tWITSERSCHE rOX ZWAARDER 4EWKHT UIT MEXICO 10cts REEPEN >f EISCHTdus ONZE lOcIs reepen,want I i 1 ze zijn 2cts per stuk meer waard. SPORT. i VOOR ONZ' 1 KINDEREN. OPSTANDIGE KATHOLIEKEN". ZIJ ZONGEN EEN TE DEUM, TERWIJL ZE DEN DOOD TEGEMOET GINGEN. ENGELSCHE EN AMERIKAANSCHE VLIEGTUIGEN VOOR CALLES INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. hebbende HOLLANDsch- (f) [Reeds verschillende malen vermeldden telegrammen uit Mexico, dat ie regee- ringstroepen een overwinning bfehaald hadden en dat de „rebellen" verslagen wa ren. Maar bij de beoordeeling van de waar de, die wij aan zulke berichtei moeten hechten, mogen we niet uit hé oog ver liezen, dat de Mexicaansche regeering, die de verschrikkelijkste gruwden durft bedrijven, voor een leugen niet terugschrikt En nu moge het waar zijn, dit in een land als Mexico, waar het uitvaagsel der geheele wereld, allerlei avonturers en ge lukzoekers, hun fortuin gaan beproeven, nu en dan een optreden van •egeerings- troepen tegen bandieten en roverbenden noodzakelijk is, doch dat geefc niemand het recht om de katholieken, lie onder allerlei vervolgingen gebukt gian, voor opstandelingen uit te maken. Als alle ka tholieken van Mexico eensgeziid in ver zet kwamen, tegen het schrikbewind, dan waren de uren van Calles gesteld. Maar vooreerst ontbreekt hun een krachtige lei ding en het noodige doorzettingivermogen. Bovendien hebben de menschen reeds zoo veel geleden, dat ze aan de vervolging zijn gewoon geraakt, en dat er een geest van lijdelijk verduren over hen gekomen is. Zij beschouwen hun lijden als boete na schuld en houden boeteprocessie. Maar Calles' regeering moet rich voor de buitenwereld trachten te rechtvaardi gen. Eerst hebben ze gezegd: «r is in Mexico absoluut geen vervolging. Toen echtèr buitenlandsche journalisten de waarheid aan het licht brachten, en ont hullingen deden over de bloedige maatre gelen, die de beulenregeering van Mexico tegen de menschen nam, toen Callesde verontwaardiging van de heele beschaafde wereld vreesde, werden alle katholieken voor „rebellen" uitgemaakt. Immers bij de wet is iedere uitoefening, verbreiding of prediking van de katholieke leer verboden. .Wie dus zijn plichten als katholiek ver vult, wie een H. Mis, of eenige godsdien stige prediking, onderricht of oelening bij woont, overtreedt de wet en is dis opstan deling. En zoo wordt de wereld dï meening bijgebracht, dat heel de katholieke kerk van Mexico in opstand is tegei de re geering. Want die katholieken vin Mexico gaan den langen moeilijken kruisweg van hun lijden, en vervullen hun jpdsdienst- plichten. Geen enkele regeering, geen en kele wet, niemand is in staat >m dit te beletten. In het blad ,.E1 Universal", lat in do hoofdstad van Mexico verschijnt, vonden wij een beschrijving van hetgeen vier ka tholieken te verduren hadden, die wegens „godsdienstige propaganda" naa kolonie op de eilanden „Las Tr verbannen waren. Daar worder de n schen gekweld en gefolterd met 'n r.i- Bchen haat en wreedheid, zoo g< wij onzen lezers 'n beschrijving n ren. De kerkvervolging maakt 1 nieuwe slachtoffers, maar het is renswaardig met welk een heldh de martelaren van Mexico den gemoet gaan. Toen de priester Angelo Maltin e Pueblo-Nenevo gemarteld werd, en de beu len gereed stonden om het doodvonni te voltrekken (zijn eenige misdaad was, dat hij een stervende voorzien had wn de laatste H. Sacramenten), zong hjj r e hel dere stem het „Te Deum". Toen hij de woorden „Te Domnvm Con fitemur, U Heer, belijden wij", voleindigd^ had. troffen de kogels van hete cid peleton zijn hartstreek en viel hj voorc e. neer. pok zijn broer Augustin, die zich.jnp het priesterschap voorbereidde, werd or) bevel van Gen. Carillo doodgeschoten, nada men eerst gepoogd had hem afvallig te maken. Maar onder het uitroepen van „Leve Ko ning Christus" ging ook hij onveischrokken, den dood tegemoet. De Chicago Daily News van 11 Februari bevat een bericht van haar MericaaAS' h" correspondent Harry Nicholls, wat groot gewicht is voor de beoordeeling ram den toestand in Mexico, en dat de houd in g van de Bisschoppen van Mexico in een helder daglicht plaatst. We lezen in het verslag van Harry Nicholls: „Het is wel erg voor de regeering van Calles dat de katholieken niet naar de wapens willen grijpen, maar dat zij alleen woorden van protest doen weerklinken". Dit bericht is van des te meer beteekenis omdat deze berichtgever van de Chicago Daily News vroeger de officieele spreekbuis was van de Mexicaansche politie-autoriteiten. Ook hier zal de waarheid dus haar triomfen vieren. Engeland heeft aan Mexico 12 vliegtui gen geleverd, die bereids in Vera Cruz zijn aangekomen en die moeten dienen om op opstandige katholieken te bestrijden. Ook uit Amerika zijn 4 vliegtuigen naar Mexico vertrokken om de katholieke dorpen en steden waar godsdienstoefeningen en pro cessies gehouden worden vanuit do lucht te bombardeeren. Zooals reeds gemeld werd, is de Bis schop van Ternaulipas Serafini Armora y Gonzales in hechtenis genomen: hij was de eerste bisschop die na de verbanning van alle bisschoppen gearresteerd werd. Omtrent zijn lot is niets bekend, zelfs de beschuldigingen die tegen hem uitgebracht werden zijn niet eens bekend gemaakt. P- Samucl Guiori en P. Ramon Gutierrez wer den in Chihuahua wegens het uitoefenen hunner priesterlijke bedieningen gearres teerd en over de grens gezet. Datzelfde lot trof den priester Francisco Alvarez. To Pindad werd een pater Franciscaan en een leek Carlos Gomez gevangen genomen en naar de hoofdstad gesleept. In San Louis Potosi werd de priester Manuel Compa in hechtenis genomen omdat hij geboorte-, huwelijk- en sterfteregisters had bijgehou den en de H. Mis had opgedragen. Hij werd naar het politiebureau in de hoofd stad gevoerd tegelijk met een leek, Prisul Liano Garza, die in Monterey gearresteerd werd onder beschuldiging het eigendom van den voortvluchtigen Bisschop de la Mora op zijn naam gezet te hebben, om te voorkomen dat Calles het in beslag zou nemen. Uit den Staat Michcan werd gemeld dat- twee Franciscanen om wille van hun ge loof vermoord zijn. P. Junipero de la Vega en P. Humilde Martinies 16 Februari wer den zij op weg naar Yurecuari doodgescho ten. Beide priesters woonden sedert Augus tus 1926 in het klooster te Coronco waar zij tot het einde van het jaar 1927 bleven. Pater Junipero werd ziek en werd naar den dokter te Samora gestuurd. P. Humilde vergezelde hem. Zij werden echter onder weg gegrepen en zonder reden in de ge- ngenis geworpen, daarna zouden zij ar de stad Mexico gestuurd worden, zij rden echter bijtijds gewaarschuwd en daarom hielden zij zich in Samora verbor- Een verrader echter maakte hun uilplaats bekend. Toen werden zij tot i 15den Februari in de gevangenis te 'da gevangen gehouden. Zonder eenigen m van proces werden zij den 16den Februari door een escorte doodgeschoten. Te Salamanca (Guanajualo) werd Pas- ioor M. Peres en een vooraanstaand ka tholiek Francisco Camius in hechtenis ge- nomen, zonder dat iu het minst kon be weren worden dat zij tot de „opstandelin- i gei behoorden. Zij waren aangeklaagd en 1 dus werden zij zonder verder onderzoek j cl omgeschoten. In den staat. Queretaro :rd een priester om hetzelfde misdrijf xlgeschoten, zijn naam is nog onbekend. Tc- Edinburg in Schotland werd kort ge- 1 :en een protestvergadering gehouden f ?^en de kerkvervolging in Mexico, na de j rede van Mgr. Graham gaf Mgr. Donovat "e-,1 overzicht van de Mexicaansche ter- u,Na de voordracht stond een man op, naderde Mgr. Graham, verklaarde dat hij lit Mexico kwam en zei toen woorde- iIt „Ik ben wel protestant en ook vrij- laar maar ik moet toch getiugen dat al Mgr. Donovet verzekerd heeft de waarheid is. Ik houd van het Mexi- Rans die volk en gevoel er het diepste me- del i voor". Tot zoover Theodora! Wij zullen nog moeten een beetje geduld hebben, maar we krijgen „Ons Hoekje" terug en zoolang ik medewerksters en -werkers heb als Theo dora, Tante Marie, Tante Cor, Tante Lous en Ellen en Cadier en Leo en Bep en Johan en Cato, enz. enz. zal „Ons Hoekje" blijven ook in de toekomst, het graag gelezen Hoekje door groot en klein. En nu Theodora, met dank en groet en hand! Veel groeten aan alle huisgenoo- ten! Johan de Graaf, Zijlsingel, Leiden. Ik dank je wel voor het keu rige opstel over de Lente. Ik laat dit vast plaatsen, maar nog even geduld. De berg copy hoopt zich angstwekkend op en toch. wou ik zoo graag jouw werk zoo spoedig mogelijk een plaats geven! Zie eens bin nen veertien dagen. Ik laat mijn sprookje ook liggen om anderen aan het woord te laten. En het plan? Uitstekend! Maak al vast een bundel klaar, dan kunnen wo zoodra we in Augustus ongeveer weer in ons gewonen doen zijn een speciaal hoekje voor jou reserveeren. Zoo krijgen we ook voor „Elk wat wils". Dag Johan! Bij voorbaat mijn dank! Cadier, Leiden. In dank alles ontvangenDe bewuste verzen zie ik met belangstelling tegemoet. En het verhaal? Het wordt n. t. geplaatst. Het is geschikt voor de Grooten. Met hand en groet en den besten dank voor je zeer gewaardeer de medewerking. Dag Óadier! Tante Lous, Leiden. Dat eerste verhaaltje vind ik perfect enals die twee alleraardigste teekeningetjes erbij konden komen, ter nadere illustreering, dan zou het nog meer in waarde winnen. Dat is juist wat een kind graag ziet, maar dat is het ook juist, wat de krant duur maakt. Ik kom eens aan. Dag Tante! Tot ziens! Nog even geduld! En nu nog een woord aan alle ongedul dige lezeressen en lezers. We hebben „Ons oude Hoekje" nog niet terug. Dat zal in de eerste drie maanden nog niet het geval zijn! Maargeduld! We krijgen onze vaste plaats weer terug en dan hoop ik alle Neefjes en Nichtjes, Ooms en Tantes ruimschoots in de gelegenheid te stellen hun of haar bijdragen op te nemen. Ziet daarom eiken dag nauwkeurig de krant na! Staan we er niet Zaterdags in, kijkt dan 's Maandags eens of een anderen dag! We moeten woekeren met de ruimte, die we hebben, en zoolang we nog niet zelf drukken in onze eigen drukkerij, zoolang zal „Ons Hoekje" nog niet kunen zijn, wat wij allen ervan wenschen en hoe wij allen het graag zouden zien. Ik groet U allen zeer Van een jongetje die graag lang op wi!de blijven. „Als ik wat lang opblijf, en ik zit aan ta fel te lezen, dan zal ik heusch niet in slaap vallen", pochte kleine Toon. „Goed", zei moeder, „we zullen zien. Maar dan moet je maar 'ns op een andereu avond wat langer opblijven, hoor!" „Wanneer dan, Moe?" „Mischien morgen of overmorgen. Dat hangt er van af hoe braaf je bent Daar bleef het bij en Toon ging naar bed. Maar den volgenden avond vroeg hij aan z'n moeder: „Moe, mag ik wat langer op blijven?" „Neen Toon, vanavond nog niet!" ant woordde moeder. „Morgenavond en nu niet meer baniken, hoor!" Toon had graag nog gevraagd: „Waarom vanavond niet?" Maar hij durfde niet goed, want moeder wilde niet hebben, dat hij bleef zeuren. Het was weer avond. En nu mocht Toon wat langer opblijven. Heer deftig zat-ie in z'n schoolboek te lezen en hij voelde nie'.s geen slaap. Klaas Vaak kon voorloopig wel wegblijven, maar of ie het deed? Dat. zou je 't beste aan Toon kunnen vragen. Af en toe was 't niet of z'n oogen dicht werden ge trokken, en als ie daarvan last kreeg, zei moeder altijd: „Klaas Vaak begint jo te plagen!" Toon hiold zich echter kranig. Hij bogen nu met. ziju handen onder 't hoofd te lezen. Net of ie een student was, die zijn les goed moest leeren, en er nog niet vee,l van kende. 'n Poosje ging dat zoo goed. Maar toen 't wat verder was, leek 't wel of ie z'n oogen bijna niet meer kon open houden. En z'n hoofd woog zoo zwaar, 't was net of het naar beneden werd gedrukt. Kè, hij kon de letters bijna niet meer lezen. Het was of ze op 't papier dansten. Toen kreeg Klaas Vaak meor moed en voord turend probeerde hij de oogen van Toon toe te trekken. Zoo'n lastpostToon kon niet meer tegen z'n pla gen. En zonder dat hij er erg in had, ging hij zoo gemakkelijk mogelijk met z'n hoofd op de tafel lilggen. En zoo viel hij in slaap. Moeder stootte vader eens aan en zij moes ten beiden lachen. Daar zat Toontje nu, pochen kon hij, maar lang opblijven niet. Toen heeft moeder Toon wakker gemaakt en slaapdronken was hij, toen ie z'n avond gebed deed en slaapdronken ook toen ie z'n bed opzocht. Lisse. Cath. v. Gerven. Waarom ze te laat kwamen. 't Is 's middags twee uur. De jongens van de 3do en 4de klasse zitten netjes in de banken, en wachten geduldig af. wanneer meester met 't gebed zal beginnen. De meester kijkt de klas eens rond en bemerkt, dat er 'n viertal jongens afwezig zijn. Na tuurlijk weer Hein Stevens, Piet Klapper, Klaas Vermeer en Toon Bakker. Die komen den laatsten tijd geregeld te laat en weten altijd een uitvluchtje. We zullen maar be ginnen jongens, zegt de meester. Handen zamen. Weldra klinken de heldere stemmen door de school. Daarna begon het rekenen. Meester schrijft de sommen op 't bord, d'e de jongens moeten maken. 't Poosje is de klas bezig, of daar wordt zachtjes op de deur geklopt. Do jongens kijken van hun werk op; de meester roept: binnen, en ja hoor, 't zijn de vier bekenden. „Hein, vraagt meester, waar kom jij van daan?" „Kan er niets aan doen, meester, 't Is mijn schuld niet; onze klok ging achter.'" Meester zegt: „die klok bij jullie gaat ook altijd achter! En waar kom jij vandaan, Klapper?" „Ik kon m'n boeken zoo gauw niet vin den en toen ik ze vond.... was 't al over tweeën". „Nu we gaan verder. En jij Vermeer, waar kom jij vandaan?" „Mijn moeder moest 'n boodschap doen en toen moest ik op broertje passen!" „Nou ja, al weer wat moois gelogen! Zoo zoo, en Toontje Bakker, ook weer te laa*. Wat is daar de reden van?" „Toon begint zachtjes te snikken; geen antwoord volgt. Nog 'n nummertje muziek erbij. „Wat scheelt eraan, Bakker?" Met korte zinnen komt het er uit. Do {m- deren hebben alles algezegd.... en nu.weet ik niks meer". De heele klas giert het uit van pret. Mets ter zelf kan z'n lachen niet inhouden. „Gaan jullie maar zitten, na vier zal ik jullio tijd geven, om nog meer te bedenken voor je leugenboek". Adriana Waaijer. DE FAMILIE LANGSTAART. In een groot hol onder de keldertrap van een oud deftig huis, woonde eens do fami lie Langstaart, die aan hun negen kinder tjes een uitstekende opvoeding gaven. Mevrouw Langstaart was een bijzondere heldere muizenmoeder, 's avonds als de katten uit de keuken waren, dan maakte zij haar heele huis schoon, de vuile stroot jes gingen uit het nest, ze ging er dan nchoone indoen, die ze vlug uit de matten der keukenstoelen knaagde. Zij was een klein coquette muizenmoedertje; van een blauw lapje, dat uit de naaidoos was ge vallen, had ze een allerliefst mutsje ge mankt en als ze veel visite kreeg van de tndere muizen, deed ze netjes een wit Schortje voor. Vader Langstaart droeg bij too'n gelegenheid een keurig fluweel vest je en een extra hoog witte boord. De mui- renkindertjes kregen dan extra mooie lint jes om hun hals, de meisjes een blauw en ie jongensmuisjes een dito aan hun staart. Het spijt me, dat ik zelf nooit in het hol heb kunnen kijken; 't moet er wel keurig nitgezion hebben, want zooals u ziet was iievr. Langstaart steeds aan 't schoonma ken, zo had het in haar muizenhuishouden heel erg druk. Als Mies en Jotta, de beide poesen des nachts in de keuker^ waren dan kwam de familie Langstaart niet te voorschijn. Mijn heer en mevrouw Langstaart waagden het soms wel eens even om een hoekje te kij ken, om eenige kruimeltjes wog te nemen, doch het was een heel waagwerkje, want de poesen merkten het dadelijk en gingen dan op de loer liggen. Gelukkig voor de fa milie Langstaart, dat Mies en Jetta meest al op zolder op de ratten moesten passen, die veel ondeugender waren. Het was aller aardigst om te zien, hoe mevrouw Lang staart haar kindertjes zelf zangles gaf. Twee van hen, de oudste hadden zware basstemmen en konden den hoogen muizen- piep maar niet te pakken krijgen, dat was natuurlijk erg jammer, want het muizen- rolkslied, waarin de hooge muizenpiep steeds voorkomt, behoort elke muis goed te kennen, evenals onze kinderen het a, b, c. t Heeft mevrouw Langstaart dan ook heel vat moeite gekost om haar kindertjes de doordringende heldere piepstemmen te lee ren; doch ze heeft eer van haar werk, want t zijn alle keurige nette mudjes geworden, terwijl ze in de muizenwe als zeer mu zikaal genoemd worden. Eens op een mon! ]<>n! -ns 't groot feest bij de familie i oudste dochtertje van rncvr Li g trou wen niet Jonkheer riep :(t 'r hui*. Deze def tige familie WU /oer beroemd a de bui tengewone mooie Tango en dikke staartjes, die ze hsddflöu Jol: .c Riep in 't huis had voor zijn bruidje een keurig hol klaar gemaakt, om het dadelijk na de bruiloft te kunnen betrekken. Het was een prachtig feest en alle familieleden waren noodigd. Moeder Langstaart gunde zich geen rust voordat alle feestkleertjes van de kinderen in orde waren. Ze hadden lekkernijen in overvloed. Als dekschalen gebruikte men notendoppen,' die tot bovenaan gevuld wa ren met lekkere broodkruimeltjes en sui- kerkorreltjes. Het bruidje was verrukt over haar bruidsjapon, dat moeder Langstaart gemaakt had van een lapje wit vitrage. Ze vond het reuze voornaam om voortaan me vrouw Piep in 't huis geb. Langstaart te heetenl Het nieuwe huis was door bruid en brui degom bestrooid met biezen uit de mat ten van een keukenstoel. Ze hadden samen een lieelen nacht noodig gehad om alles los te knagen en onder uit de zitting te trek- Kcnhet nieuwe huis zag er keurig uit en aan de zitting der keukenstal was bijna niets te zien, tenminste niet aan don bo venkant, maar aan den onderkant van de zitting hingen er lange plukken bij, maar dat kon hun niets schelen, ze hadden dien nacht een allergezelligste bruiloft gevierd. Mevr. o. A. Lentezang. Als de knop ontspruit, Komen blaadjes uit. Gonzen vlinders rond, Doen den menschen kond, Dat de lente naakt, Als de zonne blaakt! Overal is vreugd, Bij volwassenen, bij jeugd. Alles zingt nu blij, Ieder lacht en gij? Lacht en doet als wij, Als 't veulentje in de wei! In 't diepe dal Klinkt reeds hoorngeschl, Er trekt een jachtstoet her; Een kerkklok luidt heel ver; De lucht iB heldor blauw De aardo baadt in dauw Ziet, daarginds dat kind! In den zooten wind Plukt het bloempjes af, Wellicht voor moeder's graf. Haasjes springen rond, In den morgenstond. Nieuw leven is overal, Op hei, in veld, in stal;1 Dartel springt een veulen op Zonder zorgen in den kop; Kuikens loopen op 't erf Of kak'len op gindsche werf. In 't slootje zwemt de eend; Alles is tezaam vereend Om te vieren 't groote feest, Waarvan ik houd 't meest. Laat ons nu ook feesten gaan, Want dra komt de Lente aan Rooie Kees. ROEIEN. DE WEDSTRIJD OXFORD—CAMBRIDGE. Een gemakkelijke zege van Combridge. Zaterdag is de jaarlijksche roeiwedstrijd tuschen de universitcitsploegen van Ox ford en Combridge gehouden over het 4 1/2 mijl lange porcours van Tutney Bridge naar Mortlakc. Cambridge was het beste weg en nam spoedig met een halve lengte do leiding; Oxford trachtte met snelel spurts den ach terstand wol in te halen, maar Cambridge liet beter waterwerk zien, roeido veel roo- poler en liep geleidelijk meer uit, zoodat, toen de ploegen Hammersmith Bridge na ij derden Cambridge reeds een lengte voor was. Toen kwam er water tusschen de booten en bij het passeeren van de brug was de afstand reeds tot 11/4 lengte ver groot. Oxford gaf teekenen van vermoeid heid, zakte af, zoodat Cambridge geleide lijk haar voorsprong kon vergrooten eri bijna 3 lengten voor was na het passeeren van de 2 1/2 mijl. Na drie mijl was Cambridge reeds vier lengten voor, en bij Bernes' Bridge bleek zij nog meer te zijn uitgeloopen. In schit terenden stijl beëindigde Cambridge ten I slotte onder donderend gejuich de race in 20 min. 25 sec. Oxford was vele lengten achter. Volgens een lntere officieele opgave heeft Cambridge met 10 lengten voor sprong gewonnen. In het geheel heeft Oxford nu 40 maal en Cambridge 39 maal de race gewonnen. Eenmaal kwamen de ploegen gelijk door I de finish. CORRESPONDENTIE. Mien God dijn, Leiden. Het opstel is heel aardig. Ik zou er een voor geven enals (let op als!) v eens veel plaats hadden, dan liet ik hut direct plaatsen. Nu moet je nog even duld hebben! Dag Nichtje! Frans v. Alphen, Leiden. Welkom Frans! Een Neefje van Willy Brand is mij dubbel welkom! Zeker mag jij meedoen! Maak maar eens wat!-Dan zullen wij eens zien, of voor jou een plaats je beschikbaar is. Veel groetjes aan vader en moeder en ook aan de jongere broertjes en zusjes? Zul je dat doen? Dag Frans! Anny Bontje, Roelof arend s- v e e n. Zeker had jij je best gedaan De raadsels goed; het schrift prachtig en precies gedaan, dat ik verlangde. Wie zou het beter wenschen kunnen? Het prijsje wacht nog. Volhouden! Ook „gedag" aan je zusje Marie. Dag Anny! L o n a Stigter, woonschip, Morschsingci, Leiden. Flink zoo Lona; jij hebt ook eens laten zien, wat je kende en ik kan me best begrijpen, dat iemand, die in 'n „woonBehip" woont, ook dicht over varen en roeien en wat daar mee in verband staat. Hoor'ns, wat Lena zingt: „Er waren eens drie kaboutertjes, „Dio wilden gaan varen op zee. „Zc zagen een schommelend schuitje. „Een schuitje dat lag aan de rëe. eten zich alledrie drijven, reven, zoo heerlijk en zacht; ichten zoo altijd te blijven, „V a roeien ging boven hun kracht". Ziezo Heeft Lena dat mooi gezegd of ni v' ou het haar verbeteren? Dag j u >n volgenden wedstrijd zie ik .s el? d n' Kempen, S t o m p w ij k. V<r ia, wat ben jij een leukerd! eprobeerd een A. B. C. te el niet meer, is wel? Als ik e te beschikken had het du i je ziet zou ik natuur- I V -)u stukje een plaatsje geven, - - k het bewaren tot betere tijden dderkeerig vader, moeder, broertje X h e o d o r a Leiden! Ik dank u bii ii v h de» mij toegezonden vers je an n anders dan het ten zeer- st( - hoe U over „Ons Hoek je' ienkt, wil ik in zijn ge heel i dr.; 3n, omdat het zoo pre cies oral in deze dagen van alle bo- k hoop aldus Theo dora - - k; iderblad weer net zal wordei. u Dat verdient U ten volle het leukste en aardig ste g van srant. Het is het eer ste, v. r F* naar kijken of Uw Hoekj i', J ld is. Binnenkort be gin ik f.-i 1 over „De Gelder- sche Acht o d al u dan de „vervol gen" 'fil UI

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 7