C
-Dl:
ter ii'!j
KOP
DE WERELD VAN HET GELD.
BINNENLAND.
ancy minors erfenis.
R
BE
igmidda
i
e.
GRO
g 8
(Barjfi
10).
oterin
Yer
tweede blad-
„de leidsche courant".
donderdag 16 februari i928
stabilisatie.
L
Na liet uitwoeden van den oorlog, welke
'n cycloon heeft huisgehouden in 't geld-
izen en de economische en financieele
uatie van nagenoeg alle Europeesche
iden totaal ontredderd heeft, is men
erwcgen het eene land vroeger, het
,ere later erin geslaagd den weg te
iden tot wederopbouw van de verwoes-
financieele structuur.
)ank zij 'n krachtige financieele politiek
i wij hier te lande aan een instorting
i het geldwezen ontsnapt, zooals het
ral geweest is in vele der voormalige
•logvoerende landen.
)e daling van de Duitsche mark, welke
islotte sensationeele afmetingen aannam
idat men millioenen marken voor één
it kon krijgen, staat ons nog levendig
>r den geest. Velen onzer danken er een
lepreisje langs den Eijn aan. En de
ardedaling van de Belgische en Fran-
e franc is ons eveneens bekend genoeg,
enzoo de depreciatie van de Oostenrijk-
,e kroon, van de Italiaansche lire enz.
/erscheidene munteenheden zakten zoo-
weg dat zij geheel en al van het too-
verdwenen, zooals de Russische roe-
gP®®(, de Oostenrijksche kroon en de Duit-
te papiermark. Men liet ze eenvoudig
en met moeras zitten en gaf een spikplinter
munteenheid uit. De andere dalen
tje in geldswaardige papieren werden door
assenfchtdadig ingrijpen der regeeringen in
afijiji val gestuit en ten slotte gestabiliseerd,
eenval of niet een beetje hooger te zijn op-
ien btfijzeld.
Engeland heeft zijn pond sterling, dat
.Ledf al beneden het voor-oorlogsche peil
ser^igde weg te zakken, weer op het oude
pers jl weten terug te brengen, maar de an-
F© landen, welke hun munteenheden heb-
id opji gestabiliseerd, hebben zich allen bij de
crSkeitelijke waardevermindering neergelegd
Ier niet langer naar gestreefd om hun
ie koers van voor den oorlog weer op te
[en. De laatste landen, welke hun ruil-
hebben gestabiliseerd, waren Roe-
en Italië. Frankrijk en Portugal zijn
BJnog mee bezig. De Fransche franc is fei-
Bmijk reeds gestabiliseerd, doch Poincaré
B\t nog steeds niet over tot de wettelijke
hilisatie, terwijl Portugal zich reeds
loogden Volkenbond heeft gewend, om zichr
^middelen tot stabilisatie te verschaffen.
3l4n verband met al deze pogingen, welke
lotendeels reeds tot een resultaat heb-
geleid, deels nog worden ondernomen,
«2C de ruilmiddelen der diverse landen en
[halve het heele geld- en credietwezen
er in normale banen terug te leiden, is
wellicht niet ondienstig een enkel
t0rd aan deze stabilisatie te wijden, op-
een zoo gewichtige fase in het na-oor-
«feche oplevingsproces niet onbegrepen
ons voorbijga.
De invloed van het goud.
-.Jtabilisatie van het ruilmiddel wil niet»
0 Iers zeggen, dan de munteenheid van
I land wederom op haar goudbasis neer
zetten, waarvan zij in de oorlogsdagen
Afgetuimeld. Het geld immers staat in
l iwe relatie met het goud, ook al zijn da
iten nog zoo rasecht koper of nikkel
;ilver en al vindt men meer papieren
w ildenbiljetjes dan gouden tientjes,
leid is op zichzelf geen begeerenswaard
[kei. Ja, daar kunt u om glimlachen en
uzelf denken: „ik wil 't toch wel heb
niettemin is het zoo. Want aan
alleen heeft men niets. Men moet er
voor kunnen koopen. Wanneer u een
itstuk hebt, doch de slager, noch de
idenier, noch de bakker noch een van
leveranciers wil het in betaling nemen,
hebt u er niets aan. En men zal het
in betaling willen nemen, als men de
irde van het muntstuk niet vertrouwt,
[leverancier, die het geld ontvangt, moet
ttlzekerheid hebben, dat hij het zelf ook
tr aan zijn leveranciers in betaling kan
|en. Nu zal een leverancier in Nederland
i goede Hollandsche ronde gulden gaar-
e aanvaarden, maar als hij geimporteerd
|ft uit het buitenland, dan zal die bui-
jlandsche exporteur geen gulden willen
Het buitenland neemt slechts
genoegen met goud, omdat goud een arti
kel is, dat algemeen gewild is en slechts
zeer weinig aan waardeschommelingen on
derhevig is. (Zilver is voor internationaal
verkeer niet meer bruikbaar).
Nu is dat voor den Nederlandschen im
porteur, die den buitenlander met goud
betalen moet, niet erg, wanneer hij voor
zijn guldens slechts het benoodigde goud
kan köopen. Men kan dus in 't algemeen
zeggen, dat de guldens voor den handel
slechts in zooverre waarde hebben, als zij
kunnen worden ingewisseld tegen goud.
Wat zal nu 'n klomp goud van 1 kg. kosten?
Uit 1 Kg. goud kunnen 165 gouden tientjes
gemaakt worden. Derhalve kost 1 Kg. goud
1650 (Het cijfer is niet precies juist, om
dat de kosten van aanmunting ook nog een
rol spelen, maar dat scheelt niet zooveel).
Wanneer wij dus willen weten, wat onze
gulden waard is in het internationaal ver
keer, dan hebben wij na te gaan, welke
hoeveelheid goederen wij kunnen koopen
met 1 Kg. goud en daaruit laat zich de
waarde van ons geld afleiden. Niet altijd
zal die hoeveelheid goederen dezelfde zijn.
Dat hangt af van vraag en aanbod. Heeft
een land bijv. veel goud en weinig goede
ren, dan zal het goud en daarmede ook
het geld goedkoop zijn ten opzichte* van
de goederen, m. a. w. de goederen zullen er
peperduur zijn, er zullen hooge' prijzen be
taald moeten worden.
Wij hebben zoo juist gezegd, dat 't bui
tenland slechts goud in betaling wil ne
men. In de practijk is natuurlijk een voort
durend heen en weer zenden van goud be
zwaarlijk en in normale tijden vindt men
er wat anders op. Men redt zich dan met
wissels, doch dat neemt niet weg, dat het
buitenland deze wissels slechts accep
teert, omdat het weet, dat het er ieder
oogenblik goud voor in de plaats kan krij
gen. In princiep steunt dus ons geheele
geldwezen op de waarde van het goud.
Inflatie.
Ook in het binnenland gebruikt men niet
altijd metaalgeld om ruilingen tot stand te
brengen. Vooral voor hoogere bedragen
maakt men gaarne gebruik van het zoo
veel handige?' papiergeld. Heeft het metaal
geld op. zich zelf nog eenige waarde, om
dat het metaal, waaruit het vervaardigd
is, een eigen waarde heeft, het papier is
opzichzelf vrijwel waardeloos. Men. zal dus
slechts papiergeld aannemen, wanneer men
de zekerheid heeft het zoo noodig ten allen
tijde tegen goud te kunnen inwisselen.
Zoowel het metaal- als het papiergeld
steunt dus op het goud, maar zal dit slechts
kunnen doen zoolang de inwisseling en de
uitvoer van het goud vrij zijn.
Dit zal in normale tijden dan ook steeds
het geval zijn, maar in abnormale tijden,
zooals tijdens den oorlog, wordt de goud-
uitvoer stop gezet en blijft het goud in de
kelders der banken liggen, wordt het dus
niet togen bankbiljetten of ander geld in
gewisseld. Nu gaan de zaken geheel anders
staan; het geldwezen is dan los gemaakt
van zijn goudbasis. Het natuurlijke gevolg
is dan, dat de menschen hun vertrouwen
in het papiergeld gaan verliezen.
Zilver- en ander metaalgeld wordt vast
gehouden en verdwijnt uit de circulatie.
.Het papier zal in waarde dalen, doch de
regeering doet alle mogelijke moeite om
een gedwongen koers te verzekeren. In
ons land is dat- nog niet zoo kwaad ge
lukt.
Ons land verkeerde echter in een geheel
andere positie dan de oorlogvoerende lah-
den. Terwijl daar alle krachten werden
geconcentreerd op den oorlog en dus het
grootste deel der productie in dienst van
het leger werd gesteld, waardoor het
noodig werd allerlei waren uit het neutra
le buitenland te betrekken, beleefden wij
juist een tijdperk van koortsachtige pro
ductie. Alles dreigde over de grenzen te
gaan, met als gevolg schaarschte en hoo
ge prijzen in eigen land. In de oorlogvoe
rende lénden overtrof de invoer verreweg
den uitvoer, zoodat de wederzijdsche vorde
ringen niet meer met wissels konden wor
den verrekend. Daardoor steeg onze wis
selkoers in het oorlogvoerende buitenland
en daalden naar verhouding de wisselkoer
sen der oorlogslanden op onze markt.
In de oorlogvoerende landen kwamen
daar nog bij groote uitgaven voor oorlogs
doeleinden en dreigende tekorten in de
staatskas. Dan is het maar al te gemakke
lijk om ten voordeele van den staat eenige
millioenen papiertjes te drukken om in den
geldnood te voorzien. Het gevolg is dan,
dat er meer geld in circulatie komt dan
het land voor zijn verbruik noodig heeft,
het aanbod van geld wordt grooter, zoodat
de waarde daalt. Hoe meer de waarde
daalt, des te meer papier zal de staat moe
ten laten drukken en hoe sneller de bank-
biljettenpers draait des te sneller daalt
de koers.
Daar hebt u het verschijnsel van de in
flatie.
Ook metaalgeld kan theoretisch aan in
flatie onderhevig zijn, doch dat zal in de
practijk nimmer zoo'n vaart loopen, omdat
de aanmaakkosten van metaalgeld te hoog
zijn. Met papier gaat het veel gemakke
lijker.
En dat deze inflatie van papiergeld
enorme afmetingen kan aannemen, hebben
Rusland, Duitschland en Oostenrijk ons
geleerd. Daar is het geheele geldwezen to
taal ineengestort en moest met een ge
heel nieuw ruilmiddel weer op de been ge
bracht worden. Maar ook in de andere
oorlogvoerende landen is het ruilmiddel
flink gedaald, dank zij de inflatie.
Uit het bovenstaande blijkt voldoende,
dat het niet zoo heel moeilijk is, om de
waarde van het geld op deze manier naar
omlaag te krijgen.
Moeilijker echter is het de voortgang
van de depreciatie te stuiten en aan het
ruilmiddel zijn vroegere stabiliteit terug te
geven.
Hoe men dat klaar speelt, zullen wij in
een volgend artikel zien.
MR. P. J. REIJMER EERSTE-
KAMERLID.
Als opvolger van den heer Haazevoet.
Nu de heer Haazevoet als lid van de
Eerste Kamer heeft bedankt, komt, zoo
als reeds gemeld, als opvolger in aanmer
king de heer mr. P. J. Reymer, burgemees
ter van Hilversum. Naar wij vernemen, zal
de heer Reymer de benoeming aannemen.
Mr. P. J. Reymer werd 1 April 1882 ge
boren, bezocht de lagere school te Renkum
vervolgens het St. Willebrordus College
te Katwijk aan den Rijn en studeerde ver
volgens aan de Universiteit te Amsterdam
waar hij promoveerde. Hierna vestigde hij
zich als advocaat en procureur.
Hij was lid van de Prov. Staten van
Noord-Holland en werd in Juli 1918 geko
zen tot lid der Tweede Kamer. Bij de vol
gende verkiezingen bedankte hij voor her
nieuwing van zijn mandaat wegens drukke
werkzaamheden, daar hij intussclien was
benoemd tot burgemeester van Hilversum,
in welke gemeente hij ook deel uitmaakte
van den gemeenteraad.
ZIJN ONZE BELASTINGEN HET
HOOGST?
De heer Vliegen schrijft in „Het Volk":
Zooals men weet, is er een wetsontwerp
aanhangig, dat bedoelt om de Nederlan
ders in den vreemde te doen bijdragen
in die Nederlandsche directe rijksbelastin
gen, welke niet vastzitten aan het ingeze
tenschap. De directe belastingen, welke de
in het buitenland gevestigde Nederlanders
betalen moeten aan het land waar ze wo
nen, mogen ze van het bedrag van Hun
Nederlandschen aanslag aftrekken, het
meerdere moeten ze dan zoo ongeveer be
talen aan den Nederlandschen Staat. Dit
geldt niet voor diegenen die zich voor de
uitoefening van een beroep of bedrijf in
het buitenland bevinden.
Tegen dit voorstel is vanwege de in
het buitenland gevestigde Nederlanders
sterk verzet gerezen. De Kamerleden zijn
overstelpt met lectuur en bezoeken om de
verwerping van het voorstel te verkrijgen.
Nu is van die zijde een document geko
men, dat een eigenaardig licht werpt op
de verhouding van den belastingdruk tus-
schen hier en elders.
Wat toch lezen we in dat document,
waarin wordt betoogd, dat de voorgestel
de belasting weinig of niets op zal bren-
gen?
Na onderzoek en vergelijking van tarie
ven is aan het comité dat deze zaak ter
hand nam gebleken:
In België en Duitschland zijn de rijks
belastingen voor alle inkomens hooger dan
hier te lande.
In de Zwitsersche kantons Graubünden
en Tessino, twee kantons waar zich de
meeste vreemdelingen vestigen, zijn de di
recte belastingen voor alle inkomens hoo
ger dan de Nederlandsche. In het kanton
Waadt zijn ze hooger of gelijk voor allé
inkomens tot 70.000 gulden.
Voor Frankrijk, waar de vergelijking
moeilijk was, komt het comité tot de con
clusie dat de Fransche belastingen hoo
ger zijn. Alleen wanneer een inkomen ten
volle of ongeveer ten volle uit vermogen
verkregen wordt, kan het anders zijn. Wat
evenwel weer te niet wordt gedaan door
dat Frankrijk een couponbelasting heft,
dip we hier niet kennen.
In Engeland is de belasting voor alle
inkomens boven de 7000 hooger dan hier.
Ziedaar een einde aan de demagogische
legende van: wij hebben de hoogste be
lastingen ter wereld!
Tot zoover de heer VI.
Wij willen de juistheid van zijn conclu
sie hier nóch bestrijden nóch bevestigen.
Doch wel moeten wij constateeren, dat de
ze ons toeschijnt, op onvolledige ge
gevens te zijn opgebouwd.
Wij moeten het geheel van belastin
gen naast elkaar plaatsen. En dat ge
schiedt in de gegevens, die de hee'r VI.
mededeelt, niet!
Het Dr. Schaepmanfonds.
Maandag a..s zal te Utrecht een ver
gadering worden gehouden van de secre
tarissen der IS kringcomité's.
De voorzitter van het comité van actie
zal op deze bijeenkomst mededeelingen
doen aangaande den stand der actie; ver
der zullen de secretarissen hun gedachten
uitwisselen omtrent de in de verschillende
deelen des lands gevoerde methoden.
Het dagelijksch bestuur van het kring
comité Haarlem houdt a.s. Zaterdag een
propagandavergadering voor het Dr.
Schaepman-fonds, als inzet van de groote
actie in de komende weken.
Het comité voor het Dr. Schaepman
fonds in den kieskring Leiden heeft be
sloten, de maand April als actie-maand te
bestemmen.
De Dr. Scliaepmans-herdenking in Den
Haag zal plaats hebben op Dinsdag 21 Fe
bruari a.s. om 8 uur in de groote zaal van
den Dierentuin.
Prof. dr. J. B. W. M. Möller uit Schie
dam zullen dr. Schaepman herdenken als
staatkundig leider, als priester en als
kunstenaar.
Ned. Ver. van Werkgevers in het
Bakkersbedrijf.
In de dezer dagen gehouden jaarlijksche
algemeene vergadering der Nederlandsche
Vereeniging van Werkgevers in het Bak
kersbedrijf werden tot leden van het hoofd
bestuur herkozen de heer H. R. Hetzel,
directeur der N.V. „Vereenigde Bakke
rijen" te 's-Gravenhage voorzitter, J. C.
Blankert, directeur der Broodfabriek „De
Korenschoof" Utrecht, vice-voorzitter; H.
van Dorsten, lid der firma Koole Nicola,
Leiden, H. Franken jr., broodfabrikant,
Haarlem, B. Hus, gedelegeerd commissa
ris der N.V. Broodfabrieken „De Zeeuw",
's-Gravenhage; P. Ph. Pelters, broodfabri
kant te Rotterdam, P. Pool broodfabrikant
Amsterdam; G. K. Schoep, gedelegeerd
commissaris der N.V. van der Meer en
Schoep's Bakkerijen en Handelmaatschap
pij, Rotterdam; J. Ulrich, Wassenaar.
In de plaats van den heer J. Ketelaar,
die medegedeeld had niet voor een herbe
noeming in aanmerking te willen komen,
is gekozen de heer J. N. van Muyden,
broodfabrikant te Amsterdam.
Het jaarverslag van den secretaris der
vereeniging, den heer W. J. van der Meer
te 's-Gravenhage, waarin tevens was opgei
nomen een overzicht van den stand der ar
beidswetgeving, zoowel in Nederland als
in het buitenland, werd met algemeene
stemmen goedgekeurd.
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's voor Vrijdag 17 Fetfruari.
Hilversum, 1060 M.
12.00 Politieberichten.
12.302.00 Lunchmuziek door het Radio-
Trio.
5.30—6.00 Lezing door C. F. H. Tucker-
mann, Oud-Commandant v. d. Haagsche
Beroepsbrandweer.
6.007.15 Vooravondconcert door het
Omroep-Orkest.
7.15—7.45 Landbouwhalfuurtje door A. v.
Wijnen: De economische beteekenis voor
Zuid-Holland en Utrecht van de kaasma
kerij op de boerderij.
7.45 Politieberichten.
8.00 Schippersles door C. A. M. C. v.
Kasteel: Averij-grosse in de binnenvaart.
8.30 Kamermuziek door het Concertge
bouw-sextet. H. Bosmans, piano. Frieda
Belinfante, cello.
10.00 Persberichten.
Huizen, 340.9 M. (N a 5.35 u. 1950 M.)
12.30 Tijdsein.
12.301.30 K.R.O. Lunchmuziek dod|r
het K.R.O.-Trio. P. Lustenhouwer, piano.
H. tScholl, viool. O. Hendriks, cello.
3.004.00 K.R.O. Vrouwenuurtje door
Mevr. Kaller Wigman uit Utrecht.
4.005.00 N.C.R.V. Gramofoonmuziek.
5.00—6.00 N.C.R.V. Vooravondconcert.
Speciaal Friesch programma.
6.006.45 Causerie N.C.R.V. Chr. Aten
te Uithoorn: Lüdwig Nommensen.
6.457.25 K.R.O. Sociologie door prof. J.
D. J. Aengenent, hoogleeraar a. h. Semi
narie te Warmond.
7.30 V.P.R.O. Persberichten.
7.35 V.P.R.O. Lezingen.
Daventry, 1600 M.
10.35 Kerkdienst.
11.20 Pianokwartet.
12.20 Sonatenconcert (piano, cello).
12.50 Orgelconcert.
I.20—2.20 Orkestconcert.
3.20 Historische lezing.
3.45 Concert.
3.50 Lezing: Southwark Cathedral.
4.05 Concert.
4.10 Concert voor schoolkinderen.
5.05 D. Hyden, viool.
5.20 Lezing.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Orkestconcert.
6.50 Nieuwsberichten.
7.05 Orkestconcert.
7.20 Muziekcritiek.
7.35 Beethoven's pianovariaties.
7.45 Lezing: Morals as the basis of so-
city.
8.05 Vaudeville.
8.20 National Symphoniecoficert.
9.35 Nieuwsberichten.
9.50 Vervolg Nat. Concert.
10.35 Nieuwsberichten.
10.55 Harpconcert.
II.2012.20 Dansmuziek.
„R a d i o-P a r i s", 1750 M.
10.50—11.00 Concert.
12.502.10 Orkestconcert,
4.05—5.05 Orkestconcert.
8.5011.20 Orkestconcert. Fransche com
posities, Debussy, Franck, Balakiref.
Langenberg, 469 M.
12.251.50 Orkestconcert.
5.20—6.20 Orkestconcert.
7.358.30 „Fastelowends-Hochzeit", ge
moedelijk familiefeest. Peter Seifert met
z'n Volkslied-Arneitsgemeinsch.
8.35 Orkestconcert. Daarna tot 11.20
Dansmuziek.
Königswnsterhausetf, 1250 M.
(Zeesen).
1.50—7.05 Lezingen en lessen".
7.50 W. Franck, declamaties.
8.35 Kamermuziek.
9.5011.50 Dansmuziek en zang.
Hamburg, 395 M. f
5.20 Orkestconcert.
6.45 „Die vier Grobiane", klucht met
muziek van E. WolfFerrari. X
10.5011.50 Dansmuziek.
Brussel, 509 M.
5.206.20 Trioconcert.
8.35 Carnevalspret. Muziek en causerie.
9.25 Fragmenten van „La Servante Maf-
tre8se".
10.0510.35 Vlaamsche kroniek.
FEUILLETON.
het Engelsch van JOSEPH HOCKING
jc-fcrtaald door Carla Simons,
r
izabeth, antwoordde Nancy, maar
2* staat op de grondvesten van een
ouder huis.
Ik kan me goed begrijpen wat het je
ost heeft om het te moeten verkoopen,
de jongeman hartelijk, ik ben niet
timenteel, maar ik begrijp het volko-
Alleen al die eiken zoldering is on-
albaar. Ze hebben me verteld dat er
erikanen zijn geweest, die eenige dui
den ponden hebben geboden alleen
r die paneelen.
- Maar hij mag ze niet verkoopen, riep
icy uit, dat staat in het koop-con-
st»
Wat ik heb gehoord is, dat de oude
[1 die Amerikaan een optie voor an-
lalf jaar heeft aangeboden, zei Ben.
Die ellendeling! riep Nancy uit.
zal het nooit probeeren!
Maar je kunt er niets tegen doen,
Ben voort, als je ten minste zelf
optie niet aanvaarden kunt. Het zou
de en schande zijn. Zulke oude gebou-
i zijn zeldzaam en die paneelen door
i Amerikaan te laten wegsnijden en ze
3 een afschuwelijk huis in New York over
hengen is heiligschennis.
Er moest een wet bestaan om dat te
bieden, zuchtte het meisje.
Maar met je eigendom kun je, alles
doen, zei Ben. Ik heb ook gehoord, dat
de oude Beel die groote oprijlaan zou la
ten omhakken.
Omhakken? Waarom?., waarom-?.,
ze kon niet spreken van ontroering.
Ik denk dat het een zeldzame boom
soort is en dat hij er veel geld voor kan
maken. Natuurlijk kunnen het praatjes
zijn, maar de oude Beel is er best toe in
staat.
Hebt u hem gesproken?
Ja, vader en zoon. Toen ze wisten dat
ik je kende, waren ze heel vriendelijk.
Hebt u gezegd dat ik u kende?
Ja, ik zei dat je een vriendin van
mijn zuster bent.
Niets anders? vroeg het meisje haas
tig.
Neen, antwoordde Ben. Toen, haar
vast aanziende. ik zei, dat je hoopte het
eens terug te koopen.
Wat antwoordde hij daarop?
Hij lachte. Hij beschouwde het als
een grap. De jonge kerel keek woedend.
Maar het is een schande, voegde Ben er
aan toe, dat menschen als de Beels eige
naars zijn van zulk een huis. Wat is het
prachtig gelegen! Een sprookje!
Er is niets mooiers op de wereld, zei
Nancy.
Ben had zijn plan zorgvuldig voorbe
reid. Hij had geleerd dat hij de vorige
keeren niet op de juiste manier met Nan
cy had gesproken. Hij wilde nu diploma
tiek zijn. Hij dacht aan het gezegde: Ben
Briggs krijgt alles wat hij wil en hij had
nooit zijn plan opgegeven om met Nancy
te trouwen. Daarom was hij naar Corn
wall gegaan om nu 300 met haar te kun
nen spreken. Hij had het juiste oogen
blik ervoor berekend. Ze moest nu moe en
teleurgesteld zijn en ze zou het ellendig
vinden om alleen in het stille huisje te
zitten. Sarah Ellen had dien avond vrij
af en zoo konden ze ongestoord met elkaar
praten.
Weet je welk plan ik heb gemaakt?
vroeg Ben.
Nancy schudde het hoofd.
Jou het recht vragen om het huis
terug te koopen. Ik heb de documenten
doorgekeken en gezien, dat jij het recht
hebt het huis binnen vijf jaar na den dag
van verkoop terug te koopen. Maar dat is
makkelijk in orde te brengen: je moet er
met je advooaat over spreken en mij het
recht van optie overdragen. Dan schrijf
ik je een chèque van tienduizend pond
uit en zoo kun je dan
Maar dan moet ik het later aan jou
overdragen! riep Nancy uit.
Niet, als je dat niet wil, Nancy, en
Ben's stem trilde. Mijn gevoelens zijn het
zelfde gebleven. Niets zou mij een grooter
vreugde zijn dan je het oude huis terug te
geven. Maar dan is «r nog iets. Het is een
geheim, je mag er met nieman^ over
spreken.... Een van de redenen waarom
ik naar Cornwall ging was, dat ik lid van
het parlement kan worden.
Bedoel je dat je gekozen kunt
worden
Ja, ik heb groote kans.
Wat leuk! En neem je het aan?
Ik beloofde binnen eenige dagen
antwoord te geven. Trevanion Court hoort
bij mijn arrondissement, vervolgde hij en
het zou goed staan voor een lid van het
parlement, daar te wonen, is het niet?
Nancy's hart klopte wild. Nooit had zë
aan zoo iets gedacht. Ben's aanbod
maakte niet alleen de liefde voor haar
huis, maar ook die voor haar landstreek
wakker. De vrouw te zijn van een lid van
het parlement, te leven in Trevanion
Court, tusschen haar geliefd volk!
Iedere zenuw van haar lichaam stond
gespannen, haar trots werd gestreeld en
alles in haar verlangde om ja te zeggen.
Waarom ook niet? Dan zou haar harte-
wensch in vervulling gaan; een andere
kans was er niet. John Trefry scheen niet
werkelijk van haar-te houden; hij had
haar niet eens de gelegenheid gegeven
hem te schrijven en als hij met haar
trouwde, zou ze armoede met hem lijden.
Het gesprek met Ben had haar tot in
haar binnenste geschokt.
Ik moet mijn besluit binnen een
week mededeelen, zei Ben, terwijl hij
opstond, en je zult er nog eens over
nadenken, nietwaar Nancy?
Ja, ik zal er over nadenken, ant
woordde ze. Maar laat me nu alsje
blieft alleen. Ik ben overspannen en ze
nuwachtig en ik wil er graag rustig over
denken.
En mag ik over drie dagen je fe'é-
sluit hooren? vroeg Ben.
Ja. Als je tot Vrijdag niets van me
hebt gehoord, ben ik dien avond thuis.
Toen Ben was weggegaan zuchtte Nan
cy diep. Ze wist dat, als Ben langer had
aangedrongen ze voor het verleidelijke
voorstel zou zijn gezwicht.
t Ik moet er rustig .over denken, zei
het meisje in zichzelf. Ik moet het met
mezelf uitvechten.
HOOFDSTUK XXIV.
Sarah Ellen in het nauw.
Nooit had Ben's voorstel Nancy zoo
aanlokkelijk toegeschenen. Ze moest, ze
wilde haar plan ten uitvoer brengen, ze
wilde Trevanion Court terug. Maar hoe.
John Trefry was uit het gezicht verdwe
nen, bovendien had hij haar teleurgesteld
en gekwetst; hij had haar eigenliefde be-
leedigdIn een uur van zwakheid hhd ze
hem verteld dat ze alles zou willen opof
feren en in armoede met hem zou willen
leven omdat ze hem liefhad, maar John
was weggegaan zonder zelfs te zeggen
waarheen! Bovendien was hij een on-
practische droomer, iemand, die wel niet zou
slagen in het leven. Over den jongen Jack
dacht ze niet eens meer. Na de scène bij
het oude huis kon ze niet zonder walging
aan hem denken, dat was onmogelijk.
Maar met Ben Briggs een sterke, prack?
tige, jonge kerel en in veel opzichten
zelfs een gentleman. Hij hield van haar,
al jaren en dat streelde haar ijdelheid.
Ben was erop vooruit gegaan in dien tijd.
Hij was niet langer de zelfzuchtige, eigen
wijze jongen van vroeger; hij was be
scheidener en sympathieker geworden. Bo
vendien zou het heerlijk zijn om Trevanion
Court terug te komen; Jack Beel zou er
uit verdreven worden en ze was terug in
het land waar ze zooveel van hield. Maar
ze voelde zich niet .voldaan.
«(Wordt vervolgd),.