UIT HET VATICAAN. Illll TWEEDE BLAD 523 .ve' „DE LEIDSCHE COURANT" ZATERDAG 3 MAART 1928 Door Prof. FRANZ XAVERIUS ZIMMERMANN te Rome. Ieder jaar, als de heilige vastentijd be gint, komen, volgens oud gebruik, de pre dikanten, die in de parochiekerken van Jlome de lijdensmeditatie houden, op audiëmie bij den H. Vader. Vóór de audiëntie leggen de predikers de voorge schreven geloofsbelijdenis af in de handen van Z:Em. Kard. Pompili, de Vicaris van Z. H. voor het Bisdom Rome. Ook dit jaar werden zij door den H. Vader in audiëntie ontvangen. Deze had plaats in de consistoriezaa) waar Kard. Pompili de predikanten aan Z. El. voorstelde. (Wij hebben over deze audiëntie al een bericht geplaatst. Red. L. Crt.) Ook ontving Z. H. in audiëntie Mgr. Kirsch, directeur van het Pauselijk Ar cheologisch instituut. Deze professoren werden door Mgr. Kirsch en Mgr. Belvidin aan den H. Vader voorgesteld. Te midden der professoren staande sprak de H. Vader over de voldoening, die Z. H. had over de totstandkoming van het Archeologisch in stituut, dat Z .H. bijzonder dierbaar is, daar het de verwezenlijking is van plannen, reeds onmiddellijk na Zijne verheffing op den H. Stoel van Petrus gemaakt. En. zoo zei de H. Vader, gelijk het Tnstituui Ons dierbaar is, zoo zijn er ook de leera ren, die er onderwijs geven, Ons op bij zondere wijze dierbaar. De H. Vader sprak Ede beste wenschen uit voor het instituut en professoren, niet alleen uit. liefde voir de werenschap, maar ook n het doel der wetenschap te bereiken in het practische leven. Het licht der wetenschap en der kennis der eerste eeuwen zal zich terug kaatsen op geheel het Christelijk leven en bijdragen tot de verheffing van het leven in haar edele uitingen. De H. Vader eindigde met het schenken van den Apostoliscnen zegen aan het In stituut, aan professoren en leerlingen. Daar kardinaal de Lai nog steeds onge steld is, werd Z.Em. Kard. Perozi be noemd tot secretaris van de Congregatie voor het Consistorie. In het Vaticaan werd de voorbereidende vergadering gehouden der Kardinalen. Consultoren en leden der Riten-congrega tie, om te handelen over de heldhaftigheid de. deugden van de Eerb. Dienares Gods Paola Frassinetfi. stichteres der Zusters van de H. Doretea. De eerbiedwaardige dienaresse Gods Frassinetti stierf in 1882. De zaak der za ligverklaring werd begonnen in 1906 en het proces ïd 1919. Volgende maand zal een der Hoogleer- aren van de Universiteit te Chicrgo en de heer Warner Bisschop, bibliothecaris van de Universiteit van Michigan, naar Euro pa en Rome komen, om in opdracht van bet Carnegiefonds mede te werken aan den 3 /nieuwen cataloog van de Vaticaansche boekerij. Zooals bekend is, werd verleden jaar een overeenkomst getroffen t"<=s"hen de direc- ,tie van de Vaticaansche boekerij, om, met ®|financieelen steun van het Carnegie-fonds 11de geheele Vaticaansche Biblotheek te re- Ij organiseeren en te moderniseeren. Het eer- J ste werk zal zijn het ordenen der verschil- U lende collecties, die in deze boekerij zijn opgenomen, waarn- het geheel za' worden gecatalogiseerd. In verband met het bezoek van kardi naal Dubois aan Rome ontleenen we aan „La Croix" het volgende, waardoor le vrede8actie van Z. TT de Paus in een juist dagücnt komt te staan. „Als de „Action Fran^aise" herhaalt dat de „Go-spariaansche Politiek" anti-Fransch is, en dat zij -1-- *orlog bereidt, dan weten haar redacteuren wel. dat zij e*n onwaar heid lameeren. Fet is voor hen een mani ïr om den Paus to beleedigen. Zij hebben trou wens niet gevreesd zich ook aan hem zelf te vergrijpen i i hem geheel een politiek plan aan te wrijven, geheel een uitgebreid diplomatiek onderwerp, waarvan de con- x sequenties noodlottig voor ons land zou den zijn. „De waarheid is, dat de H. Stoel zonder ophouden en overal werkt voor het beves tigen van den vrede. Met we'V aanhouden, met welke wijsheid, welke takt dit ge schiedt, kan beoordeeld worden, door Ie bewondering te aanschouwen, die de meest van het '.Ltholicisme verwijderde geesten er voor hebben ongevat. Het Pausschap is sympathiek geworden aan meer dan één regeering, die door eeuwenoude tradities er van verwijderd was. De H. Stoel werkt aan den vrede voor zeker, met de middelen, die haar eigen zijn. Zijn doel is Ketzc!fde, als dat van alle vre- delievïnde naties, maar de methoden zijn verschillendkunnen zij zelfs wel „politie ke" methoden genoemd worden? De na tionale regeeringen bepalen de respectie velijke grenzen; z'j sluiten arbitrage- over eenkomsten, zij teekenen bondgenootschap pen. Het Pauss'1 ap neemt de toev'ucht tot Je overreding; het richt zich tot het ver stand der volkeren, en van hun bestuur ders, n t t het geweten van zijn eigen ge- tro"wen; het weet, dat vroeg of laat, „de woorden der Pausen, de denkbeelden der volken zul'en worden". Wie zou zich zoo bekwaam als het Paus schap durven achten, om bij de verschil lende en meest verscheiden volken een wil tot den vrede aan te kweeken"? Het is al leen net Pausschap, dat een macht heeft; maar met die tg vervullen heeft het nooit de naties verhingp-d, om in haar eigen veiligheid te voorzien". Een werk van groot artistiek en histo risch gewicht wor't deze dagen uitgevoerd m de eerste en grootste Maria kerk van Rome. Onder den grooten triomphboog der Ba siliek heeft men een reusachtige stelling gebouwd, welke geheel het mozaikwerk van den boog bedekt. De stelling werd ge plaatst onder toezicht van architect Gio- venale door de werklieden van het Vati caan, die uitmunten in dit soort werk en Pontaruli geheeten werden. Het mozaïk van den triomphboog werd gemaakt op last van Paus Sixtus III als herinnering aan het concilie van Ephesc, waartegen Nestorius het goddelijk moedei schap van Maria als geloofspunt werd af- gekonTgd, en het juichende volk. met toortsen, de Vaders van het Concilie naar huis begeleidde. Sedert eenigen tijd vreesde men voor het behoud dezer zeer oude mozaïkwerken. Door Jen tand des tijds liet de kalk van de muren les, scheurde op sommige plaatsen, en men vreesde, dat het prachtige werk in stukken zou vallen. Alle mozaïken werden nagezien, ook die zeer prachtige van de kroning van Maria iri de absis der Basi liek. Z. H. Paus Pius TV benoemde een commissie onder voorzitterschap van Abt Schuster, van St. Paul buiten de muren, en als leden professor Nogara, directeur der Pauselijke musea's, prof. Biagetti, dir. der pinakotheek en architect Giovenale. Pius XI heeft geen oogenblik geaarzeld do conclusies van het rapport der commiss:e te' aanvaarden en zoodoende zullen speci aliteiten in mozaïekwerk dezer dagen met de herstelling beginnen. Vooreerst zal de ruimte tesschen het mozaïekwerk en den muur schoon gemaakt moeten worden door water te spuiten in de scheuren, die ont staan zijn. en ten tweede wordt het mo zaïek door een soort pers weer stevig tegen den muur bevestigd. Dit systeem herstel ling van mozaïeken werd meermalen en met de beste resultaten toegepast in het Vaticaan en met name in de Sixtijnsche kapel. Na den triumnhboog worden de andere mozaïekwerk i der Basiliek nagezien en hersteld. Het mozaïekwerk van den triumphboog stelt de verheerlijking van Maria voor. na het. Concilie van Enhese. die van de Absis de kroning van Maria in den hemel. Langs de zijmuren zijn mozaïeken aan gebracht met tafereelen uit den bijbel. Deze mozaïeken zijn het best behouden gebleven, terwij] die van den gevel in de dertiende eeuw aangebracht, hier en daar 'werden doorgekapt om den uieuwen gevel aan de basiliek te verbinden. Het nieuw ondernomen herstel zal zeer lang duren. Buten!. Weekoverzicht. Trouwen is houwen en soms rouwen ook! Als men niet uit zijn oogen kijkt. Voor eenigen tijd is, zooals men zich her inneren zal, prinses Victoria van Pruisen, de zuster van den ex-Keizer in hel huwe lijk getreden met een Russischen vluchte ling, Alexander Zoebkoff. Toen de 25-jari- ge jongeman voor het eerst binnen den ge zichtskring van de circa 60-jarige prinses kwam, had hij geen fatsoenlijk jasje om aan te trekken. Des alniettemin ontvlamde de prinses in minne en thans is Alexander een man in boniB. Hij neemt het or goed van en schijnt zelfs zooveel geld stuk te slaan, dat de prinses in geldverlegenheid is komen te verkeeren. Bovendien koestert de Rus fantastische plannen: bij wil voor de film gaan spelen en een Oceaanvlucht maken! Een en ander is voor de Familie leden van de prinses aanleiding geweest om stappen te doen teneinde den fantas- tischen echtgenoot onder curateele te doen stellen. De prinses zou zich zelf ook reeds hij een advocaat hebben vervoegd, om met dezen te beraadslagen over de vraag of het mogelijk zal zijn de gemeenschap van goederen, waarin zij met haar man is ge trouwd, weder te ontbinden. Het berouw komt na de zonde. Inlusschen geeft men zich in Duitsch- lar 1 alle mogelijke moeite om Zoebkoff te compromilteeren. Zoo beeft hij eenigen tijd geleden in een har te Berlijn een piccolo een klap gegeven De iongen ligt nog steeds te bed en Idaagt lammert over hevige pijnen. Hij hoopt, (of althans zijn vader hoopt dat), dat dit jammeren hem geen windeieren zal lengen, want hij heeft een eisch van 3000 Mark schadevergoeding tegen Zoebkoff inge diend Vervolgens is er te Bratislava (Pres burg) een vrouw ontdekt, die de zuster van Alexander beweert te zijn. Volgens deze vrouw zou Alexander de zoon van een schoenmakertje zijn en reeds getrouwd zijn met een emigrante, die eveneens te Bra tislava woont. Beschuldiging van bigamie derhalve. De politie van Bratislava heeft de vrouw een verhoor afgenomen en het proces-ver baal daarvan aan de Berlijnsche politie toegezonden. Het belooft een interessante affaire te worden en prinses Victoria zal bij zich zelf wel eens verdichten: „Was ik maar nooit getrouwd verzjienten Veiligheid. Wanneer men be denkt, dat ook het huwelijk een „politieke" instelling is, welke in de practijk wel eens niet beantwoordt aan de gekoesterde ver wachtingen, dan is de stap van het echt paar Zoebkoff naar den Volkenbond niet zoo heel groot. Groote verwachtingen heeft men gekoes terd van den invloed van dien Bond op de instandhouding van den vrede onder de volkeren. En inderdaad is de Volkenbond een instituut, dat veel daartoe kan bijdra gen, als men maar gduld beeft en voorloo- i<r zn verwachtingen niet te hoog stelt. Deze week is de Veiligheidseommissie bijeen geweest ter bespreking van de rap porten der drie rapporteurs over het Vei ligheidsprobleem. Zooals men weet is deze commissie ingesteld om te onderzoeken hoe het staat met de veiligheid, welke als grondslag moet dienen voor de ontwape ning of juister voor de beperking der 1 bewapening. Men zou ten slotte met al die commis sies in de war raken. De zaak zit aldus in elkaar: Om te geraken tot de gewensch- te beperking der bewapening moet men een ontwapeningsconferentie bijeenroepen. Om deze goed voor te bereiden is een voor bereidingscommissie benoemd, de z.g. com- missie-Loudon. Deze commissie komt half Maart a.s. weer bijeen. Zooals men zich wellicht herinneren zal, is de commissie-Loudon eind vorig jaar reeds bijeen geweest en heeft toen beslo ten een sub-commissie in te stellen om spe ciaal het veiligheidsprobleem onder do oogen te zien, omdat men telkens stuitte op de objectie, van Frankrijk vooral,: Hoe kunnen wij onze bewapening beperken als wij niet het gevoel hebben, dat wij vei lig zijn tegen mogelijke overvallen? De z.g. veiligheidscommissie had dus tot taak te onderzoeken, hoe op de beste manier de veiligheid tusschcn de staten onderling kon worden verzekerd. Bij de besprekingen bleek deze week, dat de meeningen der diverse landen nogal uiteen loopen. Sommigen willen nieuwe gezamenlijke verdragen in den geest van het verdrag van Locarno, andere willen slechts arbitrage- en vriendschapsverdra gen tusschen afzonderlijke staten. Zelfs j over de veiligheid, wolke het Handvest van don Volkenbond den leden garandeert (hulp bij een aanvalsoorlog) is men het niet eens. Vooral Engeland, vertegenwoordigd door lord Cus' endun, verzet zich tegen alle voor stellen, die ten doel hebben de verplichtin gen van Engeland grooter te maken. Mede dank zij de oppositie van Enge land zal het resultaat van de besprekingen van de Veiligheidseommissie wel zeer mi nimaal zijn. Het is trouwens nog de vraag of de re dactiecommissie. welks tot taak heeft, de resultaten van de besprekingen in voor al len aanvaardbare formules vast te leggen, gereed zal komen voor de bijeenkomst ran de commissie-Loudon. Dan zou er niets an ders voor de commissie over schieten, dan te praten over het Russische voorstel tot algeheele ontwapening binnen 4 jaar, een voorstel, dat te gek is om los te loopen. Szent Gotthard. Maandag a.s. komt te Genève de Raad van den Volken bond bijeen. Dan zal wel het een en ander gezegd worden over de geruchtmakende Szent-Gotthard-affaire, de wapensmokke larij in Hongarije. Op 1 Januari van dit jaar kwamen er te Szent Gotthard aan de Oostenriiksch-Hon- gaarsche grens 5 wagonladingen z.g. „ma- chine-onderdeelen" aan, welke afkomstig waren uit Verona in Italië en bestemd wa ren volgens het adres .n.r Pelen. Toen de douanen, die het zaakje niet vertrouwden, een onderzoek instelden, bleken het machi ne-geweren te zijn. Men had hier dus te doen met een smok- kelaffaire. Maar voor wie waren ze be stemd. Voor Polen? Of voor Hongarije zelf? De eigenaar zweeg wijselijk stil en meldde zich niet aan. Daar volgens het vredesverdrag van Trianon de invoer van wapens in Hongarije verboden is, gaven de landen der kleine Entente natuurlijk oogen blikkelijk een schreeuw en eischten van den Volkenbondsraad, dat ^eze een onderzoek zou instellen. Maar deze komt, zooals ge zegd, pas Maandag bijeen en in dien tus- schentijd verliep de eene week na de an der. Totdat ten slotte de bepalingen van de spoorwegconventie in werking tra den, welke bepalen, dat, wanneer binnen zoo- en zooveel tijd do eigenaar der in be slag genomen goederen, zicb niet opdoet, de goederen in 't publiek verkocht kunnen worden. Daar Hongarije moeilijk complete machinegeweren kon gaan verkoopen moesten ze eerst onbruikbaar gemaakt worden en daarna kon het materiaal voor oud roest worden verkocht. Nadat de geweren vernield waren, doch vóór de openbare veiling, kwam evenwel de voorzitter van den Volkenbondsraad, de Chinees Tsjeng Lo, tusschen beide .1 verzocht de Hongaarscke regeering de vei ling niet te laten doorgaan met het oog op het voorgenomen onderzoek. Waart de Hongaarsche minister-president graaf Bethlen antwoordde, dat de veiling door de Berner conventie was voorgeschreven en dat de voorzitter van den raad het recht miste om vooruit te loopen op een besluit van den Volkenbondsraad, zoodat de veiling moest doorgaan. Maar uit hof felijkheid wilde Bethlen aan de koopers wel verzoeken dat dezen het gekochte niet zouden meenemen. De ééne kooper, die zich voordeed, heeft inmiddels aan dit verzoek voldaan. Het optreden van Hongarije wordt ver- schillend beoordeeld. Formeel is het Hon- gaarsche standpunt juist, maar het geeft aanleiding tot de veronderstelling, Hongarije met opzet de machine-ge we i onbruikbaar heeft gemaakt, om elk onder zoek naar de herkomst onmogelijk te maken. In sommige landen (Frankrijk c. s.) blaast de pers al heel hoog van den toren door te spreken van een slag in het aange zicht van den Volkenbond en een schen ding van het verdrag van Trianon. Italië echter 6teunt Hongarije en ook Duitschland en Engeland wenschen op het oogenblik geen maatregelen tegen Honga rije te nemen. De oneenigheid tusschen de leden van den Volkenbondsraad is dus waarschijn lijk de reden geweest, dat Hongarije deze houding heeft aangenomen. De oorzaak dezer oneenigheid is waar schijnlijk van principieels» aard. Frankrijk- wil thans beginnen met het Volkenbonds- toezicht op de overwonnen staten en de anderen gevoelen daar niet zoo heel veel voor. In ieder geval zullen wij er in den loop van de volgende week wel meer van hooren. O o s t e n r ij k-11 a I ië. Een factor, welke de geheele internationale politiek van den vrede beheerscht, is de kwestio van het onderling vertrouwen, een factor, waarop onze landgenoot mr. Rutgers in de Veiligheidscommissie terecht wees. Maar daar zit 'in juist de kneep. Zoolan.? er door de jongste grensregelingen na den oorlog zulke groote redenen tot ontevre denheid blijven bestaan, kan men bezwaar lijk tot meerder vertrouwen tusschen de naties komen. Zuid-Tirol is bijv. zoo'n twistappel. De Oostenrijkers kunnen de an nexatie van dit gebied door Italië niet ver geten en telkens komt die wrok tot uiting in bittere woorden. Zoo zijn er eenigen tijd geleden in den Oostenrijkschen Land dag eenige heftige anti-Italiaansche rede voeringen gehouden. Mussolini stond direct op z'n achterste beenen en eischte een ver klaring van den kanselier dr. Kerel, wr"-- op deze antwoordde, dat hier niet-offi- cieele persoi.en aan het woord zijn geweest Mussolini wilde eerst dadelijk daarom het zijne zeggen, doch hij bedacht zich en ontbood eerst den Italiaanschcn gezant te Weenen. Hij heeft nu aangekondigd dat heden (Zaterdag) het woord over deze kwestie zal voeren, waardoor de situatie waarschijnlijk zal zijn opgehelderd. Al thans voor het oogenblik, want zoolang Mussolini voortgaat met het denationali- seeren, het ver-Italiaanschen, van Zuid-Ti- rol, zal de vijandige stemming tusschen beide landen blijven. Gserten Gossaert. door Sw. Eén bijdrage zij nog aan dezen dichter gewijd en dan weer verder. We mollen onzer lezers even in herin nering brengen, dat figuren als Henr. Ro land Holst, Gossaert, Boutens, Leopold, e.a. over wie we nog moeten spreken, her. individualisme der tachtigers in zich opge nomen hebben en het tevens overwonnen. En- ook willen we er nog eer.s den nadruk op vestigen, dat dit geen speciaal litterair verschijnsel is. Men moet dit, om zoo t# zeggen, even in systeem zien, voorzuoverre het cultuieele leven zich tenminste in sys teem laat brengen. De eigenaardige gees tesbeweging, die het individualisme veron derstelt, in zich opneemt en te boven groeit, laat zich overal in alle takken der kunst gevoelen. In de schilderkunst heerscht nog om streeks '80 het impressionisme we hopen er een afzonderlijk artikel aan te wij den. Toorop, Konijnenburg, Verster. Voerman, e.a. zijn eerst impressionist. Om streeks 95 de een wat vroeger, de ander wat later maken zij zich daarvan los en worden ze symbolisten. Uit hun werken gaat spreken een diepere vergeestelijking, het ga- om het beelden, het .veitolken van een ruimere geestelijke idee dan de im pressie van het oogenblik. En hiermee gaat samen de erkenning van een machtiger rhythme, welk vooral gaat spreken uit de lijn. Hetzelfde ontdekt men in de beeld houwkunst. We denken hierbij vooral aan Mendes da Costa. En de grootste symbolis ten krijg i gelegenheid hun ideeënwerk u;t te voeren in de nieuwe architectuur, waar van de oude Cuypers de grootvader, maar Berlage de eigenlijke vader is. In 1901 en '2 bouwt Berlage te Amsterdam do Nieuwe Beurs en Toorop, Derkinderen, Ro land Holst, Mendes da Costa en Zijl zijn in samenwerking met de.i architect belast met de decoratieve versiering van het ge bouw. Hoe langer hoe meer wordt na d» voltooiing van dit gebouw de wenschelijk heid ingezien, dat de beeldende kunsten zich aansluiten bij de architecturale idee van den bouwmeester. Men zal zeggen: maar de dichtkunst heeft daarmee niets te maken. Inderdaad In engeren zin niet. In ruimeren zin wel, in zooverre ook de dichtkunst onderhevig is de nieuwe aesthetische begrippen. Deze komen maar niet zoo uit de lucht vallen, maar hebben hun ontwikkeling welke be rust op wat voorafging. Henr. Roland Holst •.a er wel het sterkste getuigenis van. toen zij in 1905 haar „Sonnetten en Verzen in Terzinen geschreven" liet verschijnen. Wij hebben, meen ik, reeds opgemerkt, hoe ook in de verzen van Gossaert het bree- dere rhythme zich doet gelden cn dat hij objectiever tegenover de werkelijkheid staat. Zijn grootere gedichten vooral zijn al gemeen menschelijk, geven algemeene le venservaringen, een algemeene idee, een algemeene moraal, al is dat alles dan ook sterk gekleurd door zijn Calvinistisch per soonlijke levensvisie. „De Verloren Zoon". Gossaert heeft per soonlijke levenservaringen è-n hij heeft het eenvoudig-schoon verhaal uit de Evange liën gelezen en in zich opgenomen. Een dichter van vóór '80 zou dit verhaal eenvoudig in min of meer „verheven" taal hebben berijmd. Gossaert was van oordeel, dat men daar af moet blijven. Zoo'n Bijbel verhaal maakt men door berijming nooit mooier. Het is in zijn grootsche eenvoud van proza welsprekender dan de mooist* berijming. Neen, Gossaert nam eenvoudig de motieven en ziet verder de Verloren Zoon geheel op zijn eigen persoonlijke wij ze. Aan den geest van het Bijbelverhaal doet hij geen afbreuk. Hij verdiept zien zielkundig in de gesteldheid de overleggin gen van een Verloren n. Als uit metaal gcg> is dit gedicht, Er is iets streng renaissancistisch in de vorm geving. Een strakke schoonheid, vrij van alle sentimentaliteit en toch hevig van uit werking. Men denkt ook aan invloeden van Pot gieter, b.v. bij den zinsbouw, verder dezelfde levenskrachtigheid van uitdrukking, een verwante versmelodie, dezelfde zin van al literatie en zelfs overeenkomstige woord vorming. I Vaarwel, mijn wandelstaf! En gordel, wesr ontbonden! En, voeten, weer ontschogid; wij treden heilige aard! De ballingschap heeft uit; ten langen lest j hervonden Wenkt ons weer 't vaderhuis in d'ouden bloomengaard. En weer, te lang, helaas, in dwazen trots gemeden Lokt van den laatsten top mij 't kronkel- grage pad Naar 't enge dal waar liefst ik 't leven heb beleden, Waar, al te argloos kind, ik 't eerst heb liefgehad. Zal ik nu gaan? Reeds raad ik 't avond maal genoten; 't Is de ure des gebeds, vóór 't ingaan van den nacht. Wat zoude ik aarzelen Wordt ooit de poort gesloten Van een verbeidend huis En mijne schaamte wacht. Geen schouwtooneel van vreugd na "oetval om ontferming, Geen hokkeling geslacht bij ronkend feest gedruis. Slechts moeders schuwe zoen, slechts vaders stomme omarming, Mijn zoon, mijn erfgenaam ,wees welkom j in uw huis. j En toch besluipt me één vj-eeswat van den t dag van morgen? Wat, als het dorp ontwaakt? Hoe durve 'k ooit weerstaan Des buren schampren spot in hoofsehefa groet verborgen. Gedenkt ge ons nog? Wees thuis? En.... schatten brengt ge ons aan? Trotseer© ik zulk een smaad Wie let, dat ik, vertreden, Een wreker hunner wraak, dien ik met snot betaal'? Helaas, ik ben te moede. Ik hqj> te veel geleden.... En *k ducht, dat dieper smaad de kracht, mij daartoe faal' Men voelt in 't geheele gedicht, hoe in- j nerlijke trots en de wenschdiikheid van I onderwerping in 't hart van den verloren I zoon een heftigen strijd voeren. Hij wil zich I niet vernederen voor 't gemeen en voelt ter andere zijde, dat de onderwerping aan i Gods wil tevens den schijn medebrengt van I een verandering voor de menschen. Bekennen? Neen! Dit blijf 't geheimenis mijns levens.. Ontken' mijn strak gelaat de wroeging mijner pijn..'! En, God, schoon t buk voor U en smeek om veel vertrevens. Duld', 's werelds hoon ten trots, mijn zeer hoogmoed ig-zijn Geen boetkleed, opgeschort, vertoone, onverbonden, Tn valsche nedrigheid aan 't gapende gemeen Op 't levens ijdle markt de walging miiner wonden. Des wete Die ze sloeg, met die ze U kloeg aPeen. Eindelijk besluit hij vroeg in den dage raad met de ploegpaarden naar 't veld te gaan en den ouden arbeid te hervatten als of hij nooit weg ware geweest. Hii zal wer ken van den ochtend tot den avond, niet opziend, rr^ar omlaag, zich in zijn arbeid vernederend voor God alleen, niet lettend op de mensehen. En ten slotte gevoelt hij zijn lanfe afwezigheid uit het oudchois als oen zuiveringsproces, een stadium dat mis schien noodig was, om hem tot het juiste levensinzicht te brengen. Vandaar de slotstrophen? Ik dank U, dat Uw licht mijn weelde heeft ontstoken; Tk dank U voor den trots van mün ontuchtig har*; Tk dank U, dat Uw tucht zijn tarten heeft verbroken Ik dank voor elke zonde: ik dank voor elke smart. Ia, Tr dank U. Omdat Gij, met 's levens lust en lüden, Tweesnijdend kouterzwaard van nw vol maakt* snot De steenrots van mijn hart ten akker woudt. bedden Voor 't langzaam kiemend zs"d van TJwe liefde, o God t LEVENSWIJSHEID. „Te spreken met een hart en nog eor» hart", zooals de H. Schrift zegt, dat is twee harten te hebben, tweeërlei gewicht, het eene zwaar om te ontvangen, het an dere licht om te geven, is een afschuwe lijke zaak in Gods oog. H. FRANCISCUS VAN SALES. De H. Petrus zondigde slechts eenmaal en hij weende voortdurend; wij zondigen voortdurend en weenen zoo zelden. H. AUGUSTINUS. Het is niet genoeg den arme te steunen in zijn nood, men moet hem ook hoogach ten en eeren in zijn gemoed. De goede manier om zich gereed te hou den voor het laatste oogenblik, is alle an dere oogenblikken goed te gebruiken. De kuischheid is evenals die broze gla zen, welke bij den minsten stoot gevaar loopen te breken, en evenals die rij; e en teere vruchten, welke niet zonder schade kunnen betast worden.... Het kwaad vernietigt zich zelf.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5