UIT HET VATICAAN.
Illll TWEEDE BLAD
523
.ve'
„DE LEIDSCHE COURANT"
ZATERDAG 3 MAART 1928
Door Prof. FRANZ XAVERIUS ZIMMERMANN te Rome.
Ieder jaar, als de heilige vastentijd be
gint, komen, volgens oud gebruik, de pre
dikanten, die in de parochiekerken van
Jlome de lijdensmeditatie houden, op
audiëmie bij den H. Vader. Vóór de
audiëntie leggen de predikers de voorge
schreven geloofsbelijdenis af in de handen
van Z:Em. Kard. Pompili, de Vicaris van
Z. H. voor het Bisdom Rome.
Ook dit jaar werden zij door den H.
Vader in audiëntie ontvangen.
Deze had plaats in de consistoriezaa)
waar Kard. Pompili de predikanten aan
Z. El. voorstelde.
(Wij hebben over deze audiëntie al een
bericht geplaatst. Red. L. Crt.)
Ook ontving Z. H. in audiëntie Mgr.
Kirsch, directeur van het Pauselijk Ar
cheologisch instituut. Deze professoren
werden door Mgr. Kirsch en Mgr. Belvidin
aan den H. Vader voorgesteld. Te midden
der professoren staande sprak de H. Vader
over de voldoening, die Z. H. had over de
totstandkoming van het Archeologisch in
stituut, dat Z .H. bijzonder dierbaar is,
daar het de verwezenlijking is van plannen,
reeds onmiddellijk na Zijne verheffing op
den H. Stoel van Petrus gemaakt. En.
zoo zei de H. Vader, gelijk het Tnstituui
Ons dierbaar is, zoo zijn er ook de leera
ren, die er onderwijs geven, Ons op bij
zondere wijze dierbaar. De H. Vader sprak
Ede beste wenschen uit voor het instituut
en professoren, niet alleen uit. liefde voir
de werenschap, maar ook n het doel der
wetenschap te bereiken in het practische
leven. Het licht der wetenschap en der
kennis der eerste eeuwen zal zich terug
kaatsen op geheel het Christelijk leven en
bijdragen tot de verheffing van het leven
in haar edele uitingen.
De H. Vader eindigde met het schenken
van den Apostoliscnen zegen aan het In
stituut, aan professoren en leerlingen.
Daar kardinaal de Lai nog steeds onge
steld is, werd Z.Em. Kard. Perozi be
noemd tot secretaris van de Congregatie
voor het Consistorie.
In het Vaticaan werd de voorbereidende
vergadering gehouden der Kardinalen.
Consultoren en leden der Riten-congrega
tie, om te handelen over de heldhaftigheid
de. deugden van de Eerb. Dienares Gods
Paola Frassinetfi. stichteres der Zusters
van de H. Doretea.
De eerbiedwaardige dienaresse Gods
Frassinetti stierf in 1882. De zaak der za
ligverklaring werd begonnen in 1906 en het
proces ïd 1919.
Volgende maand zal een der Hoogleer-
aren van de Universiteit te Chicrgo en de
heer Warner Bisschop, bibliothecaris van
de Universiteit van Michigan, naar Euro
pa en Rome komen, om in opdracht van
bet Carnegiefonds mede te werken aan den
3 /nieuwen cataloog van de Vaticaansche
boekerij.
Zooals bekend is, werd verleden jaar een
overeenkomst getroffen t"<=s"hen de direc-
,tie van de Vaticaansche boekerij, om, met
®|financieelen steun van het Carnegie-fonds
11de geheele Vaticaansche Biblotheek te re-
Ij organiseeren en te moderniseeren. Het eer-
J ste werk zal zijn het ordenen der verschil-
U lende collecties, die in deze boekerij zijn
opgenomen, waarn- het geheel za' worden
gecatalogiseerd.
In verband met het bezoek van kardi
naal Dubois aan Rome ontleenen we aan
„La Croix" het volgende, waardoor le
vrede8actie van Z. TT de Paus in een juist
dagücnt komt te staan.
„Als de „Action Fran^aise" herhaalt dat
de „Go-spariaansche Politiek" anti-Fransch
is, en dat zij -1-- *orlog bereidt, dan weten
haar redacteuren wel. dat zij e*n onwaar
heid lameeren. Fet is voor hen een mani ïr
om den Paus to beleedigen. Zij hebben trou
wens niet gevreesd zich ook aan hem zelf
te vergrijpen i i hem geheel een politiek
plan aan te wrijven, geheel een uitgebreid
diplomatiek onderwerp, waarvan de con- x
sequenties noodlottig voor ons land zou
den zijn.
„De waarheid is, dat de H. Stoel zonder
ophouden en overal werkt voor het beves
tigen van den vrede. Met we'V aanhouden,
met welke wijsheid, welke takt dit ge
schiedt, kan beoordeeld worden, door Ie
bewondering te aanschouwen, die de meest
van het '.Ltholicisme verwijderde geesten
er voor hebben ongevat. Het Pausschap
is sympathiek geworden aan meer dan één
regeering, die door eeuwenoude tradities
er van verwijderd was.
De H. Stoel werkt aan den vrede voor
zeker, met de middelen, die haar eigen zijn.
Zijn doel is Ketzc!fde, als dat van alle vre-
delievïnde naties, maar de methoden zijn
verschillendkunnen zij zelfs wel „politie
ke" methoden genoemd worden? De na
tionale regeeringen bepalen de respectie
velijke grenzen; z'j sluiten arbitrage- over
eenkomsten, zij teekenen bondgenootschap
pen. Het Pauss'1 ap neemt de toev'ucht tot
Je overreding; het richt zich tot het ver
stand der volkeren, en van hun bestuur
ders, n t t het geweten van zijn eigen ge-
tro"wen; het weet, dat vroeg of laat, „de
woorden der Pausen, de denkbeelden der
volken zul'en worden".
Wie zou zich zoo bekwaam als het Paus
schap durven achten, om bij de verschil
lende en meest verscheiden volken een wil
tot den vrede aan te kweeken"? Het is al
leen net Pausschap, dat een
macht heeft; maar met die tg vervullen
heeft het nooit de naties verhingp-d, om in
haar eigen veiligheid te voorzien".
Een werk van groot artistiek en histo
risch gewicht wor't deze dagen uitgevoerd
m de eerste en grootste Maria kerk van
Rome.
Onder den grooten triomphboog der Ba
siliek heeft men een reusachtige stelling
gebouwd, welke geheel het mozaikwerk
van den boog bedekt. De stelling werd ge
plaatst onder toezicht van architect Gio-
venale door de werklieden van het Vati
caan, die uitmunten in dit soort werk en
Pontaruli geheeten werden.
Het mozaïk van den triomphboog werd
gemaakt op last van Paus Sixtus III als
herinnering aan het concilie van Ephesc,
waartegen Nestorius het goddelijk moedei
schap van Maria als geloofspunt werd af-
gekonTgd, en het juichende volk. met
toortsen, de Vaders van het Concilie naar
huis begeleidde.
Sedert eenigen tijd vreesde men voor het
behoud dezer zeer oude mozaïkwerken.
Door Jen tand des tijds liet de kalk van de
muren les, scheurde op sommige plaatsen,
en men vreesde, dat het prachtige werk in
stukken zou vallen. Alle mozaïken werden
nagezien, ook die zeer prachtige van de
kroning van Maria iri de absis der Basi
liek. Z. H. Paus Pius TV benoemde een
commissie onder voorzitterschap van Abt
Schuster, van St. Paul buiten de muren,
en als leden professor Nogara, directeur
der Pauselijke musea's, prof. Biagetti, dir.
der pinakotheek en architect Giovenale.
Pius XI heeft geen oogenblik geaarzeld do
conclusies van het rapport der commiss:e
te' aanvaarden en zoodoende zullen speci
aliteiten in mozaïekwerk dezer dagen met
de herstelling beginnen. Vooreerst zal de
ruimte tesschen het mozaïekwerk en den
muur schoon gemaakt moeten worden door
water te spuiten in de scheuren, die ont
staan zijn. en ten tweede wordt het mo
zaïek door een soort pers weer stevig tegen
den muur bevestigd. Dit systeem herstel
ling van mozaïeken werd meermalen en
met de beste resultaten toegepast in het
Vaticaan en met name in de Sixtijnsche
kapel.
Na den triumnhboog worden de andere
mozaïekwerk i der Basiliek nagezien en
hersteld. Het mozaïekwerk van den
triumphboog stelt de verheerlijking van
Maria voor. na het. Concilie van Enhese.
die van de Absis de kroning van Maria
in den hemel.
Langs de zijmuren zijn mozaïeken aan
gebracht met tafereelen uit den bijbel.
Deze mozaïeken zijn het best behouden
gebleven, terwij] die van den gevel in de
dertiende eeuw aangebracht, hier en daar
'werden doorgekapt om den uieuwen gevel
aan de basiliek te verbinden.
Het nieuw ondernomen herstel zal zeer
lang duren.
Buten!. Weekoverzicht.
Trouwen is houwen en soms rouwen
ook! Als men niet uit zijn oogen kijkt.
Voor eenigen tijd is, zooals men zich her
inneren zal, prinses Victoria van Pruisen,
de zuster van den ex-Keizer in hel huwe
lijk getreden met een Russischen vluchte
ling, Alexander Zoebkoff. Toen de 25-jari-
ge jongeman voor het eerst binnen den ge
zichtskring van de circa 60-jarige prinses
kwam, had hij geen fatsoenlijk jasje om
aan te trekken. Des alniettemin ontvlamde
de prinses in minne en thans is Alexander
een man in boniB. Hij neemt het or goed
van en schijnt zelfs zooveel geld stuk te
slaan, dat de prinses in geldverlegenheid is
komen te verkeeren. Bovendien koestert
de Rus fantastische plannen: bij wil voor
de film gaan spelen en een Oceaanvlucht
maken! Een en ander is voor de Familie
leden van de prinses aanleiding geweest
om stappen te doen teneinde den fantas-
tischen echtgenoot onder curateele te doen
stellen. De prinses zou zich zelf ook reeds
hij een advocaat hebben vervoegd, om met
dezen te beraadslagen over de vraag of
het mogelijk zal zijn de gemeenschap van
goederen, waarin zij met haar man is ge
trouwd, weder te ontbinden.
Het berouw komt na de zonde.
Inlusschen geeft men zich in Duitsch-
lar 1 alle mogelijke moeite om Zoebkoff te
compromilteeren.
Zoo beeft hij eenigen tijd geleden in een
har te Berlijn een piccolo een klap gegeven
De iongen ligt nog steeds te bed en Idaagt
lammert over hevige pijnen. Hij hoopt,
(of althans zijn vader hoopt dat), dat dit
jammeren hem geen windeieren zal lengen,
want hij heeft een eisch van 3000 Mark
schadevergoeding tegen Zoebkoff inge
diend
Vervolgens is er te Bratislava (Pres
burg) een vrouw ontdekt, die de zuster
van Alexander beweert te zijn. Volgens
deze vrouw zou Alexander de zoon van een
schoenmakertje zijn en reeds getrouwd zijn
met een emigrante, die eveneens te Bra
tislava woont. Beschuldiging van bigamie
derhalve.
De politie van Bratislava heeft de vrouw
een verhoor afgenomen en het proces-ver
baal daarvan aan de Berlijnsche politie
toegezonden.
Het belooft een interessante affaire te
worden en prinses Victoria zal bij zich zelf
wel eens verdichten: „Was ik maar nooit
getrouwd
verzjienten
Veiligheid. Wanneer men be
denkt, dat ook het huwelijk een „politieke"
instelling is, welke in de practijk wel eens
niet beantwoordt aan de gekoesterde ver
wachtingen, dan is de stap van het echt
paar Zoebkoff naar den Volkenbond niet
zoo heel groot.
Groote verwachtingen heeft men gekoes
terd van den invloed van dien Bond op
de instandhouding van den vrede onder de
volkeren. En inderdaad is de Volkenbond
een instituut, dat veel daartoe kan bijdra
gen, als men maar gduld beeft en voorloo-
i<r zn verwachtingen niet te hoog stelt.
Deze week is de Veiligheidseommissie
bijeen geweest ter bespreking van de rap
porten der drie rapporteurs over het Vei
ligheidsprobleem. Zooals men weet is deze
commissie ingesteld om te onderzoeken hoe
het staat met de veiligheid, welke als
grondslag moet dienen voor de ontwape
ning of juister voor de beperking der
1 bewapening.
Men zou ten slotte met al die commis
sies in de war raken. De zaak zit aldus
in elkaar: Om te geraken tot de gewensch-
te beperking der bewapening moet men
een ontwapeningsconferentie bijeenroepen.
Om deze goed voor te bereiden is een voor
bereidingscommissie benoemd, de z.g. com-
missie-Loudon. Deze commissie komt half
Maart a.s. weer bijeen.
Zooals men zich wellicht herinneren zal,
is de commissie-Loudon eind vorig jaar
reeds bijeen geweest en heeft toen beslo
ten een sub-commissie in te stellen om spe
ciaal het veiligheidsprobleem onder do
oogen te zien, omdat men telkens stuitte
op de objectie, van Frankrijk vooral,: Hoe
kunnen wij onze bewapening beperken als
wij niet het gevoel hebben, dat wij vei
lig zijn tegen mogelijke overvallen? De
z.g. veiligheidscommissie had dus tot taak
te onderzoeken, hoe op de beste manier de
veiligheid tusschcn de staten onderling
kon worden verzekerd.
Bij de besprekingen bleek deze week,
dat de meeningen der diverse landen nogal
uiteen loopen. Sommigen willen nieuwe
gezamenlijke verdragen in den geest van
het verdrag van Locarno, andere willen
slechts arbitrage- en vriendschapsverdra
gen tusschen afzonderlijke staten. Zelfs j
over de veiligheid, wolke het Handvest van
don Volkenbond den leden garandeert
(hulp bij een aanvalsoorlog) is men het
niet eens.
Vooral Engeland, vertegenwoordigd door
lord Cus' endun, verzet zich tegen alle voor
stellen, die ten doel hebben de verplichtin
gen van Engeland grooter te maken.
Mede dank zij de oppositie van Enge
land zal het resultaat van de besprekingen
van de Veiligheidseommissie wel zeer mi
nimaal zijn.
Het is trouwens nog de vraag of de re
dactiecommissie. welks tot taak heeft, de
resultaten van de besprekingen in voor al
len aanvaardbare formules vast te leggen,
gereed zal komen voor de bijeenkomst ran
de commissie-Loudon. Dan zou er niets an
ders voor de commissie over schieten, dan
te praten over het Russische voorstel tot
algeheele ontwapening binnen 4 jaar, een
voorstel, dat te gek is om los te loopen.
Szent Gotthard. Maandag a.s.
komt te Genève de Raad van den Volken
bond bijeen. Dan zal wel het een en ander
gezegd worden over de geruchtmakende
Szent-Gotthard-affaire, de wapensmokke
larij in Hongarije.
Op 1 Januari van dit jaar kwamen er te
Szent Gotthard aan de Oostenriiksch-Hon-
gaarsche grens 5 wagonladingen z.g. „ma-
chine-onderdeelen" aan, welke afkomstig
waren uit Verona in Italië en bestemd wa
ren volgens het adres .n.r Pelen. Toen de
douanen, die het zaakje niet vertrouwden,
een onderzoek instelden, bleken het machi
ne-geweren te zijn.
Men had hier dus te doen met een smok-
kelaffaire. Maar voor wie waren ze be
stemd. Voor Polen? Of voor Hongarije
zelf? De eigenaar zweeg wijselijk stil en
meldde zich niet aan. Daar volgens het
vredesverdrag van Trianon de invoer van
wapens in Hongarije verboden is, gaven de
landen der kleine Entente natuurlijk oogen
blikkelijk een schreeuw en eischten van den
Volkenbondsraad, dat ^eze een onderzoek
zou instellen. Maar deze komt, zooals ge
zegd, pas Maandag bijeen en in dien tus-
schentijd verliep de eene week na de an
der. Totdat ten slotte de bepalingen
van de spoorwegconventie in werking tra
den, welke bepalen, dat, wanneer binnen
zoo- en zooveel tijd do eigenaar der in be
slag genomen goederen, zicb niet opdoet,
de goederen in 't publiek verkocht kunnen
worden. Daar Hongarije moeilijk complete
machinegeweren kon gaan verkoopen
moesten ze eerst onbruikbaar gemaakt
worden en daarna kon het materiaal voor
oud roest worden verkocht.
Nadat de geweren vernield waren, doch
vóór de openbare veiling, kwam evenwel
de voorzitter van den Volkenbondsraad,
de Chinees Tsjeng Lo, tusschen beide .1
verzocht de Hongaarscke regeering de vei
ling niet te laten doorgaan met het oog
op het voorgenomen onderzoek. Waart
de Hongaarsche minister-president graaf
Bethlen antwoordde, dat de veiling door
de Berner conventie was voorgeschreven
en dat de voorzitter van den raad het
recht miste om vooruit te loopen op een
besluit van den Volkenbondsraad, zoodat
de veiling moest doorgaan. Maar uit hof
felijkheid wilde Bethlen aan de koopers
wel verzoeken dat dezen het gekochte niet
zouden meenemen. De ééne kooper, die
zich voordeed, heeft inmiddels aan dit
verzoek voldaan.
Het optreden van Hongarije wordt ver-
schillend beoordeeld. Formeel is het Hon-
gaarsche standpunt juist, maar het geeft
aanleiding tot de veronderstelling,
Hongarije met opzet de machine-ge we i
onbruikbaar heeft gemaakt, om elk onder
zoek naar de herkomst onmogelijk te
maken.
In sommige landen (Frankrijk c. s.)
blaast de pers al heel hoog van den toren
door te spreken van een slag in het aange
zicht van den Volkenbond en een schen
ding van het verdrag van Trianon.
Italië echter 6teunt Hongarije en ook
Duitschland en Engeland wenschen op het
oogenblik geen maatregelen tegen Honga
rije te nemen.
De oneenigheid tusschen de leden van
den Volkenbondsraad is dus waarschijn
lijk de reden geweest, dat Hongarije deze
houding heeft aangenomen.
De oorzaak dezer oneenigheid is waar
schijnlijk van principieels» aard. Frankrijk-
wil thans beginnen met het Volkenbonds-
toezicht op de overwonnen staten en de
anderen gevoelen daar niet zoo heel veel
voor. In ieder geval zullen wij er in den
loop van de volgende week wel meer van
hooren.
O o s t e n r ij k-11 a I ië. Een factor,
welke de geheele internationale politiek
van den vrede beheerscht, is de kwestio
van het onderling vertrouwen, een factor,
waarop onze landgenoot mr. Rutgers in
de Veiligheidscommissie terecht wees.
Maar daar zit 'in juist de kneep. Zoolan.?
er door de jongste grensregelingen na den
oorlog zulke groote redenen tot ontevre
denheid blijven bestaan, kan men bezwaar
lijk tot meerder vertrouwen tusschen de
naties komen. Zuid-Tirol is bijv. zoo'n
twistappel. De Oostenrijkers kunnen de an
nexatie van dit gebied door Italië niet ver
geten en telkens komt die wrok tot uiting
in bittere woorden. Zoo zijn er eenigen
tijd geleden in den Oostenrijkschen Land
dag eenige heftige anti-Italiaansche rede
voeringen gehouden. Mussolini stond direct
op z'n achterste beenen en eischte een ver
klaring van den kanselier dr. Kerel, wr"--
op deze antwoordde, dat hier niet-offi-
cieele persoi.en aan het woord zijn geweest
Mussolini wilde eerst dadelijk daarom
het zijne zeggen, doch hij bedacht zich en
ontbood eerst den Italiaanschcn gezant te
Weenen. Hij heeft nu aangekondigd dat
heden (Zaterdag) het woord over deze
kwestie zal voeren, waardoor de situatie
waarschijnlijk zal zijn opgehelderd. Al
thans voor het oogenblik, want zoolang
Mussolini voortgaat met het denationali-
seeren, het ver-Italiaanschen, van Zuid-Ti-
rol, zal de vijandige stemming tusschen
beide landen blijven.
Gserten Gossaert.
door Sw.
Eén bijdrage zij nog aan dezen dichter
gewijd en dan weer verder.
We mollen onzer lezers even in herin
nering brengen, dat figuren als Henr. Ro
land Holst, Gossaert, Boutens, Leopold,
e.a. over wie we nog moeten spreken, her.
individualisme der tachtigers in zich opge
nomen hebben en het tevens overwonnen.
En- ook willen we er nog eer.s den nadruk
op vestigen, dat dit geen speciaal litterair
verschijnsel is. Men moet dit, om zoo t#
zeggen, even in systeem zien, voorzuoverre
het cultuieele leven zich tenminste in sys
teem laat brengen. De eigenaardige gees
tesbeweging, die het individualisme veron
derstelt, in zich opneemt en te boven
groeit, laat zich overal in alle takken der
kunst gevoelen.
In de schilderkunst heerscht nog om
streeks '80 het impressionisme we hopen
er een afzonderlijk artikel aan te wij
den. Toorop, Konijnenburg, Verster.
Voerman, e.a. zijn eerst impressionist. Om
streeks 95 de een wat vroeger, de ander
wat later maken zij zich daarvan los en
worden ze symbolisten. Uit hun werken
gaat spreken een diepere vergeestelijking,
het ga- om het beelden, het .veitolken van
een ruimere geestelijke idee dan de im
pressie van het oogenblik. En hiermee gaat
samen de erkenning van een machtiger
rhythme, welk vooral gaat spreken uit de
lijn. Hetzelfde ontdekt men in de beeld
houwkunst. We denken hierbij vooral aan
Mendes da Costa. En de grootste symbolis
ten krijg i gelegenheid hun ideeënwerk u;t
te voeren in de nieuwe architectuur, waar
van de oude Cuypers de grootvader, maar
Berlage de eigenlijke vader is. In 1901
en '2 bouwt Berlage te Amsterdam do
Nieuwe Beurs en Toorop, Derkinderen, Ro
land Holst, Mendes da Costa en Zijl zijn
in samenwerking met de.i architect belast
met de decoratieve versiering van het ge
bouw. Hoe langer hoe meer wordt na d»
voltooiing van dit gebouw de wenschelijk
heid ingezien, dat de beeldende kunsten
zich aansluiten bij de architecturale idee
van den bouwmeester.
Men zal zeggen: maar de dichtkunst
heeft daarmee niets te maken. Inderdaad
In engeren zin niet. In ruimeren zin wel,
in zooverre ook de dichtkunst onderhevig
is de nieuwe aesthetische begrippen. Deze
komen maar niet zoo uit de lucht vallen,
maar hebben hun ontwikkeling welke be
rust op wat voorafging. Henr. Roland Holst
•.a er wel het sterkste getuigenis van.
toen zij in 1905 haar „Sonnetten en Verzen
in Terzinen geschreven" liet verschijnen.
Wij hebben, meen ik, reeds opgemerkt,
hoe ook in de verzen van Gossaert het bree-
dere rhythme zich doet gelden cn dat hij
objectiever tegenover de werkelijkheid
staat. Zijn grootere gedichten vooral zijn al
gemeen menschelijk, geven algemeene le
venservaringen, een algemeene idee, een
algemeene moraal, al is dat alles dan ook
sterk gekleurd door zijn Calvinistisch per
soonlijke levensvisie.
„De Verloren Zoon". Gossaert heeft per
soonlijke levenservaringen è-n hij heeft het
eenvoudig-schoon verhaal uit de Evange
liën gelezen en in zich opgenomen.
Een dichter van vóór '80 zou dit verhaal
eenvoudig in min of meer „verheven" taal
hebben berijmd. Gossaert was van oordeel,
dat men daar af moet blijven. Zoo'n Bijbel
verhaal maakt men door berijming nooit
mooier. Het is in zijn grootsche eenvoud
van proza welsprekender dan de mooist*
berijming. Neen, Gossaert nam eenvoudig
de motieven en ziet verder de Verloren
Zoon geheel op zijn eigen persoonlijke wij
ze. Aan den geest van het Bijbelverhaal
doet hij geen afbreuk. Hij verdiept zien
zielkundig in de gesteldheid de overleggin
gen van een Verloren n.
Als uit metaal gcg> is dit gedicht, Er
is iets streng renaissancistisch in de vorm
geving. Een strakke schoonheid, vrij van
alle sentimentaliteit en toch hevig van uit
werking.
Men denkt ook aan invloeden van Pot
gieter, b.v. bij den zinsbouw, verder dezelfde
levenskrachtigheid van uitdrukking, een
verwante versmelodie, dezelfde zin van al
literatie en zelfs overeenkomstige woord
vorming.
I Vaarwel, mijn wandelstaf! En gordel, wesr
ontbonden!
En, voeten, weer ontschogid; wij treden
heilige aard!
De ballingschap heeft uit; ten langen lest
j hervonden
Wenkt ons weer 't vaderhuis in d'ouden
bloomengaard.
En weer, te lang, helaas, in dwazen trots
gemeden
Lokt van den laatsten top mij 't kronkel-
grage pad
Naar 't enge dal waar liefst ik 't leven heb
beleden,
Waar, al te argloos kind, ik 't eerst heb
liefgehad.
Zal ik nu gaan? Reeds raad ik 't avond
maal genoten;
't Is de ure des gebeds, vóór 't ingaan van
den nacht.
Wat zoude ik aarzelen Wordt ooit de poort
gesloten
Van een verbeidend huis En mijne
schaamte wacht.
Geen schouwtooneel van vreugd na "oetval
om ontferming,
Geen hokkeling geslacht bij ronkend feest
gedruis.
Slechts moeders schuwe zoen, slechts
vaders stomme omarming,
Mijn zoon, mijn erfgenaam ,wees welkom
j in uw huis.
j En toch besluipt me één vj-eeswat van den
t dag van morgen?
Wat, als het dorp ontwaakt? Hoe durve 'k
ooit weerstaan
Des buren schampren spot in hoofsehefa
groet verborgen.
Gedenkt ge ons nog? Wees thuis? En....
schatten brengt ge ons aan?
Trotseer© ik zulk een smaad Wie let, dat
ik, vertreden,
Een wreker hunner wraak, dien ik met
snot betaal'?
Helaas, ik ben te moede. Ik hqj> te veel
geleden....
En *k ducht, dat dieper smaad de
kracht, mij daartoe faal'
Men voelt in 't geheele gedicht, hoe in-
j nerlijke trots en de wenschdiikheid van
I onderwerping in 't hart van den verloren
I zoon een heftigen strijd voeren. Hij wil zich
I niet vernederen voor 't gemeen en voelt
ter andere zijde, dat de onderwerping aan
i Gods wil tevens den schijn medebrengt van
I een verandering voor de menschen.
Bekennen? Neen! Dit blijf 't geheimenis
mijns levens..
Ontken' mijn strak gelaat de wroeging
mijner pijn..'!
En, God, schoon t buk voor U en smeek
om veel vertrevens.
Duld', 's werelds hoon ten trots, mijn zeer
hoogmoed ig-zijn
Geen boetkleed, opgeschort, vertoone,
onverbonden,
Tn valsche nedrigheid aan 't gapende
gemeen
Op 't levens ijdle markt de walging miiner
wonden.
Des wete Die ze sloeg, met die ze U kloeg
aPeen.
Eindelijk besluit hij vroeg in den dage
raad met de ploegpaarden naar 't veld te
gaan en den ouden arbeid te hervatten als
of hij nooit weg ware geweest. Hii zal wer
ken van den ochtend tot den avond, niet
opziend, rr^ar omlaag, zich in zijn arbeid
vernederend voor God alleen, niet lettend
op de mensehen. En ten slotte gevoelt hij
zijn lanfe afwezigheid uit het oudchois als
oen zuiveringsproces, een stadium dat mis
schien noodig was, om hem tot het juiste
levensinzicht te brengen.
Vandaar de slotstrophen?
Ik dank U, dat Uw licht mijn weelde heeft
ontstoken;
Tk dank U voor den trots van mün
ontuchtig har*;
Tk dank U, dat Uw tucht zijn tarten heeft
verbroken
Ik dank voor elke zonde: ik dank voor elke
smart.
Ia, Tr dank U. Omdat Gij, met 's levens
lust en lüden,
Tweesnijdend kouterzwaard van nw vol
maakt* snot
De steenrots van mijn hart ten akker
woudt. bedden
Voor 't langzaam kiemend zs"d van TJwe
liefde, o God t
LEVENSWIJSHEID.
„Te spreken met een hart en nog eor»
hart", zooals de H. Schrift zegt, dat is
twee harten te hebben, tweeërlei gewicht,
het eene zwaar om te ontvangen, het an
dere licht om te geven, is een afschuwe
lijke zaak in Gods oog.
H. FRANCISCUS VAN SALES.
De H. Petrus zondigde slechts eenmaal
en hij weende voortdurend; wij zondigen
voortdurend en weenen zoo zelden.
H. AUGUSTINUS.
Het is niet genoeg den arme te steunen
in zijn nood, men moet hem ook hoogach
ten en eeren in zijn gemoed.
De goede manier om zich gereed te hou
den voor het laatste oogenblik, is alle an
dere oogenblikken goed te gebruiken.
De kuischheid is evenals die broze gla
zen, welke bij den minsten stoot gevaar
loopen te breken, en evenals die rij; e en
teere vruchten, welke niet zonder schade
kunnen betast worden....
Het kwaad vernietigt zich zelf.