UIT DE PERS. Letteren en Kunst BINNENLAND. TWEEDE BLAD „DE LEIDSCHE COURANT" DONDERDAG 9 FEBRUARI 1928 HET EDELE „VOLK". Het dagblad der arbeiderspartij, dat benige maanden geleden het lijdend ar beiderskind van Konnersreuth voor een gewiekste simulante uitmaakte en den pastoor van het dorp aan zijn lezers als een soort spullebaas voorstelde, meldde zijn lezers Maandagavond: Theresia Neumann bloedt niet meer. Het mirakel is afgeloopen. Het geval Theresia Neumann, het boerenmeisje uit Konnersreuth, dat, naar men zich herinnert, iederen Vrijdag het lijden van Christus door leefde, uit wonden bloedde en bloed tranen weende, is gedaan. Drie Vrij- achtereen zijn de pelgrims af- met de boodschap, dat er niets meer aan de hand was. There sia heeft het bed verlaten, eet en drinkt gewoon en doet het werk binnen en buiten de boerderij. Ver moed wordt, dat het einde van het mirakel verband houdt met het op treden van een fakir te Dessau en een wonderdoenden mijnwerker te Belgrado. Dezen vertoonden het pu bliek soortgelijke staaltjes als van Konnersreuth, waarbij zij uitdrukke lijk vertelden, dat van bovennatuur lijke dingen geen sprake was. f De Maasbode teekent hierbij aan Om de berichtgeving van „Het Volk" te proeven, moet men bedenken: le. dat nooit eenige kerkelijke autori teit bij Theresia van „mirakel" heeft ge sproken dat het gebeuren te Konnersreuth heelemaal niet alleen bestond in het bloe den Se. dat, naar wij reeds weken geleden meldden, op last 'van den Bisschop geen bezoekers meer worden toegelaten 4e. dat het geval-Konnersreuth ge steld dat het geëindigd is, maar wij ont vingen daarvan nog geen bericht na tuurlijk nog even onverklaard is als toen bet optrad dat men „Volk" moet heeten, om het meisje te plaatsen naast fakiers en jwonder-doende" mijnwerkers en dat men klaarblijkelijk het ruime begrip van ,Volk"-lezers moet bezitten, om geen ver schil te zien tusschen de gevallen die ,Het Volk" maar rustig naast, elkaar zet. 1 Dit blad is niet anti-Katholiek. DE COALITIE. Niet de traditie alleen. Het Huisgezin schrijft: In de „Morgen" wijdt professor Veraart if beschouwingen aan de rechtsche coalitie. Het vóór in de vraag van herstel dier Icoalitie zoekt hij vooral in een „eerbied waardige traditie'. Samen hebben de drie partijen veel be- aj| reikt: denk maar aan het onderwijs en, zij liet in mindere mate, aan de sociale wet- Nog meer waarde dan aan den factor kent de hoogleeraar toe aan de lersoonlijke samenwerking van zooveel ooraanstaande mannen in de rechtsche •artijen. Indien wij voor de vraag werden ge- iteld: wat doet telkens weer de kwestie rijzen van het herstel der rechtsche coali- I tie, wat houdt die kwestie om het zoo eens U> noemen actueel, dan zou ons antwoord IP eenigszins anders luiden dan dat van den !u|heer Veraart. Wij beperken de kwestie het is onzen lezers bekend niet tot ons land, maar breiden ze, in onzen tijd van internationa- IP2 fame, internationaal uit. We zien in de wereld twee machtige flroomingen, die lijnrecht tegen onze be- Gpnselen ingaan: het liberalisme en de so- jiaal-democratie. Het eerste vertegenwoordigt aan intel- eect, aan geld, aan pers, in de beurs-, de •ank-, de industrieele en de handelswe- eld een ontzettende macht; er is dan ook ;een dwazer bewering dan die het libera le isme dood of zieltogend verklaart. Een andere geduchte macht is de so- jiaal-democratie, die, hoe „verburgerlijkt'' .ij zich in de practijk moge toonen, den Da klassenstrijd als haar beginsel handhaaft en binnen een kortere of langere toekomst door het communisme dreigt overvleugeld le worden. Internationaal doen liberalisme en so ciaal-democratie zich stevig gelden, en het is onze herhaalde klacht en grief, dat op de internationale confer-enties van den ar beid en van de economische voorziening de stem van het christelijk, het katholiek beginsel veel te zwak vernomen wordt. Welnu, waar, ook nationaal, de liberale en de sociaal-democratische beginselen zich trachten te doen gelden, is het volko men natuurlijk, dat de christelijke partijen aansluiting zoeken, om den door allen noodlottig geachten invloed te weren (ook in de staatkunde kan men met negatief werk niet volstaan) een beter program van wetgeving en bestuur te verwezenlij ken. Al ware'er geen traditie en al bestonden er geen relaties tusschen de vooraanstaan de mannen in de rechtsche partijen, dan kon het nog zaak zijn te overwegen, of de liberale en de sociaal-democratische par tij-groepeering de rechtsche partijen niet tot overleg omtrent samenwerking drong. Op één punt valt volle nadruk: aan een negatieve leus tegen het liberalisme, te gen de sociaal-democratie, heeft men niets. Alles hangt er van af, of de drie par tijen van rechts in staat en bereid zijn, ge zamenlijk een program samen te stellen, dat, voorloopig voor vier jaar, een soliedo basis voor samenwerking oplevert. Is dit niet het geval, dan kan van een herstel der coalitie niets komen en doet men wijzer er niet aan te beginnen. Officieel komt de samenwerking even tueel na den uitslag der verkiezingen tot stand, maar de inhoud der programs van actie wijst reeds uit, of de grondslag voor de samenwerking al dan niet aanwezig is. ITALIAANSCH POPPENSPEL. Achter de schermen. Na die wereld van wonder in de zaal, waar de Italianen onder leiding van il Dottore Vittario Padrecco hun „Teatro dei Picolo" vertoonden, gingen wij met Professor Guarnieri achter de schermen. Daar openden onbekende werelden zich. Hier droomden aan lange rijen, een we reld van menschen, menschel ijker, dan de menschelijkheid. In de zaal al, hadden wij door den mist van half verstaanbare zin nen, aan gebaren en houding, hun tragiek erkend en een blik gekregen in wat wij menschen zouden kunnen zijn en soms zeer nabij komen. Hier achter de scher men zagen wij nu, wat vanuit de zaal „het andere" was, als werkelijkheid. Eén ontmoedigende gedachteAls het leven „achter 's levens schermen" eens even weinig leek op wat wij vanuit onze levenshoek zien, als dit hier lijkt op wat 't vanuit de zaal is Soms trekt de mist om ons wel even op en meenen we te zien, dan sluit onwetendheid ons geluk kig weer in haar waan. Daar hing nu, slap langs een wand van het onvergelijke lijke, schoone décor van de le acte van de Barbier van Sevilla, een décor van blauw, doorwaasd met fuchsia tinten. Tegen dit décor schatten wij de grootte der poppen naar de grootte van een kleine maan, die scherp uitgesneden, sikkelvormig in een stillen hemel stond. Aan touwen hingen figuren, die zich losmaakten tegen Sevil- la's maanbelichte straten. Elke pop is een delicaat, teeder en doordacht kunstwerk. Daar is de bariton, die met zijn pompeuze gebaren seconden lang de kamermuziek ophoudt om te hoesten en dan luid en dramatisch zijn keel schraapt eer hij begint. Naast hem hangt, in doodelijke bleekheid een van de charmante Pierrots, gereed zijn teedere glimlach te misbruiken tot een nachte lijke ontvoering. Hier, achter de schermen, geen ge- heimnisvol gejuich en gefluister in de lucht, geen rilling van nieuwsgierigheid, geen verlangend uitzien naar meer. Hier is alleen werk, veel en hard werk, werk zóó moeilijk, dat we deze operateurs on der de meest verfijnde artiesten mogen rekenen. Hangend over een soort ba lustrade regelen zij met touwtjes de be wegingen der poppen, die zij in spiegels volgen. Daar hangt Pavlovna, een houten pop met dubbelen tuttu en touwtjes, vijftien of twintig. Straks zal zij opkomen, een pirouete maken, trillen op gespannen tee- nen en geen stap zal fout zijn. De knapste maitre de ballet zal hier niets aan te mer ken hebben. De techniek is volkomen, wat zeggen wil, dat niet de poppen, maar de menschen die de touwtjes regelen, zélf deze techniek theoretisch volkomen meester moeten zijn. Het is een gezellige boel daarachter. Er is geen kwestie van meerdere, of mindere. Niemand steekt uit boven een andei', niemand treedt op den voorgrond, niemand wordt achteruit geschoven. En allen stralend van liefde voor hun pop pen, zij noemen hen bij hun namen en streelen hen in het voorbijgaan, zooals men dat kinderen wel doet. Waar van uit de zaal deze samensmel ting van natuur en kunst een schitterend resultaat oplevert, huwen kunst en natuur hier achter de schermen misschien nog inniger, want hier zijn de poppen niet meer de dingen die vertoond worden, maar de dingen waarvoor men gezorgd heeft, die men koestert en lief heeft. Om een hoekje liepen wij tegen Jose phine Baker aan. Een zwarte pop, in een rieten tuttu, tusschen twee kleine neger popjes, eveneens met rieten rokjes aan. Straks zal zij optreden en haar gruwzame en technisch volmaakte negerdansen over het tooneel slepen. Zooals zij daar hangt lijkt zij niet in staat tot een vertooning van accent en paranthèse beenen, maar daar zijn de touwtjes en do touwtjes zijn tot alles in staat. Met tegenzin en met iets als berouw, verlaten wij de charmante Barbier de Se villa in zijn helgroen pak. Zooals hij daar hangt, één wezen, één uitdrukking ter wijl hij daar straks toch onder het felle licht de bewegelijkste en guitigste Fi garo was, nimble en elegant met in zijn oogen de telkens even oplaaiende toorn, die oversloeg in ironie, om te versterven in vreugde. WonderlijkAls wij tooneel zien spelen door menschen, zien we welis waar het leven alleen in zijn phenomena, maar wij blijven ons toch doorloopend be wust van het feit, dat de phenomena slechts producenten zijn van de dingen die zich in dieper lagen hebben afge speeld. Misschien dat de poppen ons daar om volkomener geven, wat ze bedoeld zijn te geven. De phenomena, die zij ons toonen, hebben voor ens geen oorzaken. We genieten ze en waarc! eer en ze zonder bijgedachte. Zo geven het leven zooals het is of kon zijn, maar blijven zelf er bui ten. Hun onberoerdheid en onaandoenlijk heid geeft den kunstenaar de kans in hen alle gevoelens te sublimeeren. Geen eigen leed' of Vre-itgcle 'verandert ook maar het minst aan de gecristalliseerde ex pressie van deugden en ondeugden, die de kunstenaar bedoelt voor te stellen. Zooals ze daar hingen, schenen zij ons uit te lachen, ons en alle anderen. Hout!? 't Mocht wat. Ze staan elk voor hoedanig heden, die zij tot in de perfectie weerge ven. Hout? Wie durft beweren, dat de doode dingen geen ziel hebben? Ze staan voor leed of vreugde, domheid en dwaas heid, liefde of haat en dat waarvoor ze staan, voeren zij op tot het allerhoog ste. Toen we ze vanuit de zaal zagen, sche nen ze zoo volmaakt, dat een vaag ver langen en een vagere verwachting in ons rees hen tot leven te zien komen. Soms waren ze er zoo vlak bij, dat wij bevend het oogenblik afwachtten, waarop zij niet meer zouden gehoorzamen aan de kun stige gebaren van hen, die aan de touw tjes trokken. Maar op 't oogenblik, dat wij het „leven" in hun bereik waanden, trokken zij zich terug in hun houten per soonlijkheid en stelden ons gerust, door hun touwtjes die even belicht werden. Daar uit de zaal waren het tot werke lijkheid geworden hallucinaties, die een droomerige sensatie in ons opriepen. Hier, waar we van nabij konden zien, verzonk de droom in werkelijkheid en bleven al leen de kunstwerken, de poppen, de ar tiesten (dit Fatum der poppen) die de touwtjes trokken, de zangers en zangeres sen met hun schoone stemmen. Maar zelfs nu nog bleef ik mij hun mogelijkhe den bewust en voor mij in herinnering zullen het altijd meer zijn dan houten pop pen. Zelden heb ik schijn en werkelijkheid zoo sterk gecontrasteerd gezien als hier voor en achter het voetlicht. Ook de stem ming was zoo heel anders. In de zaal enthousiasme, verwachting en dankbaar heid. Daar achter, waar de menschen in him werkpakje, met hun hard leeren schortjes, waarmee zij het harde hout der verschansing, waarover zij moeten leu nen, om aan de touwtjes te trekken, trot- seeren, rondloopen, is vooral teederheid, aandacht, en een eenheid van belangen en belangstelling, en doelbewust het beste geven, wat men kan, zooals ik nog ner gens elders gevonden heb. En op aller gelaat wordt de twijfel aan hun vreugde bij het werk opgeheven, door die heerlijke warme, zuidelijke glimlach bij de mannen als bij de vrouwen. Wie die glimlach in zijn omgeving eens gezien heeft, vergeet alle oude verhalen over de onsympathieke levensuiting achter de schermen. Ik heb goed rondgekeken, maar ik heb nergens eenige verholen vijandschap of ergernis kunnen bemerkenen hier, in mijn stille kamer heb ik mij afgevraagd, hoe dat kan onder „artiesten". En ik ben tot de con clusie gekomen, dat hier de liefde over- heerschend is, dat voor deze menschen hun poppen geworden zijn tot levende wezens van eigen schepping, waarop alle liefde zich concentreert, met een kracht, die geen leelijke gevoelens toelaat. Zeker, ik heb genoten in de zaal, maar ik heb veel geleerd achter de schermen. ELLEN FOREST. Een momument te Haarlem. In de gisterenmiddag gehouden zitting van den Haarlemschen gemeenteraad her dacht de burgemeester het overlijden van prof. dr. H. A. Lorentz. De rede werd door de leden staande aangehoord. Onder applaus werd goedgekeurd een voorstel van B. en W. om het Van Eeden plein, waarbij de woning is gelegen van prof. Lorentz om te doopen in Lorentz- plein. Het ligt in de bedoeling in het plantsoen van dat plein een borstbeeld van den natuurkundige op te richten. Een monument te Arnhem? Te Arnhem wordt een comité gevormd, dat het initiatief zal nemen tot het ver zamelen van gelden, om te komen tot de oprichting van een monument voor wijlen prof. Lorentz in zijn geboorteplaats Arn hem. Reeds is een gift van 5000 door een particulier aldaar toegezegd. Herdenking in de Haagsche Scholen. B. en W. van den Haag hebben de hoof den van de inrichtingen van openbaar voor bereidend hooger en middelbaar onderwijs uitgenoodigd om den dag der begrafenis van prof. Lorentz alle leerlingen der scho len, of zoo de ruimte daartoe ontbreekt, de leerlingen van de hoogere klassen, bij voor keur gedurende het laatste uur van den morgenschooltijd, in de aula of het gymnas tieklokaal tezamen te brengen. Het is de bedoeling van B. en W., dat het hoofd of een der leeraren in wis- en natuurkunde in dat uur de leerlingen spreekt over de groote beteekenis van Lorentz voor orizen tijd en ons volk en hun een indruk tracht te geven van de grootte van het verlies, dat de we reld door zijn heengaan lijdt. ONGEVALLENWET. LAND- EN TUINBOUW-ONGEVALLENWET. Verschenen is de memorie van antwoord op het voorloopig verslag over de wetsont werpen tot wijziging der Ongevallenwet 1921 en van de Land- en Tuinbouwongeval- lenwet 1922. Wijziging ongevallenwet. O.m. wordt medegedeeld, dat ditmaal als uitzondering het advies van den Hoo- gen Raad van Arbeid niet is gevraagd, omdat de ontworpen wijzigingen be houdens dan het voorstel tot het gelijk- ^4 UIT DE RADIO-WERELD. Programma's voor Vrijdag 10 Februari. Hilversum, 1060 M. 12.00 Politieberichten. 12.352.00 Lunchmuziek door het Radio- Trio. 5.30—77.15 Vooravondconcert door het Omroep-orkest. 7.157.45 Landbouwhalfuurtjo door het Kon. Ned. Landbouwcomité. Spr. A. A'. Vaandrager: Waarde en prijsbepaling van consumptiemelk. 7.45 Politieberichten. 8.00 Schippersles door den heer T. P. Keizer: De Oosterschelde van Ziorikze© tot Wemeldinge. 8.30 Kamermuziek door het Hollandsch Strijkkwartet. H. Leydensdorf, le viool. Julius Röntgen, 2e viool. Thomas Canivcz, cello. Bram Mendes, Altviool. 10.00 Persberichten. Huizen, 1840 M. (N a 6 u u r 1950 M.) 12.30—1.30 K.R.O. Lunchmuziek door het K.R.O-trio. 3.00—4.00 K.R.O. vrouwenuurtje door Mej. Do Twaalfhoven. r 4.00—5.00 Gramofoonmuziek N.C.R.V. 5.00—6.00 N.C.R.V. Concert. Mevr. R. v. d. Horst, piano. P. A. Koch, viool. H. v. d. Horst Jr., cello. 6.006.45 Spreker N.C.R.V. 7.00—7.30 Cursus Gregoriaansch K.R.O., door den heer J. W. C. v. d. Wiel, leeraar a. h. Seminarie Hageveld te Heemstede. 7.30 V.P.R.O.-berichten. 7.35 V.P.R.O.-concert. Lezing en Beet hoven-cyclus. Spr. Dr. P. H. Ritter Jr. 5 Gas van Georg Kaiser. Het Strijkkwintet en een strijktrio door het „Amstel Strijk-' kwintet". M v* 9.00 V.P.R.O. cursus. Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 11.20—12.20 Pianokwartet. 12.20 Sonaten voor viool en piano. 12.50 Orgelconcert. I.202.20 Orkestconcert. 3.20 Historische causerie. 3.45 Concert. 3.50 Lezing: The Temple. 4.05 Concert. 4.10 Oliver Cromwell-vertelling. 5.05 C. Whittle, bariton. 5.20 Tuinpraatje. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Orkestconcert. 6.50 Nieuwsberichten. 7.05 Orkestconcert. 7.20 Filmpraatje. 7.35 Orgelsonates van Mendelssohn. 7.45 Lezing: Philosophy and our common problems. 8.05 Vocaal concert. 8.20 Nationaal Concert. 9.20 Nieuwsberichten. 9.35 Vervolg concert. 10.35 Nieuwsberichten. 10.40 Vaudeville. Muziek eri zang. II.20—12.20 Dansmuziek. „R a d i o-P a r i s", 1750 M, 10.50—11.00 Concert. 12.50—2.10 Orkestconcert. 4.005.00 Literaire en muzik. matinee. N 8.50—11.20 Concert. Kwintetten, Schu bert, Brahms. Langenberg, '469 M. 12.251.50 Orkestconcert. 5.206.20 Orkestconcert. 7.30 Symphonie-concert, Daarna tot 11.20 Dansmuziek. <j. Königswusterhausen, 1250 M. (Z e e s e n). 1.507.05 Lezingen en lessen. 7.20 „Ezio", opera in 3 acten van O. F, Handel. Daarna tot 11.50 A. Guttmann's SympJioniker. Hamburg, 395 M. 3.35 Balletsuites voor orkest. 5.20 Concert. -« 6.20 Orkestconcert. 7.20 Feestconcert der stad Altona. Her uitzending buitenl. stations. 10.5011.50 Dansmuziek. Brussel, 509 M. 5.20—6.20 Trioconcert. 8 3510.35 „Hérodiade", opera yan Mas- FEUILLET0N. Jit het Engelsch van JOSEPH HOCKING - Vert a-a ld door Carla Simons. nJ6) Hij keek haar smeekend aan. Haar hart Jopte wild. Waarom zou ze niet ja zeg- Yr;enï Voor haar lag het tehuis van haar ]n :inderjarenze zag de lanen en tuinen GG waarin ze had gespeeld, ze herkende eiken de toommeer dan ooit verlangde ze er P |,aar terug. Vr Luister, miss Nancy, ging hij voort, als vo, met me trouwen wil, zullen we het huis xieuw inrichten. We zullen naar Londen 'Ëfaan en daar kunt u alles uitzoeken wat u tiooi vindt. Zeg nu ja, miss Nancy, kom nu. a* Opnieuw was ze in tweestrijd. Ze be- loorde tot die vrouwen, die een bijzondere [oede smaak bezitten, die van mooie meu- •els en artistieke dingen houden, ze wist loe heerlijk het was over veel geld te be- ichikken en alles voor het oude huis te koo- J:n om het in zijn vroegere glorie m te chten.. Waarom zei ze niet ja? De laat- ste twee jaar had ze in een moderne han delsstad geleefd, waar oude namen geen *aarde hadden. Natuurlijk moest zij haar trots overboord gooien, maar zou ze er geen vergoeding voor krijgen? En als zij zich geven zou aan dezen jongen landbou wer, zou ze de belofte aan vader vervullen eo het liefste terugkrijgen in haa* bezit. Zeg dat eene woord, Nancy, smee\te Jonge Jack, voor de eerste maal liet woord «Miss" vergetend. Toe, zeg dat eene woord toch.... HOOFDSTUK XXL Nancy's oogen gaan open. Het noodlottig ja-woord lag op haar lip pen. Onder den indruk van het oogenblik was ze bereid dén jongeman haar ja-woord te geven. Maar plotseling kwam het beeld van John Trefry haar voor den geest. Ze dacht aan zijn gezicht toen hij in Mrs. Uren's kamertje had gestaan, ze herdacht ieder woord dat hij had gezegd. Arme, on- practische, lieve John, die van haar was weggeloopen, omdat hij haar niet wilde vragen waarnaar zijn hart verlangde cn die toch een gentleman was tot in de top pen van zijn vingers. John zou wel nooit succes hebben in zijn werk en altijd arm blijven, zooals nu. Kom nu, drong Jack aan, beloof het me, Nancy. Door haar zwijgen aangemoedigd, kwam hij dichter bij haar staan en legde zijn hand op haar schouwer. Ze droeg een laag uitgesneden zomerjapon zonder mouwen. Geef me een kus en verloof me met je zei hij, dichter bij haar komend. Maar alsof ze door een wesp gestoken was, sprong ze opzij. De aanraking van zijn hand op haar vleesch gaf haar zoo'n ge voel van walging, dat ze wel hardop kon schreeuwen, en in dat oogenblik werd ze zich bewust wat het beteekenen zou om met hem te trouwen. Deze kerel zou haar met lichaam en ziel bezitten, hij zou recht op haar hebben. Goede hemel, ze wist wat het be toekende, ze wist dat ze afschuw had van dezen jongen, en het werd haar tege lijk duidelijk, dat ze John Trefry, al zou hij de eenige was, wiens vrouw ze wilde zijn. Daarom leek Jack Beels aanwezigheid haar plotseling iets afschuwelijks en zijn liefkozingen een beleediging. Hoe durf je? riep ze uit, met welk recht noem je me bij mijn naam? Hoe durf je me aan te raken? Jij, jij, jij! Ze sprak zooals een Trevanion uit vroe gere dagen tot een stalknecht gesproken zou hebben. Elk van haar gebaren ge tuigde dat ze hem haatte. Jonge Jack voél de het, hij zag hoe ze hem aankeek, hij hegroep haar houding. Kom nu, vergoelijkte hij, ik bedoelde er niets kwaads meeEn in elk geval heb je me aangemoedigd. Aangemoedigd? Ik? 1 Jou aanmoedi gen? Ja, mij! riep jonge Jack uit, die zijn zelfbeheersching verloor denk je niet dat ik niet begreep waarom je bent geko men? Zoo makkelijk zul je niet van mij af komen hoor juffertje. Laat me alleen! riep het meisje uit. Ga van me weg voor ik je ertoe dwing. Mij dwingen? lachte de jonge kerel, spottend, woedend door haar plotselinge verandering, dat wil ik wel eens zien! hij nooit een cent bezitten, lief had, dat Ik sta hier op mijn eigen grond, de grond die jij met je smerige trots niet kan behou den. Weet je wel dat ik hier de baas over je ben? Ga weg! riep het meisje uit, en verontreinig de lucht niet doo'r je aanwe zigheid. Verontreinigen I Dat moet je me nog eens durven zeggen. Denk je dat ik dat allemaal van je wil afwachten? Jij bent Nancy Trevanion en ik ben maar Jack Beel, maar ik ben evenveel waard als jij, als het niet meer is. Je denkt dat je me als een hond kan behandelen, maar dat zal je niet glad zitten. Hij was zichzelf niet meer meester en zijn ware aard kwam boven. Het dunne laagje beschaving was verdwenen en Nan cy zag hem als den echten zoon van den ouden Beel. Ze huiverde bij de gedachte, dat ze hem bijna haar woord had gegeven. Deze man zou haar in de modder hebben gedrukt, de aanraking van zijn ruwe vin gers op haar huid had haar genoeg gezegd. Nu wist ze hoe hij werkelijk was en ze be greep, dat een huwelijk met hem een af schuwelijke heiligschennis zou zijn geweest. Liever zou ze sterven dan met Jack Beel te trouwen. Zonder een woord te zeggen draaide ze ziok om en vervolgde haar weg, maar de jonge Jack, razend van woede, gaf zich niet gewonnen. Neen liefje, zoo makkelijk kom je er niet af! riep hij uit, die klis zal ik toch van je hebben! En opnieuw sloeg hij zijn arm om haar heen en probeerde haar te omhelzen, ter wijl het meisje wanhopig probeerde los te komen. Ik heb je en ik houd je, riep de ander, nu zullen we eens zien wie zijn zin krijgt, een Trevanion of een Beel, nu zal ik eens zien wat die hoogmoed van je waard is, en Hij kon de zin niet eindigen. Ga weg, ellendig beest! gilde hij, want John, de hond, .was plotseling op hem af gesprongen en zette zijn tanden ia zijn arm. De jongen liet haar vrij en Nancy vloog weg, terwijl de hond zijn prooi niet losliet. Nancy hoorde Jack vloeken en razen en het drong nog sterker tot haar door dan zoo even, aan wat ze was ontsnapt. Die mati was een bruut en de liefde van haar hond had haar gered. Zij, Nancy Trevanion had op het punt gestaan de vrouw te worden van dezen kerel, alleen om die paar stuk ken land terug te krijgen en haar oud te huis. Elke zonuw van haar kwam in op stand, ze huiverde nog bij de herinnering. Ze hoorde het getrippel van pooten achter zich; een oogenblik iater had John haar ingehaald. Ze sloeg haar armen om hem heen en zoende het dier van blijdschap en dankbaarheid. Dank je, goede oude jongen, zei ze, ik zal nooit vergeten wat je voor me hebt gedaan. Maar plotseling herinnei'de ze zich dat John haar hond niet was. Dat hij rechtma tig eigendom van een ander was geworden, maar ze lachte om het idee. Ze zou wel uit vinden hoeveel Jack voor hem betaald had en hem Tiet geld sturen als ze den hond meenam naar Leeds. Toen ze thuis aankwam merkte ze, dat Mary Judson een wandeling maakte. Ze was blij dat ze even alleen was. Ze wilde nadenken over alles wat gebeurd was, ze wilde zichzelf te rade gaan* (Wordt vervolgd^.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5