Uit de Omgeving. Uit de Rijnstreek. DERDE BLAD „DE LEIDSCHE COURANT" ZATERDAG 4 FEBRUARI 1928 I. feu blik in de historie. door S. Ia het leven der volkeren heeft de kunst haar bloeiperiodes. Twee van zulke tijdperken van lloogsten bloei vallen er in het Dietsche taalge bied aan te wijzen vóór de laatste herleving der Jetteren. In de Middeleeuwen is een betrekkelijk kort tijdperk, dat ingeleid wordt, door de ..Strophische Gedichten" van Jacob van Maerlandt, maar vol ler en krachtiger zich nog doet gelden in de eerste plaats door het proza van Thomas Kempis, maar vooral door Johannes Ruusbroeck. Zijn „Sieraad der Geestelijke Bruiloft" toont den rcej mensch zooals hij is in zijn gewone doen, zijn fouten, zijn gebreken, zijn zwakheden en hoe hij groeit in geestelijke waarde, zich heft uit het louter aardsche leven, door drie trappen, lang zaam, methodisch, naar den hoogsten trap der geestelijke schouwing. Dit boek, dat door de La- tijnsche vertaling eigendom werd der heele Euro- peesche cultuur, heft zich uit boven het uitzon derlijke van landaard en ras, spreekt tot heel de beschaafde wereld. Het is als een kathedraal, die n de aarde haar zware fundamenten heeft, rr iraarvan de spitsbogen naar den hemel rij: en kathedraal, met onverbiddelijk-logisch-' landelijke berekening oprijzend; er is geen «uil, geen contrefort, geen gewelfribbe, geen lindings- of ontlastingsboogje. of het heeft zijn 'ogisch noodzakelijke bestemming stelling van 't geheel. En tegelijk is dat geheel zen symphonie, welke innerlijk vervuld t'eere tonen en tinten. Het Christelijk denken van Ruusbroeck heeft de geest van het beste uit Grie kenland en der Oostersche wijsheid in zich opge nomen en daarom is het universeel. Maar wat door Ruusbroeck in proza wordt vertolkt vinden we terug in de poëzie van Zuster Hadewyck. Dezelfde logica ligt er aan ten grondslag maar onbewust, zooals de ware dichter, de ware ge- inspireerde kunstenaar altijd in zijn beste oogen- blikken onbewust de diepste wijsheid verklankt. Bij Hadewyck hetzelfde streven naar God, maar in vurige hartstochtelijke minneklachten. Er is een verlangen in haar, een louterend verlangen naar een geluk, dat boven aardsche sferen ligt. De diaboliek van den geest, bij Ruusbroeck, vindt men bij haar terug, maar doorgloeid van hartstochtelijke heimwee en uitlaaiend in vi sioenen van gelukzaligheid. Hadewyck is de zangster der „Godelijke minne", wier innerlijk zoo hevig gespannen poëzie het eerste hoogte punt onzer litteratuur is. Na Hadewyck de inzinking. De Kameren van Rhetorica komen en de poëzie wordt een soms min of meer geestig, meestal geestloos kunstje, waarbij de vorm belangrijker wordt geacht dan het innerlijk wezen. Poëzie groeit niet in de scholen, in dichtgenootschappen, in kamers van rhetorica af wat ook. Poëzie groeit in de wor steling met het leven, uit de conflicten van de ziel met zich zelve, uit levensvernieuwing sa menhangend met het groote leven en streven der maatschappij. Poëzie groeit, wanneer maat schappelijke en geestelijke krachten samenspan nen in drift naar hooger en beter. De Renaissance in Holland was in den 1 vang een opgedrongen zaak van intellectueelen. Zij leeft niet in volheid en vrijheid; zij komt eerst in wezen en kracht als de Tachtigjarigen oorlog reeds een dertigtal jaren heeft gewoed. Er leeft dan reeds een poëzie op, die zich vrij heeft gemaakt van 't rhetorisch formalisme: lie deren van strijd en wilden hartstocht, waardoor een hevig rhythme pulseert; in wezen natuur poëzie, opgestooten uit de psyche des volks, ruw soms, vol hoon en haat; doortrilt van een woeste geestdrift, staalharde liederen gesmeed in de laaiing van den opstand. Men trekt er mee ten strijde en de melodieën waren de schrik der „Spaansch Dons in hun suikervel". Al deze ruwheid en kracht vindt haar ver adelde uitdrukking in het „Wilhelminalied". En daarna eerst heeft de Renaissance vat op de geesten: nu er geleden en gestreden is, en er een onafhankelijk volksbestaan zich vrij maakt uit de worsteling met Spanje en handel en in dustrie rijke bronnen van welvaart doen vloeien. Hooft en Bredero weten de Renaissancistische vormen dienstbaar te maken aan een levensin houd. Stalpaert van der Wicle geeft de teere schoonheid van het oude geloof, dat in den smeltkroes van het lijden is gelouterd, ontdaan van den droesem waaronder het dreigde zijn glans en schoonheid te verliezen. Dullaert en vooral Revius schrijven prachtige sonnetten, en boven aan staat Vondel in wiens verzen groot heid en kracht en schoonheid culmineeren. In Vondel is de taal tót rijpheid gekomen; me lodie en gedachte zijn versmolten tot de innigste en tevens tot de stoutste eenheid. Alle gevoe lens, alle aandoeningen van 't menschenhart kan hij vertolken. Een sterke geest, een strijdbare geest onder dramatische hoogspanning levend en tevens fluisterend de fijnste en teerste lyriek. Door Vondel komen taal- en taalmelodie, beeld gebruik en taalsymboliek, vers- en perioden- rhythme tot een voor dien tijd hoogst denkbare volkomenheid. Wat hij zegt, leeft, omdat het ontleend is aan het zinnelijk leven der werkelijk heid, aan het volk der straten; maar omdat, wat hij zegt, tevens geboren is uit geestelijke diepte, is de volkstaal geadeld tot een kleurige schoon heid en verheven plastiek. Vondel's taal, de volkstaal, gesmeed, gelouterd in den dichterlijken haard van 't genie, is directe taal, op den man af. Vondel is deware klassicus onzer littera tuur en wat klassiek is in den goeden zin, is eeuwig schoon, blijft eeuwig direct en op den man af. Of zouden zijn Gedichten, zijn „Adam in Bal lingschap" zijn „Lucifer" thans bij aandachtige lezing minder ontroering wekken, dan toen zij berden geschreven? Wat klassiek is en tevens geniaal blijft ten eeuwigen dage modern, hoe zich ook de opvat tingen en de sympathieën der geslachten op de voortstuivende golven van den tijd wenden of keeren. Maar een hoogtepunt is tevens een dalings- punt. Na Vondel scheen geen opgang meer mogelijk. Na Vondel en na Rembrandt vermindert de spanning der geesten. Op muzikaal gebied was na Sweelinck reeds de inzinking ge komen. De oude kunst der vocale contrapuntiek was met hen, in Holland, ten ondergang ge doemd. Zijn orgelkunst zou niet in Holland. maar in Duitschland haar voltooiing vinden bij den ouden, grooten Joh. Seb. Bach. Tot een zelfstandig instrumentale muziek, waartoe de aanleg lag in het Volkslied, het Geuzenlied der 16e eeuw zou het bij ons niet komen, gelijk wel bij de Polen en Bohemen en de Russen. De Schilderkunst hield zich staande in haar oorspronkelijkheid .schoon niet in haar groot heid, na Rembrandt. Maar de Hollanders zijn in de eerste plaats een picturaal volk, een volk met sterke oorspronkelijke gevoeligheid voor licht en kleuren, voor stemming en colorict, omdat er geen land ter wereld is, waar het wisselend wol- kenspel aan den hemel en de atmospheer zoo'n onvergelijkelijken rijkdom van belichting schept. In de schilderkunst bleef Holland oorspronkelijk na Rembrandt. Elke schilder van beteekenis na hem vindt zijn eigen techniek, zijn eigen com positie, zijn eigen coloriet om zijn ziel te uiten. Maar in de dichtkunst? Tweehonderd jaren lang bleef de dichterlijke taal. welke Vondel geschapen had, bleef zijn beeldspraak en rhythme niet alleen het voor beeld. Maar ze werd op allerlei wijzen, van ver dienstelijk tot onbeholpen toe, nagevolgd. Men zocht niet meer naar het directe vrome, naar het directe beeld men had de clichés maar voor het grijpen die pasten, bij bepaalde ge moedstoestanden. Het visueele ontbrak ten eene male aan onze dichters. Zij misten de plastische kracht van Vondel en verstonden het niet eigen melodie en rhythme eigen kleurschakeering aan te brengen, gelijk de schilders dit wel verstonden. Overal in Europa kwam litteraire vernieu wing: in Frankrijk, Duitschland, Engeland alleen in Holland bleef men bij het formalisme der Renaisance. Bilderdijk, hoe forsch ook van geluid, is ten slotte toch een nagalm van Von del. Geestlooze burgerlijkheid spiegelt zich af in de poëzie. In de 19de eeuw komen er een aan tal frissche geesten: Staring, Potgieter, Bakhuij- zen van den Brink, Geel, Busken Huet Zij toonen ieder op hun beurt, Multatuli komt met snijdend sarcasme, maar den waan der rhetorica breken is hun onmogelijk al glanst over hun eigen productie soms een ongewoon licht. Toch was hun werk niet vruchteloos; het was een eerste dageraadsblozen. En plotseling breekt deze aan in volle pracht, als na '80 een groep jon geren ontdekt dat het moderne leven bestaat en dat de krachten, die in den modernen mensch leven, nieuwe geluiden in nieuwe rhythmen vra gen. Dan komt het derde hoogtepunt der Neder- landsche dichtkunst. N00RDWIJKERH0UT. GEMEENTERAAD. "'De gemeente gaat vooruit. De verordening op het hebben van bermen langs den openbaren weg door den Minister goedgekeurd. Een andere speelplaats voor de Herv. School. Gewijzigde legger van wegen. De raad dezer gemeente kwam Donder dagmiddag te twee uur in openbare ver gadering bijeen. Voorzitter de Burgemees ter. Tegenwoordig alle leden. De voorzitter opent de vergadering met gebed. De voorzitter spreekt daarop den Raad ongeveer als volgt toe: Mijne Heeren. 't Is vandaag de eerste maal in het nieuwe jaar dat we een raadsvergadering houden en ik maak van •deze gelegenheid gaarne gebruik om een enkel woord tot u te richten. Als wij een terugblik werpen op het jaar, dat achter ons ligt, op het jaar 1927 clan zien wij dat dit jaar voor Noordwij- kerheut niet onbevredigend is geweest. De bloembollenteelt, die zoo langzamer hand het hoofdbedrijf in de Gemeente is geworden mocht zich in goeden welstand verheugen. Zeker, de jaren onmiddellijk aan 1926 voorafgaande waren wellicht nog beter, daar de débacle in de Darwintul- pen velen ongetwijfeld min of meer heeft gedupeerd er zijn nu eenmaal geen boomen die tot -den hemel groeien maar over het geheel heeft men in het bloembollenbedrijf geen reden tot klagen. In de tuinderij, die jaren en jaren aan een, een moeizaam en kwijnend bestaan heeft geleid, is in 1927 Goddank eenige verbetering ingetreden. De boerderij is buiten de oorlogsjaren nooit een bijzonder winstgevend bedrijf geweest en dit in aanmerking genomen hadden de boeren in 1927 over de resulta ten van hun arbeid niet te klagen. Industrie is in de gemeente steeds wei nig geweest. Des te meer is te betreuren, dat de eenige flinke industrie die wij in de gemeente hadden en die zich meer en meer uitbreidde, ik bedoel de cartonnage- fabriek der firma van Lelyveld en Co. door het afbranden der fabriek voor de gemeente verloren ging. De bevolking nam in 1927 toe met 162 zielen en kwam alzoo van 5488 op 5650 zielen. Er werden in het afgeloopen jaar door B. en W. 51 vergunningen verleend tot het bouwen van woningen. Door de verschillende zanderijen wor den steeds meer gronden ia cultuur ge bracht en het eindpunt is ter zake nog lang niet bereikt. Het zoude mij te ver voeren, Mijue Heeren, als ik hier in den breede alle be sluiten ging memoreeren, die in het tijd perk, dat kortelings is afgesloten, met uwe medewreking zijn genomen. Slechts op een paar van do voornaam ste wilde spr. even de aandacht vestigen: op de totstandkoming van den bitumen- weg, de betere verlichting, en de reorgani satie van de brandweer. In het afgeloopen jaar, zei spr., is het ook 10 jaar geleden geweest, dat ik als Burgemeester van Noordwijkerhout op trad. In die 10 jaren is heel wat gebeurd. Ik heb daarin lief en leed medegemaakt, maar al zijn er ook moeilijkheden geweest, ik ben hier steeds gaarne geweest en ik heb in die 10 jaren nimmer getracht mijn Burgemeesterplaats te Noordwijkerhout foor eene andere standplaats to verwisse len. Tot slot wenschte spr. den leden van harte een gelukkig en zalig Nieuwjaar. De heer L. M. van Noort dankt als INGEZONDEN MEDEDEEUNG MIJINHARDT's Hoofdpijn-Tabletter», 60<>t- Laxeer-Tabl?t1£n 60°J Zenuw-Tabljettan Staal-"l/abiet/ei>/: 90ct Maag-Tabletten 75c'- 13000 Bij Apoth. en Drogisten oudste raadslid den voorzitter voor zijne vriendelijke woorden. Spreker hoopt, dat onder leiding van den Burgemeester, Noordwijkerhout in 1928 verder in bloei moge toenemen. De notulen der vorige zitting werden door den secretaris voorgelezen en onv anderd gearresteerd. In de vorige raadszitting was eene aan vulling der alg. Politieverordening vastge steld, krachtens welke eigenaars en be heerders van langs de openbare wegen gelegen gronden verplicht waren te ge- doogen, dat eventueele zandhoopen en andere grondverhoogingen, grenzende aan den openbaren weg worden weggenomen voor zooveel zulks naar het oordeel van B. en W. noodig is om een behoorlijke af watering van den weg te verzekeren. Ged. Staten hadden aan B. en W. be richt gezonden, dat zij deze verordening wegns strijd met de wet aan de Kroon ter vernietiging hadden voorgedragen. De Minister van Binnenlandsche Zaken kon zich evenwel met de opinie van Ged. Staten niet vereenigen en zond aan dit college bericht, dat hij voor vernietiging der betrekkelijke bepalingen der. pol'te. verordening van Noordwijkerhout geen reden aanwezig achtte. De verordening is derhalve afgekondijgd en zal zoo noodig worden toege past. Mededeeling wordt gedaan van een aan tal goedgekeurde raadsbesluiten. Uit het verslag van de Commissie tot Wering van Schoolverzuim blijkt dat in 1927 wegens verzuim 143 aansprakelijke personen werden opgeroepen, waarvan er 44 verschenen. Het voorstel van B. en W. om aan P. Warmerdam Dzn. circa 420 M2 grond te verkoopen tegen 3 per Meter en circa 308 M2 tegen 1.50 per M. wordt bij ac clamatie aangenomen. Met alg. stemmen wordt tot, lid der Commissie tot Wering van Schoolverzuim benoemd do heer K. Noy. Naar aanleiding van het ingekomen verzoek van het N.-H. schoolbestuur om een derde lokaal beschikbaar te stellen, benevens om de beschikking te krijgen over de vrijgekomen speelplaats der open bare school, deelt de voorzitter mede, dat B. en W. geen bezwaar hebben om een derde lokaal aan het N.-H. schoolbestuur in eigendom af te staan. Het beschik kingsrecht over de speelplaats willen B. en W. voorloopig aan de gemeente hou den, al is er geen bezwaar tegen, dat de N.-H. school haar voorloopig gebruikt. De heer Passchier valt het tegen, dat de speelplaats niet in eigendom aan de N.-H. school wordt overgedragen. De voorzitter zegt wel dat de N.-H. school een speelplaats heeft, doch die speelplaats is heel primitief en zij is be scheiden aangelegd, omdat men dacht te zijner tijd toch de beschikking te zullen krijgen over de speelplaats der O. L. -school. Spr. dient daarom het voorstel in om ook de speelplaats van de voormalige O. L. school in eigendom aan de N.-H. Ge meente af te staan. Jhr. Gevers is het met den heer Passchier eens en steunt diens voorstel. De voorz. zegt dat in elk geval de speel plaats aan de N.-H. school ten gebruike wordt gegeven. De gemeente houdt dan nog wat te zeggen over de speelplaats en dit kan bij sommige gelegenheden wel eens wenschelijk zijn. Vooraleer aan het terrein een andere bestemming wordt ge geven, zullen de belangen der N.-H. school wel degelijk worden overwogen. Men kan te dien opzichte gerust zijn. Daar het voorstel van den heer Pas schier niet voldoende wordt ondersteund, wordt het niet in stemming gebracht. Het voorstel van B. en W. wordt daar na bij acclamatie aanvaard. Daarna wordt overgegaan tot vaststel ling van den nieuwen legger van wegne en voetpaden. Naar aanleiding van de vaststelling van dien legger zijn verschillende adressen ingekomen t.w.: Een verzoekschrift van de Landexploi- tatie-Mij. „Noordwijkerhout", waarbij ver zocht wordt om de Lange Laan, voorzoo ver deze zanderij is, van den legger van wegen en voetpaden af te voeren, terwijl levens afvoering wordt verzocht van den Molenweg en den Tweeden Ouden Schulp weg, die beide eveneens zandwegen zijn. Een verzoekschrift van Jhr. J. II. Ge vers c.s„ waarbij verzocht wordt om de Leeuwenhorsterlaan van den legger af te voeren. Een adres van het R.-K. Kerkbestuur Sint-Victor en een van C. Th. de Groot, waarbij deze opkomen tegen afvoering van den legger van een gedeelte van den Molenweg, waarbij zij belang hebben. B. en W. stellen voor om aan het ver zoekschrift van Jhr. J. H. Gevers c.s. te gemoet te komen en de Lccuweuhorster- laan van den legger van wegen en voet paden af te voeren. De heer E. Oostdam Jac.zn. onder steunt dit voorstel. Spr. zegt, dat hij met verschillende belanghebbenden hierover heeft gesproken en dat dezen tegen de af voering geen bezwaar hebben. Het is de familie Gevers ook niet te doen om dege nen, die van den weg kunnen profiteeren, daarvan te weren, maar om te «voorkomen, dat via den weg de bosschen toegankelijk zijn voor allerlei publiek, dat daar beter niet thuis hoort. Het voorstel van B. en W. tot afvoe ring van de Leeuwenhorsterlaan wordt daarna met alg. stemmen aangenomen. Wat het verzoek dor Landexploitatie- Mij. „Noordwijkerhout" betreft tot afvoe ring van de Lange Laan voor zooveel deze zandweg is meenen B. en W. dat tegen afvoering geen overwegende bezwa ren bestaan. Intusschen laten B. en W. gaarne de beslissing aan den Raad. Mis schien zijn er raadsleden die ter zake een andere meening hebben. De heer L. M. van Noort zou met afvoe ring van een gedeelte Lange Laan mede kunnen gaan, als de Leeuwenhorster laan behouden bleef. Nu deze echter van den legger afgaat, zou er geen enlcelo ver binding tusschen den 's-Gravendamschen weg en den Leeweg meer zijn. Spcker vindt dit vooral met het oog op de toe komst verkeerd. Jhr. Gevers merkt op, dat het gedeelte Lange Laan waar het hier over gaat wei nig of niet gebruikt wordt. De Lange Laan kan in de toekomst oorzaak zijn, dat de Landexploitatie Mij. daar een brug moet leggen voor de verdere ontginning harer terreinen. De heer L. M. van Noort antwoordt, dat het te zijner tijd wel geen bezw zal ontmoeten, dat in plaats van de Lango Laan een anderen weg wordt gelegd, waarbij een brug overbodig wordt. Daar kan nog over gesproken worden wanneer de zanderij zoover is. Het voorstel van B. en W. om het ge dcelte van de Lange Laan, dat zandweg is, van den legger van wegen en voetpa den af te voeren wordt hierna met 4 te gen 7 stemmen verworpen. Tegen stemden de heeren L. M. van Noort, E. Oostdam Jac.zn., J. W. van Pa- rera, C. v. d. Klauw, J. Geerlings, A. H. v. Noort en \V. Th. Langeveld. a Vóór stemden Jhr. Gevers, J. Passchier en de beide wethouders. Wat het verzoek aangaat van dezelfde Landexploitatie Mij. tot afvoering van den Tweeden Ouden Schulpweg en den Molenweg, beiden zandwegen, meenen B. en W. dat aan dit verzoek kan worden voldaan, tenzij later bij de behandeling voor Ged. Staten blijkt, dat er personen zijn, wier belang zich tegen de afvoering verzet. De Raad moet dan vrij zijn in zijn advies aan Ged. Staten. Intusschen mee nen B. en W. dat aan hot verzoek van het R.-K. Kerkbestuur Sint Victor en van O. Th. de Groot moet worden voldaan, zoodat het gedeelte van den Molenweg, waarop hun adres betrekking heeft, op den legger moet blijven. De heer Geerlings vraagt, hoe het staat met het z.g. Kerkpad. Als dit pad blijft zou misschien de Oude Schulpweg kunnen verdwijnen. De voorzitter zegt, dat het z.g. Kerke- pad een zaak is tusschen het Kerkbestuur St. Victor en de Landexploitatie Mij. Dit pad staat, niet op den legger en een ver zoek om liet op den legger te plaatsen is van de zijde van het kerkbestuur nim mer ingekomen. Het is zeer goed mo gelijk dat dit pad door een overeenkomst tusschen beide partijen verdwijnt. De heer Geerlings meent dat de Twee de Oude Schulpweg dan van den legger niet moet worden afgevoerd en evenmin den Molenweg Is de Landexploitatie Mij. ter plaatse eenmaal aan het afzanden dan kan nog worden overwogen om nis de voormelde maatschappij een behoorlij ken verbindingsweg beschikbaar stelt, de hier besproken wegen van den legger af te voeren. Op dit oogenblik heeft de maat schappij er weinig belang bij. De heer L. M. van Noort sluit zich hier bij aan. De voorzitter zegt dat B. en W. zich met dit standpunt kunnen vereenigen. (Wordt vervolgd.) LISSE. Een avond vol kunstgenot. Muziek is ongetwijfeld een kunst, die bij iedereen in elke rang en stand ingang heeft gevonden. En terecht, hoe verheffend zijn do uccoorden, die men hoort bij een goed gezon gen lied. Dat muaiek en zang ook in Lisse met hart en ziel worden beoefend, bewees Woensdag j.l. de R. K. Zangvereeniging „St. Gregorius", onderafdeeling van don R. K. Volksbond aldaar. Deze zangvereeniging staat ondor de voortreffelijke leiding van den heer W. Mizée te Leiden. Het is den directeur ge lukt, dit koor zóó te eieren zingen, dat er in elk lied expressie, -voordracht en ziel zit. Dit koor staat reeds zeer hoog, want al dadelijk werd men getroffen door de frissche voor dracht van „Domine Salvam fac" van A. Giesen. De declamatie stond op zooón hoog peil, dat een tekstboekje bijna overbodig was. Het koor gaf een mooie vertolking van „Ko ren", van Alph. Franken, woorden van Dr. Felix Rutten, waarmee hot op 't groot R. K. Concours te R'dam een len prijs behaalde in de le afd. Verder was veel zorg besteed aan ,0 Bone Jesu" van Palestrina, dat zeer aan grijpende momenten gaf. Het koor gaf werke lijk een zeer prijzennswaardige vertolking hiervan, wat getuigt van de muzikaliteit en paodagogische aanleg van haar directeur. Do heer Mizée leidde alles den geheclen avond zelf met rustige hehcersching, die van uit de al zeer prettig aandeed. In het koor zat discipline, wat een eerste voorwaarde is van goed musiceeren. Als afwisseling werd nog uitgevoerd eeu trio van Beethoven en Mozart door de heeren Voorthuyzen tc Schiedam, 'looi, en Fnjb. f u Leidon, collo, en W. Mizée, liano. Bride hoogstaande en moeilijke wer ker. vendon een zeer goede cn beheersclitc i'ertolking. Hierbij viel vooral het spel van den heer Frijhoff te' loven, terwijl de heer Mizée, die een betere piano verdiend had, toonde een zeer goed pianist te zijn. Mevr. M. S. A. SASSENHEIM. R. K. Geltenfokvereenicine. Onder matige belangstelling hield gisterenavond de geitenfokverceniging „St. Paschalis" haar jaarvergadering: in het K. S. A.-gc- bouw. De voorzitter, de heer C. Poel. opende deze vergadering:, waarna door den secr. de notulen werden voorgelezen waaruit bleek, dat er pogingen waren ge daan om een spreker te krijgen, hetgeen echter niet is gelukt. Besloten werd. ecu tijdschrift voor de geitenfokkerij te la ten rondgaan bij de leden. Hierna werd een verslag uitgebracht van de geiten keuring der vereeniging, gehouden in Mei 1927. Door den penningmeester werd verslag uitgebracht over de finantiën, waaruit bleek dat is ontvangen f 142.13.5 en uitgegeven 116.65, zoodat het batig saldo is f 25.48.5. De bestuursverkiezing werd vlug af gehandeld, daar de aftredenden met alg. st. werden herkozen. Voorts werd een verslag uitgebracht van den Prov. Bond waaruit bleek, dat in 1927 de verzeke ring voor 14 dieren heeft uitgekeerd. Het dekgeld bedraagt voor de eerste geit 60 ct. en voor de tweede 50 ct. De jonge geitjes worden voor 50 cent aangeno men bij G. v. d. Meij. De keuring zal dit jaar plaats hebben in Juni. Na enkele besprekingen van huishoti- delijken aard werd een verloting gehou den van sigaren en werd de vergadering gesloten. BODEGRAVEN. Stille Omgang. Dinsdagavond verga derde in het patronaat de vereeniging van den Stillen Omgang. De voorz. opent de vergadering en heet allen welkom, en spreekt zijn verwondering uit, dat do mid- middenstand niet aanwezig is. De notulen door den secretaris, den heer Bijk voorgelezen worden zonder op- of aanmerking goedgekeurd. Vervolgens doet de penningm. .de heer P. Scheen, rekening en verantwoording van de kas, welke met een saldo van pl.m. ƒ70.— wordt accoord bevonden. Bij de bospre- king die daarna volgde over het deelne men aan den Stillen Omgang werd beslo ten, einde Februari weder een vergade ring bijeen te roepen, waarop men zich voor deelneming kan aanmelden. Door het lid Jac. de Konig werd bij de rond vraag de door den voorzitter bij de ope ning genoemde afwezigheid van den mid denstand weder ter sprake gebracht. Niet alleen, dat zij niet de vergadering b.ezoc- ken, maar ook met den Stillen Omgang gaan zij niet mede. Niets meer te verhan delen zijnde, sloot de voorzitter, do heer A. Groep de vergadering ojj de gebruike lijke wijze. K. S. A. Donderdagavond vergader den in het patronaat de leden van het plaatselijk comité der K. S. A. De voorz. memoreert dat deze vergadering was be legd voor de verkiezing van een voorzit ter en secretaris, daar deze beide moeten aftreden, en niet herkiesbaar zijn, en de beide nietnvc functionarissen vroegtij dig de noodige voorbereidingen kunnen, treffen voor de actie in het a.s. seizoen. Tevens deelde spr. mede, dat bericht van verhindering was ingekomen van den gees telijk adv., den weleerw. heer pastoor. Ter vergadering waren aanwezig, behalve de voorzitter en secretaris, het bestuurslid de heer A. de Vos, alsook bestuursleden van R.-K. Volksbond en Patronaatshee- ren. Het Vrouwenbondsbestuur had ver gadering, kon dus niet komen en de Han ze bezit momenteel geen bestuur. De secr. tevens penningm., deed daar na rekening en verantwoording, welke sloot met een batig saldo van drie en een halve cent. De heeren Vos en Niekerk werden verzocht de boeken na te zien. Door de heeren werd gevraagd naar een post zaalhunr 60.De penningm., deze post toelichtend, verklaarde, dat de film van het Centraal Bureau der K. S. A. wel ke Zondagmiddag voor de kinderen en Zondag- en Maandagavond was vertoond, voor het plaatselijk comité een winst had opgeleverd van ƒ61.en dat de pastoor daarvan 60 wenschte voor zaalhuur. Al les verder punctueel in orde bevonden zijnde, wordt den penningmeester onder dankzegging décharge verleend. Vervolgens punt 4 der agenda bestuurs verkiezing. Alvorens hiertoe over te gaan, zegt de voorz. dat de boidc aftredenden als bestuursleden van de Hanze hebben bedankt, dus statuair ook van de K.S.A. afscheid moeten nemen. Spr. verzoekt den Kapelaan zijn dank te willen overbrengen aan den Pastoor voor de raad en daad, waarmede zijneerw. hem al de jaren beeft bijgestaan. Vervolgens brcht hij dank aan den sefcretaris-penningm., voor alles wat deze voor de K. S. A. heeft gedaan, voor al voor de reclame welke deze steeds voor de verschillende ontwikkelingsavondcn had gemaakt, voor de keurige aankondi- gingsbiletten welke hij altijd heeft ge maakt, waarvan vooral het welslagen te danken was en de vele uren die hij in het patronaat met de voorbereidingswerk zaamheden heeft doorgebracht, alsook voor het accurate beheer van de kas. Ook dankte hij do overige heeren, die hem steeds met do grootste bereidwilligheid hadden geholpen. Spr. wenschte, daar hij nu was afge treden, de leiding over tc dragen aan den heer A. de Vos, die dit niet op zich wilde nemen maar den voorz. verzocht de von gadering tot het einde te willen blijven leiden. Door deïi heer de Korte werd voorgesteld do bestuursverkiezing aan te houden tot volgende vergadering, daar dan het nieuwe bestuur van de Hanze wel zou tegenwoordig zijn, alsook het be stuur van den Vrouwenbond. De heer de Vos stelde voor, de vereeniging te ontbin den en bij het begin van het a.s. seizoen weder op te richten, waartegen de voor zitter zich verzette en dit niet noodig oor- eelde. Gevraagd werd, waar de vergade ring wenschte, dat de boekon en beschei den zouden worden bezorgd. Besloten werd deze bij het bestuurslid, den heer v. d. Berg te deponeeren. Bij de rondvraag dapkte de secretaris den voorz. voor hetgeen deze in die negen jaren voor de K. S. A. heeft gedaan. Daar- I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 9