen, mijnheer, zei hij, e\
aan zijn hoed rakend. De zaak ziet
verwaarloosd uit, vindt u niet? En
keerde zich om om te kijken naar do paai,
deblcemen, die fier omhoog stonden
een bed, dat bestemd was voor begonia'
Zegt u dat wel, zei Armathwaite, zie!
afvragend, wat deze witharige filosoi
kwam doen.
U is zeker mijnheer Arinathwaite|
ging'de ander voort.
Ja.
Ik heet Smith, mijnheer. Leadbittei
de veldwachter, vertelde me, dat u hit
was komen wonen en dat u misschien "Wf
een tuinman noodig had.
Armathwaite begon te begrijpen.
O, Begonia Smith, riep hijr J'
bent je oude liefde nog niet vergeten
merk ik
Zoo is 't mijnheer. De tuin ziet er uil
alsof hij wel wat zorg noodig heeft.
Heel goed. Je mag er voor zorgen.
Is te laat in het jaar om bloemen te pica
ten, of groenten te verbouwen, maar j<
zou de zaak wat kunnen opknappen. j
(Wordt vervolgd)