STADSNIEUWS.
11
TWEEDE BLAD
„DE LEIDSCHE COURANT"
DINSDAG 6 MAART 1928
UIT DE LEIDSCHE VROEDSCHAP.
Boerhaave blijft, waar hij is.
Besloten tot verbouw van het
Raadhuis. Wijziging van een
streng-toegepaste belasting-ver
ordening.
Boerhaave blijft staan waar hij slaat
aldus besliste de Baad bij het 13de punt
van de agendade vorige hadden niet veel
discussie uitgelokt. Wij kunnen er ons in
denken, dat de Baad geen 3000 gld. over
had voor een verplaatsing van het stand
beeld van dezen grooten geneeskundige
van het oude naar het nieuwe ziekenhuis,
zooals B. en W. voorstelden. Maar andere
Idan een financieel bezwaar konden wij
niet gevoelen. Integendeel, de door B. en
|\V. uitverkoren plaats zou o.i. beter zijn
dan de tegenwoordige.
Bij het volgend agenda-punt, verbouwing
van het Raadhuis, werd ook nog al wat
gepraat, doch ten slotte werd het voorstel
van B. en W. zonder hoofdelijke stemming
aangenomen. Hoe B. en W. zich denken
een zeer noodige vergrooting van de Raad
zaal, daaromtrent bleef de Raad onkun
dig, waarschijnlijk omdat B. en W. zelf
nog niet weten op welke wijze dat zal moe
ten gebeuren, 't Bevreemdde ons wel, dat
rvv men dit punt niet tegelijkertijd had over-
j; ivogen met de nu voorgestelde verbou
wing.
Daarna punt 15. Het vorige jaar is de
plaatselijke belastingen voor het gebruik
openbare gemeentewerken en -bezit-
tingeu te Leiden en voor diensten door de
gemeente bewezen op een zoodanige wijze
in practijk gebracht, dat de gemeente er
donr in een zekere beroering werd ge-
iraclitDe tegenwoordige wethouder van
inanciën, de heer Goslinga, was het met
leze het vorig jaar door zijn voorganger
gepractiseerde interpretatie niet eens en
ils gevolg daarvan werd de Raad nu een
gewijzigde verordening voorgelegd, zoo
adat in den vervolge veel minder geval-
len onder deze belasting zullen vallen. De
^wethouder zegde nog toe, de reclames,
welke ware ingediend naar aanleiding van
de aanslagen in het vorig jaar, niet met
een al te streng-fiscaal oog te bezien. Ver
der kan de wethouder niet gaan. Juridisch
gaat bij al heel ver. Want, één van bei
de: óf allen, gereclameerd of niet, te
ruggeven van de belasting, die zij het vo-
jaar betaald hebben en volgens de nu
langenomen verordening niet hadden be-
ïoeven te betalen, óf niemand. Maar
ils dit dilemma zou zijn aanvaard, zou het
wel 'lis ten nadeele van de belastingbeta
ler hebben kunnen uitvallen.
Ten slotte een verwarde, uitgerafelde
discussie over de regeling van de rechts-
mositie van het personeel der geslichten.
Enhet einde? Neen, er bleef nog
over een interpellatie, rondvraag en een
naar de voorzitter zeide korte zitting
net gesloten deuren, 't Zal in 'n 20 mi-
luten afgeloonen kunnen zijn. Maar de
Raadsleden wilden naar huis, 't was bij
fcessen geworden, en de meerderheid ver-
boos liever voor wat er nog te bepraten
viel 's avonds terug te komen.
Er is dan ook een avondzitting ge
volgd.
Hierin is o.m. nog besloten tot het aan
gaan van een geldleeningde verhooging
van het honorarium van den gemeentelij
ken Commissaris bij de Leidsche Duinwa
termaatschappij.
GEMEEENTERAAD.
(V ervolg)
Verbouwing Raadhuis.
14o. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden ten behoeve van de kosten van ver
bouwing van het Raadhuis en het perceel
Visehmarkt no. 11 en het aanbrengen van
centrale verwarming in het Raadhuis.
De heer M a n d e r s ontkent niet, dat
er eenige verbetering noodig is. Integen-
deel, hij gelooft dat het geraamde bedrag
van 41.000 wel wat te laag gesteld is;
os wil men alles degelijk herstellen.
De heer S c h 11 e r meent eveneens,
dat er veel meer noodig zal zijn voor de
restauratie dan 41.000. Ter voorkoming
van latere geruchten, dat er met geld is
gesmeten, wil spr. nu reeds het bedrag
verhoogen. Het gebouw is de laatste 20
jaren schromelijk verwaarloosd. Was er
geregeld gerestaureerd, dan zouden wij nu
niet voor zulke kosten staan. Hij vraagt
verder B. en W. om te overwegen of de
raad niet wat beter gehuisvest kan wor
den. De ruimte is totaal onvoldoende, zoo
wel voor de raadsleden zelf als voor. de
pers.
De heer Wilbrink vestigt er in ver
band met de in uitzicht gestelde reorgani
satie do aandacht op, dat een bouw-ex-
ploitant te lang moet wachten op een
bouwvergunning. Spr .is vervolgens tegen
een uitbreiding van het geraamde bedrag.
Men kan beter later het tekort aanvullen.
De heer v. E s wenscht dit voorstel tot
een volgende vergadering aan te houden,
om den raadsleden gelegenheid te geven
zich nader door deskundigen te laten in
lichten.
De heer de R e e d e maakt ccnige
financieele opmerkingen, o. a. inzake af
schrijving en aflossing.
De heer Huurman wenscht het ge
raamde bedrag niet bij voorbaat te ver
hoogen. De heeren, die de raming ge
maakt hebben, moeten toch op de hoogte
zijn. En wanneer de raming later te laag
blijkt, dan kan een nieuw bedrag worden
aangevraagd.
Spreker acht het wellicht beter als men
eens een geheelc reorganisatie in het oog
nam van het geheele stadhuiswezen. De
kwestie zou dan wel eens naar voren kun
nen komen, of een geheel nieuw stadhuis
niet wenschelijk was. Spr. wil er geen voor
stel van maken, 'maar hij geeft hei B. en
W. in overweging, omdat een voortduren
de verbouwing ten slotte nog duurder uit
komt, zonder dat men tot bevredigende
resultaten komt.
De heer Groen eveld meent ook,
dat als die verbouwing toch eigenlijk maar
gepruts is. Het is in dit stadhuis een ware
hokkenboel. Spr. gevoelt veel voor het idee
van den heer Huurman, om een grootseh
opgezette verbouwing in overweging to
nemen. Vandaar dat ook hij voorstelt dez«
zaak nog eens aan te houden.
De heer v. E s wijst er nog eens op,
dat er voortdurend meer ruimte noodig
zal zijn en een telkens gedane incidenteele
verbouwing duur is zonder tot bevredigen
de resultaten te leiden.
Mevr. B r a g g a a r-d e D o e s vestigt er
de aandacht op, dat de lokalen wel eens
wat beter schoongemaakt moeten worden.
Wethouder Splinter zegt, dat er o.a.
de dakverbetering niet begrepen is in de
geraamde onkosten.
Aangaande een nieuwe raadszaal en
eventueele grootseh opgezette verbouwin
gen zegt spr., dat deze plannen niet in
verband staan met de thans voorgestelde
veranderingen.' Het gaat thans over de
verandering van het oude politiebureau.
Wij kunnen deze loealiteiten toch gaan ge
bruiken afgescheiden van eventueele groo-
tere plannen. Het plan tot verplaatsing
van de raadzaal zal een grooten tijd van
voorbereiding kosten en B. en W. hebben
deze aangelegenheid reeds onder de oogen
gezien. Spr. geeft den raad derhalve in
overweging om het prae-advies aan te ne
men en het voorstel-van Es tot uitstel te
verwerpen.
De V o o r z. sluit zich daarbij aan. Wan
neer men plannen gaat maken voor een
nieuwe raadzaal en een nieuw stadhuis
dan zal dat heel wat misère geven en bo
vendien millioenen kosten. Het stadhuis is
wel een oud gebouw, doch voldoet aan
zeer redelijke eisclien. In ieder geval moet
het gedeelte, waarin het politiebureau was
gehuisvest, thans dringend gerestaureerd
worden. Dat duldt geen uitstel.
De heer Parmentier gelooft, dat de
kwestie van een eventueel nieuw stadhuis
niets te maken heeft met het onderhavige
voorstel, wat alleen gaat over dringende
restauratie van een aparte vleugel.
De heer Mand.ers merkt nogmaals
op, dat degelijke verbetering dringend
noodzakelijk is. Wij moeten niet langer
wachten.
De heer v. E s licht zijn voorstel nader
toe. Het is zijn bedoeling, de zaak nog
even uit te stellen, niet om er mee te
wachten totdat de plannen van een even
tueel nieuw gebouw onder de oogen gezien
zijn.
De heer Huurman merkt op, dat hij
niet een geheel nieuw stadhuis heeft voor
FEUILLETON.
HET HUIS OM DENHOEK
Uit het Engelsch van:
Louis Tracy.
(Nadruk verboden).
Betty deed wat ze beloofd had. Ze deed
geen enkele poging om haar bezoek te relc-
cen, maar deponeerde haar boodschappen
op de tafel in de hall en beloofde dat zij
of haar moeder 's morgens tegen zeven uur
zouden komen.
Moet U gewekt worden, mijnheer?
troeg ze, na even nagedacht te hebben.
Ja, wel graag. Ik ben een gezonde
slaper, verzekerde hij ernstig.
Daarna bereidde hij zich een avondmaal
van eieren en spek, zette thee en roosterde
brood, kookte, doolde een beetje door den
tuin, las wat, zat een heelen tijd in gedach
ten en ging naar bed. Het was even over
tienentoen hij 't licht uitdeed.
Om half twaalf ongeveer werd hij wak
ker door een geweldig lawaai in de hall.
Hij sprong dadelijk uit bed en moest
lachen om 't succes van een weinig-gecom
pliceerde hinderlaag, bestaande uit een
gong, wat touw en een stuk hout, die hij
als val had opgezet!
Hij stond nog niet met zijn voeten op
den grond of hij hoorde de voordeur dicht
gaan; hij vloog naar het raam en zag
Betty Jackson over 't pad rennen of haar
leven er van afhing. In die Noordelijke he-
öielstieken is het 's nachts nooit heelemaal
donker. Hij herkende heb meisje niet al
leen, maar hij kon zelfs haar schouders
op en neer zien schokken onder haar wan
hopig gesnik.
't Spijt me, als ik je de angst op het
lijf gejaagd heb, meid, maar je hebt het
aan jezelf te wijten, zei hij hardop. Ik
denk wel, dat ik nu ongestoord tot zeven
uur zal kunnen slapen.
Maar daar vergiste hij zich toch in. Hij
was nauwelijks weg van het raam, waar
aan hij nog een oogenblik had staan kijken
naar de schoonheid van het landschap, of
een hevig gebons eenige keeren herhaald,
bereikte zijn oor. Hij wist niet dadelijk
waar het geluid vandaan kwam, maar na
den tweeden en werden slag was hij er ze
ker van, dat het van de vliering kwam.
Na een paar minuten werden de drie
slagen herhaald.
Hij liet een automatisch pistool in den
zak van zijn pyama glijden; nam een elec-
trische zaklantaarn uit een la, maar was
natuurlijk te verstandig om deze te gebrui
ken, anders dan om iemand door den hel
len schijn van de wijs te brengen. Hij stak
zijn blocte voeten in pantoffels, opende de
deur en liep naar Jt trapportaal.
Nu zal Isis ontsluierd worden, dacht
hij, toen hij naar de eerste trede van de
zoldertrap tastte. Er waren stalen zenu
wen en een grooten moed voor noodig om
in 't donker door een vreemd huis te
sluipen een huis, waarin griezelige din
gen waren gebeurd en waarover spook
verhalen de ronde deden, maar in verhou
ding tot wat Robert Armathwaite al in
zijn leven had doorgemaakt, was dit avon
tuur niets dan een dolle streek van de
zelfde soort als de krijgslist, die hij juist
tegen Betty Jackson had gebruikt. En toen
gesteld doch alleen om te overwegen of het
niet goedkooper zou zijn als men een nieuw
gebouw zou zetten. Het een houdt verband
met het ander. Wanneer men" toch gaat
reorganiseeren, moet men alles met elkaar
in verband brengen.
De heer Schüller geeft B. en W. in
overweging om nog eens met den directeur
van gemeentewerken nader in overleg te
treden.
De heer Parmentier bestrijdt nog
maals het voorstel-van Es. Wij behandelen
voorstellen van meer importantie ook op
deze wijze.
Do heer Groeneveld is voor uitstel.
Het is een doodgewone kwestie van be
leefdheid, om de /aak uit te stellen, als
er een paar leden zijn, die de kwestie nog
nader wensehen te bestudeeren; wordt als
de verbouwing niet zoo urgent is, dat er
niet een paar weken gewacht kan worden.
Er zijn reeds duizenden aan dit gebouw
veranderd en de toestand,, is thans hoogst
onbevredigend. Wij moeten thans eens re
kening houden met de toekomst, of wij op
die manier maar door kunnen gaan.
De heer Wilbrink wil de zaak wel
uitstellen, mits het de bedoeling maar niet
is, om deze zaak te koppelen aan een
grootseh verbouwingsplan.
Wethouder Splinter meent, dat do
heer v. Es niet met dit tvoorstel zou zijn
gekomen, als B. en W. niet de vriendelijk
heid hadden gehad om de raadsleden uit
te noodigen zelf de situatie in oogen-
schouw te nemen. Thans hebben de hee
ren alles gezien en nu willen zij zelf als
deskundige optreden. Er is van die loeali
teiten niets anders te maken. Zooals B. en
W. het voorstellen, worden de localen voor
een tamelijk luttel bedrag nuttig aange
wend. Wellicht moeten wij over een paar
jaar met nieuwe plannen komen, maar als
wij thans de zaak uitstellen totdat wij al
les met elkaar in verband hebben overwo
gen, dan komt er van een verbetering van
het voormalige politiebureau binnen af-
zienbaren tijd niets terecht.
Het voorstel van Es tot uitstel wordt
daarna verworpen met 1910 stemmen.
Voor stemde de S. D. A. P. behalve de
heeren Kooistra en Verwey en de heeren
Wilmer en v. Es.
Wethouder Gosling/ beantwoordt
daarna de financieele opmerkingen van
den heer de Reede, die het met den wet
houder in 't geheel niet eens blijkt te zijn
over de financieele politiek der gemeente.
Daar de strijd zich teveel beweegt op spe
cialistisch terrein heeft men er weinig in
teresse in.
In stemming gebracht wordt hei voor
stel van B. en W. aangenomen met alge-
meene stemmen.
Een Belastingkwestie.
15o. Verordening, houdende wijziging van
de verordening van 9 Augustus 1921 (Ge
meenteblad No. 14), regelende de heffing
van eene plaatselijke belasting voor het
gebruik van openbare gemeentewerken en
-bezittingen te Leiden en voor diensten
door de gemeente bewezen.
De heer R o m ij n is het met de toelich
ting van B. en W. niet eens. Hij wenscht
deze wijziging meer op te vatten als een
authentieke interpretatie van de vorige
verordening. Dit in verband met reclames
op de toepassing van de vorige verorde
ning. Verder wenscht spr. een verschillend
tarief naarmate de mate van de verontrei
niging door de gebruikers.
De lieer Reede kan zich met deze wij
ziging geheel vereenigen. Hij beveelt de
genen, die gereclameerd hebben, aan in de
clementie van B. en W.
De heer Wilmer sluit zieli aan bij de
beschouwing van den heer Romijn. Dat is
van belang voor de reclames. Is echter de
vorige verordening niet juist toegejiast,
dan moeten allen hun geld terughebben
en niet alleen degenen, die gereclameerd
hebben.
Wethouder G o s 1 i n g a moet de illusie
wegnemen alsof deze verordening een in
terpretatie zou zijn van de vorige. Het is
een geheel nieuwe verordening. De vroege
re verordening werd vroeger min of meer
willekeurig toegepast en de strenge toe
passing ervan later heeft geleid tot klach
ten en daarna tot de thans voorgstelde
wijziging. Spr. zou persoonlijk graag de
reclames onder de oogen willen zien, doch
als wethouder kan spr. daartoe niet over
gaan, omdat de letter van de wet strikt is
toegepast. Juist de strikte toepassing van
de verordening heeft haar onhoudbaar
heid aan den dag gebracht, doch dat is
nog geen reden om aan deze wijziging te
rugwerkende kracht te verleenen. Een
verschillend tarief, zooals de heer Romijn
wil, acht spr. oiuuogelijk.
De heer Wilmer merkt nog» op, dat de
rechtstoestand van reclamanten en niet-
reclamanten eigenlijk precies dezelfde is,
althans wanneer, zooals hier, de reclame
gegund is op een niet juiste toepassing
van de verordening.
Daarna wordt het voorstel z. h. st. aan
genomen.
De rechtstoestand van het perso
neel van Endegesst, Vocrgeest
en Rhijngeest.
16o. Verordening, regelende den rechts
toestand vau de verplegers in dienst van de
gestichten „Endegeest, V'oorgeest en Rhijn
geest".
(B. cn W. stellen voor een regeling als
geldend voor het overige ambtenaren
corps).
De heer Kooistra meent, dat deze
verordening geen voorlooper moet zijn van
veranderingen voor ander gemeenteper-
soneel. Zoo zijn bijv. niet voldoende rege
lingen getroffen wat betreft het verlof. De
commissie van het Georg. Overleg moet
eerst gehoord worden.
Wethouder Reimeringer zegt, dat
de rechtsregeling van deze ambtenaren
uitgesloten is van het Georg. Overleg, om
dat hun positie buitengewoon moeinjk is.
Wel is aan gedelegeerden van het perso
neel gelegenheid gegeven om hun wen
sehen kenbaar te maken en B. cn W. heb
ben daarmede in ruime mate rekening ge
houden.
Bij art. 1 der verordening vraagt de
heer Kooistra of deze verordening al
leen geldt voor de vaste verplegers.
Wethouder Reimeringer bevestigt
dat. Los personeel wordt na een jaar
in vast dienstverband opgenomen.
De heer Kooistra Dan doen wij on
bezonnen werk. Want van de meer dan
100 verplegers en verpleegsters zijn er
slechts 15 in. vasten dienst. Er zijn zelfs
personen, die reeds 8 jaar in dienst zouden
zijn voor vast te zijn aangesteld. Spr.
dient een voorstel in om het woord „vast"
(nl. vasten dienst) te doen vervallen.
De heer S p e n d e 1 vraagt of het j'uist
is, dat er verplegers of verpleegsters zijn,
die reeds jaren in lossen dienst zijn. Ver
der vraagt spreker of de dienstcommissie
accoord is gegaan met de bepaling „in
vasten dienst".
Wethouder Reimeringer antwoordt
dat de mogelijkheid bestaat om na een
jaar in vasten dienst te worden opgeno-.
men. Verschillenden echter wenschten lie
ver in los dienstverband te blijven.
De heer Spendel: ls dat percentage
zoo groot?
De heer Kooistra wil zijn amende
ment intrekken als vast staat dat ieder
die het wil na een jaar voor vast wordt
aangesteld. Een dergelijke bepaling staat
echter nergens in de verordening.
De Voorz. wijst op art. 2.
De heer Heemskerk is niet tegen
dat art. 2, doch hij vraagt of het nooit
voorkomt, dat vast personeel van de eene
inrichting overgaat naar een andere in
richting eveneens in vast dienstverband.
In dat geval zou art. 2 dat eerst een jaar
lossen dienst vereischt, een belemmering
zijn.
De Voorz. merkt op, dat dit practisch
nooit voorkomt.
De heer Wilbrink vraagt losse
dienst ook meetelt voor pensioen;
De Voorz. wijst op het derde I van
art. 2 dat dezen tijd meetelt.
De heer Wilbrink Ja, dat staat wel
in de verordening, doch de pensioenwet
houdt er geen rekening mee.
Spr. stelt een andere redactie voor,
waardoor dè moeilijkheid wordt omzeild.
De V o o r z. ontraadt zulk een amende
ment zoo plotseling te aanvaarden. B. en
W. willen de zaak wel eerst eens onderzoe
ken.
Het amendement-Wilbrink wordt daar
na in handen van B. en W. gesteld om
prae-advies.
Bij art. 20 wenscht de heer Kooistra
dit art. ook te doen toepassen op uitwo
nend personeel.
De heer R o m ij n vestigt er de aan-
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's voor Woensdag 7 Maart.
Hilversum, 1060 M.
12.00 Politieber.
12.30—2.00 Lunchmuziek door het trio
Groeneveld.
.303.00 Cursus leerbewerking door Mej.
C. Schaake-Verkozen.
3.00—4.00 Maak het zelf!, door Movr.
Schaake-V erkozen.
5.307.15 Concort door het Omroep-or-
kest.
7.15 Gezondheidshalfuurtje door P. v. (I.
Zande: De beteekenis van de consullalic-
bureaux voor de zuigelingenbcscherming.
7.45 Politie be/.
8.059.10 Joodsch uurtje verzorgd door
de ver. „Bethsolel". Hcrm. Leydensdorff
viool. Ober Cantor A. Behrmann en het
joodschc Kinderkoor o. 1. v. Jacob Hamel.
9.10 Lezingen over Oost en West. W. R.
Menkman: Het gewest Curagao.
10.00 Persber.
10.10—11.10 Vroolijke avond door Van
Dijks Volendammers. Ie Volendammcr ac
cordeon kwartet. F. A. Wolf: xylophon.
Huizen, 340.9 M. (Na 6 uur 1950 M.)
12.301.45 N.C.R.V. Concert. Mej. L.
Lauenrot: piano. Mej. M. Scagcr: viool.
Mevr. J. Hehl; cello.
5.15G.15 N.C.R.V. Kinderuurtje o. 1. v.
den heer H. v. d. Berg. Mej. T. R. E. Mul-
derrsopraan.
7.007.30 Stenografielcs.
7.30—S.00 N.C.R.V. Lezing door K. Lan-
terinans: Idealen van jonge menschen.
8.00 N.C.R.V. Concert vanuit de Zuider-
kerk te Rotterdam.
Daventry, 1600 M.
10.35 Kerkdienst.
11.20 Het Gershom Partington kwintet
en solisten.
I.20—2.20 Orkestconcert.
2.50 Causerie.
3.10 Concert.
3.20 Gedichtenvoorlezing.
3.50 Concert.
4.05 Lezing.
4.20 Licht klassiek concert.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Dansmuziek.
6.40 Tuinb. causerie.
6.50 Nieuwsber.
7.05 Dansmuziek.
7.20 Lezing.
7.35 Pianoduetten van Mozart.
7.45 Lezing: The muscle and its energy.
8.05 Licht orkestconcert. B. Hoopers:
tenor.
9.20 Nieuwsber.
9.35 Onderhoud met Dr. Esatman, hoofd
der Sioux.
9.50 Nieuwsber.
9.55 „Rainpa", 6pel in 4 act en van M.
Mohr.
II.20—12.20 Dansmuziek.
„R a d i o-P a r i b", 1750 M.
10.50—11.00 Concert.
12.502.10 Klassieke kwartetten.
4.055.05 Orkestconcert.
8.5U—11.20 Concert.
Langen berg, 469 M.
12.251.50 Orkestconcert.
5.206.20 Harmonica-concert.
7.207.45 Dansles.
7.50 „Arlekin", het Russische kunste
naarstheater. Daarna tot 11.20 Dansmu
ziek.
KÖnigswusterhausen, 1250 M.
(Z o e s e n).
11.207.05 Lezingen en lessen.
8.20 Orkestconeert. Grosse Fuge, Beet
hoven. Vioolconcert on. 77, Brahms.
9.35 16e Berliner Hallensportfcest.
10.0511.50 Dansmuziek.
Hamburg, 395 M.
3.35 Aug. Hinrichs leest uit eigen wer
ken.
4.20 Zang met abligaat-instruin.
5.20 Orkestconeert.
7.35 Werken van Mendelssohn door or
kest.
8.35 Lezing. Daarna tot 11.50 Cabaret.
Jazzband en variété-artisten.
Brussel, 509 M.
5.206.20 Trioconcert.
8.3510.35 Peter Benoit-fcest. „De
Schelde', oratorium voor orkest, gem.
koor en soli van Peter Benoit.
hij de trap opging, vlak langs den kant, om
op die manier 't kraken der treden te voor
komen, kwam dat onheilspellende geklop
weer, luider nu en met meer aandrang.
HOOFDSTUK III.
Toen Armathwaite het trapportaal be
reikt had, hoorde hij een gesmoord snik
ken en het trapluik trilde onder het vast
beraden, bijna booze gestamp of gehamer.
Een deel van het geheim, dat hing over
dit beruchte spookhuis stond op het punt
opgehelderd te worden. Toen James Wal
ker den grendel voor het luik had ge
schoven, had hij, zonder het te weten,
iemand op de vliering opgesloten: cn deze
gevangene vroeg nu luid om bevrijding.
Betty Jackson was in het geheim. Ze
was bekend met de aanwezigheid van den
indringer, maar ze wist blijkbaar niet,
waar deze een schuilplaats had gezocht
vandaar haar herhaalde poging om toe
gang tot het huis te krijgen, het gebruik
van de ladder en haar eenigszins gewaagd
bezoek tijdens deze nachtelijke uren.
Hoe op met dat geklop! riep hij naar
boven. Wie ben je en hoe kom je cr toe
jezelf op deze manier op te sluiten
Laat me eruit, alstublieft! antwoord
de een gedempte stem. Ik zal alles uit
leggen heusch!
Armathwaite was buitengewoon ver
baasd. De smeekbede, huilerig en heesch
uitgesproken, was het tegenovergestelde
van wat hij had verwacht. Hij had ge
dacht een grove stem te zullen hooren in
een of ander dialect van de streek. Maar
dit was een beschaafde stem, een stem met
een eigenaardig week en zangerig timbre.
AU right! riep hij, terwijl hij met
moeite een lach onderdrukte. Ik za! een
stoel halen en den grendel wegschuiven.
Ik veronderstel, dat je de ladder zelf kunt
laten zakken?
Natuurlijk ik heb hem er zelf op
getrokken.
Weer paste de stem niet bij de omstan
digheden. Maar Armathwaite pakte dezelf
de stoel, die Walker had gebruikt, knipte
de electrische zaklantaaarn aan en duwde
het luik eenige centimeter omhoog, nadat
hij den grendel er voor weg had geschoven
Hou vast! zei hij. Ik zal je licht
geven.
Het luik werd opgetrokken en hij zag
even een baardeloos gezicht vanuit het
schemerdonker turen. Hij sprong op den
grond, zette den stoel aan den kant en
wachtte op wat er verder zou gebeuren.
Spoedig verscheen de ladder, die vervol
gens werd vastgemaakt. Toen kwamen er
twee sterke bruine schoenen, een paar
slanke enkels in zwarte kousen en het
einde van een paar omgeslagen pijpen van
een grijs flanellen broek. De bezitter van
deze kleedingstukkcn bleef een oogenblik
op de bovenste sport van de ladder zill
alsof hij weinig zin had om naar benen.':i
te gaan en Armathwaite merkte tot zijn
groote verbazing dat de kousen van zij
waren.
Wilt U zoo vriendelijk zijn mij te be
loven, mij niet bij mijn beenen te pakken
als ik beneden kom? zei de stem.
Ik heb niet de minste lust je bij je
beenen of in je kraag te pakken, als jo je
fatsoenlijk gedraagt, zei Armathwaite.
U begrijpt de situatie natuurlijk niet,
luidde hot zonderlinge protest, maar ik
heb niets verkeerds gedaan en ben ook
niet van plan dat te doen. Deze belache
lijke situatie zou vermeden zijn als die
jonge kwast het luik niet gegrendeld had.
Ik kan me niet begrijpen, waarom hij dat
deed. Hij had er toch niets mee te maken.
En mag ik U vragen wie U bent?
Ik zal op alle beleefde vragen ant
woorden en 't kan zijn dat ik er van mijn
kant ook een paar zal stellen als U zoo
goed wilt zijn nader te komen.
O, 't is al te zot, was het gemelijke
antwoord. Klaarblijkelijk keek de jongo
man, die nu geheel te voorschijn kwam in
zijn grijs flanellen pak liever zijn bevrijder
aan dan hij de trap afdaalde op de vei
ligste manier, die zou beteekenen, dat hij
hem voor een oogenblik de rug zou moeten
toedraaien, 't Was ook mogelijk dat hij
zenuwachtiger was, dan zijn opmerkingen
deden vermoeden, want voordat hij den"
grond had bereikt, gleed zijn eene voet uit,
zoodat hij struikelde. Do punt van zijn
andere schoen kwam achter een sport en
hij viel- met een smak in de armen van
Armathwaite, die hem stevig moest vast
grijpen, opdat hij niet hals over kop naar
beneden zou vallen. Door de reddingspo
ging van Armathwaite viel de lantaarn en
het tweetal was omhuld door diepe duis
ternis.
01 schreeuwde de jongen in doods
angst. Doe me geen kwaadIk heb
niets slechts gedaan, heusch niet!
Armathwaite viel van de eene verbazing
in de andere; hij wist oogenblikkelijk dat
hij een meisje tegen zijn borst gedrukt
hield en stevig ook.
(Wordt vervolgd).