STADSNIEUWS. 11 TWEEDE BLAD „DE LEIDSCHE COURANT" DINSDAG 6 MAART 1928 UIT DE LEIDSCHE VROEDSCHAP. Boerhaave blijft, waar hij is. Besloten tot verbouw van het Raadhuis. Wijziging van een streng-toegepaste belasting-ver ordening. Boerhaave blijft staan waar hij slaat aldus besliste de Baad bij het 13de punt van de agendade vorige hadden niet veel discussie uitgelokt. Wij kunnen er ons in denken, dat de Baad geen 3000 gld. over had voor een verplaatsing van het stand beeld van dezen grooten geneeskundige van het oude naar het nieuwe ziekenhuis, zooals B. en W. voorstelden. Maar andere Idan een financieel bezwaar konden wij niet gevoelen. Integendeel, de door B. en |\V. uitverkoren plaats zou o.i. beter zijn dan de tegenwoordige. Bij het volgend agenda-punt, verbouwing van het Raadhuis, werd ook nog al wat gepraat, doch ten slotte werd het voorstel van B. en W. zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Hoe B. en W. zich denken een zeer noodige vergrooting van de Raad zaal, daaromtrent bleef de Raad onkun dig, waarschijnlijk omdat B. en W. zelf nog niet weten op welke wijze dat zal moe ten gebeuren, 't Bevreemdde ons wel, dat rvv men dit punt niet tegelijkertijd had over- j; ivogen met de nu voorgestelde verbou wing. Daarna punt 15. Het vorige jaar is de plaatselijke belastingen voor het gebruik openbare gemeentewerken en -bezit- tingeu te Leiden en voor diensten door de gemeente bewezen op een zoodanige wijze in practijk gebracht, dat de gemeente er donr in een zekere beroering werd ge- iraclitDe tegenwoordige wethouder van inanciën, de heer Goslinga, was het met leze het vorig jaar door zijn voorganger gepractiseerde interpretatie niet eens en ils gevolg daarvan werd de Raad nu een gewijzigde verordening voorgelegd, zoo adat in den vervolge veel minder geval- len onder deze belasting zullen vallen. De ^wethouder zegde nog toe, de reclames, welke ware ingediend naar aanleiding van de aanslagen in het vorig jaar, niet met een al te streng-fiscaal oog te bezien. Ver der kan de wethouder niet gaan. Juridisch gaat bij al heel ver. Want, één van bei de: óf allen, gereclameerd of niet, te ruggeven van de belasting, die zij het vo- jaar betaald hebben en volgens de nu langenomen verordening niet hadden be- ïoeven te betalen, óf niemand. Maar ils dit dilemma zou zijn aanvaard, zou het wel 'lis ten nadeele van de belastingbeta ler hebben kunnen uitvallen. Ten slotte een verwarde, uitgerafelde discussie over de regeling van de rechts- mositie van het personeel der geslichten. Enhet einde? Neen, er bleef nog over een interpellatie, rondvraag en een naar de voorzitter zeide korte zitting net gesloten deuren, 't Zal in 'n 20 mi- luten afgeloonen kunnen zijn. Maar de Raadsleden wilden naar huis, 't was bij fcessen geworden, en de meerderheid ver- boos liever voor wat er nog te bepraten viel 's avonds terug te komen. Er is dan ook een avondzitting ge volgd. Hierin is o.m. nog besloten tot het aan gaan van een geldleeningde verhooging van het honorarium van den gemeentelij ken Commissaris bij de Leidsche Duinwa termaatschappij. GEMEEENTERAAD. (V ervolg) Verbouwing Raadhuis. 14o. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de kosten van ver bouwing van het Raadhuis en het perceel Visehmarkt no. 11 en het aanbrengen van centrale verwarming in het Raadhuis. De heer M a n d e r s ontkent niet, dat er eenige verbetering noodig is. Integen- deel, hij gelooft dat het geraamde bedrag van 41.000 wel wat te laag gesteld is; os wil men alles degelijk herstellen. De heer S c h 11 e r meent eveneens, dat er veel meer noodig zal zijn voor de restauratie dan 41.000. Ter voorkoming van latere geruchten, dat er met geld is gesmeten, wil spr. nu reeds het bedrag verhoogen. Het gebouw is de laatste 20 jaren schromelijk verwaarloosd. Was er geregeld gerestaureerd, dan zouden wij nu niet voor zulke kosten staan. Hij vraagt verder B. en W. om te overwegen of de raad niet wat beter gehuisvest kan wor den. De ruimte is totaal onvoldoende, zoo wel voor de raadsleden zelf als voor. de pers. De heer Wilbrink vestigt er in ver band met de in uitzicht gestelde reorgani satie do aandacht op, dat een bouw-ex- ploitant te lang moet wachten op een bouwvergunning. Spr .is vervolgens tegen een uitbreiding van het geraamde bedrag. Men kan beter later het tekort aanvullen. De heer v. E s wenscht dit voorstel tot een volgende vergadering aan te houden, om den raadsleden gelegenheid te geven zich nader door deskundigen te laten in lichten. De heer de R e e d e maakt ccnige financieele opmerkingen, o. a. inzake af schrijving en aflossing. De heer Huurman wenscht het ge raamde bedrag niet bij voorbaat te ver hoogen. De heeren, die de raming ge maakt hebben, moeten toch op de hoogte zijn. En wanneer de raming later te laag blijkt, dan kan een nieuw bedrag worden aangevraagd. Spreker acht het wellicht beter als men eens een geheelc reorganisatie in het oog nam van het geheele stadhuiswezen. De kwestie zou dan wel eens naar voren kun nen komen, of een geheel nieuw stadhuis niet wenschelijk was. Spr. wil er geen voor stel van maken, 'maar hij geeft hei B. en W. in overweging, omdat een voortduren de verbouwing ten slotte nog duurder uit komt, zonder dat men tot bevredigende resultaten komt. De heer Groen eveld meent ook, dat als die verbouwing toch eigenlijk maar gepruts is. Het is in dit stadhuis een ware hokkenboel. Spr. gevoelt veel voor het idee van den heer Huurman, om een grootseh opgezette verbouwing in overweging to nemen. Vandaar dat ook hij voorstelt dez« zaak nog eens aan te houden. De heer v. E s wijst er nog eens op, dat er voortdurend meer ruimte noodig zal zijn en een telkens gedane incidenteele verbouwing duur is zonder tot bevredigen de resultaten te leiden. Mevr. B r a g g a a r-d e D o e s vestigt er de aandacht op, dat de lokalen wel eens wat beter schoongemaakt moeten worden. Wethouder Splinter zegt, dat er o.a. de dakverbetering niet begrepen is in de geraamde onkosten. Aangaande een nieuwe raadszaal en eventueele grootseh opgezette verbouwin gen zegt spr., dat deze plannen niet in verband staan met de thans voorgestelde veranderingen.' Het gaat thans over de verandering van het oude politiebureau. Wij kunnen deze loealiteiten toch gaan ge bruiken afgescheiden van eventueele groo- tere plannen. Het plan tot verplaatsing van de raadzaal zal een grooten tijd van voorbereiding kosten en B. en W. hebben deze aangelegenheid reeds onder de oogen gezien. Spr. geeft den raad derhalve in overweging om het prae-advies aan te ne men en het voorstel-van Es tot uitstel te verwerpen. De V o o r z. sluit zich daarbij aan. Wan neer men plannen gaat maken voor een nieuwe raadzaal en een nieuw stadhuis dan zal dat heel wat misère geven en bo vendien millioenen kosten. Het stadhuis is wel een oud gebouw, doch voldoet aan zeer redelijke eisclien. In ieder geval moet het gedeelte, waarin het politiebureau was gehuisvest, thans dringend gerestaureerd worden. Dat duldt geen uitstel. De heer Parmentier gelooft, dat de kwestie van een eventueel nieuw stadhuis niets te maken heeft met het onderhavige voorstel, wat alleen gaat over dringende restauratie van een aparte vleugel. De heer Mand.ers merkt nogmaals op, dat degelijke verbetering dringend noodzakelijk is. Wij moeten niet langer wachten. De heer v. E s licht zijn voorstel nader toe. Het is zijn bedoeling, de zaak nog even uit te stellen, niet om er mee te wachten totdat de plannen van een even tueel nieuw gebouw onder de oogen gezien zijn. De heer Huurman merkt op, dat hij niet een geheel nieuw stadhuis heeft voor FEUILLETON. HET HUIS OM DENHOEK Uit het Engelsch van: Louis Tracy. (Nadruk verboden). Betty deed wat ze beloofd had. Ze deed geen enkele poging om haar bezoek te relc- cen, maar deponeerde haar boodschappen op de tafel in de hall en beloofde dat zij of haar moeder 's morgens tegen zeven uur zouden komen. Moet U gewekt worden, mijnheer? troeg ze, na even nagedacht te hebben. Ja, wel graag. Ik ben een gezonde slaper, verzekerde hij ernstig. Daarna bereidde hij zich een avondmaal van eieren en spek, zette thee en roosterde brood, kookte, doolde een beetje door den tuin, las wat, zat een heelen tijd in gedach ten en ging naar bed. Het was even over tienentoen hij 't licht uitdeed. Om half twaalf ongeveer werd hij wak ker door een geweldig lawaai in de hall. Hij sprong dadelijk uit bed en moest lachen om 't succes van een weinig-gecom pliceerde hinderlaag, bestaande uit een gong, wat touw en een stuk hout, die hij als val had opgezet! Hij stond nog niet met zijn voeten op den grond of hij hoorde de voordeur dicht gaan; hij vloog naar het raam en zag Betty Jackson over 't pad rennen of haar leven er van afhing. In die Noordelijke he- öielstieken is het 's nachts nooit heelemaal donker. Hij herkende heb meisje niet al leen, maar hij kon zelfs haar schouders op en neer zien schokken onder haar wan hopig gesnik. 't Spijt me, als ik je de angst op het lijf gejaagd heb, meid, maar je hebt het aan jezelf te wijten, zei hij hardop. Ik denk wel, dat ik nu ongestoord tot zeven uur zal kunnen slapen. Maar daar vergiste hij zich toch in. Hij was nauwelijks weg van het raam, waar aan hij nog een oogenblik had staan kijken naar de schoonheid van het landschap, of een hevig gebons eenige keeren herhaald, bereikte zijn oor. Hij wist niet dadelijk waar het geluid vandaan kwam, maar na den tweeden en werden slag was hij er ze ker van, dat het van de vliering kwam. Na een paar minuten werden de drie slagen herhaald. Hij liet een automatisch pistool in den zak van zijn pyama glijden; nam een elec- trische zaklantaarn uit een la, maar was natuurlijk te verstandig om deze te gebrui ken, anders dan om iemand door den hel len schijn van de wijs te brengen. Hij stak zijn blocte voeten in pantoffels, opende de deur en liep naar Jt trapportaal. Nu zal Isis ontsluierd worden, dacht hij, toen hij naar de eerste trede van de zoldertrap tastte. Er waren stalen zenu wen en een grooten moed voor noodig om in 't donker door een vreemd huis te sluipen een huis, waarin griezelige din gen waren gebeurd en waarover spook verhalen de ronde deden, maar in verhou ding tot wat Robert Armathwaite al in zijn leven had doorgemaakt, was dit avon tuur niets dan een dolle streek van de zelfde soort als de krijgslist, die hij juist tegen Betty Jackson had gebruikt. En toen gesteld doch alleen om te overwegen of het niet goedkooper zou zijn als men een nieuw gebouw zou zetten. Het een houdt verband met het ander. Wanneer men" toch gaat reorganiseeren, moet men alles met elkaar in verband brengen. De heer Schüller geeft B. en W. in overweging om nog eens met den directeur van gemeentewerken nader in overleg te treden. De heer Parmentier bestrijdt nog maals het voorstel-van Es. Wij behandelen voorstellen van meer importantie ook op deze wijze. Do heer Groeneveld is voor uitstel. Het is een doodgewone kwestie van be leefdheid, om de /aak uit te stellen, als er een paar leden zijn, die de kwestie nog nader wensehen te bestudeeren; wordt als de verbouwing niet zoo urgent is, dat er niet een paar weken gewacht kan worden. Er zijn reeds duizenden aan dit gebouw veranderd en de toestand,, is thans hoogst onbevredigend. Wij moeten thans eens re kening houden met de toekomst, of wij op die manier maar door kunnen gaan. De heer Wilbrink wil de zaak wel uitstellen, mits het de bedoeling maar niet is, om deze zaak te koppelen aan een grootseh verbouwingsplan. Wethouder Splinter meent, dat do heer v. Es niet met dit tvoorstel zou zijn gekomen, als B. en W. niet de vriendelijk heid hadden gehad om de raadsleden uit te noodigen zelf de situatie in oogen- schouw te nemen. Thans hebben de hee ren alles gezien en nu willen zij zelf als deskundige optreden. Er is van die loeali teiten niets anders te maken. Zooals B. en W. het voorstellen, worden de localen voor een tamelijk luttel bedrag nuttig aange wend. Wellicht moeten wij over een paar jaar met nieuwe plannen komen, maar als wij thans de zaak uitstellen totdat wij al les met elkaar in verband hebben overwo gen, dan komt er van een verbetering van het voormalige politiebureau binnen af- zienbaren tijd niets terecht. Het voorstel van Es tot uitstel wordt daarna verworpen met 1910 stemmen. Voor stemde de S. D. A. P. behalve de heeren Kooistra en Verwey en de heeren Wilmer en v. Es. Wethouder Gosling/ beantwoordt daarna de financieele opmerkingen van den heer de Reede, die het met den wet houder in 't geheel niet eens blijkt te zijn over de financieele politiek der gemeente. Daar de strijd zich teveel beweegt op spe cialistisch terrein heeft men er weinig in teresse in. In stemming gebracht wordt hei voor stel van B. en W. aangenomen met alge- meene stemmen. Een Belastingkwestie. 15o. Verordening, houdende wijziging van de verordening van 9 Augustus 1921 (Ge meenteblad No. 14), regelende de heffing van eene plaatselijke belasting voor het gebruik van openbare gemeentewerken en -bezittingen te Leiden en voor diensten door de gemeente bewezen. De heer R o m ij n is het met de toelich ting van B. en W. niet eens. Hij wenscht deze wijziging meer op te vatten als een authentieke interpretatie van de vorige verordening. Dit in verband met reclames op de toepassing van de vorige verorde ning. Verder wenscht spr. een verschillend tarief naarmate de mate van de verontrei niging door de gebruikers. De lieer Reede kan zich met deze wij ziging geheel vereenigen. Hij beveelt de genen, die gereclameerd hebben, aan in de clementie van B. en W. De heer Wilmer sluit zieli aan bij de beschouwing van den heer Romijn. Dat is van belang voor de reclames. Is echter de vorige verordening niet juist toegejiast, dan moeten allen hun geld terughebben en niet alleen degenen, die gereclameerd hebben. Wethouder G o s 1 i n g a moet de illusie wegnemen alsof deze verordening een in terpretatie zou zijn van de vorige. Het is een geheel nieuwe verordening. De vroege re verordening werd vroeger min of meer willekeurig toegepast en de strenge toe passing ervan later heeft geleid tot klach ten en daarna tot de thans voorgstelde wijziging. Spr. zou persoonlijk graag de reclames onder de oogen willen zien, doch als wethouder kan spr. daartoe niet over gaan, omdat de letter van de wet strikt is toegepast. Juist de strikte toepassing van de verordening heeft haar onhoudbaar heid aan den dag gebracht, doch dat is nog geen reden om aan deze wijziging te rugwerkende kracht te verleenen. Een verschillend tarief, zooals de heer Romijn wil, acht spr. oiuuogelijk. De heer Wilmer merkt nog» op, dat de rechtstoestand van reclamanten en niet- reclamanten eigenlijk precies dezelfde is, althans wanneer, zooals hier, de reclame gegund is op een niet juiste toepassing van de verordening. Daarna wordt het voorstel z. h. st. aan genomen. De rechtstoestand van het perso neel van Endegesst, Vocrgeest en Rhijngeest. 16o. Verordening, regelende den rechts toestand vau de verplegers in dienst van de gestichten „Endegeest, V'oorgeest en Rhijn geest". (B. cn W. stellen voor een regeling als geldend voor het overige ambtenaren corps). De heer Kooistra meent, dat deze verordening geen voorlooper moet zijn van veranderingen voor ander gemeenteper- soneel. Zoo zijn bijv. niet voldoende rege lingen getroffen wat betreft het verlof. De commissie van het Georg. Overleg moet eerst gehoord worden. Wethouder Reimeringer zegt, dat de rechtsregeling van deze ambtenaren uitgesloten is van het Georg. Overleg, om dat hun positie buitengewoon moeinjk is. Wel is aan gedelegeerden van het perso neel gelegenheid gegeven om hun wen sehen kenbaar te maken en B. cn W. heb ben daarmede in ruime mate rekening ge houden. Bij art. 1 der verordening vraagt de heer Kooistra of deze verordening al leen geldt voor de vaste verplegers. Wethouder Reimeringer bevestigt dat. Los personeel wordt na een jaar in vast dienstverband opgenomen. De heer Kooistra Dan doen wij on bezonnen werk. Want van de meer dan 100 verplegers en verpleegsters zijn er slechts 15 in. vasten dienst. Er zijn zelfs personen, die reeds 8 jaar in dienst zouden zijn voor vast te zijn aangesteld. Spr. dient een voorstel in om het woord „vast" (nl. vasten dienst) te doen vervallen. De heer S p e n d e 1 vraagt of het j'uist is, dat er verplegers of verpleegsters zijn, die reeds jaren in lossen dienst zijn. Ver der vraagt spreker of de dienstcommissie accoord is gegaan met de bepaling „in vasten dienst". Wethouder Reimeringer antwoordt dat de mogelijkheid bestaat om na een jaar in vasten dienst te worden opgeno-. men. Verschillenden echter wenschten lie ver in los dienstverband te blijven. De heer Spendel: ls dat percentage zoo groot? De heer Kooistra wil zijn amende ment intrekken als vast staat dat ieder die het wil na een jaar voor vast wordt aangesteld. Een dergelijke bepaling staat echter nergens in de verordening. De Voorz. wijst op art. 2. De heer Heemskerk is niet tegen dat art. 2, doch hij vraagt of het nooit voorkomt, dat vast personeel van de eene inrichting overgaat naar een andere in richting eveneens in vast dienstverband. In dat geval zou art. 2 dat eerst een jaar lossen dienst vereischt, een belemmering zijn. De Voorz. merkt op, dat dit practisch nooit voorkomt. De heer Wilbrink vraagt losse dienst ook meetelt voor pensioen; De Voorz. wijst op het derde I van art. 2 dat dezen tijd meetelt. De heer Wilbrink Ja, dat staat wel in de verordening, doch de pensioenwet houdt er geen rekening mee. Spr. stelt een andere redactie voor, waardoor dè moeilijkheid wordt omzeild. De V o o r z. ontraadt zulk een amende ment zoo plotseling te aanvaarden. B. en W. willen de zaak wel eerst eens onderzoe ken. Het amendement-Wilbrink wordt daar na in handen van B. en W. gesteld om prae-advies. Bij art. 20 wenscht de heer Kooistra dit art. ook te doen toepassen op uitwo nend personeel. De heer R o m ij n vestigt er de aan- UIT DE RADIO-WERELD. Programma's voor Woensdag 7 Maart. Hilversum, 1060 M. 12.00 Politieber. 12.30—2.00 Lunchmuziek door het trio Groeneveld. .303.00 Cursus leerbewerking door Mej. C. Schaake-Verkozen. 3.00—4.00 Maak het zelf!, door Movr. Schaake-V erkozen. 5.307.15 Concort door het Omroep-or- kest. 7.15 Gezondheidshalfuurtje door P. v. (I. Zande: De beteekenis van de consullalic- bureaux voor de zuigelingenbcscherming. 7.45 Politie be/. 8.059.10 Joodsch uurtje verzorgd door de ver. „Bethsolel". Hcrm. Leydensdorff viool. Ober Cantor A. Behrmann en het joodschc Kinderkoor o. 1. v. Jacob Hamel. 9.10 Lezingen over Oost en West. W. R. Menkman: Het gewest Curagao. 10.00 Persber. 10.10—11.10 Vroolijke avond door Van Dijks Volendammers. Ie Volendammcr ac cordeon kwartet. F. A. Wolf: xylophon. Huizen, 340.9 M. (Na 6 uur 1950 M.) 12.301.45 N.C.R.V. Concert. Mej. L. Lauenrot: piano. Mej. M. Scagcr: viool. Mevr. J. Hehl; cello. 5.15G.15 N.C.R.V. Kinderuurtje o. 1. v. den heer H. v. d. Berg. Mej. T. R. E. Mul- derrsopraan. 7.007.30 Stenografielcs. 7.30—S.00 N.C.R.V. Lezing door K. Lan- terinans: Idealen van jonge menschen. 8.00 N.C.R.V. Concert vanuit de Zuider- kerk te Rotterdam. Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 11.20 Het Gershom Partington kwintet en solisten. I.20—2.20 Orkestconcert. 2.50 Causerie. 3.10 Concert. 3.20 Gedichtenvoorlezing. 3.50 Concert. 4.05 Lezing. 4.20 Licht klassiek concert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Dansmuziek. 6.40 Tuinb. causerie. 6.50 Nieuwsber. 7.05 Dansmuziek. 7.20 Lezing. 7.35 Pianoduetten van Mozart. 7.45 Lezing: The muscle and its energy. 8.05 Licht orkestconcert. B. Hoopers: tenor. 9.20 Nieuwsber. 9.35 Onderhoud met Dr. Esatman, hoofd der Sioux. 9.50 Nieuwsber. 9.55 „Rainpa", 6pel in 4 act en van M. Mohr. II.20—12.20 Dansmuziek. „R a d i o-P a r i b", 1750 M. 10.50—11.00 Concert. 12.502.10 Klassieke kwartetten. 4.055.05 Orkestconcert. 8.5U—11.20 Concert. Langen berg, 469 M. 12.251.50 Orkestconcert. 5.206.20 Harmonica-concert. 7.207.45 Dansles. 7.50 „Arlekin", het Russische kunste naarstheater. Daarna tot 11.20 Dansmu ziek. KÖnigswusterhausen, 1250 M. (Z o e s e n). 11.207.05 Lezingen en lessen. 8.20 Orkestconeert. Grosse Fuge, Beet hoven. Vioolconcert on. 77, Brahms. 9.35 16e Berliner Hallensportfcest. 10.0511.50 Dansmuziek. Hamburg, 395 M. 3.35 Aug. Hinrichs leest uit eigen wer ken. 4.20 Zang met abligaat-instruin. 5.20 Orkestconeert. 7.35 Werken van Mendelssohn door or kest. 8.35 Lezing. Daarna tot 11.50 Cabaret. Jazzband en variété-artisten. Brussel, 509 M. 5.206.20 Trioconcert. 8.3510.35 Peter Benoit-fcest. „De Schelde', oratorium voor orkest, gem. koor en soli van Peter Benoit. hij de trap opging, vlak langs den kant, om op die manier 't kraken der treden te voor komen, kwam dat onheilspellende geklop weer, luider nu en met meer aandrang. HOOFDSTUK III. Toen Armathwaite het trapportaal be reikt had, hoorde hij een gesmoord snik ken en het trapluik trilde onder het vast beraden, bijna booze gestamp of gehamer. Een deel van het geheim, dat hing over dit beruchte spookhuis stond op het punt opgehelderd te worden. Toen James Wal ker den grendel voor het luik had ge schoven, had hij, zonder het te weten, iemand op de vliering opgesloten: cn deze gevangene vroeg nu luid om bevrijding. Betty Jackson was in het geheim. Ze was bekend met de aanwezigheid van den indringer, maar ze wist blijkbaar niet, waar deze een schuilplaats had gezocht vandaar haar herhaalde poging om toe gang tot het huis te krijgen, het gebruik van de ladder en haar eenigszins gewaagd bezoek tijdens deze nachtelijke uren. Hoe op met dat geklop! riep hij naar boven. Wie ben je en hoe kom je cr toe jezelf op deze manier op te sluiten Laat me eruit, alstublieft! antwoord de een gedempte stem. Ik zal alles uit leggen heusch! Armathwaite was buitengewoon ver baasd. De smeekbede, huilerig en heesch uitgesproken, was het tegenovergestelde van wat hij had verwacht. Hij had ge dacht een grove stem te zullen hooren in een of ander dialect van de streek. Maar dit was een beschaafde stem, een stem met een eigenaardig week en zangerig timbre. AU right! riep hij, terwijl hij met moeite een lach onderdrukte. Ik za! een stoel halen en den grendel wegschuiven. Ik veronderstel, dat je de ladder zelf kunt laten zakken? Natuurlijk ik heb hem er zelf op getrokken. Weer paste de stem niet bij de omstan digheden. Maar Armathwaite pakte dezelf de stoel, die Walker had gebruikt, knipte de electrische zaklantaaarn aan en duwde het luik eenige centimeter omhoog, nadat hij den grendel er voor weg had geschoven Hou vast! zei hij. Ik zal je licht geven. Het luik werd opgetrokken en hij zag even een baardeloos gezicht vanuit het schemerdonker turen. Hij sprong op den grond, zette den stoel aan den kant en wachtte op wat er verder zou gebeuren. Spoedig verscheen de ladder, die vervol gens werd vastgemaakt. Toen kwamen er twee sterke bruine schoenen, een paar slanke enkels in zwarte kousen en het einde van een paar omgeslagen pijpen van een grijs flanellen broek. De bezitter van deze kleedingstukkcn bleef een oogenblik op de bovenste sport van de ladder zill alsof hij weinig zin had om naar benen.':i te gaan en Armathwaite merkte tot zijn groote verbazing dat de kousen van zij waren. Wilt U zoo vriendelijk zijn mij te be loven, mij niet bij mijn beenen te pakken als ik beneden kom? zei de stem. Ik heb niet de minste lust je bij je beenen of in je kraag te pakken, als jo je fatsoenlijk gedraagt, zei Armathwaite. U begrijpt de situatie natuurlijk niet, luidde hot zonderlinge protest, maar ik heb niets verkeerds gedaan en ben ook niet van plan dat te doen. Deze belache lijke situatie zou vermeden zijn als die jonge kwast het luik niet gegrendeld had. Ik kan me niet begrijpen, waarom hij dat deed. Hij had er toch niets mee te maken. En mag ik U vragen wie U bent? Ik zal op alle beleefde vragen ant woorden en 't kan zijn dat ik er van mijn kant ook een paar zal stellen als U zoo goed wilt zijn nader te komen. O, 't is al te zot, was het gemelijke antwoord. Klaarblijkelijk keek de jongo man, die nu geheel te voorschijn kwam in zijn grijs flanellen pak liever zijn bevrijder aan dan hij de trap afdaalde op de vei ligste manier, die zou beteekenen, dat hij hem voor een oogenblik de rug zou moeten toedraaien, 't Was ook mogelijk dat hij zenuwachtiger was, dan zijn opmerkingen deden vermoeden, want voordat hij den" grond had bereikt, gleed zijn eene voet uit, zoodat hij struikelde. Do punt van zijn andere schoen kwam achter een sport en hij viel- met een smak in de armen van Armathwaite, die hem stevig moest vast grijpen, opdat hij niet hals over kop naar beneden zou vallen. Door de reddingspo ging van Armathwaite viel de lantaarn en het tweetal was omhuld door diepe duis ternis. 01 schreeuwde de jongen in doods angst. Doe me geen kwaadIk heb niets slechts gedaan, heusch niet! Armathwaite viel van de eene verbazing in de andere; hij wist oogenblikkelijk dat hij een meisje tegen zijn borst gedrukt hield en stevig ook. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5