C -Dl: ter ii'!j KOP DE WERELD VAN HET GELD. BINNENLAND. ancy minors erfenis. R BE igmidda i e. GRO g 8 (Barjfi 10). oterin Yer tweede blad- „de leidsche courant". donderdag 16 februari i928 stabilisatie. L Na liet uitwoeden van den oorlog, welke 'n cycloon heeft huisgehouden in 't geld- izen en de economische en financieele uatie van nagenoeg alle Europeesche iden totaal ontredderd heeft, is men erwcgen het eene land vroeger, het ,ere later erin geslaagd den weg te iden tot wederopbouw van de verwoes- financieele structuur. )ank zij 'n krachtige financieele politiek i wij hier te lande aan een instorting i het geldwezen ontsnapt, zooals het ral geweest is in vele der voormalige •logvoerende landen. )e daling van de Duitsche mark, welke islotte sensationeele afmetingen aannam idat men millioenen marken voor één it kon krijgen, staat ons nog levendig >r den geest. Velen onzer danken er een lepreisje langs den Eijn aan. En de ardedaling van de Belgische en Fran- e franc is ons eveneens bekend genoeg, enzoo de depreciatie van de Oostenrijk- ,e kroon, van de Italiaansche lire enz. /erscheidene munteenheden zakten zoo- weg dat zij geheel en al van het too- verdwenen, zooals de Russische roe- gP®®(, de Oostenrijksche kroon en de Duit- te papiermark. Men liet ze eenvoudig en met moeras zitten en gaf een spikplinter munteenheid uit. De andere dalen tje in geldswaardige papieren werden door assenfchtdadig ingrijpen der regeeringen in afijiji val gestuit en ten slotte gestabiliseerd, eenval of niet een beetje hooger te zijn op- ien btfijzeld. Engeland heeft zijn pond sterling, dat .Ledf al beneden het voor-oorlogsche peil ser^igde weg te zakken, weer op het oude pers jl weten terug te brengen, maar de an- F© landen, welke hun munteenheden heb- id opji gestabiliseerd, hebben zich allen bij de crSkeitelijke waardevermindering neergelegd Ier niet langer naar gestreefd om hun ie koers van voor den oorlog weer op te [en. De laatste landen, welke hun ruil- hebben gestabiliseerd, waren Roe- en Italië. Frankrijk en Portugal zijn BJnog mee bezig. De Fransche franc is fei- Bmijk reeds gestabiliseerd, doch Poincaré B\t nog steeds niet over tot de wettelijke hilisatie, terwijl Portugal zich reeds loogden Volkenbond heeft gewend, om zichr ^middelen tot stabilisatie te verschaffen. 3l4n verband met al deze pogingen, welke lotendeels reeds tot een resultaat heb- geleid, deels nog worden ondernomen, «2C de ruilmiddelen der diverse landen en [halve het heele geld- en credietwezen er in normale banen terug te leiden, is wellicht niet ondienstig een enkel t0rd aan deze stabilisatie te wijden, op- een zoo gewichtige fase in het na-oor- «feche oplevingsproces niet onbegrepen ons voorbijga. De invloed van het goud. -.Jtabilisatie van het ruilmiddel wil niet» 0 Iers zeggen, dan de munteenheid van I land wederom op haar goudbasis neer zetten, waarvan zij in de oorlogsdagen Afgetuimeld. Het geld immers staat in l iwe relatie met het goud, ook al zijn da iten nog zoo rasecht koper of nikkel ;ilver en al vindt men meer papieren w ildenbiljetjes dan gouden tientjes, leid is op zichzelf geen begeerenswaard [kei. Ja, daar kunt u om glimlachen en uzelf denken: „ik wil 't toch wel heb niettemin is het zoo. Want aan alleen heeft men niets. Men moet er voor kunnen koopen. Wanneer u een itstuk hebt, doch de slager, noch de idenier, noch de bakker noch een van leveranciers wil het in betaling nemen, hebt u er niets aan. En men zal het in betaling willen nemen, als men de irde van het muntstuk niet vertrouwt, [leverancier, die het geld ontvangt, moet ttlzekerheid hebben, dat hij het zelf ook tr aan zijn leveranciers in betaling kan |en. Nu zal een leverancier in Nederland i goede Hollandsche ronde gulden gaar- e aanvaarden, maar als hij geimporteerd |ft uit het buitenland, dan zal die bui- jlandsche exporteur geen gulden willen Het buitenland neemt slechts genoegen met goud, omdat goud een arti kel is, dat algemeen gewild is en slechts zeer weinig aan waardeschommelingen on derhevig is. (Zilver is voor internationaal verkeer niet meer bruikbaar). Nu is dat voor den Nederlandschen im porteur, die den buitenlander met goud betalen moet, niet erg, wanneer hij voor zijn guldens slechts het benoodigde goud kan köopen. Men kan dus in 't algemeen zeggen, dat de guldens voor den handel slechts in zooverre waarde hebben, als zij kunnen worden ingewisseld tegen goud. Wat zal nu 'n klomp goud van 1 kg. kosten? Uit 1 Kg. goud kunnen 165 gouden tientjes gemaakt worden. Derhalve kost 1 Kg. goud 1650 (Het cijfer is niet precies juist, om dat de kosten van aanmunting ook nog een rol spelen, maar dat scheelt niet zooveel). Wanneer wij dus willen weten, wat onze gulden waard is in het internationaal ver keer, dan hebben wij na te gaan, welke hoeveelheid goederen wij kunnen koopen met 1 Kg. goud en daaruit laat zich de waarde van ons geld afleiden. Niet altijd zal die hoeveelheid goederen dezelfde zijn. Dat hangt af van vraag en aanbod. Heeft een land bijv. veel goud en weinig goede ren, dan zal het goud en daarmede ook het geld goedkoop zijn ten opzichte* van de goederen, m. a. w. de goederen zullen er peperduur zijn, er zullen hooge' prijzen be taald moeten worden. Wij hebben zoo juist gezegd, dat 't bui tenland slechts goud in betaling wil ne men. In de practijk is natuurlijk een voort durend heen en weer zenden van goud be zwaarlijk en in normale tijden vindt men er wat anders op. Men redt zich dan met wissels, doch dat neemt niet weg, dat het buitenland deze wissels slechts accep teert, omdat het weet, dat het er ieder oogenblik goud voor in de plaats kan krij gen. In princiep steunt dus ons geheele geldwezen op de waarde van het goud. Inflatie. Ook in het binnenland gebruikt men niet altijd metaalgeld om ruilingen tot stand te brengen. Vooral voor hoogere bedragen maakt men gaarne gebruik van het zoo veel handige?' papiergeld. Heeft het metaal geld op. zich zelf nog eenige waarde, om dat het metaal, waaruit het vervaardigd is, een eigen waarde heeft, het papier is opzichzelf vrijwel waardeloos. Men. zal dus slechts papiergeld aannemen, wanneer men de zekerheid heeft het zoo noodig ten allen tijde tegen goud te kunnen inwisselen. Zoowel het metaal- als het papiergeld steunt dus op het goud, maar zal dit slechts kunnen doen zoolang de inwisseling en de uitvoer van het goud vrij zijn. Dit zal in normale tijden dan ook steeds het geval zijn, maar in abnormale tijden, zooals tijdens den oorlog, wordt de goud- uitvoer stop gezet en blijft het goud in de kelders der banken liggen, wordt het dus niet togen bankbiljetten of ander geld in gewisseld. Nu gaan de zaken geheel anders staan; het geldwezen is dan los gemaakt van zijn goudbasis. Het natuurlijke gevolg is dan, dat de menschen hun vertrouwen in het papiergeld gaan verliezen. Zilver- en ander metaalgeld wordt vast gehouden en verdwijnt uit de circulatie. .Het papier zal in waarde dalen, doch de regeering doet alle mogelijke moeite om een gedwongen koers te verzekeren. In ons land is dat- nog niet zoo kwaad ge lukt. Ons land verkeerde echter in een geheel andere positie dan de oorlogvoerende lah- den. Terwijl daar alle krachten werden geconcentreerd op den oorlog en dus het grootste deel der productie in dienst van het leger werd gesteld, waardoor het noodig werd allerlei waren uit het neutra le buitenland te betrekken, beleefden wij juist een tijdperk van koortsachtige pro ductie. Alles dreigde over de grenzen te gaan, met als gevolg schaarschte en hoo ge prijzen in eigen land. In de oorlogvoe rende lénden overtrof de invoer verreweg den uitvoer, zoodat de wederzijdsche vorde ringen niet meer met wissels konden wor den verrekend. Daardoor steeg onze wis selkoers in het oorlogvoerende buitenland en daalden naar verhouding de wisselkoer sen der oorlogslanden op onze markt. In de oorlogvoerende landen kwamen daar nog bij groote uitgaven voor oorlogs doeleinden en dreigende tekorten in de staatskas. Dan is het maar al te gemakke lijk om ten voordeele van den staat eenige millioenen papiertjes te drukken om in den geldnood te voorzien. Het gevolg is dan, dat er meer geld in circulatie komt dan het land voor zijn verbruik noodig heeft, het aanbod van geld wordt grooter, zoodat de waarde daalt. Hoe meer de waarde daalt, des te meer papier zal de staat moe ten laten drukken en hoe sneller de bank- biljettenpers draait des te sneller daalt de koers. Daar hebt u het verschijnsel van de in flatie. Ook metaalgeld kan theoretisch aan in flatie onderhevig zijn, doch dat zal in de practijk nimmer zoo'n vaart loopen, omdat de aanmaakkosten van metaalgeld te hoog zijn. Met papier gaat het veel gemakke lijker. En dat deze inflatie van papiergeld enorme afmetingen kan aannemen, hebben Rusland, Duitschland en Oostenrijk ons geleerd. Daar is het geheele geldwezen to taal ineengestort en moest met een ge heel nieuw ruilmiddel weer op de been ge bracht worden. Maar ook in de andere oorlogvoerende landen is het ruilmiddel flink gedaald, dank zij de inflatie. Uit het bovenstaande blijkt voldoende, dat het niet zoo heel moeilijk is, om de waarde van het geld op deze manier naar omlaag te krijgen. Moeilijker echter is het de voortgang van de depreciatie te stuiten en aan het ruilmiddel zijn vroegere stabiliteit terug te geven. Hoe men dat klaar speelt, zullen wij in een volgend artikel zien. MR. P. J. REIJMER EERSTE- KAMERLID. Als opvolger van den heer Haazevoet. Nu de heer Haazevoet als lid van de Eerste Kamer heeft bedankt, komt, zoo als reeds gemeld, als opvolger in aanmer king de heer mr. P. J. Reymer, burgemees ter van Hilversum. Naar wij vernemen, zal de heer Reymer de benoeming aannemen. Mr. P. J. Reymer werd 1 April 1882 ge boren, bezocht de lagere school te Renkum vervolgens het St. Willebrordus College te Katwijk aan den Rijn en studeerde ver volgens aan de Universiteit te Amsterdam waar hij promoveerde. Hierna vestigde hij zich als advocaat en procureur. Hij was lid van de Prov. Staten van Noord-Holland en werd in Juli 1918 geko zen tot lid der Tweede Kamer. Bij de vol gende verkiezingen bedankte hij voor her nieuwing van zijn mandaat wegens drukke werkzaamheden, daar hij intussclien was benoemd tot burgemeester van Hilversum, in welke gemeente hij ook deel uitmaakte van den gemeenteraad. ZIJN ONZE BELASTINGEN HET HOOGST? De heer Vliegen schrijft in „Het Volk": Zooals men weet, is er een wetsontwerp aanhangig, dat bedoelt om de Nederlan ders in den vreemde te doen bijdragen in die Nederlandsche directe rijksbelastin gen, welke niet vastzitten aan het ingeze tenschap. De directe belastingen, welke de in het buitenland gevestigde Nederlanders betalen moeten aan het land waar ze wo nen, mogen ze van het bedrag van Hun Nederlandschen aanslag aftrekken, het meerdere moeten ze dan zoo ongeveer be talen aan den Nederlandschen Staat. Dit geldt niet voor diegenen die zich voor de uitoefening van een beroep of bedrijf in het buitenland bevinden. Tegen dit voorstel is vanwege de in het buitenland gevestigde Nederlanders sterk verzet gerezen. De Kamerleden zijn overstelpt met lectuur en bezoeken om de verwerping van het voorstel te verkrijgen. Nu is van die zijde een document geko men, dat een eigenaardig licht werpt op de verhouding van den belastingdruk tus- schen hier en elders. Wat toch lezen we in dat document, waarin wordt betoogd, dat de voorgestel de belasting weinig of niets op zal bren- gen? Na onderzoek en vergelijking van tarie ven is aan het comité dat deze zaak ter hand nam gebleken: In België en Duitschland zijn de rijks belastingen voor alle inkomens hooger dan hier te lande. In de Zwitsersche kantons Graubünden en Tessino, twee kantons waar zich de meeste vreemdelingen vestigen, zijn de di recte belastingen voor alle inkomens hoo ger dan de Nederlandsche. In het kanton Waadt zijn ze hooger of gelijk voor allé inkomens tot 70.000 gulden. Voor Frankrijk, waar de vergelijking moeilijk was, komt het comité tot de con clusie dat de Fransche belastingen hoo ger zijn. Alleen wanneer een inkomen ten volle of ongeveer ten volle uit vermogen verkregen wordt, kan het anders zijn. Wat evenwel weer te niet wordt gedaan door dat Frankrijk een couponbelasting heft, dip we hier niet kennen. In Engeland is de belasting voor alle inkomens boven de 7000 hooger dan hier. Ziedaar een einde aan de demagogische legende van: wij hebben de hoogste be lastingen ter wereld! Tot zoover de heer VI. Wij willen de juistheid van zijn conclu sie hier nóch bestrijden nóch bevestigen. Doch wel moeten wij constateeren, dat de ze ons toeschijnt, op onvolledige ge gevens te zijn opgebouwd. Wij moeten het geheel van belastin gen naast elkaar plaatsen. En dat ge schiedt in de gegevens, die de hee'r VI. mededeelt, niet! Het Dr. Schaepmanfonds. Maandag a..s zal te Utrecht een ver gadering worden gehouden van de secre tarissen der IS kringcomité's. De voorzitter van het comité van actie zal op deze bijeenkomst mededeelingen doen aangaande den stand der actie; ver der zullen de secretarissen hun gedachten uitwisselen omtrent de in de verschillende deelen des lands gevoerde methoden. Het dagelijksch bestuur van het kring comité Haarlem houdt a.s. Zaterdag een propagandavergadering voor het Dr. Schaepman-fonds, als inzet van de groote actie in de komende weken. Het comité voor het Dr. Schaepman fonds in den kieskring Leiden heeft be sloten, de maand April als actie-maand te bestemmen. De Dr. Scliaepmans-herdenking in Den Haag zal plaats hebben op Dinsdag 21 Fe bruari a.s. om 8 uur in de groote zaal van den Dierentuin. Prof. dr. J. B. W. M. Möller uit Schie dam zullen dr. Schaepman herdenken als staatkundig leider, als priester en als kunstenaar. Ned. Ver. van Werkgevers in het Bakkersbedrijf. In de dezer dagen gehouden jaarlijksche algemeene vergadering der Nederlandsche Vereeniging van Werkgevers in het Bak kersbedrijf werden tot leden van het hoofd bestuur herkozen de heer H. R. Hetzel, directeur der N.V. „Vereenigde Bakke rijen" te 's-Gravenhage voorzitter, J. C. Blankert, directeur der Broodfabriek „De Korenschoof" Utrecht, vice-voorzitter; H. van Dorsten, lid der firma Koole Nicola, Leiden, H. Franken jr., broodfabrikant, Haarlem, B. Hus, gedelegeerd commissa ris der N.V. Broodfabrieken „De Zeeuw", 's-Gravenhage; P. Ph. Pelters, broodfabri kant te Rotterdam, P. Pool broodfabrikant Amsterdam; G. K. Schoep, gedelegeerd commissaris der N.V. van der Meer en Schoep's Bakkerijen en Handelmaatschap pij, Rotterdam; J. Ulrich, Wassenaar. In de plaats van den heer J. Ketelaar, die medegedeeld had niet voor een herbe noeming in aanmerking te willen komen, is gekozen de heer J. N. van Muyden, broodfabrikant te Amsterdam. Het jaarverslag van den secretaris der vereeniging, den heer W. J. van der Meer te 's-Gravenhage, waarin tevens was opgei nomen een overzicht van den stand der ar beidswetgeving, zoowel in Nederland als in het buitenland, werd met algemeene stemmen goedgekeurd. UIT DE RADIO-WERELD. Programma's voor Vrijdag 17 Fetfruari. Hilversum, 1060 M. 12.00 Politieberichten. 12.302.00 Lunchmuziek door het Radio- Trio. 5.30—6.00 Lezing door C. F. H. Tucker- mann, Oud-Commandant v. d. Haagsche Beroepsbrandweer. 6.007.15 Vooravondconcert door het Omroep-Orkest. 7.15—7.45 Landbouwhalfuurtje door A. v. Wijnen: De economische beteekenis voor Zuid-Holland en Utrecht van de kaasma kerij op de boerderij. 7.45 Politieberichten. 8.00 Schippersles door C. A. M. C. v. Kasteel: Averij-grosse in de binnenvaart. 8.30 Kamermuziek door het Concertge bouw-sextet. H. Bosmans, piano. Frieda Belinfante, cello. 10.00 Persberichten. Huizen, 340.9 M. (N a 5.35 u. 1950 M.) 12.30 Tijdsein. 12.301.30 K.R.O. Lunchmuziek dod|r het K.R.O.-Trio. P. Lustenhouwer, piano. H. tScholl, viool. O. Hendriks, cello. 3.004.00 K.R.O. Vrouwenuurtje door Mevr. Kaller Wigman uit Utrecht. 4.005.00 N.C.R.V. Gramofoonmuziek. 5.00—6.00 N.C.R.V. Vooravondconcert. Speciaal Friesch programma. 6.006.45 Causerie N.C.R.V. Chr. Aten te Uithoorn: Lüdwig Nommensen. 6.457.25 K.R.O. Sociologie door prof. J. D. J. Aengenent, hoogleeraar a. h. Semi narie te Warmond. 7.30 V.P.R.O. Persberichten. 7.35 V.P.R.O. Lezingen. Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 11.20 Pianokwartet. 12.20 Sonatenconcert (piano, cello). 12.50 Orgelconcert. I.20—2.20 Orkestconcert. 3.20 Historische lezing. 3.45 Concert. 3.50 Lezing: Southwark Cathedral. 4.05 Concert. 4.10 Concert voor schoolkinderen. 5.05 D. Hyden, viool. 5.20 Lezing. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Orkestconcert. 6.50 Nieuwsberichten. 7.05 Orkestconcert. 7.20 Muziekcritiek. 7.35 Beethoven's pianovariaties. 7.45 Lezing: Morals as the basis of so- city. 8.05 Vaudeville. 8.20 National Symphoniecoficert. 9.35 Nieuwsberichten. 9.50 Vervolg Nat. Concert. 10.35 Nieuwsberichten. 10.55 Harpconcert. II.2012.20 Dansmuziek. „R a d i o-P a r i s", 1750 M. 10.50—11.00 Concert. 12.502.10 Orkestconcert, 4.05—5.05 Orkestconcert. 8.5011.20 Orkestconcert. Fransche com posities, Debussy, Franck, Balakiref. Langenberg, 469 M. 12.251.50 Orkestconcert. 5.20—6.20 Orkestconcert. 7.358.30 „Fastelowends-Hochzeit", ge moedelijk familiefeest. Peter Seifert met z'n Volkslied-Arneitsgemeinsch. 8.35 Orkestconcert. Daarna tot 11.20 Dansmuziek. Königswnsterhausetf, 1250 M. (Zeesen). 1.50—7.05 Lezingen en lessen". 7.50 W. Franck, declamaties. 8.35 Kamermuziek. 9.5011.50 Dansmuziek en zang. Hamburg, 395 M. f 5.20 Orkestconcert. 6.45 „Die vier Grobiane", klucht met muziek van E. WolfFerrari. X 10.5011.50 Dansmuziek. Brussel, 509 M. 5.206.20 Trioconcert. 8.35 Carnevalspret. Muziek en causerie. 9.25 Fragmenten van „La Servante Maf- tre8se". 10.0510.35 Vlaamsche kroniek. FEUILLETON. het Engelsch van JOSEPH HOCKING jc-fcrtaald door Carla Simons, r izabeth, antwoordde Nancy, maar 2* staat op de grondvesten van een ouder huis. Ik kan me goed begrijpen wat het je ost heeft om het te moeten verkoopen, de jongeman hartelijk, ik ben niet timenteel, maar ik begrijp het volko- Alleen al die eiken zoldering is on- albaar. Ze hebben me verteld dat er erikanen zijn geweest, die eenige dui den ponden hebben geboden alleen r die paneelen. - Maar hij mag ze niet verkoopen, riep icy uit, dat staat in het koop-con- st» Wat ik heb gehoord is, dat de oude [1 die Amerikaan een optie voor an- lalf jaar heeft aangeboden, zei Ben. Die ellendeling! riep Nancy uit. zal het nooit probeeren! Maar je kunt er niets tegen doen, Ben voort, als je ten minste zelf optie niet aanvaarden kunt. Het zou de en schande zijn. Zulke oude gebou- i zijn zeldzaam en die paneelen door i Amerikaan te laten wegsnijden en ze 3 een afschuwelijk huis in New York over hengen is heiligschennis. Er moest een wet bestaan om dat te bieden, zuchtte het meisje. Maar met je eigendom kun je, alles doen, zei Ben. Ik heb ook gehoord, dat de oude Beel die groote oprijlaan zou la ten omhakken. Omhakken? Waarom?., waarom-?., ze kon niet spreken van ontroering. Ik denk dat het een zeldzame boom soort is en dat hij er veel geld voor kan maken. Natuurlijk kunnen het praatjes zijn, maar de oude Beel is er best toe in staat. Hebt u hem gesproken? Ja, vader en zoon. Toen ze wisten dat ik je kende, waren ze heel vriendelijk. Hebt u gezegd dat ik u kende? Ja, ik zei dat je een vriendin van mijn zuster bent. Niets anders? vroeg het meisje haas tig. Neen, antwoordde Ben. Toen, haar vast aanziende. ik zei, dat je hoopte het eens terug te koopen. Wat antwoordde hij daarop? Hij lachte. Hij beschouwde het als een grap. De jonge kerel keek woedend. Maar het is een schande, voegde Ben er aan toe, dat menschen als de Beels eige naars zijn van zulk een huis. Wat is het prachtig gelegen! Een sprookje! Er is niets mooiers op de wereld, zei Nancy. Ben had zijn plan zorgvuldig voorbe reid. Hij had geleerd dat hij de vorige keeren niet op de juiste manier met Nan cy had gesproken. Hij wilde nu diploma tiek zijn. Hij dacht aan het gezegde: Ben Briggs krijgt alles wat hij wil en hij had nooit zijn plan opgegeven om met Nancy te trouwen. Daarom was hij naar Corn wall gegaan om nu 300 met haar te kun nen spreken. Hij had het juiste oogen blik ervoor berekend. Ze moest nu moe en teleurgesteld zijn en ze zou het ellendig vinden om alleen in het stille huisje te zitten. Sarah Ellen had dien avond vrij af en zoo konden ze ongestoord met elkaar praten. Weet je welk plan ik heb gemaakt? vroeg Ben. Nancy schudde het hoofd. Jou het recht vragen om het huis terug te koopen. Ik heb de documenten doorgekeken en gezien, dat jij het recht hebt het huis binnen vijf jaar na den dag van verkoop terug te koopen. Maar dat is makkelijk in orde te brengen: je moet er met je advooaat over spreken en mij het recht van optie overdragen. Dan schrijf ik je een chèque van tienduizend pond uit en zoo kun je dan Maar dan moet ik het later aan jou overdragen! riep Nancy uit. Niet, als je dat niet wil, Nancy, en Ben's stem trilde. Mijn gevoelens zijn het zelfde gebleven. Niets zou mij een grooter vreugde zijn dan je het oude huis terug te geven. Maar dan is «r nog iets. Het is een geheim, je mag er met nieman^ over spreken.... Een van de redenen waarom ik naar Cornwall ging was, dat ik lid van het parlement kan worden. Bedoel je dat je gekozen kunt worden Ja, ik heb groote kans. Wat leuk! En neem je het aan? Ik beloofde binnen eenige dagen antwoord te geven. Trevanion Court hoort bij mijn arrondissement, vervolgde hij en het zou goed staan voor een lid van het parlement, daar te wonen, is het niet? Nancy's hart klopte wild. Nooit had zë aan zoo iets gedacht. Ben's aanbod maakte niet alleen de liefde voor haar huis, maar ook die voor haar landstreek wakker. De vrouw te zijn van een lid van het parlement, te leven in Trevanion Court, tusschen haar geliefd volk! Iedere zenuw van haar lichaam stond gespannen, haar trots werd gestreeld en alles in haar verlangde om ja te zeggen. Waarom ook niet? Dan zou haar harte- wensch in vervulling gaan; een andere kans was er niet. John Trefry scheen niet werkelijk van haar-te houden; hij had haar niet eens de gelegenheid gegeven hem te schrijven en als hij met haar trouwde, zou ze armoede met hem lijden. Het gesprek met Ben had haar tot in haar binnenste geschokt. Ik moet mijn besluit binnen een week mededeelen, zei Ben, terwijl hij opstond, en je zult er nog eens over nadenken, nietwaar Nancy? Ja, ik zal er over nadenken, ant woordde ze. Maar laat me nu alsje blieft alleen. Ik ben overspannen en ze nuwachtig en ik wil er graag rustig over denken. En mag ik over drie dagen je fe'é- sluit hooren? vroeg Ben. Ja. Als je tot Vrijdag niets van me hebt gehoord, ben ik dien avond thuis. Toen Ben was weggegaan zuchtte Nan cy diep. Ze wist dat, als Ben langer had aangedrongen ze voor het verleidelijke voorstel zou zijn gezwicht. t Ik moet er rustig .over denken, zei het meisje in zichzelf. Ik moet het met mezelf uitvechten. HOOFDSTUK XXIV. Sarah Ellen in het nauw. Nooit had Ben's voorstel Nancy zoo aanlokkelijk toegeschenen. Ze moest, ze wilde haar plan ten uitvoer brengen, ze wilde Trevanion Court terug. Maar hoe. John Trefry was uit het gezicht verdwe nen, bovendien had hij haar teleurgesteld en gekwetst; hij had haar eigenliefde be- leedigdIn een uur van zwakheid hhd ze hem verteld dat ze alles zou willen opof feren en in armoede met hem zou willen leven omdat ze hem liefhad, maar John was weggegaan zonder zelfs te zeggen waarheen! Bovendien was hij een on- practische droomer, iemand, die wel niet zou slagen in het leven. Over den jongen Jack dacht ze niet eens meer. Na de scène bij het oude huis kon ze niet zonder walging aan hem denken, dat was onmogelijk. Maar met Ben Briggs een sterke, prack? tige, jonge kerel en in veel opzichten zelfs een gentleman. Hij hield van haar, al jaren en dat streelde haar ijdelheid. Ben was erop vooruit gegaan in dien tijd. Hij was niet langer de zelfzuchtige, eigen wijze jongen van vroeger; hij was be scheidener en sympathieker geworden. Bo vendien zou het heerlijk zijn om Trevanion Court terug te komen; Jack Beel zou er uit verdreven worden en ze was terug in het land waar ze zooveel van hield. Maar ze voelde zich niet .voldaan. «(Wordt vervolgd),.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5