UIT DE PERS.
Letteren en Kunst
BINNENLAND.
TWEEDE BLAD
„DE LEIDSCHE COURANT"
DONDERDAG 9 FEBRUARI 1928
HET EDELE „VOLK".
Het dagblad der arbeiderspartij, dat
benige maanden geleden het lijdend ar
beiderskind van Konnersreuth voor een
gewiekste simulante uitmaakte en den
pastoor van het dorp aan zijn lezers als
een soort spullebaas voorstelde, meldde
zijn lezers Maandagavond:
Theresia Neumann bloedt niet meer.
Het mirakel is afgeloopen.
Het geval Theresia Neumann, het
boerenmeisje uit Konnersreuth, dat,
naar men zich herinnert, iederen
Vrijdag het lijden van Christus door
leefde, uit wonden bloedde en bloed
tranen weende, is gedaan. Drie Vrij-
achtereen zijn de pelgrims af-
met de boodschap, dat er
niets meer aan de hand was. There
sia heeft het bed verlaten, eet en
drinkt gewoon en doet het werk
binnen en buiten de boerderij. Ver
moed wordt, dat het einde van het
mirakel verband houdt met het op
treden van een fakir te Dessau en
een wonderdoenden mijnwerker te
Belgrado. Dezen vertoonden het pu
bliek soortgelijke staaltjes als van
Konnersreuth, waarbij zij uitdrukke
lijk vertelden, dat van bovennatuur
lijke dingen geen sprake was.
f
De Maasbode teekent hierbij aan
Om de berichtgeving van „Het Volk"
te proeven, moet men bedenken:
le. dat nooit eenige kerkelijke autori
teit bij Theresia van „mirakel" heeft ge
sproken
dat het gebeuren te Konnersreuth
heelemaal niet alleen bestond in het bloe
den
Se. dat, naar wij reeds weken geleden
meldden, op last 'van den Bisschop geen
bezoekers meer worden toegelaten
4e. dat het geval-Konnersreuth ge
steld dat het geëindigd is, maar wij ont
vingen daarvan nog geen bericht na
tuurlijk nog even onverklaard is als toen
bet optrad
dat men „Volk" moet heeten, om
het meisje te plaatsen naast fakiers en
jwonder-doende" mijnwerkers en dat men
klaarblijkelijk het ruime begrip van
,Volk"-lezers moet bezitten, om geen ver
schil te zien tusschen de gevallen die
,Het Volk" maar rustig naast, elkaar zet.
1 Dit blad is niet anti-Katholiek.
DE COALITIE.
Niet de traditie alleen.
Het Huisgezin schrijft:
In de „Morgen" wijdt professor Veraart
if beschouwingen aan de rechtsche coalitie.
Het vóór in de vraag van herstel dier
Icoalitie zoekt hij vooral in een „eerbied
waardige traditie'.
Samen hebben de drie partijen veel be-
aj| reikt: denk maar aan het onderwijs en, zij
liet in mindere mate, aan de sociale wet-
Nog meer waarde dan aan den factor
kent de hoogleeraar toe aan de
lersoonlijke samenwerking van zooveel
ooraanstaande mannen in de rechtsche
•artijen.
Indien wij voor de vraag werden ge-
iteld: wat doet telkens weer de kwestie
rijzen van het herstel der rechtsche coali-
I tie, wat houdt die kwestie om het zoo eens
U> noemen actueel, dan zou ons antwoord
IP eenigszins anders luiden dan dat van den
!u|heer Veraart.
Wij beperken de kwestie het is onzen
lezers bekend niet tot ons land, maar
breiden ze, in onzen tijd van internationa-
IP2 fame, internationaal uit.
We zien in de wereld twee machtige
flroomingen, die lijnrecht tegen onze be-
Gpnselen ingaan: het liberalisme en de so-
jiaal-democratie.
Het eerste vertegenwoordigt aan intel-
eect, aan geld, aan pers, in de beurs-, de
•ank-, de industrieele en de handelswe-
eld een ontzettende macht; er is dan ook
;een dwazer bewering dan die het libera
le isme dood of zieltogend verklaart.
Een andere geduchte macht is de so-
jiaal-democratie, die, hoe „verburgerlijkt''
.ij zich in de practijk moge toonen, den
Da
klassenstrijd als haar beginsel handhaaft
en binnen een kortere of langere toekomst
door het communisme dreigt overvleugeld
le worden.
Internationaal doen liberalisme en so
ciaal-democratie zich stevig gelden, en het
is onze herhaalde klacht en grief, dat op
de internationale confer-enties van den ar
beid en van de economische voorziening
de stem van het christelijk, het katholiek
beginsel veel te zwak vernomen wordt.
Welnu, waar, ook nationaal, de liberale
en de sociaal-democratische beginselen
zich trachten te doen gelden, is het volko
men natuurlijk, dat de christelijke partijen
aansluiting zoeken, om den door allen
noodlottig geachten invloed te weren (ook
in de staatkunde kan men met negatief
werk niet volstaan) een beter program
van wetgeving en bestuur te verwezenlij
ken.
Al ware'er geen traditie en al bestonden
er geen relaties tusschen de vooraanstaan
de mannen in de rechtsche partijen, dan
kon het nog zaak zijn te overwegen, of de
liberale en de sociaal-democratische par
tij-groepeering de rechtsche partijen niet
tot overleg omtrent samenwerking drong.
Op één punt valt volle nadruk: aan een
negatieve leus tegen het liberalisme, te
gen de sociaal-democratie, heeft men
niets.
Alles hangt er van af, of de drie par
tijen van rechts in staat en bereid zijn, ge
zamenlijk een program samen te stellen,
dat, voorloopig voor vier jaar, een soliedo
basis voor samenwerking oplevert.
Is dit niet het geval, dan kan van een
herstel der coalitie niets komen en doet
men wijzer er niet aan te beginnen.
Officieel komt de samenwerking even
tueel na den uitslag der verkiezingen tot
stand, maar de inhoud der programs van
actie wijst reeds uit, of de grondslag voor
de samenwerking al dan niet aanwezig is.
ITALIAANSCH POPPENSPEL.
Achter de schermen.
Na die wereld van wonder in de zaal,
waar de Italianen onder leiding van il
Dottore Vittario Padrecco hun „Teatro
dei Picolo" vertoonden, gingen wij met
Professor Guarnieri achter de schermen.
Daar openden onbekende werelden zich.
Hier droomden aan lange rijen, een we
reld van menschen, menschel ijker, dan de
menschelijkheid. In de zaal al, hadden wij
door den mist van half verstaanbare zin
nen, aan gebaren en houding, hun tragiek
erkend en een blik gekregen in wat wij
menschen zouden kunnen zijn en soms
zeer nabij komen. Hier achter de scher
men zagen wij nu, wat vanuit de zaal „het
andere" was, als werkelijkheid.
Eén ontmoedigende gedachteAls het
leven „achter 's levens schermen" eens
even weinig leek op wat wij vanuit onze
levenshoek zien, als dit hier lijkt op wat
't vanuit de zaal is Soms trekt de mist
om ons wel even op en meenen we te
zien, dan sluit onwetendheid ons geluk
kig weer in haar waan. Daar hing nu,
slap langs een wand van het onvergelijke
lijke, schoone décor van de le acte van de
Barbier van Sevilla, een décor van blauw,
doorwaasd met fuchsia tinten. Tegen dit
décor schatten wij de grootte der poppen
naar de grootte van een kleine maan, die
scherp uitgesneden, sikkelvormig in een
stillen hemel stond. Aan touwen hingen
figuren, die zich losmaakten tegen Sevil-
la's maanbelichte straten.
Elke pop is een delicaat, teeder en
doordacht kunstwerk. Daar is de bariton,
die met zijn pompeuze gebaren seconden
lang de kamermuziek ophoudt om te
hoesten en dan luid en dramatisch zijn
keel schraapt eer hij begint. Naast hem
hangt, in doodelijke bleekheid een van de
charmante Pierrots, gereed zijn teedere
glimlach te misbruiken tot een nachte
lijke ontvoering.
Hier, achter de schermen, geen ge-
heimnisvol gejuich en gefluister in de
lucht, geen rilling van nieuwsgierigheid,
geen verlangend uitzien naar meer. Hier
is alleen werk, veel en hard werk, werk
zóó moeilijk, dat we deze operateurs on
der de meest verfijnde artiesten mogen
rekenen. Hangend over een soort ba
lustrade regelen zij met touwtjes de be
wegingen der poppen, die zij in spiegels
volgen.
Daar hangt Pavlovna, een houten pop
met dubbelen tuttu en touwtjes, vijftien
of twintig. Straks zal zij opkomen, een
pirouete maken, trillen op gespannen tee-
nen en geen stap zal fout zijn. De knapste
maitre de ballet zal hier niets aan te mer
ken hebben. De techniek is volkomen,
wat zeggen wil, dat niet de poppen, maar
de menschen die de touwtjes regelen,
zélf deze techniek theoretisch volkomen
meester moeten zijn.
Het is een gezellige boel daarachter.
Er is geen kwestie van meerdere, of
mindere. Niemand steekt uit boven een
andei', niemand treedt op den voorgrond,
niemand wordt achteruit geschoven. En
allen stralend van liefde voor hun pop
pen, zij noemen hen bij hun namen en
streelen hen in het voorbijgaan, zooals men
dat kinderen wel doet.
Waar van uit de zaal deze samensmel
ting van natuur en kunst een schitterend
resultaat oplevert, huwen kunst en natuur
hier achter de schermen misschien nog
inniger, want hier zijn de poppen niet
meer de dingen die vertoond worden,
maar de dingen waarvoor men gezorgd
heeft, die men koestert en lief heeft.
Om een hoekje liepen wij tegen Jose
phine Baker aan. Een zwarte pop, in een
rieten tuttu, tusschen twee kleine neger
popjes, eveneens met rieten rokjes aan.
Straks zal zij optreden en haar gruwzame
en technisch volmaakte negerdansen over
het tooneel slepen. Zooals zij daar hangt
lijkt zij niet in staat tot een vertooning
van accent en paranthèse beenen, maar
daar zijn de touwtjes en do touwtjes zijn
tot alles in staat.
Met tegenzin en met iets als berouw,
verlaten wij de charmante Barbier de Se
villa in zijn helgroen pak. Zooals hij daar
hangt, één wezen, één uitdrukking ter
wijl hij daar straks toch onder het felle
licht de bewegelijkste en guitigste Fi
garo was, nimble en elegant met in zijn
oogen de telkens even oplaaiende toorn,
die oversloeg in ironie, om te versterven
in vreugde. WonderlijkAls wij tooneel
zien spelen door menschen, zien we welis
waar het leven alleen in zijn phenomena,
maar wij blijven ons toch doorloopend be
wust van het feit, dat de phenomena
slechts producenten zijn van de dingen
die zich in dieper lagen hebben afge
speeld. Misschien dat de poppen ons daar
om volkomener geven, wat ze bedoeld
zijn te geven. De phenomena, die zij ons
toonen, hebben voor ens geen oorzaken.
We genieten ze en waarc! eer en ze zonder
bijgedachte. Zo geven het leven zooals
het is of kon zijn, maar blijven zelf er bui
ten. Hun onberoerdheid en onaandoenlijk
heid geeft den kunstenaar de kans in
hen alle gevoelens te sublimeeren. Geen
eigen leed' of Vre-itgcle 'verandert ook maar
het minst aan de gecristalliseerde ex
pressie van deugden en ondeugden, die
de kunstenaar bedoelt voor te stellen.
Zooals ze daar hingen, schenen zij ons
uit te lachen, ons en alle anderen. Hout!?
't Mocht wat. Ze staan elk voor hoedanig
heden, die zij tot in de perfectie weerge
ven. Hout? Wie durft beweren, dat de
doode dingen geen ziel hebben? Ze staan
voor leed of vreugde, domheid en dwaas
heid, liefde of haat en dat waarvoor
ze staan, voeren zij op tot het allerhoog
ste.
Toen we ze vanuit de zaal zagen, sche
nen ze zoo volmaakt, dat een vaag ver
langen en een vagere verwachting in ons
rees hen tot leven te zien komen. Soms
waren ze er zoo vlak bij, dat wij bevend
het oogenblik afwachtten, waarop zij niet
meer zouden gehoorzamen aan de kun
stige gebaren van hen, die aan de touw
tjes trokken. Maar op 't oogenblik, dat
wij het „leven" in hun bereik waanden,
trokken zij zich terug in hun houten per
soonlijkheid en stelden ons gerust, door
hun touwtjes die even belicht werden.
Daar uit de zaal waren het tot werke
lijkheid geworden hallucinaties, die een
droomerige sensatie in ons opriepen. Hier,
waar we van nabij konden zien, verzonk
de droom in werkelijkheid en bleven al
leen de kunstwerken, de poppen, de ar
tiesten (dit Fatum der poppen) die de
touwtjes trokken, de zangers en zangeres
sen met hun schoone stemmen. Maar
zelfs nu nog bleef ik mij hun mogelijkhe
den bewust en voor mij in herinnering
zullen het altijd meer zijn dan houten pop
pen. Zelden heb ik schijn en werkelijkheid
zoo sterk gecontrasteerd gezien als hier
voor en achter het voetlicht. Ook de stem
ming was zoo heel anders. In de zaal
enthousiasme, verwachting en dankbaar
heid. Daar achter, waar de menschen in
him werkpakje, met hun hard leeren
schortjes, waarmee zij het harde hout der
verschansing, waarover zij moeten leu
nen, om aan de touwtjes te trekken, trot-
seeren, rondloopen, is vooral teederheid,
aandacht, en een eenheid van belangen en
belangstelling, en doelbewust het beste
geven, wat men kan, zooals ik nog ner
gens elders gevonden heb. En op aller
gelaat wordt de twijfel aan hun vreugde
bij het werk opgeheven, door die heerlijke
warme, zuidelijke glimlach bij de mannen
als bij de vrouwen. Wie die glimlach in
zijn omgeving eens gezien heeft, vergeet
alle oude verhalen over de onsympathieke
levensuiting achter de schermen. Ik heb
goed rondgekeken, maar ik heb nergens
eenige verholen vijandschap of ergernis
kunnen bemerkenen hier, in mijn stille
kamer heb ik mij afgevraagd, hoe dat kan
onder „artiesten". En ik ben tot de con
clusie gekomen, dat hier de liefde over-
heerschend is, dat voor deze menschen
hun poppen geworden zijn tot levende
wezens van eigen schepping, waarop alle
liefde zich concentreert, met een kracht,
die geen leelijke gevoelens toelaat.
Zeker, ik heb genoten in de zaal, maar
ik heb veel geleerd achter de schermen.
ELLEN FOREST.
Een momument te Haarlem.
In de gisterenmiddag gehouden zitting
van den Haarlemschen gemeenteraad her
dacht de burgemeester het overlijden van
prof. dr. H. A. Lorentz. De rede werd door
de leden staande aangehoord.
Onder applaus werd goedgekeurd een
voorstel van B. en W. om het Van Eeden
plein, waarbij de woning is gelegen van
prof. Lorentz om te doopen in Lorentz-
plein. Het ligt in de bedoeling in het
plantsoen van dat plein een borstbeeld
van den natuurkundige op te richten.
Een monument te Arnhem?
Te Arnhem wordt een comité gevormd,
dat het initiatief zal nemen tot het ver
zamelen van gelden, om te komen tot de
oprichting van een monument voor wijlen
prof. Lorentz in zijn geboorteplaats Arn
hem. Reeds is een gift van 5000 door
een particulier aldaar toegezegd.
Herdenking in de Haagsche
Scholen.
B. en W. van den Haag hebben de hoof
den van de inrichtingen van openbaar voor
bereidend hooger en middelbaar onderwijs
uitgenoodigd om den dag der begrafenis
van prof. Lorentz alle leerlingen der scho
len, of zoo de ruimte daartoe ontbreekt, de
leerlingen van de hoogere klassen, bij voor
keur gedurende het laatste uur van den
morgenschooltijd, in de aula of het gymnas
tieklokaal tezamen te brengen. Het is de
bedoeling van B. en W., dat het hoofd of
een der leeraren in wis- en natuurkunde in
dat uur de leerlingen spreekt over de groote
beteekenis van Lorentz voor orizen tijd en
ons volk en hun een indruk tracht te geven
van de grootte van het verlies, dat de we
reld door zijn heengaan lijdt.
ONGEVALLENWET. LAND- EN
TUINBOUW-ONGEVALLENWET.
Verschenen is de memorie van antwoord
op het voorloopig verslag over de wetsont
werpen tot wijziging der Ongevallenwet
1921 en van de Land- en Tuinbouwongeval-
lenwet 1922.
Wijziging ongevallenwet.
O.m. wordt medegedeeld, dat ditmaal
als uitzondering het advies van den Hoo-
gen Raad van Arbeid niet is gevraagd,
omdat de ontworpen wijzigingen be
houdens dan het voorstel tot het gelijk-
^4
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's voor Vrijdag 10 Februari.
Hilversum, 1060 M.
12.00 Politieberichten.
12.352.00 Lunchmuziek door het Radio-
Trio.
5.30—77.15 Vooravondconcert door het
Omroep-orkest.
7.157.45 Landbouwhalfuurtjo door het
Kon. Ned. Landbouwcomité. Spr. A. A'.
Vaandrager: Waarde en prijsbepaling van
consumptiemelk.
7.45 Politieberichten.
8.00 Schippersles door den heer T. P.
Keizer: De Oosterschelde van Ziorikze©
tot Wemeldinge.
8.30 Kamermuziek door het Hollandsch
Strijkkwartet. H. Leydensdorf, le viool.
Julius Röntgen, 2e viool. Thomas Canivcz,
cello. Bram Mendes, Altviool.
10.00 Persberichten.
Huizen, 1840 M. (N a 6 u u r 1950 M.)
12.30—1.30 K.R.O. Lunchmuziek door het
K.R.O-trio.
3.00—4.00 K.R.O. vrouwenuurtje door Mej.
Do Twaalfhoven. r
4.00—5.00 Gramofoonmuziek N.C.R.V.
5.00—6.00 N.C.R.V. Concert. Mevr. R. v.
d. Horst, piano. P. A. Koch, viool. H. v. d.
Horst Jr., cello.
6.006.45 Spreker N.C.R.V.
7.00—7.30 Cursus Gregoriaansch K.R.O.,
door den heer J. W. C. v. d. Wiel, leeraar
a. h. Seminarie Hageveld te Heemstede.
7.30 V.P.R.O.-berichten.
7.35 V.P.R.O.-concert. Lezing en Beet
hoven-cyclus. Spr. Dr. P. H. Ritter Jr. 5
Gas van Georg Kaiser. Het Strijkkwintet
en een strijktrio door het „Amstel Strijk-'
kwintet". M v*
9.00 V.P.R.O. cursus.
Daventry, 1600 M.
10.35 Kerkdienst.
11.20—12.20 Pianokwartet.
12.20 Sonaten voor viool en piano.
12.50 Orgelconcert.
I.202.20 Orkestconcert.
3.20 Historische causerie.
3.45 Concert.
3.50 Lezing: The Temple.
4.05 Concert.
4.10 Oliver Cromwell-vertelling.
5.05 C. Whittle, bariton.
5.20 Tuinpraatje.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Orkestconcert.
6.50 Nieuwsberichten.
7.05 Orkestconcert.
7.20 Filmpraatje.
7.35 Orgelsonates van Mendelssohn.
7.45 Lezing: Philosophy and our common
problems.
8.05 Vocaal concert.
8.20 Nationaal Concert.
9.20 Nieuwsberichten.
9.35 Vervolg concert.
10.35 Nieuwsberichten.
10.40 Vaudeville. Muziek eri zang.
II.20—12.20 Dansmuziek.
„R a d i o-P a r i s", 1750 M,
10.50—11.00 Concert.
12.50—2.10 Orkestconcert.
4.005.00 Literaire en muzik. matinee. N
8.50—11.20 Concert. Kwintetten, Schu
bert, Brahms.
Langenberg, '469 M.
12.251.50 Orkestconcert.
5.206.20 Orkestconcert.
7.30 Symphonie-concert, Daarna tot
11.20 Dansmuziek. <j.
Königswusterhausen, 1250 M.
(Z e e s e n).
1.507.05 Lezingen en lessen.
7.20 „Ezio", opera in 3 acten van O. F,
Handel. Daarna tot 11.50 A. Guttmann's
SympJioniker.
Hamburg, 395 M.
3.35 Balletsuites voor orkest.
5.20 Concert. -«
6.20 Orkestconcert.
7.20 Feestconcert der stad Altona. Her
uitzending buitenl. stations.
10.5011.50 Dansmuziek.
Brussel, 509 M.
5.20—6.20 Trioconcert.
8 3510.35 „Hérodiade", opera yan Mas-
FEUILLET0N.
Jit het Engelsch van JOSEPH HOCKING
- Vert a-a ld door Carla Simons.
nJ6)
Hij keek haar smeekend aan. Haar hart
Jopte wild. Waarom zou ze niet ja zeg-
Yr;enï Voor haar lag het tehuis van haar
]n :inderjarenze zag de lanen en tuinen
GG waarin ze had gespeeld, ze herkende eiken
de toommeer dan ooit verlangde ze er
P |,aar terug.
Vr Luister, miss Nancy, ging hij voort, als
vo,
met me trouwen wil, zullen we het huis
xieuw inrichten. We zullen naar Londen
'Ëfaan en daar kunt u alles uitzoeken wat u
tiooi vindt. Zeg nu ja, miss Nancy, kom nu.
a* Opnieuw was ze in tweestrijd. Ze be-
loorde tot die vrouwen, die een bijzondere
[oede smaak bezitten, die van mooie meu-
•els en artistieke dingen houden, ze wist
loe heerlijk het was over veel geld te be-
ichikken en alles voor het oude huis te koo-
J:n om het in zijn vroegere glorie m te
chten.. Waarom zei ze niet ja? De laat-
ste twee jaar had ze in een moderne han
delsstad geleefd, waar oude namen geen
*aarde hadden. Natuurlijk moest zij haar
trots overboord gooien, maar zou ze er
geen vergoeding voor krijgen? En als zij
zich geven zou aan dezen jongen landbou
wer, zou ze de belofte aan vader vervullen
eo het liefste terugkrijgen in haa* bezit.
Zeg dat eene woord, Nancy, smee\te
Jonge Jack, voor de eerste maal liet woord
«Miss" vergetend. Toe, zeg dat eene woord
toch....
HOOFDSTUK XXL
Nancy's oogen gaan open.
Het noodlottig ja-woord lag op haar lip
pen. Onder den indruk van het oogenblik
was ze bereid dén jongeman haar ja-woord
te geven. Maar plotseling kwam het beeld
van John Trefry haar voor den geest. Ze
dacht aan zijn gezicht toen hij in Mrs.
Uren's kamertje had gestaan, ze herdacht
ieder woord dat hij had gezegd. Arme, on-
practische, lieve John, die van haar was
weggeloopen, omdat hij haar niet wilde
vragen waarnaar zijn hart verlangde cn
die toch een gentleman was tot in de top
pen van zijn vingers.
John zou wel nooit succes hebben in zijn
werk en altijd arm blijven, zooals nu.
Kom nu, drong Jack aan, beloof het
me, Nancy.
Door haar zwijgen aangemoedigd, kwam
hij dichter bij haar staan en legde zijn
hand op haar schouwer. Ze droeg een laag
uitgesneden zomerjapon zonder mouwen.
Geef me een kus en verloof me met je
zei hij, dichter bij haar komend.
Maar alsof ze door een wesp gestoken
was, sprong ze opzij. De aanraking van zijn
hand op haar vleesch gaf haar zoo'n ge
voel van walging, dat ze wel hardop kon
schreeuwen, en in dat oogenblik werd ze
zich bewust wat het beteekenen zou om
met hem te trouwen. Deze kerel zou haar
met lichaam en ziel bezitten, hij zou recht
op haar hebben. Goede hemel, ze wist wat
het be toekende, ze wist dat ze afschuw had
van dezen jongen, en het werd haar tege
lijk duidelijk, dat ze John Trefry, al zou
hij de eenige was, wiens vrouw ze wilde
zijn. Daarom leek Jack Beels aanwezigheid
haar plotseling iets afschuwelijks en zijn
liefkozingen een beleediging.
Hoe durf je? riep ze uit, met welk
recht noem je me bij mijn naam? Hoe durf
je me aan te raken? Jij, jij, jij!
Ze sprak zooals een Trevanion uit vroe
gere dagen tot een stalknecht gesproken
zou hebben. Elk van haar gebaren ge
tuigde dat ze hem haatte. Jonge Jack voél
de het, hij zag hoe ze hem aankeek, hij
hegroep haar houding.
Kom nu, vergoelijkte hij, ik bedoelde
er niets kwaads meeEn in elk geval
heb je me aangemoedigd.
Aangemoedigd? Ik? 1 Jou aanmoedi
gen?
Ja, mij! riep jonge Jack uit, die zijn
zelfbeheersching verloor denk je niet
dat ik niet begreep waarom je bent geko
men? Zoo makkelijk zul je niet van mij af
komen hoor juffertje.
Laat me alleen! riep het meisje uit.
Ga van me weg voor ik je ertoe dwing.
Mij dwingen? lachte de jonge kerel,
spottend, woedend door haar plotselinge
verandering, dat wil ik wel eens zien!
hij nooit een cent bezitten, lief had, dat
Ik sta hier op mijn eigen grond, de grond
die jij met je smerige trots niet kan behou
den. Weet je wel dat ik hier de baas over
je ben?
Ga weg! riep het meisje uit, en
verontreinig de lucht niet doo'r je aanwe
zigheid.
Verontreinigen I Dat moet je me nog
eens durven zeggen. Denk je dat ik dat
allemaal van je wil afwachten? Jij bent
Nancy Trevanion en ik ben maar Jack
Beel, maar ik ben evenveel waard als jij,
als het niet meer is. Je denkt dat je
me als een hond kan behandelen, maar
dat zal je niet glad zitten.
Hij was zichzelf niet meer meester en
zijn ware aard kwam boven. Het dunne
laagje beschaving was verdwenen en Nan
cy zag hem als den echten zoon van den
ouden Beel. Ze huiverde bij de gedachte,
dat ze hem bijna haar woord had gegeven.
Deze man zou haar in de modder hebben
gedrukt, de aanraking van zijn ruwe vin
gers op haar huid had haar genoeg gezegd.
Nu wist ze hoe hij werkelijk was en ze be
greep, dat een huwelijk met hem een af
schuwelijke heiligschennis zou zijn geweest.
Liever zou ze sterven dan met Jack Beel
te trouwen.
Zonder een woord te zeggen draaide ze
ziok om en vervolgde haar weg, maar de
jonge Jack, razend van woede, gaf zich
niet gewonnen.
Neen liefje, zoo makkelijk kom je er
niet af! riep hij uit, die klis zal ik toch
van je hebben!
En opnieuw sloeg hij zijn arm om haar
heen en probeerde haar te omhelzen, ter
wijl het meisje wanhopig probeerde los te
komen.
Ik heb je en ik houd je, riep de ander,
nu zullen we eens zien wie zijn zin
krijgt, een Trevanion of een Beel, nu zal
ik eens zien wat die hoogmoed van je
waard is, en
Hij kon de zin niet eindigen.
Ga weg, ellendig beest! gilde hij, want
John, de hond, .was plotseling op hem af
gesprongen en zette zijn tanden ia zijn
arm.
De jongen liet haar vrij en Nancy vloog
weg, terwijl de hond zijn prooi niet losliet.
Nancy hoorde Jack vloeken en razen en het
drong nog sterker tot haar door dan zoo
even, aan wat ze was ontsnapt. Die mati
was een bruut en de liefde van haar hond
had haar gered. Zij, Nancy Trevanion had
op het punt gestaan de vrouw te worden
van dezen kerel, alleen om die paar stuk
ken land terug te krijgen en haar oud te
huis. Elke zonuw van haar kwam in op
stand, ze huiverde nog bij de herinnering.
Ze hoorde het getrippel van pooten achter
zich; een oogenblik iater had John haar
ingehaald. Ze sloeg haar armen om hem
heen en zoende het dier van blijdschap en
dankbaarheid.
Dank je, goede oude jongen, zei ze,
ik zal nooit vergeten wat je voor me hebt
gedaan.
Maar plotseling herinnei'de ze zich dat
John haar hond niet was. Dat hij rechtma
tig eigendom van een ander was geworden,
maar ze lachte om het idee. Ze zou wel uit
vinden hoeveel Jack voor hem betaald had
en hem Tiet geld sturen als ze den hond
meenam naar Leeds.
Toen ze thuis aankwam merkte ze, dat
Mary Judson een wandeling maakte. Ze
was blij dat ze even alleen was. Ze wilde
nadenken over alles wat gebeurd was, ze
wilde zichzelf te rade gaan*
(Wordt vervolgd^.